heeft een probleem met evenwicht, ze heeft blaaszak die
moet altijd schoon zijn. Hoewel ze probleem met evenwicht heeft, kan ze nog bepaalde dingen zelf doen. ze probeert altijd actief te bewegen, lopen, ze kan zelf naar beneden om naar restaurant te gaan. Ze kunnen nog concentreren met spellen bijv. puzzelen, kruiswoorden enz. Ze probeert zo zelfstandig met de dingen die ze nog kan doen