You are on page 1of 5

Opdracht 2- Sociale veiligheid

Notitie: 11-1-21 Calvijn college Kerkpolder.


Inhoudsopgave:
1- Veiligheidsbeleidsplan Calvijn College
2- Lesobservaties

1- Veiligheidsbeleidsplan
Wat wordt er in het veiligheidsbeleidsplan van het Calvijn college gezegd over:
1. Radicalisering/Polarsatie (Versterken van tegenstellingen): -
2. Pesten: Maak aan de leerlingen duidelijk dat signalen van pesten (iets anders dan
plagen!) doorgegeven moeten worden aan de docent. Leg uit dat dit geen klikken is.
De mentor heeft hierin een eerste taak. - Laat dit onderwerp regelmatig onderdeel
uitmaken van het gebed in de klas en in de personeelskamer. - Personeel en
leerlingen noemen leerlingen niet met een bijnaam die als kwetsend ervaren kan
worden. - Personeel en leerlingen maken geen opmerkingen over kleding en/of
uiterlijk die als kwetsend ervaren kunnen worden. - Een protocol hoe het pesten kan
worden voorkomen, wordt regelmatig in het mentorenoverleg doorgenomen. - Indien
de docent pesten heeft gesignaleerd: - geeft hij duidelijk en ondubbelzinnig aan dat
hij dergelijk gedrag verafschuwt en afkeurt op grond van Bijbelse normen en
waarden en weet dit ook toe te lichten; - probeert hij zicht te krijgen op de oorzaak,
de omvang van het pestgedrag en de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer; -
probeert hij het invoelend vermogen van de pester en de ‘zwijgende meerderheid’ te
vergroten (“als jij nu eens gepest werd...”); - brengt hij het probleem in tijdens de
deelteamvergadering en wordt er vervolgens overgegaan naar een plan van aanpak;
- stelt hij de ouders/verzorgers van de betrokkenen (pester, gepeste) op de hoogte
en geeft aan hoe de school dit probleem gaat aanpakken.
3. Sociale media: Ons beleid is ‘Thuis of in de kluis’. Het liefst zien we dat onze
leerlingen hun mobiele communicatiemiddelen thuis laten. Maar als de
leerling besluit zijn mobiele communicatiemiddelen mee naar school te nemen
verwachten we van hem dat hij deze communicatiemiddelen direct na het
arriveren op school opbergt in zijn kluisje. Als hij van school vertrekt is zijn
laatste handeling het uit het kluisje halen van zijn mobiele
communicatiemiddelen.
4. Agressie en geweld: Wij onthouden ons van elke vorm van agressie, geweld en/of
seksuele intimidatie.
5. Discriminatie:De leerlingen en hun ouders/verzorgers worden gelijkwaardig
behandeld. - Er wordt geen discriminerende taal gebruikt. - Er wordt zorg voor
gedragen dat er in school geen discriminerende teksten en/of afbeeldingen
voorkomen op posters, in de schoolkrant, in te gebruiken boeken e.d. - Er wordt op
toegezien dat leerlingen en ouders/verzorgers ten opzichte van medeleerlingen en
hun ouders/verzorgers geen discriminerende houding aannemen in taal en gedrag. -
De medewerker neemt duidelijk afstand van discriminerend gedrag en maakt dit ook
kenbaar. - Bij discriminatie door personeel wordt het personeelslid door de
teamleider uitgenodigd voor een gesprek. Bij het herhaaldelijk overtreden van de
gedragsregels wordt melding gedaan bij de locatiedirectie en in het uiterste geval bij
het College van Bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke disciplinaire
maatregelen er worden genomen. - Bij discriminatie door vrijwilligers, stagiaires,
ouders/verzorgers en/of leerlingen worden deze door de locatiedirectie uitgenodigd
voor een gesprek. Bij herhaaldelijk overtreding van de gedragsregels wordt melding
gedaan bij het College van Bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke
maatregelen er worden genomen. In het uiterste geval kan hierbij gedacht worden
aan schorsing of verwijdering/ontzegging van betrokkene tot de school en het
schoolterrein.
6. Seksueel gedrag: Het personeel onthoudt zich van seksistisch taalgebruik, seksueel
getinte grappen, toespelingen en van een manier van aanspreken die door leerlingen
en/of andere bij de school betrokkenen als seksistisch kan worden ervaren. - Het
personeel ziet er tevens op toe dat het bovenstaande niet gebezigd wordt tussen
leerlingen onderling. - Het personeel onthoudt zich van seksistisch getinte
gedragingen, of gedragingen die door leerlingen en/of andere bij de school
betrokkenen als zodanig kunnen worden ervaren en ziet er tevens op toe dat
dergelijke gedragingen niet voorkomen tussen leerlingen onderling. - Het personeel
draagt er zorg voor dat binnen de school geen seksueel getinte affiches, tekeningen,
artikelen, in bladen (o.a. schoolkrant) e.d. worden gebruikt of opgehangen die
kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde sekse. - De school ziet erop toe, dat er
door leerlingen en docenten kleding wordt gedragen die geen aanleiding kan geven
tot vormen van seksuele intimidatie.
7. Seksuele diversiteit: Wij belijden dat de Wet van God gegeven is tot beteugeling en
bescherming van het individu. Wij discrimineren dan ook niet op grond van geslacht,
geaardheid, geloof en ras, maar wij accepteren niet elk gedrag.
8. Burgerschap:-
9. Calamiteiten:-

