You are on page 1of 37

Fibula’s

Vondsten, vormen & mode


Stijn Heeren & Annemarieke Willemsen

Rijksmuseum van Oudheden, Leiden 2017


Deze publicatie verschijnt ter gelegenheid van de tentoonstelling Fibula’s in het
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden in 2017 Inhoud
Alle foto’s betreffende de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden zijn gemaakt
door Peter Jan Bomhof en Anneke de Kemp, tenzij anders vermeld.

Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door


Stichting N. van Ballegooijen Fonds
Stichting Het Nederlands Gebruiksvoorwerp

Hoofdauteurs
Dr. Luc Amkreutz is conservator Prehistorie van het Rijksmuseum van Oudheden in
Leiden
Drs. Joris Brattinga is assistent-conservator Prehistorie van het Rijksmuseum van Inleiding: Duizenden fibula’s 5
Oudheden in Leiden
Dr. Stijn Heeren is als coördinator van Portable Antiquities of the Netherlands (PAN)
verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam (Rol)bevestigend: Fibula’s uit de Prehistorie 11
Dr. Stefanie Hoss is als metaalspecialist eigenaar van Small Finds Archaeology en docent
aan de Universiteit Keulen
Drs. Louis Swinkels is conservator archeologie van Museum Het Valkhof in Nijmegen Fibula’s uit de Late Prehistorie  14
Dr. Vince Van Tienen is onderzoeker aan de Universiteit van Yale (VS)
Drs. Nelleke IJssennagger is conservator Terpencultuur van het Fries Museum in
Leeuwarden en onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen
Productie en samenstelling van fibula’s 19
Dr. Annemarieke Willemsen is conservator Middeleeuwen van het Rijksmuseum van
Oudheden in Leiden Fibula’s en mode in het Romeinse leger 23
Met dank aan
Fredo van Berkel, gebr. Elberse, Lourens van der Feijst, Nathalie de Haan, Christel de Kledingspelden als liefdesgeschenk 27
Jong, Johan Koning, Cees Ouwehand, Heikki Pauts, Lucas Petit, Harrie Sanders, fam.
Schut, Vincent van der Veen, Anna de Wit, Katja Zee
Mijn mooiste fibula 30
Vormgeving
Potztausend, Lelystad
Fibula's op mummieportretten uit Romeins Egypte 33
Drukwerk
Drukkerij De Waard, Sliedrecht / Houten
De drieknoppen­fibula in de Romeinse kunst 37

Romeinse fibula’s  40

Damesmode: De fibula's uit het grafveld van Rhenen 51

Fibula's in de vroegmiddeleeuwse kunst 55

Vikingen en fibula’s 59

ISBN/EAN 978-90-71201-32-5
Fibula’s uit de Vroege Middeleeuwen  62

© Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, 2017 Om verder te lezen 70


Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt in enige vorm
of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van de illustraties volgens wettelijke
bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen
doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Rijksmuseum van Oudheden, Leiden 2017


www.rmo.nl
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Inleiding:
Duizenden fibula’s
Stijn Heeren & Annemarieke Willemsen

“Haar kapsel bestond uit vele


lokken die rond haar hoofd
gevlochten waren, vast­gezet
met een Cypriotische speld,
en een fibula versierd
met paarse edel­
stenen, gemaakt door
haar man Vulcanus,
hield haar mantel op zijn
plaats.”
Claudius Claudianus, De ontvoering
van Proserpina, 4de eeuw

Brilfibula, ringfibula, draadfibula, boogfibula, knikfibula, ogenfi-


bula, kruisboogfibula, bloedzuigerfibula, distelfibula, hakenkruis- 1. Fibula van Dorestad, ca. 800
fibula, Aucissa-fibula, traliefibula, schijffibula, muntfibula, paukfi- na Chr.
RMO, f 1978/1.1
bula, omega-fibula, zeepaardfibula… Fibula’s (Latijn fibula, fibulae)
zijn spelden waarmee in Oudheid en Middeleeuwen kleding werd 2. Diverse fibula’s uit de collectie
dichtgemaakt, vooral mantels. Het zijn de bekendste en meest ge- van het Rijksmuseum van Oudheden

vonden kledingaccessoires van de archeologie. In Nederland zijn er


minstens 25.000 opgegraven en het Rijksmuseum van Oudheden
heeft er zo’n 2000 in de collectie, die samen zo’n tweeduizend jaar
en de halve wereld omspannen (afb. 2). Het talrijkst daarbij zijn Ro-
meinse fibula’s uit Nederland. De beroemdste speld is zonder twij-
fel de fibula van Dorestad uit ongeveer 800 na Chr., die een icoon
van de Nederlandse archeologie is (afb. 1). In de klederdrachten van
Oost-Europa en Noord-Afrika worden tot in de 20ste eeuw fibula’s
gebruikt, die ook zo worden genoemd. In de medische wereld is
een fibula overigens een kuitbeen.

Functie en mode
Fibula’s kwamen voor vanaf de Bronstijd, rond 1000 voor Chr., tot
en met de Ottoonse tijd, rond 1000 na Chr. Daarna werd de knoop
uitgevonden en nam deze steeds vaker de functie van fibula’s over.

4 5
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Nog lange tijd werden decoratieve broches gedragen die op de ou- Fibula’s in Nederland
dere fibula’s lijken, maar niet meer dezelfde functie hebben. Man- In de Romeinse tijd behoorden fibula’s tot dagelijkse gebruiks-
nen droegen meestal één fibula, in de regel op de schouder, terwijl artikelen. Op twee militaire versterkingen bij Nijmegen zijn res-
vrouwen vaak meerdere fibula’s gebruikten om jurken, rokken en pectievelijk 620 en 507 fibula’s teruggevonden en in de Romeinse
mantels te sluiten. Uit afbeeldingen blijkt dat fibula’s met het brede stad daar niet ver vandaan nog eens 311. Maar ook de boerenbe-
deel (de kop) naar beneden werden gedragen. Fibula’s waren mode- volking op het platteland van de Romeinse provincie gebruikte
gevoelig en hun vorm veranderde steeds, zodat elke fibula aan een veel fibula’s: bij Tiel is een nederzetting opgegraven, bestaande uit
periode kan worden gekoppeld. Daarom worden houten boerderijen, waar 757 fibula’s zijn teruggevonden. Blijkbaar
ze door archeologen gebruikt om vindplaat- beschikte in de 1ste eeuw na Chr. vrijwel iedereen in de Romeinse
sen te dateren. Er zijn vaste namen voor de provincie over één of meer fibula’s.
types en voor de verschillende onderdelen Voor een recente studie (Heeren & Van der Feijst 2017) zijn 20.190
van de fibula (afb. 3). Fibula’s werden mas- fibula’s bestudeerd. Die fibula’s zijn niet gelijkmatig over Nederland
saal gesmeed of gegoten, meestal van brons, verspreid (afb. 4). De overgrote meerderheid is gedocumenteerd in
maar soms van edelmetaal. De bronzen het rivierengebied tussen Utrecht en de Duitse grens bij Nijmegen.
spelden waren oorspronkelijk goud- In het Fries-Groningse kustgebied zijn ook veel verzamelingen
kleurig, maar zijn nu vaak groen ge- bekend. In Overijssel, Noord-Brabant en West-Nederland zijn veel
worden door een eeuwenlang ver- minder vondsten aan het licht gekomen. Een van de belangrijk-
blijf in de grond. ste factoren voor deze spreiding is diepteligging. Op relatief arme
De fibula is ontstaan als een func- grondsoorten zoals de Brabantse en Overijsselse zandgronden
tioneel object, bedoeld om kleding op moest flink bemest worden, waardoor de akkers jaar na jaar wer-
zijn plaats te houden. Fibula’s worden den opgehoogd. Dit heeft geleid tot dikke grondpakketten, zodat de
vaak instinctief met vrouwen geasso- archeologische resten diep zitten en niet zomaar bloot komen te
cieerd, omdat ze tot de sieraden gere- liggen. In de Betuwe is de grond echter heel vruchtbaar. Die hoefde
kend worden, maar de meeste zijn ooit niet met mest verrijkt te worden en daarom liggen de vindplaatsen
door mannen gedragen, vooral militai- daar ondiep. Bij landbouw worden vindplaatsen aangeploegd en
3. Onderdelen van een fibula. ren. In de Romeinse tijd droegen met komen vondsten op het oppervlak te liggen. Daar worden ze door
Tekening uit Van Buchem 1941: 11 name soldaten één fibula op de schou- privépersonen gevonden of door archeologen opgegraven.
der, om de soldatenmantel te sluiten. Vrouwen droegen vaak twee In Friesland en Groningen woonden de mensen eeuwenlang
kleine fibula’s op de schouders, soms met een ketting ertussen. Een op terpen: woonheuvels die vanwege overstromingen steeds wer-
enkele grote fibula op de hals of de borst komt ook voor, om een den opgehoogd met huisafval. In dat huisafval zaten veel kapotte
kralensnoer om de hals te sluiten of een kledingstuk dicht te hou- dagelijkse gebruiksobjecten. Toen de zeedijken steeds betrouw-
den bij de halsopening. In de Vroege Middeleeuwen worden ook baarder werden, waren de terpen niet meer nodig om droge voeten
fibula’s op de bovenbenen gevonden. Waarschijnlijk hielden deze te houden. Vanaf de 19de eeuw werden terpen afgegraven om de
de opening of overslag van een rok of mantel dicht. vruchtbare grond voor akkerbouw te gebruiken. De voorwerpen
Fibula’s waren een volwaardig onderdeel van de kleding en werden daardoor uitgespreid over de akkers, waar ze makkelijk
daarom gevoelig voor mode en persoonlijke smaak. De positie van gevonden werden. Daar komt nog bij dat de conserverende eigen-
fibula’s op de schouders of op de borst was ideaal om door andere schappen van grondsoorten uiteenlopen. De Betuwse rivierklei is
mensen gezien te worden, en daarom om een boodschap over de heel gunstig voor het bewaren van metalen voorwerpen, terwijl
sociale positie van de drager over te brengen, zoals leeftijd, sekse, objecten in de zandgrond veel sneller wegroesten, ook brons en
rijkdom of status. Een gewone soldaat droeg een andere fibula dan zilver. Dit zijn de redenen waarom erg veel vondsten uit de Betuwe
zijn commandant en een jong meisje droeg een andere speld dan en het terpengebied bekend zijn. Gebieden met weinig vondsten
een getrouwde vrouw. De keuze voor een bepaalde fibula werd zoals West-Nederland, Brabant en Overijssel/Drenthe moeten we
mede bepaald door de identiteit van de drager en de betekenis van niet zien als regio’s waar veel minder fibula’s werden gebruikt in
een fibula werd door de omgeving begrepen. Oudheid en Middeleeuwen, maar als gebieden waaruit minder in-
formatie beschikbaar is.

6 7
Fibula's: vondsten, vormen & mode

mediterrane gebied zijn nauwelijks fibula’s bekend. In Frankrijk en


het Alpengebied worden al iets grotere aantallen gevonden en de
1.000 echt grote hoeveelheden bevinden zich langs de Rijn en de Donau.
Dat is de noord- en oostgrens van het Romeinse rijk, waar de legers
zijn gestationeerd. Fibula’s hadden dus slechts een beperkte rol in
500 de Romeinse civiele wereld en in het Middellandse Zeegebied. In
de Romeinse militaire cultuur was de fibula echter heel belangrijk.
100 Dat verklaart grotendeels waarom enorme aantallen fibula’s in het
Nederlandse rivierengebied zijn gevonden: daar lagen de Romeinse
militaire versterkingen.

Laatste rustplaats
Fibula’s hadden een levensloop: ze werden gemaakt, gedragen,
soms gerepareerd of omgesmolten, en uiteindelijk weggegooid of
weggelegd. Fibula’s zijn regelmatig gebruikt in het dodenritueel.
In de Vroege Middeleeuwen werden met name vrouwen begraven
met hun fibula’s opgespeld: twee figuurfibula’s op de schouders,
en twee beugelfibula’s die de zoom van de mantel sloten. In de
Romeinse tijd komt crematie het meeste voor. Incidenteel wordt
tussen de verbrande resten ook (half) gesmolten metaal gevonden,
waaruit blijkt dat mensen fibula’s meekregen op de brandstapel.
Botresten werden vervolgens verzameld en herbegraven. Af en
toe ligt er een onverbrande gesloten fibula op de botresten; waar-
schijnlijk sloot deze speld een doek, waarin de botresten waren
verzameld.
Soms worden complete en gesloten fibula’s aangetroffen in
rivieren. Ook complete helmen en zwaarden worden in water ge-
vonden. Bij deze vondsten ligt toevallig verlies niet voor de hand.
Waarschijnlijk werden de helmen en de spelden, al dan niet ge-
speld op een kledingstuk, met opzet in het water gegooid, als offer
aan de goden. In enkele gevallen zijn fibula’s met opzet verbogen,
maar wel compleet.
0 50km Ten slotte zijn er ook aanwijzingen dat fibula’s en ander metaal
werden gerecycled. Verrassend vaak worden fragmenten gevonden
die in stukken zijn gehakt, ook heel dikke. Ze lijken met opzet ka-
4. Aantallen en verspreiding van in potgemaakt, waarschijnlijk om de stukken om te kunnen smelten.
Nederland gevonden fibula's. Hoe Romeins zijn fibula’s? Op vrijwel elke archeologische vindplaats uit de Romeinse tijd
Tekening: Lourens van der Feijst
Het woord fibula komt uit het Latijn en daarom wordt vaak ge- komt dit voor. Hergebruikte fibula’s kregen een nieuw leven, ver-
dacht dat fibula’s van Romeinse herkomst zijn. Archeologische werkt in nieuwe objecten. Dat betekent dat het aantal teruggevon-
vondsten laten echter een opvallende spreiding zien. Fibula’s uit den fibula’s slechts het topje van de ijsberg is, en dat er ooit nog
de 2de en 1ste eeuw voor Chr. worden vooral gevonden in Gallische veel meer fibula’s gedragen, afgedankt en omgesmolten zijn.  
en Germaanse gebieden. Het Gallische woongebied strekte zich uit
tot de Alpen en de Po-vlakte in Noord-Italië. Ten zuiden daarvan, in
de laars van Italië, komen fibula’s nauwelijks voor. Hetzelfde beeld
geldt voor de 1ste tot 3de eeuw na Chr. Uit Romeinse steden in het

8 9
(Rol)bevestigend:
Fibula’s uit de
Prehistorie
Luc Amkreutz & Joris Brattinga

“Allen dragen een mantel die met een fibula 5. ‘Braganza-fibula’ met afbeelding

of, bij gebrek daaraan, een doorn vastzit. van Keltische krijger, Grieks,
3de eeuw voor Chr.
Verder dragen ze niets, en zo brengen ze dan British Museum Londen, 2001,0501.1
hele dagen bij het haardvuur door.“
Tacitus, De Germanen, ca. 98 na Chr.

Fibula’s zijn in de Prehistorie ontstaan uit naalden van been of


hout. Deze hadden soms al een doorboring in de naaldkop, waar
een stuk leer of textiel doorheen werd gestoken dat vervolgens aan
de punt van de naald werd bevestigd, zodat deze niet uit de kle-
ding zou schuiven. De fibula als zodanig werd ‘uitgevonden’ in de
Bronstijd (2000-800 voor Chr.). De aanwezigheid van brons maakte
het toen mogelijk om voorwerpen te vervaardigen die sterker en
beweeglijker waren dan die van been, steen of hout.
De allereerste fibula’s vinden we vanaf de 15de eeuw voor Chr.
in Noord-Europa. Ze bestaan uit twee losse onderdelen: een naald
en een beugelstaaf of -plaat waartussen de stof wordt geklemd. De
druk die daarbij ontstaat, zorgt ervoor dat de fibula niet losschiet.
Niet veel later komt in het Middellandse Zeegebied, maar ook
noordelijker, een fibula uit één stuk voor: de vioolboogfibula. Deze
lijkt nog erg op een veiligheidsspeld, zoals we die nu kennen. Al
snel ontstaat er een breed scala aan vormen en types, die over heel
Europa gebruikt worden (afb. 5). Daarbij zijn opvallend veel grote
stukken, met grote ronde sierschijven of spiraalvormen, die duide-
lijk gemaakt werden om mee te pronken. In de IJzertijd worden de
types weer kleiner en hanteerbaarder.

Eerste in Nederland
Waar in Scandinavië en Duitsland de eerste fibula’s in de Midden-
Bronstijd (1800-1100 voor Chr.) hun intrede doen, stammen de oud-
ste fibula’s die in Nederland gevonden zijn uit de Late Bronstijd,
tussen 1100 en 800 voor Chr. Het zijn zogenaamde brilfibula’s,
afkomstig uit Scandinavië of Noord-Duitsland. De kenmerkende
ovale sierplaten van brilfibula’s zijn versierd met hoefijzer- en
puntcirkelmotieven. De in Nederland gevonden exemplaren zijn

11
Fibula's: vondsten, vormen & mode

alle losse vondsten of onderdeel van een groep voorwerpen die bevindt zich eveneens in het Drents Museum en is onderdeel van
bewust als depositie (‘offer’) in het landschap is achtergelaten. het in 1939 opgegraven bronsdepot van ‘De Prinses van Drouwen’.
Waarom men dit soort kostbare voorwerpen deponeerde, is nog Tot deze groep voorwerpen behoort ook een bronzen hangbekken,
steeds een raadsel, maar dit fenomeen kwam voor vanaf de Late dat net als de brilfibula een importstuk uit Scandinavië is.
Prehistorie tot ver in de Middeleeuwen. Samen met brilfibula’s zijn
vooral veel sieraden gedeponeerd. Echt mannelijke voorwerpen, Een groep brilfibula’s
zoals wapens, ontbreken. Aangenomen wordt dus dat deze fibula’s Recent is de vondst die werd gedaan bij de aanleg van de Westfri-
door vrouwen werden gedragen. Omdat ze te groot en onhandig siaweg in Medemblik (afb. 6). Tijdens een opgraving werd een spec-
zijn om dagelijks te dragen, lijken ze bedoeld te zijn voor bijzon- taculaire ‘depotvondst’ uit de Late Bronstijd aangetroffen. Tot het
dere aangelegenheden. depot behoren drie brilfibula’s, waardoor het totaal van dit type in
Tot voor kort waren er slechts drie exemplaren uit Nederland Nederland in één klap verdubbelde. Nog geen maand na de bekend-
bekend. Eén werd in de jaren 1930 gevonden bij het afgraven van making van deze vondst werd duidelijk dat er zich in het ‘Huis van
duinen in Noordwijkerhout en bevind zich thans in de collectie Hilde’ in Castricum twee fragmenten van nóg een brilfibula bevin-
van het Rijksmuseum van Oudheden (zie afb. 7). Een tweede is al den, afkomstig van Texel. Hiermee komt het aantal brilfibula’s in
6. Depot met brilfibula’s, in de eerste helft van de 19de eeuw gevonden in het Bonnerveen, Nederland op zeven.
Medemblik, 900-800 voor Chr. nabij Gasselte op de grens van Drenthe en Groningen, samen met Fibula’s lijken in de Bronstijd en de eerste helft van de IJzertijd
Provinciaal Depot voor Bodemvondsten
een aantal verbonden ringetjes en een kluwen wol. Enkel de fi- (800-400 voor Chr.) niet veel in Nederland te circuleren. Er lijkt in
Noord-Holland, foto: Archol BV/
Minja Hemminga bula bleef bewaard en is te zien in het Drents Museum. De derde onze contreien lange tijd een voorkeur voor steeknaalden te blij-
ven. In rijke graven uit deze periode in Nederland komen geen fi-
bula’s voor, maar grote naalden. Voorbeelden zijn het vorstengraf
van Oss met twee ‘Bombenknopfnadeln’ en een rijk graf uit Uden
waarin ook drie rechte kledingspelden zijn gevonden. In Centraal-
Europa zijn in vorstengraven uit de Vroege en Midden-IJzertijd
juist uitbundig versierde en soms zelfs van goud gemaakte fibula’s
meegegeven. Naast spiraalmotieven worden daar vanaf de Midden
IJzertijd de fibula’s ook versierd met dier- en mensenkopjes en wor-
den ze ingelegd met bijvoorbeeld stukjes schelp en koraal (zie afb.
14). Tegen het einde van de IJzertijd komen fibula’s in ons land weer
in zwang, maar dan eenvoudiger van vorm en kleiner van formaat
dan voorheen.

