Professional Documents
Culture Documents
Service Manual Lpe200 - 250 Nieuw
Service Manual Lpe200 - 250 Nieuw
LPE200
LPE220
LPE250
Vertaling van de originele instructie
Publicatienr.: 7572514-360
Vertaling van de originele instructie
Modellenlijst:
Algemene introductie 1
Algemene veiligheidsvoorschriften 2
Bedieningsprincipe 3
Parameters 4
Installatie 5
Onderhoud 6
Foutzoeken 7
Chassis C0000 8
Motoren C1000 9
Transmissie/aandrijfmechanismen C2000 10
Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000 11
Stuursysteem C4000 12
Bedradingsschema 19
Hydraulische schema's 20
Gereedschap 21
Servicegegevens en smeermiddelspecificaties 22
Technische gegevens 23
Index 24
Reparatiehandleiding 7572514 nl
Inhoudsopgave
Reparatiehandleiding 7572514 nl
Algemene introductie 1
1.2 Pictogrammen.................................................................................................................................................... 1 - 1
1.3 Afkortingen......................................................................................................................................................... 1 - 2
Reparatiehandleiding 7572514-360
1 Algemene introductie
Reparatiehandleiding 7572514-360
1 Algemene introductie
Waarschuwingsniveaus en -symbolen
1 Algemene introductie
1
Algemene introductie
GEVAAR
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, tot de dood of ernstig lichamelijk letsel leidt.
WAARSCHUWING
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, tot de dood of ernstig lichamelijk letsel zou
kunnen leiden.
LET OP
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, tot een klein of licht lichamelijk letsel leidt.
OPMERKING
Wordt gebruikt bij handelingen die wel schade maar geen lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.
1.2 Pictogrammen
1.2
Pictogrammen
Reinigen Afmetingen
Afstellen Lassen
Demontage/verwijderen Montage/installatie
Openen Sluiten
Bijvullen Legen
Bijwerken Laden
Heffen Daal
De extra informatie onder een pictogram kan bijvoorbeeld het aantal kabelbinders aangeven dat moet worden doorge-
knipt.
1.3 Afkortingen
1.3
Afkortingen
2.6 Software............................................................................................................................................................. 2 - 4
Reparatiehandleiding 7572514-360
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Reparatiehandleiding 7572514-360
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Bevoegd personeel
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
2
Algemene veiligheidsvoorschriften
Alleen personeel dat is opgeleid voor het verrichten van service en reparaties aan dit type producten is bevoegd om ser-
2
vice- en reparatiewerkzaamheden uit te voeren.
▷ Koppel de batterij altijd los bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, tenzij de instructies in deze reparatie-
handleiding anders voorschrijven.
▷ Zorg dat de plaats waar de servicewerkzaamheden worden uitgevoerd, een veilige plaats is. Volg de voorschrif-
ten.
▷ Let op de juiste werkhouding. Servicewerk gaat meestal gepaard met op de knieën zitten of voorover bukken. Ga
bij voorkeur op bijvoorbeeld een gereedschapskist zitten om uw knieën en rug te ontlasten.
▷ Losse kleding en sieraden kunnen in de bewegende delen vast komen te zitten. Draag nooit losse voorwerpen of
sieraden bij onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.
▷ Wees voorzichtig en volg steeds de geldende lokale voorschriften wanneer u werkzaamheden op hoogte uit-
voert.
▷ Zorg dat alle veiligheidsuitrusting, inclusief beschermingen en kappen, goed zijn bevestigd en dat ze naar beho-
ren werken voor u van start gaat met de reparatiewerkzaamheden. Wees extra voorzichtig als een bescherming
of kap moet worden verwijderd om de reparatiewerkzaamheden uit te voeren en wanneer de reparatiewerkzaam-
heden zijn voltooid, moet de bescherming of de kap terug worden geplaatst.
▷ Gebruik papier of een hard stuk karton bij het controleren op eventuele olielekken. Gebruik in geen geval uw
handen.
▷ Spoel oplosmiddelen e.d. die hier niet voor zijn bedoeld niet door de afvoer. Volg de lokale voorschriften voor
vernietiging.
▷ Verwijder bij laswerkzaamheden of slijpen op geverfde oppervlakken in een gebied van minimaal 100 mm rond
het las-/slijpgebied de verf met behulp van zandstralen of verfverwijderingsmiddel.
▷ Om de hoge veiligheid van het product te handhaven en de stilstand te minimaliseren, moeten alle huidige on-
derhoudsinstructies worden uitgevoerd.
▷ Houd brandbestrijdingsmiddelen steeds bij de hand en gebruik geen open vuur om het vloeistofpeil te controle-
ren of lekken op te sporen.
▷ Gebruik altijd geïsoleerd gereedschap bij werkzaamheden aan het elektrisch systeem.
▷ Koppel de batterij altijd los voordat u de deksels van aandrijfeenheden of het elektrische systeem opent.
▷ Koppel de batterij altijd los voordat u gaat lassen, als u een elektrisch lastoestel gebruikt. Door de lasstroom kan
de batterij beschadigd raken.
Doel
Deze werkinstructies beschrijven hoe u veilig kunt werken met onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische schok-
ken.
Toepassingsgebied
Deze werkinstructies gelden voor iedereen die werkt met onderdelen of eenheden die gevoelig zijn voor elektrostatische
schokken.
Werkwijze
Elektrostatische ontlading van personen kan gevoelige apparatuur vernietigen. Daarom moeten de instructies voor ver-
pakking en aarding worden gevolgd. Neem deze voorzorgsmaatregelen steeds in acht.
Elektronicakaarten worden geleverd in verpakkingen of enveloppes met elektrostatische bescherming.
Op deze verpakkingen staat het volgende symbool:
▷ Laat elektrostatisch gevoelige apparatuur in de respectievelijke verpakking zitten totdat u deze op een werkvlak
kunt plaatsen dat beschermd is tegen elektrostatische ontlading.
▷ Elektrostatisch gevoelige apparatuur mag alleen worden gehanteerd wanneer deze correct is geaard.
▷ Werken met en opladen van batterijen moet steeds worden uitgevoerd volgens de veiligheidsinstructies van de
fabrikant.
▷ Gebruik altijd veiligheidsuitrusting voor de bescherming van ogen, gezicht en huid als u batterijen controleert of
verplaatst.
▷ Uit batterijen komen explosieve gassen vrij. Vermijd altijd open vuur of andere ontstekingsbronnen in de buurt
van een batterij.
▷ Plaats geen gereedschap of andere metalen voorwerpen op de batterij. Dit kan kortsluiting en zelfs een explosie
veroorzaken.
▷ De batterij moet worden gebruikt volgens de instructies van de fabrikant van de batterij betreffende omgevings-
en bedrijfstemperaturen. Anders is er een groot risico dat de batterij wordt beschadigd en dat deze snel moet
worden vervangen.
▷ Gemorst elektrolyt moet meteen worden geneutraliseerd met een grote hoeveelheid water.
Denk bij het heffen van het product aan het volgende:
▷ Heffen moet altijd gebeuren op een vlak, niet te glad en stevig oppervlak. Ondergronden van asfalt moeten zo
veel mogelijk worden vermeden.
▷ Om te voorkomen dat het product tijdens het heffen beweegt, mag er tijdens het heffen niemand op het platform
staan en mag de stuurhandgreep niet omlaag staan.
▷ Als het heffen betrekking heeft op het geremde aandrijfwiel moeten de andere wielen met een wig worden vast-
gezet, zodat het product niet kan gaan bewegen.
▷ Kies het hefpunt zo dat het heffen zo licht mogelijk gaat, bijv. één hoek tegelijk. Als er hefpunten op het onderste
gedeelte van het chassis staan, moet u deze gebruiken om gebalanceerd te heffen.
▷ Zorg ervoor dat het oppervlak waarop de krik staat schoon is en vrij van olie- of smeermiddelsporen.
▷ Zorg ervoor dat er geen olie of smeermiddel aan uw handen of de hefboom van de krik zit.
▷ Gebruik alleen de bij de krik geleverde hefboom. Als de hefboom te kort is, kost dit meer inspanning dan nodig
is. Als de hefboom te lang is, bestaat het gevaar dat de krik wordt overbelast.
▷ Werk nooit onder een opgeheven product tenzij het veilig ondersteund is met bokken of een andere veilige hef-
uitrusting.
▷ Werk nooit onder een geheven product zonder dat het goed op bokken is geplaatst.
Plaats bokken:
▷ zo dicht mogelijk bij het opgeheven gedeelte van het chassis. Zo beperkt u de valhoogte indien het product zou
neerstorten
▷ zodat de wielen niet kunnen draaien en het product niet kan bewegen.
Elke wijziging aan het product moet vooraf worden goedgekeurd. Er mag geen wijziging aan het product worden uitge-
voerd die de capaciteit, stabiliteit en veiligheid van het product kan beïnvloeden zonder voorafgaande schriftelijke toe-
stemming van de fabrikant, zijn vertegenwoordiger of opvolger.
Als de fabrikant niet langer zaken doet en er geen opvolger is, mag de gebruiker van het product regelen dat de wijzigin-
gen worden uitgevoerd op voorwaarde dat de gebruiker:
▷ ervoor zorgt dat een deskundig ingenieur op het vlak van dit type product en de veiligheid ervan de wijziging ont-
werpt, test en uitvoert.
▷ een permanent en goed zichtbaar teken op het product bevestigt waarop staat hoe het product is gewijzigd, sa-
men met de datum van de wijziging en de naam en het adres van het bedrijf dat de wijzigingen heeft uitgevoerd.
2.6 Software
2.6
Software
Verkeerd hanteren van de systemen van het product en/of externe systemen van het product kan de veiligheid van het
product en de omgeving beïnvloeden.
2. Bij aanpassingen van parameters moeten de aanbevolen waarden steeds worden nageleefd.
3. Pas slechts één parameter tegelijk aan wanneer wijzigingen aan de truck worden uitgevoerd. Controleer de wer-
king na elke aanpassing.
Denk bij werkzaamheden aan het hydraulische systeem aan het volgende:
▷ Breng de vorken helemaal omlaag en houd de knop nog 5 - 10 seconden ingedrukt om de druk van het systeem
af te laten.
▷ Het hydraulische systeem dient alleen van nieuwe en schone olie voorzien te worden.
3.1 Beschrijving........................................................................................................................................................ 3 - 1
Reparatiehandleiding 7572514-360
3 Bedieningsprincipe
Reparatiehandleiding 7572514-360
3 Bedieningsprincipe
Beschrijving
3 Bedieningsprincipe
3
Bedieningsprincipe
3.1 Beschrijving
3.1
Beschrijving
3
Gebeurtenis: 1 Batterij is aangesloten
Voorafgaande gebeurtenis -
Handeling(en) Batterij [G1], pagina 19 - 3is aangesloten
Beïnvloedende elementen Hoofdzekering [F1], pagina 19 - 2 OK
Zekering stroomcircuit [F50], pagina 19 - 2[F51], pagina 19 - 2[F52], pagina
19 - 2[F53], pagina 19 - 3 OK
Resulterende condities Inloggen mogelijk
4.1 Software............................................................................................................................................................. 4 - 1
Reparatiehandleiding 7572514-360
4 Parameters
Reparatiehandleiding 7572514-360
4 Parameters
Software
4 Parameters
4
Parameters
4.1 Software
4.1
Software
Verkeerd hanteren van de systemen van het product en/of externe systemen van het product kan de veiligheid van het
product en de omgeving beïnvloeden.
4
1. Zorg dat de juiste software steeds is gedownload naar het product.
2. Bij aanpassingen van parameters moeten de aanbevolen waarden steeds worden nageleefd.
3. Pas slechts één parameter tegelijk aan wanneer wijzigingen aan de truck worden uitgevoerd. Controleer de wer-
king na elke aanpassing.
In het besturingssysteem kunnen verschillende parameters worden opgeslagen. Deze worden gebruikt om het product
op basis van de uit te voeren taak te configureren. De parameters zijn opgedeeld in groepen:
- Bestuurdersparameters Bestuurdersparameters (1-100) worden gebruikt om het gedrag van het product aan te passen
aan een bepaalde bestuurder of taak. Er kunnen maximaal 10 profielen met bestuurdersparameters worden opgeslagen.
- Serviceparameters - De serviceparameters (bereik 101-1000) worden gebruikt om de prestaties/het gedrag van het
product aan te passen en gelden voor alle parameters die geen bestuurdersparameters zijn.
- Fabrieksparameters - (bereik 1001-1250). Specifieke parameters van het product.
- Kalibratieparameters - De kalibratieparameters (bereik 1251-1300) slaan de waarde op die wordt gecreëerd bij het kali-
breren van kleppen, gewichtindicatie, etc. Deze mogen niet handmatig worden aangepast.
De bestuurdersparameters worden alleen getoond en gewijzigd voor de gekozen bestuurder, maar als de CAN-service-
sleutel is aangesloten, kunnen de parameters van alle bestuurders worden getoond en gewijzigd. De bestuurderspara-
meters kunnen door de bestuurder worden gewijzigd als het programma van het product daartoe is ingesteld.
De serviceparameters kunnen worden gewijzigd als een passende CAN-servicesleutel of PDA/PC op het product is aan-
gesloten.
Fabrieksparameters kunnen alleen worden veranderd met de TruckCom-softwaretoepassing.
4.4 Parameterlijst
4.4
Parameterlijst
Software: 7528678
4.4.1 Bestuurdersparameters
De bestuurdersparameters kunnen afzonderlijk worden ingesteld op de beschikbare inlogprofielen. De parameters wor-
den aan de bestuurder gekoppeld door een combinatie van bestuurders- en parameternummers, waarbij het enkele cijfer
altijd overeenkomt met de parameter.
Bestuurdersprofiel Parameterbereik
1 1-7
2 11-17
3 21-27
4 31-37
5 41-47
6 51-57
7 61-67
8 71-77
9 81-87
10 91-97
Tab. 1: Verbinding met ingelogde bestuurder
De maximum rijsnelheid kan ook door fabrieksparameter 1044, pagina 4 - 22 worden begrensd en is altijd de laagste
snelheid voor een parameter die de begrensde parameter is.
4.4.1.1 Algemeen
Past de maximumsnelheid van de truck aan in de vorkwielrichting, met hekken omhoog en bestuurder op het platform.
Past de maximumsnelheid van de truck aan in de aandrijfwielrichting, met hekken omhoog en bestuurder op het plat-
form.
Hoe lager de waarde van de parameter, hoe langer het duurt om naar max. snelheid te accelereren.
4
Bepaalt de remkracht wanneer de bediening [L1] terugkeert naar de neutraalstand. Hoe kleiner de parameterwaarde,
hoe langer het duurt voordat de snelheid wordt verminderd.
Past de maximumsnelheid van de truck aan voor deze toepassing, met hekken omlaag en bestuurder op het platform
Past de maximumsnelheid van de truck aan als de bestuurder niet op het platform staat, het platform omhoog is en de
hekken omlaag zijn, m.a.w. als de bestuurder naast de truck loopt.
Past de maximumsnelheid van de truck aan wanneer de vorken hoger dan 1,8 m zijn
Maximum rijsnelheid" vorken boven 1,8 m wordt ingesteld als % van de waarde van serviceparameter 203, pagina
4-5
4.4.2 Serviceparameters
Voordat de serviceparameters kunnen worden gewijzigd, moet de CAN-servicesleutel worden aangesloten op de truck.
Als u de specifieke truckparameters wijzigt, verandert u de rijeigenschappen van de truck. Wijzig geen parameterwaar-
den als u niet over de benodigde kennis beschikt.
4.4.2.1 Algemeen
Deze parameter bepaalt de tijdsduur tot de volgende servicebeurt; deze waarde wordt uitgedrukt in uren, van 0 tot 2000
uren in stappen van 50 uren. Telkens wanneer u deze waarde wijzigt, wordt de timer gereset en begint hij de bedrijfstijd
van de truck te tellen. Zodra de ingestelde waarde wordt bereikt, verschijnt code “S - 0h” op het display en knippert de
rode led.
Als de waarde is ingesteld op "0", is er geen onderhoudsinterval opgegeven.
Specificeert welke inlogmethode moet worden gebruikt en of de bestuurder de mogelijkheid dient te hebben om de be-
stuurdersparameterinstellingen te wijzigen.
Waarde 1 en 2 = Sleutel
Waarde 3 en 4 = Toetsenbord met max. 100 pincodes.
Waarde 5 en 6 = Toetsenbord met DHU
Waarde 7 en 8 = ID-eenheid
Waarde 9 en 10 = SA2
Oneven waarden = bestuurdersparameters zijn open en kunnen door de bestuurder worden gewijzigd.
Even waarden = bestuurdersparameters kunnen alleen met een aangesloten CAN-sleutel worden gewijzigd.
Stelt in welke waarde op het display verschijnt als de truck gestart wordt.
Als de truck wordt gestart, wordt één van de 5 waarden van de truck gedurende 5 seconden op het tijdmeterdisplay
"H" (tijdmeterdisplay) weergegeven. Nadat het menu verdwenen is, wordt de batterijcapaciteit onafgebroken weergege-
ven in het numerieke veld en brandt tegelijkertijd de batterij-indicator.
Het besturingssysteem van de truck slaat vijf verschillende tijdswaarden op. "Waarde 2 - Bedrijfstijd" is de standaard-
waarde op het opstartdisplay.
Tijdmeterwaarden Display
Waarde 1 = (A) Sleuteltijd
De totale tijd dat de truck in gebruik was.
Tijdmeterwaarden Display
Waarde 2 = (B) Bedrijfstijd
Gecombineerde tijd dat de pomp of de aandrijfmotor in
bedrijf is geweest Standaard weergave.
Waarde 3 = (C) Aandrijfmotortijd
Totale tijd dat de aandrijfmotor in bedrijf is geweest.
Geeft de tijd in minuten voordat de gebruiker automatisch wordt uitgelogd als de truck niet actief is.
Als de waarde ingesteld is op ‘0’, dan vindt afmelding plaats na 4 uur.
Geeft de graad van gevoeligheid aan voor wat geïnterpreteerd moet worden als een stoot vanaf de voor-/achterkant. 0 =
Botssensor niet geactiveerd.
Geeft de graad van gevoeligheid aan voor wat geïnterpreteerd moet worden als een stoot vanaf de zijkant. 0 = Botssen-
sor niet geactiveerd.
Indien de spanning minder is dan Uend (zie onderstaande tabel) moet de parameterwaarde worden verminderd. Indien
de waarde veel meer bedraagt dan Uend wordt het risico op schade aan de batterij verminderd. De bedrijfstijd van de
truck neemt dan echter ook af. Als u een langere bedrijfstijd wenst, kan de parameterwaarde worden verhoogd met
maximaal een eenheid.
Opmerking: Na elke verandering moet er een nieuwe controle van de parameterinstelling worden uitgevoerd.
Om het type batterij in te stellen bij een ingebouwde lader. Deze parameter wordt alleen gebruikt als er een ingebouwde
lader is.
# 0 = Niet laden
# 1 = Lood/zuurbatterij
# 2 = Hawker Evolution-batterij
# 3 = Exide-gelbatterij
Om het batterijformaat in te stellen dat wordt gebruikt met de ingebouwde lader, zodat de juiste laadstroom wordt ge-
bruikt. Alleen voor Hawker Evolution zijn de formaten 134 Ah, 174 Ah en 201 Ah goedgekeurd. Deze parameter wordt al-
leen gebruikt als er een ingebouwde lader is.
Specificeert de conditie hoe de truck weer in gebruik moet worden genomen nadat de botssensoren zijn geactiveerd.
Waarde 0 standaard = de claxon klinkt onmiddellijk bij een botsing en daarna om de 5 seconden totdat de truck wordt
gereset.
Waarde Functie
0 Std. instelling
1 De bestuurder kan de truck resetten, alleen als de bots-
sensor wordt beheerd door de truck.
2 Om het afgaan van de claxon om de 5 seconden uit te
schakelen.
3 Opties 1 en 2 gecombineerd
De te activeren pincode voor resetten is te vinden in bestuurdersprofiel 1 en speciaal blok 10. Zie deel "6.6.1 Instellen
van de botssensorparameters (optie)".
Specificeert of informatie van het histogram/botssensor moet worden gewist bij het inloggen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 10
4 Parameters
Parameterlijst
Waarde Functie
0 Niet wissen
1 Histogram wissen bij opstarten
2 Botslog wissen bij opstarten
De gegevens in het histogram bestaan uit de gelogde motortemperatuur, motorregeling en stuurmotor in de vorm van
een histogram. Stel parameter 112 = 1 in om deze gegevens te wissen. Dit is nuttig wanneer de truck van de ene klant
wordt overgedragen naar de andere klant.
4
Het botslog is een log waarin de 10 recentste botsingen samen met de pincode van de bestuurder worden opgeslagen.
Stel parameter 112 = 2 in om deze gegevens te wissen.
Om in te stellen hoe hard de truck remt wanneer de snelheidsregelaar in de tegenovergestelde richting wordt gedraaid.
Wordt ook gebruikt voor een vlottere deceleratie wanneer dit vereist is door de toepassing voor alle bestuurdersprofielen.
100% = 2,5 m/s2
Parameter 201 is ingesteld op 70% op alle trucks met vorken korter dan 1500 mm en met een kleine batterijruimte.
Om de maximale acceleratie in te stellen wanneer de vorken hoger dan 1,8 m zijn. Als percentage van de maximale ac-
celeratie voor deze toepassing.
Om het maximum achteruitrijden in te stellen wanneer de vorken hoger dan 1,8 m zijn. Als percentage van de maximale
acceleratie voor deze toepassing.
4 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Om de maximale snelheidsverlaging in te stellen wanneer de vorken hoger dan 1,8 m zijn. Als percentage van de maxi-
male acceleratie voor deze toepassing.
Deze parameter wordt gebruikt om de mogelijkheid uit te schakelen dat de bestuurder de truck bedient met de stuur-
handgreep terwijl hij naast de truck meeloopt (m.a.w. niet op het platform staat).
Waarde Functie
0 Actief
1 Inactief
Beperkt de maximumsnelheid wanneer de vorken helemaal omlaag zijn. Voor deze optie moet er een druksensor Last-
detectie zijn geïnstalleerd. Dit is nuttig wanneer u op oneffen vloeren werkt en geen buitensporige slijtage aan de vorken
wilt.
Beperkt de maximumsnelheid wanneer de steunpoten helemaal omlaag zijn. Voor deze optie moet er een sensor Steun-
poot in de onderste stand zijn geïnstalleerd. Dit is nuttig wanneer u op oneffen vloeren werkt en geen buitensporige slijta-
ge aan de steunpoten wilt.
De vereiste heftijd dat de hydraulische pomp actief moet zijn/de vorken/steunpoten moet heffen boven de vloer (in stap-
pen van 20 ms) om beperkte snelheid af te sluiten die is ingesteld via parameter 208.
Geeft de automatische snelheidsverlaging wanneer de lichtbundel langer dan 500 ms is onderbroken. Als percentage
van de maximum snelheidsverlaging voor deze toepassing.
De lichtbundel moet voor langere tijd dan 500 ms onderbroken zijn voordat wordt gedetecteerd dat de voeten zich buiten
het platform bevinden.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 12
4 Parameters
Parameterlijst
Automatisch remmen van trucks met vaste zijbeschermingen bij onderbreken van de lichtbundel van de fotocel. Specifi-
ceert automatisch remmen wanneer de lichtbundel langer dan 500 ms wordt onderbroken.
