voertuigen voertuigen

 auto  auto
 bus  bus
 metro  metro
 motor  motor

voertuigen voertuigen

 auto  auto
 bus  bus
 metro  metro
 motor  motor
 kamers
voertuigen
in huis kamers in huis

 slaapkamer  slaapkamer
 badkamer  badkamer
 keuken  keuken
 woonkamer  woonkamer

kamers in huis kamers in huis

 slaapkamer  slaapkamer
 badkamer  badkamer
 keuken  keuken
 woonkamer  woonkamer
 gereedschap
voertuigen gereedschap

 hamer  hamer
 boor  boor
 zaag  zaag
 schroevendraaier  schroevendraaier

gereedschap gereedschap

 hamer  hamer
 boor  boor
 zaag  zaag
 schroevendraaier  schroevendraaier
 voertuigen
vormen vormen

 vierkant  vierkant
 cirkel  cirkel
 driehoek  driehoek
 kubus  kubus

vormen vormen

 vierkant  vierkant
 cirkel  cirkel
 driehoek  driehoek
 kubus  kubus
 voertuigen
werken werken

 behangen  behangen
 metselen  metselen
 schilderen  schilderen
 timmeren  timmeren

werken werken

 behangen  behangen
 metselen  metselen
 schilderen  schilderen
 timmeren  timmeren
 slaapkamer
voertuigen slaapkamer
\

 bed  bed
 kussen  kussen
 deken  deken
 gordijn  gordijn

slaapkamer slaapkamer

 bed  bed
 kussen  kussen
 deken  deken
 gordijn  gordijn
 voertuigen
badkamer badkamer
\

 bad
bad  bad
bad
 douche
douche  douche
douche
 wc
wc  wc
wc
 kraan
kraan  kraan
kraan

badkamer badkamer
\

 bad  bad
 douche  douche
 wc  wc
 kraan  kraan
 de
voertuigen
omgeving de omgeving
\

 badpark
het  het park
bad
 douche
de gracht  de gracht
douche
 wchaven
de  de haven
wc
 kraan
het veld  het veld
kraan

de omgeving de omgeving

 het park  het park

 de gracht  de gracht
 de haven  de haven
 het veld  het veld
 voertuigen
op straat op straat
\

 badstoplicht
het  het stoplicht
bad
 douche
de (auto)weg  de (auto)weg
douche
 wcstoep
de  de stoep
wc
 kraan
het fietspad  het fietspad
kraan

op straat op straat
\

 het stoplicht  het

hetstoplicht
stoplicht
 de (auto)weg  de
de(auto)weg
(auto)weg
 de stoep  de
destoep
stoep
 het fietspad  het
hetfietspad
fietspad