Les 16 Pasje kwijt 

Dochter  O, mam, vind je dit geen fantastische broek?  Hij past perfect.  En voor die prijs, dat
is niet duur.  Ach, wil jij even voor mij betalen? 
Mama  Ik voor jou betalen?  Ben je zo arm?  Of heb je je pasje niet bij je? 
Dochter  Jawel, maar eh, ik sta een beetje rood. 
Mama Nou, oke. He, waar heb ik m'n pinpas?  Dat snap ik niet.  Ik heb net nog gepind in de
winkel. Ligt hij daar soms nog? 
Dochter  In je tas, heb je daar al gezocht?  Of in je zak? 
Mama  Nee, daar zit ie ook niet!  Ik ben 'm kwijt!  Ik ben m'n pinpas verloren!  Of is hij
gestolen?  Help, politie! 
Dochter  Rustig, mam. Je kunt beter de bank bellen.  Je moet onmiddellijk melden  dat je je
pasje kwijt bent.  Voordat iemand geld opneemt van je rekening.  Welk telefoonnummer? Het
staat op mijn pasje.  Mobieltje vergeten? Gebruik 't mijne maar even. 
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Mama  Zo, dat is voor mekaar.  Wat een toestand!  Nu begint alles weer opnieuw.  Ik weet
nog dat ik m'n rekening opende.  Formulier invullen, 5 dagen wachten.  Dan m'n nieuwe pincode
uit m'n hoofd leren.  En intussen kan ik niets kopen! 
Dochter  Mam, je krijgt direct een nieuw pasje.  En welke code je gebruikt, dat bepaal je zelf. 
Tot die tijd heeft papa vast wel wat contant geld voor je.  Ik weet trouwens een supermarkt  waar
je met je mobiel kunt betalen! 
Mama  Wat zeg je nou?  Met m'n mobiel betalen?  Maakt mijn bank dan het geld over?  Dat
kan ik me nauwelijks voorstellen.  Al die kleine bedragen?  (nauwelijks=abia)
Dochter  Tuurlijk niet, mam.  Het gaat met een chip, snap je?  Die hou je voor zo'n apparaat 
en klaar is Kees.  Handig toch? 
Mama  Vreemd: betalen met je mobiel.  Maar wat doen we met die broek?  Ik kan geen geld
uit de muur halen.  En ik heb nauwelijks contant geld bij me. 
Dochter  Ik heb nog een tientje.  Samen hebben we wel genoeg, hoor mam.