4
Waarde Functie
0 Niet remmen als de snelheid meer dan 6 km/u bedraagt met
voetbeschermingen
1 Steeds remmen met voetbeschermingen
Parameters 220, 222, 223 worden gebruikt om de maximumsnelheid aan te passen bij het nemen van bochten.
Deze parameter wordt gebruikt om in te stellen wanneer de snelheidsverlaging moet beginnen bij het afslaan. Ingesteld
in graden, van 1 tot 10°
Een kleinere hoek zorgt voor een zachtere bocht.
Deze parameter is (standaard) ingesteld op 10° op LPE.
14
10°
12
5°
10
1°
8
Y
6
0
0 20 40 60 80 100
X
X Stuurhoek
Y Maximumsnelheid
Parameters 220, 222, 223 worden gebruikt om de maximumsnelheid aan te passen bij het nemen van bochten.
Deze parameter wordt gebruikt om de snelheid te bepalen wanneer volledige snelheidsbeperking is bereikt tijdens het af-
slaan. Ingesteld in km/u en afhankelijk van de wielbasis van de truck; zie de onderstaande tabel.
Een hogere snelheid hier zorgt voor zachter remmen, maar een hogere snelheid in bochten.
4 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
dm
14
6,3 Km/h
12
4,5 Km/h
2,5 Km/h
10
8
Y
6
0
0 20 40 60 80 100
X
Parameters 220, 222, 223 worden gebruikt om de maximumsnelheid aan te passen bij het nemen van bochten.
Deze parameter wordt gebruikt om in te stellen wanneer de snelheidsverlaging moet stoppen bij het afslaan. Ingesteld in
graden, van 30 tot 75°
Een hogere waarde zorgt voor zachter remmen, maar voor een hogere snelheid in bochten, ver in de bocht.
Deze parameter is (standaard) ingesteld op 75° op LPE.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 14
4 Parameters
Parameterlijst
14
30°
12
50°
10 75°
8
Y
6
4
4
0
0 20 40 60 80 100
X
4 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Deze parameter regelt hoe veel de proportionaalklep wordt geopend wanneer de steunpoten worden gedaald. Zo wordt
ook de daalsnelheid geregeld.
Regelt of de steunpoten automatisch omlaag moeten worden gebracht wanneer de vorken de sensor op 1,8 m berei-
ken.Sensor op 1,8 m
Waarde Functie
0 Gedeactiveerd
1 Geactiveerd = vorken heffen wordt tijdelijk gestopt
2 Geactiveerd = vorken heffen gaat door
3 Geactiveerd = steunpoten worden automatisch gedaald
telkens wanneer de vorken worden geheven, zelfs als
de vorken onder de sensor van 1,8 m zijn.Sensor op 1,8
m
Gewichtindicatie van ladinggewicht in kg. Heffen of dalen, het ladinggewicht wordt alleen weergegeven in volle veelvou-
den van 100 kg op het display.
Waarde Functie
0 Uitgeschakeld
1 Aan
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 16
4 Parameters
Parameterlijst
Activeert en regelt een puls voor drukvereffening na een hefbeweging. Dit gebeurt om de druk te vereffenen en om een
betere meting van het ladinggewicht te verkrijgen. Wordt ingesteld op 0 om de functie uit te schakelen (standaard). Als
dit wordt ingesteld op een hogere waarde dan 0, wordt de duur van de puls voor dalen een veelvoud van de parameter-
waarde 20 ms. De truck moet een druksensor Lastdetectie hebben om deze functie in te schakelen.
0 Uitgeschakeld
1 Aan
4 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 18
4 Parameters
Parameterlijst
Deze parameter wordt alleen gebruikt voor software voor testen ter plaatse
Foutcode 2:012, pagina 7 - 14 wordt weergegeven als de licentie niet correct is
4.4.3 Fabrieksparameters
Opmerking:
De fabrieksparameters van de truck zijn vooraf ingesteld in de truck tijdens de productie in de fabriek. Fabrieksparame-
ters kunnen alleen worden veranderd met de TruckCom-softwaretoepassing. Wijzigingen aan de fabrieksparameters in
de software van de truck worden geregistreerd. De registratie geeft de tijd van de wijziging en de persoon die hem heeft
uitgevoerd aan.
Fabrieksparameters #1003 tot 1042 - configureerbare optionele functies
Parameters #1003 t/m #1042 zijn in het besturingssysteem van de truck gereserveerd voor extra opties en/of speciale
productaanpassingen. De parameters configureren en regelen de Spider-expansie-eenheid (SEU) die in de truck moet
worden geplaatst; in sommige gevallen volstaat het een lege I/O in de motorregeling te hebben. Met deze methode kan
het standaardprogramma worden gebruikt. Daardoor is er geen speciaal programma nodig. Normaal gesproken worden
deze parameters door de fabrikant geconfigureerd op het moment dat de truck wordt aangepast. Het is raadzaam de pa-
rameterinstellingen van de truck te uploaden wanneer wijzigingen worden uitgevoerd. Als de hoofdbesturingseenheid
[A2] wordt vervangen, kunnen de oorspronkelijke parameterinstellingen worden overgebracht naar de nieuwe eenheid
zodat de speciale optionele functies juist blijven werken. Fabrieksparameternr. 1003, 1008, 1013, 1018, 1023, 1028,
1033 en 1038 kunnen worden ingesteld voor activering en configuratie van maximaal 8 voorgeprogrammeerde “Basisop-
ties” volgens een specifieke speciale optie of aanpassing.
Activering van optionele functies
Het systeem kan maximaal acht configureerbare optionele functies tegelijk gebruiken. Elke configureerbare functie wordt
bestuurd door vijf fabrieksparameters. Tijdens activering moet er eerst een indexparameter (#1003, #1008, #1013,
#1018, #1023, #1028, #1033, #1038) worden ingesteld op een waarde die gelijk is aan een optionele functie. Aan elke
indexparameter zijn vier parameters gekoppeld die kunnen worden gewijzigd om de optionele functies te configureren.
De indexparameter krijgt één optionele functie toegewezen (de optionele functie wordt bepaald).
4 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Er kunnen tot 4 argumenten aan elke optionele functie worden gekoppeld. Elk argument heeft een waarde die veranderd
kan worden om de functie te configureren (de optionele functie wordt geconfigureerd). Als de waarde van een argument
buiten de hoogste of laagste toegestane waarde valt, dan wordt er een foutcode gegenereerd en kan de optie niet wor-
den gebruikt. De foutcode kan niet worden gewist tot het argument een toegestane waarde heeft gekregen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 20
4 Parameters
Parameterlijst
4 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 22
4 Parameters
Parameterlijst
4 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
4.4.3.1 Algemeen
Algemene fabrieksparameters worden gebruikt om het trucktype te specificeren en om aan te geven hoe de truck is ge-
configureerd. Sommige parameters kunnen slechts met één waarde worden gespecificeerd.
Deze parameter wordt gebruikt om in te stellen voor welk trucktype het programma de operationele gegevens aanpast.
Waarde Functie
0 Onbekend trucktype
2 LPE200
3 LPE220
4 LPE250
5 LAE250
101 SPE120
102 SPE140
103 SPE160
104 SPE200
105 SPE120L
106 SPE140L
107 SPE160L
108 SPE200L
109 SPE140S
110 SPE200DN
111 SPE200D
112 SPE120XR
113 SPE120XRD
114 SAE160
151 SWE145
152 SWE160
153 SWE200
154 SWE145L
155 SWE160L
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 24
4 Parameters
Parameterlijst
Waarde Functie
156 SWE200L
157 SWE140S
158 SWE120XR
Er zijn 3 verschillende functies toegankelijk via parameter 1002. Deze functies zijn actief of inactief. De functies moeten
niet verder worden afgesteld en zijn dus niet-configureerbare opties.
Waarde Functie
0 Geen optionele functie
1 CLICK-2-CREEP
2 KRUIPSNELHEID
3 CLICK-2-CREEP en KRUIPSNELHEID
4 CLAXONSIGNAAL WANNEER ERB IS GEACTIVEERD
5 CLAXONSIGNAAL WANNEER ERB IS GEACITVEERD en CLICK-
TO-CREEP
6 CLAXONSIGNAAL WANNEER ERB IS GEACITVEERD en KRUIP-
SNELHEID
7 CLAXONSIGNAAL WANNEER ERB IS GEACITVEERD, CLICK-TO-
CREEP en KRUIPSNELHEID
4 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 26
4 Parameters
Parameterlijst
4 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 28
4 Parameters
Parameterlijst
Deze parameter wordt gebruikt om de regelaars in te stellen voor besturing van de truck, terwijl de bestuurder naast de
truck meeloopt. 4
0 Geen meeloopknop geselecteerd
1 Meeloopknoppen aangesloten op SEU 0
Om de maximumsnelheid voor de toepassing in te stellen. De snelheid kan de waarde van deze parameter nooit over-
schrijden, ongeacht de instellingen van de andere parameters.
Waarde Functie
0 Loodzuurbatterij
1 Li-ionbatterij van Hoppecke
Een of meer hydraulische functies blokkeren wanneer de bestuurder niet op het platform staat. De waarde wordt bepaald
door het binaire cijfersysteem en wordt voornamelijk gebruikt door de fabrikant voor verschillende opties.
Voer de waarde 255 in om alle hydraulische functies uit te schakelen wanneer de bestuurder het platform verlaat.
Waarde Functie
Bit 0 1e hydraulische functie, heffen
Bit 1 2e hydraulische functie, heffen
Bit 2 3e hydraulische functie, heffen
Bit 3 4e hydraulische functie, heffen
Bit 4 1e hydraulische functie, dalen
Bit 5 2e hydraulische functie, dalen
Bit 6 3e hydraulische functie, dalen
Bit 7 4e hydraulische functie, dalen
4 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Voor SPE/ SWE twordt de parameter steeds gelezen als std (150 cm) ongeacht wat de parameterwaarde is.
Deze waarde is gebaseerd op de wielbasis van de truck (gemeten tussen het aandrijfwiel en het vorkwiel) en regelt de
uitslag tussen de positie van de stuurhandgreep en de positie van het aandrijfwiel. Het is progressieve besturing die is
aangepast aan de lengte van de truck.
Bijgevolg is de besturing minder gevoelig bij hoge rijsnelheden en/of met kortere wielbasissen.
Waarde Functie
0 Kortere stuurhandgreep (E-man), gebruikt in trucks met vaste
zijbeschermingen.
1 Standaard stuurhandgreep
2 Mechanische besturing
3 Stuurhoek, configureerbaar met parameters 1125-1127
Wordt gebruikt om het minimale toerental te verkrijgen voor de pompmotor als er geen lading op de vorken is.
Wordt gebruikt om het minimale toerental te verkrijgen voor de pompmotor als er een maximale lading op de vorken is.
Geeft aan of er een batterijlader is voor de toepassing. Als er een batterijlader is, moeten parameters 109 en 110 ook
worden ingesteld.
Batterijlader, speciale versie met extra sensor:
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 30
4 Parameters
Parameterlijst
Sommige landen hebben een stroomonderbreker voor elke aansluiting. Als deze niet is ingeschakeld, detecteert de BCU
niet of deze al dan niet is aangesloten. Om te voorkomen dat de truck zou kunnen starten en vertrekken met de stroom-
kabel aangesloten op het stopcontact, heeft de "UK"-versie een extra sensor die meet of de stroomkabel in de opgebor-
gen positie in de batterijruimte zit.
Waarde Functie
0 Geen batterijlader
1 Batterijlader aanwezig 4
2 Batterijlader, speciale versie met extra sensor in de truck:
Waarde Functie
1 Achterste hef- en daalregelaar is gekoppeld aan de tweede hydraulische functie en de voorste re-
gelaar is gekoppeld aan de eerste hydraulische functie.
2 Achterste hef- en daalregelaar is gekoppeld aan de eerste hydraulische functie en de voorste re-
gelaar is gekoppeld aan de tweede hydraulische functie.
3 Zowel de hef- als de daalregelaar is gekoppeld aan de eerste hydraulische functie. Er is geen
tweede hydraulische functie.
4 De analoge hef- en daalregelaar is gekoppeld aan de eerste hydraulische functie en de voorste re-
gelaar is gekoppeld aan de tweede hydraulische functie.
Waarde Functie
0 Er is geen veiligheidshek
1 Veiligheidshek aanwezig
Geeft aan of er een sensor is voor de bovenste stand van de steunpoot/vork die bovenaan is gemonteerd.
Waarde Functie
0 De truck heeft geen sensor voor bovenste stand
1 De truck heeft een sensor voor de bovenste stand voor steunpoten of vorken
Waarde Functie
0 Handmatige bediening
4 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Waarde Functie
1 Stuurbekrachtiging
Geeft aan welk type truck (snelheid) wordt gebruikt voor deze toepassing.
Waarde Functie
0 6 km/u
1 8 km/u
2 10 km/u
3 12,5 km/u
Deze parameter wordt automatisch ingesteld voor trucktypes met slechts één model. Voor trucks met diverse versies
moet deze parameter overeenkomen met parameter 1001, pagina 4 - 21, anders wordt foutcode 2.503 gegenereerd.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 32
4 Parameters
Parameterlijst
Nadat de batterij volledig is geladen, wordt de BDI op 100% gereset, vooropgesteld dat de accuspanning de vooraf ge-
programmeerde resetwaarde bereikt. Als de resetspanningswaarde niet wordt bereikt, kan de oorzaak een spannings-
verlies tussen de batterij en de logicakaart zijn.
Bij problemen met resetten:
• Laad de batterij volledig en volg hierbij de instructies in de handleiding.
• Rijd vervolgens gedurende tenminste 25 seconden voordat u zich afmeldt.
• De BDI wordt alleen op 100% ingesteld als de batterij afgekoppeld/opnieuw aangekoppeld is.
• Controleer de batterijspanning en vergelijk deze met de spanning tussen de kabels 20 en 40 op de logicakaart van de
stuurhandgreep (A5).
• Een spanningsverlies tussen de batterij en de logicakaart (A5) kan veroorzaakt worden door slechte contacten/aanslui-
tingen of een losse aansluiting in de batterijstekker.
Waarde Functie
0 Geen platform
1 Platform (opklapbaar)
2 Platform (vast)
3 Platform (laststeun)
4 Platform (ingebouwd)
Waarde Functie
0 Geen beschermdak
1 Beschermdak
4 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Geeft aan of er een koelventilator [M12], pagina 19 - 3[M13], pagina 19 - 3 is voor deze toepassing.
Waarde Functie
0 Geen koelventilator
1 Koelventilator
Waarde Functie
0 Geen vergrendeling voor decompressie geïnstal-
leerd
1 Vergrendeling voor decompressie geïnstalleerd
Waarde Functie
0 Geen hefhoogtesensor geplaatst
1 Hefhoogtesensor geplaatst
Waarde Functie
0 197mm
1 294mm
Waarde Functie
0 Standaard
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 34
4 Parameters
Parameterlijst
Waarde Functie
1 Sideshift
2 Sideshift en vorkspreiding
De parameter 1122 wordt gebruikt om te bepalen hoe ver van de mechanische stop de reachwagen moet stoppen. Hoe
lager de parameterwaarde, hoe verder de reachwagen naar voren beweegt. Na het instellen van de parameterwaarde
moet u controleren of de reachwagen niet tegen de mechanische stop botst.
Met vorken
• XR Vork achter de Side Shift-eenheid (bij side shift) of jukbalk: 22-32 mm ACHTER de steunpoten
Geldt alleen voor trucks met vaste zijbeschermingen. Parameter 1061, pagina 4 - 23 ingesteld op "3"
Via parameters 1124-1127 kan de truck worden geconfigureerd zodat de besturing anders reageert bij hogere snelhe-
den.
Stelt de stuurhoek in wanneer aan het stuur wordt gedraaid
Waarde Functie
0 Standaard
1 1:1 besturing
Geldt alleen voor trucks met vaste zijbeschermingen. Parameter 1061, pagina 4 - 23 ingesteld op "3"
Via parameters 1124-1127 kan de truck worden geconfigureerd zodat de besturing anders reageert bij hogere snelhe-
den.
Stelt de snelheid in wanneer de stuurhoek kleiner wordt bij dezelfde beweging van de stuurhandgreep
4 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Geldt alleen voor trucks met vaste zijbeschermingen. Parameter 1061, pagina 4 - 23 ingesteld op "3"
Via parameters 1124-1127 kan de truck worden geconfigureerd zodat de besturing anders reageert bij hogere snelhe-
den.
Maximale snelheid wanneer de stuurhoek volgens parameter Stuurhoek
Geldt alleen voor trucks met vaste zijbeschermingen. Parameter 1061, pagina 4 - 23 ingesteld op "3"
Via parameters 1124-1127 kan de truck worden geconfigureerd zodat de besturing anders reageert bij hogere snelhe-
den.
Stuurhoek bij maximale snelheid volgens parameter Stuurhoek en waarbij de stuurhandgreep in de eindpositie staat.
De daalsnelheid beperken wanneer de vorken de vloer naderen indien uitgerust met Softstop-sensorZachte stop-sensor.
Waarde Functie
0 Geen sensor
1 Sensor
Beperking van snelheid en acceleratie in de aandrijfwielrichting terwijl naast de truck wordt gelopen als de truck is uitge-
rust met een hoger paneel (grotere bodemvrijheid)
Waarde Functie
0 Geen beperking van snelheid en acceleratie in de aandrijfwiel-
richting
1 Snelheidsverlaging (3km/u) en acceleratiebeperking in de aan-
drijfwielrichting
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 36
4 Parameters
Parameterlijst
0 ACT
4
1 ACC
0 Standaard
1 ANSI
4 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
4.4.4 Kalibratieparameters
Deze parameters beheren de kalibratie van de verschillende truckfuncties. Op basis van de configuratie van de truck zijn
alleen de parameters die geldig zijn voor het truckmodel zichtbaar in het kalibratiemenu.
4.4.4.1 Algemeen
Analoge offset/mV
Offset-instelling van het analoge instelpunt voor sturen. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 38
4 Parameters
Parameterlijst
Checksum/mV
Som van de ingangen van de analoge stuurpotentiometers. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
4
nr. Benaming Min. Std. Max. Stap Een-
heid
1253 Stuuroffset -300 0 300 1 °/10
Kalibratie/(graden/10)
Fijnafstelling van het stuursysteem (nul)
-300: 30 graden naar links
300: 30 graden naar rechts
Totale som van alle ingangen van de stuurhoekpotentiometer. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
Max. stroom voor proportionaalklep. Geeft de maximale daalsnelheid van de vorken aan. Waarde wordt ingesteld tijdens
kalibratie.
Werkelijke maximumspanning is parameter 1261 + 1262
Geeft het startpunt van de proportionaalklep aan. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
Geeft de startwaarde voor het ladinggewicht aan in mV. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
Geeft de eindwaarde voor het ladinggewicht aan in mV. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
4 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
4 Parameters
Parameterlijst
Geeft de eindwaarde voor het ladinggewicht aan in mV. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
De spanning van de secundaire druksensor geeft de eindwaarde voor het ladinggewicht in mV, zonder lading
De spanning van de secundaire druksensor geeft de eindwaarde voor het ladinggewicht in mV, maximale lading
De spanning van de secundaire druksensor geeft de eindwaarde voor het ladinggewicht in mV, maximale lading
De waarde van deze parameter produceert geen kanteling. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
De waarde van deze parameter produceert geen kanteling. Waarde wordt ingesteld tijdens kalibratie.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 4 - 40
Installatie 5
5.1 Transport............................................................................................................................................................ 5 - 1
5.3 Installatie............................................................................................................................................................ 5 - 3
5.3.2 Batterij.................................................................................................................................................. 5 - 4
Reparatiehandleiding 7572514-360
5 Installatie
Reparatiehandleiding 7572514-360
5 Installatie
Transport
5 Installatie
5
Installatie
5.1 Transport
5.1
Transport
5
A
Voorbereiding
Vorkwagen demonteren, pagina 8 - 11
5
1. Plaats de krik, het volledige achterframe kan worden gebruikt
om te heffen met een krik.
5.3 Installatie
5.3
Installatie
1. In dit hoofdstuk worden alleen die parameters besproken die ingesteld moeten worden na inbedrijfstelling van de
truck, en waarvoor dus een gedetailleerdere beschrijving nodig is. Raadpleeg Parameters, pagina 4 - 1 voor infor-
matie over andere parameters.
Controleer of alle parameters op de gewenste waarden zijn ingesteld met betrekking tot
- snelheid
- acceleratie
- snelheid verminderen
- botssensor
- batterij
Bij het controleren of instellen van parameters is het raadzaam om de specifieke parameterwaarden van de truck
te noteren, bijvoorbeeld in een truckrapport. Deze afzonderlijke informatie over de specifieke parameters voor de
truck kan handig zijn, bijvoorbeeld tijdens storingstijd, omdat de informatie niet op andere wijze kan worden ver-
kregen.
1. Als er een botsingssensor op de CAN-bus is gemonteerd, registreert deze wanneer de truck ergens tegenaan
stoot. Als een botsing een bepaalde kracht overschrijdt met de parameters ingesteld op Botssensor gevoeligheid
in X en Botssensor gevoeligheid in Y, dan wordt het geïnterpreteerd als een botsing en wordt de rijsnelheid van
de truck verlaagd tot kruipsnelheid, luidt er een signaal en wordt foutcode De botssensor heeft een botsing gere-
gistreerd weergegeven.
Informatie over de botsing wordt in het interne geheugen van de truck opgeslagen. De laatste tien geregistreerde
botsingen kunnen in combinatie met de bestuurdersidentiteit via de pincode rechtstreeks van het display worden
afgelezen. Extra informatie is beschikbaar via TruckCom waar ook botskrachtniveaus en tijdindicaties kunnen
worden gelezen.
1. Stel parameter Batterijformaat in of controleer deze wanneer u de batterij plaatst. Zie parameter 107 Batterijfor-
maat.
Ook als de batterij met de truck meegeleverd wordt vanaf de fabriek, moeten de parameters wordt ingesteld of
gecontroleerd.
5.3.2 Batterij
5.3.2
Batterij
De batterij die u in de truck moet installeren moet de juiste afmetingen hebben. Een te kleine batterij, in afmeting
en gewicht, kan het remvermogen van de truck en de stabiliteit van de truck bij het heffen van goederen ernstig
beïnvloeden. Kijk op het typeplaatje van de truck voor de juiste gegevens over de batterij.
3. Plaats de batterijvergrendeling.
6.1 Inleiding.............................................................................................................................................................. 6 - 1
Reparatiehandleiding 7572514-360
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514-360
6 Onderhoud
Inleiding
6 Onderhoud
6
Onderhoud
6.1 Inleiding
6.1
Inleiding
Volg de algemene veiligheidsmaatregelen bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Algemene veiligheidsvoor-
schriften, pagina 2 - 1
▷ Om de hoge veiligheid te handhaven en de stilstand te minimaliseren, moeten alle in het serviceprogramma ver-
melde punten worden uitgevoerd.
6
▷ De ingestelde intervallen van 1000 bedrijfsuren/12 maanden (wat zich het eerste voordoet) zijn intervallen die
voldoen aan de eisen van de fabrikant voor een product in standaardtoepassingen. Lokale bedrijfsomgevingen
kunnen andere service-intervallen dan vermeld vereisen.
▷ Het eerste onderhoud kan worden uitgevoerd na x bedrijfsuren om slijtage tijdens de inrijperiode te beperken. Zie
het onderhoudsschema.
