You are on page 1of 18
7 Statistiek en beslissingen \Voorkennis Steekproeven, centrummaten en spreidingsmaten Biadzifse 97 ee (2) De populatipropontcis p= 5255 = 0.00828 De steekproetproportie is p 639 (2) Hot ota santa sporters op het sportevensment is 239; = 2840, Het aantal sporters met bloedgroep B in de steekproef is 0,235 - 115 ~ 27, Bladzijde 88 (3) @ Rianne heeft 18 +16 +5 +7+3+2=51 m? onderzocht, b_ Rianne heeft in totaal 18 +2+16+3+5+4+7+5+3-6+2+7=171 slakken goteld. € Het gemiddelde verandert, het wordt lager. De modus blift 18. De median blijft 3. 4 De standaardafwiking zal toenemen, want het waamemingsgetal 8 ligt ver boven het gemiddelde, (4) @ Centrummaat: median Spreidingsmaten: spreidingsbreedte en interkwarticlafstand. b 25% 7.1 Statistische verdelingen Bladzijde 89 BB De modus blijft 8. De median blijt gelifk, deze was 8 en blijft 8 Het gemiddelde neemt toc, want de som van de waamemingsgetallen neemt toe en de totale frequentic blijft gelijk. Bladzijde 90 El a symmetrische verdeting D_ rechts-scheve verdeling © symmetrische verdeting 4 Tinks-scheve verdeling ‘e meertoppige verdeling Bladziide 92 ED © Het betrefi cen groep korte en een groep lange leerlingen. Bijvoorbeeld meisjes en jjongens of cen eerste klas en cen vijfde klas. b De modale klasse is [182, 184). ‘€ Dat zou kunnen kloppen. Het gemiddelde ligt tussen de twee toppen en de lengten vwijken gemiddeld ongeveer 8 em van het gemiddelde 176 em af. 4 Boxplot I kan niet kloppen, omdat in het histogram tussen 160 em en 164 em veel minder dan 25% van de data ligt. Boxplot III kan niet kloppen, omdat in het histogram meer dan 50% van de data rechts van 176 em ligt. Boxplot II past het beste, want in het histogram ligt bijvoorbeeld ongeveer 25% van de data tussen 179 em en 183 em. Bladziide 92 @ Tot en met de Klasse 18-24 is het cumulatieve percentage 10+ 13,7 + 15,8 + 13 =52,5, Dus de mediaan ligt in de klasse 18-24. Dus met het doorsnee inkomen van 26700 euro wordt het gemiddelde bedoeld, 1D Omdat de verdeling van de inkomens rechts-scheef is, geeft de mediaan een beter beeld, Het gemiiddelde zou relatief hoog zijn door een klein aantal hele hoge {nkomens in de staart van de verdeling © Nee, als iedereen een gelijk inkomen heeft is dat het enige inkomen dat voorkomt en bestaat de verdeling uit één staat, 4 In het histogram kun je aflezen dat 10 + 13,7 =23,7% van de inkomens onder 12000, curo ligt ofiewel dat Q, meer dan 12000 euro is. Dit klopt niet met boxplots IT en II, want daar ligt Q; onder de 10000 euro. Het klopt wel met boxplot I. In het histogram is verder af te lezen dat 10 + 13,7 + 15,8-+ 13 + 10,8 +9,8= 73.1% ‘yan de inkomens onder de 36000 curo ligt. Dus Qs ligt in de Klasse 36-42. Dit klopt niet met boxplots [len IIL, maar wel met boxplot I. Dus boxplot I past het beste. Bladzijde 92 Bij I hoort boxplot D. Bij 11 hoort boxplot A. Bij [11 hoort boxplot B. Bij LV hoort boxplot C. De interkwarticlafstand is 17 ~ 12 1,5 keer de interkwarticlafstand is 1,5 «$= Het waarnemingsgetal 0 ligt meer dan 7,5 van de box van de boxplot af, dus dit is, volgens de afspraak cen uitschicter. Bladzijde 