Professional Documents
Culture Documents
Opdracht 2 - Sociale Veiligheid
Opdracht 2 - Sociale Veiligheid
1- Veiligheidsbeleidsplan
Wat wordt er in het veiligheidsbeleidsplan van het Calvijn college gezegd over:
1. Radicalisering/Polarsatie (Versterken van tegenstellingen): -
2. Pesten: Maak aan de leerlingen duidelijk dat signalen van pesten (iets anders dan
plagen!) doorgegeven moeten worden aan de docent. Leg uit dat dit geen klikken is.
De mentor heeft hierin een eerste taak. - Laat dit onderwerp regelmatig onderdeel
uitmaken van het gebed in de klas en in de personeelskamer. - Personeel en
leerlingen noemen leerlingen niet met een bijnaam die als kwetsend ervaren kan
worden. - Personeel en leerlingen maken geen opmerkingen over kleding en/of
uiterlijk die als kwetsend ervaren kunnen worden. - Een protocol hoe het pesten kan
worden voorkomen, wordt regelmatig in het mentorenoverleg doorgenomen. - Indien
de docent pesten heeft gesignaleerd: - geeft hij duidelijk en ondubbelzinnig aan dat
hij dergelijk gedrag verafschuwt en afkeurt op grond van Bijbelse normen en
waarden en weet dit ook toe te lichten; - probeert hij zicht te krijgen op de oorzaak,
de omvang van het pestgedrag en de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer; -
probeert hij het invoelend vermogen van de pester en de ‘zwijgende meerderheid’ te
vergroten (“als jij nu eens gepest werd...”); - brengt hij het probleem in tijdens de
deelteamvergadering en wordt er vervolgens overgegaan naar een plan van aanpak;
- stelt hij de ouders/verzorgers van de betrokkenen (pester, gepeste) op de hoogte
en geeft aan hoe de school dit probleem gaat aanpakken.
3. Sociale media: Ons beleid is ‘Thuis of in de kluis’. Het liefst zien we dat onze
leerlingen hun mobiele communicatiemiddelen thuis laten. Maar als de
leerling besluit zijn mobiele communicatiemiddelen mee naar school te nemen
verwachten we van hem dat hij deze communicatiemiddelen direct na het
arriveren op school opbergt in zijn kluisje. Als hij van school vertrekt is zijn
laatste handeling het uit het kluisje halen van zijn mobiele
communicatiemiddelen.
4. Agressie en geweld: Wij onthouden ons van elke vorm van agressie, geweld en/of
seksuele intimidatie.
5. Discriminatie:De leerlingen en hun ouders/verzorgers worden gelijkwaardig
behandeld. - Er wordt geen discriminerende taal gebruikt. - Er wordt zorg voor
gedragen dat er in school geen discriminerende teksten en/of afbeeldingen
voorkomen op posters, in de schoolkrant, in te gebruiken boeken e.d. - Er wordt op
toegezien dat leerlingen en ouders/verzorgers ten opzichte van medeleerlingen en
hun ouders/verzorgers geen discriminerende houding aannemen in taal en gedrag. -
De medewerker neemt duidelijk afstand van discriminerend gedrag en maakt dit ook
kenbaar. - Bij discriminatie door personeel wordt het personeelslid door de
teamleider uitgenodigd voor een gesprek. Bij het herhaaldelijk overtreden van de
gedragsregels wordt melding gedaan bij de locatiedirectie en in het uiterste geval bij
het College van Bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke disciplinaire
maatregelen er worden genomen. - Bij discriminatie door vrijwilligers, stagiaires,
ouders/verzorgers en/of leerlingen worden deze door de locatiedirectie uitgenodigd
voor een gesprek. Bij herhaaldelijk overtreding van de gedragsregels wordt melding
gedaan bij het College van Bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke
maatregelen er worden genomen. In het uiterste geval kan hierbij gedacht worden
aan schorsing of verwijdering/ontzegging van betrokkene tot de school en het
schoolterrein.
6. Seksueel gedrag: Het personeel onthoudt zich van seksistisch taalgebruik, seksueel
getinte grappen, toespelingen en van een manier van aanspreken die door leerlingen
en/of andere bij de school betrokkenen als seksistisch kan worden ervaren. - Het
personeel ziet er tevens op toe dat het bovenstaande niet gebezigd wordt tussen
leerlingen onderling. - Het personeel onthoudt zich van seksistisch getinte
gedragingen, of gedragingen die door leerlingen en/of andere bij de school
betrokkenen als zodanig kunnen worden ervaren en ziet er tevens op toe dat
dergelijke gedragingen niet voorkomen tussen leerlingen onderling. - Het personeel
draagt er zorg voor dat binnen de school geen seksueel getinte affiches, tekeningen,
artikelen, in bladen (o.a. schoolkrant) e.d. worden gebruikt of opgehangen die
kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde sekse. - De school ziet erop toe, dat er
door leerlingen en docenten kleding wordt gedragen die geen aanleiding kan geven
tot vormen van seksuele intimidatie.
7. Seksuele diversiteit: Wij belijden dat de Wet van God gegeven is tot beteugeling en
bescherming van het individu. Wij discrimineren dan ook niet op grond van geslacht,
geaardheid, geloof en ras, maar wij accepteren niet elk gedrag.
8. Burgerschap:-
9. Calamiteiten:-
3 concrete observatiepunten:
1. Zitten aan elkaars spullen
2. Nare opmerkingen over en weer
3. Sociale manier samenwerken
Voor deze opdracht heb ik 1 dag met een klas meegelopen. Ik heb gezien dat er best veel
aan elkaars spullen gezeten werd. Ook als iemand even weg was werd er aan zijn spullen
gezeten. Ik hoorde best wat nare opmerkingen (jij hebt geen vrienden, turk..). Vooral richting
1 persoon. Er werd door een groot gedeelte van de klas wel op een sociale manier
samengewerkt, maar er waren ook lln die naar de ander kant van de klas begonnen te
roepen.
Interviews:
Interview 1
Af te nemen bij 2 leerlingen
Interview 2
Mentor
Verslag interview
Deze klas is sociaal onveilig. Er wordt gepest. Kwetsbare en gesloten leerlingen vallen
buiten de groep. Soms lijkt het alsof de pester zelf gepest worden omdat hij pestgedrag
uitlokt.
De sociale veiligheid op mijn stageschool is in orde. Het is algemeen bekend dat leerlingen
van de Kerkpolder gemiddeld meer illegale producten bij zich hebben dan op een andere
locatie, maar hier wordt goed op ingespeeld. Er is veel hulp en zorg voor leerlingen die extra
zorg nodig hebben.
Ik heb geleerd dat een situatie soms niet is wat het lijkt. Ik was in de veronderstelling dat de
pester gepest werd (zo zag het eruit), maar hij was de uitlokker. Doordat ik in gesprek ging
met de mentor ben ik hier achter gekomen. Dit neem ik ook mee voor mijn verdere
loopbaan; valt je iets op, vraag of meld dit dan bij/aan de mentor.