▷ Bij het bepalen van het service-interval wordt vooral de tijdmeter gebruikt om te bepalen wanneer service moet
worden uitgevoerd.
▷ De veiligheid kan worden gehandhaafd door bij onderhoud en reparatie alleen door de fabrikant goedgekeurde
reserveonderdelen te gebruiken.
Tijdens de garantieperiode:
Als reparaties/servicewerkzaamheden door niet-erkend personeel zijn uitgevoerd of als er niet-goedgekeurde reserveon-
derdelen worden gebruikt, vervalt de garantie.
6.2 Onderhoudsinstructies
6.2
Onderhoudsinstructies
6.2.1 Reinigen
6.2.1
Reinigen
6.2.2 Hogedrukreinigers
6.2.2
Hogedrukreinigers
▷ Bij hogedrukreiniging moet de straal zo worden gericht dat elektrische kabels, elektrische sensoren, hydraulische
slangen en stickers niet beschadigd raken.
▷ Hefkettingen, zuigerstangen en eindstukken van de hydraulische cilinders, kogel- en rollagers (ook volledig inge-
kapseld) mogen niet aan de straal worden blootgesteld, aangezien er dan kans bestaat dat er water binnendringt
en corrosie wordt veroorzaakt.
6.2.3 Ontvettingsmiddel
6.2.3
Ontvettingsmiddel
Als er een ontvettingsmiddel wordt gebruikt, mag dit alleen maar een milieuvriendelijk koud ontvettingsmiddel zijn, dat is
bedoeld voor het algemene reinigen en die auto's en lak, kunststof onderdelen, kabels, hydraulische slangen en stickers
niet beschadigt.
OPMERKING Ontvettingsmiddel
Wees voorzichtig met ontvettingsmiddelen, omdat deze schuurmiddelen kunnen bevatten.
▷ Reinig elektrische panelen, elektronicakaarten, contactgevers, aansluitingen, magneetkleppen enz. met een
vochtige doek en een reinigingsmiddel dat het onderdeel niet beschadigt.
6
Volg de voorschriften voor werken met het hydraulisch systeem bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Zie
Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000, pagina 14 - 1
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
g h
6.3 Smeermiddelspecificatie
6.3
Smeermiddelspecificatie
1 Aandrijfmotorlagers Rijd met de truck en luister naar ab- Bevestiging van de aan- X
normaal geluid van de lagers van de drijfmotor (1,8 en 2,5 kW)
aandrijfmotor. controleren, pagina 9 - 19
Luisteren naar abnormale geluiden uit Bevestiging van de aan-
de lagers van de aandrijfmotor, pagi- drijfmotor (2,8 kW) contro-
na 9 - 18 leren, pagina 9 - 19
Vervangen van de aandrijf-
motor, pagina 9 - 20
2 De aandrijfover- Rijd met de truck en luister naar ab- Het stuurlager van de aan- X
brenging normaal geluid van de lagers van de drijfoverbrenging vervan-
aandrijfoverbrenging. gen , pagina 10 - 15
Controleren op geluid in de aandrijf-
overbrenging, pagina 10 - 4
3 De werking van de Inspecteer het platform op barsten en Het platform vervangen, X
platformschakelaar andere schade. pagina 8 - 81
6-7
Platform controleren, pagina 8 - 70
Voorbereiding De vorken omhoogbrengen.
Hef de truck omhoog en ondersteun
deze met bokken, zodat alle wielen in
de lucht hangen.
Schakel de truck uit en trek de batte-
rijconnector uit.
Verwijder het platform
4 Elektrisch paneel Controleer de bevestiging van het X
elektrisch bord.
De bevestiging van het elektrisch bord
controleren, pagina 13 - 32
5 Elektrisch paneel Inspecteer de kabelaansluitingen op Het paneel voor motorre- X
het elektrisch bord. geling vervangen, pagina
De kabelaansluitingen controleren, 13 - 33
pagina 13 - 32
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
6 De contactgevers Inspecteer de elektrische aansluitin- Het paneel voor motorre- X
gen van de contactgever. geling vervangen, pagina
De contactgevers controleren, pagina 13 - 33
13 - 32
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
nigen, pagina 13 - 33
8 De parkeerrem Haal de bevestigingsbouten van par- X
+1,2
keerrem aan tot 11,3 ⁄-1,2 N·m.
De bevestigingsbouten van parkeer-
rem aanhalen, pagina 11 - 6
9 De parkeerrem Reinig de binnenkant van de rem. Parkeerrem vervangen, pa- X
Blaas het stof in de rem voorzichtig gina 11 - 11
weg met perslucht. De parkeerrem plaatsen,
De parkeerrem schoonmaken, pagina pagina 11 - 12
6-8
11 - 3
10 De luchtspleet van Controleer met een voelmaat of de De parkeerrem schoonma- X
de parkeerrem spleet tussen de magneetbehuizing ken, pagina 11 - 3
van de remeenheid en de beweegba- De frictieschijf vervangen,
+0,25
re drukschijf =0,4 ⁄-0,25 mmis. pagina 11 - 9
De luchtspleet van de parkeerrem af-
stellen, pagina 11 - 5
11 De luchtspleet van Controleer met een voelmaat of de De parkeerrem schoonma- X
de parkeerrem spleet tussen de magneetbehuizing ken, pagina 11 - 3
van de remeenheid en de beweegba- De frictieschijf vervangen,
+0,2
re drukschijf =0,3 ⁄-0,15mmis. pagina 11 - 9
De luchtspleet van de parkeerrem af-
stellen, pagina 11 - 4
12 De toerentalsensor Controleer de bevestiging van de mo- Motortoerentalsensor ver- X
aandrijfmotor tortoerentalsensor [B11], pagina vangen, pagina 9 - 38
19 - 2
Bevestiging van de motortoerentalsen-
sor controleren, pagina 9 - 20
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
13 De aandrijfmotor Controleer of de aandrijfmotor niet Vervangen van de aandrijf- X
beschadigd is. motor, pagina 9 - 20
De aandrijfmotor controleren, pagina
9 - 18
14 De aandrijfmotor Trek voorzichtig aan alle stekkers om X
te zorgen dat ze goed zijn aangeslo-
ten.
De elektrische aansluitingen controle-
ren, pagina 9 - 18
15 De aansluitingen Controleer de schroeven van de aan- X
van de aandrijfmo- drijfmotor (1,8 en 2,5 kW), haal de
tor schroeven in twee stappen kruislings
+1
aan, aanhaalmoment 7 ⁄-1 N·m.
Bevestiging van de aandrijfmotor (1,8
en 2,5 kW) controleren, pagina 9 - 19
16 De aansluitingen Controleer de schroeven van de aan- X
van de aandrijfmo- drijfmotor (2,8 kW), haal de schroe-
6-9
tor ven in twee stappen kruislings aan,
aanhaalmoment 9,5 N·m.
Bevestiging van de aandrijfmotor (2,8
kW) controleren, pagina 9 - 19
17 De aansluitingen Controleer de motorsteunen/Power- X
van de aandrijfeen- Trak op scheuren en andere bescha-
heid digingen.
De motorsteunen controleren, pagina
8 - 35
18 Het chassis Controleer het achterchassis op X
scheuren en andere beschadigingen.
Achterchassis inspecteren, pagina
8-1
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
19 Kabelboom Controleer alle kabelbomen (inclusief X
de bevestigingsinrichtingen en con-
tacten) op slijtage, schade en een
juiste bevestiging.
De kabelbomen controleren, pagina
6 Onderhoud
13 - 35
20 DHU DHU/I-site controleren [K110], pagina X
Periodiek onderhoud
17 - 4
Reparatiehandleiding 7572514 nl
21 De aandrijfover- Plaats een stuk karton of iets derge- De afdichting van de wiel- X
brenging lijks onder de aandrijfoverbrenging naaf vervangen , pagina
om te controleren of er lekken zijn. 10 - 8
Controleren op lekken in de aandrijf-
overbrenging, pagina 10 - 3
22 De aansluitingen Controleer de bevestiging van de X
van de aandrijf- aandrijfoverbrenging. 23 N·m
overbrenging Bevestiging van de aandrijfoverbren-
ging controleren , pagina 10 - 3
6 - 10
23 De aandrijfover- Ververs de olie in de aandrijfover- De olie in de aandrijfover- F
brenging voor olie- brenging. brenging aftappen, pagina
wissel De olie in de aandrijfoverbrenging 10 - 11
wordt alleen tijdens het onderhoud na De olie in de aandrijfover-
de eerste 1000 uur vervangen. brenging aftappen, pagina
Olie in aandrijfoverbrenging verver- 10 - 12
sen, pagina 10 - 11 Olie toevoegen aan de
aandrijfoverbrenging, pagi-
na 10 - 13
Olie toevoegen aan de
aandrijfoverbrenging, pagi-
na 10 - 14
24 De integriteit van Controleer of er geen lekken zijn uit X
het hydraulische hydraulische slangen en slangkoppe-
systeem lingen rond de hydraulische eenheid.
Controles op lekken van hydraulische
leidingen en aansluitingen, hydrauli-
sche eenheid, pagina 14 - 30
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
25 Het slijtvlak van het Meet het loopvlak van het aandrijf- Het aandrijfwiel vervangen, X
aandrijfwiel wiel. Het loopvlak moet D=250 ≥12,5 pagina 11 - 16
mmzijn.
Het loopvlak van het aandrijfwiel me-
ten, pagina 11 - 14
26 Het slijtvlak van het Meet het loopvlak van het aandrijf- Het aandrijfwiel vervangen, X
aandrijfwiel wiel. Het loopvlak moet D=230 ≥15 pagina 11 - 16
mmzijn.
Het loopvlak van het aandrijfwiel me-
ten, pagina 11 - 15
27 Het zwenkwiel Controleer dat het zwenkwiel goed is De zwenkwieleenheid ver- X
bevestigd en dat het vrij ronddraait vangen, pagina 11 - 26
en zwenkt.
De zwenkwielen controleren, pagina
11 - 22
28 Het slijtvlak van de Meet het loopvlak van het zwenkwiel. Het zwenkwiel vervangen, X
zwenkwielen Het loopvlak moet D=125 ≥7,5mm pagina 11 - 22
zijn.
6 - 11
Het loopvlak van het zwenkwiel me-
ten, pagina 11 - 21
29 Het slijtvlak van de Meet het loopvlak van het zwenkwiel. Het zwenkwiel vervangen, X
zwenkwielen Het loopvlak moet D=150 ≥10mm pagina 11 - 22
zijn.
Het loopvlak van het zwenkwiel me-
ten, pagina 11 - 20
30 Het slijtvlak van de Meet het loopvlak van het zwenkwiel. Het zwenkwiel vervangen, X
zwenkwielen Het loopvlak moet D=125 ≥5mm zijn. pagina 11 - 22
Het loopvlak van het zwenkwiel me-
ten, pagina 11 - 21
31 Het slijtvlak van de Meet het loopvlak van het zwenkwiel. Het zwenkwiel vervangen, X
zwenkwielen Het loopvlak moet D=150 ≥10mm pagina 11 - 22
zijn.
Het loopvlak van het zwenkwiel me-
ten, pagina 11 - 21
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
32 De pompmotor Ververs de hydraulische olie, Smeer- Olie aftappen, pagina X
middel B, zie Smeermiddelspecificatie, 14 - 10
pagina 6 - 4. Olie bijvullen, pagina
Vulvolume 1,8 L 14 - 10
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
Vulvolume 1,8 L 14 - 10
Olie verversen, pagina 14 - 10
34 Het oliefilter Vervang het oliefilter wanneer u de F X
olie ververst
Oliefilter vervangen, pagina 14 - 14
35 Het oliefilter Reinig het aanzuigfilter met pers- Het aanzuigfilter vervan- X
lucht. gen, pagina 14 - 13
Het luchtfilter reinigen, pagina
14 - 13
6 - 12
36 Tank Controleer de tank op barsten of an- De tank vervangen, pagina X
dere beschadigingen. 14 - 11
De tank controleren, pagina 14 - 9
37 Tank Blaas eventuele zichtbare deeltjes uit F X
het hydraulisch systeem.
Spoel de tank met schone hydrauli-
sche vloeistof.
De tank reinigen, pagina 14 - 9
38 De batterijvergren- Controleer of de batterijvergrendeling X
deling de batterij op zijn plaats houdt. Dit
geldt voor batterijen die permanent
zijn geïnstalleerd.
Batterijvergrendeling controleren, pa-
gina 8 - 34
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
39 De batterijvergren- Controleer of de batterijvergrendeling Batterijvergrendeling af- X
deling de batterij op zijn plaats houdt. De stellen, pagina 8 - 34
aanbevolen kracht om de batterijver-
grendeling te sluiten is 250-350 N.
Batterijvergrendeling controleren, pa-
gina 8 - 34
40 Batterij Reinig de batterij. Gebruik een doek X
en een zacht reinigingsmiddel.
De batterij reinigen, pagina 13 - 2
41 Deksels van batte- Controleer of de cel- en poolbescher- X
rijcellen en batterij- mingen onbeschadigd zijn.
polen Cel- en poolbescherming controleren,
pagina 13 - 4
42 Batterijaansluitin- Inspecteer alle aansluitingen van de X
gen batterij, de truck en de lader
De aansluitingen controleren, pagina
13 - 3
6 - 13
43 Batterijkabels Controleer de batterijkabels/kabelbe- X
schermingen tussen de vorkwagen
en het chassis, vervang deze als ze
beschadigd zijn.
Batterijkabels controleren, pagina
13 - 3
44 Batterij Controleer dat de batterijgegevens X
voldoen aan de truckspecificaties, zie
het typeplaatje. Plaatjes, waarschu-
wingen en stickers, pagina 6 - 3
De batterij controleren, pagina
13 - 3
45 Soortelijk gewicht Controleer het soortelijk gewicht van X
elektrolyt batterij het elektrolyt en de temperatuur.
Het soortelijk gewicht van het elektro-
lyt controleren, pagina 13 - 4
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
46 Elektrolytpeil batte- Controleer het vloeistofniveau van de X
rij batterij. Vul indien nodig bij met ge-
demineraliseerd water.
Elektrolytpeil controleren, pagina
13 - 4
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 - 31
48 De vorkwagen Controleer de vorkwagen op laterale X
speling bij de rollen.
De speling van de vorkwagen contro-
leren, pagina 8 - 32
49 De vorkwagen Controleer de verbindingen op De verbinding torsiebuis- X
scheuren en andere beschadigingen. wielvork vervangen, pagina
De verbindingen controleren, pagina 8 - 19
8 - 31
6 - 14
50 De vorkwielen Controleer de bevestiging van het Een eEnkel wiel vervangen, X
vorkwiel. pagina 11 - 30
Bevestiging van het vorkwiel controle- Draaiwielen vervangen, pa-
ren, pagina 11 - 30 gina 11 - 34
51 De vorkwielen Meet het loopvlak van het vorkwiel. Een eEnkel wiel vervangen, X
Het loopvlak moet D=85 ≥5 mmzijn. pagina 11 - 30
Het loopvlak van het vorkwiel meten, Draaiwielen vervangen, pa-
pagina 11 - 29 gina 11 - 34
52 De vorkwielen Trek de wielvork achteruit en vooruit De verbinding torsiebuis- X
om te controleren dat deze vrij kan wielvork vervangen, pagina
bewegen. 8 - 19
Flexibiliteit van de wielvork controle- De verbinding torsiebuis-
ren, pagina 8 - 31 wielvork vervangen, pagina
8 - 19
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
53 De vorkwielen Controleer dat de bussen in de wiel- Bus van de wielvork ver- X
vork niet versleten zijn. Er mag geen vangen, pagina 8 - 10
speling in de wielas zijn en deze mag
niet versleten zijn.
Bussen van het vorkwiel controleren,
pagina 11 - 30
Resetten Breng de truck omlaag en sluit de
batterijstekker aan.
Breng de vorken omlaag en maak het
hydraulisch systeem drukloos.
Monteer het platform.
54 Brandblusser Als de machine is uitgerust met een X
brandblusser, moet de staat ervan
worden gecontroleerd.
Inspectie van brandblusser, pagina
17 - 8
55 De functie hefhoog- Hef de vorkwagen zo hoog mogelijk X
6 - 15
tebegrenzing en controleer dat de hefhoogtebe-
grenzing van de vorkwagen goed
werkt.
Vorkhefhoogtebegrenzing controleren,
pagina 8 - 32
56 Bedrijfsuren Inspecteer het foutenlogbestand en X
de bedrijfsuren.
Foutenlogbestand en bedrijfsuren con-
troleren, pagina 13 - 27
57 De werking van de Controleer de werking van de remmi- Vervang de veiligheids- X
remschakelaar croschakelaar in de bovenste en on- schakelaar, pagina
derste remstand. De onderste stand 12 - 40
betekent dat u omlaag moet duwen
om de schakelaar te activeren.
De microschakelaars van de rem con-
troleren, pagina 12 - 31
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
58 De werking van de Bedien de truck en beweeg de deur X
hekkenschakelaars omhoog en omlaag om de werking
van de deurschakelaars te controle-
ren.
Werking van de deurschakelaars con-
6 Onderhoud
troleren, pagina 8 - 96
59 De werking van de Controleer de werking van de plat- De positiesensor [B119] X
Periodiek onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
Sensor [B119] vervangen,
pectievelijk omlaag en omhoog. pagina 8 - 80
[B119], pagina 19 - 2[B120], pagina
19 - 2
Werking van de platformschakelaars
controleren, pagina 8 - 69
60 De werking van de Rijd met de truck en zet de snel- De hef-/daalknop plaatsen, X
snelheidsregelaar heidsregelaar vooruit en achteruit. pagina 12 - 6
Deze moet terugveren naar de neu- Het bedieningspaneel ver-
trale stand. vangen, pagina 12 - 12
6 - 16
De snelheidsregelaar controleren, pa- De kabelboom van de
gina 12 - 15 stuurhandgreep vervangen,
pagina 12 - 61
61 Hydraulische func- Controleer dat de slangen en de ka- X
ties belboom niet versleten zijn/geklemd
zitten en dat er geen lawaai, schok-
kerige beweging of trilling is bij uit-
voering van alle hydraulische func-
ties.
De hydraulische functies controleren,
pagina 12 - 4
62 De werking van de Druk op de claxonknop om een sig- X
claxon naal te produceren.
De werking van de claxon controleren,
pagina 13 - 12
Pos. Soort Punt Instructies Maatregel 250 500 750 1000 1500 2000 3000 4000 5000
63 De werking van de Rijd voorzichtig met de truck en druk X
noodschakelaar op de noodschakelaar.
De werking van de noodschakelaar
controleren, pagina 13 - 40
64 Buikknop Rijd voorzichtig met de truck in beide De logicakaart vervangen, X
richtingen. Druk op de buikknop (vei- pagina 12 - 17
ligheidsomkeerinrichting) en contro-
leer dat de voeding naar de aandrij-
ving wordt onderbroken.
De buikknop controleren, pagina
12 - 4
65 De parkeerrem Rijd met de truck tegen een lage P-rem in noodgevallen los- X
snelheid en druk op de noodstop. sen, pagina 11 - 6
Rijd voorzichtig met de truck en be- De luchtspleet van de par-
weeg de stuurhandgreep omhoog en keerrem afstellen, pagina
omlaag om het inschakelen van te- 11 - 4
genstroomremmen en de parkeerrem De luchtspleet van de par-
te testen. keerrem afstellen, pagina
6 - 17
De parkeerrem controleren, pagina 11 - 5
11 - 7 De frictieschijf vervangen,
pagina 11 - 9
Periodiek onderhoud
6 Onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl
6
6 Onderhoud
Periodiek onderhoud
Reparatiehandleiding 7572514 nl 6 - 18
Foutzoeken 7
7.3.3 Foutcodegeschiedenis......................................................................................................................... 7 - 4
7.3.5.2 Displaytest............................................................................................................................ 7 - 5
7.3.5.4 Veiligheidsomkeerinrichting.................................................................................................. 7 - 6
7.3.5.6 Sensilift................................................................................................................................. 7 - 7
7.3.7 Service-informatie.............................................................................................................................. 7 - 10
Reparatiehandleiding 7572514-360
7 Foutzoeken
Reparatiehandleiding 7572514-360
7 Foutzoeken
Aanvang foutzoeken
7 Foutzoeken
7
Foutzoeken
Elimineer
Werd er een foutcode Volg de instructies in "Foutzoeken 7
onwaarschijnlijke fouten
weergegeven? via foutcodes"
Ja
Nee
Selecteer de meest
Zijn er symptomen in "Foutzoeken Volg de instructies in "Foutzoeken waarschijnlijke oorzaken
op basis van symptomen"? op basis van symptomen" en zet ze in volgorde van
Ja prioriteit
Nee
Wat is het probleem?
In welke omstandigheden
treedt het probleem op?
Zorg dat de onderdelen die werden leeggemaakt Als u reeds contact hebt opgenomen met de
weer zijn bijgevuld. afdeling voor technische ondersteuning om het
probleem te bespreken, vragen we dat u weer
contact opneemt om ons te vertellen hoe het
probleem werd opgelost.
Opmerking: Op de gesleepte truck moet altijd een bestuurder aanwezig zijn die kan sturen en de remmen kan bedienen 7
terwijl de truck door een sleepwagen met sleepkabel wordt gesleept.
3. Rijd voorzichtig.
Opmerking: Op de gesleepte truck moet altijd een bestuurder aanwezig zijn die kan sturen en de remmen kan bedienen
terwijl de truck door een sleepwagen met sleepkabel wordt gesleept.
3. Rijd voorzichtig.
7.3.2 Noodrijstand
7.3.2
Noodrijstand
7.3.2.1 Noodrijstand
7.3.2.1
Noodrijstand
Indien de truck om wat voor reden dan ook stopt met werken en onbeweeglijk in de weg blijft staan, is het mogelijk de
noodrijmodus te activeren en de truck te verplaatsen (max. 1,3 km/u). In deze modus is het mogelijk om de vorken om-
laag te brengen en te heffen.
2. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
3. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot "Ed" wordt weergegeven op het display.
Het is mogelijk de truck te besturen, maar doe dit met extreme voorzichtigheid. Het is niet mogelijk om plotseling te rem-
men door de stuureenheid omhoog te brengen.
Indien de truck op een helling staat, moet u nog voorzichtiger zijn bij het gebruik van de noodrijmodus. Wanneer er te
veel gas wordt gegeven, kan de truck wegrollen. Draai de snelheidsregelaar in tegenovergestelde richting om de truck te
stoppen.
Bij sommige storingen wordt de noodrijmodus geblokkeerd. U kunt dan geen informatie over de fout krijgen.
7.3.3 Foutcodegeschiedenis
7.3.3
Foutcodegeschiedenis
7.3.3.1 Foutcodegeschiedenis
7.3.3.1
Foutcodegeschiedenis
Maximaal 50 van de meest recente foutcodegebeurtenissen worden opgeslagen in een logbestand, samen met de stand
van de tijdmeter op het ogenblik dat de fout zich voordeed. In het foutcodelog worden de foutcodes getoond in chronolo-
gische volgorde, beginnend met de meest recente foutcode.
De laatste 10 foutcodes tonen uitgebreide informatie als u ze bekijkt in TruckCom.Uitgebreid foutenlogbestand, pagina
7-4
1. Zorg ervoor dat de truck is uitgeschakeld. Sluit de CAN-sleutel aan of voer de pincode in. Opmerking: Druk niet
op de ON-knop.
2. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los om het menu "Info" te selecteren.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “E” wordt weergegeven op het display. Het foutcodesymbool
gaat branden.
6. De laatste fout wordt dan weergegeven. Het display wisselt tussen de foutcode en de aflezing van de tijdmeter
op het moment dat de fout optrad. Als het foutcodelog meer dan één foutcode bevat, kunnen deze codes worden
getoond door meerdere keren op de snelheidsregelaar te drukken.
7. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
De weergave van de foutcodegeschiedenis is nu voltooid.
De 10 recentste foutcodes in het foutcodelogboek bevatten uitgebreide informatie. Data 1, 9-15 alleen voor de fabrikant.
Toegang tot het foutenlogbestand gebeurt via TruckCom.
7.3.5.1 Algemeen
7.3.5.1
Algemeen
3. Sluit de CAN-sleutel aan of voer de pincode in. Opmerking: Druk niet op de ON-knop.
4. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
6. Draai meermaals aan de snelheidsregelaar tot “tESt" wordt weergegeven op het display.
8. Eerst ziet u de displaytest. Druk op de knop/functie die u wilt testen om door te gaan. In deze modus knipperen
de 2 leds op het toetsenbord.
9. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door op de claxonknop te
drukken.
7.3.5.2 Displaytest
7.3.5.2
Displaytest
Het digitale display [A6] kan worden getest om te verifiëren of alle segmenten van het display correct functioneren. Een
bewegende 8 test alle segmenten van het display.
7.3.5.3 Snelheidsregelaar
7.3.5.3
Snelheidsregelaar
De Hall-elementen worden getest door de snelheidsregelaar helemaal heen en weer te bewegen. Volg deze stappen om
de Hall-elementen te testen:
Zet de tuimelschakelaar uit de neutrale stand om de test te starten. Dit wordt weergegeven als nummer X Y wanneer de
tuimelschakelaar in de vorkrichting wordt gezet en X-Y als de tuimelschakelaar in de aandrijfwielrichting wordt gezet. X is
het totaal aantal Hall-elementen die worden beïnvloed door de magneet en Y is het aantal aanwezige Hall-elementen.
Bij volledige beweging in beide richtingen wordt 9-9 of 9 9 weergegeven wanneer alle Hall-elementen OK zijn.
7.3.5.4 Veiligheidsomkeerinrichting
7.3.5.4
Veiligheidsomkeerinrichting
Druk op de knop voor veiligheidsomkeerinrichting, "Er 1" wordt weergegeven op het display
Druk op een knop voor heffen/dalen om de test te starten. "L1", "L2", "L3" of "L4" wordt weergegeven op het display af-
hankelijk van de knop die werd ingedrukt.
7.3.5.6 Sensilift
7.3.5.6
Sensilift
Zet de tuimelschakelaar voor sensilift uit de neutrale stand om de test te starten. De analoge waarde van de sensilift-po-
tentiometer wordt weergegeven in mV.
7.3.5.7 Toetsenbord
7.3.5.7
Toetsenbord
Druk op een cijfer om de test van het toetsenbord te beginnen. "b1" tot en met "b11" wordt weergegeven op het display
afhankelijk van de knop die wordt ingedrukt. De cijfers 0-9 worden weergegeven als "b0" tot en met "b9". De rode knop
"b10" en de groene knop "b11"
In deze modus kunnen de digitale in- en uitgangen worden getest door controle van specifieke segmenten op het display
volgens de volgende tabellen.
1
6 7 2
5 3
8
1 2 3 4 4
Positie:
1) Digitale ingang van A5 [A5]
2) Digitale ingang/uitgang van A5 [A5]
3) Ingangen transistorregelaar
4) Ingangen transistorregelaar
1 – 8: Referentie naar segment
5 3 4 Optieknop 1
5 3 4 Voorste knop omlaag
5 Optieknop 2 5 Hoofdcontactgever
86 86
4 Optieknop 3 4 Claxoninvoer
7 A5-adres (node-ID) 7 Remuitvoer
8 - 8 Pomp
In deze modus kunnen de digitale in- en uitgangen worden getest door controle van specifieke segmenten op het display
volgens de volgende tabellen.
1
6 7 2
5 3
8
1 2 3 4 4
Positie:
1) SEU 0 ingangen
2) SEU 0 uitgangen
3) SEU 1 ingangen
4) SEU 1 uitgangen
1 – 8: Referentie naar segment
5 3 4 In 4
5 3 4 Uit 4
5 In 5 5
86 86
4 In 6 4
7 In 7 7
8 In 8 8
5 3 4 In 4
5 3 4 Uit 4
5 In 5 5
86 86
4 In 6 4
7 In 7 7
8 In 8 8
7.3.7 Service-informatie
7.3.7
Service-informatie
7.3.7.1 Service-informatie
7.3.7.1
Service-informatie
De truck heeft een service-informatiemodus, die nuttig is als hulpmiddel bij foutzoeken. Om dit te activeren:
8 4 2 1
• Druk meermaals op de claxonknop [S18] om de gewenste modus in de service-informatiemodus te selecteren.
Alle truckfuncties werken als normaal als de service-informatiemodus actief is. Wees voorzichtig wanneer u de truck be-
dient en tegelijkertijd het display afleest.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 10
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
10 - - -
7
11 Maximumwaarde voor botssen- 0,1 G 0 G - 10 G
sor X en Y. "non" wordt weer-
gegeven als er geen sensor is.
12 SEU digitale I/O. Zie beschrij- - - -
ving in "Testmodus “12” expan-
sie-eenheid SEU (optie)." Op
pagina 77 staat "nonE" als er
geen SEU aanwezig is.
13 Stuurhoek 7 ° 0-90°
14 Temperatuur aandrijfmotor 1 °C -
15 [T1] temperatuur 1 °C -
1. Als u vermoedt dat de druk in het hydraulisch systeem onjuist is, gebruikt u het hulpmiddel: Hydraulische drukme-
ter (manometer) 219730, pagina 21 - 3.
Software: 7528678
Foutcodes
7 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 12
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 14
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 16
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 18
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 20
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 22
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 24
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 26
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 28
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 30
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 32
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 34
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 36
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 38
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 40
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 41 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 42
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 43 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 44
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 45 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 46
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 47 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 48
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 49 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 50
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 51 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 52
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 53 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 54
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 55 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 56
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 57 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 58
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 59 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 60
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 61 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 62
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 63 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 64
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 65 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 66
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 67 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 68
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 69 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 70
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 71 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 72
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 73 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 74
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 75 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 76
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 77 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 78
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 79 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 80
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 81 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 82
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
7 - 83 Reparatiehandleiding 7572514 nl
7 Foutzoeken
Foutzoeken met hulp van foutcode
Reparatiehandleiding 7572514 nl 7 - 84
Chassis C0000 8
8.1 Overzicht............................................................................................................................................................ 8 - 1
Reparatiehandleiding 7572514-360
8 Chassis C0000
8.5.1.7 Gasdemper......................................................................................................................... 8 - 70
Reparatiehandleiding 7572514-360
8 Chassis C0000
Overzicht
8 Chassis C0000
8
Chassis C0000
8.1 Overzicht
8.1
Overzicht
a 8
b
f c
Pos. Benaming
a Batterijvak
b Vorkframe
c Bevestigingen aandrijfeenheid
d Platform
e Hek
f Kappen, panelen
8.3.1.1.1 Overzicht
8.3.1.1.1
Overzicht
d
e
c
b
Pos. Benaming
a Onderhoudspaneel
b Zijpaneel
c Deksel met embleem
d Bovenkap
e Hekpaneel
3. Plaats de schroeven
2. Verwijder de afdekking.
2. Plaats de schroeven.
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
Onderdeelnummer: 7530299
Onderdeelnummer: 7530299
Voorbereiding
2. Verwijder de rol.
1. Plaats de rol.
Resetten
Serienummer: 6401033-
Voorbereiding
Enkele wielen verwijderen, pagina 11 - 30
Enkele wielen verwijderen, pagina 11 - 30
Bogiewielen verwijderen, pagina 11 - 34
Serienummer: 6401033-
Resetten
Enkele wielen installeren, pagina 11 - 32
Enkele wielen installeren, pagina 11 - 32
Het draaiwiel plaatsen, pagina 11 - 36
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 10
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8.3.3.1 Overzicht
8.3.3.1
Overzicht
a d
z b e
aa c
f
h g
u vxy
i j
k
l
t
s
r m
q p n
o
Pos. Benaming Pos. Benaming
a As b Bus
c Verende stift d Wielvork
e Bus f Verende stift
g As h Drukstang
i Schroef j As
k Bus l Torsiebuis
m Verende stift n As
o As p Bus
q Verende stift r Rol
s Borgplaat t Vulring
u Rol v Borgveer
w x Vulring
y Regeleenheden z Vergrendeling batterijdeksel
aa Stopblok¹
Voorbereiding
Een bovenpaneel verwijderen, pagina 8 - 5
8 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 12
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 14
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
12. Til de vorkwagen eruit. Gebruik alleen een heftoestel dat ge-
schikt is voor dit werk.
8 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 16
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 18
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
1. Controleer of de vorkwagen vrij kan bewegen over het chassis en dat de hefhoogtebegrenzer correct is ge-
plaatst.
8 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 20
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
6. Verwijder de plaataanslag.
8 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
7. Verwijder de schroeven
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 22
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
7. Plaats de verbinding.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 24
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Voorbereiding
Vorkwagen demonteren, pagina 8 - 11
De verbinding torsiebuis-wielvork verwijderen, pagina 8 - 19
8 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
2. Plaats de vork.
287
X
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 26
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
287
X 8
L ±1,5
19
8 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
(Q)
2x
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 28
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
4 c (x2)
8 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Bevestig met een hechtlas - één aan elke zijde van de V-ver-
binding.
a3 c (x2)
Resetten
De vorkwagen installeren, pagina 8 - 16
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 30
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
1. Hef de vorkwagen zo hoog mogelijk en controleer dat de hefhoogtebegrenzing van de vorkwagen goed werkt.
Pas de sensor aan als de hefhoogtebegrenzing niet wordt uitgeschakeld.
1. Controleer de vorkwagen op laterale speling bij de rollen. Voeg vulringen toe aan de rollen of vervang ze indien
nodig.
8.3.4.1 Overzicht
8.3.4.1
Overzicht
d
c
b
a
Pos. Benaming
a Schroef (A = 45 ±11 Nm)
b Vulring
c Plaat
d Plaat
e Moer
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 32
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
8.3.4.2 Overzicht
8.3.4.2
Overzicht
c
k
b d
j
e
f
g
8.3.4.3 Beschrijving
8.3.4.3
Beschrijving
De snelle batterijvergrendeling is in het chassis geschroefd en houdt de batterij op zijn plaats. De aanbevolen kracht om
de batterijvergrendeling te sluiten is 250-350 N. Om het slot los te maken, trekt u de handgreep naar u toe en vervolgens
omhoog.
Om de batterij te vervangen, zie: Link target missing for title: [ID: 1307626891].
De vaste batterijvergrendeling is op het chassis geschroefd en houdt de batterij op zijn plaats. Deze wordt gebruikt wan-
neer de batterij wordt opgeladen in de truck in plaats van vervangen.
Om de batterij op te laden, zie: De batterij laden, pagina 13 - 6
8 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame, chassis C0300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 34
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
a
b
f c
g
h d
Pos. Benaming
a Stang
b Bovenste blok
c Initiële veer
d Onderste blok
e Bovenste steun
f PowerTrak-veer
g Steun aandrijfoverbrenging
h Onderste steun
8 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Voorbereiding
Een batterij verwijderen via een heftoestel, pagina 13 - 7
, pagina 8 - 102
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81
Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
De stuurdemper [A83] verwijderen, pagina 12 - 87
De stuurmotor [M6] verwijderen, pagina 9 - 8
Aandrijfoverbrenging verwijderen, pagina 10 - 4
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 36
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
8 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
X4
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 38
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
0 0
8 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 40
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
8 - 41 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 42
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Resetten
Aandrijfoverbrenging installeren, pagina 10 - 7
De stuurmotor [M6] installeren, pagina 9 - 9
De stuurdemper [A83] installeren, pagina 12 - 87
, pagina 8 - 103
Het platform installeren, pagina 8 - 86
Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
Een batterij installeren via een heftoestel, pagina 13 - 7
Een batterij installeren met een batterijvervangingstafel, pagina 13 - 10
a
f b
zy y z
x x
c
d
h
e
Pos. Benaming
a Stang
b Bovenste blok
c Initiële veer
d PowerTrak-veer
8 - 43 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Pos. Benaming
e Onderste blok
f Bovenste steun
g Steun aandrijfoverbrenging
h Onderste steun
Voorbereiding
Een batterij verwijderen via een heftoestel, pagina 13 - 7
Een batterij verwijderen met een batterijvervangingstafel, pagina 13 - 9
, pagina 8 - 102
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81
Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
De stuurdemper [A83] verwijderen, pagina 12 - 87
De stuurmotor [M6] verwijderen, pagina 9 - 8
Aandrijfoverbrenging verwijderen, pagina 10 - 4
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 44
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
4. Maak de schroeven van het elektrisch bord los en leg het opzij.
8 - 45 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 46
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
8 - 47 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
0 0
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 48
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
8 - 49 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
10. Zet het elektrisch bord weer op zijn plaats en schroef het vast.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 50
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Resetten
Aandrijfoverbrenging installeren, pagina 10 - 7
De stuurmotor [M6] installeren, pagina 9 - 9
De stuurdemper [A83] installeren, pagina 12 - 87
, pagina 8 - 103
Het platform installeren, pagina 8 - 86
8 - 51 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
8.4.1.3.1 Beschrijving
8.4.1.3.1
Beschrijving
8.4.1.3.1.1 Ontwerp
8.4.1.3.1.1
Ontwerp
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 52
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Serienummer: 6486640-
Vereist speciaal gereedschap
• Gereedschap voor plaatsen V08-18302
8 - 53 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
4. Plaats de pennen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 54
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Resetten
Bevestigingen aandrijfeenheid, pagina 8 - 35
Serienummer: -6486639
Vereist speciaal gereedschap
• Gereedschap voor plaatsen V08-18302
8 - 55 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 56
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Resetten
Bevestigingen aandrijfeenheid, pagina 8 - 35
8 - 57 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Serienummer: 6486640-
Voorbereiding
Bevestigingen aandrijfeenheid, pagina 8 - 35
Vereist speciaal gereedschap
• Gereedschap voor plaatsen V08-18302
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 58
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
3. Verwijder de pennen.
Serienummer: -6486639
Voorbereiding
Bevestigingen aandrijfeenheid, pagina 8 - 35
Vereist speciaal gereedschap
• Gereedschap voor plaatsen V08-18302
8 - 59 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 60
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
De stijfheid van het gereedschap kan worden afgesteld om te voorkomen dat het gereedschap terugveert wan-
neer de ophanging van de aandrijfeenheid wordt samengedrukt.
8 - 61 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Voorbereiding
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 58
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 59
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 62
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Resetten
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 53
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 55
8 - 63 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
Bevestig de ophanging met een klem over de rand van een werkbank of iets dergelijks.
Voorbereiding
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 58
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 59
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 64
8 Chassis C0000
Frame-/chassisonderdelen C0400
1. Plaats de PowerTrak-veer.
Resetten
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 53
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 55
8 - 65 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8.5.1.1 Overzicht
8.5.1.1
Overzicht
a
b c
h
m
k i
l
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 66
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8.5.1.2 Overzicht
8.5.1.2
Overzicht
Pos. Benaming
a Schroef
b Mat
c Platform
d Borgbout
8 - 67 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8.5.1.3 Overzicht
8.5.1.3
Overzicht
c
b
g
h
i
e
Pos. Benaming
a Schroef
b Mat
c Vloer (koelruimte)
d Plaat
e Frame
f Moer
g As
h Plaat
i Schroef
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 68
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
5
2. Stel de speling af met behulp van de borgbout=4 ⁄3mm
Resetten
Werking van de platformschakelaars controleren, pagina 8 - 69
8 - 69 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8.5.1.7 Gasdemper
8.5.1.7
Gasdemper
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 70
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
3. Plaats een steun of iets dergelijks met een hoogte van =50 mm
tussen de staplaat en het gietijzeren gedeelte, zodat dit een-
voudiger te demonteren/monteren is.
8 - 71 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
5. Verwijder de steun.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 72
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8 - 73 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
Voorbereiding
De ophanging van het platform vervangen, pagina 8 - 76
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 74
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8
M
Resetten
De speling van de positiesensor [B119] afstellen, pagina 8 - 77
Voorbereiding
De ophanging van het platform plaatsen, pagina 8 - 77
mm 1 mm 2
Resetten
De speling van de positiesensor [B119] afstellen, pagina 8 - 77
8 - 75 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
3. Verwijder de veer.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 76
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
1. Smeer de bout
De ophanging van het platform afstellen, pagina 8 - 74, De ophanging van het platform afstellen [Vaste zijbescher-
mingen], pagina 8 - 75.
8 - 77 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
Voorbereiding
De positiesensor [B120] afstellen, pagina 8 - 69
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 78
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
1. Plaats een gewicht van 30 kg aan het uiteinde van het plat-
form.
4. Plaats een gewicht van 40 kg aan het uiteinde van het plat- 8
form.
Het platform installeren, pagina 8 - 86, Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
8 - 79 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81, Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
3. Plaats de veer.
Resetten
Werking van de platformschakelaars controleren, pagina 8 - 69
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 80
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
3. Verwijder de sensor.
Het platform installeren, pagina 8 - 86, Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
8 - 81 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
3. Plaats een steun of iets dergelijks met een hoogte van =50mm
tussen de staplaat en het gietijzeren gedeelte, zodat dit een-
voudiger te demonteren/monteren is.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 82
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8 - 83 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
9. Tik de as eruit.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 84
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
8 - 85 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
2. Monteer de as.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 86
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
4. Plaats de gasdemper.
8 - 87 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 88
8 Chassis C0000
Bestuurdersruimte, cabine C0500
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
8 - 89 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
b
d
c
e
f
g
h
l i
j
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 90
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
8 - 91 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 92
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
8 - 93 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
1. Plaats een gewicht van 20 kg aan het uiteinde van het plat-
form.
4. Plaats een gewicht van 32 kg aan het uiteinde van het plat-
form.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 94
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
8.6.1.2 Hek
8.6.1.2
Hek
8.6.1.2.1
8.6.1.2.1
f e
Pos. Benaming
a Lagerblok
b Demper
8 - 95 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
Pos. Benaming
c Balk hek
d Rubber
e Bovenste positiesensor [B121], pagina
19 - 2
f Onderste positiesensor [B122], pagina
19 - 2
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 96
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
Onderdeelnummer: 7569855
8
2. Verwijder de demper.
Onderdeelnummer: 7577717
2. Verwijder de demper.
8 - 97 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
Onderdeelnummer: 7569855
Onderdeelnummer: 7577717
Reparatiehandleiding 7572514 nl 8 - 98
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
Serienummer: 6348361-6395170
8 - 99 Reparatiehandleiding 7572514 nl
8 Chassis C0000
Veiligheidsuitrusting C0800
8.6.1.2.5.2
8.6.1.2.5.2
Serienummer: 6395171-
2. Verwijder de rubberhouder.
Serienummer: 6348361-6395170
8.6.1.2.5.4
8.6.1.2.5.4
Serienummer: 6395171-
8.6.1.2.6.1
8.6.1.2.6.1
8.6.1.2.6.2
8.6.1.2.6.2
4
1
Serienummer: 6348361-6395170
Voorbereiding
Demper van het hek verwijderen, pagina 8 - 97
Demper van het hek verwijderen, pagina 8 - 97
1. Verwijder de lagerblokken.
8.6.1.2.7.2
8.6.1.2.7.2
Serienummer: 6395171-
Voorbereiding
Demper van het hek verwijderen, pagina 8 - 97
Demper van het hek verwijderen, pagina 8 - 97
1. Verwijder de lagerblokken.
Serienummer: 6348361-6395170
3. Installeer de lagerblokken
Resetten
Demper van het hek plaatsen, pagina 8 - 98
Demper van het hek plaatsen, pagina 8 - 98
8.6.1.2.7.4
8.6.1.2.7.4
Serienummer: 6395171-
3. Installeer de lagerblokken
Resetten
Demper van het hek plaatsen, pagina 8 - 98
Demper van het hek plaatsen, pagina 8 - 98
8.6.1.3 Rugleuning
8.6.1.3
Rugleuning
b
c
d
e
f
Pos. Benaming
a Rugleuning
b Opbergvak
c Platform
d Sensor [B119], pagina 19 - 2
e Ophanging platform
f Montageschroef
g Montageschroef
1. Plaats een gewicht van 30 kg aan het uiteinde van het plat-
form.
4. Plaats een gewicht van 40 kg aan het uiteinde van het plat-
form.
1. Inspecteer alle platen en zelfklevende labels ter controle dat ze niet beschadigd zijn
Vervang elk bord of label dat beschadigd of onleesbaar is. Plaats van de tekens, pagina 8 - 110
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
g h
9.2.4.5 Luisteren naar abnormale geluiden uit de lagers van de aandrijfmotor ............................. 9 - 18
Reparatiehandleiding 7572514-360
9 Motoren C1000
Reparatiehandleiding 7572514-360
9 Motoren C1000
Smering / koelsysteem C1300
9 Motoren C1000
9
Motoren C1000
4. Controleer het signaal van de temperatuursensors voor T1 en T13 en van B1 met de geïntegreerde test of Truck-
Com. Bepaal of de temperatuursignalen plausibel zijn in verhouding tot de werkelijke temperaturen van de com-
ponenten. Als dat niet zo is, vervang dan T1, T13 of vervang B1 met een reparatiekit.
9.2.1.1 Overzicht
9.2.1.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Motor
b Borstelbrug
c Koolborstel
9.2.1.2 Beschrijving
9.2.1.2
Beschrijving
9.2.1.2.1 Constructie
9.2.1.2.1
Constructie
De pompmotor is een samengestelde motor, een statorwikkeling in serie met de rotorwikkeling en een extra statorwikke-
ling parallel hiermee aangesloten.
Voorbereiding
De hydraulische eenheid verwijderen, pagina 14 - 24
2. Plaats de motor.
Controleer of de O-ring op zijn plaats zit en onbeschadigd is.
Resetten
De hydraulische eenheid installeren, pagina 14 - 26
9.2.2.1 Overzicht
9.2.2.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Motor
b Stuureenheid
9.2.2.2 Beschrijving
9.2.2.2
Beschrijving
+3
1. Controleer de bevestiging van de aandrijfoverbrenging, aanhaalmoment 26 ⁄-3 N·m.
9
3. Trek de stuurmotor recht omhoog.
y z
y z
+3
2. Haal de schroeven aan tot 26 ⁄-3 N·m.
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
Voorbereiding
De stuurmotor [M6] verwijderen, pagina 9 - 8
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 10
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
4
1 2 3
Verwijder de nieuwe stuureenheid uit de ESD-zak en pak deze alleen bij de koelrib vast
9 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
4
1 2 3
1. Houd de koelrib met één hand vast. Raak de motor met uw an-
dere hand aan (om eventuele resterende statische lading weg
te halen). Sluit de bedrading van de stuurbekrachtigingsmotor
aan op de stuureenheid.
