You are on page 1of 223

HALLO BESTE HAAKVRIENDINNEN EN –

VRIENDEN,
Ik heet Carla en woon met mijn man, twee kinderen en onze
Iabrador Emma in Ellerstadt, een wijndorpje in de mooie Duitse
streek Palts. Ik ben dol op haken, ben erg geïnteresseerd in
interieurontwerp en hou van lezen en fotograferen. Ik werk als
grafisch vormgever en webdesigner bij een reclamebureau. Ik vind
het geweldig dat ik mijn creativiteit op zoveel verschillende manieren
tot uiting kan brengen.

Haken is niet meer uit mijn leven weg te denken. Ik begon ermee op
de basisschool maar heb het pas jaren later, na de geboorte van
mijn dochter, weer opgepakt. In 2015 ontstond mijn passie voor
mollige, gehaakte poppen. Ik kreeg het idee voor de Curvy Girls toen
ik tijdens een meidenavond een schilderij van rondborstige dames
zag. De levenslust en vrolijkheid van deze vrouwen hebben me
inspiratie gegeven voor mijn eerste stevige ‘Miss Ruby’. Er was
enorm veel belangstelling voor de patronen en daarom opende ik vrij
snel mijn eerste onlinewinkel ‘Miss Hook’.
Vanaf dat moment blijft de familie van mollige meiden maar groeien.

Mijn Curvy Girls moeten je plezier geven, bijvoorbeeld omdat je een


origineel cadeautje aan het maken bent, maar het kan ook zijn dat je
gewoon zin hebt om te haken. De Curvy Girls zijn zelfbewuste
vrouwen die met hun volle rondingen midden in het leven staan. Ik
wil met mijn ondeugende, mollige poppen zelfrespect en levenslust
overbrengen en een lans breken voor de Body Positivity Movement.
Houd van je lichaam, toon je rondingen en geniet van het leven!

Je vindt mij op Facebook en Instagram onder @misshookcrochet.


Daar vind je alle nieuwtjes over Miss Hook en de Curvy Girls. Onder
de hashtag #mymisshook kun je op Instagram al veel poppen van
mijn volgers bewonderen. Elke vrijdag is ‘fanfriday’, dan deel ik foto’s
die van deze hashtag zijn voorzien. Als je ook een socialmedia-
account hebt en foto’s van je poppen post, gebruik dan de hashtags
uit het boek! Alle poppen hebben hun eigen hashtag: gebruik
bijvoorbeeld #CURVYbetty en #mymisshook in je posts en tag me
als @misshookcrochet. Zo kunnen ik en heel veel andere fans je
vinden en misschien is jouw foto er op de volgende fanfriday wel bij.

Laat me weten welke pop je het leukst vindt en welk typetje je nog
graag wat vaker zou willen zien!

Ik wens je veel plezier bij het haken van mijn Curvy Girls en hoop dat
deze fantastische dames je ook zo enthousiast zullen maken.
PATRONEN
SUPER CURVY
LILLY
MO
THEA
CHLOÉ
BELLA
SAM
NOËLLE
JENNA
ANNA
HOLLY
HEIDI
NOVA
BELLA
LEILA

BASISPATRONEN
Arm
Been met schoen
Benen aan elkaar haken
Middenachter
Bovenlijf
Bovenrand topje
Boezem
Hoofd en gezichtje
Kruin
Haar vastknopen
Armband
Rokplooien
Rok vasthaken
Picot
Haken in de dwarslus van de lossenketting
Lossenboogje

BASISTECHNIEKEN
Opzetlus
Losse en lossenketting
Vaste
Halve vaste
Stokje
Half stokje
Dubbel stokje
Twee vasten samenhaken
Twee stokjes samenhaken
Meerderen
Meerdere steken in een steek
Achter in de steek haken
Voor in de steek haken
Magische ring
Heen- en teruggaande toeren
In spiraalvorm haken
In het rond haken
Kleurwisseling
Opvullen
Afkortingen
PATRONEN
SUPER CURVY

WHAM! BAM!
#mymisshook
#CURVYsupercurvy

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), rood (kl 115), jeansblauw (kl 164), goudgeel (kl 249) en
bruin (kl 162)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

BOEM!

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het zachtroze garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4 (goudgeel): 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12: haak voor in de st: 6 v, 1 hstk, [1 stk, 1 picot (zie p. 124),
1 stk] in 1 st, 1 hstk, 6 v. Draad afknippen en afhechten.
Sla de tr met de picot naar onderen om en hecht een draad
zachtroze garen aan in tr 12.

Tr 13 (zachtroze): 15 v achter in de st.


Tr 14 t/st 17: 15 v.
Tr 18: elke 4e en 5e st samenh (= 12 st).
Tr 19: 12 v.
Tr 20: elke 5e en 6e st samenh (= 10 st).
Tr 21: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op. Haak de opening met
4 v (zie p. 116) zo dicht dat de punt van de armwarmer in het
midden zit. Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een arm.
BEEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het rode garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 6 v achter in de st.
Tr 3: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6: 10 v.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v.
Tr 9: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 10: 15 v.
Tr 11 (goudgeel): haak voor in de st: 4 v, 3 hstk, [1 hstk, 1
picot (zie p. 124), 1 hstk] in 1 st, 3 hstk, 4 v.
Sla de tr met de picot naar onderen om en hecht een zachtroze
draad aan in tr 11.
Tr 12 (zachtroze): 15 v achter in de st van tr 11.
Tr 13: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 14 + 15: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Haak zo nog een been. Knip de draad niet af want daar ga je
zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak de benen volgens het basispatroon
met de zachtroze draad aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak verder in spiraalvorm met
het jeansblauwe garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v; haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter haken.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met het jeansblauwe garen het
bovenlijf volgens het basispatroon.

BOVENRAND TOPJE
Het garen wordt binnen de tr gewisseld. Voor de betreffende st
staan tussen haakjes de afkortingen J (= jeansblauw) en G (=
goudgeel).
Tr 5: haak voor in de st: (J) 10 v, (G) 4 v, 6 stk, 3 hstk, 1 v, 3
hstk, 6 stk, 4 v, (J) 10 v (= 47 st).
Draad afknippen en afhechten.
BOEZEM
Haak met het zachtroze garen de boezem volgens het
basispatroon (p. 119).
HOOFD EN GEZICHTJE
Haak met het zachtroze garen het hoofd en gezichtje volgens
het basispatroon (p. 120) en borduur met zwart en rood
borduurgaren het gezichtje erop.

KRUIN
Haak met het bruine garen de kruin volgens het basispatroon
(p. 121).
Haak dan de haren. Hecht de bruine draad aan in het midden
van de kruin en haak 30 l + 1 keerl.
Tr 1: 30 v, haak de haarstreng met 2 hv voor in 2 st van de
kruin vast (zie p. 121).
Haak meer haarstrengen tot aan de rand van de kruin. Ga na
elke tr naar de voorste lussen van de steek van de volgende tr.
Haak de laatste tr haren aan de laatste tr van de kruin. Leg tot
slot de haardos op het hoofd en naai hem vast.

RIEM
Zet 39 l + 1 keerl op met het goudgele garen.
Tr 1: 15 v, 2 hstk, 2 stk, [1 dstk, 1 picot (zie p. 124), 1 dstk] in 1
st, 2 stk, 2 hstk, 15 v.
Draad afknippen en afhechten.
Leg de riem om de heupen en naai de uiteinden aan de
achterkant aan elkaar.

DIADEEM
Zet 9 l + 1 keerl op met het goudgele garen.
Tr 1: 2 hv, 1 v, 1 hstk, [1 stk, 1 picot, 1 stk] in 1 st, 1 hstk, 1 v, 2
hv.
Draad afknippen en afhechten. Naai de diadeem vast op het
voorhoofd tegen de haargrens.

CAPE
Zet 32 l + 2 keerl op met het rode garen en haak in heen- en
teruggaande tr. Haak aan het eind van elke tr 2 keerl, behalve
in de laatste tr.
Tr 1: 24 stk, 4 v, 4 stk (= 32 st).
Tr 2: 4 stk, 4 v, 24 stk.
Tr 3: haak achter in de steek: 24 stk, 4 v, 4 stk.
Tr 4: 4 stk, 4 v, 24 stk.
Tr 5 t/m 20: herh tr 3 en 4.
Draad afknippen en afhechten.
Leg de cape om de schouders van Supercurvy en naai hem
vast aan de nek.
LILLY

TIJD VOOR
#mymisshook
#CURVYlilly

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
26 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/ 50 g), 1 bol zachtroze (kl
263) en munt (kl 385)
• Schachenmayr Catania Color (ll 125 m/50 g), 1 bol
groenblauw gemêleerd (kl 226)
• Schachenmayr Denim (ll 125 m/ 50 g), 1 bol koraalrood (kl
130)
• restje zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 60 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

EEN DUIK IN ZEE!

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het zachtroze garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4 (munt): 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12: haak voor in de st: 6 v, 1 hstk, [1 stk, 1 picot (zie p. 124),
1 stk] in 1 st, 1 hstk, 6 v. Sla de tr met de picot naar onderen
om en hecht een zachtroze draad aan in tr 12.
Tr 13 (zachtroze): 15 v achter in de st van tr 12.
Tr 14 t/m 17: 15 v.
Tr 18: elke 4e en 5e st samenh (= 12 st).
Tr 19: 12 v.
Tr 20: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 21: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op. Haak de opening met
4 v zo dicht (zie p. 116) dat de punt van de armwarmer in het
midden zit.
Draad afknippen en afhechten.

Haak op dezelfde manier nog een arm.


STAART
Maak eerst een magische ring met het blauwgroen gemêleerde
garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Tr 2: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Plaats een st-markeerder. Dit is het begin van de toer.
Tr 3: 8 v.
Tr 4: 4 v, 2 v in de 4 vlg v (= 12 st).
Tr 5 + 6: 3 v, 2 v samenh, 3 v, 2 v in de vlg v, 3 v (= 12 st).
Tr 7: 12 v.
Tr 8: 2 v in de 1e v, 6 v, 2 v in de 5 vlg v (= 18 st).
Tr 9 + 10: 5 v, 2 v samenh, 6 v, 2 v in de vlg v, 4 v (= 18 st).
Tr 11: 18 v.
Tr 12: 12 v, 2 v in de 6 vlg v (= 24 st).
Tr 13 + 14: 5 v, 2 v samenh, 10 v, 2 v in de vlg v, 6 v (= 24 st).
Tr 15: 24 v.
Tr 16: 14 v, 2 v in de 6 vlg v, 4 v (= 30 st).
Tr 17: 5 v, 2 v samenhaken, 12 v, 2 v in de vlg v, 10 v (= 30 st).
Tr 18: 12 hstk, 18 v (= 30 st).
Tr 19: 2 v, 12 hstk, 4 x (3 v, 2 v in de vlg v) (= 34 st).
Tr 20: 4 v, 12 hstk, 2 x (8 v, 2 v in de vlg v) (= 36 st).
Tr 21: 6 v, 12 hstk, 2 v, 4 x (3 v, 2 v in de vlg v) (= 40 st).
Tr 22: 8 v, 12 hstk, 2 x (9 v, 2 v in de vlg v) (= 42 st).
Tr 23: 3 x (13 v, 2 v in de vlg v) (= 45 st).
Tr 24: 3 x (14 v, 2 v in de vlg v) (= 48 st).
Tr 25: 6 x (7 v, 2 v in de vlg v) (= 54 st).
Tr 26: 6 x (8 v, 2 v in de vlg v) (= 60 st).
Tr 27: 4 x (14 v, 2 v in de vlg v) (= 64 st).
Tr 28 t/m 35: 64 v.
Tr 36: 4 x (4 v, 2 v samenhaken), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2
v samenh (= 55 st).
Tr 37: 4 x (3 v, 2 v samenhaken), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2
v samenh (= 46 st).
Tr 38: 46 v.
Haak twee keerl en keer het werk.
Tr 39: haak achter in de steek: 20 stk, 3 dstk, 3 l, 2 hv (haak de
eerste hv in dezelfde st als het laatste dstk), 3 l, 3 dstk (haak
het eerste dstk in dezelfde st als de laatste hv), 20 stk, sluit de
tr met 1 hv (= 46 st).
Draad afknippen en afhechten.

VIN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het blauwgroen gemêleerde
garen.
Tr 1: 12 stk in de ring, draad aantrekken, sluit de ring met 1 hv.
Tr 2: 2 keerl, 2 stk in de 12 vlg stk, sluit de ring met 1 hv (= 24
st).
Vouw de cirkel dubbel en haak de ronde kant aan elkaar met
heen- en teruggaande tr:

Tr 1: 1 l, 2 v in de 12 vlg v, 1 keerl (= 24 st).


Tr 2: 8 v, 3 hstk, 6 stk, 2 keerl (= 17 st).
Tr 3: 2 stk in het eerste stk, 5 stk, 3 hstk, 8 v (= 18 st).
Draad afknippen en afhechten.

Haak op dezelfde manier nog een vin. Leg de twee vinnen met
de ronde kant van je af voor je neer. Verbind de twee vinnen
door met het blauwgroen gemeleerde garen (op de foto in
rood) langs de bovenrand 18 v op de eerste vin en 18 v op de
tweede vin te haken (= 36 st).
Naai de vinnen vast aan de staart.

BUIK
Hecht achter in een steek van toer 39 van de staart een
zachtroze draad aan en haak verder in spiraalvorm.
Tr 1: 46 v.
Tr 2: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).
Tr 3: 2 x (3 v, 2 v samenh), 20 v, 2 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 37 st).
Tr 4 + 5: 37 v. Haak in tr 5 tot middenachter (zie p. 118). Plaats
een st-markeerder.
Vul de staart en de billen stevig op met vulmateriaal.

TOPJE
Het garen wordt binnen tr 1 gewisseld. Voor de betreffende st
staan tussen haakjes de afkortingen ZR (= zachtroze) en M (=
munt).
Tr 1: (ZR) 11 v, (M) 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v,
2 v in de 4 vlg v, (ZR) 11 v (= 43 st).
Controleer waar middenvoor ligt.
Tr 2 (munt): 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v
samenh, 2 x (2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in het vlg hstk), 3 x (2 v samenh),
2 x (2 hstk in het vlg hstk, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v.
Tr 5: haak voor in de steek: 14 v, 6 stk, 3 hstk, 1 v, 3 hstk, 6
stk, 14 v (= 47 st).

BOEZEM
Haak met het zachtroze garen de boezem volgens het
basispatroon (p. 119). Neem het topje middenvoor in door de
muntkleurige draad enkele keren met een nld tussen de cups
door te halen. Laat de uiteinden later in de nek naar buiten
komen en knoop ze vast.

