opinie= mening

gedisciplineerd= volgens een strak tijdschema werkend

het gaat er erg gedisciplineerd aan toe op die school

energiek= vol energie

assertief= zelfverzekerd; Een assertief persoon is meestal weerbaar en laat niet met zich

sollen.

representatief= geschikt om iets te vertegenwoordigen

Dit nummer is niet representatief voor de stijl van deze band

communicatief = makkelijk met anderen pratend

ambitieus = eerzuchtig

accuraat = nauwkeurig
ze is heel accuraat in haar werk

indicaties: aanwijzingen

subtiel: fijnzinnig
deze kostuums lijken erg op elkaar, maar er zijn subtiele verschillen

anekdote = kort, grappig verhaal dat iets met het onderwerp te maken heeft
van mijn grootouders worden veel anekdotes verteld

bewering: mening, stelling

conclusie: eindoordeel, gevolgtrekking

definitie: begripsomschrijving, woordverklaring

veronderstelling: aanname, hypothese

Ik verkeerde in de veronderstelling dat je dat al lang wist. (ik dacht dat je dat al lang wist)

constatering: vaststelling, waarneming

aanbeveling: advies, raad

Studie in het buitenland kan een aanbeveling zijn bij je sollicitatie.

essentiële: belangrijke, wezenlijke

plausibel: aannemelijk, aanvaardbaar

Zijn uitleg klinkt plausibel, maar de cijfers kloppen van geen kanten.

etiquette: beleefdheidsregels, omgangsvormen

het is wel belangrijk om iets van de etiquette te weten, anders word je niet
geaccepteerd in die kringen
conventies: opbouwregels, vormgevingsprincipes, traditionele opvattingen en
afspraken

criteria: beoordelingspunten, eisen

profijt: voordeel
veel profijt hebben van het navigatiesysteem in de auto

alert = attent, waakzaam

wij zijn heel alert zijn op nieuwe ontwikkelingen
moreel = wat betreft goed en kwaad

claimen = opeisen

opponent = tegenstander
wat mijn opponent beweert, kan niet waar zijn

profileren = de aandacht op zichzelf vestigen

`jezelf profileren via de sociale media`

attitude = instelling, houding

causaal = de oorzaak aangevend

commotie = opschudding
commotie over een affiche met een naakte vrouw

consensus = overeenstemming van gevoelens of opvatting

Het is de bedoeling dat we consensus bereiken over dit meningsverschil`

elan = enthousiasme waarmee men te werk gaat

Wij zullen met veel elan nieuwe plannen maken

fixatie = het overdreven gericht zijn op een bepaald onderwerp

gestaag = voortdurend en in gelijkblijvend tempo
`Ik ben tevreden over de gestage stijging van ons marktaandeel

intrinsiek = wezenlijk, innerlijk

Je moet wel een intrinsieke motivatie hebben om goed te presteren

nostalgie = verlangen naar wat geweest is

ontheemd = verlaten, doordat men iets wat vertrouwd is, verliest

opportunisme = alleen iets doen als je daar voordeel van hebt; houding of gedrag
waarbij je doet wat snel het meeste voordeel heeft, voor eigen belang kiezen
Hij is een echte opportunist, ik zou maar niet op hem rekenen als het moeilijk wordt.

paradox = schijnbare tegenstelling: een goede paradox zet je aan het denken.
'niets hebben en toch alles bezitten' is een paradox

verzanden = uitstellen en daardoor mislukken

Het debat zal wel weer verzanden en niet verder komen dan wat schijnbewegingen.`,
`Het overleg verzandt in gekissebis.`
intentie: bedoeling, houding, zienswijze

vertekenen: onjuist weergeven, vervormen

De orderboeken in de bouw zijn weer beter gevuld, maar ze geven een vertekend beeld: de bouw trekt
nog niet echt aan.`

kanttekeningen: commentaar, kritische opmerkingen

Thuiswerken lijkt ideaal, maar ik wil er toch een kanttekening bij maken.`,

fundamenteel: diepgaand, wezenlijk

omslag: ingrijpende verandering, ommekeer
door de omslag van het weer konden we niet zeilen

motief: beweegreden, drijfveer

componenten: elementen, onderdelen

consistent: logisch samenhangend, kloppend, sluitend

consistente redenering`, hij hield een consistent verhaal 
`consistent beleid voeren`,
`consistent denken`

discrepantie: duidelijk onderscheid, verschil

Een discrepantie is een situatie waarin twee zaken niet met elkaar overeenstemmen. Er is een
duidelijk onderscheid tussen theorie en praktijk.

Woordenschat hfst 4:
Contaminatie:
vb optelefoneren - opbellen
- telefoneren
zich bedenken – bedenken (ergens aan denken)
- zich bedenken (van gedachten veranderen

Pleonasme:
vb. witte sneeuw: een deel van de betekenis 2x
Tautologie:
vb. eenzaam en verlaten, enkel en alleen (= dubbelop)
Litotes: niet slecht ipv goed (dus het tegenovergestelde ontkennen)