Kabel Kleur
1 Rood
2 Zwart
3 Geel
4 5-pens signaaldraad
Resetten
De stuurmotor [M6] installeren, pagina 9 - 9
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 12
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9.2.3.1 Overzicht
9.2.3.1
Overzicht
a b
Pos. Benaming
a Motorregeling (ACT/ACC)
b Ventilator [M12, M13]
9 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
1. Installeer de ventilator.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 14
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Resetten
Het paneel voor motorregeling installeren, pagina 13 - 34
9 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
a h
i
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 16
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9.2.4.2 Overzicht
9.2.4.2
Overzicht
Onderdeelnummer: 7554832
c
d
b
e
9
f
Pos. Benaming
a Rotor
b B11
c Tandwiel
d N-afscherming
e B1
f Montageschroef
g Stroomkabel (W)
h Stroomkabel (V)
i Stroomkabel (U)
9 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 18
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Onderdeelnummer: 7554832
1. Controleer de schroeven van de aandrijfmotor, haal de schroeven in twee stappen kruislings aan, aanhaalmo-
ment 9,5 N·m.
z x
9 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Onderdeelnummer: 7560160
Voorbereiding
De parkeerrem verwijderen, pagina 11 - 11
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 20
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
W 9
3X
9 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 22
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Onderdeelnummer: 7560159
Voorbereiding
De parkeerrem verwijderen, pagina 11 - 11
9 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
3X
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 24
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Onderdeelnummer: 7554832
Voorbereiding
De parkeerrem verwijderen, pagina 11 - 11
9 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 26
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 28
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Onderdeelnummer: 7560160
9 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 30
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
W 9
3X
+1
5. Installeer de motorkabels U, V en W, aanhaalmoment 6 ⁄-1
N·m.
9 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Resetten
De parkeerrem plaatsen, pagina 11 - 12
Onderdeelnummer: 7560159
+1
2. Installeer de motor en haal de schroeven aan tot 7 ⁄-1 N·m.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 32
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
3X
+1
4. Installeer de motorkabels U, V en W, aanhaalmoment 6 ⁄-1
N·m.
Resetten
De parkeerrem plaatsen, pagina 11 - 12
Onderdeelnummer: 7554832
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 34
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 36
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9
Resetten
De parkeerrem plaatsen, pagina 11 - 12
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
9 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
1. Verwijder de schroef.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 38
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
9
z x
z x
z x
9 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
2. Plaats de sensor.
z x
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 40
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
z x
y 9
z x
De aandrijfmotor [M1] verwijderen, pagina 9 - 20, De aandrijfmotor [M1] verwijderen, pagina 9 - 23, De aandrijf-
motor [M1] verwijderen, pagina 9 - 25
Een motortoerentalsensor verwijderen, pagina 9 - 38
De remnaaf demonteren, pagina 11 - 8
9 - 41 Reparatiehandleiding 7572514 nl
9 Motoren C1000
Elektromotoren C1700
Reparatiehandleiding 7572514 nl 9 - 42
Transmissie/aandrijfmechanismen
10
C2000
Reparatiehandleiding 7572514-360
Transmissie/aandrijfmechanismen
10
C2000
Reparatiehandleiding 7572514-360
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
10
Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
10.1.1.1 Overzicht
10.1.1.1
Overzicht
10
a e
Pos. Benaming
a Tandwielhuis
b Motorlager en pakkingbus
c Stuurlagers
d Afdichting en sluitring
e Penbout M12X1.5
10 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10.1.1.2 Overzicht
10.1.1.2
Overzicht
b e
Pos. Benaming
a Afdichting en sluitring
b Tandwielhuis
c Motorlager en pakkingbus
d Stuurlagers
e Penbout M14X1,5
10.1.1.3 Beschrijving
10.1.1.3
Beschrijving
10.1.1.3.1 Ontwerp
10.1.1.3.1
Ontwerp
De aandrijfoverbrenging is een tweetraps haakse overbrenging vormt samen met de motor en de remeenheid een com-
plete aandrijfeenheid. De aandrijfoverbrenging is met bouten op het chassis vastgezet. Bij de bovenrand van de over-
brenging zijn het stuurlager en een tandkrans voor de stuurmotor (optie) gemonteerd.
In de werkplaats moet een compleet herstel van de aandrijfoverbrenging worden uitgevoerd door hiertoe opgeleide tech-
nici.
Beschrijving Waarde
Soort Tweetraps haakse overbrenging
Overbrengingsverhouding 16,96
Oliekwaliteit 1,05 liter
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 2
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Beschrijving Waarde
Aandrijfwielen Ø 250
Type olie Zie Smeermiddelspecificatie, pagina
22 - 1
Beschrijving Waarde
Soort Tweetraps haakse overbrenging
Overbrengingsverhouding 18,39
Oliekwaliteit 0,9 liter
Aandrijfwielen Ø 230 10
Type olie Zie Smeermiddelspecificatie, pagina
22 - 1
10 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Voorbereiding
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81
Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 4
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10
10 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 6
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10
10 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
4. Plaats de aandrijfoverbrenging.
Denk eraan dat u de schroeven kruislings aanhaalt
Resetten
De aandrijfmotor [M1] installeren, pagina 9 - 29
De aandrijfmotor [M1] installeren, pagina 9 - 32
De aandrijfmotor [M1] installeren, pagina 9 - 34
Het platform installeren, pagina 8 - 86
Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 8
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10
10 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 10
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 12
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10
3. Reinig alle vuil en metaalslijpsel van de oliedop. Plaats de
oliedop, haal aan tot 20 N·m.
10 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
2. Vul olie bij tot de onderste rand van de opening tot het juiste
peil, Smeermiddelspecificatie, pagina 22 - 1.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 14
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
2. Vul olie bij tot de onderste rand van de opening tot het juiste
peil, Smeermiddelspecificatie, pagina 22 - 1.
10
3. Draai de dop erop.
10 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 16
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
10
10 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 18
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Loctite XXX
10
10 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
10 Transmissie/aandrijfmechanismen C2000
Aandrijfeenheid, eindoverbrenging C2500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 10 - 20
Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000 11
Reparatiehandleiding 7572514-360
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Reparatiehandleiding 7572514-360
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Bedrijfsremsysteem C3100
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
11
Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
11.1.1 Beschrijving
11.1.1
Beschrijving
11.1.1.1 Remtypes
11.1.1.1
Remtypes
11.1.1.1.1 Bedrijfsrem
11.1.1.1.1
Bedrijfsrem
11.1.1.1.2 Noodrem
11.1.1.1.2
Noodrem
De noodrem van de truck wordt alleen gebruikt ingeval van een fout in het stuursysteem of een ernstige fout in het elek-
trisch systeem.
De parkeerrem op de aandrijfmotor is de belangrijkste noodrem.
Remmen op de motor kan werken bij remmen in noodgevallen op voorwaarde dat de spanningsaanvoer functioneert.
11.1.1.1.3 Parkeerrem
11.1.1.1.3
Parkeerrem
De rem [Q1] is een eentraps elektromechanische rem onder veerspanning die wordt vrijgemaakt door de magneetspoel
onder spanning te zetten. Deze rem fungeert als parkeerrem en noodrem.
De parkeerrem wordt als volgt geactiveerd:
• De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld als de truck tijdens gebruik wordt gestopt. De rem wordt vrijgezet
wanneer de truck vertrekt.
• De parkeerrem blijft geactiveerd nadat de hoofdstroom is ingeschakeld.
11 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
11.2.1.1 Overzicht
11.2.1.1
Overzicht
a i
b
c
Pos. Benaming
a Schroef
b Kabelboom
c Magneethuis
d Afscherming
e Borgschroef
f Naaf
g Frictieschijf
h Drukschijf
i Schroef met huls M5x35
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 2
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
11.2.1.2 Beschrijving
11.2.1.2
Beschrijving
Onderdeelnummer: 7552244
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
11 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 4
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
11
Onderdeelnummer: 7552244 7588119
Als de rem een luchtspleet heeft die niet afgesteld kan worden, moet de draaiende frictieschijf worden vervangen
door een nieuwe voordat de maximale luchtspleet is overschreden.
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
Voorbereiding
De luchtspleet van de parkeerrem afstellen, pagina 11 - 4
De luchtspleet van de parkeerrem afstellen, pagina 11 - 5
11 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
+1,2
3. Haal de bouten aan tot 11,3 ⁄-1,2 N·mis.
Resetten
De luchtspleet van de parkeerrem afstellen, pagina 11 - 4
De luchtspleet van de parkeerrem afstellen, pagina 11 - 5
+1,2
1. Haal de bevestigingsbouten van parkeerrem aan tot 11,3 ⁄-1,2
N·m.
De noodontgrendeling van de remmen mag alleen gebeuren wanneer de truck moet worden verplaatst bij servi-
ce- of reparatiewerkzaamheden.
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 6
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
11 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
1. Verwijder de borgveer.
2. Verwijder de naaf.
Als de naaf vastzit, moet u een trekker gebruiken om deze te
verwijderen.
2. Monteer de borgveer.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 8
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
11
11 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 10
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
11
2. Verwijder de stofkap.
11 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
4. Verwijder de rem.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 12
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Gegevens parkeerrem C3300
3. Plaats de stofkap. 11
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
11 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11.3.1.1 Overzicht
11.3.1.1
Overzicht
b c
a
Pos. Benaming
a Wielen
b Vulring
c Moer
1. Meet het loopvlak van het aandrijfwiel. Het loopvlak moet ≥12,5 mmzijn. Als het loopvlak minder dan de mini-
mumgrootte is, moet het aandrijfwiel worden vervangen, zie Het aandrijfwiel vervangen, pagina 11 - 16.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 14
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
1. Meet het loopvlak van het aandrijfwiel. Het loopvlak moet ≥15
mmzijn. Als het loopvlak minder dan de minimumgrootte is,
M moet het aandrijfwiel worden vervangen, zie Het aandrijfwiel
vervangen, pagina 11 - 16.
11
11.3.1.4 De bevestigingen van het aandrijfwiel controleren
11.3.1.4
De bevestigingen van het aandrijfwiel controleren
4
1
2
3
5
11 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
4
1
2
3
5
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81, Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 16
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
3. Schraag de truck:
11 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 18
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Installeer het platform, zie Het platform installeren, pagina 8 - 86, Het platform plaatsen [vaste zijbescherming],
pagina 8 - 88.
11.3.2.1 Overzicht
11.3.2.1
Overzicht
a d
b e
c f
Pos. Benaming
a Enkel wiel
b As
c Enkel wiel
d Dubbel wiel
e As
11 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Pos. Benaming
f Dubbele wielen
Voorbereiding
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81
Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
Resetten
Het platform installeren, pagina 8 - 86
Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
Onderdeelnummer: 7550609
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 20
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Onderdeelnummer: 7563322
1. Meet het loopvlak van het zwenkwiel. Het loopvlak moet ≥5mm
zijn. Als het loopvlak minder dan de minimumgrootte is, moet
het zwenkwiel worden vervangen, zie Het zwenkwiel vervan-
gen, pagina 11 - 22.
11
11.3.2.5 Het loopvlak van het zwenkwiel meten
11.3.2.5
Het loopvlak van het zwenkwiel meten
Onderdeelnummer: 7563324
Onderdeelnummer: 7565066
11 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
2. Trek de as uit.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 22
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11
11.3.2.8.2 Het zwenkwiel verwijderen
11.3.2.8.2
Het zwenkwiel verwijderen
2. Trek de as uit.
11 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
2. Plaats de wielas.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 24
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
2. Plaats de wielas.
11 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Het platform verwijderen, pagina 8 - 81, Het platform verwijderen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 85
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 26
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11
2. Breng de truck omlaag tot op de grond.
Het platform installeren, pagina 8 - 86, Het platform plaatsen [vaste zijbescherming], pagina 8 - 88
11 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11.3.3.1 Overzicht
11.3.3.1
Overzicht
d
h
b
i
g
d
Pos. Benaming
a Draaiwielen
b Schakel
c Schroef
d Enkel wiel
e As
f Borgveer
g Moer
h Schroef
i Steun
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 28
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11.3.3.2 Beschrijving
11.3.3.2
Beschrijving
11
1. Meet het loopvlak van het vorkwiel. Het loopvlak moet ≥5 mm-
zijn.
Als het loopvlak van het vorkwiel minder dan de minimum-
grootte is, Een eEnkel wiel vervangen, pagina
11 - 30ofDraaiwielen vervangen, pagina 11 - 34
11 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
Serienummer: 6507966-
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 30
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
170mm
2. Schraag de truck: 11
1
2
11.3.3.7.2 Enkele wielen verwijderen
11.3.3.7.2
Enkele wielen verwijderen
Serienummer: 6304531-6507956
11 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
170mm
2. Schraag de truck:
1
2
11.3.3.7.3 Enkele wielen installeren
11.3.3.7.3
Enkele wielen installeren
Serienummer: 6507966-
2. Plaats de wielas.
2
1
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 32
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11
1
2
2 170mm
Serienummer: 6304531-6507965
2. Plaats de wielas.
2
1
11 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
1
2
2 170mm
170mm
1. Schraag de truck:
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 34
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11
2. Verwijder de wielschroef.
11 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
3. Plaats de wielschroef.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 36
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
11
1
2
2 170mm
1. Verwijder de bogiekoppeling
11 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
11 Rem-/wiel-/rupsbandsysteem C3000
Wielen C3500
1. Installeer de bogiekoppeling
Reparatiehandleiding 7572514 nl 11 - 38
Stuursysteem C4000 12
12.1.1 Stuurbekrachtiging............................................................................................................................. 12 - 1
12.3.1 Overzicht.......................................................................................................................................... 12 - 79
12.3.2 Overzicht.......................................................................................................................................... 12 - 80
Reparatiehandleiding 7572514-360
12 Stuursysteem C4000
Reparatiehandleiding 7572514-360
12 Stuursysteem C4000
Beschrijving
12 Stuursysteem C4000
12
Stuursysteem C4000
12.1 Beschrijving
12.1
Beschrijving
12.1.1 Stuurbekrachtiging
12.1.1
Stuurbekrachtiging
Het stuursysteem is elektrisch en maakt gebruik van een Steer-by-Wire-systeem. Tussen de handgreep en het aange-
stuurde aandrijfwiel is er geen mechanisch contact.
De besturing is progressief, dus de stuuruitslag van de truck is bij lage snelheid groter dan bij een hogere snelheid. Dit is
bedoeld om de truck op een veilige en efficiënte manier te gebruiken.
Als het aandrijfwiel niet in de startpositie "recht vooruit" 0° staat wanneer de truck wordt gestart, keert deze automatisch
terug naar de startpositie. Het is belangrijk dit te onthouden bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, wanneer de
panelen worden verwijderd en bij werkzaamheden in het motorcompartiment.
Pos. Benaming
a Stuurhandgreep Stuurhandgreep, pagina
12 - 21
12 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Pos. Benaming
b Bedieningspaneel Bedieningspaneel, pagina
12 - 3
c Paneel stuurhandgreep
d Stuurvork
e Paneel stuurkolom
f Stuuradapter
g Stuuras
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 2
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12.2.1.2 Bedieningspaneel
12.2.1.2
Bedieningspaneel
f i
j
a a
12
b
e k
c d
12 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12.2.1.2.2 Regelaars
12.2.1.2.2
Regelaars
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 4
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
1. Verwijder de snelheidsregelaar
12 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 6
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
12 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 8
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12.2.1.2.2.7 De schakelaar voor veiligheidsomkeerinrichting vervangen
12.2.1.2.2.7
De schakelaar voor veiligheidsomkeerinrichting vervangen
12 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 10
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
Het paneel van de stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 32
Het toetsenbord verwijderen, pagina 12 - 12
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 12
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
x5
2 3
x4
4 1
3. Haal de schroeven nog vier volledige draaien aan (in totaal ne-
gen volledige draaien, komt overeen met 1 N·m in een kruis-
lings patroon volgens de afbeelding.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 14
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Een toetsenbord installeren, pagina 12 - 12
Het paneel van de stuurhandgreep installeren, pagina 12 - 33
Voorbereiding
Een bedieningspaneel installeren, pagina 12 - 13
Voorbereiding
Het paneel van de stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 32
Het toetsenbord verwijderen, pagina 12 - 12
12 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
x5
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 16
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
2 3
x4
4 1
3. Haal de schroeven nog vier volledige draaien aan (in totaal ne-
gen volledige draaien, komt overeen met 1 N·m in een kruis- 12
lings patroon volgens de afbeelding.
Resetten
Een toetsenbord installeren, pagina 12 - 12
Het "ingebouwde" paneel van de stuurhandgreep installeren, pagina 12 - 34
12 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 18
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Electronic
Ferdinand card A5
1 Electronic Card
X205 2 ana in
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 20
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12.2.1.3 Stuurhandgreep
12.2.1.3
Stuurhandgreep
Voorbereiding
Het bedieningspaneel verwijderen, pagina 12 - 12
12
Voorbereiding
Het bedieningspaneel verwijderen, pagina 12 - 12
12 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 22
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Een bedieningspaneel installeren, pagina 12 - 13 12
Voorbereiding
Het "ingebouwde" bedieningspaneel verwijderen, pagina 12 - 15
12 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Het "ingebouwde" bedieningspaneel installeren, pagina 12 - 16
12.2.1.4 Stuurhandgreep
12.2.1.4
Stuurhandgreep
Voorbereiding
De stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 21
De stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 21
1. Verwijder de dempers.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 24
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
3. Verwijder de asvergrendeling.
12
12 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
5. Verwijder de veeraanslag.
1. Plaats de veeraanslag.
2. Plaats de stuurhandgreep.
Verplaats de arm schuin vooruit, zodat deze wordt opgehan-
gen aan de veeruiteinden.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 26
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
6. Plaats de asvergrendeling.
12 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
8. Installeer de dempers.
Resetten
Handgreep voor de stuurhandgreep plaatsen, pagina 12 - 22
Voorbereiding
De "ingebouwde" handgreep van de stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 23
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 28
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
2. Verwijder de assen.
3. Demonteer de stuurhandgreep.
12 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
2. Plaats de veer.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 30
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
De "ingebouwde" stuurhandgreep installeren, pagina 12 - 24
12 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 32
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12.2.1.4.6 Het "ingebouwde" paneel van de stuurhandgreep vervangen
12.2.1.4.6
Het "ingebouwde" paneel van de stuurhandgreep vervangen
2. Verwijder de afdekking.
12 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 34
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12.2.1.5 Stuurvork
12.2.1.5
Stuurvork
12.2.1.5.1 Overzicht
12.2.1.5.1
Overzicht
d f
e
c
12
a g
h
i
k
l
p
o
12 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
4
6
3 5
1 7
8
9
10
11
12
17
14 13
16
15
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 36
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
q
b 12
v d
c f
e
j
g h i
u t
s
n
k
l
m
r
q
p o
12 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
Een gasdemper - hoogteafstelling verwijderen, pagina 12 - 54
Het paneel van de stuuradapter verwijderen, pagina 12 - 53
De veiligheidsschakelaar [B60] verwijderen, pagina 12 - 40
1. Verwijder de schroeven.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 38
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
De stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 24
12 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
De stuurhandgreep plaatsen, pagina 12 - 26
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 40
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 41 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
De "ingebouwde" handgreep van de stuurhandgreep verwijderen, pagina 12 - 23
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 42
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
1. Verwijder de schakelaar.
12
1. Plaats de schakelaar.
12 - 43 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
De "ingebouwde" stuurhandgreep installeren, pagina 12 - 24
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 44
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12.2.1.6 Stuuradapter
12.2.1.6
Stuuradapter
c
e
d
b
f
h
g
12
i
k
j
12 - 45 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
g
Pos. Benaming
a Stuuradapter
b Schroef
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 46
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Pos. Benaming
c As
d Pen
e Stop
f Vulring
g Moer
12
12 - 47 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 48
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 49 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 50
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12 - 51 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 52
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
Een bovenpaneel verwijderen, pagina 8 - 5
12 - 53 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Een bovenpaneel installeren, pagina 8 - 6
Voorbereiding
Het paneel van de stuuradapter verwijderen, pagina 12 - 53
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 54
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
Resetten
Het paneel van de stuuradapter installeren, pagina 12 - 54
12 - 55 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
2. Installeer de arm.
Resetten
Het paneel van de stuuradapter installeren, pagina 12 - 54
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 56
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12.2.1.6.7 De mechanische aanslag van de stuuras vervangen
12.2.1.6.7
De mechanische aanslag van de stuuras vervangen
Voorbereiding
De stuuradapter verwijderen, pagina 12 - 47
De stuuradapter verwijderen, pagina 12 - 48
De stuurdemper [A83] verwijderen, pagina 12 - 87
12 - 57 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
3. Verwijder de kogelschroef.
4. Verwijder de veerpen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 58
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12.2.1.6.7.2 De mechanische aanslag van de stuuras plaatsen (stuurbekrachtiging)
12.2.1.6.7.2
De mechanische aanslag van de stuuras plaatsen (stuurbekrachtiging)
2. Plaats de veerpen.
12 - 59 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
3. Plaats de kogelschroef.
4. Plaats de stuuras
Resetten
De stuurdemper [A83] installeren, pagina 12 - 87
Een stuuradapter installeren, pagina 12 - 49
Een stuuradapter installeren, pagina 12 - 51
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 60
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Voorbereiding
Het paneel van de stuuradapter verwijderen, pagina 12 - 53
Het bedieningspaneel verwijderen, pagina 12 - 12
12
2. Verwijder de dempers.
12 - 61 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
4. Verwijder de asvergrendeling.
6. Verwijder de veeraanslag.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 62
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 63 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 64
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 65 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 66
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
9. Plaats de veeraanslag.
12
12 - 67 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12. Tik de as erin, maar laat het afstelwieltje aan de buitenkant zit-
ten.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 68
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Resetten
Een bedieningspaneel installeren, pagina 12 - 13
Het paneel van de stuuradapter installeren, pagina 12 - 54
12 - 69 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 70
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12 - 71 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 72
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
2. Plaats het bovenste stuurlager.
12 - 73 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
4. Plaats de stuuras.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 74
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
3. Plaats de stuuras
12
12 - 75 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 76
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
12
12 - 77 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Mechanisch stuursysteem C4100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 78
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
12.3.1 Overzicht
12.3.1
Overzicht
12
Pos. Benaming
a Stuurhoeksensor
b Ontwikkeling
c Stuurklep
12 - 79 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
12.3.2 Overzicht
12.3.2
Overzicht
Pos. Benaming
a Stuurdemper
b Servomotor
c Stuurhoeksensor
d Tandkrans
12.3.3.1 Beschrijving
12.3.3.1
Beschrijving
12.3.3.1.1 Ontwerp
12.3.3.1.1
Ontwerp
De stuurhoekreferentiesensor [B17] wordt gebruikt als referentie voor 0° bij 360° besturing. Deze sensor bevindt zich op
de behuizing van de aandrijfeenheid.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 80
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
12
Het sensorsignaal verandert van status als het aandrijfwiel zo is geplaatst dat de truck recht voor- of achteruit beweegt =
0°.
De besturing wordt gekalibreerd via een referentiezoekactie wanneer de truck wordt gestart.
Iedere keer dat de referentiesensor van status verandert, wordt gecontroleerd of de stuurhoek 0° is.
De referentiesensor wordt tevens bewaakt omdat het aandrijfwiel tussen elke sensorstatuswijziging niet meer dan 180°
(plus enige tolerantie) mag worden gedraaid.