In het beleidsplan (Goes, augustus 2020) staat: De vertrouwenspersonen klachtenregeling


vormen het meldpunt voor personeel, leerlingen en ouders/verzorgers die incidenten willen
melden. Dit is dus een manier om incidenten te signaleren.
2- Lesobservaties

3 concrete observatiepunten:
1. Zitten aan elkaars spullen
2. Nare opmerkingen over en weer
3. Sociale manier samenwerken

Voor deze opdracht heb ik 1 dag met een klas meegelopen. Ik heb gezien dat er best veel
aan elkaars spullen gezeten werd. Ook als iemand even weg was werd er aan zijn spullen
gezeten. Ik hoorde best wat nare opmerkingen (jij hebt geen vrienden, turk..). Vooral richting
1 persoon. Er werd door een groot gedeelte van de klas wel op een sociale manier
samengewerkt, maar er waren ook lln die naar de ander kant van de klas begonnen te
roepen.

Interviews:

Interview 1
Af te nemen bij 2 leerlingen

1. Wat doen docenten als er sprake is van pesten?


Meestal gaan ze met de klas praten en afspraken maken. Dit is meestal de mentor.
2. Wat doe jij als je ziet dat iemand gepest wordt?
Nog nooit gezien.
3. Wat doen anderen als er gepest wordt?
Meestal doen ze niks.
4. Waar kunnen leerlingen hulp krijgen als ze gepest worden?
Bij de mentor.
5. Ervaar jij voldoende veiligheid (pesten, discriminatie, agressie, seksuele
diversiteit, cyberpesten)?
Ik voel me veilig.
6. Kun jij één situatie beschrijven wanneer er gepest werd (op welke manier)?
Meestal geniepig, als anderen het niet zien. Snel iets gemeens zeggen als docent
niet ziet.

1. Wat doen docenten als er sprake is van pesten?


Die gaan met slachtoffer en pester in gesprek.
2. Wat doe jij als je ziet dat iemand gepest wordt?
Ik zou kijken wat er aan de hand is en aan mensen vragen die erbij staan wat er
gebeurt.
3. Wat doen anderen als er gepest wordt?
Je hebt mensen die niks doen. je hebt er ook die die persoon niet mogen en mee
gaan pesten.
4. Waar kunnen leerlingen hulp krijgen als ze gepest worden?
Bij de mentor.
5. Ervaar jij voldoende veiligheid (pesten, discriminatie, agressie, seksuele
diversiteit, cyberpesten)?
Ik voel me veilig.
6. Kun jij één situatie beschrijven wanneer er gepest werd (op welke manier)?
1 persoon ging tegen een groep personen.

Interview 2
Mentor

1. Wat doen mentoren aan pestpreventie?


Veel observeren. Op de introductiedag (eerste dag klas 3) zie je heel veel. Je ziet wie
de zwakke leerlingen zijn en wie de opperhoofden. Veel luisteren is belangrijk en
vragen bij collega’s. Mail uitzetten onder collega’s; hoe gaat het met mijn
mentorklas? Wat valt er op? Gaat het goed? Welk gedrag vertonen sommige
leerlingen? Werk je iets?
2. Hoe signaleren mentoren (cyber) pesten?
Ik zit bewust niet in de groepsapp. Ik wil gewoon niet weten wat er allemaal gezegd
wordt en meestal heeft de klas daarnaast toch nog een groepsapp waar ik niet in zit.
Kijken wat er gebeurt in de les. Laat ze even gaan als ze binnen komen.
WV is kwetsbaar, huilen, gesloten. K is pester. E en J wisten niet goed hoe ze met
hem om moesten gaan.
3. Wat doet u als er sprake is van pesten in uw mentorklas?
Ik heb dan gesprekken met individuele leerlingen, maar probeer het er ook over te
hebben tijdens mentoruur.
4. Kent u het pestprotocol? Ja
5. Weet u wat erin staat? Ja, het ligt al een paar jaar in de kast. Mentor is spil. weet
wat erin staat over rol mentor
6. Weten mentoren waar ze hulp kunnen krijgen?(Interne zorgstructuur, de
anti-pest coordinator). Ja weet ik. Bij Alides Jansen en André Jansen.
7. Wat doet u met de klas als er leerlingen buiten de groep vallen of als het in de
klas onveilig is?
In gesprek. Collega’s op de hoogte houden
8. Zou ik een keer bij u kunnen observeren? (4e uur?) Jazeker!

Verslag interview
Deze klas is sociaal onveilig. Er wordt gepest. Kwetsbare en gesloten leerlingen vallen
buiten de groep. Soms lijkt het alsof de pester zelf gepest worden omdat hij pestgedrag
uitlokt.
De sociale veiligheid op mijn stageschool is in orde. Het is algemeen bekend dat leerlingen
van de Kerkpolder gemiddeld meer illegale producten bij zich hebben dan op een andere
locatie, maar hier wordt goed op ingespeeld. Er is veel hulp en zorg voor leerlingen die extra
zorg nodig hebben.
Ik heb geleerd dat een situatie soms niet is wat het lijkt. Ik was in de veronderstelling dat de
pester gepest werd (zo zag het eruit), maar hij was de uitlokker. Doordat ik in gesprek ging
met de mentor ben ik hier achter gekomen. Dit neem ik ook mee voor mijn verdere
loopbaan; valt je iets op, vraag of meld dit dan bij/aan de mentor.

You might also like