A : Ik vind het vreemd dat hier geen prive-scholen zijn. Er zijn alleen openbare scholen.

B : Wat is daar voor vreemds aan? Het is toch goed dat alle kinderen een goed onderwijs zullen
krijgen.
A : Dat vind ik niet. als ik het betalen, wil ik dat mijn kinderen naar prive-scholen gaan.
B : Maar dan hangt het van je inkomen af of je kinderen de lessen kunnen volgen.
A: : Maar niet alle kinderen zijn even intelligent. Dan moeten er ook verschillende scholen zijn: Prive-
scholen, bijzondere scholen of scholen die gebaseerd zijn op een filosofie of onderwijsmethode.
B : Dat vind ik niet! Het is juist goed als snelle en langzame leerlingen bij elkaar in de klas zitten: Het
doel is dat leerlingen elkaar kunnen helpen.
A : Geloof je het zelf ? die snelle leerlingen hebben niet genoeg te doen en ze zullen zich snel
vervelen.
B : Maar je kunt de snelle leerlingen toch iets eztra's laten doen bijvoorbeeld: ze kunnen langzame
leerlingen helpen toch?
A : Dus toch niveauverschillen! Dan kun je net zo goed zien dat snelle en langzame leerlingen in
verschillende scholen moeten zijn.
B : Dat ben ik niet met je eens: want de scholen mogen niet discrimineren bij het toelaten van
studenten.

 Maar de wet zegt nu eenmaal dat het bijzondere onderwijs vast in de wet ligt.
 Het onderscheid tussen typen scholen vind je ook In het beroepsonderwijs en op de
universiteiten.
 Wat de buurman zegt over zwarte en witte scholen vreemd en pure discriminatie. Ik ga daar
echt niet aan meedoen.