12 - 81 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
1. Plaats de sensor.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 82
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
1. Stuur lichtjes naar rechts, zodat de tandkrans correct wordt geplaatst met betrekking tot de referentiesensor.
3. Controleer de speling tussen de sensor en het verhoogde deel van de tandkrans met een voelmaat. Nominale
spleet =1,5mm.
4.
WAARSCHUWING De truck starten
Er is gevaar voor verwondingen als de voeding naar de truck wordt hersteld terwijl werkzaamheden aan de
tandkrans worden uitgevoerd.
12 - 83 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
7. Controleer of er kortsluiting is tussen kabels 95 en 97, maar ook tussen kabel 95 en de rest van het elektrisch
systeem.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 84
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
x2
12 - 85 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 86
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
12
2. Verwijder de stuurdemper.
12 - 87 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
4. Installeer de stuurdemper
Bij het plaatsen moet u controleren dat de stuuras goed past
voordat u de stuurdemper installeert.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 88
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
12
12 - 89 Reparatiehandleiding 7572514 nl
12 Stuursysteem C4000
Elektrisch stuursysteem C4300
Reparatiehandleiding 7572514 nl 12 - 90
Elektrisch systeem C5000 13
13.3.2 Software............................................................................................................................................. 13 - 2
13.4.1.7 Het soortelijk gewicht van het elektrolyt controleren .......................................................... 13 - 4
13.5.1 Menu................................................................................................................................................ 13 - 20
Reparatiehandleiding 7572514-360
13 Elektrisch systeem C5000
13.6.3 Batterij-indicator............................................................................................................................... 13 - 28
13.7.1 Overzicht.......................................................................................................................................... 13 - 30
13.7.2 Overzicht.......................................................................................................................................... 13 - 31
Reparatiehandleiding 7572514-360
Elektrisch systeem C5000 13
Reparatiehandleiding 7572514-360
13 Elektrisch systeem C5000
Reparatiehandleiding 7572514-360
13 Elektrisch systeem C5000
Beschrijving
13.1 Beschrijving
13.1
Beschrijving
13.1.1 Algemeen
13.1.1
Algemeen
Het elektrisch systeem van de met wisselstroom aangedreven trucks bestaat uit een aantal elektronische modules, [A5-
T1], die onderling communiceren via twee afzonderlijke CAN's (Controller Area Network). De communicatie is actief zo-
lang de truck is ingeschakeld.
De volgende elektronische eenheden bevinden zich in de stuurhandgreep: ICH, geïntegreerd bedieningspaneel [A5]
De volgende elektronische eenheden bevinden zich in het chassis: ACT/ACC, motorregeling [T1]
De ingangssignalen die de elektronische modules ontvangen voor de verschillende truckfuncties zijn zowel digitaal
(schakelaars en sensors) als analoog (potentiometers en sensors).
Ook de uitgangssignalen die de elektronische modules ontvangen voor de verschillende truckfuncties zijn zowel digitaal
(kleppen, aandrijfwielremmen, enz.) als analoog (proportionele kleppen).
13.3.1 TruckCom
13.3.1
TruckCom
Zie de afzonderlijke handleiding van TruckCom voor de verschillende beschikbare alternatieve aansluitingen.
13 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13.3.2 Software
13.3.2
Software
13.3.2.1 Software-update
13.3.2.1
Software-update
Voorbereiding
De CAN-interface op de truck aansluiten, pagina 13 - 1
CAN-sleutel 7516707, pagina - 000
CAN-sleutel 7513225, pagina - 000
Vereist speciaal gereedschap
• CAN-sleutel 7516707
2. Maak vóór het uitvoeren van de update een truckrapport. Dit kan worden gebruikt als de parameterwaarden be-
schadigd zijn tijdens de update
4. Vergelijk de oude parameterwaarden in het truckrapport met de nieuwe en pas aan indien nodig.
5. Kopieer de truckconfiguratie naar een secundaire eenheid (van ICH naar ACT/ACC). Als dit niet gebeurt, zal de
truck foutcode 2.004 genereren bij het opstarten.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 2
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3 13
1. Controleer de batterijkabels/kabelbeschermingen tussen de
vorkwagen en het chassis, vervang deze als ze beschadigd
zijn.
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
13 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
Als er foutcodes worden gegenereerd of de batterijlamp niet groen blijft branden, kan de batterij opnieuw worden
gestart.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 4
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
WAARSCHUWING Explosiegevaar
Tijdens het laden wordt altijd zgn. knalgas in de batterij gevormd. Kortsluiting, open vuur of vonken in de buurt
van de batterij kunnen een explosie veroorzaken.
► Schakel altijd de laadstroom van de batterij uit VOORDAT de batterijconnector wordt ontkoppeld. Zorg
voor een goede ventilatie; dit is met name van belang als een batterij in een afgesloten ruimte wordt ge-
laden.
1. Voorafgaand aan het laden: Open het batterijdeksel en laat het tijdens de gehele laadtijd openstaan. Zorg dat de
ventilatie boven de batterij door niets wordt belemmerd.
2. Scheid de batterijstekkers.
6. Start de lader.
7. Tijdens het laden: Controleer na een paar minuten of de lader de juiste lading aangeeft; zie de handleiding van
de lader.
8. Na het laden: Controleer of de ampèremeter een onbeduidende of geen lezing aangeeft en of het oplaadlampje
voor onderhoud, indien aanwezig, brandt.
Controleer het vloeistofpeil en vul indien nodig bij met gedestilleerd water. De vloeistof moet ongeveer 10 – 15
mm boven de celplaten staan.
Zie voor gedetailleerde instructies de instructies van de batterijfabrikant.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 6
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
Voorbereiding
2. Til de batterij met een goedgekeurd hefmiddel en een geschikte hefjuk of hijslussen voor batterijen op zijn plaats.
13 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
4. Vergrendel de batterij.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 8
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13
Voorbereiding
13 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
4. Vergrendel de batterij.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 10
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13.4.2.1 Claxon
13.4.2.1
Claxon
13.4.2.1.1 Overzicht
13.4.2.1.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Claxon
1. Druk op de claxonknop
Controleer de aansluitingen en zekeringen als er geen signaal
is.
Vervang de claxon:
2. Meet het aantal ohm op de rode en zwarte kabel van [T14], pagina 19 - 4 naar X1, pagina 19 - 4. Vervang de
kabels in geval van breuk.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 12
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13.4.4.1 Hoofdcontactgever
13.4.4.1
Hoofdcontactgever
13
13 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 14
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
2. Verwijder de zekering.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 16
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
0,25
2. Schroef de hoofdcontactgever op zijn plaats. 2,5 ⁄0,25 N·m
13
13 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
6. Plaats de plaat.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 18
13 Elektrisch systeem C5000
Algemene elektrische uitrusting C5100
13
13 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
3. Plaats de zekering.
13.5.1 Menu
13.5.1
Menu
13.5.1.1 Menu's
13.5.1.1
Menu's
13.5.1.2 Menunavigatie
13.5.1.2
Menunavigatie
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 20
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
6. Als u bent ingelogd zonder CAN-sleutel of TruckCom, dan is er slechts een beperkt aantal menu's beschikbaar; de
menu's die niet beschikbaar zijn worden niet weergegeven.
Het volgende wordt niet weergegeven:
- Kalibratie (CAL)
- Pincodemenu (Pin)
- Bostsensorlog (c)
- Servicemodus (Ser)
7. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
13.5.1.3 Menu-overzicht
13.5.1.3
Menu-overzicht
Escape Escape
“ESC” “ESC”
Back to prev menu Back to prev menu
B time “b” Oldest error “XX” Hardware part no Oldest shock PIN
Throttle
Active time (XX max 50) “HPn” “10”
Accessible to
the operator
C time “c” Escape Escape
Machine no Emergency
Drive avtive time “ESC” “ESC”
“no” Reverese
Back to prev menu Back to prev menu
Escape
“ESC” Keyboard
Back to prev menu
Escape by
pressing horn
13 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
13.5.1.4 Menulijst
13.5.1.4
Menulijst
13.5.1.5 Menu-informatie
13.5.1.5
Menu-informatie
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 22
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
3. Om een tijdmeterwaarde weer te geven, laat u de snelheidsregelaar los als het gewenste tijdmetersymbool op
het display wordt weergegeven. De betreffende tijdmeterwaarde wordt op het display weergegeven.
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
3. Om een foutcode weer te geven, laat u de snelheidsregelaar los als de gewenste foutcode op het display wordt
weergegeven.
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
3. Om een onderdeelnummer weer te geven, laat u de snelheidsregelaar los als het gewenste onderdeelnummer
op het display wordt weergegeven.
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
13 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
Als er een botsingssensor op de CAN-bus is gemonteerd, registreert deze wanneer de truck ergens tegenaan
stoot. Informatie over de botsing wordt in het interne geheugen van de truck opgeslagen. De laatste tien geregi-
streerde botsingen kunnen in combinatie met de bestuurdersidentiteit via de pincode rechtstreeks van het display
worden afgelezen. Extra informatie is beschikbaar via TruckCom waar ook botskrachtniveaus en tijdindicaties
kunnen worden gelezen.
"c" verschijnt op het display.
3. Als er een pincode van 5 cijfers wordt weergegeven, dan wordt eerst het eerste cijfer weergegeven en daarna de
volgende 4 cijfers.
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
2. Druk meermaals op de snelheidsregelaar om door de lijst met parameters te gaan. Parameterlijst, pagina 4 - 2
3. Om een parameter weer te geven, laat u de snelheidsregelaar los als de gewenste parameter op het display
wordt weergegeven. Druk op de claxonknop om de parameter te wijzigen.
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
13.5.1.12 Noodrijstand
13.5.1.12
Noodrijstand
13.5.1.13 Kalibratie
13.5.1.13
Kalibratie
2. Druk meermaals op de snelheidsregelaar om door de lijst met parameters te gaan. Parameterlijst, pagina 4 - 2
3. Om een parameter weer te geven, laat u de snelheidsregelaar los als de gewenste parameter op het display
wordt weergegeven. Druk op de claxonknop om de parameter te wijzigen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 24
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
4. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken of ga terug naar het vorige menu door "ESC" te selecteren.
13.5.1.15 Pincodes
13.5.1.15
Pincodes
13.5.1.15.1 Algemeen
13.5.1.15.1
Algemeen
1. Pincodes kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld verschillende ervaringsniveaus te koppelen aan specifieke ei-
genschappen van de truck – Bestuurdersprofielen.
De bestuurdersparameters kunnen individueel worden aangepast voor maximaal tien verschillende bestuurders-
profielen.
De pincodes zijn onderverdeeld in blokken en profielen. Ieder blok kan tien bestuurdersprofielen bevatten die ie-
der een eigen pincode hebben.
Om pincodes in een blok te kunnen gebruiken, moet het blok eerst worden geactiveerd.
Standaard is blok nul (0) steeds actief, wat betekent dat de truck vanaf de start drie bestuurdersprofielen heeft
die klaar zijn voor gebruik. Standaardpincodes, pagina 13 - 27
Pincodes kunnen worden geactiveerd of gewijzigd op basis van de voorkeuren van de bestuurder. Als een be-
stuurder normaal inlogt, dan wordt er een bestuurdersprofiel geladen wanneer één van de pincodes van één van 13
de geactiveerde blokken wordt ingevoerd.
1. Als de truck tengevolge van een botsing is gestopt, dan moet deze worden gereset door het invullen van een
speciale PIN-code. Deze pincode moet door een servicemonteur bij de installatie worden geprogrammeerd, zie
deel Pincodes programmeren, pagina 13 - 25
De te activeren PIN-code kan in bestuurdersprofiel 1 en speciaal blok 10 worden gevonden. De standaardwaar-
de van de pincode is 0000. Deze moet veranderd worden in de pincode die geselecteerd is door de servicemon-
teur.
De PIN-code kan niet dezelfde cijfercombinatie als alle andere geprogrammeerde PIN-codes bevatten.
Met parameter Resetprocedure na botsing kunt u instellen hoe de reset na een botsing wordt uitgevoerd.
Als de truck is geconfigureerd voor gebruik van pincodes, kunnen 100 verschillende pincodes worden gepro-
grammeerd.
Er zijn twee manieren om pincodes te programmeren. De eerste en eenvoudigste manier is met gebruik van
TruckCom, die duidelijke instructies geeft. De andere manier is met gebruik van het toetsenbord van de truck.
Als een pinblok voor het eerst wordt geactiveerd, worden alle pincodes voor dit blok ingesteld op "0000". Als een
blok wordt gedeactiveerd en later geheractiveerd met pincodes die niet zijn ingesteld op "0000", zijn de pincodes
met andere waarden dan "0000" weer geldig.
Gebruik van pincode "0000" is toegestaan, maar betekent dat de positie is gedeactiveerd. Het is niet mogelijk in
te loggen met pincode "0".
In de firmware van de truck is overeenkomstig een standaard reeks van pincodes opgeslagen in de tabel, zie
Standaardpincodes, pagina 13 - 27.
Het truckprogramma accepteert geen pogingen om pincodes te programmeren die reeds zijn ingesteld. De vori-
ge code wordt hersteld.
Als een pincode wordt geprogrammeerd, wordt gecontroleerd of de code niet ergens anders in de tabel wordt ge-
bruikt, ongeacht of het blok actief of inactief is.
Het instelmenu van pincodes wordt gebruikt om pincodes te beheren. Dit menu is alleen toegankelijk als er een
servicesleutel is aangesloten.
13 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
2. Sluit CAN-sleutel 7516707, pagina 21 - 5 aan op aansluiting [X41]. Voer de pincode in.
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “Pin” wordt weergegeven op het display.
7. Schakel de truck uit door op de OFF-knop te drukken. Het programmeren van pincodes is nu voltooid. Controleer
of de programmering correct is uitgevoerd door in te loggen met een van de nieuwe pincodes.
Raadpleeg de handleiding van TruckCom voor pincodebeheer via TruckCom.
Het is belangrijk om te controleren of het juiste bestuurdersprofiel wordt geactiveerd bij het invoeren van een be-
paalde pincode. Dit is vooral van belang als er een bestuurdersprofiel is ingesteld voor een specifieke trucktoe-
passing.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 26
13 Elektrisch systeem C5000
Instrumentenpaneel, display C5200
13.5.1.15.4 Standaardpincodes
13.5.1.15.4
Standaardpincodes
1. Wanneer een elektronische eenheid (hoofdcomputer) wordt vervangen, worden alle pincodes ingesteld als 0
(nul). Dat betekent dat de pincodes in de truck moeten worden geconfigureerd via TruckCom.
Als u alleen een update van de trucksoftware uitvoert, heeft dat geen invloed op inloggen met pincodes.
Onderhoudspersoneel moet worden gevraagd geactiveerde blokken, gewijzigde pincodes en speciale bestuur-
dersprofielinstellingen te noteren.
De pincodes zijn in de fabriek ingesteld, waardoor alleen blok 0/bestuurdersprofielen 1-9 zijn geactiveerd.
Standaardpincodes
Bestuurderspro- 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
fiel nr.
Blok 0 0001 0002 0003 0004 0005 0006 0007 0008 0009 0000
Blok 1 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 2 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 3 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 4 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 5 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 13
Blok 6 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 7 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 8 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 9 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
Blok 10 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000 0000
13 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Bedieningssysteem, rijfunctie C5300
13.6.1 Richtingschakelaar/snelheidsregelaar
13.6.1
Richtingschakelaar/snelheidsregelaar
De rijrichting en de snelheid worden gekozen door het snelheidscontact in de gewenste richting te draaien in een hoek
die overeenkomt met de gewenste snelheid. Het signaal van de snelheidsregelaar wordt verwerkt om een potentiometer
te emuleren, hoewel de sensor in discrete stappen werkt.
Bij navigatie door menu's wordt de snelheidsregelaar gebruikt om naar de verschillende posities te gaan.
13.6.2 Veiligheidsomkeerinrichting
13.6.2
Veiligheidsomkeerinrichting
Wanneer ERB wordt ingedrukt, wordt er minstens één specifiek Hall-element geactiveerd. Aangezien de Hall-elementen
ook worden gebruikt voor toerentalregeling, worden ze voortdurend bewaakt.
13.6.3 Batterij-indicator
13.6.3
Batterij-indicator
13.6.4 Urenteller
13.6.4
Urenteller
Totale bedrijfstijd (b) wordt normaal op het display weergegeven. De volgende informatie wordt weergegeven als u het
menusysteem opent. Zie .
- Totale tijd (A)
- Totale bedrijfstijd (b)
- Totale bedrijfstijd aandrijfmotor (c)
- - Totale bedrijfstijd hydraulische motor (c)
- Tijd tot service (S)
De hef- en daalbediening wordt geregeld door twee bedieningselementen die in de handgreep geïntegreerd zijn. Fa-
brieksparameter #1102 bepaalt welke hydraulische functie de twee bedieningselementen hebben.
13.6.6 Signaalknoppen
13.6.6
Signaalknoppen
Vaste knoppen aan elke zijde van de handgreep. Bij activering van elk van deze knoppen in normale modus wordt de
claxon geactiveerd. Als de CAN-sleutel is aangesloten tijdens het inloggen, wordt de claxonknop gebruikt om naar de ge-
wenste positie in de service-informatie te gaan.
13.6.7 Optieknoppen
13.6.7
Optieknoppen
Er zijn zes optieknoppen in de handgreep, die allemaal voor verschillende opties kunnen worden gebruikt.
13.6.8 Display
13.6.8
Display
Het display is een numeriek informatiedisplay van vier cijfers met zeven segmenten en gekleurde ledsymbolen, dat sa-
men met een menugestuurd informatiesysteem wordt gebruikt als de belangrijkste communicatietool tussen de bestuur-
der/technicus en de truck.
In de ingelogde modus is het display altijd verlicht en toont het de batterijcapaciteit in het numerieke veld terwijl het batte-
rijlampje brandt.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 28
13 Elektrisch systeem C5000
Bedieningssysteem, rijfunctie C5300
Een toetsenbord en een numeriek informatiedisplay met gekleurde ledsymbolen worden samen met een menugestuurd
informatiesysteem gebruikt als de belangrijkste communicatietool tussen de bestuurder/technicus en de truck.
In de ingelogde modus is het display altijd verlicht en toont het de batterijcapaciteit in het numerieke veld terwijl het batte-
rijlampje brandt.
Symbool Beschrijving
De AAN-knop Deze knop wordt gebruikt om de truck te
starten en om ingevoerde instellingen te bevestigen tij-
dens pincodebeheer
De OFF-knop
Foutcode
Parameter
Urenteller 13
13.6.10 Weegsysteem
13.6.10
Weegsysteem
Door parameter 311, pagina 4 - 6 in te stellen op 1 kunt u een schatting van het ladinggewicht verkrijgen op basis van de
hydraulische druk. Op het display wordt het ladinggewicht automatisch weergegeven in stappen van 100 kg als de vor-
ken korter dan 500 ms omlaag worden gebracht. Het ladinggewicht verschijnt vier seconden op het display.
13.6.11 Drukvereffening
13.6.11
Drukvereffening
Activeert en regelt een puls voor drukvereffening na een hefbeweging. Dit gebeurt om de druk te vereffenen en om een
betere meting van het ladinggewicht te verkrijgen. Instellen op 0 via parameter 312 om de functie uit te schakelen (stan-
daard). Als dit wordt ingesteld op een hogere waarde dan 0, wordt de duur van de puls voor dalen een veelvoud van de
parameterwaarde 20 ms. De truck moet een druksensor hebben om deze functie in te schakelen.
13 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem, rijfunctie C5400
13.7.1 Overzicht
13.7.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Transistorpaneel C5460, pagina 13 - 31
b Schakelaar batterijuitschakeling, hoofdcontact-
gever C5190, pagina 13 - 13
c Pompcontactgever C5610, pagina 13 - 35
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 30
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem, rijfunctie C5400
13.7.2 Overzicht
13.7.2
Overzicht
a
13
Pos. Benaming
a Transistorpaneel
b Hoofdcontactgever
13.7.3.1 Beschrijving
13.7.3.1
Beschrijving
13.7.3.1.1 Algemeen
13.7.3.1.1
Algemeen
Het uitgangsvermogen van de aandrijf-/pompmotor wordt geregeld via transistorregelaars, ACT of ACC.
Deze regelaars bevatten software waarmee het uitgangsvermogen van de aandrijfmotor en de pompmotor wordt gere-
geld. De regelaars worden voor hun functie geconfigureerd door ze met TruckCom via de CAN-serviceaansluiting van de
truck te programmeren.
De regeleenheden hebben een eigen interne bewaking van de CAN-communicatie, het DC-spanningsniveau, de eigen
temperatuur en de motortemperatuur.
Eventuele fouten worden geregistreerd via interne bewaking en via de CAN naar de ICH verzonden, waar de foutcode
geregistreerd wordt en vervolgens wordt weergegeven op het display [A6].
De regelaars hebben een groene led die de volgende statussen aangeeft:
• Opstarten – led knippert tweemaal
13 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem, rijfunctie C5400
Voorbereiding
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 32
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem, rijfunctie C5400
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
13 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem, rijfunctie C5400
T1
T2
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 34
13 Elektrisch systeem C5000
Bedieningssysteem, werkfunctie C5500
1. Controleer alle kabelbomen (inclusief de bevestigingsinrichtingen en contacten) op slijtage, schade en een juiste
bevestiging.
Vervang alle beschadigde kabelbomen.
13 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem bedrijfsfunctie C5600
3. Verwijder de zekeringenhouder.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 36
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem bedrijfsfunctie C5600
13
1. Sluit de aansluiting aan.
13 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Voedingssysteem bedrijfsfunctie C5600
0,25
3. Haal de schroeven van de pompcontactgever aan tot 2,5 ⁄0,25
N·m.
4. Plaats de zekeringenhouder.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 38
13 Elektrisch systeem C5000
Stuur-/beveiligingselektronica C5700
13
13.10 Stuur-/beveiligingselektronica C5700
13.10
Stuur-/beveiligingselektronica C5700
1. Controleer of de CAN-bus intact is wat de kabelboom, weerstand en aansluitingen betreft. Koppel de batterij af.
+6
Controleer of de weerstand tussen (X41:3) en (X41:4) =60 ⁄-6ohm is.
2. Controleer of de CAN-bekabeling niet bekneld is. Meet de weerstand tussen het chassis en de CAN-aansluiting.
Grenswaarde >24kOhm.
2. Activeer en sluit ze vervolgens één voor één aan vast te stellen welke eenheid de communicatiefout veroorzaakt.
13.11.1 Beschrijving
13.11.1
Beschrijving
13.11.1.1 Druksensor
13.11.1.1
Druksensor
Binnen het drukbereik van 0 - 25 MPa (250 bar) loopt de uitgangsspanning uiteen van 0,5 V tot 4,5 V.
13 - 39 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
13.11.2.1 Noodstopschakelaar
13.11.2.1
Noodstopschakelaar
13.11.2.1.1 Beschrijving
13.11.2.1.1
Beschrijving
Wanneer de noodstopschakelaar [S21], pagina 19 - 3 wordt ingedrukt, gaat de hoofdschakelaar [Q10], pagina 19 - 3
open en er verschijnt een indicatie op het centrale informatiedisplay van de heftruck.
De gebruiker moet uitloggen voordat de truck weer kan worden geactiveerd. Als de truck wordt gestart terwijl de nood-
stopschakelaar is ingedrukt, moet de noodstopschakelaar omhoog worden gebracht voordat de truck kan worden ge-
start.