94 ‘De modus is kleiner dan de mediaan, De modus hoort bij het hoogste staafje en het eerste cen tweede staafje vormen samen minder dan de helft van de waarnemingsgetallen, de ‘median ligt dus rechts van het hoogste staafje. Bladzijde 95 a Lees af bij 50% dat de mediaan 4,8 is, b_ Bij het steilste stuk van de relatieve cumulatieve verdelingskromme zitten de meeste ‘waamemingsgetallen, dus daarbij hoort de modus, Uit de relatieve cumulatieve verdelingskromme lees je af: de mediaan zit bij ongeveer 7,5 en de modus bij ongeveer 9. Weinig waarnemingsgetallen in het begin, dus het is een Jinks-scheve verdeling. Dus verdelingskromme B hoort er bij. Het is con symmetrische verdeling, want de relatiove cumulatieve verdclingskromme is puntsymmetriseh, b 58 6 9 0 hemoglebinegenate ‘¢ Het gemiddelde is hier gelijk aan de mediaan, dus ongeveer 8. Bladziide 96 ©} Bij tiguur 7.160: De cumulaticve verdelingskromme is overal even steil, de verdelingskromme is dus overal even hoog, dus er is sprake van een uniforme verdeling. Bij figuur 7.16b: Er zijn twee steile gedeelten in de cumulatieve verdelingskromme, dus er is sprake van een tweetoppige verdeling, [Bl © Weinig waamemingsgetalen op het begin en veel op het cind, dis een links-scheve verdeling b_ Het gemiddelde ligt inks van de mediaan. ©) @ Demodus hoort bij de top, dus is ongeveer 30000 euro. Hiker ligt minder dan 50% van de oppervlakte voor, dus de mediaan ligt hier rechts van, Omdat het een rechts- scheve verdeling is, ligt het gemiddelde rechts van de median, Dus modus, mediaan, gemiddelde. Bog fltve culate Fecuente 50% on ° ®0000 10000076000 Jaarnkomen in eo Bladzijde 97 {© a Bij con rechts-scheve verdeling is het gemiddelde eroter dan de modus, dus yemiddelde ~ modus zgemiddelde~ modus is positief en dus 00k 5 rr dardatijking, Posie DB tequentc fequee | | | i nate | 012345 6 O12 3 4 5 6 ane ospunten ‘rial doepunten cag ag? Op dag 1 wijkt de verdeling het meest af van een symmetrische verdeling. € Berekening s bij dag 1 244 1/542-343-244-245- 146° 4454342424141 gemiddelde modus Dus s= 79570857. Berckening s bij dag 2: O-241-342-543 444-245 24+34+5+4+2+1 = 2,235 135 Als groter is, wijkt de verdeling meer af van een symmetrische verdeling, Bij kromme II hoort cen links-scheve verdeling, dus daar hoort een negatieve waarde van s bij ‘Van de krommen | en Il is kromme Ill het meest rechts-scheef, dus daar hoort de rootste positieve waarde van s bij. Lis FB @ Het percentage is 7555 * 100% = 68.2%. b_ Van de 68,2% gemiddold begaafien (zie a) heeft 34,1% een 1Q boven de 100, omdat 23 de verdeling symmetrisch is. Verder is == * 100% ~ 13.3% meer begaatd, Dus is 50% ~ 34,1% ~ 13.3% = 2,6% hoogbegaafd Bladzijde 99 2.5%, 25% 1 160 -165«170—«175—=—«100 «TS a 135% +2,5' e 135% +3. Bladzijde 100 Da 25% B_ 13,5% + 68% = 81,5%, dus de proportie is 0,815, € 2.5% + 13,5% = 16%, dus 0,16 * 200 = 32 konijnen. ad 5 100% =2,5%, dus deze hebben een gewicht 200 van minder dan 1,5 kg. 28% 26% 115 182k 2a ar 30 ko Da 13,5% + 34% + 34% = 81,5% Dus 0,815 - 5000 = 4075 appels 1b 84%, dus 0,84 - 5000 = 4200 appels 12s 2 100% =2,5%. © 125s Zgpy * 100% =2,5% Dus