1
doel van duikers
Een duiker is een koker onder een
| Aijk of con weg die tot dost hectt
feen verbinding te vormen tussen
twee wateren (sloten) aan weer
Zijden van cen dik of een wes.
Beide wateren staan door middel
vvan een duiker met elkaas in ver~
binding, zoals uit de langsdoor-
snede in fig. 1.1 lik
EEveneens is het mogelik een dui-
ker onder een kanaal aan te leg-
gen; een dergelijke duiker eet
grondduiker of sifon (ie fig. 1.2).
Duikers Kunnen door middel van
cen schuif, indien aanwezig, afge-
sloten worden; de zogenaamde
aysluirbare duikers.
De in fig. 1.1 getekende duiker
it deas van de weg haaks: cen
hhaakse duiker. Snjdt de duikeras
de as van de weg of dik onder
cen hock groter of Kleiner dan
90°, dan_is er sprake van een
scheve duiker. Scheve duikersleve-
zen wat de_constructie betreft en
tidens de uitvoering grotere moei-
Hjkheden op dan haskse duikers,
Lengedoorsnase
Jig. 11 Dulker ussen swee wateren
fig. 12 Grondduikers of sfons11.2 Paal-kespverbinding met ondermijnd wordt. De mate van
‘mesband en hakkelbout onderloopsheid hangt af van:
aMpet verva,
Togenwoordig wordt viel vit = de Bodempestelaheid;
stutend de palskesprerdining ‘i = ae kwolngte,
inet mesband er attetbou tig. | ONerloopsheid
112)” toegepas Na het afvagen De invloed van het verval kan als
van de paslkop wordt een mes- | Onderoopsked is het stromen van | voigt worden verklords Wenneee
band ingedeven. In dekesp wordt | water onder de fundering van de | de tls of duler watekecrs ee
en gat voorgeboord, wssrdoor de | duiker' (Gig. 12.0, een van de | sal Bj groot vena de hodkonte
bakkelbou in de kop van de paal_| grootne gevaren waaraan cen du, | tnche duh evchoees got sie a
gslagen wordt. De haktelboot | Ker of sus Kan blootsean, Im: | de mogeljined soeeer aon
heeft wen lengte van 45'8 55 em. | mers, door de sroming onder de | ten gevlge wea dese arate
Deze methode werkt sneer en is | fundering wordt de grond in toe~ | water sje lies onde de den
minder arbeidsntensi dan de | nemende mate itgespostd en mee. | et, Hos gernges het serch es
vorie sevoerd, waardoor het Kunstwerk | minder ‘it gevaar sanworg fs
aevoigen
fig. 12.1 Onderloopsheid
2en de waterstroom zal derhalve
en geringere snelheid hebben, De
invloed van de bodemgesteldheid
an als volgt worden verklaaré:
prof zand laat meer water door
dan fija gescherfde, goed aange
stampte lei; in grof zand zal dan
‘ook een sterkere waterstroom op-
treden!
De invloed van de kwellengte kan
als volgt worden verklaard: bij
eenzelfde verval zal een grotere
hoeveelheid water onder het Kunst-
werk stromen ngarmate dit kor-
De gevolgen ziin verzakkingen en
scheuren, Rondom een duiker op
palen gefundeerd kan de grond
(eveneens onder de duiker) na ver
loop van tijd inklinken; onder-
loopsheid is hiermee cen feit.
Mede hierom eit men goed
sluitende damwanden onder de
dduiker die de waterstroom keren
(fig. 12.2). Bovendien behoort de
fansluiting yan de damwand aan
de duiker volkomen dicht te zijn
fen liven, Tijdens de uitvoering
dient men hier zorgvuldig op te
lettent
Fig. 12.3 toont een in een boww-
ut weggeslagen damwand. Ten
aanzien van de aansluiting van een
damvyand aan een kunstwerk be-
staan verschillende constructies,
die later worden behandeld,
Wat betreft de tot nu toe behan-
dolde duikers is er nog geen spra-
ke van damwanden en wel om de
volgende redenen:
= De duikers waren niet afstuit-
bar; er was nauweliks verval
= Ben grote stroomsnelheid trad
in de betrokken watergangen
niet op.
