You are on page 1of 4

Marijke J.

Klokke

In memoriam erelid Jan Fontein


3

In memoriam erelid Jan Fontein


(22 mei 1927 – 19 mei 2017)

Jan Fontein had een lange en trouwe relatie met onze Vereniging.
Dat was niet vanzelfsprekend, want in 1966 emigreerde hij naar Amerika.
Hij werd daar conservator Aziatische kunst aan het Museum of Fine Arts
in Boston (MFA). In 1975 werd hij er waarnemend directeur en een jaar
later, tot zijn pensioen in 1987, directeur. Zijn carrière zat gebeiteld, ver
weg van onze Vereniging. In Amerika bouwde hij een naam op als kenner
en ambassadeur van Aziatische kunst. Als museumdirecteur maakte hij
het Museum of Fine Arts weer levensvatbaar door grote blockbuster-
tentoonstellingen af te wisselen met interessante specialistische tentoon-
stellingen, zoals over Indonesische kunst uit het Nationaal Museum in
Jakarta (1972). Hij wist ook grote sommen geld bij elkaar te krijgen voor
een ingrijpende verbouwing van het museum met een nieuwe vleugel, een
verbeterd depot, uitbreiding van de ruimte voor Aziatische kunst en de
aanleg van een Japanse theetuin.

Toch bleef hij ‘lief en leed’ met de Vereniging delen, zoals hij zelf op haar
75e verjaardag in 1993 zei. Dat was 40 jaar na de eerste lustrumviering
die hij meemaakte. Zijn eerste artikel in ons Verenigingsblad dateert van
1953, zijn laatste van 2008. Tot zijn dood was hij lid, zo’n 64 jaar in totaal.
Hij bleef contact houden met Nederland, waar hij zijn carrière vlak na de
Tweede Wereldoorlog was begonnen, niet alleen via onze Vereniging,
ook als corresponderend lid (sinds 1967) van de Koninklijke Nederlandse
Academie van Wetenschappen.

Jan Fontein studeerde tussen 1946 en 1953 sinologie aan de Rijksuniversiteit


Leiden. In die tijd behelsde dat niet alleen Chinees, maar ook Japans.
In zijn tweede jaar, in 1947 – hij was negentien jaar oud –, deed zich de
kans voor om voor twee dagen per week assistent te worden van de
conservator in het Museum van Aziatische Kunst in Amsterdam.1 Hij greep
die kans en ging zich vanaf dat moment meer richten op de bestudering
van kunst. Hij zag dat ook toen al ruim. Hij volgde naast colleges over
Japan, China en Korea, ook colleges over Indiase en Indonesische kunst.
In 1954 vertrok hij voor veldwerk naar Japan, waar hij zich bekwaamde
in de kunst van de Japanse theeceremonie. In 1956 werd hij, na bijna tien
jaar assistent-conservator, benoemd tot conservator van het Museum
van Aziatische Kunst, dat inmiddels in het Rijksmuseum Amsterdam was
gehuisvest. Hij bleef er tot 1966, het jaar waarin hij ook promoveerde
op het proefschrift The pilgrimage of Sudhana: a study of Gandavyuha
illustrations in China, Japan and Java.

Na zijn pensioen bleef Jan zich met aanstekelijk enthousiasme en grote


energie inzetten voor de Aziatische kunst, niet alleen in Amerika,
Downloaded ook
from Brill.com10/12/2021 02:13:57PM
via free access
4 elders in de wereld. Hij was de eerste Matsutaro Shoriki curator of Asiatic
art aan het Museum of Fine Arts in Boston (1987-1992), adviseur op het
gebied van Aziatische kunst aan het Royal Ontario Museum in Toronto
(1992-1995) en hij schreef de catalogus van de Zuidoost-Aziatische collectie
van het Rietberg Museum in Zürich (2007). In samenwerking met de
Stichting De Nieuwe Kerk in Amsterdam organiseerde hij tussen 1990 en
1999 een aantal belangwekkende reizende tentoonstellingen, voorzien van
degelijke en aantrekkelijke catalogi: Het goddelijk gezicht van Indonesië;
China’s verre verleden; De Boeddha’s van Siam; en Dansende demonen
van Mongolië. Hij werd ook lid van de adviesraad van de Hermitage
Amsterdam. Ondertussen leidde hij kunstreizen naar Azië, werd hij door
musea gevraagd voor lezingen en was hij gastdocent aan verschillende
universiteiten, zoals Harvard University, het Institute of Fine Arts van de
universiteit van New York, de universiteit van Heidelberg, en de School
of Oriental and African Studies van de universiteit van Londen (SOAS). In
Leiden verzorgde hij in 1996 de IIAS Masterclass Narrative Sculpture and
Literary Traditions in South, and Southeast Asia.

Hij was een inspirerend en begenadigd spreker, die zijn degelijk


onderbouwde wetenschappelijke werk lardeerde met anekdotes.
Misschien was hij vooral een boeiende verteller, omdat hij uiteindelijk het
meest geïnteresseerd was in de mensen achter de voorwerpen: de makers,
de gebruikers, de vinders, de verzamelaars en de onderzoekers.

