Professional Documents
Culture Documents
De Overkoepelende Organisatie Ter Promotie Van de Beiaardkunst
De Overkoepelende Organisatie Ter Promotie Van de Beiaardkunst
Componeren
Van de ongeveer 600 bestaande beiaarden ter wereld zijn er geen twee identieke: ze verschillen in timbre, gewicht, klokkenaantal,
klavier, uitklinktijd, ophanging, verbinding, enz. Ook de torens die ze huisvesten zijn bepalend voor de klankvorming.
Onderstaande handleiding wil allerminst de pretentie hebben volledig te zijn, maar tracht in de eerste plaats richtlijnen te geven (en
aansporing te zijn) voor componisten en bewerkers.
Het instrument
We spreken over een beiaard (of carillon) als er tenminste 23 (2 octaven) ten opzichte van elkaar gestemde bronzen klokken aanwezig
zijn die handmatig worden bespeeld met behulp van een stokkenklavier waardoor expressiviteit mogelijk wordt. De meeste
beiaardinstrumenten hebben vier octaven, al dan niet met een kleine variant in het pedaal (dikwijls naargelang van het land en/of de
traditie).
Transpositie
De meeste beiaarden transponeren. Ten opzichte van c (in het pedaal) spreekt men van zware, middelzware en lichte beiaarden. De
notatie blijft echter altijd in C. Een bepaalde compositie kan bijgevolg qua effect verschillen naargelang het instrument. Virtuoos
passagespel doet het op elk instrument evenwel uitstekend.
Een kort overzicht:
ZWARE BEIAARDEN
- omlaag transponerend
- bijzonder impressionant, zeer expressief, sterk contrasterende registers
- zware basklokken die lang kunnen uitklinken
- te voorkomen: een overladen pedaalpartij (tenzij als kortstondig effect)
MIDDELZWARE BEIAARDEN
- van niet-transponerend tot een terts hoger
- expressief en contrasterende registers
- vrij lang uitklinkend, maar toch doorzichtig basregister
- mogelijkheden: zowel bewegende als statische passages
LICHTE BEIAARDEN
- een kwart en hoger transponerend
- bijzonder transparant klinkend, waarbij het hoogste octaaf aan een orkestcelesta doet denken
- kortere uitklinktijd, minder kleurcontrast in de registers
- voorkeur: beweging, eerder dan statische passages
Stemming
De 20ste eeuwse beiaarden zijn gestemd in de evenredig zwevende stemming, de historische instrumenten in de
middentoonstemming, waardoor bepaalde afstanden en tonaliteiten beter kunnen vermeden worden.
- Voorbeelden:
- Mechelen, Sint-Romboutstoren
- Leuven, Universiteitsbeiaard
- Peer, Sint-Trudokerk
De middentoonstemming
- toonreeks: c - cis - d - es - e - f - es - g - gis - a - bes - b - c
- beste tonaliteiten: C, D, d, F, G, g, A, a, Bes
- verder modale composities en sommige octotonische reeksen
- hedendaagse werken kunnen dus ook op middentoon-instrumenten worden uitgevoerd, mits de gegeven toonreeks wordt
gerespecteerd
- Voorbeelden:
De boventonen
De boventoonreeks van klokken verschilt wezenlijk van die van andere instrumenten. Het meest opvallend is enerzijds de kleine terts,
anderzijds de opbouw van de boventonen.
De belangrijkste boventonen zijn het onderoctaaf, de prime, de kleine terts, de kwint en het bovenoctaaf.
Wat het oor ervaart als reële toonhoogte is eigenlijk de slagtoon die op dezelfde hoogte ligt als de eerste boventoon en - in verhouding
tot de grondtoon - veel sterker klinkt. Daarom noteert men de toonhoogte van de slagtoon en NIET die van de grondtoon.
Notatie
Beiaardmuziek wordt genoteerd zoals pianomuziek. De bovenste notenbalk is evenwel voor het manueel, de onderste voor het pedaal.
Beiaardklokken worden niet gedempt. Rusten hoeven dus strikt genomen niet te worden geschreven. Desondanks kunnen ze wel de
intentie van de componist verduidelijken, net zoals in sommige pianomuziek van bijvoorbeeld Debussy of Messiaen waar onder
aangehouden rechterpedaal ook rusten, zelfs staccato enz. worden genoteerd.
Meestal wordt er gespeeld met de vuist, zijnde 1 toets (of noot) per hand. Hoe meer de handen kunnen worden afgewisseld, hoe
gemakkelijker en virtuozer men kan spelen.
Spelen met de vlakke hand maakt het mogelijk dubbelgrepen te nemen, waardoor meerdere noten, akkoorden, zelfs clusters tegelijk
kunnen worden aangeslagen. De afstand is echter (per hand) beperkt tot een (vergrote) kwart. Gemakkelijkst zijn de combinaties van
diatonische, respectievelijk chromatische toetsen. Hoe kleiner de afstand, des te sneller kunnen ze worden gespeeld.
Tertsen:
Let wel: de met noten opgevulde combinatie van diatonische + chromatische noten in één hand is onmogelijk. De combinatie
diatonische + chromatische dubbelgrepen is wel mogelijk, maar is iets minder vlot. In geval van opeenvolgende dubbelgrepen is de
snelheid zeker beperkt.
alternatieve oplossingen:
Voorbeeld
Pedaalspel
De technische mogelijkheden van het beiaardpedaal zijn in zeker zin vergelijkbaar met die van het orgelpedaal (indien men op het
orgel alles met de tip van de voet zou uitvoeren). Zoals reeds eerder vermeld dient men wel te letten op de balans pedaal - manuaal die,
zeker waar het om zware tot middelzware beiaarden gaat, onevenwichtig zou kunnen worden.
Bijna niet, of toch zeer lastig uit te voeren:
- diatonische loopjes
- de uiterste afstanden opeenvolgend gebruiken
- vluggere passages met eenzelfde voet
- dubbelpedaal indien wat onhandig geschreven
Gemakkelijk uit te voeren:
- afwisselend voetenspel
- herhaalde noten
De discant en passagespel
Zowat alles is uitvoerbaar in de twee hoogste octaven. Zeer mooi is licht en virtuoos passagespel, waardoor het transparante karakter
extra kan worden benadrukt.
BESLUIT
Wie zich aangesproken voelt om voor beiaard te componeren of te bewerken, kan steeds beroep doen op de muziekcommissie van de
Vlaamse Beiaardvereniging.
info@beiaard.org