zwaarder dan 202 gram, 25% 2596 usa 2029 gam © @ Op hogere leeftijd is snel reageren moeilijker, dus neemt de reactietiid toe. Bij de 18.jarigen hoort kromme A (kleinste gemiddelde), bij de 60-jarigen hoort kromme C (grootste gemiddelde). D_ Bij de 18-jarigen is 30 = 420 ~ 210 = 210 ms, dus. o= 70 ms, Dus bij de 30-jarigen is o= 1,1 + 70=77 ms. De gemiddelde reactietijd bij de 30-jarigen is dus 201 +3 -77=441 ms, 7.2 Betrouwbaarheidsintervallen voor het populatiegemiddelde Bladzijde102 ED @ Dis niet verrassend, want het zijn dezelfide kiwi’s Dw -o=78~9=69 gram en 4+ 7=78 + 9=87 gram, dus 68%. © 4-30 78—3-3=69 gram en +30=78+3~-3=87 gram, dus (bijna) 100%. Meer dan 87 gram is 16%. Dat is niet waarschijnlijk. Dat is ook niet waarschijnlijk. e Erzullen zeer weinig groepen van negen kiwis ziin waarbij het gemiddelde meer dan 87 gram is, En zo zijn er ook zeer weinig groepen van negen kiwi's waarbij het gemiddelde minder is dan 69 gram, Dat betekent dat de blauwe verdeling smaller is dan de rode verdeling, De standaardafvwijking is dus kleiner. f kleiner Bladzijde 104 ‘Voor de teams van 16 spelers geldt = 168 em en o= —S— 16 yes 1851681717 Jengte in em us 95% van de teams heeft een lengtetussen 164 en 172 em. a. De variabele reactietijd is kwanttatief, want het geeft cen hoeveelheid aan Voor de groepen van 16 leetlingen geldt = 600 ms en 0 = = 30 ms, v 510= 600-1 -30="-0 Minder dan 570 ms is 16%. b € Voor de grospen van 64 leetingen gl = 600 ms en o =~/25= 15 ms. V 510= 600-2 +15 = 4-20 Minder dan 570 ms is 2,5%. ‘Voor de pallets met 900 pakken geld «= 500 gram en a= 497 = 500-10 0,3 =~ 100 ‘Dus 497 gram of minder is 0%. Het is dus onmogelijk dat de pakken op de pallet gemiddeld 497 gram wegen als er niets, mis is. ‘Voor de trays met 9 pakken geldt 497 = 500-1 Dus 497 gram of minder is 16%. Het zal dus met enige regelmaat voorkomen dat pakken in cen tray gemiddeld 497 gram wegen. 0,3 gram. le vo Sapa ea 1 Bladzijde 105 Ad gebruikt de standaardafwijking van de groep inzittenden alsof het de standaardafwijking per bezoeker is. Neem als standaardafwijking van alle bezoekers x kg. ‘Voor de groep van negen inzittenden geldt dan dat 4 = 70 kg en 0 == a V Dit geoft $=, dus v= 15 kg. ‘Voor de bezoekers geldt dus dat «= 70 kg en o = 15 kg. 85=70+ 1+ 15 = +0, dus 16% van de bezoekers weegt meer dan 85 kg. Ge Voor de steekproeven gla = 168 em en o= 5 4m, ¥ = 164 cm, ~20= 168-2 -4= 160 om, 156 cm, +0= 168 +4=172 om, 176 cm en y+ 30= 168-+3 -4= 180.em. dl = =20m 162 teh 165108170172 174 lengte in em 163 valt in een rood gebied, dus onwaarschijnlijk. MW o=e=tem A. 168-166-167 168-160-170 71 Tena in om 167 vat in het groene gebied, dus waarschijalijk. 8 il ¢----0, Teo 1056 1664 167.2 168 108,8 169.6 170.4 lenate in em 170 valt in een rood gebied, dus onwaarschijnljk. 8 Vo bem, \25 1652 1648 166, 168 1605 171,2 1728 Tongtolin om 170 valt in het groene gebied, dus waarschijnlijk. e Interval LV. sinexidex07 Be [t= 2- 285 co -2- 285] 104,108 Jira: 83,6) 15,5 b |805-2-—2. 