RIT 5: WAARDEN, RECHTEN EN PLICHTEN

donc dans ce chapitre nous allons parler des ………………………………………………………

1) Inleiding

Lees het interview met Tom en vul daarna de tabel in.

Reporter: Hallo Tom, ik maak een reportage over de waarden bij jongeren. Mag ik je enkele
vragen stellen?
Tom: Ja, geen probleem, wat wil je weten?
Reporter: Welke waarden vind jij belangrijk?
Tom: Er zijn veel waarden die ik belangrijk vind, maar de belangrijkste is voor mij het respect.
Respect voor de anderen, maar ook voor jezelf. Je moet hoffelijk, behulpzaam en eerlijk zijn: je
mag niet stelen en niet liegen.
Reporter: Op welke manier ben jij hoffelijk?
Tom: Ik houd de deur voor iedereen open en als ik een zwangere vrouw op de tram zie, geef ik
mijn plaats aan haar.
Reporter: Je zegt dat je behulpzaam bent. Wat doe jij om de anderen te helpen?
Tom: Ik doe soms vrijwilligerswerk in het rusthuis van mijn oma. De zorg voor ouderen vind ik
heel belangrijk. Ik heb ook al geld ingezameld voor de organisatie “Vredeseilanden”.
Reporter: Oh, ik zie dat je veel aan liefdadigheid doet. Prima! Hiervoor geef ik je een pluimpje!
Tom: Bedankt. Hebt u nog vragen?
Reporter: Ja zeker. Heb je veel doorzettingsvermogen?
Tom: Ja hoor, ik wil altijd mijn doel bereiken dus ik span me altijd in!
Reporter: Amai, je hebt echt een positieve instelling. Je lijkt wel de perfecte man!
Tom: Nee hoor, ik ben zeker niet perfect. Ik maak vaak ruzie met mijn broers en zussen. Ik ben
niet echt verdraagzaam met hen. En soms gebeurt het dat mijn vrienden en ik iemand uitsluiten in
de klas, maar daarna heb ik er spijt van.
Reporter: Ok, bedankt Tom voor jouw antwoorden!
Tom: Graag gedaan!

Ce qu’il trouve important - Le respect.

- La courtoisie.

- La serviabilité.

- L’honnêteté.

- L’assistance aux ainés.

Ses bons gestes - Il tient la porte pour les suivants.

- Dans le tram, il cède sa place aux femmes enceintes.

- Il fait du bénévolat dans la maison de repos de sa grand-mère.

- Il a collecté de l’argent pour les Îles de paix.

- Il est persévérant.
Ses mauvais
comportements - Il se dispute souvent avec ses frères et sœurs.

- Il n’est pas très tolérant envers ses frères et sœurs.

- Lui et ses amis se font parfois exclure de la classe.

2) Woordenschat: alleen boek pagina 88-89 → mettez la bonne traduction

a) Zet deze woorden in de juiste volgorde en vertaal de zin! (mettez dans le bon ordre et traduisez)
* Deze – nooit – voor – op - jongen – komt - zichzelf
Deze jongen komt nooit voor zichzelf op.
Ce jeune n’est jamais autonome.

* Hij – in – voor - spant – de - zich – armen

Hij Spant zich voor de armen in.
Il fait des efforts pour les pauvres.

* Hij – is – de lerares - blij – gegeven - hem – heeft - omdat – een - pluimpje

Hij is blij omdat de lerares hem een pluimpje heeft gegeven.
Il est content parce que la professeure lui a fait un compliment.

* Ik – vrijheid - vind – belangrijkste - vrede - liefdadigheid – en – de- waarden

Ik vind vrijheid, vrede en liefdadigheid de belangrijkste waarden.
Je trouve que la liberté, la paix et la charité sont les plus importantes valeurs.

* Hij – is – hij – de - hoffelijk – deze – oude - omdat – vrouw - deur – voor – openhoudt
Hij openhoudt de deur voor deze vrouw omdat hij hoffelijk is.
Il tient la porte ouverte pour cette dame parce qu’il est courtois.

* Hij – om – een - spant – goed - zich – rapport - hebben - in – te

Hij spant zich in om een goed rapport te hebben.
Il fait des efforts pour avoir un bon bulletin.

* Deze – zamelt – in - goede - organisatie – doel - voor - geld – het

Deze organisatie zamelt geld voor een goede doel in.
Cette organisation collecte de l’argent pour une bonne cause [un bon but].

b) Vul de tabel in!

NAAMWOORD (nom commun) ADJECTIEF

De veiligheid Veilig

De verdraagzaamheid Verdraagzaam

De behulpzaamheid Behulpzaam
De vrijheid Vrij

De hoffelijkheid Hoffelijk

De gelijkheid Gelijk

De verantwoordelijkheid Verantwoordelijk

De eerlijkheid Eerlijk

De vrede Vreedzaam

3) Lezen

A) Vlogpraatjes
Lees in je boek pagina 91+92
Vertaal eerst de vragen:

Vraag Vertaling
1 De quoi décides-tu à la maison ?
2 Est-ce qu’il y a chez toi des règles en rapport avec l’utilisation d’internet ?
3 Qu’est-ce qu’on te reproche le plus ?
4 Quels sont selon toi les plus importantes valeurs dans la vie ?
5 Aimes-tu donner ton avis ? Comment le fais-tu ?

Verbind (reliez) de vragen met de antwoorden in je boek

B) Jongeren en ouders: wat zijn hun afspraken?

Lees de teksten in je boek pagina 108+109 en verbind (reliez) de juiste teksten. Wie is de mama of
papa van 1, 2, 3 en 4?
Les mots en jaune sont expliqués à la page suivante.

ENFANT 1 2 3 4
PARENT D A C B

4) Luisteren

A partir de la semaine prochaine…