HOOFD EN GEZICHTJE
Haak met het zachtroze garen het hoofd en gezichtje volgens
het basispatroon (p. 120) en borduur met zwart en koraalrood
borduurgaren het gezichtje erop.
HAREN

Maak eerst een magische ring met het koraalrode garen.


Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: haak achter in de st: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Ga nu verder met de haren: haak 10 l + 1 keerl.
Tr 1: 10 v.
* haak 1 v in de kruin. Keer het werk.
Tr 2: haak voor in de st: 9 v, 1 l + 1 keerl.
Tr 3: 10 v achter in de st.
Herh nog 5 keer vanaf *.
Nu ga je verder …
1 v in de kruin. Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 7 v, 20 l + 1 keerl.
Tr 2: 27 v achter in de st.
Haak 1 v in de kruin.
Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 12 v, 20 l + 1 keerl.
Tr 2: 32 v achter in de st.
Haak 1 v in de kruin.
Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 12 v, 26 l + 1 keerl.
Tr 2: 38 v achter in de st.
** Haak 1 v in de kruin. Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 12 v, 32 l + 1 keerl.
Tr 2: 44 v achter in de st.
Herh nog 11 keer vanaf **.
Haak 1 v in de kruin. Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 12 v, 26 l + 1 keerl.
Tr 2: 38 v achter in de st.
Haak 1 v in de kruin.
Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 12 v, 20 l + 1 keerl.
Tr 2: 32 v achter in de st.
Haak 1 v in de kruin.
Keer het werk.
Tr 1: haak voor in de st: 7 v, 20 l + 1 keerl.
Tr 2: 27 v achter in de st.
Draad afknippen, afhechten en de haardos op het hoofd
vastnaaien.

ZEESTER
Maak eerst een magische ring met het muntkleurige garen.
Tr 1: 10 hstk in de ring, draad aantrekken, sluit de tr met 1 hv.
Haak nu de armen van de zeester.
Arm: zet 6 l + 1 keerl op.
Tr 1: 1 hv, 1 v, 2 v samenh, 1 hstk, 3 stk in 1 st.
Sla in tr 1 1 st over. Haak 1 hv in de ring.
Maak zo nog vier armen.
Draad afknippen en afhechten. Breng de zeester eventueel in
vorm met stijfselspray en strijkbout en naai hem op het hoofd.
MO

MONSTERLIJK LIEF!
#mymisshook
#CURVYmo

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/ 50 g), 1 bol azuurblauw (kl
397), paars (kl 282) en lichtgroen (kl 418), restje wit (kl 106)
en zwart (kl 110)
• Schachenmayr Catania Color (ll 125 m/50 g), 1 bol rozerood
gemêleerd (kl 30)
• Schachenmayr Baby Smiles Lenja Soft (ll 85 m/25 g), 1 bol
appelgroen (kl 1072)
• restje roze en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm en 3,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

ARM (2 keer)
Haak twee keer de arm volgens het basispatroon (p. 116) met
haaknaald 2,5 mm en het azuurblauwe garen.

BEEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met haaknaald 2,5 mm en het
lichtgroene garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak nu verder in spiraalvorm.
Haak in tr 2 t/m 7 achter in de st.
Tr 2: 6 v.
Tr 3: 2 v in elke 3e v. (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6: 10 v.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v in beide lussen van elke st.
Tr 9 (azuurblauw): haak achter in de steek: 2 v in elke 4e v (=
15 st).
Tr 10 + 11: 15 v.
Tr 12: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 13 + 14: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Hecht een lichtgroene draad aan de laatste voorste lus van de
st van tr 9 en haak met haaknld 2,5 mm in spiraalvorm hstk
voor in de steek van tr 9 t/m 1 tot aan de voet.

Haak zo nog een been. Knip de lichtblauwe draad niet af want


daar ga je zo mee verder …
BENEN AAN ELKAAR HAKEN
Ga naar p. 117 en haak de benen volgens het basispatroon
met haaknld 2,5 mm en het azuurblauwe garen aan elkaar.

BILLEN
Na het aan elkaar haken van de benen ligt het begin van de
toer bij de billen van de pop. Haak nu verder in spiraalvorm met
haaknld 2,5 mm en het paarse garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 10: 64 v.
Tr 11: 64 v achter in de st.
Tr 12: v tot middenachter (zie p. 118). Plaats een st-
markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak het bovenlijf volgens het basispatroon
met haaknld 2,5 mm en het paarse garen.

BOVENRAND TOPJE
Haak hierna de bovenrand van het topje volgens het
basispatroon (zie p. 118) met haaknld 2,5 mm en het paarse
garen. Draad afknippen en afhechten.

ROK
Draai de pop 180° om zodat de goede kant van de steken
boven ligt en hecht voor in een steken van toer 11 van de billen
met haaknld 2,5 mm een paarse draad aan.
Tr 1: 64 v voor in de steek.
Tr 2: v, 2 v in elke 8e v (= 72 st).
Tr 3 + 4: 72 v.
Tr 5 (lichtgroen): haak achter in de st: 18 x {3 v, [1 stk, 1 picot
(zie p. 124), 1 stk] in 1 st}. Sluit de tr met 1 hv. Draad afknippen
en afhechten.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak de boezem volgens het basispatroon
met haaknld 2,5 mm en het azuurblauwe garen.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak het hoofd en gezichtje volgens het
basispatroon met haaknld 2,5 mm en het azuurblauwe garen
en borduur met zwart en roze borduurgaren het gezichtje erop.

KRUIN
Maak eerst een magische ring met het garen Catalin Color.
Ga verder in spiraalvorm en haak in tr 1 t/m 7 achter in de
steek.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.

HAREN
Knip van het garen Catalin Color ongeveer 156 draden van 30
cm lang en knoop ze aan de voorste lussen van de st van tr 1
t/m 7 en aan de st van de laatste tr van de kruin (zie p. 122).
Naai daarna de haardos op het hoofd.

MUTS
Haak de muts met de haaknaald van 2,5 mm, een draad van
het lichtgroene en een draad van het appelgroene garen.
Zet 36 l en 2 keerl op.
Tr 1: 36 stk, sluit de tr met 1 hv tot een ring.
Haak nu in het rond. Begin elke tr met 2 keerl en sluit hem met
1 hv.
Tr 1: 36 stk.
Tr 2: 6 x (4 stk, 2 stk samenh) (= 30 st).
Tr 3: 6 x (3 stk, 2 stk samenh) (= 24 st).
Tr 4: 24 v, 1 l.
Haak de bovenkant van de muts met 12 v aan elkaar.
Draad afknippen en afhechten en beginopening sluiten.

OOG 1
Maak eerst een magische ring met het witte garen.
Haak met haaknld 2,5 mm in spiraalvorm.
Tr 1: 1 l, 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Naai het oog op de muts en borduur er met zwart garen een
kruis op.

OOG 2
Haak tr 1 en 2 zoals bij oog 1.
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).

PUPILLEN
Maak eerst een magische ring met het zwarte garen.
Haak met haaknld 2,5 mm.
Tr 1: 9 hstk in de ring, draad aantrekken (= 9 st).
Draad afknippen en afhechten. Naai de pupil op oog 2 en naai
het oog daarna op de muts.

Borduur de tanden voorop en een litteken boven op de muts en


naai de oren aan elkaar. Knijp daarvoor de hoeken van de
muts met je duim en wijsvinger tegen elkaar en naai ze met
een paar steekjes vast.
Zet nu de muts op het hoofd van de pop.

VESTJE
Zet met haaknld 3,5 mm en 1 draad van het lichtgroene en 1
draad van het appelgroene garen 20 l + 2 keerl op. Haak in
heen- en teruggaande tr, haak daarbij na elke tr de
aangegeven keerl, behalve in de laatste tr.
Tr 1: stk, 2 stk in elk 4e st, 2 keerl (= 25 st).
Tr 2: 2 stk in elk 5e stk, 1 keerl (= 30 st).
Tr 3: 4 v, 6 l, 6 st overslaan (= 1e armsgat), 10 v, 6 l, 6 st
overslaan (= 2e armsgat), 4 v, 2 keerl.
Tr 4: 4 stk, 8 stk om de eerste l-boog (zie p. 125), 10 stk, 8 stk
om de tweede l-boog, 4 stk (= 34 st).
Draad afknippen en afhechten. Trek de pop het vestje aan.
THEA

DIT IS DE LEUKSTE
#mymisshook
#CURVYthea

MOEILIJKHEIDSGRAAD 1

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), roze (kl 225) en aardbeirood (kl 258)
• Schachenmayr Catania Denim (ll 125 m/50 g), 1 bol grijs (kl
190)
• restje roze en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• aluminiumdraad, ø 3 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

LEVENSFASE!

ARM (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak met het zachtroze garen twee keer de
arm volgens het basispatroon.
BEEN MET SCHOEN (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak twee keer het been (met het zachtroze
garen) met de schoen (met het aardbeirode garen) volgens het
basispatroon.

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak verder in spiraalvorm met
het zachtroze garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Draad afknippen en afhechten.
ROK
Zet 36 l + 1 keerl op met het roze garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e l. Sluit de tr met 1 hv (= 45 st).

Haak nu verder in spiraalvorm.


Tr 1: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 2: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Draad afknippen en afhechten. Sluit daarbij ook de kleine
opening van tr 1.

Schuif de rok nu over de benen en haak deze als volgt aan


elkaar:
Tr 3: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 4 t/m 11: 64 v. Haak in tr 11 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 12: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 13: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 14: v tot middenachter.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met het roze garen het bovenlijf
volgens het basispatroon.

BOVENRAND TOPJE
Ga naar p. 118 en haak met het roze garen de bovenrand van
het topje volgens het basispatroon.
Draad afknippen en afhechten.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met roze en
zwart garen het gezichtje erop.
KRUIN
Ga naar p. 121 en haak met het grijze garen de kruin volgens
het basispatroon.
Hecht een draad aan het midden van de kruin en haak op
dezelfde manier de krullen:
Krul: 30 l + 1 keerl.
Tr 1: 5 v, 2 hstk in de 25 vlg l, 2 st van de kruin oversl, 3 v in de
vlg voorste lussen van de st van de kruin.
Haak op dezelfde manier nog meer krullen tot aan de buitenste
rand van de kruin. Ga na elke toer naar de voorste lussen van
de steek van de volgende toer. Haak tot slot de laatste toer
krullen om de laatste toer van de kruin. Leg de haardos op het
hoofd en naai hem vast.

SJAAL
Zet 12 l + 1 keerl op met het aardbeirode garen. Haak in heen-
en teruggaande tr, en haak aan het eind van elke tr 2 keerl,
behalve in de laatste tr.
Tr 1 t/m 25: 12 stk.
Draad afknippen en afhechten.
Knip voor de franje 24 draden van 6 cm lang en knoop ze aan
het begin en uiteinde van de sjaal.

BRIL
Buig de bril van aluminiumdraad. Gebruik daarvoor een potlood
of een dikke haaknaald. Wikkel op circa 8 cm afstand van het
uiteinde de draad 1 keer om het potlood.

Buig dan de neusbrug en wikkel de draad nog 1 keer om het


potlood.
Buig het begin en einde van de draad naar achter voor de
pootjes en knip de draad op de juiste lengte af. Zet tot slot de
bril op de neus van de pop.
CHLOÉ

TRÈS CHIC!
#mymisshook
#CURVYchloé

MOEILIJKHEIDSGRAAD 3

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), wit (kl 106) en zwart (kl 110)
• Schachenmayr Wash+Filz-it! (ll 50 m/50 g), 1 bol robijnrood
(kl 06)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het witte garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4 (zachtroze): 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 (zwart): 12 v achter in de steek.
Tr 9 + 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12 t/m 16: 15 v.
Tr 17: elke 4e en 5e v samenh (= 12 st).
Tr 18: 12 v.
Tr 19: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 20: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op. Haak de opening met
4 v dicht (zie p. 116). Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een arm.

BEEN MET SCHOEN (2 keer)


Ga naar p. 116 en haak twee keer het been (met het zachtroze
garen) met de schoen (met het zwarte garen) volgens het
basispatroon.

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.
BILLEN
Als je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van de
toer bij de billen van de pop. Ga verder met het zachtroze
garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Draad afknippen en afhechten.

ROK
Zet 36 l + 1 keerl op met het witte garen.
Tr 1: 36 v, sluit de tr met 1 hv.
Haak nu verder in spiraalvorm.
Tr 1 (zwart): 36 v achter in de steek.
Tr 2: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 3: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 4: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 5: 2 v in elke 15e v (= 64 st).

Knip de zwarte draad niet af want daar ga je zo mee verder.


Trek voor de ruche een tweede zwarte draad uit het binnenste
van de bol en haak daarmee verder. Hecht hem voor aan de st
van tr 1 en haak 1 l.
Tr 1: *3 hstk in 1 st, herh vanaf *. Sluit de tr met 1 hv.

Draad afknippen en afhechten.


Nu ga je verder met de rok: leg hem op de benen.
Tr 6: haak de benen en de rok met 64 v aan elkaar.
Tr 7 t/m 13: 64 v, haak in tr 13 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 14: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 15: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 16: v tot middenachter.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak het bovenlijf volgens het basispatroon
met het zwarte garen.

BOVENRAND TOPJE
Het garen wordt in de tr gewisseld. Voor de betreffende st
staan tussen haakjes de afkortingen W (= wit) en Z (= zwart).
Tr 1: haak voor in de st van tr 8 van het bovenlijf: (Z) 14 v, (W)
4 x (2 v, 2 l), 3 v, 4 x (2 l, 2 v), (Z) 14 v.
Knip de draden niet af want daar ga je straks mee verder.
BOEZEM
Hecht een lichtroze draad aan het middenachter van de laatste
toer (zie p. 119) en haak achter in de steek:
Tr 1: 10 v, 12 hstk, 3 v, 12 hstk, 10 v (= 47 st).
Tr 2: v tot middenachter. Plaats een st-markeerder.
Tr 3: 10 v, 9 x (1 v, 2 v samenh), 10 v (= 38 st).
Tr 4: 11 v, 2 x (4 v, 2 v samenh), 4 v, 11 v (= 36 st).
Tr 5: elke 5e en 6e v samenh (= 30 st).
Vul de boezem stevig op met vulmateriaal.
Tr 6: elke 4e en 5e v samenh (= 24 st).
Tr 7: elke 3e en 4e v samenh (= 18 st).
Vul de boezem verder op.
Tr 8: elke 5e en 6e st samenh (= 15 st).
Breng de boezem nu volgens het basispatroon (zie p. 119) in
vorm.