80,5 +2- == [ 100 100. © [12,50-2 + 0,65; 12,50 +2 - 0,65] =[11,20; 13,80] 6 jaar en 9 maanden is $1 maanden s1-2: 48 s1+2- Vos De gemiddelde leeftijd waarop basisschoolleerlingen het zwemdiploma halen ligt met 95% zekerheid tussen 78,5 en 83,5 maanden. = (78,5; 83,5] ©) « Devariabeten geslacht en bedrag in euro, De variabele geslacht is kwalitaie. De variabele bedrag in euro is kwantitatie. 4215 + 43,85 Bij de jongens is het gemiddelde 3820+ 39,80 2 Bij de meisjes is het gemiddelde € Bij de jongens is 2» =~ 0,85 on dit geeft S= 7,18, dus 1635 17,18 euro. So soendit goon 5 = 280 9258 180 en dit geett $= 250 VO? Viess e 2 Bij de meigjes is 2 16,12 euro, 4-71 curo wijkt 71 ~ 39 = 32 curo af van het gemiddelde. Dat is ongeveer 2 standaardafwijkingen. Op basis van de vuistregels zou je verwachten dat dit in 2.5% 1625 100% = 2,5%, dus 16,12, dus, van de gevallen gebeurt, Het betrof hier 41 meisjes oftewel het klopt € Gebruik de effectgrootte £. Rh #9 E=; = +S) SUT+16) Omdat £ < 0,4 is het verschil gering. Bladzijde 108 6 s2-2--2=, 5242 Be [p-2-5 b- Het landelijk gemiddelde van 50 punten val binnen het 95%-betrouwbaarheids- interval, Daarom kan ze niet met 95% zekerheid zeggen dat leerlingen na haar cexamentraining boven het landelijk gemiddelde seoren, © In SHA2 is ¥ en S hetzelfe als in SHAL, maar mis kleiner, dus het 95%cbetrouwbaarheidsinterval van Klas SHA2 is breder dan dat van klas SHA en dus valt 50 er zeker weer binnen. 4 Voor de twee Klassen samen is n= 25 +24 = 49, dus het 9.6: 54.4] VB 95Pécbetrouwbaarheidsinterval is dan 52 ~2 + e 5242 tl = (50,3; 53,7]. Nu valt $0 buiten het interval, dus nu is de conclusie dat lerlingen na het volgen van haar cxamentraining boven het landelije emiddclde scoren. Door de grotcre waarde van is het betrouwbaatheidsinerval smaller geworden, 2D a Bij con 95%-betrouwbaarheidsinterval is a= 2, want volgens de vuistregels bij de normale verdeling ligt ongeveer 95% van alle waarnemingsgetallen tussen 1 ~ 20 en wre, Hieruit volgt dat 90% van alle waarnemingsgetallen tussen je ~ ag en 4+ a0 ligt, waarbij a <2 en dat 99% van alle waarmemingsgetallen tussen i ~ ag en yi + aa ligt, waarbij a> 2 b_ Bij opgave 29a geldt dat 2 6 544-52 oftewel 2 \25 6 Bij het 9%-betrouwbaarhsidsinterval geldt dus a» —7=~$5,1 - 52 offewel vi 3, dus a= 26. € De breedte is 2 ~ 1,6 keer 20 groot 16 4 Bijvoorbceld als men wil onderzocken of de gewenste hoeveelheid werkzame stof in een medicijn klopt met wat het moet zijn. 3 Betrouwbaarheidsintervallen voor de populatieproportie Bladzijde 110 Da 0.25 lijkt waarschijnlijker. De kans op 1 vrouw en 3 mannen is groter dan de kans op 4 vrouwen. b_ Er zijn meer mogelijke routes om in het bakje van )=0,25 te eindigen, dan in het bakje van p= 1. Biadeijde x2 Fa Tussen04 eno 5 0,1, ds je verwacki dat 68% van de lerlingen een steckproefproportie tussen 0,4 en 0,6 heeft. Daarom is bij 90% meneer Verheijen terecht achterdochtig. 