2
fig. 122 Damwanden ter voorkoming van onderloopsheid
fig, 122 Fen in cen bouwput weggeslagen damwand13
achterloopsheid
Achterloopskeid is het stromen
van water achter of direct langs
een duiker of kunstwerk. Ook
hierbij wordt de grond in toc-
nemende mate uitgespoeid en
meegevoerd, waardoor plotseling
verzakkingen in het aansluitende
zgrondwerk kunnen optreden en de
waterkering hierdoor aangetast
wordt. De mate van achterloops-
hheid hangt af van:
= het verval;
= de bodemgesteldhei
= de kwellengte,
Middeten ter bestrijding van ach-
terloopsheid ziin de volgende:
= Damwanden of muren van be-
fon haaks op de duikeras en
waterdicht aansluitend aan de
dikes.
= Witstekende verzwaringen in de
buitenkokerwand. Behalve con-
treforten of verzwaringen ter
plaatse van schuifschachten
zou men hiertoe ook alle in
het vorige punt genoemde
‘damwanden kunnen rekenen,
= Goede grondeanvulling en ver=
dichting. Als ideale grondsoort
komt wederom Klei in aan-
smerking.
De zwaarste wapens tegen onder-
en achterloopsheid jn onderling
goed sluitende damwanden, w
terdieht aansluitend aan de duiker,
en een goede grondverdichting
tijdens de aanaarding.
Ben duiker in een dijk is nog
steeds cen zwak punt in een
ergeliike waterkering, Men zal
ddaarom tijdens de planning van de
contwatering van een bepaald ge-
bied trachten met zo weinig moge-
lik duikers te volstaan,
Als een duiker in een bestaande
dij aangebracht moet worden,
maakt men de bouwput 20 Klein
mogelik. De damwanden, haaks
‘op de duikeras, voert men zover
door dat ze tot in het talud van
de bouwput, dus tot ongeroerde
-tond, reiken
14
duiker van
gewapend beton
(fundering op houten palen)
Fig. 14.1 toont een duiker onder
een weg. De duiker is siet afsluit-
baar, maar wegens het ter plaatse
Destdande gevaar van inklinken van
dde grond van de aarde baan en dus
‘ook onder de duiker, vond men
het wenselijk een damwand aan te
brengen. Op deze wijze voorkomt
‘men dus cen situatie zoals in fig.
12.2 is weergegeven. Om de dam-
wand goed weg te kunnen slaan,
zijn de laatste palen aan het einde
van de duiker onder een helling
5:1 wengeheid.
Wanner de palen geheid in,
worden ze op de juste hoogte (te
bbepalen door waterpassing) afge-
zaagd. Hierna wordt de grond
goed sangevuld en getrild en wel
zodanig dat wanneer men de 4 em
ikke stampbetonwerkvioer _ge-
stort heeft, de paalkoppen precies
selijk met de bovenkant van de
werkvioer reiken. Daarna kan men
overgaan tot het stellen van de be-
isting ten behoeve van de eigen-
like constructie. Ook hier is we-
derom een licht stortebed aange-
bracht.
225 6a) lbcofzoll sof 0
= damaans 25320}
pales 0
toy |
oa)
fle. 14.1 Fen duiker onder een weg21
uitwaterings-
duiker
(aan een boventivier)
De in fig, 21.1 aangegeven duiker
is voorzien van een schuif die het
rivierwater keert wanneer het peil
van het water stigt. De schuif is
te bedienen via cen windwerk dat
boven op de schuifschacht is ge-
plaatst (niet aangegeven).
‘Ter plaatse van de schuif bevindt
zich cen extra stalen damwand,
ddie doorgezet is in de dijk tot cen
hhoogte van +280 em (zie door-
snede A-A). Een rivierdiik moet
nil, gedurende lange tijd hoog wa-
ter kunnen Keren. Door de dij
loopt dan een zogenaamde kwel-
Wn van het buitentalud ter plaatse
van de waterspiegel tot onder de
teen van het binnentalud. De
damwand moet deze kwelijn van
ht freatisch viak snijden, anders
besteat nl. het gevaar dat de duiker
achterloops wordt, Goede grond-
verdichting tijdens het aanaarden is
hier dan ook zeker op haar plaats
De vleugels van de duiker zijn
recht, waaronder zich ook hier
een stalen damwand bevindt, die
in een retourwand overgaat en af-
gedekt is met een sloof van ge-
‘wapend beton.
