De mode in de jaren ’50

De mannen kozen ervoor om een net jasje te combineren met een lichte pantalon of om voor een
herenjas of broek te gaan met een ruitjesprint. Maar al snel was daar de Amerikaanse invloed. Zij
namen een totaal nieuwe cultuur mee; die van die zogeheten greasers. Die stijl herken je misschien
wel uit de film Grease; een blauwe spijkerbroek, een leren jack en een dikke vetkuif. Dat is een totaal
andere stijl dan de stijl van de preppies, de oorspronkelijke mannenmode met nette kapsels,
pantalons en een jasje. Deze twee trends bleven een hele tijd langs elkaar heen leven wat een
bijzonder opvallend verschil moet zijn geweest. De herenmode in de jaren '50 was grotendeels gelijk
aan die van voor de oorlog. Mannen droegen nog altijd een driedelige kostuum en probeerden met
name buitenshuis keurig voor de dag te komen.

Gedurende de jaren '50 ontstond er echter meer ruimte voor vrijetijdskleding. Heren werden veel
losser in het combineren van kledingstukken. Het was niet meer noodzakelijk een pak in één
bepaalde kleur te dragen. Mannen kozen daarom steeds vaker voor een lichte pantalon in
combinatie met een donkerkleurig of geruit jasje.

Met name jasjes met ruitjes en broeken met omslagen waren populair. Ook gingen steeds meer
mannen over op nylon overhemden en smalle dassen. In de avond was het niet meer zo gebruikelijk
om een smoking te dragen. In plaats daarvan werden juist donkerkleurige kostuums veel gedragen.

In eerste instantie bleef het nog rustig met basiskleuren zoals grijs en zwart. Het werd al gauw wat
vrolijker met de komst van pastelkleuren en bloemetjesprint. Denk dus vooral aan lichte tinten zoals
roze, geel, groen, blauw en paars.

Bij de mannen had je de keuze uit een heel net kapsel of een stoer kapsel zoals de greasers. Preppies
droegen hun haren naar achteren gekamd en in een nette scheiding, terwijl de greasers gingen voor
een stoere look met een vetkuif.
Mode in de jaren ‘50

Bij de vrouwen wat het model uit deze jaren het A-lijn model. Dit model zagen we niet alleen in
jurken en rokken, maar ook in de meest kleurrijke damesjassen. Hierbij werd vrijwel altijd een
ceintuur gedragen om de mooie taille nog beter te kunnen accentueren. Deze kledingstukken
kwamen veelal in mooie pastelkleuren, zoals roze, geel en blauw. Met een matchende kleur
haarband zat je helemaal goed als vrouw in die tijd.

Naast het A-model waren veel bloemetjesprints op jurken, rokken en blouses in de mode. Ook hierbij
stonden pastelkleuren centraal. Wat opvallend is, is dat de jurken en blouses een hoge kraag hadden;
de nadruk lag (nog niet) echt op de boezem, maar voornamelijk op de taille. Onder die midi-rok of
jurk droegen vrouwen pumps, ballerina's, sleehakken of sandalen. Soms zelfs met een wit of
pastelkleurig sokje erin!

In eerste instantie bleef het nog rustig met basiskleuren zoals grijs en zwart. Het werd al gauw wat
vrolijker met de komst van pastelkleuren en bloemetjesprint. Denk dus vooral aan lichte tinten zoals
roze, geel, groen, blauw en paars

In die tijd was het voor vrouwen belangrijk om in ieder geval hun oren zichtbaar te laten zien. Dat
wilden ze graag, omdat ze op die manier hun oorbellen konden laten zien. Het haar werd vaak
opgestoken of op schouderlengte in de krul gezet en achter de oren gedaan. Ook golvend haar was
helemaal hip.

De hoedenmode uit de jaren '50 was bijzonder divers. De populairste modellen van deze tijd waren
de 'Pillbox' hoed, de cocktail hoed, het fluwelen verenhoedje en de wijde 'schotel' hoed. De meeste
hoeden werden doorgaans afgewerkt met een netje en bloemen.

Ook bandana's en diademen waren geliefd. Haarbanden of 'bandana's' waren doorgaans van katoen

en bevatten verschillende vrolijke kleuren en motiefjes. Diademen werden gemaakt van plastic,
metaal of kunststof, en werden vaak versierd met kleine verfraaiingen, zoals bloemetjes, edelstenen
of bont. Een typische (zonne)bril uit de jaren '50 was het 'cat-eye' model. Deze bril was met name bij
de dames erg geliefd, al kozen ook veel mannen voor dit montuur. De bril bleef tot ver in de jaren '60
een zeer geliefd model.