12 13
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Fibula’s uit de Late Prehistorie Jordaanse fibula’s


Deze twee bronzen kledingspelden zijn in de jaren 1980 gevonden in het grafveld
van Tell es-Sa’idiyeh, een belangrijke nederzettingsheuvel in de Jordaanvallei uit de
Brilfibula van Noordwijkerhout
Brons- en IJzertijd. Ze dateren uit de 6de eeuw voor Chr., toen Tell es-Sa’idiyeh al
In 1982 verwierf het Rijksmuseum van Oudheden deze brilfibula, waarvan er op dat
niet meer bewoond was. Dorpen in de buurt gebruikten de markante heuvel om
moment maar twee in Nederland bekend waren. Hij is in de jaren 1930 gevonden
hun naasten te begraven, vaak vergezeld van grafgiften. Technologisch onderzoek
door de heer Dekker in de buurt van Noordwijkerhout, tijdens ‘diepdelven’. Dat
van fibula’s in de Jordaanvallei heeft aangetoond dat dit soort spelden uit een
is een vorm van grondverzet die voornamelijk in de bollenteelt werd toegepast,
gegoten beugel en een aparte naald bestaan. Ze kwamen vanaf de 8ste eeuw voor
in de wintermaanden, als er voor de arbeiders weinig werk was. De brilfibula is
Chr. voor en lijken de fibula’s uit één stuk te hebben verdrongen. De voorkeur voor
oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Duitsland of Scandinavië en dateert tussen 900 10.
de tweedelige fibula had waarschijnlijk te maken met de naald die uit een andere,
en 800 voor Chr. Opvallend zijn de twee grote ovale sierplaten met een geprofileerde
B 1994/4.4 en B 1991/9.51 meer veerkrachtige legering kon worden vervaardigd en gemakkelijker kon worden
versiering in de vorm van een hoefijzer met daarbinnen acht puntcirkelmotieven.
7. 600-500 voor Chr. vervangen. Door het gieten van de beugel veranderde de fibula ook van een simpel
Tussen de sierplaten zit een beugel en een speld waarmee de stof bij elkaar werd
7,1 x 3,3 en 4,2 x 2,5 cm gebruiksvoorwerp in een gedecoreerd sieraad. Dit had geen invloed op de functie,
h 1982/4.1 gestoken. Waarschijnlijk werd dit type mantelspelden vooral door vrouwen gedragen.
Tell Es-Saidiyeh (Jordanië) zoals mooi te zien is op stenen reliëfs uit Zuid-Turkije: zowel vrouwen als mannen
900-800 voor Chr. Dat idee is met name gebaseerd op de afwezigheid van typisch mannelijke
droegen deze fibula’s om kledingstukken aaneen te hechten. Ook in het grafveld van
16,0 x 7,4 cm vondsten (zoals wapens) op de plekken waar ze gevonden zijn. Het gebied rond
Tell es-Sa’idiyeh zijn kledingspelden niet aan een bepaalde sekse toe te schrijven.
Noordwijkerhout Noordwijkerhout, achter de Hollandse kust, zal een vrij natte omgeving zijn geweest.
Juist daar hebben vaak offers van bronzen voorwerpen plaatsgevonden.

Slangenfibula uit Giubiasco


Deze fibula is onderdeel van grafinventaris 244 uit een IJzertijd-grafveld in het
Bloedzuigerfibula uit Hallstatt
Zwitserse Giubiasco. Kenmerkend voor dit type fibula is de gekrulde draad, die
Groot, groter, grootst. Het is duidelijk dat deze fibula van 23 cm lengte nog maar
als een slang lijkt te kronkelen. Op het eind van het beugelstuk bevindt zich een
weinig te maken heeft met de functionele mantelspeld. Het type ‘bloedzuiger’ is
schijf, die ervoor zorgt dat de stof wordt tegengehouden, zodat het gekronkelde
genoemd naar de dikke, gebogen en volgezogen vorm van deze parasiet, maar
gedeelte zichtbaar blijft. Naast deze fibula werden in het graf nog drie zogenaamde
deze vorm wordt ook wel bootfibula, Kahnfibel of navicella genoemd, omdat hij 11.
Certosa-fibula’s, een La Tène I-schijffibula, een bronzen La Tène II-fibula en een
omgekeerd op een boot lijkt. Van dit exemplaar doet vooral de omvang verbazen.
L 1928/5.12 ijzeren La Tène-fibula gevonden. De slangenfibula is een vorm uit het eind van de
Het is onwaarschijnlijk dat zo’n groot stuk geschikt was voor alledaags gebruik.
600-475 voor Chr. Vroege IJzertijd, ook wel ‘Hallstatt D’ genoemd. Dit type vindt zijn oorsprong in
We moeten eerder denken aan een pronkstuk, waarmee bij rituelen en feesten
8. 9,5 x 3,3 cm Midden-Europa, het kerngebied van de Hallstattcultuur. Fibula’s werden daar in deze
indruk kon worden gemaakt, of misschien wel alleen in het graf en hiernamaals. Dit
Giubiasco (Zwitserland) periode veel gedragen en waren sterk aan mode onderhevig. Hierdoor bestaan er
M 1937/6.2 soort statusvertoon laat zien dat de drager belangrijk was en kon beschikken over
uitgebreide typologieën, waarmee op basis van de vorm en versiering een datering
800-600 voor Chr. bijzondere en waardevolle voorwerpen. Juist uitvergrotingen van sieraden en wapens
kan worden bepaald. Uit vrouwengraven in Zuid-Duitsland blijkt dat in de 7de eeuw
23 x 11,5 cm zien we in de Brons- en IJzertijd vaak in een dergelijke rol. Mogelijk behoorde deze
voor Chr. een dracht met drie fibula’s in de mode komt. Twee droeg men op de borst
Hallstatt (Oostenrijk) fibula toe aan een bijzondere krijger of leider uit het grafveld van Hallstatt, waar
en een derde werd op de rechterschouder gedragen, bijvoorbeeld om een mantel te
dit stuk, dat voor de collectie ‘Oud Europa’ werd verzameld, gevonden zou zijn.
bevestigen.
Vergelijkbare exemplaren kennen we bij de Etrusken in Noord-Italië. In beide gevallen
waren het juist de sieraden van ver die de meeste indruk maakten.

Gouden boogfibula
Fibula’s van goud zijn zeldzaam. Deze boogfibula, vrij eenvoudig van vorm, is
Boogfibula met barnsteen
uitbundig versierd met een combinatie van rechte draden, getordeerde draadjes
Op het eerste gezicht lijkt er een lelijke klomp klei aan deze speld te zitten, maar
(in boogjes gelegd) en goudbolletjes. De fibula is in 1931 gekocht met een collectie
de roodoranje kleur verraadt dat een groot stuk barnsteen de draagzijde van
oudheden uit Italië, die onderdeel is van het omvangrijke legaat Gildemeester.
deze fibula siert. Barnsteen is fossiele hars van miljoenen jaren oud. Het is vaak
De speld wordt in de 4de eeuw voor Chr. gedateerd, als een voorbeeld van de
doorzichtig, maar soms ook mat en komt voor in veel tinten van honinggeel tot
Etruskische fibuladracht. Die kennen we vanaf de 7de eeuw voor Chr., niet alleen
donkerrood. Het materiaal was bij rendierjagers uit de Steentijd al geliefd om
uit bewaard gebleven exemplaren, maar ook uit afbeeldingen van mensen met een
sieraden van te maken. In de Oudheid werden heilzame kwaliteiten aan barnsteen
mantel die op de schouder met een grote fibula gesloten is (afb. 17). Deze sculpturen
toegedicht. Hier gaat het om een heel groot stuk hars, dat doorboord moest 12. behoren tot de oudste weergaves van gedragen fibula’s. Bij deze beeldjes uit de
worden. De fibula dateert zeer waarschijnlijk uit de 7de eeuw voor Chr. en is mogelijk
9. K 1931/2.28 Tombe delle Sette Sedie uit Cerveteri gaat het om zogenaamde kamfibula’s, die
afkomstig uit Hongarije. Het stuk werd gekocht voor de collectie ‘Oud Europa’.
400-300 voor Chr. bestaan uit drie delen; twee ‘kammen’ die elk op de rand van de mantel vastzitten
M 1900/4.11 Vergelijkbare exemplaren hebben vaak een Etruskische herkomst. Het is mogelijk dat
4,5 x 1,5 cm en in de centrale, holle fibulabuis gehaakt worden. Latere Etruskische fibula’s
700-600 voor Chr. we met een vervalste vindplaats te maken hebben, maar bekend is dat de Hallstatt-
Italië worden gekenmerkt door het gebruik van goud, filigraan en ajour. De Etrusken zijn
12,6 x 7,8 cm cultuur in de Vroege IJzertijd intensieve handelscontacten met het Etruskisch
bij hun gebruik van fibula’s mogelijk geïnspireerd door de Hallstattcultuur in het
Hongarije gebied onderhield. Het barnsteen zelf had hoe dan ook een lange reis gemaakt,
Alpengebied, waar zij intensief uitwisselingsverkeer mee onderhielden. Maar ook
want het wordt vooral in het Oostzeegebied gevonden. De magische herkomst, van
andere vroege Italische volkeren kenden fibula’s. De Etruskische fibula’s hebben op
‘barnsteeneilanden’ in het noorden, werd al door de Grieken omschreven.
hun beurt bepaalde Romeinse geïnspireerd.

14 15
Fibula's: vondsten, vormen & mode

In de tang genomen Nauheim-fibula


Deze fibula lijkt sterk op een tang zoals smeden die hanteren. Behalve decoratief Met de naam Nauheim-fibula worden kledingspelden aangeduid die een spiraal
is de tang ook functioneel: in gesloten toestand horen de uiteinden van de tang van vier windingen hebben, een smalle platte beugel die bij de kop een ruitvorm
op elkaar te duwen, waardoor spanning ontstaat en de fibula dicht blijft. De vertoont, bovenop zigzagversiering en ten slotte een opengewerkte naaldhouder.
constructie van deze fibula is eenvoudig: de naald en de beugel zijn vastgezet In deze standaardvorm worden ze gevonden van Bretagne in het westen tot
met een klinknagel. De tangfibula is bijzonder lang in gebruik geweest. In het Hongarije in het oosten en van Noord-Spanje in het zuiden tot aan het midden van
Mediterrane gebied verschijnt deze vorm in de 4de eeuw voor Chr. en blijft Nederland en Engeland in het noorden. De datering van dit fibulatype ligt in de 2de
13. voortbestaan tot de 3de eeuw na Chr. Fibula’s komen slechts in kleine aantallen 16. en 1ste eeuw voor Chr., ofwel de Late IJzertijd. Omdat er zoveel van deze fibula’s
voor in het Mediterrane gebied, maar dit type is een van de weinige dat redelijk vaak worden gevonden en de datering goed bekend is, wordt deze fibula ook wel als een
M 1900/4.16 in Italië wordt gevonden, ook in Romeinse steden zoals Luni. Dit exemplaar uit de k 1999/2.16 gidsfossiel van de Late IJzertijd beschouwd. De Nauheim-fibula wordt in latere tijden
350 voor Chr.-250 na Chr. collectie van het RMO is aangekocht in Hongarije, en dat is niet vreemd, aangezien 150-70 voor Chr. ook veel nagemaakt, met variaties in de beugelvorm en de dikte. Ook de eenvoudige
4,5 x 2,5 cm deze fibula in Nederland bijzonder schaars is: er zijn slechts drie exemplaren uit 6,8 x 1,1 cm draadfibula is een navolging van dit archetype. Opvallend is dat het Alpengebied wel
Hongarije de Nederlandse bodem bekend. Eén ervan werd gevonden in het grote Romeinse Kessel-Lith Nauheim-varianten kent, maar dat ze niet ten zuiden van de Po-vallei voorkomen:
legerkamp van Nijmegen en waarschijnlijk is dit stuk uit de Méditerranée met de de Romeinen uit de Late Republiek droegen deze speld blijkbaar niet.
Romeinse legers mee naar het noorden gebracht.

Fibula met gezicht


Deze vrij grote fibula is gemaakt van brons en ingelegd met (waarschijnlijk) rood
koraal. Ook de beugel van de fibula is versierd. Boven een rond stuk inlegwerk
bevindt zich een mannenkopje van brons, herkenbaar aan de baardgroei. Op
sommige exemplaren van dit type dragen de mannenkopjes ook nog een helm.
Hoofden van mensen en dieren speelden een belangrijke rol in de symboliek van de
La Tène-cultuur. Men dichtte aan het hoofd een bijzondere waarde of kracht toe.
Schedels speelden een rol in rituelen en in de kunst zien we veel representaties van
14. (afgehakte) mensenhoofden. De fibula is afkomstig uit het grafveld van Giubiasco,
L 1928/5.50 een plaatsje in het zuiden van Zwitserland; hij dateert in de La Tène II-periode. Dit
450-320 voor Chr. grafveld werd in 1900 ontdekt en vijf jaar later door het Zwitserse Nationale Museum
17. Persoon met fibula, ‘Tomba delle
8,5 x 4,4 cm opgegraven. In de tussentijd waren helaas al veel graven leeggeroofd. Uiteindelijk
cinque sedie’ Cerveteri,
Giubiasco (Zwitserland) zijn er 565 graven gevonden, met in veel gevallen luxe bijgiften in zowel mannen- als
625-600 voor Chr.
vrouwengraven. Het Rijksmuseum van Oudheden kocht in 1928 de inventaris van vijf
British Museum Londen GR 1873.8-
graven aan voor de collectie Oud-Europa. Deze fibula maakt samen met oorhangers
20.638, foto: A. Willemsen
en een kralensnoer van barnsteen, drie kegelvormige urnen en een schaal van
aardewerk deel uit van vrouwengraf 264.

Paukenfibula
Fibula’s met een grote bolle sierknop worden paukenfibula’s genoemd, omdat ze wel
iets weg hebben van de grote slaginstrumenten. De oudste paukenfibula’s dateren
uit de Midden-IJzertijd (ongeveer de 5de eeuw voor Chr.) en zijn herkenbaar aan een
halve spiraal van slechts enkele windingen. In de Late IJzertijd, ongeveer 250 tot 150
voor Chr., worden opnieuw paukenfibula’s gemaakt. Deze latere voorbeelden hebben
een brede spiraal met wel tien windingen aan beide zijden. De paukenfibula’s
uit de Late IJzertijd zijn meestal in ijzer uitgevoerd en worden vooral in Midden-
Limburg gevonden. In het Nederlandse rivierengebied worden met name bronzen
paukenfibula’s aangetroffen. De ‘omgekeerde pauk’ heeft groevenversiering en is
met een klinknagel op de beugel van de fibula vastgezet. Dit stuk is gevonden in de
uiterwaarden van de Maas bij Kessel-Lith. Daar zijn diverse fibula’s opgebaggerd uit
de Maas, samen met onder andere gordelhaken, armbanden, kammen, zwaarden
15.
en Keltische munten. Onlangs werd geopperd dat dit wellicht resten zijn van de
k 1999/2.10 veldslag waarbij Caesar in 55 voor Chr. twee Germaanse stammen, de Tencteri en
250-150 voor Chr. de Usipetes, versloeg. Anderzijds duiden de vele verschillende soorten voorwerpen en
4,7 x 4,8 cm uiteenlopende dateringen juist op een langdurig gebruik van deze plek als een rituele
Kessel-Lith plaats, waar offers gebracht werden en waar mogelijk een heiligdom stond.

16
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Productie en
samenstelling van
fibula’s
Stijn Heeren

“Grote moeder, mijn verzoek aan u, gewijde 18. Romeinse fibula’s met

en godheid: ik, Gemella, vraag dat wie dan email-inleg,


Rijksmuseum van Oudheden Leiden
ook mijn fibula’s heeft gestolen, zich zó pijn
doet, dat hij nergens gezond zal zijn.”
19. Emailleren van een lotusvormige
Vloektablet, gevonden in Mainz, 2de eeuw na Chr.
broche, door Reinier Brom, Steltman
Juweliers, 2007.
Foto: A. Willemsen
Bij de productie van fibula’s worden twee basistechnieken gehan-
teerd, smeden en gieten. De eenvoudigste fibula’s worden alleen
gesmeed. Complexere vormen worden eerst deels gegoten en daar-
na verder bewerkt door onderdelen te smeden.

Smeden en gieten
In de Prehistorie en de Vroeg-Romeinse tijd werd bij het gieten
van metaal de ‘verloren was’-methode gebruikt. Daarbij maakt men
een fibulamodel in was, dat bekleed wordt met natte klei. Als de
klei eenmaal gedroogd is, wordt de vorm gebakken, waarbij de was
door de hitte smelt en uit de mal druipt. Hierna wordt de vrijge-
komen holte gevuld met gesmolten metaal. De gietmal wordt ka-
potgemaakt om de fibula eruit te halen. Later worden ook open
platte mallen gebruikt, die meermaals gebruikt konden worden,
met name voor schijffibula’s. Vanaf de 5de eeuw komen ook twee-
ledige (‘lossende’) mallen voor, waardoor complexere vormen kun-
nen worden gemaakt zonder de mal steeds te breken.
Nadat het gegoten fibula-lichaam uit de mal komt, wordt het
metaal in de giettuit uitgesmeed tot een lange draad. Deze wordt
om een staafje gewonden en tot spiraal verwerkt. De voet wordt
eveneens verder bewerkt: een deel wordt platgeslagen en rond
gebogen tot naaldhouder. Als laatste kan het afwerken en decore-
ren plaatsvinden: de vorm van de voet en de beugel kan worden
bijgevijld om gladde vlakken te krijgen, plooien of ribben te pro-
nonceren of groevendecoratie aan te brengen. Ook kan email of
glasversiering worden aangebracht (afb. 18). In enkele gevallen is
er een laagje tin aangebracht, waarmee de glans van zilver wordt
geïmiteerd.

18 19
Fibula's: vondsten, vormen & mode

De hier beschreven productiewijze leidt tot een fibula met een


verende spiraal uit één stuk. Als deze speld breekt, moet de hele
fibula worden weggegooid. Er waren echter ook scharnierfibula’s,
waarbij de naald aan een as draait, of veerhulsfibula’s, waarbij de
spiraal los was vervaardigd en in een hulsje was geklemd. Als bij
die spelden de naald brak, kon een handwerksman alleen de as en
naald (of spiraal en naald) vervangen en kon de rest van de fibula
gewoon opnieuw worden gebruikt. Vanaf de 2de eeuw na Chr. gaat
men ook de verende spiralen aan een as door een enkel oog vast-
maken, waardoor ook dat type fibula gerepareerd kon worden. Een
vervaardigingswijze waardoor het gieten in een mal kan worden
overgeslagen, is het uithameren van een plat stuk brons tot blik,
waaruit de fibula wordt geknipt. Deze vervaardigingswijze is her-
kenbaar bij platte fibula’s met een in doorsnede vrijwel vierkante
draad.
toegepast. Zelfs in de kostbaarste zilveren en gouden sieraden uit
Materiaalgebruik de Vroege Middeleeuwen wordt een ijzeren spiraal verwerkt.
Het is opvallend dat gegoten fibula’s heel vaak van messing zijn
gemaakt, terwijl de gesmede fibula’s uit brons zijn vervaardigd. De Schaarse resten
toevoeging van zink bij koper om messing te verkrijgen, is blijk- Productieplaatsen van fibula’s worden gekenmerkt door schroot,
baar nodig om het materiaal in de mal te laten vloeien. Vanaf de metaalbaartjes en gietmallen. In het Groningse Loppersum is een
late 1ste eeuw komt er steeds minder zink uit de mijnen beschik- gietmal gevonden van een kniefibula in Germaanse stijl, die uit de
baar. Dit materiaal verdwijnt uit de munten en ook uit de fibula’s. late 2de of 3de eeuw dateert. Langs de Maas in Gennep zijn een
Vanaf dat moment wordt lood aan het koper toegevoegd. Blijkbaar gietmal, een smeltkroes en een loden model van een swastika-fibu-
bezat een koper-loodlegering dezelfde eigenschappen als messing. la opgegraven (afb. 20). Dit atelier dateert waarschijnlijk rond het
De hier beschreven materialen (brons, messing en loodlegerin- jaar 400 na Chr. In Wijk bij Duurstede troffen archeologen een giet-
gen) zijn allemaal samengestelde metalen met koper als belangrijk- mal aan van een Domburgfibula, die waarschijnlijk in de vroege
ste component. Ze zijn eenvoudig te herkennen door hun groene 7de eeuw gedateerd moet worden. In het Belgische Oudenburg was
kleur als ze in de bodem hebben verbleven. Incidenteel hebben een metaalatelier in een legerkamp gevestigd, dat in de late 3de
ze hun oorspronkelijke goudachtige glans behouden, bijvoorbeeld eeuw grote aantallen draadfibula’s vervaardigde. Verder zijn nog
als ze in waterhoudende lagen zijn gevonden. Meer dan 99% van gietmallen uit de 6de eeuw bekend uit Doornik en Huy (België).
alle fibula’s is in deze koperlegeringen gemaakt. Zilver en goud zijn Deze zes plaatsen zijn de enige ‘zekere’ productieplaatsen in de
bij fibula’s uit de Romeinse periode zeldzaam. Opvallend genoeg Lage Landen. Er zijn nog wel tien halfproducten (niet-voltooide fi- 20. Smeltkroes, mal en loden
zijn de schaarse typen fibula’s die wel in zilver worden uitgevoerd bula’s) van verschillende plaatsen in de Betuwe voorhanden, maar swastika-fibula, Gennep,
ca. 400 na Chr.
van Germaans model. Blijkbaar bestond er in de gebieden buiten of deze gezien mogen worden als bewijs voor fibulaproductie op
RMO, GE 2598, 1133b en 2589
het Romeinse rijk een voorkeur voor zilver. In de Prehistorie en de de vindplaats, is onzeker.
Vroege Middeleeuwen komt zilver en ook goud iets meer voor dan Wanneer we bedenken dat er op hoofdlijn negentig fibula-
in de Romeinse tijd. typen worden onderscheiden en er vele honderden varianten be-
IJzer werd in de prehistorie vaak gebruikt om fibula’s van te ma- kend zijn, dan is een aantal van zes zekere en tien vermoedelijke
ken. Het verdwijnt snel in de Romeinse tijd, althans als materiaal productieplaatsen bijzonder weinig. Blijkbaar hebben de activitei-
om de beugel van fibula’s te maken. Bij scharnierfibula’s is de as nog ten van metaalgieters en smeden weinig sporen nagelaten die door
altijd van ijzer. Blijkbaar waren bronzen asjes niet stevig genoeg en archeologen gevonden kunnen worden. Bij de meeste fibula’s blijft
bleef ijzer nodig voor onderdelen waarop veel druk kwam te staan. het dus gissen waar ze precies vervaardigd zijn.
Opvallend genoeg wordt dat in de Vroege Middeleeuwen opnieuw  


20 21
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Fibula’s en mode in
het Romeinse leger
Stefanie Hoss

“Ze hield haar haar niet bijeen met een 21. Zittende amazone met pelta

haarspeld van een vrouw, maar met een en dubbelbijl, waarschijnlijk


Herculaneum, kort voor 79 na Chr.
fibula zoals mannen, soldaten, die dragen.” Museo Archeologico Nazionale Napels,
Donatus, Commentaar op Vergilius, begin 5de eeuw 9368, foto uit: Rosso Pompeiano 2007: 95

Fibula’s waren aan mode onderhevig, maar de veranderingen van


de mode gingen in de Oudheid langzamer dan wij nu gewend zijn.
De modes lijken vaak een decennium of langer hetzelfde te zijn
gebleven. Naast modieuze veranderingen had je natuurlijk ook
regionale voorkeuren, waarbij een type fibula vooral in één regio
voorkomt. Bovendien waren sommige types fibula’s bijzonder ge-
liefd bij bepaalde groepen mensen, zoals soldaten. In de 2de eeuw
en de eerste helft van de 3de eeuw na Chr. waren verschillende vor-
men van schijffibula’s modern, een soort fibula die op een broche
van nu lijkt: een min of meer platte plaat, met op de achterkant
een naald. De plaat kon de meest uiteenlopende vormen hebben,
vaak zijn het afbeeldingen van voorwerpen of dieren. De plaat kon
bovendien op verschillende manieren versierd zijn, zoals opgelegd
metaalblik of een steen, maar een decoratie met email komt het
meeste voor.

