You are on page 1of 1

ZJ_o_120 Gij zijt een mensenzoon

H. Oosterhuis B. Huijbers (bew. P. Pieters)

 3
 8    43        83  
1. Gij zijt een men sen zoon, Gij komt van ver,
3. Toen ik nog ner gens was, maar le vend dood,
5. Men sen van vlees en steen, van hoop en vrees,
 3
 8  
 43        83   
  

  3  
8 43      83  
4
 
    43        83   
1. bloed van ons bloed, uit ons zijt Gij ge no men.
3. hebt Gij en Gij al leen mijn licht ont sto ken.
5. breng ons toch thuis in gods naam geef ons vre de.
 
    43      

 38
   
 
  
43
 
   83   
8

    43        83      43
2. Gij hebt mijn lief en leed, mijn dag ge deeld. Gij zijt voor
4. Licht van uw  licht zijn wij, van uw ge slacht, men sen van

 
 
 43        83        43

    34       
    83    43
12
 3 
 4       83   
2. mij geen vreem de God ge ble ven.
4. licht, maar duis ter on ze we gen.
 3 
 4        83    


  43    38    
  

You might also like