Merk op, dat de damwanden zich
symmetrisch onder de sluisvloer
winden, met andere woordén
in slot van de damwand bevindt
Zich in de as van de koker en én
slot is in de kokerwand ingelaten
‘om achterloopsheid te voorkomen.
In het buitenfront bevinden zich
twee schotbalksponningen, waar-
van én direct voor de kokerin-
gang is aangebracht. Moet bv. de
schuif tijdens hoog water gerepa-
reerd worden of ziin er andere ca-
lamiteiten, dan worden de schot-
balken buiten neergelaten. Tussen
de schotbalken wordt klei gestort
‘waarmee een kistdam wordt ver~
Kkregen, De waterkerende functie
van de dijk gaat zodoende ni
verloren. In dit geval is de schuif
via eon iuik, dat rust in een Mon-
tanprofiel, bereikbaar. Zie fig. 23.1
‘Aan de binnenzijde bevindt zich
teen schotbalksponning en wanneet
hiier evencens schotbalken neerge-
Taten zijn, is de koker behalve
door het tweede luk op de schuif-
schacht tevens achter deze schot
balken toegankelijk
Reparaties aan de schuif kunnen
uitgevoerd worden, wanneer deze
zich in de schuifschacht bevindt.
De schuif is in dat geval opge-
‘woken door middel van het wind-
werk
Wat betreft de plaats van de dam-
wanden even het volgende. Sinds
ceeuwen geldt in de waterbouwkun-
de de regel dat onder iedere wa-
terkering en aan het begin en ein=
de van een duiker of sluis zich een
damwand bevindt. In sommige
(uitzonderings)gevallen wijkt_ men .
hiervan af
Het stortebed bestaat uit zware
prefab betonblokken (40%40%15
fem), geplaatst in een 20 em dike
Taag grint die als filterlaag dienst
doet, Zou deze Taag niet aanwezig
zijn, dan zou de waterstroom via
de voegen tussen de betonblokken
het stortebed ondermijnen.
De betonblokken zijn wederom
‘opgesloten door een perkoenri
Dikwijls wordt bovendien het ta-
ud van cen lichter verdediging
{puin in stampbeton) voorzien.Monianprotil4is elven:
be
Hoesen nent
sol_210 39. 60 | 240 270.
e dam. i 0
Sin Terai rest
ton
nist wane alee fomeosl Ee TT
‘men 7 uy t
a” “= [2 dedamnee-
soni ie . he
‘ikke m0
me = Bini)
elt = Saale sewer =
rom, etonbionneny 625 25 [go as 135
ho Seeet +e “*
ee peianne Lengsdoorsnese #
a o.
way [JT ses IT};
| f | mic eto |
| pid ; tan H
||| ec AH Ve a
i bs =o pet sewer |
-300, i ~3004] . a
~480y 4504, J
fie. 21.1 Uitwateringsduiker aan een bovenrivier25
} beweegbare
waterkeringen
Om cen duiker te kunnen afsluiten
a ziin schuiven of kleppen nodig.
25.1 Opgeklampt
hhouten schult
Een opgeklampt houten schuif (5g.
2 25.1 en 25.2) bestaat uit twee kruise.
lings geplaaiste schotten, waartussen
zich een spreidband bevindt die be.
Staat uit twee strippen. Hieraan is
e schuif opgehangen, Deze wordt
bewogen door een windwerk met
heugelstang, dat zich boven op de
Guiker bevindt. De verbindingen | fie. 25.1 Dubbet opgetlampe how.
worden gelegdvianagelen, Despreid- | fen schuif
band is met doorgaande bouten be-
vestied.