1b De proportie mannen hangt van toeval af, dus p= 0,28 voor Pieter zou best kunnen, os 04 08 06 a7 08 a9 De opperviaikte links van 0,5 is 16%, en dit is het risico waarbij gedacht wordt dat de situatie niet 2orgelijk is, b w=p=0,6en 25% 0g5 05085 06 065 O07 ars De oppervlakte links van 0,5 is 2,5% Dus het risico is heeft gelik, 35-64 keer 20 kein als voorheen. Dat is meer dan 6 keer, dus zi ro Bladzijde13 Ba w=p=0,7 en Me of 0508 OF 08 a9 10 Uit de figuur blijkt dat Glenn 100% — 16% = 84% van de weddenschappen zal winnen jar=03 3 1,05, y N 055 08 065 OF 075 08 Oss Zie de figuur: Glenn wint 97,5% van deze weddenschappen en Arthur 2,5%, 19 keer 20 waarschijnlijk dat Glenn deze weddenschap wint als dat by =p=0,7 en 25 Arthur deze wint Bie p-04 10, or 02 03 04 05 06 07 (0,53 val in het groene gebied, dus waarschijalijk. 0 02503 085 04 045 05 O85 .53 valt in een rood gebied, dus onwaarschijnlijk. IML Zie de figuur bij I 0,33 valt in het groene gebied, dus waarschij 037-038 038 04 O41 042 O43 OAL valt in het groene gebied, dus waarschijnlifk. » sainnap-2- Bp 63 ~ 20,0197. .63 +2 - 0,0197. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is (0,591; 0,669]. © Bij = 1200 hort cen kleiner 95%-betrouwbaarheidsinterval dan bij n = 600, Dus wanncer je minder mensen onderzockt is het 95%-betrouwbaarhcidsinterval breder, Bladzijae116 P+20=4+2- 0.0899... =0,671 Het 95%-betrouwbaarhcidsinterval is (0,471; 0,671]. (30 _ 36 en = aay = O18 136-2 -0,0181 136 +2 0,0181 78 ~2 + 0,0338...= P+ 200,78 +2 - 0,038... ~ 0,848 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is (0,712; 0,848]. © @ De variabele rookt sigaretten is kwalitatief, het is een cigenschap. P—20=02797...-2 + 0.0154. 0,249 en p+ 20=02797.. +2 -0.0154..=0311 Het 95%-betrouwrbaarhidsinterval is (0.249; 0311] lost0«. € Voor de mannen golat p= 45.~0,3106...eno= 13106... 2 + 0.0213... 0,268 en 13106... +2 -0,0213.. = 0.383 Het 95%-betrouwhaatheidsinterval voor de proportie mannen die roken is [0,268; 0,353]. ‘Van de vrouwen rookten er 235 ~ 146~ 89, dus voor de proportie vrouwen die roken geldt pasar B= 379 7 0.2408. P~20= 0.2405... -2 + 0.0222... = 0,196 en (P+ 20=0,2405...+2 + 0.0222... ~ 0,285 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de proportie vrouwen die roken is [0,196; 0,285]. 4 De intervallen overlappen, je kunt dus niet met 95% zekerheid concluderen dat het deel van de vrouwen dat sigaretten rookt kleiner is dan het deel van de mannen. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat bij de vrouwen p ~ 0,28 en bij de mannen p = ‘De steekproefproportie van de mensen die zeggen op A te gaan stemmen is 5-487 gag 7 035208 De bijbchorende standaardafwijking is = p~20=0,5208...~ 2+ 0,0163... = 0.488 Omdat 0.488 < 0.5 kun je niet met cen betrouwbaarheid van 95% zeggen dat kandidaat A de verkiezingen zal gaan winnen, 0.0163... 935; 7.4 Betrouwbaarheidsintervallen toepassen Bladzijde18 © Bij deetvraag 1 een betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde Bij deelvraag 2 cen betrouwbaatheidsinterval voor de populatieproporti. Bladziide 119 © @ populatiegemiddelde b_ populaticproportic © populaticproportic 4 populatiegemiddelde © populatieproportie [0,6 —2 - 0,04; 0,6 + 2 - 0,04] = (0,52; 0,68] 0461 0,108 en. = 0,292 Het 95%-betroubaasheidsntrval is|2750 ~2- 2750 +2 v Dit interval ligt niet gehee! binnen het interval (2700, 3100] dat een goede conditie aangeeft. Dus kun je niet met 95% zekerheid concluderen dat de gemiddelde -yrouwelijke lo-docent cen zeer goede conditic heeft. [2608, 2892] Bladzijde 120 4 Datalle deeinemers aan het congres cen gelijke kans hadden om in de steckproef te komen, bx 1,7 jaar, $= 3,7 jaar en n = 200-79 = 121. 