JURK EN ARMEN
Pak de zwarte draad van het bovenlijf weer op en haak
daarmee het achterdeel van de jurk in heen- en teruggaande tr
verder. Daarbij worden ook de armen aangehaakt (zie p. 119).
Haak aan het eind van elke tr 1 keerl, behalve in de laatste tr.
Tr 1: 12 v. Haal de st-markeerder van de rug.
Tr 2: 25 v.
Tr 3: 20 v, 4 v (= 1e arm aanhaken), 1 v.
Tr 4: 25 v.
Tr 5: 1 v, 4 v (= 2e arm aanhaken), 8 v.
Draad afknippen en afhechten.
Naai het bovendeel aan de schouders vast.

HOOFD EN GEZICHTJE
Haak met het zachtroze garen het hoofd en gezichtje volgens
het basispatroon (p. 120) en borduur met rood en zwart
borduurgaren het gezichtje erop.

SCHORT
Zet 6 l + 1 keerl op met het witte garen en haak losjes in heen-
en teruggaande tr. Haak aan het eind van elke tr 1 keerl,
behalve in de laatste tr.
Tr 1: 6 v in de dwarslussen van de l-ketting (zie p. 125).
Tr 2 t/m 5: 6 v.
Tr 6: 2 v samenh, 2 v, 2 v samenh (= 4 st).
Draad afknippen en afhechten. Hecht bij a een witte draad aan
en haak circa 18 v om het schort tot b. Haak voor de band nog
32 l en daarop 1 tr van 31 v.

Haak nog 10 v aan de bovenkant van het schort tot a. Maak nu


de sierrand rondom het schort van a tot b:
2 v, 8 x (3 l, 1 st oversl, 1 v).

Doe de pop het schort om en naai de band aan het schort vast.

HAREN
Knip van het robijnrode garen 20 draden van 65 cm lang. De
scheiding komt boven het linkeroog van de pop. Begin
ongeveer 6 st boven het oog met het vastknopen van de haren
(zie p. 122). Links van de scheiding komen 8 draden en rechts
ook 8 draden. Knoop nu de laatste 4 draden zo vast dat de
hoofdhuid niet meer te zien is als je de haren in een knot
draait.

Neem voor de knot de haren bij elkaar en draai ze 180° naar


rechts. Naai daarna de afzonderlijke draden aan het hoofd vast
en knip uit de binnenkant van de knot 6-8 draden weg.
De korte stukjes verdwijnen straks in de knot. Draai de overige
draden tot een knot en naai ze vast.

KAPJE
Maak eerst een magische ring met het zwarte garen.
Tr 1: 3 l, 5 stk in de ring, draad aantrekken, haak 1 keerl.
Tr 2: 2 v in elke v (= 10 st).
Draad afknippen en afhechten.
Tr 3 (wit): *[1 v, 1 picot (zie p. 124), 1 v] in 1 st, 1 l, 1 st oversl,
herh vanaf *, eindig met 1 v.

Draad afknippen en afhechten.


Naai het kapje met een paar steekjes op het hoofd en knoop
strikjes op de schoenen.
BELLA

DRAAI MET JE
#mymisshook
#CURVYbella

MOEILIJKHEIDSGRAAD 3

LENGTE
21 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), wit (kl 106), opaalgroen (kl 253), goudgeel (kl 249) en
rood (kl 115)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

HEUPEN, BABY!

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het witte garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4 (zachtroze): 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12 t/m 16: 15 v.
Tr 17: elke 4e en 5e v samenh (= 12 st).
Tr 18: 12 v.
Tr 19: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 20: 10 v.
Vul de bovenkant van de armen luchtig op en haak de opening
dicht met 4 v (zie p. 116). Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een arm.

STRIKJES (2 keer)
Maak een magische ring met het rode garen en haak als volgt
in de ring:
2 l, 2 stk, 2 l, 1 hv, 2 l, 2 stk, 2 l, 1 hv.
Trek de ring goed aan. Sla de draad om het midden van de
strik bij de hv en maak een knoop.

BEEN MET SCHOEN (2 keer)


Ga naar p. 116 en haak volgens het basispatroon twee keer
het been (met het zachtroze garen) met de schoen (met het
rode garen).

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.
SLIPJE
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak met het witte garen het
slipje in spiraalvorm.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 11: 64 v, haak in tr 11 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 12: 64 v achter in de steek.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: 46 v.
Tr 16: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).
Draad afknippen en afhechten.
ONDERROK
Haak de onderrok rechtstreeks aan het slipje. Steek de
haaknld in de richting van de benen voor in de st van tr 12 en
hecht middenachter een witte draad aan. Haak de onderrok in
het rond (zie p. 127).

Tr 1 t/m 3: 2 keerl, 64 stk, sluit de tr met 1 hv (= 64 st).


Tr 4: 1 keerl, 8 x (2 v, 2 st oversl, 7 stk in 1 st, 2 st oversl, 1 v),
sluit de tr met 1 hv (= 80 st).

Tr 5: 1 keerl, 2 st oversl, 8 x (2 stk in de vlg 7 st, 1 st oversl, 1


hv, 1 st oversl), sluit de tr met 1 hv (= 120 st).
Draad afknippen en afhechten.
ROK
Nu maak je de rok. Zet losjes 66 l + 1 keerl op met het
opaalgroene garen.
Tr 1: 66 v in de dwarslussen (zie p. 125) van de l-ketting (= 66
st). Sluit de tr met 1 v. Let op dat het werk niet verdraait.

Haak verder in spiraalvorm. De rok valt mooier als je losjes


haakt.
Tr 1: 66 v.
Tr 2: 2 v in elke 11e v (= 72 st).
Tr 3: 72 v.
Tr 4: 2 v in elke 12e v (= 78 st).
Tr 5 t/m 9: 78 v.
Tr 10: *5 stk, 1 hv, herh vanaf * (= 78 st). Draad afknippen en
afhechten. Sluit ook het gaatje van tr 1.
PLOOIEN
Hecht bij tr 1 van de rok een opaalgroene draad aan.
Tr 1: *6 v, 1 plooi (zie p. 123), herh vanaf * (= 42 st).
Sluit de tr met 1 hv. Draad afknippen en afhechten.

STIPPEN (8x)
Maak een magische ring met het witte garen.
Tr 1: 8 v in de ring, draad aantrekken.
Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog 7 stippen en naai ze op de rok.

ROK VASTHAKEN
Ga naar p. 123 en haak de rok en de onderrok volgens het
basispatroon aan elkaar.
Naai daarna de strikjes op de schoenen.

TOPJE
Haak het topje in spiraalvorm met het opaalgroene garen.
Tr 1: 11 v, 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v, 2 v in de
4 vlg v, 11 v (= 50 st).
Kijk goed waar middenvoor moet komen.
Tr 2: 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v samenh, 2 x
(2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v = 47 st).
Tr 5: haak voor in de st: 14 v, 6 stk, 3 hstk, 1 v, 3 hstk, 6 stk, 1
v, 8 l, 5 st oversl (= 1e armsgat), 8 v (= 50 st).
Keer het werk en haak verder in heen en teruggaande tr.
Tr 1: 8 v, 8 l (= 2e armsgat). 5 st oversl, 1 hv in de vlg st, 1
keerl.
Tr 2: 24 stk om het eerste l-boogje (schuif ze naar elkaar toe),
16 v, 24 stk om het tweede l-boogje, 1 hv.

BOEZEM
Haak met het zachtroze garen de boezem volgens het
basispatroon (p. 119).
HOOFD EN GEZICHTJE
Haak met het zachtroze garen het hoofd en gezichtje volgens
het basispatroon (p. 120) en borduur met rood en zwart garen
het gezichtje erop.

HAREN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het goudgele garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11: 48 v.
Tr 12: 2 v in elke 8e v (= 54 st).
Tr 13: 54 v.
Keer het werk (zonder keerl). Haak verder in heen- en
teruggaande tr.
Tr 1: 1 st oversl, 1 v, 3 hstk, 10 stk, 3 keerl.
Tr 2: 5 x (1 stk, 2 stk in de vlg st), 3 hstk, 1 v, 1 hv.
Draad afknippen en afhechten

Begin de tweede keer ook met het goudgele garen. Herhaal


eerst toer 1 t/m 13 van het eerste deel en haak dan in heen- en
teruggaande toer verder.
Tr 1: 3 hstk, 10 stk, 3 keerl.
Tr 2: 5 x (1 stk, 2 stk in de vlg st), 3 hstk, 27 v, 2 keerl.
Haak nu de pony.
Tr 1: 3 stk, 2 v, 1 keerl.
Tr 2: 2 v, 3 stk, 2 keerl.
Tr 3 t/m 12: herh tr 1 + 2 nog 5 keer.
Tr 13: 5 v.
Draad afknippen en afhechten.
Naai de twee delen op het hoofd. De pony valt over het eerste
deel van het haar. Rol hem op en naai hem vast.
HAARBAND
De haarband wordt in heen- en teruggaande tr gehaakt.
Maak na elke tr 1 keerl, behalve in de laatste tr.
Zet 4 l + 1 keerl op met het rode garen.
Tr 1 t/m 20: 4 v.
Tr 21: steeds 2 v samenh (= 2 st).
Tr 22 t/m 33: 2 v.
Tr 34: 2 v in elke v (= 4 st).
Tr 35 + 36: 4 v.
Tr 37: haak steeds 2 v samen (= 2 st).
Tr 38: 2 v samenh (= 1 st).
Tr 39: 1 v.
Draad afknippen en afhechten.
Haak het tweede deel van de haarband aan de opzetkant van
het eerste deel.
Hecht een draad aan en herh tr 1 t/m 39.
Alle draden afhechten.

Leg tot slot de haarband op het haar, maak er een knoop in en


naai hem met enkele steken vast.
SAM

LEKKER SAMEN
#mymisshook
#CURVYsam

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
24 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol lichtbruin (kl
437), wit (kl 106), honingkleur (kl 206) en aquamarijn (kl
432), restje zachtgeel (kl 100)
• Schachenmayr Catania Denim (ll 125 m/50 g), 1 bol
hardroze (kl 135)
• Schachenmayr Baby Smiles Lenja Soft (ll 85 m/25 g), 1 bol
wit (kl 1001)
• restje zachtroze, wit en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm en 3,5 mm
• 2 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

CHILLEN!

ARM (2 keer)
Haak met haaknld 2,5 mm en het lichtbruine garen twee keer
de arm volgens het basispatroon (p. 116).
BEEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het aquamarijne garen en
haaknaald 2,5 mm.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 6 v achter in de st.
Tr 3: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6 (hardroze): 10 v achter in de st.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v.
Tr 9: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 10 + 11: 15 v.
Tr 12: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 13 + 14: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Hecht 1 l aan voor in een st van tr 6 met het witte garen.

Tr 1: haak hstk, 2 hstk in elke 5e st (= 12 st). Sluit de tr met 1


hv.
Tr 2: 2 keerl, haak stk, 2 stk in elke 4e stk (= 15 st).
Draad afknippen en afhechten.

Borduur de veters op de schoen met zwart borduurgaren.

Haak zo nog een been, maar knip de hardroze draad niet af,
want daar ga je zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met haaknld 2,5 mm en het hardroze
garen de benen volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop.
Haak verder in spiraalvorm met haaknld 2,5 mm en het
hardroze garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v, haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met haaknld 2,5 mm en het hardroze
garen het bovenlijf volgens het basispatroon.

BOEZEM
Haak vervolgens de sweater met het hardroze garen.
Tr 1: 10 v, 12 hstk, 3 v, 12 hstk, 10 v (= 47 st).
Tr 2: 47 v voor in de st. Knip de draad niet af, want daar ga je
straks mee verder ... Nu haak je de boezem (zie p. 116)
Tr 3 (lichtbruin): haak v achter in de st van tr 2 tot
middenachter. Plaats een st-markeerder.
Tr 4: 10 v, 9 x (1 v, 2 v samenh), 10 v, (= 38 st).
Nu haak je de armen vast (zie p. 116).
Tr 5: 7 v, 4 v (= 1e arm aanhaken), 2 x, (4 v, 2 v samenh), 4 v,
4 v (= 2e arm aanhaken), 7 v (= 36 st).
Tr 6: elke 5e en 6e st samenh (= 30 st).
Vul de boezem stevig op met vulmateriaal.
Tr 7: elke 4e en 5e v samenh (= 24 st).
Tr 8: elke 3e en 4e v samenh (= 18 st).
Vul de boezem verder op.
Tr 9: v, elke 5e en 6e v samenh (= 15 st).

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met haaknld 2,5 mm en het lichtbruine
garen het hoofd en gezichtje volgens het basispatroon en
borduur met zachtroze, wit en zwart borduurgaren het gezichtje
erop.

KRUIN
Ga naar p. 121 en haak met haaknld 2,5 mm en het
honingkleurige garen de kruin volgens het basispatroon.
Hecht een draad aan in het midden van de kruin en haak de
krullen.
Krul: zet 7 l + 1 keerl op.
Tr 1: 2 v in elke st (= 14 st).
Haak de krul met 3 v vast aan de 3 vlg voorste lussen van de st
van de kruin. Haak op dezelfde manier nog meer krullen tot de
buitenrand van de kruin. Ga na elke tr naar de voorste lussen
van de vlg tr. Haak tot slot de laatste tr krullen om de laatste tr
van de kruin. Zet de kruin met krullen op het hoofd en naai hem
vast.

MOUW (2 keer)
Zet 10 l + 2 keerl op met haaknld 2,5 mm en het witte
Cataniagaren. Gebruik de draad uit het binnenste van de bol.
Tr 1: 10 stk (= 10 st). Sluit de tr met 1 hv, 1 keerl.
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 1 (hardroze): 10 v.
Tr 2: 2 v in elke 2e v (= 15 st).
Tr 3 + 4: 15 v.
Tr 5: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 6 + 7: 18 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 21 st).
Tr 9 t/m 13: 21 v.
Tr 14: elke 6e en 7e v samenh (= 18 st).
Tr 15 + 16: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een mouw.
TRUI
Neem de hardroze draad van tr 2 van de boezem en haak
verder in heen- en teruggaande tr.
Tr 1: 6 v, haak met 7 v de onderste helft van de eerste mouw
aan de trui, 5 x (2 v samenh), 1 keerl (= 18 st). Steek de eerste
arm in de eerste mouw.

