Professional Documents
Culture Documents
OSB Gonarthrose
OSB Gonarthrose
GONARTHROSE
Naam supervisor
Naam assistent
Datum
Behaald.
Opmerkingen:
Handtekening supervisor
Definitie gonarthrose
1. leeftijd ≥ 50 jaar
3. crepiteren
Diagnostiek
Wanneer de klinische bevindingen in de eerste lijn aannemelijk maken dat een patiënt artrose van
heup of knie heeft, dan heeft aanvullend radiologisch onderzoek weinig toegevoegde waarde.
Daarentegen kan bij discrepantie tussen anamnese en bevindingen bij lichamelijk onderzoek
aanvullend radiologisch onderzoek wel van waarde zijn.
De radiologische kenmerken:
Gewrichtspleetversmalling
osteofytaire randwoekeringen
KL grade of 4 - large osteophytes, marked JSN, severe sclerosis, definitely bony deformity
Niet-chirurgische behandeling
De combinatie van oefentherapie en medicatie is bij vrijwel alle patiënten de eerste keuze.
Fysiotherapie
informeren en adviseren
Medicatie
c. effectiviteit is dosisafhankelijk.
a. combineren met paracetamol of tramadol teneinde een lagere dosis van het NSAID te
kunnen geven
vooral bij een opvlamming die gepaard gaat met ontsteking (‘flare’)
geven op korte termijn en voor een periode van ongeveer 4 weken reductie van de pijn.
behandelperiode tot 2 jaar lijkt geen invloed te hebben op de progressie van arthrose
bij chronische klachten en contra-indicaties voor NSAID’s, kan een behandeling met 3 injecties
overwogen worden.
Overige interventies
gewichtsverlies (door dieet en oefentherapie) bij overgewicht (BMI 25-30) of obesitas (BMI 30+)
Chirurgische behandeling
Arthroscopie
Bij slotklachten door corpera libera kan artroscopische verwijdering overwogen worden
nettoyage met microfracturering van focale kraakbeendefecten tot op subchondraal bot kan
pijnklachten verminderen
het is niet duidelijk hoe groot het effect is en hoe lang het aanhoudt
Chirurgie
Unicompartimentele knieartroplastiek
gecementeerd
‘non-mobile bearing’
posterieur gestabiliseerd
patellacomponent
Perioperatieve zorg
Tromboseprofylaxe
Peroperatieve infectieprofylaxe
Systemische antibiotica
Antibioticumhoudend botcement
(Semi)laminaire ‘downflow’-luchtbehandeling
Fysiotherapie
Postoperatieve controle
o type prothese
Postoperatieve infectieprofylaxe
infecties in het lichaam dienen prompt en adequaat behandeld te worden en waar mogelijk te
voorkomen worden bij een verminderde weerstand
o bij tandheelkundige ingrepen in een geïnfecteerd gebied kan volstaan worden met één
orale dosis van amoxicilline-clavulaanzuur
Referenties
The findings suggest that significant gaps exist between CPGs established by the AAOS in 2008 and
current practice patterns in the non-arthroplasty treatment of knee OA in the United States.
Index (end-stage OA): 12,806 treated with arthroplasty (e.g. TKR, UKR, PF arthroplasty)
General (all stages of OA): 566,027 all patients diagnosed with knee OA
P.S. Pulavarti , et al. Patella Denervation in Primary Total Knee Arthroplasty - A Randomized
Controlled Trial with 2Years of Follow-Up. J Arthroplasty. 2013 Oct 24. pii: S0883-5403(13)00799-7.
We randomized 126 consecutive patients undergoing primary total knee arthroplasty into group 1:
patella denervation (n = 63) and group 2: no patella denervation (n = 63). Assessment was performed
preoperatively and at 3, 12 and 24 months post-operatively. Average follow-up of patients was 26.5
months for denervation group and 26.3 months for no denervation group (P = 0.84). Pain scores for
anterior knee pain were significantly better in the denervation group at 3 months but not at 12 and
24 months. Patient satisfaction was higher in the denervation group. Flexion range was higher in the
denervation group at 3, 12 and 24 months review (P < 0.01). There were, however, no statistically
significant differences with other validated knee scores.