32 sz 21,7+2-2) = 21.0; 22,44 Vir ga) ¢ De proportie van de deeinemers die geen rijbewijs hebben is 34; = 0.395. p0ssscne= | E25 os 395 ~ 20,0345... 0,326 en 1395 +2 + 0.0345... = 0,464 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval van de proportie bezoekers zonder rijbewijs is, 10,326; 0,464] Omdat 5 =0,333... in dt interval ligt, kan hij met 95% zekerheid gelijk hebben, joss 0.18 D=3B=0.85 eno= J = 0015. P~20=0,85 ~2-0,015...= 0818... en p+ 20=0,85 +2 -0,015...=0,881 O18... 176 duizend = 144 duizend O81... 176 duizend = 155 duizend Het gevraagde betrouwbaarheidsinterval is [144.000, 155000]. joa-08 D p= [p< 04 en om gy = 0.024. p~20=0,4~2+0,024...=0,351... en p+20=0,4+2 + 0,024... = 0,448 Dus met 95% betrouwbaarheid heeft tussen de 0,351... en 0,448... deel van de krasloten prijs, Als 0,351... deel van de krasloten prijs heeft moct je er gemiddeld 5 sir = 2,85 kopen voor een prijs. 1 0.448 Als O48... deel van de krasloten prijs heeft moet je er gemiddeld voor een pris. Dus het 95%-betrouwbaarheidsinterval is [2.23: 2,85]. 2,23 kopen © a X=29, ditis het gemiddelde van de grenzen 25 en 33. b Bij2-—hoort4, dus = Bladzijde1z2 0,405 + 0.435 BQ a SE 0.42 en 0,42 0.405 = 0015, dus 0,42 + 0.015, 0.21 0,015 =0,195 en 0,21 +0015 =0,225, dus [0,195; 0,225] © ¥s2 180+ 1,35 oftewel (178,65; 181,35] a ps2 [O12 “O88 — 6,12 +0,006 oftewel [0,114 0,126) 11733 37991 ~2 - 0,00298 = 0,374 en 37991 +2 -0,00298 = 0,386 Het 95%-betrouwbaarhcidsinterval is (37.4%; 38.6%] b_ itis nict waarschijalijk, want 0,40 ligt niet in het interval [0,374; 0,386} 27281 + 30165 27723 a 18723, dus de steckprociproportic in Friesland is + 5999 Dit verschilt 0,380 — 0,259 = 0,121 met dat van heel Nederland. 1259, x 80 80 a ¥=210 gram, $=80 gram en n= 50 geeft|210- 2-2, 210+2- 2 a grat 8 ge rl 50 Omadat 127 ver buiten dit interval ligt, gaat het hier waarschijnlik niet om cen representatieve steekproef, De intervalnotatic is hier het handigst, want dan kun je goed zien dat 127 niet in het interval ligt b_ Ik ben het nict met Bart cens. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval betekent dat met cen betrouwbaarheid van 95% de gemiddelde groente inname van jongeren van 14-18 jaar tussen 90 en 170 gram per dag is. Bladzijde123 (0.32 - 0,68 ® @ Bijde cigen school geldt 0,32 +2 7 1032 *.68 400 0,32 + 0,093. Bij de andere scholen geldt 0,32 +2 - Donata heeft gelijk. Beide intervallen zijn 95% betrouwbaar. Omdat de steekproefomvang bij de vier andere scholen samen groter is dan bij de eigen school, is het betrouwbaarheidsinterval bij de vier andere scholen nauwkeuriger, De breedte van het betrouwbaatheidsinterval is p+ 2¢~(p—20) =p+20~p+20=4o. @ kleiner 0,32. 