Tr 2: 5 v, haak 11 v op de bovenste helft van de eerste mouw,


6 v. Haal de st-markeerder van de rug en haak verder: 7 v,
haak met 7 v de onderste helft van de tweede mouw aan de
trui, 10 v, 1 keerl (= 46 st).
Steek de tweede arm in de tweede mouw.
Tr 3: 5 x (2 v samenh), 11 v op de bovenste helft van de
tweede mouw, 29 v, 1 keerl (=45 st).
Tr 4: 45 v, 1 keerl.
Tr 5: 5 v, 2 l, 35 stk, 2 keerl (= 40 st).

CAPUCHON
Haak verder in heen- en teruggaande tr en haak aan het eind
van elke tr 2 keerl.
Tr 6: 35 stk.
Tr 7: 2 stk in elk 5e stk (= 42 st).
Tr 8: 2 stk in elk 6e stk (= 49 st).
Tr 9 t/m 11: 49 stk.
Tr 12: 2 stk in het eerste stk, 1 stk, 9 x (3 stk, 2 stk samenh), 1
stk, 2 stk in het vlg stk (= 42 st).
Tr 13: 2 stk in het eerste stk, 2 stk, 6 x (4 stk, 2 stk samenh), 2
stk, 2 stk in het vlg stk (= 38 st).
Tr 14: 2 stk in het eerste stk, 6 x (4 stk, 2 stk samenh), 2 stk in
het vlg stk (= 34 st).
Tr 15: 2 stk in het eerste stk, 1 stk, 6 x (3 stk, 2 stk samenh), 1
stk, 2 stk in het vlg stk (= 30 st).
Tr 16: 2 stk in het eerste stk, 2 stk, 6 x (2 stk, 2 stk samenh), 2
stk, 2 stk in het vlg stk (= 26 st).
Tr 17: 2 stk in het eerste stk, 6 x (2 stk, 2 stk samenh), 2 stk in
het vlg stk (= 22 st).
Tr 18: 2 stk in het eerste stk, 4 stk, 6 x (2 stk samenh), 4 stk, 2
stk in het vlg stk, geen keerl haken (= 18 st).
Knip de draad op 15 cm lengte af en naai daarmee de laatste tr
van de capuchon dicht.

Hecht voor de rand om de capuchon bij de kraag linksonder (a)


een hardroze draad aan en haak 15 v, 12 x (1 v, 2 v samenh),
15 v. Het stekenaantal kan variëren, maar dat valt later niet op.
Knoop 2 aquamarijne draden voor aan de capuchon.

OVAAL (2 keer)
Haak dan twee ovalen. Het ene ovaal wordt op de buik
genaaid, het andere op het hoofd. Aan het laatste maak je
straks de hoorn en de manen vast.
Zet 6 v + 2 keerl op met een dubbele witte draad Lenja Soft en
haaknld 3,5 mm. Haak nu langs beide kanten van de l-ketting.
Tr 1: begin in de 3e st vanaf de nld, 2 stk in de 3e st, 4 stk, 5
stk in de laatste st. Haak aan de onderkant van de l-ketting
verder: 4 stk, 3 stk in 1 st, 2 l (= 18 st).
Tr 2: 2 stk in de eerste st, 4 stk, 2 stk in de 5 vlg stk, 4 stk, 2
stk in de 3 vlg stk, sluit de tr met 1 hv (= 28 st).
Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een ovaal.
Naai het eerste ovaal op de buik van de pop.

kOORD VOOR DE MANEN (3 keer)


Zet 30 l + 1 keerl op met haaknld 2,5 mm en het hardroze
garen.
Tr 1: 30 v.
Knip de draad op 15 cm lengte af.
Hiermee naai je straks het koord op de kop vast.
Haak op dezelfde manier met het aquamarijne en met het
zachtgele garen nog een koord.

KOORD VOOR DE STAART (6 keer)


Zet 20 l + 1 keerl op met haaknld 2,5 mm en het hardroze
garen.
Tr 1: 20 v.
Knip de draad op 15 cm lengte af.
Hiermee naai je straks het koord aan de billen vast.
Haak op dezelfde manier met het hardroze garen nog een
koord en haak er een met het aquamarijne en een met het
zachtgele garen.

OOR (2 keer)
Maak een magische ring met het hardroze garen.
Tr 1: 1 v, 2 hstk, 2 stk, 1 picot (zie p. 124), 2 stk, 2 hstk, 1 v in
de ring. Draad aantrekken en afknippen.
Haak op dezelfde manier nog een oor.

HOORN
Maak een magische ring met het aquamarijne garen.
Tr 1: 5 v in de ring, draad aantrekken. Haak verder met
haaknld 2,5 mm in spiraalvorm achter in de st van tr 1 t/m 6.
Tr 2: 5 v.
Tr 3: 2 v in de 1e v, 4 v (= 6 st).
Tr 4: 6 v.
Tr 5: 5 v, 2 v in de laatste v (= 7 st).
Tr 6: 7 v.
Knip de draad op 15 cm lengte af. Hiermee naai je straks de
hoorn vast. Bevestig de ogen op het tweede ovaal en borduur
de wimpers met zwart en de neusgaten met hardroze
borduurgaren. Naai dan de oren en de hoorn op het ovaal vast.
Leg het ovaal op het hoofd en naai het vast.

Naai tot slot de manen op de eenhoornkop en de staart op de


billen van de pop.
NOËLLE

OP STAP IN WINTER-
#mymisshook
#CURVYnoëlle

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
23 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), rood (kl 115), wit (kl 106) en okergeel (kl 431)
• Schachenmayr Baby Smiles Lenja Soft (ll 85 m/25 g), 1 bol
wit (kl 1001)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

WONDERLAND!

ARM (2 keer)
Haak eerst een magische ring met het rode garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak nu verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4: 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12 + 13: 15 v.
Tr 14 (zachtroze): 15 v achter in de steek.
Tr 15 + 16: 15 v.
Tr 17: elke 4e en 5e samenh (= 12 st).
Tr 18: 12 v.
Tr 19: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 20: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op. Haak de opening met
4 v aan elkaar (zie p. 116). Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een arm.

BEEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het rode garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak nu verder in spiraalvorm.
Tr 2: 6 v achter in de steek.
Tr 3: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6: 10 v.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v.
Tr 9: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 10: 15 v.
Tr 11: haak voor in de st: 4 v, 3 hstk, [1hstk, 1 picot (zie p.
124), 1 hstk] in 1 st, 3 hstk, 4 v.
Het is handig om de tr met de picot naar beneden te vouwen,
zodat je gemakkelijker verder kunt haken achter in de st.
Tr 12 (wit): haak 15 v achter in de st van tr 11.

Tr 13: 2 v in elke 5e v (= 18 st).


Tr 14 + 15: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Haak zo nog een been, maar knip de draad niet af, want daar
ga je zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het witte garen de benen volgens
het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Het begin van de toer ligt nu bij de billen van de pop. Haak
verder met het witte garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v. Haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter.
Tr 16: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).
Draad afknippen en afhechten.
ROK
Zet 66 l + 1 keerl op met het rode garen.
Tr 1: 66 v in de dwarslussen (zie p. 125) van de l-ketting (= 66
st).
Sluit de ketting met 1 v tot een ring. Let op dat de tr niet
verdraait.

Haak nu verder in spiraalvorm. Haak losjes, dan valt de rok


mooier.
Tr 1: 66 v.
Tr 2: 2 v in elke 11e v (= 72 st).
Tr 3: 72 v.
Tr 4: 2 v in elke 12e v (= 78 st).
Tr 5 t/m 12: 78 v.
Tr 13 (Lenja Soft-wit): 78 stk.
Sluit de tr met 1 hv.
Draad afknippen en afhechten. Naai daarbij de kleine opening
aan het begin van de toer dicht.
Hecht voor de plooien met 1 v een rode draad aan tr 1 van de
rok.
Tr 1: *6 v, 1 plooi (zie p. 123), herh vanaf * (= 42 st).
Sluit met 1 hv tot een ring. Draad afknippen en afhechten.

ROK VASTHAKEN
Ga naar p. 123 en haak de rok en de billen volgens het
basispatroon aan elkaar.

TOPJE
Haak verder in spiraalvorm met het rode garen.
Tr 1: 11 v, 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v, 2 v in de
4 vlg v, 11 v (= 43 st).
Controleer waar middenvoor ligt.
Tr 2: 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v samenh, 2 x
(2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v (= 47 st).
Tr 5: 47 v voor in de st.
Tr 6 (Lenja Soft-wit): 47 stk. Sluit de tr met 1 hv.
Draad afknippen en afhechten.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met rood en
zwart borduurgaren het gezicht erop.
KRUIN
Maak eerst een magische ring met het okergele garen.
Tr 1: 1 l, 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak nu verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11 t/m 14: 48 v.
De vlg tr wordt niet helemaal gehaakt.
Tr 15: 13 v, 1 hstk, 2 stk, 11 dstk, (1 dstk, 3 l, 1 hv) in 1 st, (3 l,
1 dstk) in 1 st, 3 dstk in 1 st, 3 st oversl, 10 v (= 43 st).

Maak nu de twee vlechten. Knip daarvoor van het okergele


draad circa 9 draden van 30 cm lang per vlecht (= 18 draden).
Knoop dan steeds 3 draden aan 3 naast elkaar gelegen st van
tr 15 en maak er een vlecht van.

Doe hetzelfde aan de andere kant en naai de haardos op het


hoofd vast.
CAPE
Zet 10 l + 2 keerl op met het rode garen.
Tr 1: 5 stk, 3 hstk, 2 v, 1 keerl (= 10 st).
Tr 2: 2 v, 3 hstk, 5 stk, 2 keerl.
Herh tr 1 + 2 nog 10 keer.
Draad afknippen en afhechten.
Hecht met 3 l een witte draad Lenja Soft aan en haak de cape
om met stk. Haak op beide hoeken 3 stk. Draad afhechten.
Naai de cape aan de pop vast.

MUTS
Maak eerst een magische ring met het rode garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in het rond (zie p. 137).
Begin elke tr met 2 keerl en sluit hem met 1 hv.
Tr 2: 6 stk.
Tr 3: 2 stk in elk 2e stk (= 9 st).
Tr 4: 9 stk.
Tr 5: 2 stk in elk 3e stk (= 12 st).
Tr 6: 12 stk.
Tr 7: 2 stk in elk 4e stk (= 15 st).
Tr 8: 15 stk.
Tr 9: 2 stk in elk 3e stk (= 20 st).
Tr 10: 20 stk.
Tr 11: 2 stk in elk 4e stk (= 25 st).
Tr 12: 25 stk.
Tr 13: 2 stk in elk 5e stk (= 30 st).
Tr 14: 2 stk in elk 3e stk (= 40 st).
Tr 15: 2 stk in elk 8e stk (= 45 st).
Tr 16 t/m 18: 45 stk.
Draad afknippen en afhechten.
Tr 19 (Lenja Soft-wit): 2 keerl, 45 hstk, sluit de tr met 1 hv.
Draad afknippen en afhechten.

POMPON
Rijg een witte draad van Lenja Soft in een naald en steek deze
zo vaak door de punt van de muts tot een mooie pompon
ontstaat.
Draad afknippen en afhechten.
JENNA

FEEL THAT
#mymisshook
#CURVYjenna

MOEILIJKHEIDSGRAAD 1

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zandbruin (kl
179) en wit (kl 106)
• Schachenmayr Catania Denim (ll 125 m/50 g), 1 bol
lichtblauw (kl 153) en oranje (kl 124)
• Schachenmayr Bravo Big (ll 120 m/200 g), 1 bol wijnrood (kl
135)
• restje zachtroze, wit en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• 4 letterknopen GIRL
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

BEAT!
ARM (2 keer)
Haak met het zandbruine garen twee keer de arm volgens het
basispatroon (p. 116).
BEEN MET SCHOEN (2 keer)
Haak twee keer het been (met het zandbruine garen) met de
schoen (met het witte garen) volgens het basispatroon.
Borduur met zwart borduurgaren de veters.

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zandbruine garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Als je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van de
toer bij de billen van de pop. Haak verder in spiraalvorm met
het zandbruine garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v(= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v, haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met het zandkleurige garen het
bovenlijf volgens het basispatroon.

BOEZEM
Haak met het zandkleurige garen de boezem volgens het
basispatroon (p. 119).

ROK
Zet 36 l + 1 keerl op met het lichtblauwe garen.
Tr 1: 36 v, sluit de tr met 1 hv.
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v. Plaats een st-markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Draad afknippen en afhechten, sluit daarbij de opening van tr
1. Borduur met wit borduurgaren enkele steken op de rok (zie
foto p. 66) en trek de rok van bovenaf over de billen.

TRUI
De trui wordt vanaf de kraag gehaakt. Zet 18 l + 1 keerl op met
het oranje garen.
Tr 1: 2 v in elke 3e v, sluit de tr met 1 hv (=24 st).
Haak verder in het rond. Begin elke tr met 1 keerl en eindig met
1 hv.
Tr 1: 2 keerl, 2 stk in elke 3e st (= 32 st).
Tr 2: 2 keerl, 2 stk in elke 4e stk (= 40 st).
Tr 3: 2 keerl, 5 stk, 6 l, 7 st oversl (= 1e armsgat), 5 x (2 stk, 2
stk in het vlg stk), 6 l, 7 st oversl (= 2e armsgat), 6 stk (= 43 st).

Tr 4: 2 keerl, 5 stk, 6 stk achter in de st van het l-boogje, 20


stk, 6 stk achter in de st van het l-boogje, 6 stk, sluit de tr met 1
hv (= 43 st).

Tr 5: 1 keerl, 43 hstk achter in de st. Draad afknippen en


afhechten. Sluit de kleine opening van tr 1.
MOUW (2 keer)
Hecht aan de voorste lussen van de st van tr 4 van de trui met
2 l een nieuwe draad aan en haak in het rond om het armsgat.
Begin elke tr met 2 keerl en eindig met 1 hv.

Tr 1 t/m 5: 20 stk.
Tr 6: steeds 2 stk samenh (= 10 st).
Tr 7: 10 stk achter in de st.

Draad afknippen en afhechten.


Haak op dezelfde manier nog een mouw.

KRAAG
Hecht aan de hals met 2 l een draad aan en haak verder in het
rond.
Tr 1: 18 stk, sluit de tr met 1 hv.

Tr 2: 2 keerl. Haak voor in de st:


2 stk in elk 3e stk, sluit de tr met 1 hv (= 24 st).
Draad afknippen en afhechten.
Vouw de kraag om en trek Jenna de trui aan.
Rijg wit borduurgaren door de kraag, maak aan de uiteinden
een dubbele knoop en rafel de punten met een naald uit elkaar.
HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zandbruine garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon. Borduur met zachtroze, wit
en zwart garen het gezichtje erop.

