LES 1 HALLO, IK BEN SOFIE

3. Mijn naam is Sofie.

4. Ik ben de docent. 

5. En wie ben jij? 

7. Hoe heet je? 

8. Wat is je naam? 
9. Ik heet Maria. 

9. Mijn naam is Maria. 

11. Dag Maria. 

12. Dag mevrouw. 

13. Uit welk land kom je? 

14. Ik kom uit Spanje. 

15. En u meneer? 

15. Hoe heet u? 

16. Wat is uw naam? 

17. Mijn naam is Li.

18. Waar komt u vandaan? 

19. Uit welk land komt u? 

20. Uit China. 

21. Waar woont u nu? 

22. In welke stad? 

23. Ik woon nu in Den Haag.

24. In welke straat? 

25. In de .... straat, 

26. in het centrum.

 27. Op nummer 5. 

28. Wat is uw telefoonnummer? 

29. Mijn telefoonnummer is 

30. 0123456789 10

31. De docent heet Sofie. 

32. Ze komt uit Nederland. 

33.   Ik ben Roelien.

34. Ik ben 20.

35.   Ik kom uit Nederland

36. Jij bent mooi.

ZIJN = a fi

Ik ben eu sunt

jij bent tu esti

hij-zij is el/ea este

we/wij zijn = noi suntem

jullie zijn = voi sunteti

zij zijn = ei/ele sunt

Kom hier!

Bedankt.