0,047, Bladzijaeiz5 (or Bij n= 1000 is 4o=4 - = 0,045 > 3%, 1000 (0.15 0.85 Bij n= 2000 is 4o=4 + S599 = 0.032 > 3%. Bij n= 3000 is do—4 026 <3%, Ze kan het beste gebruikmaken van 3000 proefpersonen, [Bij grotere steekproeven hoort een grotere n en dus een Galtonbord met meer rijen. Je ziet dat de bijbehorende histogrammen voor grotere waarden van n steeds smaller ‘worden, Bij een smaller histogram hoort een smallere verdelingskromme en dus een Kleinere standaardafwijking. Bij een kleinere standaardafwijking is het 95%-betrouwbaarheidsinterval smaller en dus nauwkeuriger 4 0817.0 - 0817.) Qa p= gg 0817... eno= ye P—20=0817...~2 +0011... = 0,059 en P+20-O817..+2-O011... = 0,105 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is (0,059; 0,10: Hiermee weet je met 95% zeketheid dat de populatieproportie rode auto's tussen 0,059 en 0,105 ligt. D_ Totaal 47 +30=77 van de 900 auto’s zijn rood. pT -0085.. ene (0,085.1 = 0,085..) = 0011 0,093, 900 P~ 20-0085... 2 + 0,093... = 0,067 en P+ 20=0,085... +2 0,093... =0,104 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is (0,067; 0,104]. € De antwoorden zijn allebei even betrouwbaar (de betrouwbaarheid is 95%). Het antwoord bij vraag b is nauwkeuriger, omdat de steekproef groter is (900 tegen 575). Bladzijde126 {De breedte van het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor 31 + Jongens van 6 maanden oud is 4» “=> 1,891 v + jongens van 12 maanden oud is 4 = Het interval voor meisjes van 6 maanden oud is het smalst en dus het meest nauwkeurig, Alternatieve uitwerking: er waarde van 1 hoef je alleen de kleinste waarde van S'te bekijken als je een smal interval zoekt, De breedte van het 95%-betrouwbaarheidsinterval 817, ‘voor meisjes van 6 maanden oud is 4 = v De breedte van het 95%-betrouwbaarheidsinterval 3 ‘oor jongens van 6 maanden oud is 4 —775* 891. Het interval voor meisjes van 6 maanden oud is het smalst en dus het mest nauwkeurig, GE) a geslacht en gowicht De variabele geslacht is kwalitatiet. De variabele gewicht is kwanttatie. b_ Bij de vrouvelijke katten is S kleiner en m groter dan bij de mannelijke katten Dus 4-2 va ¢ F=3215 gram, $= 620 grmen n= 109 acd “a 30152 AR 3215 119 ds (3096, 3334] vi v 4 Het nicuwe interval is minder betrouwbaar dan 95% omdat de gdeclten van 4053 gram tot 4100 gram en van 4300 gram tot 4349 gram (van het 95%-betrouwbaarhids- interval) omtbreken, is Kleiner bij de vrouwelijke katten, 4 ene 14-2 0,058. 14 +2 0,058... = 0,517 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is [0,283; 0,517). De breedte van het betrouwbaarheidsinterval is 40, dus 4 zijn aan 0,1 04-06, poy. ca yaa yo_00625 =4 5 — 180 re @ p= ¥yp = OMS en breedte = 4 Dus hij krijgt cen breedte van maximaal 0,1 Bladzijde 120 eae 0.34+0,46 @ « brecdte = 0,46 ~ 0,34 = 0.12 en p= = 04 Los op 4/98 - 9.12, Voer in y, =4 + /* pen y= 012, De optic snijpunt geeft x= 266,6..., dus de steekprocfomvang is 267. D_ breedte = 590 ~ 540 = 50 en $= 205 Voer in y, = 4 + 29% en 2 = 50. v De optie snjpuntgectt x= 268.96, dus de steckprocfomvang is 269. breedte = 0,61 — 0,49 = 0,12 en p= 0,55 si gu 2 5 De optie snijpunt geeft x=275, dus er ziin 275 D66 stemmers ondervraagd, 0,12. (D breedte= 34-3004 uur en S= 1,6 uur De optie snijpunt geeft x= 256, dus de steekproefomvang was 256. Biadzijde129 ©)_Om met 95% betrouwbaarheid te