HAREN
Knip van het wijnrode garen 50 draden van 30 cm lang af.
Draai ze uit elkaar zodat je drie draden krijgt.

Knoop de afzonderlijke draden van boven naar onderen op het


hoofd van de pop (zie p. 122).

PET
Maak eerst een magische ring met het lichtblauwe garen.
Tr 1: 1 l, 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 8: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 9: 2 v in elke 8e v (= 54 st).
Tr 10 t/m 17: 54 v.
Draad afknippen en afhechten.
Hecht voor de klep van de pet een nieuwe draad aan tr 17 en
haak verder in heen- en teruggaande tr. Haak steeds 1 keerl.

Tr 1: 18 v voor in de st van tr 17.


Tr 2: 2 v samenh, 4 x (2 hstk, 2 hstk in de vlg st), 2 hstk, 2 v
samenh (= 20 st).
Tr 3: 2 v samenh, 16 hstk, 2 v samenh (= 18 st).
Tr 4: 2 v samenh, 2 x (6 hstk, 2 hstk in de vlg st), 2 v samenh
(= 18 st).
Tr 5: 2 v samenh, 14 hstk, 2 v samenh, geen keerl (= 16 st).
Haak nog 1 tr v om heel de pet en klep. Naai tot slot de
letterknopen vast en zet de hiphop-girl haar pet op.
ANNA

KLAAR VOOR
#mymisshook
#CURVYanna

MOEILIJKHEIDSGRAAD 1

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), felroze (kl 222) en goudbruin (kl 438)
• restje roze en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

HET BALLET!

ARM (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak met het zachtroze garen twee keer de
arm volgens het basispatroon.

BEEN MET SCHOEN (2 keer)


Ga naar p. 116 en haak volgens het basispatroon twee keer
het been (met het zachtroze garen) met de schoen (met het
felroze garen).

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak verder in spiraalvorm met
het felroze garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 10: 64 v.
Tr 11: 64 v achter in de st.
Tr 12: v tot middenachter (zie p. 118). Plaats een st-
markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter.
ROK
Hecht een felroze draad aan bij tr 11 van de billen.
Tr 1: 64 v voor in de st.

Tr 2: 2 v in elke 8e v (= 72 st).
Tr 3 + 4: 72 v.
Tr 5: haak achter in de st: 9 x (7 hstk, 5 stk in 1 st) (= 108 st).

Tr 6: haak achter in de st: 9 x {9 v, [1 stk, 1 picot (zie p. 124), 1


stk] in 1 st, 2 v}.
Draad afknippen en afhechten.
BOVENLIJF
Neem de draad aan het eind van de billen weer op. Ga naar p.
118 en haak met het hardroze garen het bovenlijf volgens het
basispatroon.

BOVENRAND TOPJE
Ga naar p. 118 en haak met het felroze garen de bovenrand
volgens het basispatroon.

BOEZEM
Haak met het zachtroze garen de boezem volgens het
basispatroon (p. 119).

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met roze en
zwart borduurgaren het gezichtje erop.

KRUIN
Maak eerst een magische ring met goudbruin.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11 t/m 13: 48 v.
Tr 14: 19 v, 10 v achter in de st, 19 v.
Tr 15: 48 v.
Draad afknippen en afhechten.

KNOT
Maak eerst een magische ring met het goudbruine garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6 t/m 9: 30 v.
Tr 10: elke 4e en 5e v samenh (= 24 st).
Tr 11: elke 3e en 4e v samenh (= 18 st). Vul de knot op met
vulmateriaal.
Tr 12: elke 2e en 3e v samenh (= 12 st).
Tr 13: steeds 2 v samenh (= 6 st).
Sluit de knot op dezelfde manier als het hoofd (zie het
basispatroon op p. 121). Steek nu een draad van boven naar
onderen door de knot om het middelpunt naar binnen te
trekken. Naai de knot midden op de kruin vast en naai dan de
kruin op het hoofd.

Knip circa 22 draden van 8 cm lang van het goudbruine garen


en knoop ze als pony volgens het basispatroon (zie p. 122) aan
2 tr – 10 draden voor in de st van tr 14 van de kruin en 12
draden aan de laatste tr van de kruin.

Knip de pony op de gewenste lengte af en knoop een felroze


strik om de knot.
HOLLY

HOT, HOTTER,
#mymisshook
#CURVYholly

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
25 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263) en zwart (kl 110), restje wit (kl 106)
• Schachenmayr Catania Denim (ll 125 m/50 g), 1 bol felroze
(kl 135) en citroengeel (kl 120)
• restje roze en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

HOLLY!

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het zwarte garen.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4: 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12 + 13: 15 v.
Tr 14 (zachtroze): 15 v achter in de steek.
Tr 15 + 16: 15 v.
Tr 17: elke 4e en 5e v samenh (= 12 st).
Tr 18: 12 v.
Tr 19: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 20: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op. Haak de opening met
4 v aan elkaar (zie p. 116).

Draad afknippen en afhechten.


Haak op dezelfde manier nog een arm.
BEEN MET SCHOEN (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak twee keer het been (met het zachtroze
garen) met de schoen (met het zwarte garen) volgens het
basispatroon.

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Bij het begin van de billen
wordt voor het balletpakje vaak van kleur gewisseld (zie p.
138). Dat is even lastig, maar het resultaat is prachtig! Laat in tr
1 t/m 4 na een kleurwisseling de draad van de vorige kleur
meelopen.

Leg hem op de samengehaakte steek van de vorige toer en


haak hem gewoon mee.
Zo heb je geen probleem met lelijke draden binnen in de pop
en krijg je precieze kleurovergangen.

Het garen wordt binnen tr 1 t/m 4 gewisseld. Voor de


betreffende st staan tussen haakjes de afkortingen ZR
(zachtroze) en FR (= felroze).
Tr 1: (ZR) 4 x (3 v, 2 v in 1 v), (FR) 3 v, 2 v in 1 v, (ZR) 3 x (3 v,
2 v in 1 v), (FR) 3 v, 2 v in 1 v (= 45 st).
Tr 2: (FR) 4 v, (ZR) 2 v in 1 v, 2 x (4 v, 2 v in 1 v), 4 v, (FR) 2 v
in 1 v, 4 v, 2 v in 1 v, 1 v, (ZR) 3 v, 2 v in 1 v, 4 v, 2 v in 1 v, 4 v,
(FR) 2 v in 1 v, 4 v, 2 v in 1 v (= 54 st).
Tr 3: (FR) 6 v, (ZR), 2 v, 2 v in 1 v, 8 v, 2 v in 1 v, 3 v, (FR) 5 v,
2 v in 1 v, 5 v, (ZR) 3 v, 2 v in 1 v, 8 v, 2 v in 1 v (FR), 8 v, 2 v in
1 v (= 60 st).
Tr 4: (FR) 7 v, (ZR) 7 v, 2 v in 1 v, 7 v, (FR) 7 v, 2 v in 1 v, 6 v,
(ZR) 8 v, 2 v in 1 v, 4 v, (FR) 10 v, 2 v in 1 v (= 64 st).
Zachtroze draad afknippen.
Tr 5 t/m 12 (felroze): 64 v, haak in tr 12 tot middenachter (zie
p. 118). Plaats een st-markeerder.
Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: v tot middenachter.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met het felroze garen het bovenlijf
volgens het basispatroon.

BOVENRAND TOPJE
Ga naar p. 118 en haak met het felroze garen de bovenrand
van het topje volgens het basispatroon.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon.
HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met felroze en
zwart garen het gezichtje erop.

KOUSENNAAD
Neem het zwarte borduurgaren en een naainaald. Rijg van de
schoen tot boven aan het been een oppervlakkige lijn door de
st.
Daarna stik je van boven naar beneden en steeds van rechts
naar links onder deze draad door, zodat een mooi doorlopende
naad ontstaat.

STAARTJE
Zet met het witte garen 18 l en 2 keerl op.
Tr 1: 2 stk in de 3e l vanaf de nld, dan 3 stk in elke st.
Rol het koord op tot een spiraal en naai het staartje aan de
billen.
OOR (4 keer)
Zet met het felroze garen 12 l en 1 keerl op en haak aan beide
kanten van de lossenketting:
Tr 1: 5 v, 3 hstk, 3 stk, 6 stk (in de laatste st van de l-ketting).
Haak nu aan de onderkant van de l-ketting 3 stk, 3 hstk, 5 v.

Haak op dezelfde manier nog een felroze oor en met het


zwarte garen twee oren. Leg de verkeerde kant van een zwart
en een felroze oor op elkaar en haak ze als volgt met het
zwarte garen door de buitenste lussen aan elkaar:
Tr 1: 11 v, 2 hstk in de 6 vlg st, 11 v.
Haak zo ook de twee andere oren aan elkaar. Draad afhechten
en op 15 cm lengte afknippen om de oren straks aan de
haarband vast te kunnen naaien.

HAREN MET HAARBAND


Maak eerst een magische ring met het citroengele garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st). Haak verder in
spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11: 48 v.
Tr 12 (zwart): 48 v achter in de st.
Tr 13 t/m 15: 48 v.
Knip van het citroengele garen 48 draden van 40 cm lang en
knoop ze voor in de st van tr 12 van de haarband (zie p. 122)
vast.

Naai nu de oren op de overgang van de haarband en de haren.

Plaats de haardos op het hoofd en naai hem vast. Geef de pop


tot slot een paardenstaart. Neem daarvoor een stukje
citroengeel draad en bind dat om de staart.
HEIDI

JODELAHIHI
#mymisshook
#CURVYheidi

MOEILIJKHEIDSGRAAD 3

LENGTE
21 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), wit (kl 106), hemelsblauw (kl 247), bruin (kl 162),
bruinoranje (kl 383) en aardbeirood (kl 258)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

JODELAHOHO!

ARM (2 keer)
Haak met het zachtroze garen twee keer de arm volgens het
basispatroon.

BEEN MET SCHOEN (2 keer)


Ga naar p. 116 en haak twee keer volgens het basispatroon
het been (met het zachtroze garen) met de schoen (met het
bruine garen). Hecht voor de sokjes het witte garen voor in de
st van tr 6 aan en haak vasten, 2 v in elke 2e v.

Borduur dan met het witte garen de veters op de schoen.

Haak zo nog een been, maar knip de draad niet af, want daar
ga je zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN MET SLIPJE


Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Ga verder met het witte garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: haak voor de rand van het slipje alleen voor in de st: *1 v,
2 l, herh vanaf *, sluit de tr met 1 hv.

Tr 3: achter in de st van de vorige tr: 2 v in elke 5e v (= 54 st).


Tr 4: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 5: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 6 t/m 13: 64 v, haak in tr 13 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 14: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 15: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 16: v tot middenachter.
Tr 17: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st). Draad afknippen en afhechten.

ROK
Zet 66 l + 1 keerl op met het hemelsblauwe garen.
Tr 1: 66 v in de dwarslussen (zie p. 125) van de l-ketting (= 66
st).
Sluit de tr met 1 v tot een ring. Let op dat de tr niet verdraait.

Haak nu verder in spiraalvorm. Haak losjes, dan valt de rok


mooier.
Tr 1: 66 v.
Tr 2: 2 v in elke 11e v (= 72 st).
Tr 3: 72 v.
Tr 4: 2 v in elke 12e v (= 78 st).
Tr 5 t/m 12: 78 v.
Tr 13 (wit): *5 stk, 1 hv, herh vanaf * (= 78 st). Sluit de tr met 1
hv.
Draad afknippen en afhechten, sluit daarbij de kleine opening
aan het begin van de toer.
Hecht voor de plooien met 1 v in tr 1 een nieuwe
hemelsblauwe draad aan.
Tr 1: *6 v, 1 plooi (zie p. 123), herh vanaf *. Sluit de tr met 1 hv
tot een ring.
Draad afknippen en afhechten.
ROK VASTHAKEN
Ga naar p. 123 en haak met het hemelsblauwe garen de rok
volgens het basispatroon aan het slipje.

TOPJE
Haak verder in spiraalvorm met het hemelsblauwe garen.
Tr 1: 11 v, 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v, 2 v in de
4 vlg v, 11 v (= 43 st).
Controleer waar middenvoor ligt.
Tr 2: 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v samenh, 2 x
(2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 47 v voor in de st.
Knip de draad niet af want daar ga je zo mee verder …

BLOES
Haak eerst de bloes met het witte garen.
Tr 5 (wit): haak achter in de st van tr 3: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12
hstk, 11 v (= 47 st) (zie p. 119).
Tr 6: haak voor in de st: 14 v, 6 stk, 3 hstk, 1 v, 3 hstk, 6 stk, 14
v (= 47 st).
Haak nu in heen- en teruggaande tr de armsgaten.
Tr 1: 11 v, 8 l, keer het werk.
Tr 2: 5 st oversl (= 1e armsgat), 13 v, 8 l, 5 st oversl (= 2e
armsgat), 1 hv, keer het werk.
Tr 3: 8 v om het l-boogje (zie p. 125), 13 v, 8 v om het l-boogje,
1 hv.
Draad afknippen en afhechten.

Borduur rechts en links op het topje een witte draad en een


bruine vetersluiting.
BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon.

SCHOUDERBANDEN
Neem de hemelsblauwe draad van het topje weer op en haak
in heen- en teruggaande toer:
Tr 1: 12 v, 1 keerl.
Tr 2: 25 v, 1 keerl.
Tr 3: 25 v.
Let op! Keer het werk nu zonder keerl en haak verder aan de
eerste band van de bloes.

Tr 4: haak v in de vrije lussen van het l-boogje van het eerste


armsgat en daarbij 2 v in elke st.
Haak daarna 9 v op de rug van de dirndl. Dan kom je bij de
tweede witte schouderband van de bloes. Haak hier weer v
voor in de st van het l-boogje van het tweede armsgat en 2 v in
elke st. Sluit de tr met 1 hv in de laatste st van de vorige tr.
Draad afknippen en afhechten.

POFMOUW
Hecht aan het eerste armsgat (aan de rugkant) een nieuwe
witte draad aan en haak twee keerl. Haak dan in heen- en
teruggaande toer rondom het eerste armsgat, eerst in de vrije 9
st van de schouderband en dan in de 7 st van de bloes:
Tr 1: 2 stk in alle 15 st. Sluit de tr met 1 hv (= 30 st).

Tr 2: 2 keerl, 30 stk.
Tr 3: *2 st samenh, herh vanaf *. Sluit de toer met 1 hv (= 15
st).
Haak op dezelfde manier nog een pofmouw. Steek de armen
door de mouwen en naai deze netjes aan de schouders vast.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met rood en
zwart borduurgaren het gezichtje erop.

