You are on page 1of 1

57.

Van U zijn alle dingen

!- J
L’
;
_(F
L’-’
fl ,
r
]
&
r r
1. Van U zijn al le - din - gen, van U, 0 God, al - leen;
2. U zat ik eeu-wig e ren, Die eeuw’ ge Goed-heid zijt!

L
. -
-

ii Jj J J J J J J j

ç t
van
rt

U de ze

blijv’ o Heer
-
1

ge
der
fin
he
-
_

gen, o
ren, ge
9
i
Hoor- der der ge
heel mijn hart ge
r •r
- beên!
wijd!

1
U -
-
-

JJJ
9:
L] — — —

&# j.

liefd’ en trouw om rin gen mijn wan ke len de schreên,


Uw - -
- - -

Wat kan ik niet ont - be - ren, wan - neer Uw hand mij leidt?

t
H
H leen!
en wat w’ ooit goeds ont - vin - gen, het is van U al -

ger be ge ren, dan U we heet-lijk heid?


Wat vu - ri - - -
-
-

:
, 4H

You might also like