Stoere symbolen
Sommige van deze fibula’s hebben een design dat een directe link
met het leger heeft. Hiertoe behoren natuurlijk fibula’s die mili-
taire uitrustingstukken uitbeelden. Zwaarden, helmen of schilden
zijn vrij schaars, maar fibula’s die de onderkant van de zool van
een genagelde schoen afbeelden komen veel voor (zie afb. 50). De
fibula toont meestal de zool in een kleur email met de spijkers
aangeduid door andersgekleurde stippen email. De caligae, sanda-
len met spijkers, waren de spreekwoordelijk typische schoen voor
de soldaat, zoals legerkistjes nu. Dit betekent natuurlijk niet dat
alleen soldaten dergelijke fibula’s mochten dragen, maar maakt het
wel waarschijnlijk dat ze vaker door soldaten en hun familieleden
en vrienden zijn gedragen.

22 23
Fibula's: vondsten, vormen & mode

22. Mozaïekvloer met swastika’s, 23. Beeldje van Jupiter Dolichenus,


Keulen-Dom, 2de/3de eeuw na Chr. Andere vormen die zich met het Romeinse leger in verband laten een samensmelting van Inheems-Keltische designs en uit het Mid- Carnuntum. 3de eeuw na Chr.
Römisch-Germanisches Museum Keulen, Museum Carnuntum, foto: wikimedia
brengen, zijn niet direct aan uitrustingstukken gekoppeld, maar dellandse Zeegebied geïmporteerde bladrankversieringen. Ook dit
foto: A. Willemsen commons/Matthias Kabel
wel via hun vorm naar het leger te herleiden. Een voorbeeld is de design komt het vaakst voor op de beslagen van gordels en bande-
zogenoemde ‘pelta’ (zie afb. 55). Volgens de legende was dit de vorm liers, zwaardscheden en op het tuig van paarden voor.
van de schilden van de Amazones, de gevreesde vrouwelijke krij-
gers uit het Oosten (afb. 21). De pelta wordt al bij de Oude Grieken Bescherming
hét symbool voor ‘schild’ en dus ook een symbool van bescher- Andere symbolen die vaak in het leger circuleerden, zijn eerder re-
ming tegen het kwaad. Deze betekenis wordt door de Romeinen ligieus van betekenis. Hiertoe behoren de swastika en de dubbele
voor onze jaartelling overgenomen en men vind dit symbool in bijl. De swastika is een teken dat al lang voor de Romeinse tijd zo-
Italië en andere landen rond de Middellandse Zee vaak op plekken wel in het Middellandse Zeegebied als ook ten noorden van de Al-
die beschermd moesten worden voor het boze oog, zoals de ingan- pen is gebruikt om de stralen van de zon te symboliseren (afb. 22).
gen van kamers. In onze contreien is het geïmporteerd door de De dubbele bijl is het wapen van Jupiter Dolichenus, een Romeinse
Romeinen en in de 2de en 3de eeuw vaak gebruikt op de uitrusting god, wiens cultus alleen aan geïnitieerden open stond. De verering
van Romeinse soldaten: op de beslagen van gordels en zwaardrie- van deze god uit Doliche (gelegen bij het huidige Gaziantep in Tur-
men, aan de punt van schedes van zwaarden, dolken en messen en kije) was in de 2de en het begin van de 3de eeuw bijzonder popu-
op de tuigage van paarden. Waarschijnlijk wilden ook de soldaten lair (afb. 23). Beide symbolen zijn waarschijnlijk door het leger in
de bescherming van dit krachtige symbool niet missen. In deze be- onze contreien geïntroduceerd en komen vaker voor in Romeinse
slagstukken zijn de pelta’s vaak in een ajourtechniek uitgevoerd centra dan op het platteland.
(uitgezaagd), wat in deze tijd erg in mode was. Hierbij kon het leer Het leger was in de Romeinse tijd een van de belangrijkste soci-
waarop het beslag vast zat, door de gaten in het patroon doorsche- ale groepen in Nederland. Ten eerste omdat er veel soldaten waren:
meren, wat een speels effect gaf. in elk fort langs de limes zaten tenslotte honderden soldaten. Ten
Een andere doorbroken vorm die zowel in fibula’s als ook in tweede was dit een groep die goed verdiende en graag met fibula’s
militaria vaak voorkomt is het zogenoemde trompetornament, dat en blinkende sierbeslagen op hun uitrusting pronkte.
waarschijnlijk langs de bovenloop van de Donau is ontstaan uit

24 25
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Kledingspelden als
liefdesgeschenk
Louis Swinkels

“Groeten aan Primigenia uit Nuceria. Ik 24. Liefdesparen in een zomer-

zou graag voor niet meer dan een uur een triclinium, Pompeii, voor 79 na Chr.
Museo Archeologico Nazionale Napels,
zegelring worden, zodat ik je kussen kon 9015
geven met jouw handtekening erop.”
Graffiti in de necropool van Nocera, 1ste eeuw na Chr.
25. Fibula met AVRO DIGNIOR,
Evenals ringen konden fibula’s, als instrumenten van verbinding, Kesteren, 70-200 na Chr.
Museum Het Valkhof Nijmegen,2012.140
symbool staan voor de band tussen twee geliefden. In de noord-
westelijke provincies van het Romeinse rijk werd de liefdessymbo-
liek van de kledingspelden soms letterlijk tot uitdrukking gebracht
door er teksten op aan te brengen. De producenten brachten ze
mét opschrift op de markt, zodat een minnaar een toepasselijk
exemplaar als geschenk voor zijn geliefde kon uitkiezen. In-
middels zijn ongeveer 65 van deze spelden bekend, uit een
gebied dat reikt van Zuid-Engeland tot Hongarije en van de
Nederrijn tot het Meer van Genève, maar met een duide-
lijke concentratie in Noord-Frankrijk. Verreweg de meeste
behoren tot maar vier modellen en het aantal producenten was
vermoedelijk navenant klein. De datering valt, voor zover bekend,
in de jaren tussen 50 en 200 na Chr. Opmerkelijk is verder dat de
van koperlegeringen gemaakte fibula’s meestal zijn ‘verzilverd’, dat
wil zeggen dat er een dun laagje tin op is aangebracht om ze op
zilver te doen lijken.

Liefdesverklaring
De fibula’s met opschrift bieden een fascinerende kijk op de taal
der liefde die in dit deel van de Romeinse wereld werd gesproken.
Wel horen we alleen mannen aan het woord, want alle spelden
zijn waarschijnlijk aan vrouwen cadeau gedaan, zoals blijkt uit
enkele vrouwelijke aanspreekvormen. Naast het Latijnse amica
(‘vriendin’) komen we ook het Keltische vimpi (‘schoonheid’) tegen,
dat in de Gallo-Romeinse wereld kennelijk nog lang als koosnaam
in gebruik is gebleven. Het woord komt voor op een fragment van
een speld uit Bruchem in de gemeente Zaltbommel. Op het ont-
brekende stuk moet de Latijnse begroeting ave hebben gestaan,
want ave vimpi (‘hallo, schoonheid’) kennen we van enkele andere

26 27
Fibula's: vondsten, vormen & mode

fibula’s. Die uitroep van jongens naar meisjes moet in onze streken
vaak hebben weerklonken, maar is alleen in deze opschriften be-
waard gebleven.
De meeste teksten laten het niet bij een groet. Regelmatig be-
lijdt de schenker van de speld zijn liefde en brengt hij zelfs zijn
vurige passie tot uitdrukking. Uror amore tuo (‘ik brand van liefde
voor jou’) laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Anderen zijn
meer ingetogen en vullen de liefdesbekentenis aan met een com-
pliment. Met iudicio te amo (‘met oordeelsvermogen hou ik van jou’)
laat de minnaar weten dat de ontvangster van de fibula niet de
eerste de beste is. Deze tekst staat op vijf exemplaren van hetzelfde
type als de speld uit Bruchem en daarvan is er één in Nijmegen
gevonden. Kenmerkend is de langgerekte, rechthoekige beugel die
zich gemakkelijk leende voor het aanbrengen van een opschrift
en het type was waarschijnlijk ook speciaal daarvoor ontworpen,
want voorbeelden zonder tekst zijn tot dusver niet gevonden. Er is
een kleine concentratie van vindplaatsen in de regio Trier/Mainz
en misschien moeten we daar het atelier zoeken dat deze fibula’s
op de markt bracht.
De schenkers van de spelden hopen natuurlijk dat hun liefde
wordt beantwoord en sommige teksten spreken dat ook uit. Met
escipe si amas (‘neem aan, als je van me houdt’) maken ze de fibula
tot teken van de wederkerigheid van de liefde, hij door hem te
schenken en zij door hem in ontvangst te nemen. Enkele keren
26. Fibula met MISCE MI, Elst, wordt de fibula in het opschrift ook aangeduid als pignus, als ‘lief- 27. Omhelzend paar, terracotta, voorkomen in een gedicht van Ovidius (43 voor-17 na Chr.), waarin
70-200 na Chr. despand’, dat wil zeggen als bewijs voor de tot stand te brengen Nijmegen, 75-125 na Chr. hij nadenkt over een passend geschenk voor een vriend.
Collectie Sanders, foto: S. Heeren Museum Het Valkhof Nijmegen,
liefdesband. Maar ook voor het geval de geliefde zich niet of niet Maar niet iedere minnaar had een poëtische inslag en som-
30.12.26.5
meteen ontvankelijk toonde, waren er teksten beschikbaar. Met migen kwamen meteen ter zake. Op twee spelden van een gelijk
irascor et amo (‘ik ben kwaad én verliefd op je’) kon een man zijn model uit Elst en Flavion (B) staan de woorden misce mi (‘meng me’,
gemengde gevoelens tot uiting brengen. Fibula’s met dit opschrift afb. 26). Deze tekst komt vaak voor op drinkbekers die in de 3de-
zijn gevonden in het Gelderse Elst en in Tienen (B). 4de eeuw door pottenbakkers in Trier werden gemaakt en dan is
het een oproep de wijn volgens Romeins gebruik op smaak te bren-
Haat-liefdeverhouding gen door het bijmengen van warm water. Ook het Latijn kon echter
De speld uit Elst heeft de vorm van een sterk gestileerde bliksem- dubbelzinnig zijn en op de spelden luidde de boodschap ‘heb seks
schicht, zoals de Romeinse oppergod Jupiter ze vaak in de hand met me’.
heeft. Ook de exemplaren van dit model zijn bijna altijd voorzien In Nederland zijn de fibula’s met tekst bijna allemaal afkomstig
van een opschrift en de vorm symboliseert misschien de liefde zelf, uit nederzettingen op het platteland en bij de inheemse bevolking
die immers als de bliksem kan inslaan. Zo’n dichterlijke vergelij- hier vielen ze kennelijk goed in de smaak. Ze vormen een aanwij-
king sluit aan bij sommige van de teksten, die aan Romeinse lief- zing dat velen de teksten konden lezen. Maar uit een vrouwengraf
despoëzie lijken te zijn ontleend. De woorden irascor et amo doen bij een Bataafs dorpje in Nijmegen-Hatert komt een bliksemvor-
sterk denken aan de beroemde beginregel odi et amo (‘ik haat en mige speld met daarop een schijnbaar betekenisloze reeks letters:
bemin je’) van een gedicht van Catullus (ca. 84-54 voor Chr.). Op vivhvtvivh. Misschien maakten de speldenmakers ook exemplaren
een bliksemvormige speld van verzilverd brons uit Kesteren (afb. met quasi-Latijnse tekstjes. Ongeletterde liefdesparen (afb. 27) kon-
25) lezen we auro dignior (‘meer nog verdien je goud’), woorden die den er dan zelf de betekenis aan geven die ze het best bij hen von-
den passen.

28 29
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Mijn mooiste fibula Johan Koning


Elke fibula is mooi om te vinden. Nu ben ik dan ook een beetje verwend op dit
gebied. Mijn zoektochten in Friesland zorgden al voor verschillende schijffibula’s
Fredo van Berkel
in verschillende maten. Sinds ik al jaren in de herfst in Zuid-Utrecht en de Betuwe
Bij het nadenken over “mijn mooiste fibula” passeerden heel wat stukken uit mijn
actief ben, bestaat het merendeel uit draadfibula’s. Dan ben je blij om eens een
opgebouwde verzameling de revue. Na lang wikken en wegen is er toch één die
ander type te vinden. Op deze zonnige dag in de herfst van 2016 was het hard
zo speciaal is dat die bovenaan staat. Deze fibula, of beter gezegd dit fragment,
30. werken. De grond is keihard door de droogte. Als ik een mooi geluid krijg, moet ik
springt er niet uit omdat het zeer mooi is of zeldzaam, niet omdat het is ingelegd
toch nog vrij diep graven, maar wat ik dan in mijn hand houd: een fibula met een
met glaspasta of omdat het versierd is en een bepaalde vorm heeft. En toch heeft Uniek type fibula, Cothen,
mij onbekende vorm en een heel donker patina. Vorig jaar lachte het geluk me toe
28. het een speciale plek in mijn gedachten. Deze fibula was namelijk de eerste die ik 100-300 na Chr.
met de vondst van een Germaanse zilveren ogenfibula, die echter dit jaar werd
vond. Een zogenoemde draadfibula met een ronde beugel, gedateerd tussen 60 Collectie & foto: Johan Koning
Draadfibula, Maasdriel, overtroffen door deze fibula, die volgens Stijn Heeren een unieke vondst zou zijn.
en 150 na Chr. Ik heb deze aan het begin van de jaren 1980 gevonden op een akker
60-150 na Chr. Deze vrij donkere fibula heeft niet echt een fibulapatina, maar het lijkt meer op een
in de klei van het rivierengebied. Een echte fibula, gedragen in de Romeinse tijd en
Collectie Van Berkel, foto: V. van der Veen zilveren patina. Het gewicht verraadt echter dat dit niet zo is. De fibula met een
verloren rondom de nederzetting die onder de akkers verborgen ligt. Het gevoel dat
totaal lengte van 4,8 cm en grootste breedte 1,2 cm op de kopplaat die de scharnier
die vondst, mijn eerste fibula, op dat moment bij mij bracht, heeft mij niet meer
of veerrol verberg. Het gewicht is 5,84 gram. De vindplaats is Vroeg-Romeins tot
losgelaten. Zeer veel uren heb ik sindsdien besteed om de akkers in mijn omgeving
Merovingisch.
af te struinen. Nu zijn we een kleine 35 jaren verder en is mijn verzameling flink
uitgebreid met fibula’s zoals elders in dit boek zijn beschreven. Elk exemplaar heeft
zijn eigen verhaal en enkele prachtige voorbeelden zouden niet misstaan in dit
Cees Ouwehand
schrijven. Soms kan iets simpels toch heel mooi zijn, vooral vanwege het verhaal
Het was een koude grijze dag in november 2014, waarop ik tegen alle thuis- en
erachter.
doktersadviezen in besloot om te gaan zoeken met mijn metaaldetector. Ik zat al
een tijdje thuis en de verveling begon toe te slaan. Onderweg naar de akker zag ik
dat de boeren hun land al aardig winterklaar aan het maken waren. Het maakte
Fredo & Lenie van Berkel
allemaal een kale en grauwe indruk op me, maar dat had ook wel weer zijn charme.
In het begin kon mijn vrouw Lenie niet begrijpen wat er nu leuk aan was om op een
Ik zette de Minelab Etrac aan en begon aan mijn bekende manier van doen.
vrije dag in weer en wind over een akker te struinen op zoek naar oudheden. Tot ze
Langzaam zwaaiend en rustig lopend en dat baantje voor baantje. Ik voelde mij
zelf enkele vondsten had gedaan! Ik heb haar, laten we zeggen, aangestoken met
in mijn element en ik vergat even alle rompslomp en narigheid. Na een veertigtal
het zogenoemde 'detectievirus' en als de omstandigheden het toelaten, gaat ze
31. minuten vroeg mijn lijf om een pauze, waar ik maar gehoor aan ging geven. Ik
mee op pad. Enkele jaren geleden werd een weiland naast een voor ons bekende
had in de korte tijd al aardig wat mooie vondsten gedaan en was niet ontevreden.
Romeinse vindplaats geploegd om als akker gebruikt te worden. Daarbij werd de Ruiterfibula, Ophemert, Een beetje vermoeid ging ik een hoekje van de akker zitten met een bakkie en
tussenliggende sloot verbreed en uitgediept. De vrijgekomen grond werd over de begin 6de eeuw na Chr. een boterhammetje. Ik keek naar de akker met de mooie verhoging in het midden
akker verspreid. Uit de diepste lagen kwamen vele mooie vondsten tevoorschijn die RMO, e 2015/1.1
29. en ik beeldde me de tijden van weleer in. In gedachten zag ik de paalwoningen
vaak in een verharde brok van klei en ijzeroer zaten verborgen. Wij noemden deze
en de bedrijvigheid die er ooit geweest moest zijn. Tegelijkertijd vond ik me een
Zilveren ogenfibula, Zaltbommel, brokken vaak verrassingen, omdat het altijd weer afwachten was wat er uiteindelijk
bevoorrecht mens dat ik hier kon zijn en op zoek mocht naar de geschiedenis van
1-75 na Chr. uitkwam. Lenie vond ook zo`n brok en zag er wel wat herkenbaars in, maar kon
onze voorouders. Na al dat gedroom besloot ik verder te gaan met zoeken en ging
Collectie Van Berkel, foto: V. van der Veen het niet plaatsen. Uit de brok stak namelijk een stuk veerrol van een zilveren fibula.
voor de verandering naar een ander stuk van de akker. Ook hier lagen scherven,
Voorzichtig hebben we de brok beetje bij beetje ontleed en uiteindelijk kwam er
stukjes glas en andere voorwerpen uit een ver verleden. Ik was het eigenlijk alweer
een bijna complete zilveren West-Germaanse ogenfibula uit tevoorschijn. Een klein
zat aan het worden, toen ik een klein zacht piepje kreeg. Ik zette mijn schop in de
gedeelte van de naaldhouder ontbrak. Tot mijn geluk vond ik het ontbrekende stuk
zompige grond. Wat ik toen naar boven haalde, kon mijn stoutste dromen niet
later die week nog erbij! Verder zaten er in de brok ‘verrassing’ ook nog stukjes
overtreffen. Met de vondst in mijn hand begon mijn hart sneller te slaan en ik wist
zilveren ketting die aan de fibula bevestigd hadden gezeten. Op wat gebruikssporen
dat dit een heel bijzondere moest zijn, die ik niet snel meer zal gaan evenaren. Ik
na was hij helemaal compleet. Diverse restaurateurs hebben hem onderhanden
probeerde nog even verder te gaan, steeds voelend in mijn broekzak of het paardje
gehad en de verbogen delen weer hersteld, zonder enige toevoegingen te gebruiken.
er nog was. Maar de pijp was leeg en voorzichtig met de steken in mijn onderbuik,
Tijdens de laatste restauratie onlangs is gebleken dat de fibula in de oudheid ook al
maar ook met blijdschap die overheerste, ging ik naar mijn auto.
eens vakkundig is gerestaureerd. Uit onze vondst van een fibula met ketting blijkt
wel dat deze vaak als paar, samen aan een ketting, werden gedragen.


30 31
Fibula's, vondsten, vormen & mode

Fibula’s op
mummie­portretten uit
Romeins Egypte
Annemarieke Willemsen

“Het gezicht is een portret van de geest, met 32. ‘L’Européenne’, Antinoöpolis,

de ogen als vertalers.” ca. 130 na Chr.