KRUIN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het bruinoranje garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11 + 12: 48 v. Eindig met 1 hv.
Draad afknippen en afhechten. Haak op dezelfde manier het
andere deel van de kruin.

HAREN
Knip van het bruinoranje garen 38 draden van 60 cm lang en
knoop ze aan de twee delen van de kruin (zie p. 122). Knoop
aan het eerste deel 18 draden aan 18 naast elkaar liggende st.
Knoop aan het tweede deel twee draden elk aan de eerste 6 st
en steeds een draad in de vlg 8 st.

Leg het eerste deel op het hoofd. Leg het tweede deel zo op
het eerste dat het eerste deel wordt bedekt door 6 st van het
tweede deel en de haaraanzet er mooi uitziet. De laatste
draden links en rechts liggen ongeveer naast de ogen van de
pop.

Haal dan het tweede deel weer weg, steek het eerste deel met
naalden vast en naai het op het hoofd. Daarna naai je ook het
tweede deel vast.
Splits de dubbele draden van de pony, een helft naar links en
een helft naar rechts.

Maak nu de vlechten. Splits de ene helft van de pony en neem


als derde streng drie draden van het eerste deel van de kruin.

Leg de linkerstreng over de middelste streng, dan de


rechterstreng over de streng die nu in het midden ligt.

Daarna vlecht je steeds twee tot drie draden van het eerste
deel van de kruin in de rechterstreng mee.
Als alle draden zijn meegenomen, vlecht je gewoon verder tot
het einde. Je kunt een video bekijken op
http://help.misshook.de.

Maak zo ook de tweede vlecht. Rol de vlechten op en naai ze


op het hoofd vast.

SCHORT
Zet 16 l + 1 keerl op met aardbeirood. Haak verder in heen- en
teruggaande tr.
Tr 1 t/m 13: 16 v, 1 keerl.
Tr 14: 1 v, 1 plooi (zie p. 123), 4 v, 1 plooi, 1 v (= 8 st).
Zet voor de band 32 l + 1 keerl op.
Tr 1: 32 v, 8 v op de bovenkant van het schort (= 40 st).
Draad afknippen en afhechten. Trek het schort aan en naai de
band vast.
NOVA

LIVE IN
#mymisshook
#CURVYnova

MOEILIJKHEIDSGRAAD 1

LENGTE
22 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol goudbruin (kl
438) en restje zwart (kl 110)
• Schachenmayr Wash+Filz-it! (ll 50 m/50 g), 1 bol zwart (kl
01)
• Anchor Artiste Metallic (ll 100 m/ 25 g), 2 bollen goud (kl 300)
• restje rood, wit, goud en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

CONCERT!

ARM (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak met het goudbruine garen twee keer
de arm volgens het basispatroon.
BEEN MET SCHOEN (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak volgens het basispatroon twee keer
het been (met het goudbruine garen) met de schoen (met het
garen Catania zwart).

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het goudbruine garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.

BILLEN
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak verder in spiraalvorm met
het goudbruine garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Draad afknippen en afhechten.

Versier de schoen met gouddraad. Steek daarvoor de naald


van onder naar boven rondom, voor in de st van tr 6 van de
schoen.

ROK
Zet 36 l + 1 keerl op met een dubbele draad goud (= 36 st).
Tr 1: v, 2 v in elke 4e st, sluit de tr met
1 hv tot een ring (= 45 st).

Haak verder in spiraalvorm.


Tr 1: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 2: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Draad afknippen en afhechten.
Sluit ook de kleine opening bij tr 1.

Leg de rok nu op de benen en haak beide delen met een


dubbele draad goud als volgt aan elkaar.
Tr 3: haak rok en benen met v aan elkaar, haak daarbij 2 v in
elke 15e v (= 64 st).
Tr 4 t/m 13: 64 v, haak in tr 13 tot middenachter (zie p. 118) (=
64 st).
Tr 14: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 15: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 16: v tot middenachter. Plaats een st-markeerder.

BOVENLIJF
Ga naar p. 118 en haak met een dubbele draad van het
gouden garen het bovenlijf volgens het basispatroon.

BOVENRAND TOPJE
Ga naar p. 118 en haak met een dubbele draad van het
goudkleurige garen de bovenrand van het topje volgens het
basispatroon.
BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het goudbruine garen de boezem
volgens het basispatroon.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het goudbruine garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met rood, wit en
zwart garen het gezichtje erop.

HAREN
Knip van het zwarte Wash+Filz-it!-garen circa 150 draden van
20 cm lang en knoop ze aan het hoofd vast (zie p. 122). Knip
tot slot de haren op de gewenste lengte af.

OORBEL (2 keer)
Maak eerst een magische ring met een enkele draad van het
gouden garen.
Tr 1: 2 l, 12 stk in de ring, draad aantrekken tot een opening
van circa 5 mm overblijft (= 12 st).
Draad afknippen en afhechten.
Haak op dezelfde manier nog een oorbel en naai ze allebei aan
het hoofd vast.

ARMBAND
Ga naar p. 122 en haak met een enkele draad van het gouden
garen de armband volgens het basispatroon.

TIP
Je kunt de jurk ook met goudgeel Schachenmayr Catania (kl
249) haken. Gebruik dan een enkele draad.
BETTY

HELLO
#mymisshook
#CURVYbetty

MOEILIJKHEIDSGRAAD 1

LENGTE
21 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 25 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), rood (kl 115), wit (kl 106), delftsblauw (kl 261) en
neongeel (kl 280)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald

SUMMERTIME!

ARM (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak met het zachtroze garen twee keer de
arm volgens het basispatroon.

BEEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring met het zachtroze garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Tr 2: 6 v achter in de st.
Tr 3: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6: 10 v.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v.
Tr 9: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 10 + 11: 15 v.
Tr 12: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 13 + 14: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.

Haak zo nog een been, maar knip de draad niet af, want daar
ga je zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar.
BROEK
Nadat je de benen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het begin van
de toer bij de billen van de pop. Haak verder met het rode
garen in spiraalvorm.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3 (wit): 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 + 6 (rood): 64 v.
Tr 7 + 8 (wit): 64 v.
Tr 9 + 10 (rood): 64 v.
Tr 11 + 12 (wit): haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder.
Tr 13 (rood): 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v),
2 v samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15 (zachtroze): v tot middenachter.

BUIK
Haak nu de buik met het zachtroze garen.
Tr 1: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).
Tr 2: 2 x (3 v, 2 v samenh), 20 v, 2 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 37 st).
Tr 3 + 4: 37 v, haak in tr 4 tot middenachter. Plaats een st-
markeerder.
Vul benen en broek stevig op met vulmateriaal.

TOPJE
Het garen wordt binnen toer 1 gewisseld. Voor de betreffende
st staan tussen haakjes de afkortingen ZR (= zachtroze) en DB
(= delftsblauw).
Tr 1: (ZR) 11 v, (DB) 2 v in de 4 vlg st, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1
v, 2 v in de 4 vlg st, (ZR) 11 v (= 43 st). Controleer waar
middenvoor ligt.
Tr 2 (delftsblauw): 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2
v samenh, 2 x (2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v (= 47 st).
Tr 5: haak voor in de st: 14 v, 6 stk, 3 hstk, 1 v, 3 hstk, 6 stk, 14
v (= 47 st).
Draad afknippen en afhechten.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon. Rimpel daarna het topje in door de
blauwe draad enkele keren met een naald tussen de cups door
te trekken. Laat de uiteinden uiteindelijk in de nek naar buiten
komen en knoop ze vast.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met het rode en
zwarte borduurgaren het gezichtje erop.

HOED
Maak eerst een magische ring met het rode garen.
Tr 1: 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11: 48 v.
Tr 12: 2 v in elke 8e v (= 54 st).
Tr 15: 54 v voor in de steek.
Tr 16: 2 v in elke 3e v (= 72 st).
Tr 17 + 18: 72 v.
Tr 19: 2 v in elke 4e v (= 90 st).
Tr 20 + 21: 90 v.
Tr 22: 2 v in elke 5e v (= 108 st).
Tr 23 + 24: 108 v. Sluit de tr met 1 hv.
Draad afknippen en afhechten.
HAREN
Haak de krullen aan de hoed. Draai de hoed daarvoor om en
hecht een neongele draad aan achter in een st van tr 15.

Haak de krullen naast elkaar achter in de st van tr 15.

KRUL 1
Zet 15 l en 1 keerl op.
Tr 1: 1 v in elke st (= 30 st).
Haak de krul met 2 hv vast achter in de vlg st van de hoed.

KRUL 2 + 3
20 l + 1 keerl.
Tr 1: 2 v in elke st (= 40 st). Haak ze met
2 hv vast achter in de vlg st van de hoed.
KRUL 4 T/M 6
Zoals krul 1.

KRUL 7 T/M 12
10 l + 1 keerl.
Tr 1: 2 v in elke st (= 20 st).
Haak ze met 2 hv vast achter in de vlg st van de hoed.

KRUL 13 T/M 15
Zoals krul 1.

KRUL 16 + 17
Zoals krul 2 + 3.

KRUL 18
Zoals krul 1 en met 1 hv aan de hoed vastmaken.
Draad afknippen en afhechten.
Zet de hoed met de haren op het hoofd en naai hem vast.
LEILA
image

JUST DANCE!

#mymisshook
#CURVYleila

MOEILIJKHEIDSGRAAD 2

LENGTE
21 cm

BENODIGDHEDEN
• Schachenmayr Catania (ll 125 m/50 g), 1 bol zachtroze (kl
263), terracotta (kl 388) en bruinoranje (kl 383)
• Schachenmayr Alpaca Couture (113 m/25 g), 1 bol
mosterdgeel (kl 20)
• Anchor Artiste Metallic (100 m/ 25 g), 1 bol goud (kl 300)
• restje rood en zwart borduurgaren
• haaknaald 2,5 mm
• 1 paar zwarte veiligheidsogen, ø 8 mm
• vulmateriaal, 50 g
• stekenmarkeerder
• maasnaald
• naainaald
• kromme naainaald
ARM (2 keer)
Ga naar p. 116 en haak met het zachtroze garen twee keer de
arm volgens het basispatroon.

BEEN MET SCHOEN (2 keer)


Ga naar p. 116 en haak volgens het basispatroon twee keer
het been (met het zachtroze garen) met de schoen (met
dubbele draad van het gouden garen).

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


Ga naar p. 117 en haak met het zachtroze garen de benen
volgens het basispatroon aan elkaar. Haak dan als volgt
verder:
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Draad afknippen en afhechten.

image

BROEKSPIJP (2 keer)
Zet met het bruinoranje garen
30 l + 1 keerl op.
Tr 1: 30 v.
Sluit de tr met 1 hv en haak verder in spiraalvorm.
Tr 1: elke 9e en 10e v samenh (= 27 st).
Tr 2: elke 8e en 9e v samenh (= 24 st).
Tr 3: 24 v.
Tr 4: elke 7e en 8e v samenh (= 21 st).
Tr 5: 21 v.
Tr 6: elke 6e en 7e v samenh (= 18 st).
Tr 7: 18 v.
Tr 8: elke 5e en 6e v samenh (= 15 st).
Tr 9: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 10: 18 v.
Haak zo nog een broekspijp. Haak dan de pijpen volgens het
basispatroon (zie p. 117) op dezelfde manier als de benen aan
elkaar.

image

BILLEN
Nadat je de broekspijpen aan elkaar hebt gehaakt, ligt het
begin van de tr bij de billen van de pop. Haak verder in
spiraalvorm met het bruinoranje garen.
Tr 1: 2 v in elke 4e v (= 45 st).
Tr 2: 2 v in elke 5e v (= 54 st).
Tr 3: 2 v in elke 9e v (= 60 st).
Tr 4: 2 v in elke 15e v (= 64 st).
Tr 5 t/m 12: 64 v, haak in tr 12 tot middenachter (zie p. 118).
Plaats een st-markeerder. Steek de benen in de pijpen en vul
ze stevig op.
image

Ga dan verder met de broek:


Tr 13: 4 x (4 v, 2 v samenh), 14 v, 4 x (2 v samenh, 4 v), 2 v
samenh (= 55 st).
Tr 14: 4 x (3 v, 2 v samenh), 13 v, 4 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 46 st).
Tr 15: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).

BUIK
Haak de buik met het zachtroze garen.
Tr 1: v achter in de st tot middenachter. Plaats een st-
markeerder.
Tr 2: 2 x (3 v, 2 v samenh), 20 v, 2 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 37 st).
Tr 3 + 4: 37 v, haak in tr 4 tot middenachter.
Vul de benen en billen stevig op met vulmateriaal.

BOVENLIJF
Haak vervolgens het bovenlijf met het zachtroze garen.
Tr 1: 11 v, 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v, 2 v in de
4 vlg v, 11 v (= 43 st).
Controleer waar middenvoor ligt.
Tr 2: 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v samenh, 2 x
(2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 3: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 4: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v.

BOEZEM
Ga naar p. 119 en haak met het zachtroze garen de boezem
volgens het basispatroon.

HOOFD EN GEZICHTJE
Ga naar p. 120 en haak met het zachtroze garen het hoofd en
gezichtje volgens het basispatroon en borduur met rood en
zwart borduurgaren het gezichtje erop.

Bovenkant broekpak (2 keer)


Zet 8 l + 1 keerl op met het bruinoranje garen. Haak verder in
heen- en teruggaande tr en keer steeds met 1 keerl.
Tr 1 t/m 6: 8 v.
Tr 7: 2 v samenh, 6 v (= 7 st).
Tr 8: 5 v, 2 v samenh (= 6 st).
Tr 9: 2 v samenh, 4 v (= 5 st).
Tr 10: 2 v samenh, 3 v (= 4 st).
Tr 11: 2 v samenh, 2 v (= 3 st).
Tr 12: 2 v samenh, 1 v (= 2 st).
Tr 13: 2 v samenh (= 1 st).
Tr 14: 1 v.
Tr 15: 6 l, draad afhechten en op 15 cm lengte afknippen.
Begindraad afhechten.

image

Haak op dezelfde manier nog een bovenkant. Geef


middenvoor van de broek aan met een speld, leg de
bovenkanten op de goede plek neer en naai ze voor in de
steken van de broek vast.

image

Knoop de twee bovenkanten bij de nek aan elkaar. Haal de


draaduiteinden van de bovenstukjes op de rug door de vrije
lussen van de broek en naai ze vast.