1. Druk op de noodschakelaar
Als u nog steeds met de truck kunt rijden: Spoor problemen
met de kabelboom op, vervang de noodschakelaar.
Serienummer: 6277977-6395170
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 40
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
13
13.11.2.2.1.2
13.11.2.2.1.2
Serienummer: 6395171-
13 - 41 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
Serienummer: 6277977-6395170
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 42
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
13.11.2.2.1.4
13.11.2.2.1.4
Serienummer: 6395171-
13
2. Sluit de aansluiting aan
Serienummer: 6277977-6395170
13 - 43 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
13.11.2.2.2.2
13.11.2.2.2.2
Serienummer: 6395171-
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 44
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
Serienummer: 6277977-6395170
13
1. Plaats de sensor. [B122], pagina 19 - 2
13.11.2.2.2.4
13.11.2.2.2.4
Serienummer: 6395171-
13 - 45 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Veiligheidssensoren, positiesensoren C5800
13.11.2.3 Fotocel
13.11.2.3
Fotocel
a
B120
B124
B125
b
Pos. Benaming
a Fotocelontvanger [B124], pagina 19 - 2
b Fotocelzender [B125], pagina 19 - 2
13.11.2.3.2 Beschrijving
13.11.2.3.2
Beschrijving
13.11.2.3.2.1 Functie
13.11.2.3.2.1
Functie
Fotocelzender/-ontvanger = een zender stuurt een lichtbundel naar een aparte ontvanger, die wordt geactiveerd wan-
neer de lichtbundel wordt onderbroken.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 46
13 Elektrisch systeem C5000
Kalibreren
1. Controleer of de fotocel (ingebouwd) wordt onderbroken wanneer er zich een voet buiten het platform bevindt.
Als de fotocel niet wordt onderbroken: De fotocel wordt niet onderbroken als de voet zich langer dan 500 ms bui-
ten het platform bevindt wanneer langzamer dan 6 km/u wordt gereden.
Pas de sensor en de ontvanger aan zodat ze rechtstreeks naar elkaar toe wijzen.
13.12 Kalibreren
13.12
Kalibreren
13.12.1.1 Stuurhoekkalibratie
13.12.1.1
Stuurhoekkalibratie
De kalibratiefunctie wordt gebruikt voor kalibratie van de stuurhoek (stuurhoekpotentiometer). Kalibratie stelt de
middenpositie van het stuur in (recht vooruit). De CAN-sleutel 7516707, pagina 21 - 5 moet geplaatst zijn om
kalibratie te kunnen uitvoeren.
In de volgende situaties kan het nodig zijn deze kalibratie uit te voeren.
Wanneer de stuurhoekpotentiometer losgekoppeld of vervangen is. 13
De truck rijdt niet recht vooruit wanneer de stuureenheid recht vooruit wijst. Bij deze situatie moet mogelijk ook
parameter 1253 worden aangepast.
Weergave van foutcode 5.582 of 5.586.
Voordat u deze kalibratie uitvoert, dient u te controleren of de referentiesensor (B17) werkt en correct ingesteld
is.
4. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
5. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “CAL” wordt weergegeven op het display. Het parameter-
symbool gaat branden.
8. In de kalibratiemodus wordt “push” weergegeven op het display tot u op een van de twee claxonknoppen drukt.
13 - 47 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Kalibreren
De kalibratiefunctie wordt gebruikt voor kalibratie van de stuurhoek (stuurhoekpotentiometer). Kalibratie stelt de
middenpositie van het stuur in (recht vooruit). De CAN-servicesleutel moet geplaatst zijn om kalibratie te kunnen
uitvoeren.
In de volgende situaties kan het nodig zijn deze kalibratie uit te voeren.
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “CAL” wordt weergegeven op het display. Het parameter-
symbool gaat branden.
8. Blijf in kalibratiemodus op één van de twee claxonknoppen drukken. Beweeg de stuurhandgreep naar de eindpo-
sities rechts en links.
Deze kalibratie wordt alleen uitgevoerd wanneer de batterij niet in de truck is gemonteerd.
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “CAL” wordt weergegeven op het display. Het parameter-
symbool gaat branden.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 48
13 Elektrisch systeem C5000
Kalibreren
8. Stel de waarde/het gewicht van de batterij in. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewicht van de batterij te se-
lecteren. Druk op de claxonknop te selecteren.
9. Zorg dat er geen lading op de vorken staat, druk op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de eerste
hef/daalprocedure voorbij is.
10. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewicht voor de lading die u kalibreert te selecteren. Druk op de claxon-
knop te selecteren. Plaats de vorken onder de last. Minimum 1000 kg en maximum 2500 kg.
11. Druk opnieuw op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de procedure is voltooid en "donE" wordt
weergegeven.
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “CAL” wordt weergegeven op het display. Het parameter-
symbool gaat branden.
8. Stel de waarde/het gewicht van de batterij in. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewicht van de batterij te se-
lecteren. Druk op de claxonknop te selecteren.
9. Zorg dat er geen lading op de vorken staat, druk op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de eerste
hef/daalprocedure voorbij is.
10. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewicht voor de lading die u kalibreert te selecteren. Druk op de claxon-
knop te selecteren. Plaats de vorken onder de last. Minimum 1000 kg en maximum 2500 kg.
11. Druk opnieuw op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de procedure is voltooid en "donE" wordt
weergegeven.
13 - 49 Reparatiehandleiding 7572514 nl
13 Elektrisch systeem C5000
Kalibreren
3. Druk op de claxonknop en laat hem weer los. "Info" verschijnt op het display.
4. Draai meerdere keren aan de snelheidsregelaar tot “CAL” wordt weergegeven op het display. Het parameter-
symbool gaat branden.
8. Zorg dat er geen lading op de vorken staat, druk op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de eerste
hef/daalprocedure voorbij is.
9. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewicht voor de lading die u kalibreert te selecteren. Druk op de claxon-
knop te selecteren. Plaats de vorken onder de last. Minimum 1000 kg en maximum 2500 kg.
10. Druk opnieuw op de claxonknop en houd deze knop ingedrukt totdat de procedure is voltooid en "donE" wordt
weergegeven.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 13 - 50
Hydraulisch/pneumatisch systeem
14
C6000
14.2.2 Constructie......................................................................................................................................... 14 - 3
14.4.1 Overzicht............................................................................................................................................ 14 - 8
Reparatiehandleiding 7572514-360
Hydraulisch/pneumatisch systeem
14
C6000
14.4.5 ......................................................................................................................................................... 14 - 20
14.5.1 ......................................................................................................................................................... 14 - 30
14.6.1.1 Controles op lekken van hydraulische leidingen en aansluitingen, hydraulische eenheid .... 14 -
30
Reparatiehandleiding 7572514-360
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Overzicht
14.1 Overzicht
14.1
Overzicht
14
Pos. Benaming
a Hoofdhefcilinders C6610, pagina 14 - 31
b Hydraulische slang naar hefcilinder links
c PowerTrak-cilinder C6680, pagina 14 - 36
d Hydraulische slang naar PowerTrak
e Hydraulische eenheid C6100, pagina 14 - 8
f Hydraulische slang naar hefcilinder rechts
g Hydraulische-olietank C6110, pagina 14 - 9
14.2 Beschrijving
14.2
Beschrijving
• "Zuivere olie" wordt gedefinieerd door de zuiverheidscode 19/16/13 volgens ISO4406:1999 of beter.
• Hydraulische componenten (kleppen, leidingen, enz.) moeten worden vervangen door originele reserveonderde-
len die gespecificeerd zijn door de fabrikant, om de veiligheid en functies van de machine te garanderen.
14 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Beschrijving
Indien nieuwe, door de fabrikant gespecificeerde originele onderdelen worden gebruikt, hoeven ze normaal gezien niet te
worden gereinigd. Deze zijn voldoende gereinigd voor het hydraulisch systeem. Nieuwe, individuele componenten zoals
hydraulische koppelingen moeten schoon geblazen worden met droge, gefilterde lucht, aangezien ze in een bestelwagen
zijn opgeslagen. Alle originele slangen die door de fabrikant zijn gespecificeerd worden intern gereinigd tot ze voldoende
schoon zijn.
Indien de monteur van plan is de hydraulische onderdelen van de machine opnieuw te gebruiken in dezelfde machine na
verwijderen en onderhoud, moeten deze wellicht worden gereinigd, zie Procedures bij werkzaamheden, pagina 14 - 2.
14.2.1.3 Verpakking
14.2.1.3
Verpakking
Alle door de fabrikant gespecificeerde originele reserveonderdelen worden verpakt zodat ze schoon blijven, bijv. met een
beschermende zak of dop om verontreiniging te voorkomen.
Losse hydraulische onderdelen moeten minstens in een schone doos met een gesloten deksel worden bewaard.
De verpakking (beschermdoppen, afschermingen, plastic zakken, enz.) mag pas worden verwijderd vlak voor de monta-
ge van de onderdelen en dan op een werkplek die geschikt is gemaakt voor de verwerking van hydraulische onderdelen.
Alle beschermend materiaal moet na het gebruik worden weggegooid.
14.2.1.4 Hanteren
14.2.1.4
Hanteren
Hydraulische onderdelen moeten uiterst voorzichtig worden gehanteerd en vervoerd. De transportverpakking moet wor-
den gebruikt doorheen de volledige transportketen en mag pas worden geopend wanneer het tijd is om het onderdeel in
de machine te installeren.
Zorg dat er geen verontreiniging, zoals stof en vuil, op de verpakking zit voordat deze wordt geopend.
14.2.1.5 Opslag
14.2.1.5
Opslag
Hydraulische onderdelen moeten op de juiste manier worden gehanteerd en bewaard, zodat er aan volgende voorwaar-
den wordt voldaan:
Bij werkzaamheden aan het hydraulische systeem moet een schone omgeving worden gecreëerd, zodat er geen vuil in
het systeem kan komen.
Er mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij stof kan ontstaan in dezelfde werkplaats of dicht bij de loca-
tie waar de werkzaamheden aan het hydraulische systeem worden uitgevoerd.
De servicemonteur moet garanderen dat de gebruikte hydraulische onderdelen onbeschadigd zijn en dat originele reser-
veonderdelen voldoende schoon zijn volgens de specificaties van de fabrikant.
Koppelingen voor leidinguiteinden of andere openingen mogen pas worden verwijderd als het onderdeel op het ontvan-
gende onderdeel is gemonteerd.
Voordat u begint:
• Verwijder alle vuil in de omgeving waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Reinig rond de hydraulische on-
derdelen als u van plan bent ze te verwijderen.
• Alle hydraulische onderdelen, zoals leidingkoppelingen en verbindingen, moeten schoon worden geblazen met
droge, gefilterde lucht voordat ze worden geplaatst.
• Als het hydraulische reservoir wordt verwijderd, bescherm het dan met bijv. een grote zak om te voorkomen dat
stof in het reservoir binnendringt. Als de binnenkant van het hydraulische reservoir moet worden gereinigd, spoel
het dan moet nieuwe hydraulische olie en tap de olie af. Gebruik geen doek of iets dergelijks in het reservoir. Vul
nieuwe olie bij via het oliefilter van het reservoir.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 2
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Snelkoppelingen
14.2.2 Constructie
14.2.2
Constructie
Het hydraulisch systeem bestaat uit een hydraulische eenheid met een DC-motor die wordt bestuurd via een contactge-
ver voor heffen en een Aan/uit-magneetklep voor dalen. De daalstroom, en dus ook de daalsnelheid, wordt hydraulisch
geregeld door een stroomregelklep. De PowerTrak-cilinder staat voortdurend in verbinding met de hefcilinders en heeft
dus steeds dezelfde druk als deze cilinders. De snelheid ervan tijdens het vullen en legen wordt beperkt door een be-
grenzer.
14.3 Snelkoppelingen
14.3
Snelkoppelingen
a b c
Pos. Benaming
a WEO-inzetstuk (vrouwelijk)
b Demontagering
c Montagestop
14 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Snelkoppelingen
1. Reinig de schroefdraad.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 4
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Snelkoppelingen
Grootte Aanhaalmoment
+5
1/4” (19 mm) 30 ⁄-5 N·m
+5
3/8” (23 mm) 35 ⁄-5 N·m
+5
1/2” (26 mm) 45 ⁄-5 N·m
Resetten
Een snelkoppeling (mannelijk) installeren, pagina 14 - 6
Een snelkoppeling (mannelijk) installeren, pagina 14 - 7 14
Voorbereiding
Vereist speciaal gereedschap
• Plug 10 mm / 1/4” (mannelijk) 254526
• Plug 13 mm / 3/8” (mannelijk) 254527
• Plug 16 mm / 1/2” (mannelijk) 254528
• Plug 10 mm / 1/4” (vrouwelijk) 254529
• Plug 13 mm / 3/8” (vrouwelijk) 254530
• Plug 16 mm / 1/2” (vrouwelijk) 254531
14 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Snelkoppelingen
Het is belangrijk dat de instructies voor het plaatsen van snelkoppelingen worden gevolgd. Anders moeten zowel
de slang als het WEO-inzetstuk worden vervangen.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 6
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Snelkoppelingen
Het is belangrijk dat de instructies voor het plaatsen van snelkoppelingen worden gevolgd. Anders moeten zowel
de slang als het WEO-inzetstuk worden vervangen.
14 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14.4.1 Overzicht
14.4.1
Overzicht
a
g
b h
c
d i
j
e k
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 8
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14.4.2.1 Overzicht
14.4.2.1
Overzicht
14
Pos. Benaming
a Luchtfilter met spatbescherming
b Tank, olievolume 1,8 L ±0,1
14 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 10
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
14 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
1. Plaats de tank.
3. Plaats de tank.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 12
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14.4.3.1 Luchtfilter
14.4.3.1
Luchtfilter
14.4.3.2
14.4.3.2
14
14.4.3.2.1 Het aanzuigfilter vervangen
14.4.3.2.1
Het aanzuigfilter vervangen
Voorbereiding
De tank verwijderen, pagina 14 - 11
14 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
Resetten
De tank plaatsen, pagina 14 - 12
Voorbereiding
Olie aftappen, pagina 14 - 10
Resetten
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 14
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14.4.4.1 Overzicht
14.4.4.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Tekst ontbreekt
14.4.4.2 Beschrijving
14.4.4.2
Beschrijving
14.4.4.2.1 Constructie
14.4.4.2.1
Constructie
De hydraulische pomp is een externe tandwielpomp die direct wordt aangestuurd door de pompmotor.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 16
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
14 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
+5
2. Haal de schroeven van de pomp aan tot 20 ⁄-0 N·m.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 18
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
+5
2. Haal de schroeven van de pomp aan tot 25 ⁄-0 N·m.
14
14 - 19 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14.4.5
14.4.5
De truck moet in staat zijn om de nominale lading naar de bovenste stand op te heffen bij normale hefsnelheid.
De drukbegrenzingsklep moet mogelijk opnieuw afgesteld worden indien:
• De klep vervangen is
• De complete hydraulische eenheid vervangen is
In beide gevallen gaat u als volgt te werk:
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 20
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
+5
3. Haal de borgmoer rechtsom aan tot 10 ⁄-0 N·m. Houd de stel-
schroef met een inbussleutel vast terwijl u de borgmoer vast-
draait.
14
14 - 21 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
+3
1. Haal de schroeven van de klep aan tot 5 ⁄-0 N·m.
+10
2. Haal de leiding naar het retourfilter aan tot 5 ⁄-0 N·m.
Schroef met de hand vast.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 22
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
+5
1. Haal de schroeven van de klep aan tot 65 ⁄-0 N·m.
14 - 23 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 24
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
z x
4. Verwijder de eenheid.
14 - 25 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
2. Plaats de klem.
z x
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 26
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
14 - 27 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
1. Plaats de magneetklep.
+1
2. Haal de moer van de klep aan tot 4 ⁄-0 N·m.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 28
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische eenheid C6100
14
+7
1. Haal de sensor aan tot 35 ⁄-5 N·m.
14 - 29 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulisch systeem, geplaatst op chassis C6200
14.5.1
14.5.1
14.5.1.1 Overzicht
14.5.1.1
Overzicht
Pos. Benaming
a Drukbegrenzingsventiel
b Daalklep
c Druksensor/stekker
d PowerTrak-slangaansluiting
e Terugslagklep
f Luchtcilinderaansluiting
g Luchtcilinderaansluiting
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 30
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
14.7.1.1 Beschrijving
14.7.1.1
Beschrijving
14.7.1.1.1 Constructie
14.7.1.1.1
Constructie
14
1. Controleer de bevestiging van de hefcilinders, vervang deze indien een defect wordt vastgesteld, zie De hoofd-
hefcilinders vervangen, pagina 14 - 31.
1. Inspecteer de hefcilinders op lekken, vervang ze indien een lek wordt vastgesteld, zie De hoofdhefcilinders ver-
vangen, pagina 14 - 31.
14 - 31 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 32
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
14
14 - 33 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 34
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
14 - 35 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
Voorbereiding
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 58
De veerspanning ontspannen, pagina 8 - 59
2. Verwijder de borgveer.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 36
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
2. Monteer de borgveer.
14 - 37 Reparatiehandleiding 7572514 nl
14 Hydraulisch/pneumatisch systeem C6000
Hydraulische cilinder C6600
Resetten
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 53
De veerspanning verhogen, pagina 8 - 55
Reparatiehandleiding 7572514 nl 14 - 38
Werkfunctie - masten heffen C7000 15
Reparatiehandleiding 7572514-360
15 Werkfunctie - masten heffen C7000
Reparatiehandleiding 7572514-360
15 Werkfunctie - masten heffen C7000
15
15 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
15 Werkfunctie - masten heffen C7000
Reparatiehandleiding 7572514 nl 15 - 2
Hulpuitrusting, installatie-uitrusting
16
C8000
Reparatiehandleiding 7572514-360
Hulpuitrusting, installatie-uitrusting
16
C8000
Reparatiehandleiding 7572514-360
16 Hulpuitrusting, installatie-uitrusting C8000
16
16 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
16 Hulpuitrusting, installatie-uitrusting C8000
Reparatiehandleiding 7572514 nl 16 - 2
Optionele uitrusting/Extra uitrusting
17
C9000
17.3.1 Aardingsstrip...................................................................................................................................... 17 - 5
17.3.4 Spider-expansie-eenheid................................................................................................................. 17 - 11
Reparatiehandleiding 7572514-360
Optionele uitrusting/Extra uitrusting
17
C9000
Reparatiehandleiding 7572514-360
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overzicht
17.1 Overzicht
17.1
Overzicht
c b a
17
g
e
f
Pos. Benaming
a DC/DC-omvormer 24-12 V
b Antenne I_Site
c Stroomkabel BCU
d SEU
e Ingebouwde lader (BCU)
f Botssensor
g I_Site-hoofdeenheid
17 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Extra elektrische uitrusting C9400
17.2.1.1 Overzicht
17.2.1.1
Overzicht
Pos. Benaming
a DC/DC-omvormer
17.2.1.2 Beschrijving
17.2.1.2
Beschrijving
17.2.1.2.1 DC/DC-omvormer
17.2.1.2.1
DC/DC-omvormer
De truck kan worden uitgerust met een DC/DC-omvormer om uitrusting zoals een pc, scanner enz. van stroom te voor-
zien. De omvormer aan de ingangszijde is beschermd tegen polariteitsomkering, kortsluiting en thermische overbelas-
ting. Het chassis is niet spanningsvoerend en de in- en uitgangen zijn galvanisch van elkaar gescheiden. De uitgang be-
vindt zich op het profiel van de E-bar.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 2
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Extra elektrische uitrusting C9400
17.2.2.1 Overzicht
17.2.2.1
Overzicht
c
b
Pos. Benaming
a Toetsenbord
17
b ID-eenheid
c ID-tag
17.2.2.2 I_Site
17.2.2.2
I_Site
17.2.2.2.1 Beschrijving
17.2.2.2.1
Beschrijving
17.2.2.2.1.1 I_Site
17.2.2.2.1.1
I_Site
17 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Extra elektrische uitrusting C9400
17.2.2.3.1 Botssensor
17.2.2.3.1
Botssensor
Pos. Benaming
a Botssensor
17.2.2.3.2 Beschrijving
17.2.2.3.2
Beschrijving
17.2.2.3.2.1 Botssensor
17.2.2.3.2.1
Botssensor
Als er een botssensor op de CAN-bus is geïnstalleerd, registreert deze wanneer de truck ergens tegenaan stoot. Als een
schok een bepaald niveau overschrijdt, gespecificeerd door parameters Botssensor gevoeligheid in X en Botssensor ge-
voeligheid in Y, wordt dit beschouwd als een botsing.
1. Controleer of de groene led van de DHU brandt. Als de led niet brandt: Controleer dat de voedingsspanning van
de DHU = batterijspanning.
2. Controleer of TruckCom aangesloten kan worden op de DHU. Als aansluiting mogelijk is, controleer dan de con-
figuratie van de DHU. Als er wel voeding maar geen communicatie is, controleer dan de CAN-bus.
3. Als er nog steeds geen communicatie met de DHU mogelijk is, vervang dan de eenheid.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 4
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
17.3.1 Aardingsstrip
17.3.1
Aardingsstrip
Voorbereiding
Een onderhoudspaneel verwijderen, pagina 8 - 3
1. Verwijder de schroeven.
17
2. Verwijder de aardingsstrip.
17 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
Resetten
Een onderhoudspaneel installeren, pagina 8 - 3
17.3.2 Brandblusser
17.3.2
Brandblusser
17.3.2.1 Beschrijving
17.3.2.1
Beschrijving
17.3.2.1.1 Brandblusser
17.3.2.1.1
Brandblusser
De truck kan worden uitgerust met een brandblusser. Dit is nuttig in ruimten waar brandbare materialen worden verwerkt,
omdat de blusser in geval van brand altijd binnen handbereik is.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 6
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
17 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 8
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
17.3.3.1 Overzicht
17.3.3.1
Overzicht
b
c
17
Pos. Benaming
a Lastbeveiliging
b E-bar gemonteerd
c Draaiende E-bar
17.3.3.2 E-bar
17.3.3.2
E-bar
a b
Pos. Benaming
a E-bar gemonteerd
b Draaiende E-bar
17 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
17.3.3.3 Beschrijving
17.3.3.3
Beschrijving
17.3.3.3.1 E-bar
17.3.3.3.1
E-bar
Gebruik het E-barprofiel om snel en gemakkelijk optionele accessoires zoals een computer, scanner, schrijftafel enz. te
installeren. De accessoires zijn dan goed bereikbaar vanaf de bestuurderspositie.
Accessoires kunnen worden bevestigd met standaard steunen. Deze beugels kunnen worden gebruikt op alle trucks met
een E-barprofiel, zodat apparatuur gemakkelijk van de ene naar de andere truck kan worden verplaatst.
Loctite 243
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 10
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
Gebruik voor elk accessoire de schroeven op de steunen om de accessoires op de meest comfortabele bedieningsposi-
tie aan te passen.
17.3.4 Spider-expansie-eenheid
17.3.4
Spider-expansie-eenheid
17.3.4.1 Beschrijving
17.3.4.1
Beschrijving
17.3.4.1.1 Spider-expansie-eenheid
17.3.4.1.1
Spider-expansie-eenheid
De Spider-expansie-eenheid, hierna aangeduid als SEU, stelt de hoofdlogicakaart in staat om een groter aantal in- en
uitgangen te verwerken. De SEU heeft geen eigen truckbesturingslogicakaart; dit betekent dat een kapotte SEU vervan-
gen kan worden zonder dat de truckfuncties hierdoor beïnvloed worden. 17
De SEU wordt gebruikt om de truck aan te passen op basis van speciale wensen van de klant.