De horizontale beplanking moet de
waterdruk tegen de aanslagen over
brengen,
De schuifsponning wordt ook wet
Kiciner uitgevoerd (2ie hiervoor het
detail A in fig. 25.3),
fig, 252 Dubbel opgeklampte how
tem schuif
He. 253. Schuifsponningen a Beton, bee nasuursteen en d profielital252 Balkenschulf
De balkenschuif (fig. 25.4) komt
in aanmerking voor de afsluiting
van duikers met grotece koker-
breedte. De balken (24 x 12 em)
arijpen met messing en groef, soms
met cen veer, in elkaar. Ze wor-
den bijeengehouden door een sta-
len spreidband en strippen die aan
weerszijden onderling verbonden
‘worden door bouten,
Als spreidband past men ook wel
een [-profiel toe. In dat geval
‘moet men ervoor zorgen, dat het
[profiel niet buiten de sanslag-
Tatton 8 X 12 em uitsteekt. Boven-
dien moeten de boutkoppen van
de bouten, waarmee de grenen
‘anslaglatten op de schuif zijn be-
vestigd, voldoende ingelaten wor
den en wel 20 ver, dat bij slijtage
van de aanslaglatten de schuif-
sponning niet beschadigd wordt.
Ter plaatse van de hoeken is de
schuif zoekend bijgeschaafd om
‘vastlopon (als” gevolg van onvoor-
zien scheethangen van de schuif)
tegen te gaan. Voor hout komen
‘oa, in aanmerking eiken, azobé en
groenhart. Voor de sanslaglatten
reemt men een zachtere houtsoort,
liefst grenen.
25.3 Stalen sehwit
Ben stalen schuif (fig. 25.5) heeft
feen eenvoudige constructie be-
staande uit een stalen plaat met
Tangs de kanten aan weersziden
stalen strippen die door middel
van hocklassen aan de schuif jn
vverbonden. Voor verstjving van
het gehecl togen doorbuiging is
aan een zijde een hoekprofiel
50x 50 X 5 aangebracht. De
‘chuifsponningen zijn eveneens in
staal uitgevoerd.
Fig. 25.6 toont een duiker van
rmetselwerk met cen stalen schuif
jn houten schuifsponningen. De
hheugelstang is duidelijc zichtbaar.
25.4 Houten schuif met
rogelwerk en beplanking,
In principe kan een houten schulf
‘et regelwerk en beplanking (fig.
25.7) slechts van 66m zijde water
jig, 254 Balkenschulf
80x50x5
i
oaktessen |
|
fig. 255. Staten schuif
seme,
eastkeren. Het geheel bestaat uit een
regelwetk, voorzien van een 5 em
brede en 4 em diepe sponning. De
regels, met uitzondering van de
bovenregel, ziin afwaterend be-
werkt. Bovendien is de onderregel
aan de onderzijde voorzien van
cen afschuining om bij waterinlaat
een betere instroming mogelijk te
maken, De schuif is opgebangen
fan een schroefstang ¢ 42 met be-
hulp van profielen [-12, waaraan
staven § 30 en 9 24 bevestigd zijn
fom een gunstiger krachtenverloo}
‘mogelijk te maken. De schuif isin
zijn zwaartepunt opgehangen.
25.4.1 verbindingen
‘De verbindingen van stifle en
regels onderling 2ija in principe
‘op dezelfde wijze uitgevoerd als
de _verbindingen van de houten
sluisdeur,
schuifbreedte 168 em
schuifdikte 18 em
stijlbreedte 18 em = b
stildikte em = d
pendikte 6em = 18d
penlengte doorgaand in de stil tot
13 b
beplanking dik 4 em = p
sponningbreedte $m = p +1
i
fig 256 Duiker van metselwerk
‘met cen stalen schuif in houten
schuifeponningen
12 tang s00
+
setgheqaen ol
fig. 25.7 Houten schuif met regetwerk en beplanking
‘ompoande beugtson toognagels
sta cangegesen
‘Detoits= De duikerbuis verzwaren door
deze in te storten in een beton-
blok zoals fig. 29.2 toont.
= Ombuigen en instorten van de
Wwapening van de betonpalen in
de vloer. Bij droogzetten van
de duiker worden de palen op
‘rok belast en evenals bij de
toepassing van paaljukken is
de koker of buis stevig ver-
ankerd aan de fundering,
30
uitvoering van
grondduikers
De uitvoering van een gronddui-
ker kan in den droge plaatsvinden.
Een uitgebreide bemaling van de
put is dan ook noodzakelijk.