VEST
Zet 20 l en 2 keerl op met het mosterdgele garen. Haak in tr en
haak na elke tr 2 keerl.
Tr 1: 2 stk in elke 4e st (= 25 st).
Tr 2: 2 stk in elke 5e st (= 30 st).
Tr 3: 2 stk in elke 6e st (= 35 st).
Haak slechts 1 keerl.
Tr 4: 5 v, 6 l, 6 st oversl (= 1e armsgat), 13 v, 6 l, 6 st oversl (=
2e armsgat), 5 v (= 35 st).
Tr 5: 5 stk, 8 stk om het l-boogje, 13 stk, 8 stk om het tweede l-
boogje, 5 stk (= 39 st).
Tr 6: 39 stk.
Draad afknippen en afhechten.

image
image

KRUIN
Maak eerst een magische ring met het terracottakleurige
garen.
Tr 1: 1 l, 6 v in de ring, draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v.
Tr 10: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 11: 48 v.
Haak nu de lokken aan de kruin:

1E LOK (8 keer)
Haak 16 l en 2 keerl.
Tr 1: 2 stk in de eerste st, 14 stk, 2 st van de kruin overslaan, 1
hv in de kruin. Haak op dezelfde manier nog zeven lokken.
Nu ga je verder met een korte lok:

2E LOK
10 l + 2 keerl.
Tr 1: 2 stk in de eerste st, 7 stk, 4 stk in 1 st, 2 st van de kruin
oversl, 1 hv in de kruin.

image

Haak dan voor de pony verder op de kruin: 1 v, 1 hstk, 2 stk in


de vlg 9 st.
Na de pony haak je opnieuw lokken.

3E LOK
8 l + 2 keerl.
Tr 1: 2 stk in de 2 vlg st, 6 stk, 1 hv in de vlg st van de kruin.

4E LOK (3 keer)
16 l + 2 keerl.
Tr 1: 2 stk in de eerste st, 14 stk, 2 st van de kruin oversl, 1 hv
in de kruin. Haak op dezelfde manier nog twee lokken.
Draad afknippen en afhechten. Speld de kruin met de lokken
op het hoofd en naai hem vast. Naai de pony nog niet vast. Dat
doe je pas als de haarband klaar is.

image

HAARBAND
Zet 60 l + 1 keerl op met het goudkleurige garen.
Tr 1: 60 hstk.
Draad afknippen en afhechten. Leg de haarband om het hoofd
en naai hem vast. Laat een uiteinde loshangen. Nu kun je ook
de pony vastnaaien.

image

ARMBAND
Haak met het goudkleurige garen de armband volgens het
basispatroon (p. 122) en doe hem om een arm van de pop.

image
BASISPATRONEN

Hier vind je de patronen voor bepaalde lichaamsdelen


of onderdelen van kledingstukken van de poppen, die
altijd op dezelfde manier worden gehaakt. In de
beschrijvingen van de poppen word je verwezen naar
deze basispatronen.

Haak altijd zo vast mogelijk (behalve als er iets anders


wordt vermeld). Als de gaatjes tussen de steken te groot
zijn, neem je een kleinere haaknaald. Gebruik
stekenmarkeerders, dan is het makkelijker om de toeren
te tellen en minderingen of meerderingen bij te houden.

ARM (2 keer)
Maak eerst een magische ring in de huidkleur.
Tr 1: 2 l, 6 stk in de ring en draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2 + 3: 6 v.
Tr 4: 2 v in elke 2e v (= 9 st).
Tr 5 + 6: 9 v.
Tr 7: 2 v in elke 3e v (= 12 st).
Tr 8 t/m 10: 12 v.
Tr 11: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 12 t/m 16: 15 st.
Tr 17: elke 4e en 5e v samenh (= 12 st).
Tr 18: 12 v.
Tr 19: elke 5e en 6e v samenh (= 10 st).
Tr 20: 10 v.
Vul de bovenkant van de arm luchtig op met vulmateriaal en
haak de opening met 4 v dicht.
Draad afknippen en afhechten.

Haak op dezelfde manier nog een arm.


BEEN MET SCHOEN (2 keer)
Maak eerst een magische ring in de kleur van de schoen.
Tr 1: 6 v in de ring en draad aantrekken (= 6 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 6 v achter in de st.
Tr 3: 2 v in elke 3e v (= 8 st).
Tr 4: 8 v.
Tr 5: 2 v in elke 4e v (= 10 st).
Tr 6 (huidkleur): 10 v achter in de st.
Tr 7: 2 v in elke 5e v (= 12 st).
Tr 8: 12 v.

Tr 9: 2 v in elke 4e v (= 15 st).
Tr 10 + 11: 15 st.
Tr 12: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 13 + 14: 18 v.
Draad afknippen en afhechten.
Haak zo nog een been maar knip de draad niet af, want daar
ga je zo mee verder …

BENEN AAN ELKAAR HAKEN


De benen worden met vasten in de vorm van een acht
omgehaakt. Neem de draad van het laatst gehaakte been weer
op. (Hier is voor de duidelijkheid een groene draad gebruikt,
maar normaal gesproken gebruik je garen in de huidkleur.)

Haak een vaste aan de binnenkant van het been, zodat de


schoenpunt naar voren wijst. Ga dan over naar het eerst
gehaakte been en haak 18 v.

Ga nu weer naar het andere been en haak ook 18 v. Aan het


eind van de toer zijn er 36 v. Plaats een st-markeerder.
Na het samenhaken van de benen ligt het begin van de toer bij
de billen van de pop (bij de st-markeerder).

MIDDENACHTER
Als je in de beschrijving leest dat je tot middenachter moet
haken (bijvoorbeeld bij de heupen of boezem), dan betekent
het dat je doorhaakt tot je echt bij middenachter bent
aangekomen. Middenachter is een vast punt. Het zorgt ervoor
dat je pop symmetrisch wordt. Hier kun je kleine foutjes
rechtzetten. Haak gewoon op het oog tot dat punt en stel je
daarbij voor dat een verticale lijn door je pop loopt. Verplaats
eventueel de st-markeerder.
BOVENLIJF
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 1: 2 x (4 v, 2 v samenh), 22 v, 2 x (2 v samenh, 4 v) (= 42
st).
Tr 2: 2 x (3 v, 2 v samenh), 20 v, 2 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 37 st).
Tr 3 + 4: 37 v, haak in tr 4 tot middenachter. Vul benen en
billen nu stevig op met vulmateriaal.
Tr 5: 11 v, 2 v in de 4 vlg v, 2 x (1 v, 2 v samenh), 1 v, 2 v in de
4 vlg v, 11 v (= 43 st).
Tr 6: 11 v, 2 x (3 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 v, 2 v samenh, 2 x
(2 hstk in de vlg st, 3 hstk), 11 v (= 46 st).
Tr 7: 10 v, 2 x (4 hstk, 2 hstk in de vlg st), 3 x (2 v samenh), 2 x
(2 hstk in de vlg st, 4 hstk), 10 v (= 47 st).
Tr 8: 11 v, 12 hstk, 1 v, 12 hstk, 11 v (= 47 st).
BOVENRAND TOPJE
Tr 1: haak voor in de st van tr 8 van het bovenlijf: 14 v, 6 stk, 3
hstk, 1 v, 3 hstk, 6 stk, 14 v (= 47 st). Draad afknippen en
afhechten.

BOEZEM
Hecht middenachter bij de laatste toer van het bovenlijf een
huidkleurige draad aan en haak achter in de st in spiraalvorm
verder:

Tr 1: 10 v, 12 hstk, 3 v, 12 hstk, 10 v (= 47 st).


Tr 2: 47 v. Plaats een st-markeerder.
Tr 3: 10 v, 9 x (1 v, 2 v samenh), 10 v (= 38 st).
Bevestig nu de armen aan het lijf door de 4 st van de armen
samen te haken met de overeenkomstige st van de zijkant.
Tr 4: 7 v, 4 v (= eerste arm aanhaken), 2 x (4 v, 2 v samenh), 4
v, 4 v (= tweede arm aanhaken), 7 v (= 36 st).

Tr 5: elke 5e en 6e v samenh (= 30 st). Vul de boezem stevig


op met vulmateriaal en breng hem in vorm.
Tr 6: elke 4e en 5e v samenh (= 24 st).
Tr 7: elke 3e en 4e v samenh (= 18 st). Vul de boezem verder
op.
Tr 8: elke 5e en 6e v samenh (= 15 st). Neem om de boezem
vorm te geven een draad in huidkleur (uit het binnenste van de
bol, lengte 20 cm) en steek hem met een kromme nld bij de
overgang van topje naar boezem naar binnen en laat hem bij
de nek weer naar buiten komen.

Neem dan het andere uiteinde van de draad en steek de nld


circa 2-3 tr onder de nek naar binnen en laat hem bij de nek
weer naar buiten komen.

Trek nu stevig aan de twee draaduiteinden en knoop ze aan


elkaar. Zo ontstaat de plooi in de boezem.
HOOFD EN GEZICHTJE
Neem voor het hoofd de draad van de boezem weer op en
haak verder in spiraalvorm.
Tr 1: 2 v in elke 5e v (= 18 st).
Tr 2: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 3: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 4: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 5: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 6: 2 v in elke 7e v (= 48 st).
Tr 7 t/m 9: 48 st, haak in tr 9 tot middenachter.
Tr 10: 15 v, 3 x (2 v samenh), 6 v, 3 x (2 v samenh), 15 v (= 42
st).
Tr 11: 17 v, 1 l, 1 st oversl (= opening 1e oog), 6 v, 1 l, 1 st
oversl (= opening 2e oog), 17 v.
Tr 12: 17 v, 1 v om de l van de vorige tr, 6 v, 1 v om de l van de
vorige tr, 17 v.

Tr 13 t/m 18: 42 v.
Stop met haken en geef je pop nu eerst een leuk gezichtje.
Steek de veiligheidsogen door de openingen van toer 11 van
het hoofd en maak ze vast.
De toernummers hieronder lopen van toer 18 van het hoofd
naar beneden.

Borduur de wimpers en de wenkbrauwen. Maak de neus in


huidkleur tussen toer 9 en 10 over 2 steken door de naald twee
keer in te steken. Borduur de mond tussen toer 12 en 13 over 2
steken. Knoop alle draden van binnen vast en vul het hoofd op
met vulmateriaal. Hiernaast kun je zien dat je verschillende
soorten wimpers, wenkbrauwen en monden kunt borduren en
dat de gezichtsuitdrukking daarmee varieert. Het staat heel
mooi om de pop met rouge of roze oogschaduw roze wangen
te geven.
Nu maak je het hoofd verder af. Neem de draad van tr 18 weer
op en haak verder in spiraalvorm.
Tr 19: elke 6e en 7e v samenh (= 36 st).
Tr 20: elke 5e en 6e v samenh (= 30 st).
Tr 21: elke 4e en 5e st samenh (= 24 st).
Tr 22: elke 3e en 4e v samenh (= 18 st).
Vul het hoofd stevig op met vulmateriaal.
Tr 23: elke 2e en 3e v samenh (= 12 st).
Tr 24: steeds 2 v samenh (= 6 st). Knip de draad op circa 15
cm lengte af en haal hem door de lus. Doe hem in een naald
en steek hem van voren af, voor in de st van de laatste 6 st,
trek de draad stevig aan, sluit het hoofd en hecht de draad af.
KRUIN
Maak eerst een magische ring in de kleur van het haar.
Tr 1: 6 v in de ring en draad aantrekken (= 6 v).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 2 v in elke v (= 12 st).
Tr 3: haak achter in de st: 2 v in elke 2e v (= 18 st).
Tr 4: 2 v in elke 3e v (= 24 st).
Tr 5: haak achter in de st: 2 v in elke 4e v (= 30 st).
Tr 6: 2 v in elke 5e v (= 36 st).
Tr 7: 36 v achter in de st.
Tr 8: 2 v in elke 6e v (= 42 st).
Tr 9: 42 v achter in de st.
Tr 10: 42 v.
Draad afknippen en afhechten. Hecht met 1 hv voor in de
eerste st (van tr 3) in het midden van de kruin een nieuwe
draad aan en haak de lokken volgens het patroon. Hoe
strakker je haakt, des te mooier krult het haar.

HAREN VASTKNOPEN
Strengen haar kunnen rechtstreeks aan het hoofd van de pop,
aan de kruin of aan de voorste st worden vastgeknoopt. De
werkwijze is hetzelfde. Steek met de haaknld door het werk.
Trek de draad door de plaats waar je hebt ingestoken …

… en haal beide draaduiteinden door de doorgetrokken lus.

Trek nu aan de draaduiteinden en de lus gaat dicht.

ARMBAND
Maak eerst een magische ring in de gewenste kleur.
Tr 1: 2 l, 12 stk in de ring. Trek de ring een beetje aan zodat
een opening overblijft waar de hand van de pop doorheen past
(= 12 st).
Haak verder in spiraalvorm.
Tr 2: 12 v.
Tr 3: elke 3e en 4e v samenh (= 9 st).
Draad afknippen en afhechten.

ROKPLOOIEN
Steek voor een plooi in de volgende vaste van voren in, sla 1
vaste over, steek in de volgende vaste van achteren in, sla
opnieuw 1 vaste over en steek nog een keer van voren in de
volgende vaste in.

Haal nu de draad op en trek hem door de 3 steken op de


naald.
ROK VASTHAKEN
Leg de rok op de billen en haak de twee delen vanaf
middenachter aan elkaar.

Tr 1: haak de rok en billen met 42 v aan elkaar (= 42 st).


Tr 2: 2 x (3 v, 2 v samenh), 20 v, 2 x (2 v samenh, 3 v), 2 v
samenh (= 37 st).
Tr 3 + 4: 37 v, haak in tr 4 tot middenachter (zie p. 118).
Vul benen en billen stevig op met vulmateriaal.

PICOT
Een picot is een versiering. Het is een puntig toelopende steek.
Je kunt hem met alle steeksoorten haken. Haak na een steek 3
lussen, haal de haaknaald uit de lus en steekt hem opnieuw in
de eerste lus.

Pak nu met de haaknld de laatst gehaakte lus …

… en trek die door de eerste lus.

Dan haak je verder volgens het patroon. Hier zijn in 1 steek, 2


stokjes, 1 picot en 2 stokjes gehaakt.
HAKEN IN DE DWARSLUS VAN DE
LOSSENKETTING
Je haakt de steken niet in de bovenste lussen van de
lossenketting, maar in de dwarslussen aan de achterkant van
de lossenketting. De steken zien er dan uit als vasten
(bijvoorbeeld aan het begin van een rok). Van boven zijn er
twee lussen te zien en daardoor is het veel makkelijker om
later de delen aan elkaar te haken.