Musée du Louvre Parijs, MND 2047. Foto
Cicero, 1ste eeuw voor Chr. uit Parlasca & Seemann 1999: 279

Ze worden wel het ‘gezicht van de Oudheid’ genoemd: zogeheten


Fayoem-portretten, op hout geschilderde portretten van mannen,
vrouwen en kinderen die ooit een mummie sierden. Sommige zijn
in situ bewaard, maar de meeste zijn ooit van hun mummies afge-
haald en als zelfstandige kunstwerken behandeld. De vaak onre-
gelmatige en soms onbeschilderde randen van deze panelen laten
zien waar ze onder de windsels vielen. Omdat dit soort portretten
vanaf ca. 1880 veel in de Egyptische Fayoem-oase is gevonden, wor-
den ze naar dat gebied genoemd, maar ze zijn in heel Egypte aan-
getroffen. Ze zijn geschilderd op diverse houtsoorten, ofwel met
tempera (waterverf) ofwel in encaustiek, waarbij pigmenten met
was werden vermengd. De portretten zijn, omdat ze op de mum-
mie bevestigd werden, ongeveer levensgroot.

Zoals in Rome
In deze mummieportretten komen tradities uit het Oude Egypte
en de Klassieke Wereld samen. In Egypte was het plaatsen van een
geïdealiseerde afbeelding van de dode op of dichtbij het lichaam al
2000 jaar gebruikelijk voor het eerste paneel werd beschilderd. In
de Romeinse kunst is het portret als documentatie van het uiter-
lijk van een persoon bij leven een belangrijk en zeer gewaardeerd
genre. Met name in de Keizertijd werd het portret een van vele
manieren om loyaliteit aan de heersende keizerlijke familie uit te
drukken, door hun mode te imiteren. Portretten uit het hele Ro-
meinse Rijk tonen dat de elite zich tot in de verste uithoeken graag
kleedde en kapte zoals de Romeinen in Rome.
Dankzij de nauwkeurig weergegeven haarstijl, kleding en ju-
welen op de Romeinse mummieportretten kunnen die vrij precies
gedateerd worden, vaak op tien jaar. De portretten tonen sterke in-
dividualiteit, niet alleen in mode en accessoires, maar ook in huids-
kleur, gezichtsbeharing en botstructuur. CT-scans van mummies

32 33
waar het portret in situ bewaard was, geven aan dat sekse en leeftijd
van het skelet overeenkomen met het portret. Dat er zoveel jonge
mensen tussen de portretten zitten, is dan ook niet omdat ze bij le-
ven werden geschilderd en bewaard voor de dood, maar eerder een
weerspiegeling van de lage levensverwachting in Romeins Egypte,
die ook bekend is uit volkstellingen.

Geportretteerde fibula’s
De mooie jonge mannen en vrouwen op de Fayoem-portretten zijn
33. Twee broers, 2de eeuw na Chr. vaak uitbundig voorzien van sieraden, veelal goudkleurig en inge-
Cairo, Egyptisch Museum. legd met gekleurde edelstenen en parels. Vrouwen dragen vaak één
Foto: wikimedia commons.
of meer kettingen om de hals, soms met een hanger eraan, en vaak
oorbellen. Soms is ook een armband te zien, als de hand omhoog
gehouden wordt. Jonge mannen zijn soms met een goudkleurige
lauwerkrans weergegeven, symbool van de overwinning op de
dood. Ook kinderportretten zijn van sieraden voorzien.
Een tiental geportretteerden draagt een fibula, op de schouder
of midden op de borst. De fibula-dragers kunnen worden onderver-
34. Officier met gouden fibula, deeld in twee groepen. De helft zijn jonge mannen, vaak met een
Er-Rubayat, midden 2de eeuw baard, die over hun tuniek een balteus (zwaardriem) dragen, schuin
na Chr.
over de borst, en een sagum (schoudermantel). Deze laatste is op de
British Museum Londen EA 65345.
Foto uit Parlasca & Seemann 1999: 185. schouder met een goud- of zilverkleurige fibula vastgezet (afb. 34).
Deze is vaak vrij schematisch met enkele verfstreken weergegeven,
maar het gaat in ieder geval om boogvormige fibula’s en in twee
gevallen mogelijk om een kruisboogfibula. Dit type fibula hoort bij
de militaire dracht waarin deze jongemannen zijn weergegeven.
Vier portretten van eveneens jonge mannen tonen een ander
type fibula, dat ovaal of rond is en bestaat uit een goud- of zilver-
kleurige vatting, soms met een getande of parelrand, met daarin
een zwarte of rode steen. Deze fibula functioneert net als de boog-
fibula’s om de mantel op de schouder vast te zetten, zoals te zien is
op het zeldzame dubbelportret van twee broers die op dezelfde dag
zijn gestorven, nu in het Egyptisch Museum in Cairo (afb. 33). In
één geval is op een Fayoem-portret een dame met een fibula afge-
beeld. Zij heeft zo’n zelfde ovale fibula, goud met een zwartgroene
steen, die ze afwijkend draagt, namelijk prominent midden op de
borst. Dit portret in het Louvre heeft de bijnaam ‘L’Européenne’ (de
Europese vrouw, afb. 32) omdat men haar er westers en modern uit
vond zien; de herkenbare broche draagt daar zeker aan bij.

35
Fibula's: vondsten, vormen & mode

De drieknoppen­
fibula in de
Romeinse kunst
Vince Van Thienen

“Hij zal elk jaar twee rode militaire tunieken 35. Mozaïek met Romeinse cavalerist,

ontvangen, twee militaire mantels, twee Villa del Casale, ca. 300 na Chr.
Foto: wikimedia commons / José Luiz
verguld zilveren fibula's, en één speld met een Bernardas Ribeiro
Cypriotische pin.”
Scriptores Historiae Augusta, Leven van de keizers, 4de-5de eeuw
na Chr.

Fibula’s zijn niet alleen als vondst bekend, maar ook vermeld in La-
tijnse teksten en afgebeeld in Romeinse mozaïeken, sculptuur en
wandschilderingen. Zo staan op de zuil van Trajanus veel soldaten,
zowel Romeinen als Daciërs, met een eenvoudige schijffibula op
de schouder. Ook 2de- en 3de-eeuwse keizerbeelden dragen vaak
een grote schijffibula prominent op de rechterschouder. Mannen
in toga worden nooit met een fibula afgebeeld. Vrouwen op bij-
voorbeeld Fayoem-portretten dragen af en toe een fibula, en dan
meestal een enkel sieraad (zie afb 32). Vrouwen uit het Rijnland of
de Donau-gebieden dragen vaak twee of meer fibula’s op de schou-
ders, zoals bijvoorbeeld te zien is bij de personificaties van die
provincies op het Trophaeum van Trajanus (nu in de Capitolijnse
Musea te Rome) en op grafstenen uit die regio.

Soldatenspeld
Hoewel veruit de meeste Romeinse portretten eenvoudige ronde
fibula’s tonen, komen afbeeldingen van specifieke fibula’s in de Ro-
meinse kunst ook voor. Die zijn heel bruikbaar om het gebruik van
fibula’s te bestuderen; zo kan soms de ontwikkeling van een be-
paald type fibula door de tijd heen gevolgd worden. Een voorbeeld
is de drieknoppenfibula, ook wel aangeduid als kruisboogfibula.
Deze is herkenbaar aan zijn kruisvorm en steekt op de afbeeldin-
gen altijd met het smalle lange deel omhoog boven de schouder
uit. Deze fibula ondergaat in de loop van de eeuwen een hele evo-
lutie zowel wat de vorm van de speld zelf betreft, als de groep per-
sonen die deze speld gebruikte.
In de 3de eeuw is de voorloper van de drieknoppenfibula
slechts een eenvoudige speld, weinig gedecoreerd en te vinden

36 37
Fibula's: vondsten, vormen & mode

36. Dienaar met mantel, Silistra, 38. Mozaïek met Justianus en gevolg,
ca 350 na Chr. op de mantels van soldaten, zoals te zien is op een mozaïek in de is het diptiek van Stilicho uit het begin van de 5de eeuw (afb. 39). San Vitale Ravenna, 547 na Chr.
Foto: herinquest.com Foto van ansichtkaart
Villa del Casala bij Piazza Armerina in Sicilië (afb. 35). Hier is een Hierop draagt niet alleen Stilicho, opperbevelhebber van het leger
jonge Romeinse cavalerist te zien, met een rood ovale schild, wiens en regent voor de onvolwassen keizer Honorius (op het rechter-
37. Echtpaar op kistje, ‘Projecta mantel op de schouder met een goudkleurige drieknoppenfibula luik) een drieknoppenfibula, maar ook zijn jonge opvolger, die met 39. Diptiek van Stilicho, ca
casket', ca. 350 na Chr. is vastgezet. Uit archeologische vondsten uit legerkampen blijkt zijn moeder op het linkerluik staat. Beide fibula’s hebben duidelijk 400 na Chr.
Collectie & foto: British Museum Londen Domschat Monza. Foto: Scala
dat deze oudste vorm dunne armen had, nog zonder knoppen. De uitsteeksels of ‘tanden’ aan beide kanten van het omhoogstekende
M&ME 1866, 12-29, 1 Florence 2016
vroegste fibulae van dit type met knoppen aan de armen en de kop einde.
ontstaan rond het midden van de 3de eeuw op de Balkan. In de loop van de 5de eeuw worden deze mantelspelden steeds
Naarmate de stijl van het Romeinse leger populairder wordt bij minder gebruikt door militairen, maar worden ze vaker gezien op
de gehele bevolking, wordt het ontwerp van deze speld uitvoeriger de schouders van mensen die een officiële bestuursfunctie voor
met meer decoratie. Het voorkomen van exemplaren in edelme- de Romeinse staat uitvoeren. In de 6de eeuw is de betekenis van
taal zoals goud, is bijvoorbeeld te zien op de zijwand van een be- de drieknoppenfibula zodanig veranderd, dat deze een algemeen
schilderde tombe in Silistra (Bulgarije). Hier draagt een dienaar een symbool geworden is van macht van het Romeinse rijk. Dit is
mantel met daarop een goudkleurige, grote kruisboogfibula naar bijvoorbeeld te zien in het mozaïek aan de linkerzijde van de ap-
zijn meester (afb. 36). Ook de bebaarde man Secundus, die met zijn sis van San Vitale in Ravenna (Italië), waarop keizer Justinianus
vrouw Projecta op een zilveren kistje uit het einde van de 4de eeuw afgebeeld staat met Frankische lijfwachten (links), aartsbisschop
is weergegeven, draagt zo’n fibula, die verguld is en enigszins uit- Maximianus (rechts van de keizer) en een aantal belangrijke leden
vergroot, zodat er nadruk op ligt (afb. 37). Archeologen vinden deze van het keizerlijk hof, waarvan er drie een dergelijke fibula dragen
spelden vaak in 4de-eeuwse grafvelden bij legerkampen. Hieruit (afb. 38). Het is opvallend dat de soldaten, die links op dit moza-
blijkt dat de fibula gebruikt werd om de militaire status van de ïek staan, niet zijn afgebeeld met drieknoppenfibula’s. Zij zijn ge-
overledene uit te drukken. kenmerkt als Franken, met als statussymbool gouden halsringen.
Hieruit blijkt dat de drieknoppenfibula, die eerst een speld voor de
Hoogwaardigheid gewone soldaat was, en later door officieren werd gedragen, in het
De boodschap van de speld draait in de late 4de eeuw nog altijd om Byzantijnse rijk is gaan gelden als symbool van civiel bestuur, maar
het militaire beroep, maar deze wordt dan niet meer uitsluitend tegelijkertijd nog altijd voor een vorm van Romanitas staat.
door soldaten gedragen. Ook hoge officieren en civiele elite dra-
gen nu deze drieknoppenfibula op hun officiële mantel. Dit zorgt
ervoor dat tegen het einde van de 4de eeuw ook de aristocratie
deze populaire kledingstijl gaat gebruiken. Een voorbeeld hiervan

38 39
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Romeinse fibula’s NS 531 Omega-fibula’s zijn tamelijk schaars in Nederland en worden, enkele uitzonderingen
1 tot 70 na Chr. daargelaten, vooral in Nijmegen gevonden, in het legerkamp op het Kops Plateau.
diameter 3,1 cm Zijn deze uit Engeland of Spanje afkomstig? In Engeland komen allerlei uiteinden
Oudste Romeinse speld van Nederland
Nijmegen voor, maar de echte omega-vorm is er schaars. In Spanje zijn andere vormen
De naam van deze fibula verwijst naar de Gallische versterking Alesia, het
juist zeldzaam, en bestaat de overgrote meerderheid van ringspelden uit omega-
tegenwoordige Alise-Sainte-Reine, waar de Gallische leider Vercingetorix door de
fibula’s. Het lijkt er dus op dat de Nederlandse exemplaren uit Spanje afkomstig
legioenen van Julius Caesar in 52 voor Chr. werd belegerd en verslagen. Dat betekent
zijn. Waarschijnlijk zijn ze meegebracht door een legereenheid die van Spanje naar
echter niet dat alle Alesia-fibula’s uit de tijd van Caesar stammen. Na verovering
Nijmegen is verplaatst.
van de hoogteversterking verbleven daar regelmatig Romeinse legers, die ook weer
sporen en spullen achterlieten, en die vondsten kunnen dus van latere datum zijn.
40. Er zijn verschillende modellen Romeinse fibula’s in Alesia gevonden. Deze fibula uit
Nederland komt niet exact overeen met de in de tijd van Caesar gedateerde Alesia-
e 1924/11.1 Gallische mode
fibula’s, maar ook niet met de Alesia-spelden uit de tijd van Augustus. De omhoog
60-5 voor Chr. Deze kledingspeld wordt in de Duitse en Engelse literatuur distelfibula genoemd,
gekrulde voet, die ooit een decoratieve knop vasthield, is echter kenmerkend voor
6,0 x 2,3 cm omdat de scherpe tanden van de holle decoratie op de centrale beugelschijf aan een
de oudste exemplaren. Bij de jongere stukken uit Augusteïsche tijd bestaat die
Hulshorst distel doen denken. Franse archeologen noemen deze speld echter pauwstaartfibula
voetknop uit een bronzen ringetje in plaats van een draadje. De fibula is in 1924 in de
(fibule à queue de pâon), omdat de lijnen en ingeslagen puntjes op de voet aan een
collectie van het RMO terechtgekomen en komt uit Hulshorst, waar Gelderland aan
pauw doen denken. Deze speld van wel 10 cm lengte bestaat uit diverse onderdelen:
het Veluwemeer grenst. Of hier een leger van Caesar is geweest of een Romeinse
de voet en basisschijf, de decoratieve distel, de bolronde beugel met een losse
verkenner in de vroegste jaren van Augustus, weten we niet zeker. In ieder geval is
steunstaaf eronder, en de veerhuls met spiraal. Het opsluiten van de spiraal in een
deze fibula verbonden met de vroegste Romeinse legeractiviteit die in Nederland 43.
huls is een techniek die in het Alpengebied en Midden-Frankrijk werd gebruikt, in
bekend is.
e 1949/9.1 de Gallische provincies. Deze Nijmeegse vondst heeft bovendien een stempel CON
1 tot 70 na Chr. aan de onderkant, dat veel in Zwitserland en oostelijk Frankrijk wordt gevonden;
10,2 x 5,6 cm vermoedelijk is de speld in die omgeving vervaardigd. De meeste distelfibula’s
Nijmegen dateren van rond het midden van de 1ste eeuw na Chr. In Nijmegen zijn diverse
Wie was Aucissa?
graven met twee of drie distelfibula’s gevonden. In het Romeinse rijk dragen alleen
Vooral in Romeinse legerkampen worden grote hoeveelheden fibula’s gevonden
vrouwen meer dan één fibula en daarom worden de graven aan Gallische vrouwen
met een uniforme uitvoering: een scharnierende naald, een hoogronde beugel en
toegeschreven. Omdat in Nijmegen een bijzonder groot aantal distelfibula’s en
een voetknop. Soms zijn deze spelden voorzien van namen, zoals AVCISSA, VROTIX,
andere Gallische spelden is aangetroffen, bestaat het vermoeden dat in de Vroeg-
TROXOS en DVRNACVS. Omdat Aucissa meermaals voorkomt, wordt deze naam
Romeinse tijd een gemeenschap Galliërs in Nijmegen woonde.
gebruikt voor alle fibula’s van dit model, ook als er geen naam op staat. Archeologen
gaan er vanuit dat Aucissa de naam is van een handwerksman die deze spelden
vervaardigde. Dat producenten hun naam zetten op goederen die zij vervaardigden,
komt vaker voor. Zo kennen we de naamstempels op terra sigillata, aardewerk met
West-Germaanse ogenfibula
een roodoranje glanzende deklaag. De producenten van dat aardewerk zetten
Deze prachtige fibula van massief zilver is waarschijnlijk in het Germaanse gebied
41. ook nog het woord fecit, Latijn voor ‘heeft dit gemaakt’, achter hun naam. Op
ten noorden van het Romeinse rijk vervaardigd. De spiraal is aan de achterkant
Aucissa-fibula’s komt dit bijna nooit voor, maar in één geval staat er AVCISSA AVOT
Co 431 en f 1988/1.1 van de beugel vastgemaakt, wat typisch is voor de fibula’s die daar circuleerden.
en dat laatste woord is de Keltische variant van het Latijnse fecit. Het betekent
15 voor-40 na Chr. Het Germaanse gebied is enorm groot, van Polen in het oosten tot de Nederlandse
‘Aucissa heeft dit gemaakt’. Het lijkt er daarom op dat Aucissa en zijn collega’s
5,5 x 1,7 cm en 4,5 x 2,9 cm Rijnmond in het westen. Dit type wordt veel in Noord-Duitsland en Noord-Nederland
Gallische producenten waren die hun spelden aan het Romeinse leger leverden.
Cortona (Italië) en Vechten gevonden, wat vanuit het perspectief van de Germaanse wereld het westen is –
Een werkplaats is nooit gevonden, maar men denkt dat deze spelden in het
vandaar de naam. Opvallend is het gebruik van zilver. Dat komt bij fibula’s die in
noordwestelijke Alpengebied vervaardigd zijn. Aucissa-fibula’s dateren van ongeveer
Romeinse centra of legerkampen werden gemaakt nauwelijks voor. In de eerste twee
15 voor Chr. tot 50 of 70 na Chr.
44. eeuwen van de jaartelling is minder dan 1 op de 1000 Romeinse fibula’s van zilver.
Bij de West-Germaanse ogenfibula is 60% van alle bekende exemplaren in massief
NS 27
zilver uitgevoerd. Hoe is de voorkeur van Germaanse metaalbewerkers voor zilver te
1 tot 75 na Chr.
verklaren? Mogelijk bestaan de fibula’s uit omgesmolten Romeinse zilveren munten.
Omega-fibula 5,8 x 4,1 cm
In het Germaanse gebied werd niet met muntgeld betaald, en als een Germaans
Veel fibula’s hebben een scharnier om de naald te openen, of een spiraal, waardoor Nijmegen
inwoner Romeins zilvergeld had ontvangen door handel of bijvoorbeeld door in het
de naald veert. Een derde manier is de draaisluiting. Ringfibula’s zijn ronde
Romeinse leger te dienen, kon dat geld in sieraden worden gestopt. Personen die
spelden met een schuivende naald die aan de ring beweegt; door een opening
binnen het Romeinse rijk woonden hadden wel te maken met een geldeconomie. Zij
in de ring kan de naald open om er kleding aan te haken. Eenmaal door de stof
hadden het geld hard nodig om voedsel en andere zaken te kopen en konden het
geprikt en gedraaid, blijft de naald gesloten. Er worden verschillende varianten
niet missen voor sieraden.
van de ringfibula onderscheiden, afhankelijk van de vorm van de knoppen op de
uiteinden bij de opening. De ringfibula met omgekrulde uiteinden wordt omega-
fibula genoemd, omdat deze op de Griekse letter omega lijkt. In Engeland worden
ringfibula’s penannular brooches genoemd en zijn ze heel lang gebruikt, van de
42. IJzertijd tot in de Vroege Middeleeuwen. Ook in Spanje komen ze veel voor.

40 41
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Sterk geprofileerde scharnierfibula Massaproductie


De meeste fibula’s uit de Romeinse tijd in Nederland hebben een spiraal waardoor Deze geëmailleerde scharnierfibula is kunstig vormgegeven en op verschillende
de naald veert. Deze fibula heeft echter een scharnier: de naald beweegt aan een manieren versierd. De golflijnversieringen op de beugel zijn met de basisvorm
as. Na het gieten van de beugel van de fibula werd aan de voorzijde een plaatje meegegoten, maar de ribbels eromheen zijn na het gieten bijgewerkt met een vijl.
uitgehamerd, dat rond de as werd gevouwen. De naald beweegt door een sleufje Ook de dierkopvoet is na het gieten nog verder bewerkt door te vijlen en te graveren.
in het scharnier. Dit type scharnierfibula heeft een groot aantal knoppen, ribbels In het verdiepte gedeelte van de beugel zijn driehoekige glasplaatjes in een bed van
en randen, en wordt daarom een ‘sterk geprofileerde scharnierfibula’ genoemd. email gelegd; de fibula moest opnieuw worden verhit om het email te laten smelten.
De naaldhouder is opengewerkt en eindigt in een voetknop. Dit type dateert rond 48. Door het verblijf in de bodem is het metaal groen uitgeslagen en lijkt het contrast
het midden van de 1ste eeuw na Chr. Dit stuk is gevonden te Kessel-Lith, waar in tussen het metaal en het email niet groot, maar in de Romeinse tijd leek het
45. e 1908/3.75
de Romeinse tijd een heiligdom gestaan heeft. Mogelijk is deze speld als offer aan messing van de fibula wel goud, wat scherp aftekende tegen het gekleurde email.
k 1999/2.23 de goden in de rivier gedeponeerd. De fibula is deel van een grote groep vondsten 70-150 na Chr. Gezien de aandacht die aan de productie en de details van deze fibula besteed
20-70 na Chr. uit zandwinplas ‘De Kesselse Waarden’, die daar begin jaren 1970 zijn opgebaggerd. 5,2 x 1,9 cm is, zou men kunnen denken dat het een uniek sieraad was, maar in werkelijkheid
6,0 x 2,1 cm Ze zijn in 1999 aan het RMO geschonken door H.J.E. van Beuningen (1920-2015). Nijmegen-Hees werden deze fibula’s in massaproductie vervaardigd. Vrijwel identieke fibula’s zijn
Kessel-Lith Hij was een groot verzamelaar van middeleeuwse gebruiksvoorwerpen, met name op tientallen plaatsen in Nederland gevonden en een nog groter aantal in de ons
laatmiddeleeuwse draagspelden. De zeldzame vroege fibula’s uit Kessel-Lith met omringende landen. Daarnaast zijn er nog veel sterk gelijkende fibula’s met email in
hun mooie goudglans hadden ook zijn interesse, maar hij besloot dat ze beter in het de beugel en een dierkopvoet, maar met afwijkende beugelvorm.
Leidse oudhedenmuseum pasten.

