1. Zegt u het maar!

mang

2. Mag ik drie 's van u?

app

3. Alstublieft. Anders nog iets? Ik heb ook heerlijke .

4. Goed, doet u maar drie van die groene.

gr

5. Op de markt kun je fruit en allerlei kopen.

ter

6. Maar je kunt er ook voor andere dingen,

bloe kle

7. zoals , kaas, vis,

schoe

8. en zelfs .

bord

9. Op de zie je de prijzen staan,

v eur

10. bijvoorbeeld 15 sinaasappels 3 .

prod

11. Veel zijn op de markt redelijk goedkoop.

k afd

12. Wat ook belangrijk is: je op de markt .

verk

13. Dan ga je met een praten om iets goedkoper te krijgen.

w er ei

14. Vaak dat goed, vooral aan het van de dag.

 dub

15. Dan heb je voordeel!

mango appelen pond groente terecht bloemen schoenen borden kleren voor euro
producten kan afdingen verkoper werkt eind dubbel