In zijn wetenschappelijke werk combineerde hij een brede kennis met


een scherp oog voor detail. Hoewel hij zijn studie begon met Oost-Azië
en zijn leven lang werkzaam bleef op dat gebied, bleef Borobudur hem
wetenschappelijk gezien het meest boeien. Hij zag die interesse als het
resultaat van een toevalligheid. Toen hij assistent-conservator werd bij
het Museum van Aziatische Kunst was de conservator, Herman Visser,
een half jaar met studieverlof naar Amerika. Hij werd gedurende die
periode vervangen door T. van Erp, die tussen 1907 en 1911 de eerste grote
restauratie van Borobudur had geleid. Jan vertelde dat hij diep onder
de indruk was van de verhalen van Van Erp over die restauratie en over
zijn leven in Java, aan de voet van Borobudur, ‘die oude grijze stupa’. Die
verhalen inspireerden hem tot het onderwerp van zijn promotieonderzoek
en daarna volgden nog vele studies over Borobudur. Zijn kennis van het
Chinees was daarbij essentieel. Met Entering the Dharmadhatu, dat in
2012 het licht zag, was de cirkel rond.2

Jan had een ongedwongen, gemakkelijke manier van omgang met mensen.
Als museumdirecteur kende hij iedereen bij naam, ook de timmerman
en de tijdelijke vrijwilliger. Mijn eigen eerste ontmoeting met Jan was
in 1988 in Yogyakarta, toen hij daar zijn grote Indonesië tentoonstelling
voorbereidde. Ondanks het grote verschil in leeftijd, kennis en
eruditie, gaf hij mij het gevoel dat hij met een volstrekt gelijkwaardige
wetenschapper aan het praten was. Hij was daarin uniek.

Op 9 mei 2013 schreef Jan mij: ‘Ik heb zojuist nog een vrij grote klus op
mijn programma gezet […]’. Daarna hoorde ik alleen nog maar over hem
via vakgenote Cecelia Levin, die hem zo nu en dan in Boston opzocht.
De ziekte van Parkinson maakte het steeds moeilijker om te
Downloaded schrijven.
from Brill.com10/12/2021 02:13:57PM
via free access
5 Op 22 mei, zijn verjaardag, zocht Cecelia hem op met een bos tulpen om
zijn 90e verjaardag te vieren. Hij bleek drie dagen eerder te zijn overleden.
Hij laat twee zonen na, Arnoud en Ruurd, en zijn tweede vrouw, Yoko
Hollis, met wie hij in 2002 hertrouwde. Zijn eerste vrouw, Suzanne Heitz,
geboren in 1925 in Batavia (Jakarta), was al in 1998 overleden.

• Marijke J. Klokke is bijzonder hoogleraar Kunst en Materiële Cultuur van


Zuid- en Zuidoost-Azië aan de Universiteit leiden.

l i terat uur

William Grimes, ‘Jan Fontein, Scholar of Asian Art, is Dead at 89’, New York Times,
July 3, 2017, https://www.nytimes.com/2017/07/03/arts/jan-fontein-scholar-of-
asian-art-is-dead-at-89.html (laatst bezocht 16 september 2017).
Dory Heilijgers, Dutch Studies on South Asia, Tibet and classical Southeast Asia,
https://www.dutchstudies-satsea.nl/deelnemers/fontein-jan/ (laatst bezocht
16 september 2017).
International Institute for Asian Studies, ‘IIAS Masterclass: Jan Fontein’ (1996),
http://iias.asia/iiasn/iiasn7/iiasnews/fontein.html (laatst bezocht 16 september
2017).
Cecelia Levin, ‘Jan Fontein obituary’, July 11, 2017, https://networks.h-net.
org/node/20904/discussions/186461/jan-fontein-1927-2017 (laatst bezocht
16 september 2017).
Bryan Marquard, ‘Jan Fontein, historian of Asian art and former MFA director,
dies at 89’, Boston Globe, June 28, 2017, https://www.bostonglobe.com/metro/
obituaries/2017/06/28/jan-fontein-historian-asian-art-and-former-mfa-director-
dies/q557uQQveEX4hePAicj7PO/story.html (laatst bezocht 15 augustus 2017)
Seymour Slive (Intro), Art for Boston: a Decade of Acquisitions under the
Directorship of Jan Fontein, Museum of Fine Arts, Boston, 1987.
Boon Hui Tan, Asia Society, ‘Remembering Two Great Champions of Asian Art in
the United States’, June 13, 2017, http://asiasociety.org/new-york/remembering-
two-great-champions-asian-art-united-states (laatst bezocht 15 augustus 2017)

noten

1 Vanaf 1932 vormde de collectie van de Vereniging van Vrienden der Aziatische
Kunst het Museum van Aziatische Kunst. Dit museum vond eerst onderdak in het
Stedelijk Museum en verhuisde in 1952 naar het Rijksmuseum Amsterdam, waar
het 20 jaar later, met het sluiten van een langdurige bruikleenovereenkomst,
onderdeel van werd (informatie Pauline Lunsingh Scheurleer).
2 Een bibliografie van publicaties van Jan Fontein, samengesteld door de auteur,
is terug te vinden op de website van de VVAK. Zie https://www.VVAK.nl/
Publications by Jan Fontein, 1953-2013.

Downloaded from Brill.com10/12/2021 02:13:57PM


via free access
6

Fig. 1
Wall tapestry (kalaga), cotton,
linen and silk, h. 51 cm, Myanmar,
ca. late 19th or early 20th century,
Rijksmuseum Amsterdam,
inv.no. AK-MAK-379. Detail

Downloaded from Brill.com10/12/2021 02:13:57PM


via free access

You might also like