Verwacht men moeilikheden ten
opzichte van de bemaling (grond-
boringen, sonderingen en water-
spanningsmetingen wijzen dit uit),
dan kan men het doorstroompro-
fiel van de duiker breder ontwer-
pen, zodat de duiker hoger ge-
Fundeerd kan worden.
Bij uitvoering in den natte zal
‘men overgaan tot het gebruik van
inkers, De materialen staal, eter=
nit, PVC en polyethyleen komen
‘nu in aanmerking,
31
dilatatievoegen
Verwacht men ongelike zettingen
(een grondboring en cen son-
dering wijzen dit uit), dan_ont-
komt men niet aan de toepassing
van een zet- of dilatatlevoeg (a
latie. = witzerting). Als voeg-
dichting gebruikt men een rondom
44
doorgaande speciale rubbersteip
die in het werk gelast wordt. De
‘wapening van de vloer en wanden
wordt ter plaatse van de strip aan-
gepast.
[Bij con fundering op steal past
‘men onderlegplaten toe. De voeg-
vulling bestaat uit een asfaltvoeg-
plaat (fig. 31.1). Deze wordt aan
de binnenzijde afgekit met een
sealer.
Bij con paslfundering past_men
een kraag toe, zodat feitelijk een
‘mof-spie-verbinding ontstaat, Merk
op, dat de binnenkant van de mof
fen de bovenkant van de onderleg-
plaat twee maal gebitumineerd
worden om uitzetting mogelifk te
maken,
Als voegvulling mag men geen
zachtboard gebruiken. Tijdens het
storten zou dit board cementwater
fopnemen dat verhardt. Uitzetting
zou dan niet meer mogelik zijn
fen beschadigingen aan het beton
het gevolg.
32
ontvangbed en
stortebed
Ben ontvanghed en een stortebed
ziin voorzieningen tegen het it~
schuren van de bodem van de
watergang nabij de in- en uit-
stroomopening van een duiker.
‘Aan de instroomzijde bevindt zich
hhet ontvangbed en aan de uit-
stroomzijde het stortebed.
De verdediging wordt aan het einde
afgesloten door een rij perkoenen,
door een schot of, in sommige ge-
vallen, door een damwand. Dit
dient om te voorkomen dat de
verdediging door de waterstroom
ondermijnd wordt.
Dikwijls past men in de construc-
fig. 31.1
2x bestikenmat tame:
romney
Dilatatievoegen met voegdichtingtie een laag puin, grin, rijshout of
cen polyethyleenweefsel toe. Deze
materialen doen dienst als filter-
laag en voorkomen het genoemde
uitspoelen van de daaronder lig-
‘gende zandgrond. Ook past men
wel yolkomen gesloten construc-
ties toe in gewapend beton of
stampbeton.
32.4 Constructies
Wat betreft het ontvangbed en het
stortebed kan men diverse con-
structies toepassen.
= Fig. 32.18 toont cen lichte en
eenvoudige constructie die ge-
schikt is voor kleine niet
sluitbare duikers.
= Fig. 32b toont een lichte
constructie die kan worden
toegepast in zandgronden. Het
rijshout moet, alvorens de
steenstorting wordt —aange-
bracht, goed ingewassen wor-
don met zand,
Fig. 32:1¢ toont een iets zwaar-
dere 2eer algemeen toegepaste
constructievorm. Het stamp-
beton wordt vaak vermengd
met puin,
~ Fig, 32.1d toont een moderne
construetie die bestaat uit een
steenstorting op polyethyleen-
woefsel. Dit waterdichte weef-
sel (fabrikaat Nicolon N-V.,
Enschede) wordt tegenwoor-
dig tevens gebruikt bij. zink:
stukken en is in drie maas-
wijdten verkrijgbaar.
=. Fig. 31.1e toont een zwaardere
constructic die dikwijls ten
aanzien van sluizen wordt toe-
gepast. Als extra-bescherming
wordt cen Iaag lei aange-
bracht. De grintlaag fungeest
hier eveneens als filterlaag en
uitvullaag om de betonblokken
te zetten.