Dubbele symmetrie
Booskijkende ogenfibula Wanneer email populair wordt om fibula’s te decoreren, zien we een sterke opkomst
De ogenfibula is zo genoemd omdat er ogen in de kop van de beugel zijn van schijffibula’s. Dat zijn relatief kleine fibula’s met uitbundige versiering, die we
aangebracht. Bij de oudste exemplaren zijn de ogen geheel open, gemaakt door de eerder als broche moeten zien dan als functionele kledingspeld. Het kenmerk van
kop te doorboren. Bij de iets jongere spelden zijn de ogen uitgevoerd als groefjes of een schijffibula is dat de schijf het fibula-lichaam vormt en dat de speld in zijn
kuiltjes. Deze ondiepe ogen komen incidenteel ook voor op fibula’s van een ander geheel onder de schijf is geplaatst. De variatie aan vormen en motieven van de
type; zo is de kopplaat van de Aucissa-fibula ook wel eens voorzien van oogjes. schijffibula’s uit de Romeinse tijd is bijna oneindig, maar er zijn wel enkele algemene
Omdat heel vaak ogen werden aangebracht, denken we dat dit een speciale trends aan te wijzen. Zo zijn veel diermotieven gebruikt: de hele fibula is als dier
betekenis had. Moest een ogenfibula ‘het boze oog’ of andere ongeluksbrengers op vormgegeven, of kleine dierkopjes zitten op de uiteinden vastgemaakt tussen meer
afstand houden? Veel ogenfibula’s zijn in messing uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld abstracte vormen. Een tweede belangrijk element is dat men een sterke voorkeur
46. 49.
dit stuk gevonden in de Maas bij Alem. Van deze fibula’s wordt vermoed dat ze had voor symmetrie: de decoratiepatronen moeten gespiegeld zijn over de lengteas
k 1954/5.3 in Romeinse centra zijn vervaardigd, maar ze worden massaal teruggevonden in R 1925/4.33 en liefst ook nog over de breedteas. Dit stuk uit Marseille is een dergelijke dubbel-
40-100 na Chr. Germaans gebied, tot Zweden, Estland en Letland aan toe. Zouden ze zijn gekocht 70-150 na Chr. symmetrische schijffibula. Rondom de centrale opening staan acht cirkels: vier
7,2 x 2,9 cm door of uitgedeeld aan Germaanse jongemannen in Romeinse krijgsdienst, die 6,0 x 3,8 cm blauwe en vier rode wisselen elkaar af. Op de lengteas zijn de uiteinden van de fibula
Alem, uit de Maas de spelden mee terug naar huis namen als hun diensttijd erop zat? Er zijn ook Marseille (Frankrijk) als dierkoppen vormgegeven, terwijl extra oranje cirkels de breedteas sieren.
ogenfibula’s in het Germaanse gebied zelf vervaardigd (zie afb. 44).

Lopen maar!
Buitengewone boogfibula Deze figuurfibula stelt de zool van een sandaal voor. De schoenspijkers die op de
De boogfibula is genoemd naar de halfronde boog van de beugel, terwijl andere zolen van schoenen waren genageld, zijn uitgebeeld door middel van stipjes email
fibula’s met een spiraal vaak een knik of lage boog in de beugel hebben. Deze in een kleur die afwijkt van de overige inleg. Omdat vooral militairen de met ijzeren
variant van de boogfibula wijkt in een aantal aspecten af van de meeste andere. Ten nagels beslagen sandalen (caligae in het Latijn) droegen, worden deze fibula’s door
eerste is de fibula bijna 7 cm lang, terwijl andere boogfibula’s meestal 4 tot sommige archeologen aan soldaten toegeschreven. Er is echter ook een andere
5 cm lang zijn. Ten tweede is deze fibula rijk gedecoreerd. In de beugel en de voet is theorie. Mercurius is (onder andere) de god van de reizigers, en ook zij hebben
50.
een golflijnversiering gegoten, en vervolgens zijn nog puntjes ingeslagen in rechte behoefte aan stevig schoeisel. Het zouden daarom sieraden kunnen zijn die door
47. lijnen en halve cirkels. De voetknop is afzonderlijk gegoten en later aangezet. De f 1941/12.15 reizigers werden gedragen, om bescherming van Mercurius te vragen tegen de
e 1944/10.6 veerhaak, die de spiraal aan de kop op zijn plaats houdt, is sierlijk gebogen. Deze 100-225 na Chr. gevaren van lange reizen, zoals roofovervallen. Deze theorie wordt ook ondersteund
40-150 na Chr. grote variant van de boogfibula’s wordt zowel in het Nederlandse rivierengebied als 4,4 x 0,9 cm door de verspreiding van dit type fibula. Deze speld is gevonden in heel West-Europa,
6,9 x 2,1 cm in het Belgische stroomgebied van de Schelde met enige regelmaat gevonden. Wat Vechten van Zuid-Frankrijk tot Nederland en van westelijk Duitsland tot zuidelijk Engeland.
Gelderland, uit Maas of Waal verder opvalt is dat deze fibula niet groen is uitgeslagen, maar zijn oorspronkelijke Wanneer de speld vooral door militairen gedragen zou zijn, zou men vooral een
goudgele kleur van messing heeft behouden. Dit is een aanwijzing dat deze speld in spreiding langs de Rijn en Donau verwachten, waar het overgrote deel van het
waterhoudende lagen heeft gelegen. Omdat de naald bovendien nog in de houder Romeinse leger gestationeerd was. Omdat dat niet zo is, ligt een interpretatie in de
zit, is de kans groot dat deze niet simpelweg is verloren, maar als offer in de rivier is civiele of religieuze sfeer meer voor de hand.
gedeponeerd.

42 43
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Koele kikker
Vanaf de 2de eeuw na Chr. worden schijffibula’s in allerlei vormen heel populair.
Dieren, religieuze symbolen en objecten komen veel voor. Hier gaat het om een
kikker, herkenbaar aan de gladde, ooit groene rug. Deze speld is gegoten in messing
en vervolgens zijn de driehoekige vlakken op de rug van het beest ingelegd met
groen en rood email. Ook de ogen zijn ingelegd geweest met email. Kikkers konden
in de Romeinse tijd verschillende betekenissen hebben. In het natte Nederland waren
ze alom aanwezig en vormden soms zelf een plaag, maar kikkers werden ook gezien
als beschermers van het huis tegen onheil. Kikkers werden daarnaast geassocieerd
51.
met Venus, godin van de liefde, waardoor een kikkeramulet het verlies van een
e 1938/10.7b vriend of geliefde kon voorkomen. En omdat kikkers water nodig hebben, werden 54. ‘De schoonheid van
100-300 na Chr. ze als regenamulet gebruikt. In een Laat-Romeins graf in Xanten (Duitsland) is een Palmyra’ met schijffibula,
3,2 x 1,8 cm aantal kikkers gevonden, die gedood zijn om meegegeven te worden: ze zien er nu Palmyra, 190-210 na Chr.
Tiel haast gemummificeerd uit. Misschien speelt hier de associatie met vriendschap en Glyptotek Kopenhagen, 2795
bescherming een rol, of zijn ze bedoeld als voedsel: ook in de Romeinse tijd aten
mensen kikkerbillen.

Kunstig edelsmeedwerk
Deze schijffibula is uitvoerig versierd met zilver en goud. Het zilver is uitgevoerd in
filigraan, waarbij kleine bolletjes zilver aan elkaar worden gesmolten en daarvan
strengen worden gevormd. De bolletjes zijn verkregen door vloeibaar edelmetaal in
koud water te druppelen. Enkele grotere druppels zijn als afzonderlijke sierknoppen
verwerkt. Het goud is verwerkt als Pressblech, waarbij dun goudfolie op een
onregelmatige ondergrond wordt gehamerd, zodat patronen bol of hol in de
folie verschijnen. Het zilveren filigraan en gouden Pressblech werd meestal op
52. een schijffibula van eenvoudige constructie vastgekit met een harsachtige lijm.
Archeologen vinden wel regelmatig de basis van dit soort spelden met lijmresten
h 1987/6.1 op de schijf, maar bijna altijd zonder decoratie. Als een speld kapot ging, werd die
100-300 na Chr. gerepareerd of werd het edelmetaal erafgehaald, om opnieuw te gebruiken of om te
3,7 x 2,8 cm smelten. Dat dit stuk uit Zwammerdam het zilverfiligraan en gouden Pressblech in
Zwammerdam situ bevat, is een grote uitzondering. Deze edelsmeedkunst is buiten het Romeinse
rijk, in het Vrije Germanië, tot ontwikkeling gekomen. Het kan met een Germaanse
soldaat, handelaar of diens vrouw mee naar het Romeinse rijk zijn genomen, maar
het is ook mogelijk dat een Germaanse edelsmid bij een Romeins centrum is gaan
werken of zijn kennis aan anderen heeft overgedragen.

Met de botte bijl


Deze fibula’s in de vorm van een bijl, de ene met een dubbelbijl eraan, maken deel
uit van een grote groep geëmailleerde schijffibula’s uit de 2de en 3de eeuw na Chr.
met uiteenlopende vorm en afbeelding. Van de ene kant is de vorm duidelijk als bijl
te herkennen. Van de andere zijn er veel vraagtekens over de precieze betekenis.
Is dit een strijdbijl van soldaten? Of moeten we de bijl eerder zien als werktuig
van houthakkers? Er zijn nog meer problemen. De bijlen lijken op hun kop te zijn
afgebeeld. Fibula’s werden met de naald naar boven gedragen, en dat betekent
dat de steel van de bijl omhoog steekt. Een extra aanwijzing hiervoor vormt het
53.
oogje aan de kop van de bijl. Aan een dergelijk oogje werd een ketting gehaakt, en
I.D.B.-B. 3a en VF 658 vrouwen droegen twee fibula’s met een ketting ertussen. Het oogje met ketting hing
100-250 na Chr. naar beneden, want anders zou het gewicht van de ketting aan de fibula trekken en
3,4 x 2,2 cm en 3,8 x 2,6 cm wordt de stof van de kleding vervormd en beschadigd. Hiermee is duidelijk dat de bijl
Nijmegen en Vechten op zijn kop stond, en waarschijnlijk door een vrouw werd gedragen. Het is vooralsnog
onbekend hoe we deze symboliek moeten begrijpen.

44
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Patser-pelta Romeinse bling


Dit symbool met een halfronde onderzijde en bovenzijde met ovale openingen wordt Deze fibula wordt tralie- of vorkfibula genoemd vanwege de drie ‘tanden’ die
een pelta genoemd. De pelta is een Grieks type schild; het werd een symbool voor de beugel vormen. Opengewerkte beugels die worden aangeduid als traliefibula
‘schild’ en daarom vaak gebruikt als talisman, bij het afweren van onheil. Een van komen al sinds de 1ste eeuw voor, maar dit is een variant die kan voorkomen vanaf
de gevaarlijkste beroepen was dat van soldaat: behalve de kans om te sneuvelen de late 2de eeuw en pas in de 3de eeuw populair wordt. De meeste voorbeelden
in de strijd waren er ook regelmatig ziekte-epidemieën in het leger. Dit is de reden zijn gevonden in legerkampen in zuidelijk Duitsland, maar deze speld komt
dat het symbool vooral veel werd aangebracht op militaire uitrustingstukken, van ook regelmatig in Nederland voor. Ook dit exemplaar komt uit een legerkamp,
zwaard- en dolkschedes tot paardentuig. Door het dragen van dit symbool hoopte 58. namelijk het castellum Fectio in Vechten. Veel van deze fibula’s zijn gegoten in een
de soldaten heelhuids hun eervolle ontslag te bereiken. Pelta’s komen ook regelmatig koperlegering met lood, waarna een laagje zogenoemd ‘witmetaal’ is aangebracht.
voor op fibula’s. Er zijn fibula’s met een halfronde kopplaat met daarin doorboringen f 1992/6.2 Dit lijkt op zilver, maar is een dun laagje vrij zuivere tin. Uniek aan dit stuk is echter
55. van pelta’s en ook zijn diverse voorbeelden van schijffibula’s bekend in de vorm van 175-300 na Chr. de gedeeltelijke vergulding. In latere tijd komt dat vaker voor, maar voor de 3de
een pelta, ingekleurd door middel van email. Normaal zijn schijffibula’s in de vorm 5,1 x 2,6 cm eeuw is het heel speciaal. Dit sieraad met zilverglans en goud heeft waarschijnlijk in
h 1925/12.31p
van een pelta 2 tot 3 cm klein. Dit stuk gevonden te Voorburg, waar de Romeinse Vechten de zon geschitterd en was bedoeld als oogverblindend. Zou een officier het speciaal
150-270 na Chr.
5,5 x 4,2 cm stad Forum Hadriani lag, is bijna twee keer zo groot. Waarom? Is deze aangeschaft hebben laten maken om zijn collega’s of ondergeschikten te imponeren?
Voorburg-Arentsburg door iemand die vond dat hij (of zij) extra veel bescherming nodig had? Of was er
een patser die simpelweg de grootste wilde hebben?

Geluk en gezondheid
Het hakenkruis, of swastika in het Sanskriet, heeft in de Westerse wereld een zeer
Duizend bloemen negatieve lading omdat de nazi’s het gebruikten in de Tweede Wereldoorlog.
Deze bijzonder kleurrijk versierde fibula is uitgevoerd in millefiori-email. Millefiori Het symbool is echter veel ouder en de Romeinen gebruikten het veelvuldig. De
betekent ‘duizend bloemen’ en deze techniek is gekozen omdat men er zeer fijne Romeinen hebben het van de Grieken overgenomen en die namen het op hun beurt
afbeeldingen mee kan vervaardigen. Emailleren is een techniek waarbij heel kleine eeuwen daarvoor mee uit Azië. Het symbool staat voor geluk en gezondheid in het
stukjes glas op een metalen oppervlak worden verhit, zodat ze samensmelten. algemeen en kan specifieke bijbetekenissen krijgen zoals vruchtbaarheid, genot of
Vanaf de periode van de Flavische keizers (vanaf 70 na Chr.) worden metalen lang leven. In de Romeinse tijd is het hakenkruis bekend van mozaïeken (zie afb. 22),
objecten vrij vaak geëmailleerd. In die tijd koos men om egale kleuren in grotere van schilderingen op aardewerk, in geweven textiel en van fibula’s. De swastika-
vlakken te emailleren. Rond het midden van de 2de eeuw wordt millefiori-email 59. fibula’s komen voor in twee verschillende perioden. In de late 2de eeuw en eerste
uitgevonden: minieme blokjes glas van steeds dezelfde omvang worden netjes in helft van de 3de eeuw zijn swastika-fibula’s meestal uitgevoerd in een vertinde
h 1935/12.26
een patroon gelegd en daarna verhit. Deze techniek bleef gangbaar tot het einde koperlegering en zijn ze vooral populair in het Romeinse leger. In de militaire forten
175-225 na Chr.
van de 3de eeuw. Op deze schijffibula uit Vechten is de binnenste cirkel gevuld met langs de Rijn wordt de swastika-fibula vaak gevonden en wellicht ook gemaakt,
56. 3,3 x 3,1 cm
een dambordpatroon waarin grove en fijne blauw-met-witte dambordjes elkaar maar ook veel verder weg werd het symbool gebruikt. Zo is op een militaire post in
Naaldwijk
f 2016/3.40 afwisselen, met rode of blauwe kaders ertussen. Daaromheen volgt een band wit de woestijn in het huidige Syrië bijvoorbeeld een tuniek met ingeweven swastika
150-300 na Chr. email, waarin enkele zwarte blaadjes te zien zijn. De band daar omheen bestaat uit gevonden. In de late 4de of vroege 5de eeuw circuleren opnieuw swastika-fibula’s,
diameter 4,5 cm rood email, met blauwwitte dambordjes ertussen. De buitenring bestaat uit witte die onder meer in Gennep langs de Maas werden vervaardigd (zie afb. 20).
Vechten zon- of bloemmotieven tegen een blauwe achtergrond.

Goddelijke verschijning
Het haasje Deze ronde schijffibula bestaat uit een basisschijf van vertind messing, waarop
In de Midden-Romeinse tijd komen veel platte scharnierfibula’s in de vorm van gouden Pressblech is vastgelijmd. Pressblech is een dunne metaalfolie die op
dieren voor. Ze zijn vaak ingelegd met email en verbeelden echte beesten en een onderliggende matrijs (positieve mal) wordt gehamerd, waardoor een
fabeldieren: honden, eenden, paarden en kikkers (zie afb. 51), maar ook de decoratiepatroon ontstaat. In dit geval is een gehelmde figuur afgebeeld, zeer
hippocampus, een paard met een vissenstaart. Deze dieren hadden vaak tevens een waarschijnlijk Minerva, eventueel Mars. Dit type ronde schijffibula’s wordt met
symbolische betekenis, ook de ‘huisdieren’ die dagelijks in nederzettingen rondliepen. enige regelmaat gevonden, maar in bijna alle gevallen is het Pressblech verdwenen.
Ze weerspiegelen de eigenschappen die bepaalde dieren in de ogen van mensen in Dan rest er slechts een ronde vatting, met lijmresten op het oppervlak. Van de 35
deze tijd hadden en die ook blijken uit afbeeldingen ervan in de kunst: zo is de hond bekende exemplaren uit Nederland en het aangrenzende Duitse Rijnland zijn slechts
57. symbool van trouw en waakzaamheid en de pauw teken van onsterfelijkheid. Deze 60. twee gevallen met intact Pressblech bekend. In één geval gaat het om abstracte
fibula heeft de vorm van een haas, die rennend is weergegeven. Hazen zijn dieren vormen van cirkels en puntjes, en bij dit voorbeeld uit de Romeinse militaire
R 1925/4.45 VF 654
die veelvuldig in de jacht en dus in jachttaferelen figureren als prooi. Ook daarom versterking van Vechten is de genoemde godheid afgebeeld. Dankzij deze goddelijke
150-300 na Chr. 175-300 na Chr.
is hier eerder een haas bedoeld, met lange oren en gespierde achterpoten, dan een verschijning kunnen we ons een veel betere voorstelling maken hoe de fragmenten
3,3 x 1,7 cm diameter 3,3 cm
konijn. De drager van zo’n fibula refereerde aan de jacht als elitair tijdverdrijf, of met lijmresten eruit hebben gezien: blijkbaar waren meer goud en meer portretten
Zuid-Frankrijk Vechten
was gewoon een dierenliefhebber. Van de haas is het meeste email weggesleten. te zien dan archeologen dachten.
Hij komt uit Gallië (het huidige Frankrijk) en is in 1925 gekocht bij Gustave Foa in
Marseille.

46 47
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Plastisch paard Romeins principe in Germaanse uitvoering


Fibula’s in de vorm van paarden komen voor in de Keltische, Romeinse en De ringfibula was al voor de Romeinse tijd in gebruik en werd in de 1ste eeuw na Chr.
vroegmiddeleeuwse periode, en ook als laatmiddeleeuws insigne zijn ze populair. onder andere door Romeinse soldaten overgenomen. In de eeuwen daarna raakte
Dat heeft te maken met de eeuwige band tussen mens en paard, waarbij het dier deze speld bijna in de vergetelheid, maar er is een nieuwe opleving te zien. In diverse
niet alleen als rijpaard wordt gebruikt, maar ook als trekdier voor een kar en als schatvondsten uit de 3de eeuw worden omega-fibula’s van zilver aangetroffen, en
lastdier. Paarden waren een groots bezit: duur in aanschaf en onderhoud, maar ook ook spelden met zijwaarts opgerolde uiteinden. Bij grensposten langs de Rijn en de
een middel om je van andere mensen te onderscheiden. Te paard gaan is in al deze Donau worden deze heel veel gedragen, wat een aanwijzing is dat het nog steeds
periodes een symbool van de elite. Om die reden zijn paarden veel afgebeeld en door (of opnieuw) een vorm is die veel in het Romeinse leger werd gebruikt. In Gennep
de hele Oudheid heen een van de meest voorkomende versieringsmotieven. Ook als is een exemplaar van een ringfibula gevonden met een aparte trapeziumvorm bij
61.
sieraad, of decoratie daarvan, waren ze populair. Romeinse fibula’s in de vorm van de naaldopening. Vóór de vondst van Gennep was de trapeziumvormige voet niet
M 1901/4.4 paarden zijn vaak gewoon plat en ingelegd met email, zoals andere dierfibula’s. 64. van ringfibula’s bekend, maar wel van andere fibula’s van Germaans model, zoals
200-300 na Chr. Maar zowel Keltische als Romeinse ‘paardjes’ kunnen ook plastisch zijn, zoals dit GE 1288 bijvoorbeeld de steunarmfibula en de voetboogfibula. Dit zijn fibula-types uit de late
4,2 x 3,2 cm exemplaar, waar de achterbenen van het paard tussen een dubbele spiraal staan. 375-450 na Chr. 4de of de 5de eeuw. Het lijkt er daarom op dat deze variant van de ringfibula in de
Hongarije Als je deze fibula draagt, staat het paard dan min of meer op je kleding, en valt 4,3 x 3,5 cm Laat-Romeinse tijd is gemaakt door of voor Germaanse soldaten die in Romeinse
goed op. Die constructie wijst erop dat dit paardje, dat van een onbekend plaats in Gennep legereenheden dienden.
Hongarije komt, van Romeinse datum is.

