You are on page 1of 4

Toets warmte 4

april 2022 leraar: Bas Cocquyt

1. Definieer temperatuur en definieer warmte. (letterlijk uit de presentatie)

De temperatuur van een systeem is een maat voor de gemiddelde snelheid van de
deeltjes van het systeem.
Of ook: de absolute temperatuur is recht evenredig met de gemiddelde kinetische
energie van de deeltjes.
Warmte is energie die getransporteerd wordt van een systeem met een hoge
temperatuur naar een systeem met lage temperatuur

2. Leg het verband tussen geleiding en inwendige kinetische energie. (handboek p 136)

Bij geleiding dragen deeltjes met grote kinetische energie (hoge temperatuur) door
botsingen kinetische energie over aan deeltjes met minder kinetische energie (lagere
temperatuur).
Geleiding is dus transport van inwendige kinetische energie doorheen één of meerdere
systemen.

3. Hoe zou je een koeltas (= frigobox) efficiënt isoleren voor de drie vormen van
warmtetransport?

1) tegen geleiding: een dubbele wand met lucht ertussen of isomo

2) tegen stroming: de koeltas sluiten

3) tegen straling: de buitenkant wit maken

4. Vul aan: de inwendige potentiële energie in een stof komt tot stand door een
krachtwerking, namelijk cohesiekrachten (letterlijk uit
presentatie)
en door een positie namelijk de onderlinge afstanden tussen de deeltjes

5. Heeft de koelvloeistof voor de motor in de auto best een kleine of een grote
warmtecapaciteit? Verklaar je keuze.

Best een grote warmtecapaciteit, zodat de verhitte motor veel warmte kan afgeven aan
de koelvloeistof, zonder dat de koelvloeistof zelf te veel opwarmt,
of ook zodat er veel warmteuitwisseling is tussen motor en koelvloeistof
6. Twee systemen op verschillende temperatuur worden met elkaar in contact gebracht.
Het resultaat zie je in de grafiek. Leg uit hoe je kan zien welk systeem de grootste
warmtecapaciteit heeft.

Systeem 2 heeft de grootste warmtecapaciteit, want tijdens de warmteuitwisseling


tussen systeem 1 en 2 verandert systeem 2 het minst van temperatuur.

7. Warmtetransport door stroming komt tot stand door een verandering in de inwendige
potentiële energie. Verklaar dit.

Bij het verwarmen van een vloeistof of een gas neemt de massadichtheid af, want de
stof zet uit. Dit betekent dat de gemiddelde afstanden tussen de deeltjes van de stof
toenemen, en dus ook de inwendige potentiële energie. Door de kleinere
massadichtheid stijgt de vloeistof of het gas op en ontstaat er circulatie.

8. Hoe zou je een huis in de zomer efficiënt isoleren voor de drie vormen van
warmtetransport?

1) tegen geleiding: rotswol onder het dak of een spouw tussen de twee buitenmuren of
dubbel glas of …

2) tegen stroming: deuren en vensters dichthouden

3) tegen straling: het huis wit schilderen

9. Wat betekent precies de formule Q=∆ Ei ? (tip : twee realiteiten verbinden,


behoudswet) (letterlijk uit presentatie, essentieel want het hoofddoel
van de presentatie warmte en inwendige energie)

Wanneer een systeem (macroscopisch) een hoeveelheid warmte Q opneemt, neemt de


energie van de deeltjes van het systeem (microscopisch) met precies dezelfde
hoeveelheid energie toe, of ook de opgenomen warmte van een systeem is precies gelijk
aan de toename van de energie van de deeltjes van het systeem
10. Antwoord op volgende vragen met ja of nee en leg telkens kort uit :

- Geeft de aarde warmte af aan de ruimte door convectie ?

Nee, er is geen transport van materie van de aarde naar de ruimte, anders zou de atmosfeer
al lang verdwenen zijn
Of ook: warme lucht stijgt wel op in de atmosfeer, maar de zwaartekracht zorgt ervoor dat
de lucht de atmosfeer niet verlaat
- Geeft de aarde warmte af aan de ruimte door geleiding ?

Nee, de ruimte is quasi leeg, er is geen contact en dat is nodig voor geleiding

- Geeft de aarde warmte af aan de ruimte door straling ?

Ja, alle voorwerpen zenden straling uit. Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp,
hoe meer straling het voorwerp uitzendt. Let op, sommige leerlingen zeiden dat de aarde
straalt omdat de straling van de zon worden gereflecteerd door de aarde, dat is mis.

11. Hoe zou je een kampeertent in de zomer efficiënt isoleren voor de drie vormen van
warmtetransport?

1) Tegen geleiding: twee tentzielen over elkaar met lucht ertussen (dat is de
standaarduitrusting trouwens, je noemt dat de binnentent en de buitentent)

2) Tegen stroming: de tent goed sluiten

3) Tegen straling: zorgen dat de buitentent wit is

12. Aluminium heeft een specifieke warmtecapaciteit van 900 J/kg°C (schrijf SI-eenheden)
Dat wil zeggen dat je

o 900 J warmte moet toevoegen om 1 kg aluminium een temperatuur van 1°C te geven
o 1800 J warmte moet toevoegen om 2 kg aluminium een temperatuurstijging van 2°C
te geven
o 900 J warmte moet toevoegen om 2 kg aluminium een temperatuurstijging van 0,5°C
te geven
o 900 J warmte moet toevoegen om het aluminium een temperatuurstijging van 1°C te
geven
13. Een thermometer heeft best een zo klein mogelijke warmtecapaciteit. Verklaar je
antwoord. (letterlijk uit de presentatie)
Hoe kleiner de warmtecapaciteit van de thermometer, hoe minder warmte de thermometer
gaat opnemen of afgeven aan het te meten systeem om op dezelfde temperatuur als het
systeem te komen, hoe minder de thermometer zijn eigen meting verstoort.
Of ook, hoe kleiner de warmtecapaciteit van de thermometer, hoe minder
warmteuitwisseling met het systeem waarvan de temperatuur gemeten wordt, dus hoe
minder de temperatuur van het systeem verstoord wordt.

14. Hoe zou je een thermosfles efficiënt isoleren voor de drie vormen van warmtetransport?

1) tegen geleiding: een laag isomo of lucht tussen de binnenwand en de buitenwand

2) tegen stroming: de thermosfles dicht houden

3) tegen straling: de buitenkant van de thermos reflecterend maken door bijvoorbeeld


de buitenwand uit blinkend metaal te maken

15. Een blok aluminium heeft een warmtecapaciteit van 550 J/°C (SI-eenheden invullen)
Dat wil zeggen dat je

o 550 J warmte moet toevoegen om 1 kg aluminium een temperatuur van 1°C te geven
o 1100 J warmte moet toevoegen om 2 kg aluminium een temperatuurstijging van 1°C
te geven
o 1100 J warmte moet toevoegen om het blok aluminium een temperatuurstijging van
0,5°C te geven
o 1100 J warmte moet toevoegen om het blok aluminium een temperatuurstijging van
2°C te geven

You might also like