Fig. 32.1f toont een constructic
die in principe hetzelfe is als
die volgens fig. 32.1e. Hier is
‘echter cen steenzetting van bi
salt, Doornikse- of Maasstecn
toegepast, Deze constructie
vvindt tevens toepassing voor
de verdediging van diken,
= Fig. 32.1g toont een aware
constructie van gewapend be-
ton, Ter plaatse van de dam-
wand bevindt zich een drempel
van beton. Door deze drempel
wordt de waterstroom omhoog
sericht, van de bodem af. Deze
constructievorm komt tevens
veel voor, weliswaar in zwaar-
dere uitvocring, bij sluizen en
ultwateringssluizen.
= Fig. 32.1h toont een traditio-
rele zware constructie, zoals
deze vroeger ten aunzien van
‘Sempuin-o stesnstortng
52x32
Derkoenanhons0
Bante Sr
uitwateringssluizen werd toe
‘gepast; de betuining staat lood-
echt op de_stroomrichting.
Deze gecomplicecrde construc-
tie wordt vrijwel niet _mecr,
zeker niet bij gewone duikers,
toegepast.
De hiervoor beschreven construc-
tievormen zija niet de enige. In
zwaardere witvoeringen komen 2ij
15em puin a seenstortng
Wem holionsasjenout
Sea S28 Sie
BERETS toon
poe bston
| LLL
20,
°
fig. 32.1 Stortebedconsiructies
commana sik 72 tong 230
250m steenzetting
13m hatlonce rye
sayworden. Eterit N.V. brengt daar-
naast speciale duikerbuizen in de
hhandel met afgeschuinde einden
dle zijn aangopast aan de helling
van het talud. Tevens vindt dit
‘materiaal toepassing in de aanleg
van zinkers, mogelik gemaakt
ddoor de trekvaste mof.
37
zinkers
Eon zinker is een rioolpers-, wa-
ter- of een gasleiding die cen was
‘ergang kruist en in de bodem
neergelaten is. De uitvoering ge-
schiedt meestal in den natte, soms
jn den droge. Als materiaal Komt
Plaatstaal, asbest-cement, PVC of
polyethyleen in aanmerking.
374 Ultvoering van zinkers
Een zinker wordé van te voren ge
reedgemaakt en daarna neergela-
ten in een vooraf gebaggerde sleut
in de watergang. Dit neerlaten Kan
geschieden met behulp van lieren
ie fig. 37.1) of door middel van
een drijvende bok (zie fig. 37.2)
Ter plasise van de taluds wordt
een damwand geslagen om het
volgen van het beloop door de
Zinker mogelik te maken. Fig.
37.4 toont een dergelijke dam:
wand met daarop twee lieren,
wasraan con gaszinker uit polye.
thyleen slang neergelaten wordt,
Polyethyleen slang is zeer flexibel,
licht en gemakkeliik te verwerken
Dergelike buis is verkrijgbaar in
diverse diameters tot 1m (fabri-
kant: “Hoechst A.G. en Wavin
Nv).
Fig. 37.2 toont een drietal PVC-
vinkers met een diameter van 315
mm (fabrikant Wavin N.V.) die
door middel van drijvende bokken
in een sleuf door het kansal wor-
den gelegd. Dergelijke zinkers
worden van trekvaste moffen
fia. 367 Rivolzinker (p 500 mm) met tekvaste koppeling
(NV Bternit Amsterdam)
fig. 37.1 Het necrlaten van een fig. 37.9 De aanleg van een twee-
Bnker met behulp van leren tal zinkers n den droge (Hoevervaart
te Alkmaar)
ang
ig, 372 Drie PVC-zinkers (9 315 mm, lengte 65 m) worden tegelikertid door
‘onderling gekoppelde bokken in de geul door cen kanaal gelegd
(Wevin NV Zwolle)
Zinkers van plaatstaal_ worden | wel door de Hoevervaart te Alk-
vrijwel niet meer toegepast, Ze |. maar, De ene zinker bestaat ui
zijn gecompliceerd en de uitvoe- | polyethyleen slang, de andere uit
ring is kostbaar, PVC-buis. Om opdrijven te voor-
komen werden betonblokken,
Fig. 37.3 toont de aanleg van een | voorzien van contramal, op de
tweetal zinkers in den droge en | zinkers geplaatst,