Vermenging van tradities


Fibula met brede scharnierarmen De techniek van de naald en de spiraal van deze fibula, die vastzitten aan een as
Deze fibula vertegenwoordigt een tussenstap in de ontwikkeling van de Laat- die in het midden door de beugel wordt vastgehouden, wordt aangeduid als de
Romeinse drieknoppenfibula. De voorlopers van deze fibula hebben gladde voetboogconstructie. Dit is een heel gebruikelijke techniek in het Vrije Germanië in
onversierde armen en een platte knop centraal op de kop. Die uitvoering dateert de 4de en 5de eeuw na Chr. Ook de brede beugel en trapeziumvormig verbrede voet,
uit de 3de eeuw. De Laat-Romeinse drieknoppenfibula uit de 4de eeuw heeft uitgevoerd in verguld zilver en verder versierd met groeven, ingeslagen puntjes en
ontwikkelde knoppen aan de armen en op de kop. Deze tussenvorm heeft niëllo (inleg van zilverpasta), komen veel voor in die periode, met name in Noord-
groefjes aan het uiteinde van de armen, waardoor er al knoppen lijken te zitten. Frankrijk. Wat echter curieus is, is de combinatie van die twee. De naaldconstructie
62. Waarschijnlijk dateert deze fibula daarom uit de tweede helft van de 3de eeuw. is kenmerkend voor voetboogfibula’s, die veel eenvoudiger zijn uitgevoerd en andere
Deze fibula is gemaakt van loodhoudend brons en heeft een vertind oppervlak, versiering kennen. De genoemde decoratie en de trapeziumvormige voet komen
WD 762.1.106b
dat sterk op zilver lijkt. Waar de boog de voet raakt zijn groeven zichtbaar; van normaal voor bij steunarmfibula’s, die een heel andere speldconstructie hebben.
250-300 na Chr. 65.
gelijkende exemplaren weten we dat daar gouddraad omheen was gedraaid. Deze Deze prachtig gedecoreerde fibula is dus een hybride van twee verschillende
6,4 x 3,7 cm
speld is gevonden te Wijk bij Duurstede-De Geer, waar onder meer ook onderdelen GE 2310 types en van twee culturele tradities; het is de enige in zijn soort. Dit exemplaar
Wijk bij Duurstede-De Geer
van Romeinse wapens zijn gevonden. Het ligt daarom voor de hand dat deze speld 375-450 na Chr. is gevonden in de Laat-Romeinse nederzetting van Gennep, waar ook resten van
door een Romeinse soldaat of officier is gedragen. 5,0 x 4,1 cm metaalbewerking zijn gevonden, zoals gietmallen en halfproducten van fibula’s.
Gennep Misschien heeft de handwerksman van Gennep zelf een kapotte fibula uit Noord-
Gallië meegenomen of gekregen en heeft hij dat stuk gerepareerd volgens de hem
bekende technieken.
Offer van een officier?
Voorlopers van deze drieknoppenfibula komen op in de 3de eeuw en worden dan

gedragen door eenvoudige soldaten. In de loop van de 4de eeuw worden deze
fibula’s zwaarder uitgevoerd en uitvoerig gedecoreerd. Waarschijnlijk werden ze
uitgereikt aan officieren. Het is in die tijd een symbool van Romeinse militaire macht.
Deze vorm, met op uien lijkende knoppen, dateert uit de tweede helft van de 4de
eeuw. Deze fibula is gevonden bij baggerwerkzaamheden in Rossum. Omdat daar
geen opgraving is geweest, is het niet precies bekend hoe deze speld in de grond lag,
63.
maar de fibula zelf bevat wel wat aanknopingspunten. Ten eerste is dat de kleur.
e 1935/2.8 Andere fibula’s van een koperlegering slaan groen uit door de zuurstof in de bodem.
350-410 na Chr. Dat deze speld niet is geoxideerd, betekent dat hij in de rivierbedding heeft gelegen.
7,9 x 4,6 cm Ten tweede is er de compleetheid: de speld is met de naald intact in de houder
Rossum, uit de Maas gevonden. De speld is dus niet kapotgegaan en weggegooid. In rivieren worden vrij
vaak complete objecten gevonden. Archeologen vermoeden dat die met opzet in de
rivier werden gegooid, als offer aan de goden. Vaak worden aan rivieren en andere
plaatsen waar natuurkracht zichtbaar is, bovennatuurlijke krachten toegedicht.

48 49
Damesmode:
De fibula’s uit het grafveld
van Rhenen
Annemarieke Willemsen

“Fibula’s zijn er diverse, van vrouwen als 66. Fibula’s met almandijn, grafveld

sieraad op de borst, of die de mantel van Rhenen, 400-700 na Chr.


RMO, diverse Rh-nummers.
mannen op de schouders vasthouden, of door Foto: A. Willemsen
een riem om de heupen.”
Isodorus van Sevilla, Etymologieën, begin 7de eeuw

Waar mannen in de meeste gevallen slechts één fibula droegen, is


het al in de Romeinse tijd gebruikelijk dat vrouwen zich tooiden
met meerdere fibula’s, wat door archeologen de ‘Mehrfibeltracht’
genoemd wordt. In de vroegste Middeleeuwen (ca. 500-750 na Chr.)
wordt het dragen van paren fibula’s, soms zelfs meerdere paren fi-
bula’s, de toonaangevende damesmode. In deze kledingstijl wordt
wel een invloed uit het huidige Oost-Europa gezien. Voor het ge-
bruik en de precieze plaatsing van fibula’s kunnen we naar graven
van vrouwen kijken, waar de fibula’s nog op het lichaam lagen.

Fibula’s van de Donderberg


Een idee van de draagwijze en de diversiteit van vroegmiddeleeuw-
se fibula’s in het huidige Nederland krijgen we uit het grafveld op
de Donderberg bij Rhenen, dat met zijn ruim 1100 graven uit de pe-
riode 400-750 de grootste en langst in gebruik gebleven vroegmid-
deleeuwse begraafplaats van Nederland is. Uit de graven van Rhe-
nen stammen in totaal minstens 158 fibula’s (afb. 67). 50 daarvan
zijn beugelfibula’s, waarvan 22 keer een paar uit een vrouwengraf.
Daarnaast zijn er 20 kleine vogelfibula’s, waaronder zeven paren,
plus één paar grote adelaarfibula’s en een fibula in de vorm van een
eend. Grote groepen zijn daarnaast schijffibula’s (17), rozetten (14)
en schotelfibula’s (15); ook deze komen veel in paren voor. Kleinere
groepen zijn vierpasfibula’s (4), S-fibula’s (5), ruitvormige (4) en zo-
genaamde voetboogfibula’s (3). Uit graf 152 stamt een paar verguld
zilveren ruiterfibula’s (zie afb. 82), uit graf 195 een zilveren fibula in
de vorm van een paard en uit graf 510 een zeepaardfibula. Bijzonder
zijn ook de negen ringfibula’s, omdat deze in twee gevallen een
paar uit een vrouwengraf betreffen, twee keer een losse uit een
vrouwengraf, en drie keer een losse uit een mannengraf. Uit graven

51
Indiaas inlegwerk 68. Paar wielfibula’s met kralen
Veel van de fibula’s uit Rhenen zijn ingelegd met rood almandijn (voor- en achterzijde), grafveld
Rhenen, 485-555 na Chr.
(afb. 66), wat een type granaat is (een halfedelsteen). Het aantal gra-
RMO, Rh 433Ba en Bb
naten per fibula varieert van één, zoals het oog van een vogel, tot
26 in één schijffibula (Rh 838A). Het inlegwerk is in 2010 gemeten
met XRF (röntgenfluorescentie) bij het toenmalige Instituut Col-
lectie Nederland in Amsterdam (nu onderdeel van de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed) en in 2011 met de AGLAE (protonen-
weerkaatsing) in het laboratorium van het Centre de Recherche et
de Restauration des Musées de France (C2RMF) onder het Louvre
in Parijs. Daaruit blijkt dat alle granaten in de fibula’s van Rhenen
uit India en Pakistan komen, en dus zo’n 8000 kilometer hebben
67. Bronzen fibula’s, grafveld Rhenen, afgelegd van de bron naar de gebruiker. De stukjes granaat in één
400-700 na Chr. van mannen zijn verder met zekerheid enkel een kleine schijffi- speld kwamen daarnaast vaak niet allemaal uit dezelfde bron, wat
RMO, diverse Rh-nummers
bula (graf 269) bekend en twee keer een ‘militaire’ steunarmfibula erop wijst dat de makers van de fibula’s beschikking hadden over
(wapengraven 842 en 846). Die uit graf 842 heeft een haakje en een diverse granaten uit het vaak onderschatte vroegmiddeleeuwse
stukje metaal, wat aangeeft dat deze fibula aan een riem hing. handelsnetwerk. Blijkbaar kochten zij stenen en sorteerden die op
Fibula’s zijn in Rhenen dus het vaakst in paren gevonden in kleur, en gebruikten om een fibula te maken de stenen die ze voor-
vrouwengraven, en in een aantal graven zijn diverse paren be- handen hadden. Ook weten we nu dat één schijffibula ingelegd is
waard. Voorbeelden zijn graf 152 met twee beugelfibula’s, twee met glas en been, wat een groenwit patroon gaf (Rh 338A) en dat in
ruiterfibula’s en een fragment van een vijfde fibula, de graven 413, één van de wielfibula’s met almandijn in het midden geen bolletje
423 en 433 met telkens een paar beugelfibula’s en een paar schijf- wit glas maar zowaar een parel zit (Rh 601A).
fibula’s of rozetten met almandijninleg, en graf 808 met twee beu- Tussen de fibula’s, die in paren op de schouders vastgespeld
gelfibula’s, twee vogelfibula’s en een ringfibula. De beugelfibula’s waren, droegen vrouwen in deze tijd vaak kleurige kralensnoeren.
lagen in deze graven vaak in het bereik van de bovenbenen en wer- De voorliefde daarvoor in deze tijd werd na de opgraving van het
den waarschijnlijk gebruikt om de rok of overslag van de mantel grafveld Rhenen-Donderberg in 1951 al omschreven als ‘Frankische
vast te zetten. Schijffibula’s, die in veel varianten voorkomen (zoals mode’. In dit grafveld zijn meer dan 90 snoeren gevonden, waarvan
wielvormig, vierlobbig en in diverse bloemvormen), worden veelal het langste meer dan 300 kralen had. Aan een paar wielfibula’s met
in het bereik van hals en schouders gevonden, en werden op de almandijn, die in graf 433 op de schouders lagen, zijn aan de ach-
schouders gedragen of voorop de borst, om een jurk of mantel te terzijde de rode, doorzichtige en blauwe kralen vastgekleefd (afb.
sluiten. De vogelfibula’s worden vaak samen met andere spelden 68). Ertussenin bevinden zich resten textiel. Deze vondst geeft aan
gevonden, en lijken vooral decoratieve toevoegingen aan de kle- dat dit snoer tussen de beide fibula’s in hing. Hoewel vroegmiddel-
ding te zijn. eeuwse kralensnoeren na de opgraving vaak opnieuw geregen zijn
als een rond snoer, en ze in musea ook meestal zo zijn uitgesteld,
werden ze dus zeker niet altijd om de hals gedragen.

52 53
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Fibula’s in de
vroegmiddeleeuwse
kunst
Annemarieke Willemsen

“Op feestdagen droeg hij kleding geborduurd 69. Medaillon met Galla Placidia,

met gouddraad en schoenen met edelstenen. Schat van Velp, ca. 425 na Chr.
Collectie en foto: De Nederlandsche
Zijn mantel was vastgezet met een gouden Bank, RO 12844
fibula en hij droeg een gouden diadeem met
edelstenen. Op andere dagen verschilde zijn
kleding echter weinig van wat de gewone
mensen dragen.”
Einhard, Het leven van Karel de Grote, 9de eeuw

Het Oost-Romeinse rijk, vanaf de val van het West-Romeinse rijk


in 476 tot de val van Constantinopel in 1453, noemen we ook wel
het Byzantijnse rijk. De Byzantijnse keizers uit de 5de en 6de eeuw
zetten in grote lijnen de mode van de christelijke Laat-Romeinse
keizers voort. Ook zij dragen een schoudermantel die op de schou-
der met een fibula gesloten is.

Keizerlijke bloemen
Meestal is op die plek een schijffibula te zien, variërend van een
eenvoudige cirkel tot een uitvoerige bloemvorm met aanhangsels.
Zo’n schouderfibula is algemeen bij de geportretteerde keizers en
keizerinnen op Byzantijnse gouden munten (solidi), zoals die wer-
den geslagen in Constantinopel, maar ook in Ravenna, en er is vaak
een christusmonogram (PX) bij te zien. Die fibula’s onderstrepen
dat dit christelijke keizers én keizerinnen zijn. Duidelijk te zien is
dit bij de medaillons die in 1716 in Velp zijn gevonden, met daarop
keizer Honorius (384-423) en keizerin Galla Placidia (388-450); bij
die laatste is het PX-monogram op de schouder duidelijk te zien
(afb. 69).
De Byzantijnse keizers zijn het bekendst van hun portretten
op mozaïeken met een gouden achtergrond, die we vooral kennen
uit hun hoofdsteden Ravenna en Constantinopel. In de San Vitale
in Ravenna tonen rechthoekige mozaïeken aan beide zijden van
de apsis de opdrachtgevers, keizer Justinianus (483-565) en keize-
rin Theodora (500-548) met hun gevolg. Op het mozaïek met Justi-
nanus (zie afb. 38) dragen de Frankische lijfwachten links gouden

54 55
Fibula's: vondsten, vormen & mode

bij aanzittenden aan een diner en dienaren die eten en drinken


aandragen. In de illustraties van het verhaal van Dido en Aeneas,
waarvan een aantal scènes op één pagina staat, is Aeneas duide-
lijk als een contemporaine krijger zichtbaar, met een rond schild
met schildknop en een helm en wapens die kloppen met wat is
opgegraven uit de 5de en 6e eeuw. De eenvoudige ronde fibula
op de schouder was blijkbaar ook deel van een logisch 5de-eeuws
uniform.
In de 8ste eeuw grijpen de Karolingische keizers terug op de
symboliek van de Laat-Romeinse keizers, met name Constantijn de
Grote (272-337). Bij Constantijn hoort ook een fibula op schouder, 72. Tronende Otto III, Registrum
en die zien we algemeen terug in afbeeldingen van de Karolingi- Gregorii, kort na 983 na Chr.
Chantilly, Musée Condé, Ms. 14, foto:
sche keizers, op munten en in handschriften. In Einhards beschrij-
wikimedia commons / Yorck Project
ving van Karel de Grote (zie boven) noemt hij de gouden fibula
die de keizer bij feestelijke gelegenheden droeg. Ook het beroemde
ruiterbeeldje van Karel de Kale in het Louvre, dat bewaard bleef 73. God de Vader, ‘Lam Gods’ Jan &
omdat het Constantijn zou zijn, is compleet met schoudermantel Hubert van Eyck, ca. 1430.
Sint-Baafskathedraal Gent, foto:
en schijffibula. Deze ‘militaire mode’ is niet aan keizers voorbe-
wikimedia commons
houden. In bijvoorbeeld het Stuttgarter psalter uit de tweede helft
70. Christus als soldaat, Capella van de 9de eeuw komen algemeen soldaten met schijffibula’s op
Sant’Andrea Ravenna, halsringen en de ambtenaren naast de keizer ‘Romeinse’ drieknop- de schouders voor. In dit handschrift is ook een dame afgebeeld
ca. 500 na Chr.
penfibula’s met de brede kop naar beneden. Deze fibula’s waren in in een rode mantel, die een grote ronde schijffibula in bloemvorm
Foto van ansichtkaart
de loop van de eeuwen van een symbool voor hoge militairen juist middenvoor draagt, om de mantel dicht te houden (afb. 71). Deze
het symbool geworden van de hoge ‘vechters van de kerk’. De kei- afbeelding is contemporain met de beroemdste fibula van Neder-
71. Vrouw met bloemvormige fibula, zer zelf, in het midden, draagt een schijffibula met bloemenrand, land, die van Dorestad (zie afb. 1). We denken dat ook die op deze
Stuttgarter psalter, 820-830 na Chr. die we in deze periode veel tegenkomen. De mozaïeken in de San manier gedragen is, en ook door een dame, die het christendom
Collectie & foto: Württembergische
Vitale zijn de bekendste, maar in Ravenna zijn vaker ronde fibula’s subtiel propageerde. De Ottoonse keizers zetten op hun beurt de
Landesbibliothek Stuttgart, Bibl. fol. 23
te zien, bijvoorbeeld op een los mozaïek met Justinianus in de San beeldtaal van de Karolingers voort. Tot en met keizer Otto III (980-
Apollinare Nuovo, en een van Theodora met gevolg in de San Apol- 1002) zijn zij tronend afgebeeld in handschriften met een grote,
linare in Classe. Theodora draagt hier een soortgelijke fibula als luxe schijffibula op de schouder (afb. 72).
Justinianus, terwijl ook bij haar de ambtenaren hun mantels met
purperen overslag met een drieknoppenfibula hebben vastgezet. Epiloog
In deze tijd van de ‘militante kerk’ werd ook Christus zelf wel als De fibula blijft ook in de Late Middeleeuwen deel van een ‘antieke’
soldaat afgebeeld, zoals in de aartsbisschoppelijke kapel Sant’An- dracht en blijft terugkomen als iemand is afgebeeld in ‘Romeins
drea, die nu onderdeel is van het aartsbisschoppelijk museum in uniform’ met schoudermantel, wat vooral geldt voor populaire sol-
Ravenna. Hij draagt hier het tenue van een Romeinse soldaat en datenheiligen (zoals Sint-Joris en Sint-Maarten, en in het oosten
daar hoort de ronde fibula op de schouder bij (afb. 70). Sint-Sergios). De in de Karolingische tijd opgedoken grote fibula
die een mantel op de borst dichthoudt, blijft ook in het repertoire
Fibula’s op perkament van schilders een beeldhouwers voorhanden. Als accessoire van de
In handschriften van na de val van het West-Romeinse rijk blijven aartsengelen Michaël en Gabriël, als schitterend juweel dat de ‘ge-
fibula’s op de schouder deel van de ‘standaard-beeldtaal’ voor het slotenheid’ van Maria onderstreept, en als deel van de liturgische
weergeven van soldaten, goden en keizers. Een goed voorbeeld is dracht van bisschoppen en pausen. Op het einde van de Middel-
de Vergilius Romanus uit het einde van de 5de eeuw, die mogelijk eeuwen zien we, op het Lam Gods van de gebroeders Van Eijck in
gemaakt is in Gallië en bijzonder ‘provinciaal’ lijkt in de manier Gent, zelfs God de Vader met een enorme, schitterende fibula op
van afbeelden. Hier zien we fibula’s op de schouders van herders, zijn mantel (afb. 73).

56 57
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Vikingen en fibula’s
Nelleke IJssennagger

“Elke vrouw heeft, op haar borst, een kleine 74. ‘Dame van Tuna’ met fibula en

schijf, die is vastgezet, gemaakt van ijzer, kralenketting, Tuna,


9de eeuw na Chr.
zilver, koper of goud, verbonden met de Historiska Museum Stockholm, 10035
financiële en sociale positie van haar man”.
Ibn Fadlan, Reisverslag naar de Rus, begin 10de eeuw na Chr.
75. Zilveren pinbroche, Dorestad,
9de eeuw na Chr.
RMO, f 1940/12.2
Uit de Vikingwereld, die zich tussen ca. 800 tot 1050 uitstrekte over
grote delen van Noord-Europa en daarbuiten, zijn verschillende
typen karakteristieke ‘Vikingfibula’s’ bekend. Het gaat om ruitvor-
mige, diervormige, schijfvormige, ringvormige, schildpadvormige
en klavertje-drie-vormige spelden die vooral herkenbaar zijn aan
versiering in Vikingstijlen. Van de laatste vier typen zijn inmiddels
ook in Nederland vondsten bekend.

Stijlen
De namen van de typen geven aan welke vorm ze hebben, bijvoor-
beeld een open of gesloten ring met een pin, een opengewerkte
ruit met dierkoppen of een ronde schijf. De schildpadbroche of
tortoise brooch lijkt op het schild van een schildpad en de driepas-
fibula (in de vorm van een klavertje-drie) of trefoil brooch heeft drie
armen of bladen. De diervormige fibula’s, ook bekend als Ringe-
rike- en Urnesstijl-fibula’s vanwege de stijl van het dier, lijken vaak
op opengewerkte vogels of slangen. Hoewel van al deze typen vari-
aties bestaan, zijn ze toch behoorlijk gestandaardiseerd en herken-
baar. Met een gemiddelde diameter van 3 cm zijn de schijffibula
en ruitvormige fibula het kleinst, gevolgd door de driepasfibula.
De andere fibula’s zijn niet alleen groter, maar vooral ook diverser
in afmeting.
De Urnes- en Ringerikestijl zijn chronologisch de laatste twee
van de zeven versierstijlen die in de Vikingkunst worden onder-
scheiden. Alle stijlen werden gebruikt voor het versieren van grote
en kleine objecten, inclusief runenstenen, en zijn gebaseerd op
dierpatronen. Hoewel ze elkaar opvolgen in tijd, overlappen ze
ook deels en kunnen ze samengaan. De meeste fibula’s zijn ver-
sierd in Borre-, Terslev- of Jellinge-stijl uit de 9de en 10de eeuw.

