You are on page 1of 2

Aardrijkskunde

4. De lithosfeer en hun randen, verplaatsingsrichtingen en snelheid


5. concrete plaatsen
5.1 Omdat het een geïsoleerde hotspot (onder een plaat) is en je hebt een reeks (hotspots) nodig
voor een breuk.

5.2 Gevolg  Enkel boven de hotspot is er actief vulkanisme.

 Diepste plek van de wereld = Marianentrog (11km)


 Vulkanen voorbeelden: Etna, Stromboli, Vesuvius

De San andreasbreuk: Mexico en canada.

 Twee gronden: new York en Hawaï (pasifissch plaat)

H3: gevolgen van de platentektoniek


 Gebergtevorming
 Convergent
 Divergent
 Vulkanisme

Stratovulkaan => kegelvulkaan

Tabel: schildvulkaan vs stratovulkaan

Waar? Mid- Oceanische ruggen geïsoleerde hotspot/ boven subductie zones

Lava? Dun vloeibaar/ taai vloeibare lava, die niet ver stroomt (vb water en honing) (hierdoor gaat dit
opbouwen

Vorm? Breed en weinig hoogte verschil/Steile helling

Uitbarsting?

 Op verschillende plaatsen
 Gassen kunnen makkelijke ontsnappen, dus erupties zijn niet explosief
 (stratosfeer) Gassen kunnen moeilijk ontsnappen, dus erupties zijn explosief

Waar gebeuren alle aardbevingen? Aan alle plaatranden , omdat daar de bewegingen gebeuren
Hypocentrum en epicentrum (verschil)

 Hypocentrum: eigenlijke centrum van de aardbeving


 Epicentrum: Plaats aan aardoppervlak waar aardbevingsgolven eerst aankomen

Aardbeving onderwater = tsunami ontstaan

Verschil p en s golven = handboek

You might also like