| 's Morgens als ik opsta... (Nu wy straks.u ”) ed 1-21 Luister naar de dialogen en kruis aan. Wat gaan Michel, Joost en Maria nu doen? Wat gaan ze straks doen? straks Michel: televisiekijken naar de tandarts Joost: baodschappen doen koken Maria: een ijsje kopen auto wassen oooo0ooz oo0000 £ 2ij zijn aan het .. Wat zijn 2ij aan het doen? Kijk naar de afbeeldingen en maak de zinnen af. Voorbeeld: K——~ Hij is aan het wassen. A Hj is bezig met wassen. . Hij Is bezig met de was. d 1. De kinderen zijn aan 2. Zi) 2jn aan het Sl. 3. 21) 2jn aan het het |S en vader en moeder zijn bezig ‘et 4.75) 2ijn aan het SONNE 5.23 zijn aan het (NL 2i)zijn bezig met SN. Zi ziin bezig met SN.Sr Luisteren Wie doet wat in huis? OP cd -25 BUY Smakelijk eten! Moeder en Anne praten over het huishouden Luster naar de tekst en kruis aan. Wie dost wat? ten koker og vwassen/de was doen stnyken de badkamer achoonmaken ‘de we sehoonmaken oo00 de keuken schoonmaken e vuln butenzetten jno0o0o0o0o0ns inde tun werken stof2uigen oo0 de ramen lappen boodschappen doen de afwasmachineinrulmen ic ooool de kamer opruimen (5 Zinnen veranderen g ooo} oooooooongL a) Verander de volgende zinnen. Begin met de tijdsaanduiding of het adverbium. Voorbee'd: tk ga eerst naar de cursus. 1. the doe in juni examen, 2. Saskia gaat morgen naar Rotterdam. 3. Frans gaat dit weekend naar huis, 4. Katja gaat op maandag terug naar Utrecht. 5. De les begint om half negen. 6. Ik ga eerst eten,Gesprek utr naa ost 1. ‘okst 11 Hol Hoo gaat het? les mee Karn. Hoi Frenk Hoe gaat et? Frank Pha. En metjouen Zkomo? Karin Good, Het gaat ene monet Nederlands van Zikome. Hi paat al eo Frank En Cacia? Kain Zeis ek Ze heeft ep Frank A, dat eve kind Wens naar betersenao! Karin Dat doe & Wats het vaneaag uk in stad, he Frank Ja, op zatecag is het alts 20 ork. Op meandag ishet meesta rusts. Zoo, weet misschion oon edingzask Ne nh centum? Karin Wat ook jo? Frank Een broek en sen overhema. Mijn mosde is morgen jig. Ze worst 60; We vite haa vraag in een restaurant Korn Kik, doar is een Wedngensk Ze hebben daar modi broken, Enmisschen hebben se al uiveroop. Dan sales heel goeukoop. Frank Darkje, goede. Doee Zone en Gecia de grocten? arn Dat oo Ho, nog geeatend mete moder En oo Ea go ‘greeter Frank Dat doe k Dag Karn. Kern ag Frank. 5 Hoo oud wore do moecorvan Frank? — Ze wore 60. ewer 70, Luster nog eensraar tekst 11. Lees nt mee. Kies Ao 8. 1 Hoe gant het met Zhomo? Good. i eet ene Nederlands, a Net good. ij ek. a 2 Waar zinkKarnen Frank? Ze zn us. a 2erinince stad 5 3 Wabi dap isnot? Hotis maandag. a Hats raterdeg a 4 Wotzookt Frank? Een broek on en tu a Een broek en en Ovesher a a 8 a a © Indo uivetkooa zn de broken gooskoop. eur“Nv ce Leostekst Kippensoep Het is vag. vandaag eet Karn bj Ana. Ze gaat met de ets naar haar wenn, Hats winter Kern heat het Koud ope fs arin syne huis van Anna. Ze bet aan. Anna dost de ceur open "Halo? zegt Anna. Hoe gaat ht mete” "hob et 90n Doete HUN,” zoo Ka, "maar verdorihet prima, En hoo ishet imetjou "Sok goed.” zagt Anna, korn maar gauw blnent™ {n de woankamer et warm, De verarming aan en de goresinen 2m cht "Het 2 hee gezeligt” zest Karin, (Op oo tafl Etat oon rete pan, Kann nuk boorenKal. Uakier|denkt ze 2a houdt van poste ‘Za wrangt “Eton wo bostonkoa” ‘Nee, hoor zegt Anna, “Bahl Boarenkocl. Da bur stan boerenkoo! Wi etn ppensogp. Bet makati” Karin vd ja alles lather Maar ben cng hist 2 niet: kippensosp! Wes A0tB, 1) Karin gaat naar Ana met de ato mete ets, 2 Karin heeft het kous. 3 Hoe ishetin Anna's weenkamer? Het koud Het i warm. Wat 2 erin do grote pan? oerenkool ‘appencoop, asin houdt van boerenkoa Kppensoep. ‘Anna houst van boerenko Keppensoep, arn on Arma ton venavond bosrankoo, Nepensoep ‘Anna's burn eten vanavons boerenko. eppensoep, > o> o>