LOSSENBOOGJE
Een lossenboogje ontstaat als de normale stekenvolgorde
wordt onderbroken en je enkele lossen haakt. Daarbij worden
nog een of meer steken overgeslagen en dan verder gehaakt.
Zo ontstaat een opening. In dit boek worden lossenboogjes
gebruikt voor de armsgaten van de poppenkleren.

In de volgende toer kun je om deze boogjes weer steken haken


door de naald onder het boogje door te steken, de draad door
te halen en meerdere steken te haken (hier een stokje).
BASISTECHNIEKEN

Op de volgende pagina’s zijn alle haaktechnieken en


haaksteken opgenomen die in dit boek worden gebruikt.
Hiemee kun je je kennis opfrissen of iets nieuws leren.

De poppen worden voornamelijk in spiraalvorm gehaakt.


Het lichaam en hoofd worden vanaf de voeten aan een
stuk door gehaakt.

OPZETLUS
Sla de draad om wijs- en middelvinger. Het draaduiteinde wijst
naar beneden, de draden kruisen elkaar aan de bovenkant.

Draai je hand om en trek de achterste draad onder de voorste


draad door.
Trek aan de lus en aan het lange draaduiteinde zodat de lus
zich sluit.

LOSSE EN LOSSENKETTING
Maak een beginlus. Houd de lange draad (de werkdraad) in de
linkerhand en de haaknaald in de rechterhand.

Neem de werkdraad en leg hem van achteren naar voren om


de haaknaald …
… en trek hem door de lus die op de haaknaald staat. De
eerste losse is klaar.

In het begin van een patroon staat altijd vermeld hoeveel


lossen je moet opzetten. Een lossenketting is de basis van elk
haakwerk.

Bij het tellen van de lossen wordt de beginlosse die op de


naald staat niet meegeteld. Begin met tellen vanaf de eerste
losse vanaf de haaknaald.
VASTE
Om een vaste te haken steek je de haaknaald in een steek van
de vorige toer en haalt de draad door de steek.

Leg de draad dan van achter naar voren om de haaknaald en


trek hem door beide lussen op de naald.

HALVE VASTE
Bij een halve vaste steek je de haaknaald in een steek van de
vorige toer en haal je de draad door de steek …
… en dan direct door de lus die op de naald staat.

STOKJE
Om een stokje te haken leg je de draad van achter naar voren
over de haaknaald.

Dan steek je de haaknaald in een steek van de vorige toer en


haalt de draad door de steek. Er staan nu drie lussen op de
haaknaald.
Leg de draad van achter naar voren om de haaknaald en trek
hem door de eerste twee lussen op de naald.

Leg de draad dan weer om de naald en trek hem door de twee


laatste lussen op de naald.

HALF STOKJE
Om een half stokje te haken leg je de draad van achter naar
voren om de haaknaald.
Steek dan de haaknaald in een steek van de vorige toer en
haal de draad door de steek.

Er staan nu drie lussen op de naald. Leg de draad weer van


achter naar voren om de haaknaald en trek hem door alle drie
de lussen op de naald.

DUBBEL STOKJE
Voor een dubbel stokje sla je de draad twee keer van achter
naar voren om de haaknaald.
Dan steek je de haaknaald in een steek van de vorige toer en
haalt de draad door de steek. Er staan nu vier lussen op de
haaknaald.

Leg de draad van achter naar voren om de haaknaald en trek


hem door de eerste twee lussen op de naald.

Leg de draad opnieuw om de naald en trek hem door de


volgende twee lussen op de naald.
Leg de draad nog een keer om de naald en trek hem door de
laatste twee lussen op de naald.

TWEE VASTEN SAMENHAKEN

IN HEEN- EN TERUGGAANDE TOEREN


Steek de naald in een steek van de vorige toer, haal de draad
door de steek, steek in de volgende steek en haal de draad
door de steek.
Leg de draad dan van achter naar voren om de haaknaald en
trek hem door alle drie de lussen op de naald.

IN HET ROND – ONZICHTBARE MINDERING


Als je in het rond haakt en steken samenhaakt, geeft dat een
gelijkmatig stekenbeeld en zijn de minderingen bijna
onzichtbaar.
Steek de naald voor in de steek van de vorige toer, haal de
draad door …

… steek voor in de volgende steek en haal de draad opnieuw


door.
Leg de draad van achteren naar voren over de haaknaald en
trek hem door de drie lussen op de naald.

TWEE STOKJES SAMENHAKEN


Leg de draad van achter naar voren om de haaknaald, steek
de naald in een steek van de vorige toer en haal de draad door
de steek. Leg de draad opnieuw om de naald en trek hem door
de eerste twee lussen op de naald.

Leg de draad dan weer om de naald, steek in de volgende


steek en haal de draad door de steek.
Leg de draad weer om de naald en trek hem door de eerste
twee lussen op de naald.

Leg de draad voor de laatste keer om de naald en trek hem


door de laatste drie lussen op de naald.

MEERDEREN
Meerder een steek door twee steken in een steek van de
vorige toer te haken.
MEERDERE STEKEN IN EEN STEEK
Je kunt ook meerdere steken in een steek van de vorige toer
haken. Zo maak je rondingen. Hier zijn vijf stokjes in één steek
gehaakt.

ACHTER IN DE STEEK HAKEN


In dit boek wordt vaak alleen in de achterste of voorste lus van
de steek gehaakt. Dat doe je om een 3D-effect te krijgen. Je
kunt bijvoorbeeld eerst het bovenlijf en het topje haken en dan
daarachter de boezem haken. Bij veel poppen kun je met deze
techniek ook kleine randjes maken, dat doe je bijvoorbeeld bij
handschoenen of laarzen. Het werk wordt op die plaatsen
gedeeld of er wordt iets aangehaakt. Dat staat mooi en je hoeft
zo geen delen aan elkaar te naaien.
Steek de haaknaald in de achterste lus van de steek van de
vorige toer …

… en haak de steek zoals in het patroon wordt vermeld.

VOOR IN DE STEEK HAKEN


Steek de haaknaald in de voorste lus van de steek van de
vorige toer …

image

… en haak de steek zoals in het patroon wordt vermeld.


Hier zie je de achterkant van het haakwerk. In de achterste
lussen van de steken is nog niet gehaakt.
image

MAGISCHE RING
Wikkel de draad drie keer om wijs- en middelvinger, schuif de
haaknaald van rechts naar links onder de draden, haal de
draad op die helemaal links ligt en trek hem circa 1 cm door.

image

Pak de draad opnieuw op …

image

… en trek hem door de lus op de haaknaald. Trek aan de lange


draad tot de lus zich om de naald sluit.

image

Nu kun je steken haken om beide draden van de ring. Als je


bijvoorbeeld zes vasten in de ring moet haken, steek je de
naald onder de twee draden van de ring, haalt de draad op en
haakt vasten.

image

Aan het eind trek je de ring dicht. Bij een magische ring gaat
dat gemakkelijker als je eerst even aan het korte draaduiteinde
trekt, om te zien welke draad naar binnen gaat.

image
Pak die draad en trek hem naar buiten zodat eerst de andere
draad de ring dichttrekt.

image

Dan trek je stevig aan het korte draaduiteinde …

image

… zodat ook de tweede draad zich sluit.

image

HEEN- EN TERUGGAANDE TOEREN


Een plat vlak wordt in heen- en teruggaande toeren gehaakt.
Een toer begint met een lossenketting. Elke stekensoort heeft
een bepaalde hoogte waarmee je bij het haken rekening moet
houden. Om op dezelfde hoogte als de steken voor de
volgende toer te komen, moet je keerlossen haken.
In de tabel hieronder zie je hoeveel keerlossen je voor de
verschillende steken moet haken.

v en hstk 1 keerlosse
stk 2 keerlosse
dstk 3 keerlosse

Bij het opzetten van een lossenketting moet je dus het aantal
keerlossen optellen. Als je een toer met 10 vasten moet haken,
zet je 10 lossen + 1 keerlosse (dus 11 lossen) op. Ga je stokjes
haken, dan zet je 10 lossen + 2 keerlossen op. Als je de eerste
toer op de lossenketting gaat haken, dan sla je ook het aantal
keerlossen over. Bij vasten sla je de eerste steek vanaf de
naald over en haak je in de tweede steek vanaf de naald. Haak
aan het eind van de toer dan weer een keerlosse, keer het
werk en haak vasten, te beginnen in de eerste vaste van de
vorige toer. Zo gaat het ook bij de andere stekensoorten. Het
aantal keerlossen komt altijd overeen met de hoogte van de
volgende steken.

image

Hier zie je 10 vasten in heen- en teruggaande toeren.

image

Hier zie je 10 stokjes in heen- en teruggaande toeren.

IN SPIRAALVORM HAKEN
Als je in spiraalvorm haakt, ontstaan er geen vlakken maar
holle vormen. Je haakt in spiraalvorm gewoon steeds door. De
toeren worden dus niet met halve vasten gesloten en de eerste
steek van de nieuwe toer wordt boven de eerste steek van de
vorige toer gehaakt. Daardoor ontstaat er een spiraal en zie je
altijd alleen de voorkant van de steek. Alleen vasten zijn
geschikt voor het haken in spiraalvorm, omdat die heel laag
zijn zodat bij de overgang van de toer geen grote
hoogteverschillen ontstaan en het stekenbeeld er gelijkmatig
uitziet. Om de steken van een toer beter te kunnen tellen,
plaats je een stekenmarkeerder die je in elke nieuwe toer naar
boven verzet. Plaats de stekenmarkeerder tussen de eerste en
laatste steek van de toer. Als je geen stekenmarkeerder hebt,
kun je ook een draad in een opvallende kleur gebruiken. Bij het
haken in spiraalvorm verschuift het begin van de toer steeds
iets naar rechts. In sommige patronen wordt aangegeven dat je
tot middenachter moet haken, zodat dat deel (billen of boezem)
symmetrisch blijft. Daar haak je op het oog verder tot je
middenachter bent aangekomen. Stel je daarbij voor dat er een
verticale lijn over de pop loopt.

image

IN HET ROND HAKEN


Als je in het rond haakt, ontstaan ook holle figuren. In
tegenstelling tot bij de spiraalvorm haak je bij toeren in het rond
niet gewoon door, maar sluit je de toer met een halve in de
eerste steek van de vorige toer.

image

Na het sluiten van de toer haak je de benodigde keerlossen.


Het juiste aantal keerlossen kun je vinden in de tabel op p. 136.

image

KLEURWISSELING
Om een mooie kleurovergang te krijgen, haak je de laatste
steek voor de kleurwisseling al met de draad van de nieuwe
kleur mee.

image
image

Haak daarna verder met de nieuwe kleur.

image

OPVULLEN
De poppen moeten stevig worden opgevuld met vulmateriaal.
Zet voor het vullen de laatst gehaakte steek even met een
stekenmarkeerder vast. Doe dan een klein beetje vulmateriaal
in de pop en druk het stevig aan. Gebruik daarvoor de
onderkant van een haaknaald. Je voegt steeds kleine
hoeveelheden vulmateriaal toe. Als je denkt dat er echt niets
meer bij kan, doe je er toch nog een handvol in. Om ervoor te
zorgen dat de poppen goed mollig worden, moet je het
vulmateriaal op de juiste plaatsen aanbrengen. Dus niet
zomaar een beetje opvullen, maar daar waar het nodig is.
Breng de poppen met de vulling perfect in vorm. Daar gaat het
per slot van rekening toch om bij de Curvy Girls!

AFKORTINGEN
dstk = dubbel(e) stokje(s)
herh = herhaal
hstk = half(ve) stokje(s)
hv = halve vaste(n)
kl = kleur
l = losse(n)
ll = looplengte
nld = naald
oversl = overslaan
samenh = samenhaken st = ste(e)k(en)
stk = stokje
tr = toer(en)
v = vaste(n)
vlg = volgende

image
NOG MEER HAAKPLEZIER?
Probeer ook de andere haakboeken van Kosmos
Uitgevers!

Sascha Blase – van Wagtendonk,


Lappenpoppen haken a la Sascha
ISBN 9789043922005
Bas den Braver,
Waterwereld haken
ISBN 9789043921244

Bas den Braver,


Bloemenpoppen haken
ISBN 9789043920483
Marieke Voorsluijs,
Knijpbeestjes breien en haken met Club Geluk
ISBN 9789043921701
Rosanne Briggeman,
Kubussen haken
ISBN 9789043921862
OVER DE SCHRIJFSTER
Nadat Carla Schwind al haar familie en vrienden had voorzien van
gehaakte sjaals, mutsen en beestjes en haar enthousiasme
daarover langzaam afnam, ontwierp ze in 2015 haar rondborstige
gehaakte poppen. Ze kwam op dat idee toen ze op een
meidenavond een schilderij met mollige vrouwen zag. Sindsdien
verkoopt ze onder de naam Miss Hook patronen voor grappige
gehaakte poppen; de familie van de Curvy Girls groeit nog steeds.
Carla Schwind woont met haar man en twee kinderen in de Palts in
Duitsland.

Je kunt Carla Schwind vinden op:


Instagram: @misshookcrochet
Homepage: www.misshook.de

Onze dank gaat uit naar de Firma MEZ GmbH (www.mezcrafts.com,


www.schachenmayr.com)
voor hun hulp bij het maken van dit boek.
www.kosmosuitgevers.nl

kosmos.uitgevers
kosmosuitgevers

Oorspronkelijke titel: Curvy Girls! Häkelpuppen, die ihre Kurven rocken


Oorspronkelijke uitgever: frechverlag GmbH
© 2019 frechverlag GmbH, Turbinenstraße 7, 70499 Stuttgart
© 2020 Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, onderdeel
van VBK | media
Vertaling: Loes Giroldo-Brouwer
Productie Nederlandse editie: Deul & Spanjaard, Groningen

Kosmos Uitgevers vindt het belangrijk om op milieuvriendelijke en verantwoorde wijze met


natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van het papieren boek van deze titel is
daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot
bosvernietiging heeft geleid.

ISBN 978 90 439 2213 5


ISBN e-book: 978 90 439 2214 2
NUR 474

Alle rechten voorbehouden / All rights reserved

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel
van druk, fotokopie, online-publicatie of op welke andere wijze en/of door welk ander
medium ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Noch de maker,
noch de uitgever kan echter aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade als gevolg
van eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden in deze uitgave.
Dit eBook is voorzien van een watermerk met identificatiecode :
VBcKRQARA1NRMFU8ADJdaQA8AS0OUQJPAh4CdgAqBXM
AIAonViIGKQZw - 5f67c43755b8b

You might also like