58 59
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Ze kenmerken zich door zogenaamde grijpdieren met ronde oren, Vikingfibula’s in Nederland
terugkijkende slangachtigen en vlechtpatronen. Mede dankzij metaaldetectie duiken er ook in Nederland heel af
Sommige fibula’s zijn verzilverd of helemaal van zilver, soms en toe Vikingfibula’s op langs de kust of in het rivierengebied, bij
verguld. Zilver was hét edelmetaal van de Vikingtijd en de broches Dorestad. Uit Dorestad komt een prachtige, zilveren ringbroche
in edelmetaal zullen enige status hebben gehad. Het gros van de (afb. 75). Op de driehoekige verdikking is een patroon van twee
kleinere Vikingfibula’s is echter gemaakt van een relatief goedkope dieren met open bek rond een masker en knooppatronen te zien.
koperlegering en kon daardoor in grote hoeveelheden geprodu- Mogelijk is deze fibula op basis van Ierse prototypen in Noorwe-
ceerd worden. Dit droeg niet alleen bij aan de standaardisering van gen gemaakt, waar twee exacte parallellen van brons bekend zijn.
de broches en hun versiering, maar ook aan de wijde verspreiding De details wijken wel wat af van de Noorse parallellen, zodat de
van de kleinere broches, die bijvoorbeeld veel in het ooit door mogelijkheid opengehouden moet worden dat het een imitatie
Denen beheerste Oost-Engeland worden gevonden. Deze broches is. Eveneens uit Dorestad komt de enige schildpadfibula die tot
waren door hun alledaagsheid niet zo zeer handelswaar of interes- nu toe in Nederland is gevonden (zie afb. 97). Dit is misschien wel
sant om het materiaal, maar vooral persoonlijk bezit. Dat maakt de meest herkenbare Vikingvondst, maar eveneens een voorwerp
het waarschijnlijker dat ze op een persoon van de ene naar de an- waarvan vermoed wordt dat het een eigentijdse kopie is. Langs de
dere plek zijn gekomen. Noord-Nederlandse kust zijn inmiddels vier Vikingsschijffibula’s
geïdentificeerd in herkenbare Borre-, Terslev- en Jellinge-stijl (afb.
Inspiratie 76). Het aantal vondsten in Nederland is minimaal en zeer weinig
Hoewel de ring- en driepasfibula als karakteristieke Vikingfibula’s vergeleken met Scandinavië en Engeland, maar zal in de toekomst 76. Schijffibula Oosterwijtwerd,
worden gezien, zijn deze juist geïnspireerd op externe invloeden. alleen maar kunnen toenemen. 850-900 na Chr.
Noordelijk Archeologisch Depot Nuis,
De vorm van de driepasfibula komt van Karolingisch riembeslag
G2008-II-31a, foto: J. Schokker
dat door mannen werden gedragen. Nadat deze stukken in Scan-
dinavië terechtkwamen, zijn ze omgewerkt tot vrouwenfibula’s en
veelvuldig nagemaakt tot het een nieuwe, typisch Scandinavische
fibula was geworden. De inspiratie voor de ring-pin en de decoratie
daarop komt juist uit de Insulaire wereld. Vikingen namen uit En-
geland en Ierland sieraden en sierstukken mee, die ze gebruikten
als sieraden en als inspiratiebron om hun eigen ringfibula’s vorm
te geven. Schijffibula’s, waarbij een Arabische munt (dirham) in een
parelrand is gezet, maken ook gebruik van buitenlands materiaal.
Ondanks de externe invloeden zijn de Vikingfibula’s vaak ook
te herkennen aan de manier waarop ze gebruikt werden, en door
wie. Vikingvrouwen droegen naast een enkele fibula bij de hals een
paar van twee identieke fibula’s op hun schouders, bijvoorbeeld
schildpad- of schijffibula’s. Hiertussen kon een ketting van kralen
en hangers gehangen worden (afb. 74), of aan een van de fibula’s
een kettinkje met bijvoorbeeld een toiletsetje. Deze manier van
dracht is standaard bij de Vikingen en is aan de broches te zien in
een extra oogje voor een ketting en het feit dat ze boller of minder
plat zijn dan continentale fibula’s. Mannelijke Vikingen droegen
slechts één fibula en dit was in de regel een ringfibula. Deze werd
op de schouder gedragen, met de pin naar boven. Er is een enorme
variatie aan grootte, vorm, versiering en materiaal, dus de ring-fibu-
la zal ongetwijfeld iets hebben verteld over de drager.

60 61
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Fibula’s uit de Vroege Jachtvogel

Middeleeuwen Typerend voor de Merovingische periode zijn kleine fibula’s in de vorm van een
staande roofvogel met een kromme snavel. Behalve die snavel zijn ook klauwen,
staart en vleugels schematisch weergegeven, terwijl het oog vaak is ingelegd met
Bloembroche met edelstenen een rood rondje almandijn. Deze kleine vogelspeldjes kunnen van brons zijn, dat
Deze bijna modern aandoende broche bestaat uit een ronde middencirkel met zes goudkleurig was, maar zijn vaak zoals deze van zilver. Ze worden in vrouwengraven
cirkels eromheen, die samen een bloem vormen. De cirkels zijn gouden vattingen die aangetroffen, zoals in Loenen, Putten, Rhenen en Dorestad, waar blijkt dat ze
elk een gekleurde steen bevatten. Ze zijn met elkaar verbonden door opengewerkte vaak als paar werden gedragen, eventueel gecombineerd met paren schijf- of
florale motieven van goudblad. Deze bijzondere fibula is gevonden in het grafveld bij beugelfibula’s. Dit exemplaar uit Gennep komt uit een nederzetting waar veel
de voormalige Dominicuskerk aan de Broerstraat (beter bekend als de Broerenkerk) metaal werd bewerkt en kan daar gemaakt en/of gedragen zijn. De roofvogel die
in Nijmegen. Op die plek stond een kerk vanaf 1375 tot in 1951, maar de fibula is veel deze speldjes uitbeelden is hoogstwaarschijnlijk een arend oftewel adelaar, de ‘edele
ouder: qua type past deze in het begin van de 5de eeuw, zoals bijvoorbeeld blijkt 80. vogel’. Die werd geassocieerd met de jacht en omdat jacht een privilege was van
uit objecten in de schat van Hoxne in het British Museum. De afbeelding van een de elite, werd de arend een adellijk symbool, net als paard, jachthond en jacht- of
soortgelijke fibula in een handschrift uit 810 na Chr. wijst erop dat de bloemvorm GE 4492
vleugellans. De adelaar was echter meer dan een symbool; ook de echte jachtvogels
77. lang geliefd bleef. Karolingische bloemvormige broches kennen we ook uit het 475-525 na Chr.
zijn in vroegmiddeleeuwse nederzettingen aanwezig geweest. Daarvan getuigen
Stuttgarter psalter (eerste helft 9de eeuw), gedragen door een dame om de mantel 3,2 x 1,4 cm
e 1926/6.1 de vondst van een arendsklauw in de 7de-eeuwse nederzetting te Leidsche Rijn en
voorop de borst vast te spelden, en de beroemde fibula van Dorestad (zie afb. 1) Gennep
400-450 na Chr. andere botten van de vogel in Houten en Oegstgeest.
3,1 x 2,9 cm heeft, weliswaar veel complexer, ook een bloemvorm.
Nijmegen
Beugelfibula met vijf knoppen
Klinkende munt In de vrouwengraven van Rhenen, en in vrouwengraven in de hele Merovingische
Deze schijffibula ziet eruit als een munt, met een klassieke keizerkop en profil en wereld, worden dit soort grote beugelfibula’s gevonden, meestal in paren. Ze liggen
(resten van) een omschrift. De man draagt een helm en een mantel, die op de in de regel op het onderlichaam, wat weerspiegelt dat ze gedragen werden om
schouder is vastgeknoopt of vastgezet met een ronde fibula. Aan beide zijden van de rok of jurk op het bovenbeen te sluiten. Ze werden dan met het brede gedeelte
de kop zijn letters te zien en het geheel is omgeven door een touwrand en een naar beneden gebruikt, net zoals bijvoorbeeld de Romeinse drieknoppenfibula’s op
parelrand. De bronzen fibula is uitgehamerd, waarschijnlijk op een mal. Het dragen mantels. In dit geval lijkt de kop van de fibula, met vijf stralen die zijn ingelegd met
van dit soort fibula’s straalt tegelijkertijd rijkdom (geld) uit en Romanitas, het kleine rondjes almandijn, op een vogelstaart of waaier. Bij andere varianten van de
Romeins-zijn en de daarmee verbonden loyaliteit aan het gezag van de Romeinse beugelfibula hebben de stralen de vorm van vogelkopjes, en ook het smalle uiteinde
keizer. In deze 5de eeuw, als dat gezag taant en vooral door lokale leiders wordt kan uitgewerkt zijn als een dierenkop. Deze fibula, de helft van een paar, is van
verdedigd, is zo’n fibula best een statement. De muntfibula is in Heerewaarden 81.
verguld zilver. Exemplaren van alleen zilver of alleen brons komen ook voor, zowel
tevoorschijn gekomen uit de uiterwaarden van de Maas; de mooie goudkleur van het Rh 31 Ab met als zonder inleg van almandijn. Op het onderlichaam van vrouwen zijn deze
brons herkennen we als een typisch ‘rivierpatina’. Uit de Maas zijn in de loop van de 485-530 na Chr. beugelfibula’s vaak gevonden samen met grote spinkralen, scharen, geldbuideltjes,
decennia duizenden voorwerpen naar boven gekomen, daterend van de Prehistorie 8,7 x 5,4 cm toiletsetjes en soms bergkristallen bollen in vattingen. Al deze objecten werden
78.
tot in de 19de eeuw. Een deel daarvan was in het water geofferd, zoals groot Rhenen-Donderberg hangend vanaf de riem gedragen en combineerden mooi met de schitterende
k 1936/10.18 bronzen vaatwerk en wapens. Een groter deel lijkt eerder afval dat aan de waterkant fibula’s.
400-600 na Chr. was gestort, met daartussen honderden kleine persoonlijke accessoires, waaronder
diameter 3,1 cm fibula’s, knopen, spelden en kledinghaakjes.
Heerewaarden, uit de Maas Ruiters uit Rhenen
De groepen mensen, die in de 5de tot 8ste eeuw gebruik hebben gemaakt van het
Neergestreken grote grafveld op de Donderberg bij Rhenen, vonden paarden belangrijk. Dat blijkt
Beide fibula’s hebben de vorm van een insect met lange puntige vleugels, die uit het paardentuig en ruiterattributen zoals stijgbeugels en sporen die in diverse
elkaar aan de achterzijde raken. Het zijn cicaden of boomkrekels, waarvan de mannengraven zijn meegegeven, en uit de veertien paardengraven die in het
mannetjes een hoog zoemend geluid maken, door hun lichaam als klankkast grafveld tussen de mensengraven in liggen, overigens zonder een duidelijke relatie
te gebruiken. In de Oudheid werden cicaden, vanwege die extatische zang, tussen man en paard. Paarden waren een fikse investering: ze zijn duur in aanschaf
verbonden met de god Apollo en met Bacchus en de Maenaden. Hun al door 82.
en onderhoud en moeten getraind worden om ze te kunnen berijden. Een paard was
Aristoteles beschreven levenscyclus, waarbij ze uit de aarde omhoog komen, via Rh 152 Ba/Bb dan ook een kostbaar bezit, dat je letterlijk boven de andere mensen plaatste: vanaf
een popstadium vleugels krijgen en dan pas kunnen zingen, maken cicaden tot een 500-550 na Chr. een paard kijk je op hen neer. De ‘ruiteridealen’ van de Rhenenaren blijken ook uit
symbool van wederopstanding en onsterfelijkheid. Die associatie hadden ze ook in 2,1 x 1,9 cm hun sieraden: er is een zilveren fibula in de vorm van een paard uit graf 195 en dit
de Vroege Middeleeuwen. Zo is in het graf van de Merovingische koning Childeric, Rhenen-Donderberg paar verguld zilveren fibula’s in de vorm van ruiters met hun handen aan de teugels.
79. gestorven in 481 in Doornik (België), een mantel gevonden die versierd was met De ruiters zijn heel schematisch weergegeven, met een stomp hoofd boven de rug
M 1898/11.16 en 11.17 honderden gouden cicaden met rood ingelegde vleugels. Uit de Maas is een klein van het paard en een been dat over de rug knikt. Diezelfde schematische weergave
450-550 na Chr. vroegmiddeleeuws gouden schijffibula bekend met een minuscule bronzen cicade zien we bij de enige andere Merovingische ruiterfibula uit Nederland (zie afb. 31),
7,7 x 3,8 en 5,0 x 2,0 cm erop. Ook deze beide Hongaarse cicadenfibula’s stammen waarschijnlijk uit die maar daar is het oog van het paard aangegeven met rood almandijn.
Hongarije periode. Fibula’s in de vorm van insecten zien eruit alsof er een beest op je kleren is
gaan zitten; dat vond men blijkbaar toen ook grappig.

62 63
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Schitterende schijffibula Indiase granaten


Deze ronde schijf heeft in het midden een bolle bronzen knop, met daaromheen Deze fibula in de vorm van een bloem met twaalf bladeren is een van tientallen
acht rechte armen tot aan de rand, die waren ingelegd met elk vier stukjes rood ronde schijffibula’s met rood inlegwerk die in het grafveld van Rhenen zijn
almandijn; de basis van het ontwerp zijn twee elkaar kruisende kruisen. Tussen aangetroffen. Ze werden gevonden in vrouwengraven, vrijwel altijd in paren, die
de armen bevonden zich driehoeken, alternerend rood en groen, zoals blijkt uit op de schouders gedragen werden, met kralensnoeren ertussen (zie afb. 68). Het
de bewaard gebleven drie stukken inlegwerk. Langs de rand loopt een cirkel van inlegwerk bestaat uit dunne plakjes almandijn, een granaat (halfedelsteen) die roze
stukjes rood almandijn, door de armen oversneden, met telkens drie vlakjes tussen tot donkerrood van kleur is. In 2011 zijn alle granaatstukjes in de fibula’s van Rhenen
de armen. Oorspronkelijk bevatte deze fibula dus 60 stukjes almandijn en 4 stukjes onderzocht met behulp van een protonenbeam en speciale microscopen in het
groene steen, terwijl het brons goudkleurig was. Het object, nu vooral lichtgroen laboratorium van de Musées de France onder het Louvre. Daaruit bleek dat het gaat
vanwege het gecorrodeerde brons, schitterde in de Vroege Middeleeuwen in veel om almandijn, afkomstig uit India/Pakistan. Voor een fibula worden uit brokken
rood met gouden lijnen. Het inlegwerk van deze fibula is in 2012 onderzocht. Het 86. granaat plakjes gezaagd op maat voor celletjes die door opstaande randjes zilver
83. groen bleek glas te zijn en het meeste rood almandijn. Bijzonder is echter dat naast Rh 166 A (of brons, of goud) zijn afgebakend. In die celletjes wordt eerste gewafeld goud- of
het almandijn, dat uit India/Pakistan komt en in veel vroegmiddeleeuwse sieraden 555-565 na Chr. zilverfolie aangebracht, wat de schittering van het doorzichtige granaat verhoogt.
b 1966/11.2
is gebruikt, ook pyroop voorkomt, een ander type granaat, in dit geval uit Portugal diameter 3,3 cm Uit het onderzoek bleek ook dat in één fibula, ook als de kleur identiek leek, toch
500-600 na Chr.
of zelfs Nigeria afkomstig. Deze fibula is het enige object dat zowel almandijnen als Rhenen-Donderberg vaak stukjes zitten uit iets verschillende granaten; dat betekent dat de makers een
diameter 3,5 cm
pyropen bevat. Dat lijkt te duiden op een latere reparatie, in de 7de óf de handjevol granaat tot hun beschikking hadden en op kleur sorteerden.
Baflo-Ezinge
20ste eeuw.

Domburg-fibula
Zeepaardje Dit type fibula heeft een korte boog die een tweelobbige kopplaat verbindt met een
Deze kleine fibula in de vorm van een spiegelbeeldige letter S is gedetailleerd plaat die eveneens in een tweelobbige plaat eindigt. Ze dankt haar naam aan drie
uitgewerkt als een soort zeepaardje, met de typische spitse kop aan beide 17de-eeuwse vondsten in het Zeeuwse Domburg en wordt als een ‘gidsfossiel’ voor
uiteinden, zodat de fibula in de lengte ongeveer symmetrisch is. Dit type wordt de 6de eeuw na Chr. beschouwd. Vondsten kennen we uit heel Nederland, zoals
‘zeepaardfibula’ genoemd en komt maar één keer voor in het grafveld van bijvoorbeeld dit exemplaar uit een terp in het Groningse Winsum en een grafgift uit
Rhenen. Fibula’s in de vorm van een letter S komen in daarin ook voor, maar in Rijnsburg (RMO h 1913/11.41). De meeste zijn van brons, maar deze is van messing
de regel zonder koppen; die heten S-fibula. Zeepaarden of hippocampi zijn als en versierd met ingeponste driehoekjes en puntlijnen. Opvallend is het geboorde
maritieme versie van gewone paarden en bereden door zeewezens, een populair 87. gaatje, dat waarschijnlijk gebruikt is om een ketting aan vast te maken. Een
motief in Romeinse mozaïeken en wandschilderingen, vooral in badgebouwen. Domburg-fibula uit Uitgeest was de inspiratie voor het paar Domburg-fibula’s dat
b 1913/11.13
Die zien er echter meer uit als paarden met toevallig een vissenstaart, terwijl deze de gereconstrueerde vroegmiddeleeuwse ‘Hilde’ in het Huis van Hilde in Castricum
575-650 na Chr.
vroegmiddeleeuwse versie echt op een zeepaardje lijkt, met de omlaag gekrulde draagt, op de schouders, met daar tussenin afhangende kralensnoeren. In Wijk bij
84. 5,3 x 1,8 cm
snuit en een omhoog gekrulde staart. De fibula is van brons en gegoten in een mal, Duurstede is op site De Geer een mal voor dit type fibula opgegraven, die duidelijk
Winsum, terp
Rh 608 A in serieproductie dus. Mallen voor vroegmiddeleeuwse fibula’s zijn maar zelden maakt dat ze in ieder geval daar (ook) zijn geproduceerd.
525-625 na Chr. teruggevonden, maar een hele groep 6de-eeuwse mallen van site Groignon in
2,9 x 1,5 cm Namen (België) toont aan dat gieters diverse fibulatypes en andere kleine metalen
Rhenen-Donderberg objecten tegelijk maakten, in lossende (dubbele) mallen. Luxe uit het Rijnland
Deze schijffibula heeft een verhoogd middendeel en is versierd met cirkels in
goudfiligraan en kleine steentjes in kruisvorm: de vier rode stenen vormen een kruis
Schijf van Rijnsburg met gouden strips ertussen, terwijl de vijf blauwe driehoekjes daar in kruisvorm
In 1913 werd in Rijnsburg een grafveld verstoord bij het omspitten van een stuk haaks op staan. De fibula behoort tot een groep van zo’n 350 objecten afkomstig
tuinbouwgrond. Daaruit kwamen prachtige voorwerpen naar boven, waaronder uit een grafveld in Niederbreisig bij Andernach (tussen Bonn en Koblenz). Dat
de befaamde ‘gesp van Rijnsburg’, die is ingelegd met almandijn en blauw email is uitgegraven in 1890 en vanaf 1892 verkocht. Het Rijksmuseum van Oudheden
en versierd met goudfiligraan. De gesp stamt uit een mannengraf en is in Kent kocht op de eerste veiling, in november 1893 in Bonn, zo’n 350 van de aangeboden
(GB) gemaakt, wat getuigt van contacten op hoog niveau over het Kanaal in deze ‘Frankisch-Römische Antiquitäten herstammend aus den Ausgrabungen des
periode. Deze fraaie schijffibula stamt uit een vrouwengraf in hetzelfde grafveld. Niederbreisiger Todtenfeldes’. Op de veilingen werden ook aankopen gedaan door de
De schijf bestaat uit drie concentrische cirkels, alle ingelegd met almandijn. musea van Frankfurt, Mannheim, Berlijn en Bonn; er is geschat dat totaal meer dan
De buitenste cirkel bevatte oorspronkelijk 24 stukjes email, waarvan er nu vijf 1000 voorwerpen zijn verhandeld. In 1910 werd uit de nalatenschap van de vinder
missen; op een van de lege plekken is het gewafelde folie zichtbaar dat onder de 88. nog eens een groep van meer dan 400 objecten verkocht aan J. Pierpont Morgan
granaatstukjes is gelegd om de schittering te verhogen. De middelste cirkel bevat 17 in New York. In Leiden bevinden zich uit Niederbreisig, als deel van de collectie
M 1931/2.5
stukjes almandijn (één grote neemt de plaats van twee in; er waren er waarschijnlijk Oud-Europa, naast deze mooie fibula veel bronzen sieraden en riemonderdelen, en
85. 600-650 na Chr.
18 gepland) en vier halfcirkelvormige vakjes met waarschijnlijk alternerend wit en daarnaast wapens, werktuigen, kralensnoeren en vaatwerk. De voorwerpen werden
diameter 3,6 cm
h 1913/4.1 groen glas, die als uiteinden van een kruis functioneren. De binnenste cirkel bevat gekocht om een vroegmiddeleeuwse collectie te vormen; in Nederland waren toen
Niederbreisig (Duitsland)
525-650 na Chr. vier stukjes almandijn die een kruis vormen, afgewisseld met om en om blauwe nog geen grote grafvelden gevonden. Later zouden in bijvoorbeeld Maastricht
diameter 3,2 cm en groene halve cirkels, die met elkaar ook een kruis vormen. De randjes tussen de en Wijchen ook dit soort ‘hoedvormige’ schijffibula’s met filigraan en steentjes
Rijnsburg-De Horn cellen met glas of granaat zijn van zilver, net als de achterplaat. Dit soort fibula’s opgegraven worden.
wordt wel gezien als een subtiele uiting van christendom.

