-Ja. Ik wil graag een boterham en twee pizza's. -Alstublieft. Anders nog iets? - Ja, een kilo aardbei, een meloen en twee kilo's sinaasappel. -Alstublieft. -Ja, en twee mango's, alstublieft. -Sorry, we hebben vandaag geen mango's. Misschien morgen. -Jammer. Dan neem ik vijf bananen. -Ja, alstublieft. -Bedankt. Hoeveel kost dat? -20 euro, graag. -Alstublieft. -Bedankt.
-Hallo, mama. wat doe jij?
- Ik maak een fruitsalade. Wil jij ook ananas in je fruitsalade, of zonder ananas? - Zonder, alstublieft. Dank je.
-Hallo, goedemorgen, kinderen. Komen snel!
-Waarom zo snel? -Jullie moeten eten! Wat eten jullie? Een boterham met of zonder halvarine, een toast met boter, met of zonder jam. -Ik eet een boterham met halvarine en tomaat. - Ik eet toast met boter. Ik vind dat lekker. -En jij, madeliefje? -Mag ik een vis eten? - Ja, bij het avondeten wel, maar niet nu. Vanavond eten we biefstuk, rijst, spaghetti en vis. -Mag ik een pizza eten? -Nee, vandaag hebben we geen pizza. Vandaag eten we geen pizza. Wil jij een broodje? -Een tosti. -Alsjeblieft. -Dank je, mama. -Eet smakelijk!
-Hallo, Marja! Wat doe jij?
-Ik koop wat eten. Ik heb wat rijst nodig. En jij? Wat doe jij, Henriette? -Ik heb wat vlees en rijst nodig. Doei! Fijne dag! -Dezelfde! Doei!