concluderen dat van Noord-Hollandse vrouwen de schoenmaat maat 39 of hoger is, moet de ondergrens van het 95%-betrouwbaatheids- interval gelifk zijn aan 39. Omdat X= 39,5 is het 95%-betrouwbaarheidsinterval dan [39, 40]. De breedte is dus gelik aan I. 15 Losop 4-—==1 vn 1s vr De optie snijpunt geeft x=36, dus de steckproefomvang moet minimaal 36 zijn geweest Voer in yy = en y= 1 @) De breedte van het 95%-betrouwbaarheidsinterval is 2 - 6 = 12 maanden = | jaar, jaar en 9 maanden = 7,75 jaar 115 Losop4->=1 vn Voerin y De optic snijpunt geeft x~961, dus er zaten 961 mannen in de steekproef. 961 5 Dats 3595 48%, * 100%. [Ste de steekproetproporte van de ondervraagden die het examen te mocilik vonden isp. er Er geldt 4 po 0,05. = Voor in yy = en 9-005. De optie snijpunt geeft x= 0,157... en x= 0,842. (Omdat het een groot deel bedroeg vonden 0,842... 850 = 716 ondervraagden het, examen te moeilijk, Diagnostische toets Bladzijde 132 BB De frequentie van de waarnemingsgetallen tot en met 5 is 8 + 16+ 7+5+5=41 en tot en met 6 is 41 +6=47, dus de medizan is 6 Boxplot A valt af, want daar is de mediaan 4. De frequentie van de waarnemingsgetallen tot en met 2 is 8 + 16 = 24, dus O, Dus boxplot C hoort bij het histogram. B @ Veel waamemingsgetallen aan het begin en weinig op het cind, dus een rechts-scheve verdeling. b_ Bij 2,8 is de relatieve cumulatiove frequentic 50, dus de mediaan is 2.8 Het stcilste deel van de grafick ligt voor 2,8, dus de modus is kleiner dan de mediaan. Het is een rechts-scheve verdeling, dus het gemiddelde is groter dan de median. Dus eerst de modus, dan de mediaan en dan het gemiddelde. 70 25% 25% Br 100119138157 176 195 oom Meer dan 157 gram is 13,5% + 2,5% = 16%, dus 0,16 + 4000 = 640 bananen. b_ 2.5%, dat zijn dus 0,025 120 = 3 bananen. [Zi Voor de steekproeven geldt = 600 gram en o = 5 gram, Bes 5025 600 607.8 | BIS oom Ziee de schets, dus 95%, Ga X-3- 60+ 20-200 seconden, $= 45 seconden en n= 300 200-2 200+2 | 3300 1b De gemiddelde wachttid bij de helpdesk ligt met 95% zeketheid tussen 195 en 205 seconden. Bladzijde133 T oe GB u=p=025 eno= jp \ Rs oz 02508 Ziee de schets, dus bij 68%. 0,0114...=0,244 en p-20= p+2o=+2-00114...~ 0,290 Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is (0,244; 0,290] 32 minuten, S= 14 minuten en m= 126 fone. (0.72 0,28 _ b p-072eno= 35 = 0.04 pnd 64 en p+2a=0,72 +2 + 0,04= 0,80 Het 95%-betrouwbaarheidsimterval is [0,64; 0,80]. ED @ 0316-0018 = 0.298 en 0.316 + 0,018 = 0,334, dus (0,298; 0.334] o MSE20 ay gna —215=27,d0s 20427 (028 0,72 _ © p=0.28 eno= 357 = 0.03 128 ~ 2 - 0,03 = 0,22 en P+ 200.28 +2-0,03= 0,34 Het 95%-betrouwbaatheidsinterval is [0,22; 0.34] oftewel 0,28 + 0,06, © Bijn=200is 4o=4- P35 065 0,138 10%, (0.35 0.65 300 Bij n= 400 is 4-4 ees 0,095 < 10%. Dus er moeten minimaal 400 mensen worden ondervraage. Bij n=300 is 40=4- = 0,110> 10%. © a breedte= 272-268 = 4 en De opte snipunt goott x = 2025, dus de steckproefonwvang is 2025 b breedte = 0,418 ~ 0,372 = 0,046 en p= 2872 +O4I8 70395 Los op 4- O25 a (0,39: Voer in, = 4 De optie snijpunt geeft x~ 1807, dus de steekproefomvang is 1807.

You might also like