64 65
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Schijffibula met vogelkoppen Raar gezicht


Aan de Fazantlaan in het Brabantse Bergeijk werd in 1957-58 een vroegmiddeleeuws Schijffibula’s met een gezicht zijn vaak zogenaamde pseudo-muntfibula’s: de
grafveld aangetroffen. De familie Van Daalen, die het in hun tuin vond, bleef schijf is gebaseerd op een munt (zie afb. 78). Deze fibula, die in 1991 met een
eigenaar van de vondsten tot 2012, toen de inhoud van de 117 graven aan het metaaldetector is gevonden in de polder van Heerewaarden/Hooge Waard, bij
Rijksmuseum van Oudheden werd nagelaten. Een van de bijzondere objecten is het oude St. Andries, is uniek. De meeste gezichten op fibula’s zijn van de zijkant
deze grote vergulde schijffibula met inlegwerk. Hier is alleen de bovenplaat te zien, afgebeeld, dus en profil, maar deze toont het gezicht recht van voren, en face: deze
maar de onderkant met speld is ook bewaard; de drie gaten tonen de plaatsen van fibula kijkt je aan. Bovendien is het een vreemd hoofd, met lang haar dat ook de
de nageltjes. Op de achterzijde zijn textielresten bewaard. De schijf is voorzien van ogen omvat, een brede mond en een baard of kraag onderaan. Het schematisch
een witte cirkel met daaromheen filigraandraadversieringen en drie figuren van lijnen-gezicht is met enkele stippen gevat in een cirkel, die omgeven wordt door
almandijn en wit glas. Die drie zijn die aan hun kromme snavels als roofvogels te drie concentrische cirkels met daartussen ook weer cirkels van stippen. Dit alles
herkennen, waarschijnlijk adelaars, die in deze tijd een geliefd motief waren. Dit type is vanaf de andere zijde uitgehamerd en de gouden schijf is tenslotte bevestigd
89. schijffibula met vogelkoppen is in Nederland ook in Borgharen en Rhenen gevonden, 92. op een ijzeren fibula met wederom een parelrand. De stijl van het gezicht doet
en kent verder een verspreiding in België, Noord-Frankrijk en Zuid-Duitsland, met Scandinavisch aan en er is wel gesuggereerd dat het hier om het gezicht van Wodan
k 2012/7.65.e1 k 1992/3.1
de zuidelijkste in Zwitserland. Opvallend bij deze uit Bergeijk is dat de vogels vrij zou gaan, gebaseerd op munten uit deze tijd (sceatta’s) met een gezicht en face
600-650 na Chr. 625-725 na Chr.
schematisch zijn en de filigraanversiering ronduit knullig, alsof we te maken hebben dat lang als Wodan is beschouwd. Maar recent onderzoek van Anna Gannon toonde
diameter 3,2 cm diameter 3,1 cm
met een luxe fibula (goud met granaat) maar in een B-kwaliteit. Deze fibula toont aan dat met het gezicht op die munten vrij zeker Christus is bedoeld; dat zou bij
Bergeijk-Fazantlaan Heerewaarden, uit de Maas
dat het handelsnetwerk van de Vroege Middeleeuwen zich niet beperkte tot de deze fibula, die net als de munten van rond 700 na Chr. dateert, ook het geval
grote plaatsen aan de rivieren, maar dat ook kleine ‘boerendorpen in de provincie’ kunnen zijn.
toegang hadden tot luxe.

Gouden fibula van Wieuwerd


Christelijke fibula? Deze gouden plaat is het grootste voorwerp in de goudschat van Wieuwerd,
Deze fibula dateert waarschijnlijk uit de 8ste eeuw en is een van de weinige sieraden gevonden in 1866 en bestaande uit 37 gouden sieraden, vooral hangers, maar ook
met mogelijk christelijke motieven: op de twee grote schijven aan weerszijden van ringen en oorhangers. Op grond van vergelijking met andere fibula’s uit Friesland,
de brug zijn duidelijke kruisen ingesneden. Omdat de fibula voor een gelijkarmige erg uit Hogebeintum en Wijnaldum, lijkt dit de voetplaat van een grote fibula van het
groot is (5 cm lang) waren die kruisen toentertijd goed te zien. De fibula werd in mei type disc-on-bow te zijn, met een driehoekige voet, een rechthoekige kopplaat en
2011 door Cees Ouwehand met een metaaldetector gevonden, in een hoop grond die een schijf op een boog daartussen. Aan de bovenkant van deze plaat zijn resten
was afgegraven was voor de bouw van een nieuwe school in Werkhoven (bij Bunnik). te zien van de aanhechting van een ander deel, dat is afgebroken. De plaat komt
Vanwege het unieke karakter heeft de vinder de fibula aan het Rijksmuseum van echter ook overeen met grote gespen uit dezelfde tijd, zoals de gesp van Dronrijp,
90.
Oudheden geschonken. Op het groen geworden brons zijn mogelijke sporen van en het is niet uit te sluiten dat dit voorwerp een gespplaat is geweest. De plaat loopt
f 2015/1.1 vergulding zichtbaar. Gelijkarmige fibula’s zijn typerend voor de Karolingische taps toe en heeft vijf bolle hoogtes, met daartussen prachtige vlechtpatronen en
600-750 na Chr. periode en zijn in de basis heel simpel, namelijk een beugeltje in het midden met 93. daaromheen diverse sierranden van gouddraad, deels filigraandraad (van bolletjes
5,0 x 2,5 cm aan beide zijden een zelfde arm. Ze komen voor van heel klein (zie afb. 91) tot vrij gemaakt). Het vakmanschap van deze voetplaat is ongekend. De grote luxe disc-
BnW 5
Werkhoven groot, in diverse materialen en met diverse, vaak ingesneden versiering. Ze werden on-bow brooches komen veel voor in Groot-Brittannië en Scandinavië. De Friese
630-640 na Chr.
gebruikt om twee gelijke delen kleding aan elkaar te spelden. exemplaren worden in verband gebracht met Friese koningen, maar de godin Freya
8,2 x 4,3 cm
op een zilveren hanger uit Östergötland (nu in het Historisch Museum in Stockholm)
Wieuwerd, terp
draagt zo’n fibula. Deze hanger geeft aan dat dit type fibula door vrouwen werd
Van de fruitveiling gedragen, horizontaal voor op de borst.
In 2007-2008 is in Wijk bij Duurstede een opgraving uitgevoerd op het zogenaamde
‘Veilingterrein’. Het was bekend dat daar nog een stuk van het Karolingische
Dorestad lag, dat in de grote opgravingscampagnes van de jaren 1960-70 niet Pressblech uit Putten
kon worden onderzocht vanwege de fruitveiling die er stond. Het was een unieke In Putten werd, kort voor de Tweede Wereldoorlog, een grafveld opgegraven uit
kans om met de huidige technische mogelijkheden onderzoek nog een stukje de 7de en 8ste eeuw na Chr. Het is een van de weinige grafvelden in Nederland
Dorestad te kunnen opgraven. Daarbij bleek vooral dat het standaard gebruik van waar christelijke objecten zijn gevonden, zoals een kruisje dat uit een bronzen
91.
een zeefinstallatie zorgde voor het vinden van bijvoorbeeld kleine stukjes glas en munt is geknipt. Het Puttense grafveld is een zogenaamd rijengrafveld, waarin
WD 953.1.926 kraaltjes. Het standaard toepassen van de metaaldetector was goed voor vele de graven naast en achter elkaar in rijen zijn gelegd, allemaal in dezelfde richting
600-750 na Chr. metaalvondsten, waaronder een heel arsenaal aan Karolingische munten. Tussen (oost-west). De meeste graven bevatten bijgiften zoals wapens en sieraden.
2,2 x 1,0 cm de sieraden van het Veilingterrein, gevonden met de detector, bevond zich deze Het vroegmiddeleeuwse grafveld van Putten heeft, net als dat van Rhenen,
Wijk bij Duurstede-Veilingterrein minuscule zilveren gelijkarmige fibula, waarvan de uiteinden versierd zijn met twee directe parallellen in Duitsland en de studie van deze periode is sterk door Duitse
krullen die naar de middenlijn gericht zijn. Het is een verder onbekend variant van archeologen vormgegeven; vandaar de vele Duitse termen voor objecten en details.
de gelijkarmige fibula’s, die aan weerszijden van de smalle brug gelijkvormige armen 94. Deze schijffibula is gemaakt van zogenaamd Pressblech, dunne bronsplaat die met
hebben, en veel voorkomen van de 7de tot de 9de eeuw. e 1940/1.126 behulp van een stempel versierd is. Het stempel toont een vlechtmotief met spiralen.
670-675 na Chr. Op de achterkant van de fibula zijn resten van textiel bewaard, waarschijnlijk van
diameter 4,0 cm de kleding waarop de fibula was vastgespeld. De inwerking van metaal, zoals van
Putten-Huinerveld fibula’s, gespen en wapens, heeft in vroegmiddeleeuwse grafvelden kleine stukjes
textiel, hout en leer geconserveerd, die normaal zouden vergaan.

66 67
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Pseudo-camee Limburgse heilige


Deze broche uit Dorestad bestaat uit een ovale bronzen rand met sporen van Bij de laatste objecten in Nederland die we tot de fibula’s rekenen, zijn platte
vergulding, die een ovaal stuk glas met daarop bolletjes, een kruis en een soort kam schijfjes met één of twee personen, die ten halve lijve zijn afgebeeld en aan een
omvat. Dit glazen object wordt een ‘pseudo-camee’ genoemd en geduid als een nimbus om hun hoofd als heilige herkenbaar. De persoon of personen zijn in email
goedkopere nabootsing van een edelsteen met een voorstelling (camee), die ook in uitgewerkt in bronzen cellen, die goudkleurige lijnen tussen het de gekleurde
een vatting kon worden gezet. Dit soort ‘glazen edelstenen’ is erg zeldzaam, maar vlakken email vormden. De heiligen zijn zeer schematisch afgebeeld, en lijken
Dorestad heeft er drie, volgens de Noorse glasspecialist Bjarne Gaut meer dan waar miniatuurversies van de eerste heiligen in glas-en-lood, zoals we ze kennen uit
ook ter wereld. Slechts één van die drie is nu nog gezet in een vatting met een speld, bijvoorbeeld de kloosters van Jarrow (7de eeuw) en San Vincenzo al Volturno (9de
zodat deze als fibula kan worden gedragen. Het ligt echter voor de hand dat ook de eeuw). Wanneer twee heiligen samen zijn afgebeeld, gaan we ervan uit dat de
andere pseudo-cameeën ooit als fibula zijn gebruikt. Het patroon van de bolletjes ‘topheiligen’ Petrus en Paulus zijn bedoeld. Zij zijn de beschermheiligen van Rome
95. en strepen is bij elke pseudo-camee anders; dit patroon doet sommigen denken en zo’n fibula zou ook als een pelgrimsinsigne kunnen worden geduid. Zo’n fibula is
WD 368.1.6 aan een ver geschematiseerde portretkop, maar anderen aan Karolingsiche munten 98. in Nederland gevonden in het overstoven dorp Kootwijk op de Veluwe, dat dateert
700-800 na Chr. met een tempeltje en kruis. De Dorestadse pseudo-cameeën hebben parallellen in uit de 10de-11de eeuw. Wanneer één heilige is weergegeven, zoals op deze fibula
l 1970/7.1
3,6 x 2,7 cm bijvoorbeeld Kaupaung (Noorwegen) en Bitburg (Duitsland), wat de reikwijdte van uit Kinkhoven, gelegen in Limburg aan de Napoleonsbaan vlakbij Neer, zou het
750-850 na Chr.
Wijk bij Duurstede-De Heul het Karolingische handelsnetwerk aangeeft. eveneens om Petrus en Rome kunnen gaan, maar dat is niet zeker: het kan in
diameter 2,6 cm
principe elke heilige of bisschop zijn. Oorspronkelijk waren de nimbus en mantel in
Kinkhoven
blauw, de handen in geel, en het gezicht in wit email.

Britse ringfibula
Deze fibula of ringbroche, die bestaat uit een net niet gesloten cirkel met een lange, Karolingische kussenfibula
rond te schuiven pin, is een zogenaamde ‘Celtic’ of ‘penannular brooch’. De cirkel Deze rechthoekige spelden met een geschulpte rand rondom een kleurvlak worden
heeft twee driehoekige, platte uiteinden met daarbinnen vlechtwerkpatronen en naar hun vorm ‘kussenfibula’ genoemd. Ze zijn typerend voor de Karolingische
boven de driehoeken vlechtwerk in de vorm van ineengestrengelde dieren met periode en worden als ‘gidsfossielen’ van het Karolingische handelsnetwerk
koppen aan beide korte kanten. Daarbovenop ligt aan beide zijden een kam in de beschouwd. Voor de Zweedse archeoloog H. Stolpe, in 1880 op bezoek bij de
vorm van een dier, die aansluit op een opengewerkt dier met de kop gebogen naar beendergravingen in Wijk bij Duurstede, waren het deze kussenfibula’s die hem
de ring. Het deel van de ring waar de dieren op staan, is net als de knoppen in de overtuigden dat hier een Karolingische stad en dus Dorestad werd verwoest. Hij
driehoeken versierd met kleine bolletjes. De lange speld is ruim om de ring gebogen kende deze spelden immers uit 9de-eeuws Birka (Zweden), waar ze in graven
96. en het brede omgebogen deel is versierd met florale motieven, twee aan twee naar als sets voorkomen en als importstukken van het continent werden gezien. De
binnen gericht. De speld werd door de kleding gestoken en door het gat in de ring, kussenfibula’s figureren dan ook op een afbeelding uit 1890 met vondsten van
T 1962/5.1 99.
waarna de ring een kwartslag rondgedraaid werd, zodat de speld vastzat. Voordeel Dorestad. Naast in het handelscentrum Dorestad zijn kussenfibula’s in Nederland
700-900 na Chr. van het model is dat je de naald onafhankelijk kunt bewegen en daarom door heel h 1959/9.7 nauwelijks gevonden, behalve twee stuks uit Rozenburg, waarvan dit de mooiste en
8, 4 x 6,2 cm dikke stof steken. Deze ‘pennanular brooch’ komt uit Groot-Brittannië, maar de 800-850 na Chr. grootste is. Het kleurvlak, bij elke kussenfibula anders, bestaat hier uit een gele ruit
Ierland? precieze vindplaats is onbekend; we denken Ierland of Schotland. De speld is gekocht 3,0 x 2,2, cm met vier rode cirkels met wit ertussen en blauw aan weerszijden. Het inlegwerk is
voor de collectie Oud-Europa; ondanks de ook nu nog zeer gewaardeerde Keltische Rozenburg email: gemaakt van aangelengd kleurpoeder, dat in de celletjes wordt gesmolten.
dierstijl en ornamenten is de fibula slechts één keer eerder uit depot geweest. De rode vlakjes zouden bessen kunnen zijn; het email in sieraden uit deze periode
lijkt vaker op boompjes met vruchten. Maar er is in de combinatie van de gele ruit
met het rood ook een kruisje gezien. De bronzen rand toont sporen van vergulding.
Breekbare schildpad
Het is typisch voor een culturele smeltkroes als Dorestad dat er ‘mengstijlen’
ontstaan. Dat zie je vooral terug in de sieraden die in Dorestad zijn gevonden. Veel Kruisje uit de Maas
daarvan zijn Frankisch, sommige Scandinavisch, en sommige lijken nagemaakt Deze kleine schijffibula heeft de vorm van een zevenpuntige ster met daarbinnen
naar Scandinavische voorbeelden, maar dan met een Frankische draai eraan. een veelhoekige vlak met een ingesneden kruisvorm. De zeven punten van de
Een voorbeeld is deze grote ovale bronzen mantelspeld, een zogenaamde ster en de vier vlakken rondom het gelijkarmige kruis zijn voorzien van punten,
‘schildpadfibula’ omdat ze lijkt op het schild van een schildpad. De ingekraste die waarschijnlijk oorspronkelijk waren ingelegd met email. De fibula, met het zo
versiering deelt de fibula symmetrisch in vieren, waarbij de lijnen banden vormen herkenbare goudkleurige rivierpatina, is deel van een grote groep kleine objecten,
van dierpatronen en plantmotieven. In Scandinavië werden dit soort schildfibula’s die is opgebaggerd met een zandzuiger uit een uiterwaard van een (na kanalisatie)
97. gedragen door vrouwen op beide schouders, waar de jurk aan de schouderbanden dode tak van de Maas bij Alem. De vindplaats bevond zich ongeveer recht tegenover
werd vastgezet. Deze karakteristieke Vikingfibula’s zijn vaak zwaar en stevig; ze zijn de steenfabriek aldaar. De voorwerpen zijn aangekocht bij A.J. Sprik te Zaltbommel
WD 771.2.38
meestal van zilver gemaakt, maar vergulde en bronzen exemplaren komen ook voor. en hun datering is niet uit de vondstomstandigheden af te leiden. Het type is echter
750-800 na Chr. 100.
De versiering is er bijna altijd in reliëf gegoten, terwijl die van de schildpadfibula van zeer herkenbaar als een christelijk draagspeldje, dat meer decoratief dan functioneel
9 x 5,5 cm
Dorestad is ingekrast. Bovendien is ‘onze’ schildpadfibula heel dun en kwetsbaar, k 1953/10.5 is. Dit type kleine kruisfibula behoort tot de jongste types fibula die in Nederland
Wijk bij Duurstede-De Geer
bijna te fragiel om te gebruiken; alleen de slijtage bewijst dat de fibula toch 850-1000 na Chr. worden gevonden; ze zijn er vanaf de Late Karolingische tijd tot in de Ottoonse
is gedragen. De Dorestadse schildpad lijkt dus gebaseerd op Scandinavische diameter 1,2 cm periode. We gaan ervan uit dat deze kruisjes een subtiele christelijke boodschap
voorbeelden, maar is duidelijk lokaal gemaakt. Op dit soort manieren werd de mode Alem, uit de Maas geven. In het Stuttgarter psalter, een handschrift uit de eerste helft van de 9de
‘vertaald’. eeuw, zijn op diverse bladzijden mannen te zien die ronde fibula’s met een kruisje
dragen.

68 69
Fibula's: vondsten, vormen & mode

Om verder te lezen

101. Vrijheidsbeeld met fibula, Over fibula’s in het algemeen


New York, 1886. R. Heynowski, Fibeln erkennen bestimmen beschreiben (Bestimmungs-
Foto: Getty Images / Thinkstock
buch Archäologie 1), München 2012.
Jane F. Kershaw, Viking Identities: Scandinavian Jewellery in England,
Oxford 2013.
D.F. Mackreth, Brooches in Late Iron Age and Roman Britain,
Oxford 2011.
T.F. Martin, The Cruciform Brooch and Anglo-Saxon England,
Woodbridge 2015
R. Müller & H. Steuer, Fibel und Fibeltracht, Berlijn/Boston 2011.
S. Prolongeau-Wade, Voyage au pays des fibules, Parijs 2008.
E. Swift, Roman Dress Accessories (Shire Archaeology), Londen 2008.

Over fibula’s in Nederland


H.J.H. van Buchem, De Fibulae van Nijmegen, Nijmegen 1941.
J.K. Haalebos, De fibulae uit Maurik, Leiden 1986 (OMROL
supplement 65).
S. Heeren & L. van der Feijst, Prehistorische, Romeinse en middeleeuw-
se fibulae uit de Lage Landen. Beschrijving en analyse van het gebruik en
de betekenis van een archeologische vondstgroep,
Amersfoort 2017.
A. Willemsen, Gouden Middeleeuwen, Nederland in de Merovingische
wereld, 400-700 na Chr., Zutphen 2014.

Over fibula’s in de kunst


R.R. Gerharz, Fibeln aus Afrika, Saalburg Jahrbuch 43 (1987) 77-107.
S. Hoss, Of brooches and men, in: S. Hoss & A. Whitmore, Small
Finds and Ancient Social Practices in the Northwest Provinces of the
Roman Empire, Oxford 2016, 35-53.
K. Parlasca & H. Seemann, Augenblicke, Mumiemportäts und ägypti-
sche Grabkunst aus römischer Zeit, München 1999.
Vince Van Thienen, A symbol of Late Roman authority revisited: a
sociohistorical understanding of the crossbow brooch, in: N. Roy-
mans, S. Heeren & W. de Clerq (red.), Social Dynamics in the North-
west Frontiers of the Late Roman Empire, Amsterdam 2017, 97-126.

70

You might also like