Electronic
card
Truck Log
System
Spider
Extra/Customised
Expansion
function(s)
Unit
CAN bus
Pump
controller
CAN service
connector
Motor
Controller
De afbeelding toont hoe de SEU wordt gebruikt om een groter aantal functies te regelen via de CAN-bus. De SEU heeft
een 42-pins, multi-pins contact dat alle ingangen, uitgangen, CAN- en stroomtoevoersignalen beheert.
17 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
17 Optionele uitrusting/Extra uitrusting C9000
Overige extra uitrusting C9500
Reparatiehandleiding 7572514 nl 17 - 12
Instructies voor afdanken 18
Reparatiehandleiding 7572514-360
18 Instructies voor afdanken
Reparatiehandleiding 7572514-360
18 Instructies voor afdanken
Algemeen
18.1 Algemeen
18.1
Algemeen
Deze instructies voor afvoer als afval zijn toegevoegd ter ondersteuning van de doelstelling van ons bedrijf om het milieu
te beschermen. Door het recyclen van materialen kunnen de bronnen op meer doeltreffende wijze gebruikt worden, ter-
wijl de emissies worden teruggebracht.
De volgende aanwijzingen geven aan in welke sorteercategorie de materialen van de verschillende onderdelen vallen.
Voor een goede sortering moeten de componenten worden gedemonteerd tot een niveau dat met een sorteercategorie
overeenkomt.
Markeringen op plastic bestaan uit drie pijlen, een cijfer en gewoonlijk ook de naam van het gebruikte plasticmateriaal.
Het voorbeeld laat de markering voor polypropyleen zien.
18
18.2.2.1 Afkortingen
18.2.2.1
Afkortingen
ABS
Acrylnitril/butadieen/styreen
HDPE
Polyethyleen met hoge dichtheid
LDPE
Polyethyleen met lage dichtheid
18 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
18 Instructies voor afdanken
Drukvaten
PA
Polyamide
PA6
Amidehars 6
PA66
Amidehars 66
PBT
Polybutyleentereftalaat
PC
Polycarbonaat
PET
Polyethyleentereftalaat
PMMA
Plexiglas
POM
Polyoxymethyleen, polyformaldehyde
PP
Polypropyleen
PUR
Polyurethaan
18.3 Drukvaten
18.3
Drukvaten
Drukvaten die voor recycling/vernietiging worden aangeboden, moeten drukloos zijn, en waar mogelijk, open.
Voorbeelden van bestaande drukvaten zijn gasdempers en accumulatoren in hydraulische systemen.
18.3.1 Gasdempers
18.3.1
Gasdempers
Reparatiehandleiding 7572514 nl 18 - 2
18 Instructies voor afdanken
Categorieën voor sorteren
Om het gas te laten ontsnappen, opent en demonteert u gasdempers enkel volgens de procedures die worden aanbevo-
len door de fabrikant. Een voorbeeld van hoe dit kan worden gedaan, wordt gegeven voor ‘Stabilus Lift-O-Mat/Inter-stop’:
2 1
m1
m1 = ca. 20 mm
2. Boor of zaag een gat in het inspringende gedeelte op het uiteinde van de zuigerstang.
• Plastic en rubber
• IJzer/staal (inclusief bouten, ringen en moeren)
18
• Oliën
• Oliefilters
• Met olie vervuild materiaal
• Elektronische onderdelen (inclusief schakelaars en sensoren)
• Kabels
• Gevaarlijk afval
• Complexe materialen – grote hoeveelheden in verschillende categorieën, maar niet brandbaar en niet gevaarlijk
• Brandbare materialen, inclusief kleine plastic of rubberen onderdelen
• Batterijen moeten aan de fabrikant worden geretourneerd.
18 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
18 Instructies voor afdanken
Categorieën voor sorteren
Reparatiehandleiding 7572514 nl 18 - 4
Bedradingsschema 19
Reparatiehandleiding 7572514-360
19 Bedradingsschema
Reparatiehandleiding 7572514-360
19 Bedradingsschema
Kleurencodetabel
19 Bedradingsschema
19
Bedradingsschema
19.1 Kleurencodetabel
19.1
Kleurencodetabel
Afkorting Kleur
RD Rood
BK Zwart
BU Blauw
BN Bruin
YE Geel
GY Grijs
GN Groen
OG Oranje
PK Roze
VT Paars
WH Wit
TQ Turquoise
SCR Afgeschermd
De zekeringen zijn FKS-zekeringen met platte pinnen. De nominale stroom is op de bovenkant van de zekeringen ver-
meld en wordt tevens aangegeven door de kleurcode van de zekeringbehuizing.
a
19
3.6
19 5
(13.2)
19.7
6.5
5.2 0.62
(4.1) 3.5
14.5 3.8
17
19 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
19.3 Diagram
19.3
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 2
19 Bedradingsschema
Diagram
19 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 4
19 Bedradingsschema
Diagram
[Q1]
[T13]
M6
[M6]
[B1]
[B11]
19
[M1]
[B17]
Afbeelding 1
19 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[B119]
[B120]
Afbeelding 2
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 6
19 Bedradingsschema
Diagram
[B121]
[B122]
19
Afbeelding 3
19 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[G1]
[X1]
[B61]
[X41]
Afbeelding 4
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 8
19 Bedradingsschema
Diagram
[T14]
[B90]
19
Afbeelding 5
19 - 9 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[K110]
Afbeelding 6
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 10
19 Bedradingsschema
Diagram
[X23]
[T8]
[P4]
19
[T7]
Afbeelding 7
19 - 11 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[T20]
[S21]
Afbeelding 8
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 12
19 Bedradingsschema
Diagram
[P6] [S18:2]
[S18:1]
19
Afbeelding 9
19 - 13 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[X100]
[A5]
Afbeelding 10
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 14
19 Bedradingsschema
Diagram
19
[S223]
Afbeelding 11
19 - 15 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
[X65] [A83]
Afbeelding 12
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 16
19 Bedradingsschema
Diagram
[F50]
[F51]
[F1]
[F53]
Afbeelding 13
19
[M12]
T[1]
[M13]
[Q10]
Afbeelding 14
19 - 17 Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 18
19.3.3 Gedetailleerde schema's
19.3.3
Gedetailleerde schema's
B-
OUT. OU
U- T. 02
V -9
16-1
11 9 T.
OU FAN-1 12 T.
OU GN
SI AL HORN 03 -9
OPTION 93 UT.
O -1
5V13 OUT ND
G 04 -9
T
NOFOLDED UP 06 -9
94 INP . MAN ONLATFO
P RM-97 N
I P. PLATFORM OT
N LDE
FO D UP 07 -9
94 INP . AN
M ONLATFOR
P M-97 P.
IN ATFOR
PL M OT
N LDED
FO UP 08 -9
Li-Ion B+ 94 INP . AN
M ONLATFO
P RM-97 HOT
P CELL, FOOT PROTECT 08 -9
16-1 90 INP . AI
M NS CON
NECTOR AR
PKED- 2-
1 11
[Q10]
30 A1 A2 32
03-1 118 OUT. MAIN CONTACTOR
01-5 33
06-1 116 OUT. NEG. SENSORS
07-1
08-1 7
OUT P-
08-1 300A
03-1 PUMP MOTOR [Q10] [F1] [G1]
1 [M3] 2 1 2 X1 + - X1 40
INP. B-
01-5 24V
20A
[F53]
23 1 2
05-11
7,5A
[F51]
21 1 2
03-1
19 - 19
7,5A
[F50]
20 1 2
09-1
05-1
12-1
14-1 1
15-1 12-1
13-1
8
INP. B+
20
INP. E
NABLE /PRE-CHARGE
05-11
09-1
12-1 40
13-1
14-1
15-1
03-1 [T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-1
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
0 1- 9
U 2
Diagram
OUT. U
V 3
[M1] OUT. V
W 4
OUT. W
DRIVE MOTOR
1
[B11] 60
85 OUT. +5V SPEED SENSOR
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
[B11] 2
RD BU [B11] 61
104 INP. CH A
, SPEED SENSOR
3
BK WH [B11] 62
103 INP. CH B
, SPEED SENSOR
2
[B1] RD 2 [B1] 63
92 INP.THERMAL SENSOR
TEMP.DRIVE MOTOR 1
GN 1 [B1]
4
[B11] 64 64
105 OUT. NEG.SPEED
19 - 20
PRESSURE SENSOR /THERMAL.SENS.
[B4]
41 1 P 2 50
04-1 91 INP.PRESSURE LIFT
3
27
04-1
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-2
0 1- 9
[P4]
1 3 39
06-1 2 112 OUT. SIGNAL HORN
07-1
[B60]
08-1 [X65]
24 [X65] 1 2 57
08-1 87 INP. TILLER ARM IN DRIVEOS
P
3
40 [X65]
01-2
[B61]
1 2 49
95 INP LIFT LIMIT
33 3
01-1
30 30
19 - 21
01-1 115 OUT.+24V "HIGH SIDE DRIVE
R"
[Q1]
1 2 31
117 OUT. BRAKE RELEASE
09-1 [Q4]
05-11 1 2 38
09-1 12-1 108 OUT.LOWER VALVE
05-11 14-1 119/RD
106 CAN TERMINATION R120
12-1 15-1
119/RD 119/RD
14-1 16-1 100 INP. CAN OW
L
15-1 120/WH 120/WH
16-1 99 INP. CAN HIGH
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-3
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
Diagram
ONLY TRUC
KS WITHOUT
SERVO
0 1- 9
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
27 27
02-1 93 OUT. 5V
41 41
02-1 113 OUT GND
[B13]
27 1
2 70
101 INP. STEER SENSOR
19 - 22
41 3
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-4
ONLY TRUCKS WITH SERVO
RD 91 40
INP +5VDC SENSOR. 1 4 OUT. +5VDC POWER 0VDC 7 01-2
GN 93
OUT: SENSOR 1. 3 5 INP.SENSOR 1 POWER 0VDC 15
OG 92 23
OUT SENSOR 2. 4 13 INP.SENSOR 2 POWER +24VDC 8 01-1
BK 94
INP.0V SENSOR. 2 14 OUT. V
0 DC POWER +24VDC 16
WH 98 119/RD
INP. COIL-. 6 9 OUT. COIL - CAN HIGH 2 03-3
BU 99 120/WH
INP.COIL +. 5 1 OUT: COIL + CAN LOW 10 03-2
[A83]
TFD
95
3 OUT. SUPPLY +12VDC
[B17]
1 2 96
11 INP. REFERENCE SWITCH
[M6]
3
19 - 23
97
12 OUT.SUPPLY0VDC
20
01-1 6 INP.ENABLE
[T13]
EPS
7609115-B-5
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
Diagram
0 1- 9
[B119]
24 1 2 65
03-1 94 INP.MAN ON PLATFORM
3
[B120]
Reparatiehandleiding 7572514 nl
1 2 56
19 Bedradingsschema
97 INP. PLATFORM
3 N OT FOLDED UP
[B121]
1 2 58
88 INP.GTAES UP
3
[B122]
1 2 59
96 INP. GATES DOWN
19 - 24
3
33
01-1
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-6
BACK PROTECTION,WITH FIXED PLATF
ORM
SIDE PROTECTION,WITH FIXED PL
ATFORM
0 1- 9
[B119]
24 1 2 65:1
03-1 94 INP. MAN ON PL
ATFORM
3
88 INP.GATES UP
96 INP.GATES DOWN
19 - 25
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-7
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
PLATFORM WITHOUT GATES
0 1- 9
[B119]
Diagram
24 1 2 65:2
03-1 94 INP. MAN ON PL
ATFORM
3
33
01-1
[B120]
1 2 56:1
97 INP.PLATFORMNOT FOLDED UP
3
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
88 INP.GATES UP
INP. G
ATES DOWN
BUILD IN PLAT
FORM T1
MOTOR CONTROLLER
0 1- 9
[B119]
24 1 2 65:3
03-1 94 INP. MAN ON PL
ATFORM
3
19 - 26
33
01-1
TR
[B125]
[B120] + - [B120]
REC
[B124]
[B120] + A [B120] 56:2
97 PHOTCELL,FOOT PROTECT
-
[T1]
MOTOR CONTROLLER
7609115-B-8
X300 :1 +5 VDC-X 30 0:2 I S 0-
1 11
1-111
40 [X65] 40
01-2 X100:2 INP.0VDC
20 [X65] 20
01-1 X100:6 INP.+24V DC
A5:S300-S308 A5:S310-S318
3
SPEED REF. V
ALUE
[X41]
19 - 27
CAN SERVICE CONNECTOR A5:S322
FORK LOWER
A5:S323
FORK LIFT
[A5]
ELECTRONIC CARD TILLER ARM
7609115-B-9
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
0 9- 11
X1 1 X300:1 +5VDC
Diagram
DISPLAY
P6 X1 2 X300:2 SI
8 8 8 8 X1 3 X300:3 SCK
X1 4 X300:4 ENABLE
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19 Bedradingsschema
X1 5 X300:5 LCLK
X1 6 X300:& 0VDC
[P6]
DISPLAY
[S18:1]
X200 1 INP. ORN
H 1
19 - 28
X200 2 O
UT.0VDC HORN 2
[S18:2]
X201: INP. HO
RN 2
X201 1 OU
T. 0VDC HORN 2
[S206]
X203:10 TURTLE
OPTION
X203 TURTLE
[A5]
ELECTRONIC CARD TILLER ARM
7609115-B-10
0 9- 11
X204 1 1 74 -
X204 2 2 5 8 0
1 2 3
X204 3 3 96
4 5 6
7 8 9 X204 4 1 32
0 I
X204 5 4 65
X204 6 7 98
X204 8 LE
D_GREEN
X204 9LED_RED
19 - 29
X204 10 0VDC
[S223] [A5]
KEY BOARD / SMART CARD ELECTRONIC CARD TILLER ARM
7609115-B-11
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
OPTION
ONBOARD CHARGER
Diagram
0 1- 9
1 [B130]
20 [X65] 1 2 [X65] 71
01-1 90 INP.MAINS CONNECTOR PARKED
3
[T1]
[X65] MOTOR CONTROLLER
Reparatiehandleiding 7572514 nl
1 1
19 Bedradingsschema
40 40
01-2 - OUT. NEGATIVE CHARGER VOLTAGE
19 - 30
[X23]
MAINS VAC
MAINS VAC
MAINS VAC
[T14]
BCU
7609115-B-12
OPTION
DC/DC CONVERTER
(T7=24/12V, T8=24/24V)
7.5A
[F54]
1 1 2 25
01-2 INP. +24VDC
40 40
01-2 INP. 0VDC
26
1 OUT. 12VDC/24VDC
2
41:1
OUT.0VDC
[X23]
[T7]/[T8]
DC/DC CONVERTER
7609115-B-13
OPTION
SHOCK SENSOR
19 - 31
[X40] 20
01-1 1 INP. +24VDC
[X40] 40
01-2 2 INP. V
0DC
[X40] 119/RD
03-3 3 CANHIGH
[X40] 120/WH
03-2 4 CAN LOW
[B90]
SOCK SENSOR
7609115-B-14
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
OPTION
DATA HANDLING UNIT(DHU)
Diagram
[X40] 20
01-1 1 INP. +24VDC
[X40] 119/RD
03-3 2 CANHIGH
[X40] 120/WH
03-2 3 CAN LOW
Reparatiehandleiding 7572514 nl
[X40] 40
19 Bedradingsschema
01-2 8 N
I P. V
0 DC
[T20]
[K110]
DHU
7609115-B-15
19 - 32
OPTION Li-ION
B+ OUT
1 1
BATTERY
2 2 MODULES
3 3
4 4
- B-
119/RD
03-3 X111:3 INP.CAN HIGH
120/WH
19 - 33
03-2 X111:4 N
I P. CAN LOW
J1
X111:7 INP:ENABLE
J1
X111:8 INP
.ENABLE
B+
01-1 + OUT
.B+ (POLE BOLT)
B-
01-1 - OUT.B-(POLE BOLT)
[G10]
Li-Ion BATTERY
7609115-B-16
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl
19
19 Bedradingsschema
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl 19 - 34
Hydraulische schema's 20
Reparatiehandleiding 7572514-360
20 Hydraulische schema's
Reparatiehandleiding 7572514-360
20 Hydraulische schema's
Symbolenlijst
20 Hydraulische schema's
20
Hydraulische schema's
20.1 Symbolenlijst
20.1
Symbolenlijst
In de lijst worden de diverse symbolen die in het hydraulisch stroomschema worden gebruikt nader verklaard.
Symbolen
20
20 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
20 Hydraulische schema's
Symbolenlijst
Proportionele klep, gestuurd door so- Proportionele klep, gestuurd door so-
lenoïde lenoïde
Proportionele klep, gestuurd door so- Proportionele klep, gestuurd door so-
lenoïde lenoïde
Reparatiehandleiding 7572514 nl 20 - 2
20 Hydraulische schema's
Lijst met onderdelen
Smoring Tank
20
Druksensor, analoog
20 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
20 Hydraulische schema's
Plaats van de onderdelen
20.3.1 Afbeelding 1
20.3.1
Afbeelding 1
1
5
2 3
Reparatiehandleiding 7572514 nl 20 - 4
20 Hydraulische schema's
Plaats van de onderdelen
20.3.2 Afbeelding 2
20.3.2
Afbeelding 2
10
20
20 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
20 Hydraulische schema's
Kleppenblok
20.3.3 Afbeelding 3
20.3.3
Afbeelding 3
20.4 Kleppenblok
20.4
Kleppenblok
F1
Reparatiehandleiding 7572514 nl 20 - 6
20 Hydraulische schema's
Diagram
20.5 Diagram
20.5
Diagram
2 3 4 5
F1 F2 PT M
(WEO 1/4”) (WEO 1/4”) (WEO 1/4”) (G 1/4”)
Q4 20
Dia 1.1
10
M
6
9 7
20 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
20 Hydraulische schema's
Diagram
Reparatiehandleiding 7572514 nl 20 - 8
Gereedschap 21
Reparatiehandleiding 7572514-360
21 Gereedschap
Reparatiehandleiding 7572514-360
21 Gereedschap
Gereedschap voor elektrische aansluitingen
21 Gereedschap
21
Gereedschap
21.1.1 AMP-connectors
21.1.1
AMP-connectors
1 1=213336 (MPT)
2 2=213337 (MPT)
1
2
21.1.2 MQS-connectoren
21.1.2
MQS-connectoren
21 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
21 Gereedschap
Gereedschap voor elektrische aansluitingen
21.1.3 CPC-aanslutingen
21.1.3
CPC-aanslutingen
Reparatiehandleiding 7572514 nl 21 - 2
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
1
2
18593 Verwijderen van pennen/hulzen (CPC)
1 21
2
Hydraulische drukme- - /
219730
ter (manometer) -
21 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
Steunblok
-/
651154 Blok om de truck te on- -
dersteunen
Gereedschap voor
plaatsen
-/
V08-18302 Wordt gebruikt om de -
PowerTrak-veren te
comprimeren.
Antistatische mat
Antistatische mat met -/
148115
armband en spiraalka- -
bel.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 21 - 4
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
CASTOR USB
7521083 Service-instrument voor - /
programmeren in Truck- -
Com.
CAN-sleutel
-/
7516707 Wordt gebruikt om para- -
meters in te stellen
21
Plug 10 mm /
1/4” (mannelijk)
Plug voor snelkoppelin- -/
254526
gen type WEO (manne- -
lijk).
Grootte: 19 mm / 1/4”.
21 - 5 Reparatiehandleiding 7572514 nl
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
Plug 13 mm /
3/8” (mannelijk)
Plug voor snelkoppelin- -/
254527
gen type WEO (manne- -
lijk).
Grootte: 23 mm / 3/8”.
Plug 16 mm /
1/2” (mannelijk)
Plug voor snelkoppelin-
-/
254528 gen type WEO (manne-
-
lijk). Met 1/2” aanslui-
ting.
Grootte: 26 mm / 1/2”.
Plug 10 mm /
1/4” (vrouwelijk)
Plug voor snelkoppelin- - /
254529
gen type WEO (vrouwe- -
lijk).
Grootte: 19 mm / 1/4”.
Reparatiehandleiding 7572514 nl 21 - 6
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
Plug 13 mm /
3/8” (vrouwelijk)
Plug voor snelkoppelin- - /
254530
gen type WEO (vrouwe- -
lijk).
Grootte: 23 mm / 3/8”.
Plug 16 mm /
1/2” (vrouwelijk)
Plug voor snelkoppelin-
-/
254531 gen type WEO (vrouwe-
-
lijk). Met 1/2” aanslui-
ting.
Grootte: 26 mm / 1/2”.
21
21 - 7 Reparatiehandleiding 7572514 nl
21 Gereedschap
Speciaal gereedschap
Reparatiehandleiding 7572514 nl 21 - 8
Servicegegevens en smeermid-
22
delspecificaties
Reparatiehandleiding 7572514-360
Servicegegevens en smeermid-
22
delspecificaties
Reparatiehandleiding 7572514-360
22 Servicegegevens en smeermiddelspecificaties
Algemene aanhaalmomenten
22 Servicegegevens en smeermiddelspecificaties
22
Servicegegevens en smeermiddelspecificaties
Millimeterschroefdraad M3 tot M24. Het volgende geldt bij goede voorwaarden, bijv. staal tegen staal.
Afmeting Sterkteklasse
8,8 10,9 12,9
M3 1,1 1,6 2,0
M4 2,8 3,8 4,7
M5 5,5 7,7 9,3
M6 9,5 13 16
M8 23 32 38
M10 45 62 76
M12 78 109 130
M14 123 174 208
M16 189 266 320
M20 370 519 623
M24 638 898 1075
Aanhaalmoment "T" (Nm) 22
Afmeting Sterkteklasse
8,8 10,9 12,9
M3 1, 2 1,7 2,1
M4 2,9 4,0 4,9
M5 5,7 8,1 9,7
M6 9,8 14 17
M8 24 33 40
M10 47 65 79
M12 81 114 136
M14 128 181 217
M16 197 277 333
M20 385 541 649
M24 665 935 1120
Aanhaalmoment "T" (Nm)
22.2 Smeermiddelspecificatie
22.2
Smeermiddelspecificatie
22 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
22 Servicegegevens en smeermiddelspecificaties
Smeermiddelspecificatie
Reparatiehandleiding 7572514 nl 22 - 2
Technische gegevens 23
Reparatiehandleiding 7572514-360
23 Technische gegevens
Reparatiehandleiding 7572514-360
23 Technische gegevens
Truckafmetingen
23 Technische gegevens
23
Technische gegevens
23.1 Truckafmetingen
23.1
Truckafmetingen
h14
h3
h 23
h7
h13
y m2 s
l2 l2 l
l1 l1
e
23
b 11
b10
b5
b1
wa
23.2 Truckgegevens
23.2
Truckgegevens
23 - 1 Reparatiehandleiding 7572514 nl
23 Technische gegevens
Truckgegevens
Reparatiehandleiding 7572514 nl 23 - 2
24 Index
24 Index
24
Index
24
24 - 3 Reparatiehandleiding 7572514 nl
24 Index
Reparatiehandleiding 7572514 nl 24 - 4
TOYOTA Material Handling Group