WOORDENLIJST

voor de Eindtoets Funderend Onderwijs

voor het vak Nederlands

Deze woordenlijst zal vanaf het schooljaar 2019-2020 worden getoetst in de onderdelen spelling
en woordenschat voor het vak Nederlands.

De woorden zijn afkomstig van de woordenschatonderdelen van verschillende methoden. De

woorden worden actief aangeboden in de volgende methoden:
 Taal actief (A)
 Taal in beeld (B)
 Taalverhaal (V)
 Nederlands onder de zon (Z)

Deze methoden zijn doorgegeven door de diverse schoolleiders in het schooljaar 2017-2018.
Van de genoemde methoden zijn alleen de woordjes opgenomen. Gezegden, spreekwoorden etc.,
zijn weggelaten en zullen eventueel te zijner tijd geleidelijk aan worden meegenomen.

In totaal zijn er 3506 woorden/woordgroepen. In de woordenlijst wordt steeds aangegeven welk

in welke methode het woord/de woordgroep wordt.

Van de aanwezige zelfstandige naamwoorden moeten ook de meervoudsvormen en het

verkleinwoord bekend zijn.
Van de aanwezige bijvoeglijke naamwoorden wordt verwacht dat de trappen van vergelijking ook
bekend zijn.

Versie: donderdag 7 juni 2018

1
Woordenlijst Eindtoets FO
 aaien V aardig BVZ afgelopen Z
aan de slag gaan B de aardkorst A de afgrond B
aanbellen V de aardverschuiving A afhalen V
aanbevelen A aarzelen B afhankelijk AZ
aanbieden A de abdij B de afkeer AB
de aanbieding AZ de abonnee BV afkeuren AV
het aanbod V abonneren V afkeurend AV
aanbreken AV abrupt A afknippen V
aandachtig A abstract A afleiden ABZ
het aandenken B absurd A aflikken V
aangapen A het accent B aflopen V
aangenaam B accepteren AB afmaken V
aangezien A de accu V zich afmelden A
de aanhang A de achtbaan A de afname A
de aanhanger B achteraf B afraden A
de aanhef Z achterblijven V afrekenen A
aankijken Z het achtereind Z afronden V
aankomen VZ de achtergrond AB het afscheid Z
de aankomst B achterhalen AV afscheid nemen Z
aankondigen VZ het achterhoofd B afschudden V
de aankondiging Z achterom B afslaan Z
de aankoop A achterover B de afslag Z
aankruisen V het achtervoegsel B de afsluiting Z
de aanleg AZ achtervolgen V afsnijden V
de aanleiding ⇒ naar de acrobaat V zich afspelen A
aanleiding van (n.a.v.) V de acrobatiek A afstemmen op A
aanleren V acteren B aftrekken Z
de aanloop B de acteur/actrice AB het afval Z
aanmelden Z de actie V afvinken Z
het aanmeldingsformulier Z actief VZ de afwasmachine Z
aanmoedigen VZ de actieveling Z afwassen Z
aanprijzen A actievoeren AB afwijzen A
aanraden V de activiteit V afwijzend A
de of het aanrecht B actueel V afwisselend A
aanrichten V de acupuncturist Z afzetten A
aanschaffen V acuut A de agenda V
aansporen AVZ ademloos B agressief Z
aanstaren AVZ de administratie VZ de aids A
aanstoten Z administratief Z het album V
aantasten V adopteren B de alcohol B
aantrekkelijk V de adoptieouder V algauw A
aantrekken V adoreren A de algen A
aanvaardbaar A de advertentie AVZ alhoewel A
de aanvaller Z de advocaat BZ de alinea Z
de aanvang B af en toe Z allebei Z
aanvankelijk A afbakenen AV allereerst A
de aanvoerder B de afbeelding VZ de allergie V
aanvragen A afblijven V allergisch V
aanwakkeren A afbranden V allerlei V
aanwijsbaar A afbreken V allerminst A
de aanwijzing ABZ afdingen A allesbehalve A
de aardappel Z afdwalen V als het ware A
de aardbeving BZ de of het affiche AV het alternatief A
de aarde AZ afgelegen B het aluminium AV

2
Woordenlijst Eindtoets FO
 alvorens A autorijden V beginnen Z
de amateur A de autoriteiten Z de begraafplaats Z
amper A de avondopleiding V de begrafenis B
amusant A het avontuur B begraven B
amuseren V avontuurlijk B begrijpelijk V
het analfabetisme A de baan A begrijpen Z
analyseren A babbelen V het begrip A
anderhalf Z de baby V behalen A
anders Z babysitten B behalve VZ
andersom A de bacterie V behandelen V
angstwekkend V het badpak Z het behang V
annuleren V de bagage V beheersen BV
anoniem A het bakmeel A behoefte hebben aan A
het antiek B de baksteen Z behoorlijk V
het antwoordapparaat B balanceren BV behoren V
antwoorden V balen V behouden V
het apenstaartje A de balie V behulpzaam ABZ
de apotheek V de ballerina A beige V
het apparaat Z het ballet A beïnvloeden A
het appartement BVZ de balletdanser B de beitel Z
de appelmoes V de balustrade B de bejaarde A
applaudisseren V de band (muziek) BZ het bejaardentehuis B
het applaus V de bandiet B bekaf A
het aquarium V bang Z bekend BZ
het archief V de bangerd V de bekende A
de architect AVZ de bank Z de bekeuring A
het argument A de bankmedewerker Z beklagen V
de arm Z bankroet A beknopt A
de arrestatie V de barbecue V bekvechten B
arresteren A barbecueën V belachelijk V
arriveren V de bas B belanden A
arrogant V de basisbehoefte A belazeren A
het artikel AV basketballer / beledigen ABV
artistiek B
de basketbalster B de beleefdheid V
de arts B
de basstem B beletten A
het asiel VZ
beantwoorden V de belevenis A
asociaal B
bedanken V belonen V
de asperge V
bederven V de beloning V
de aspergesoep V
bedienen V bemesten V
de assistent V
de bedreigde diersoort A beminnen B
de assistentie V
bedreigen V bemoeilijken A
de astronaut ABV
bedriegen V benauwd AV
het atelier V
het bedrijf Z de benen nemen B
de atleet/atlete BZ
bedroefd BZ bengelen V
de atletiekbaan A
het bedrog A de benodigdheid B
de attentie V
beëindigen V benoemen A
de attractie ABV
het beeld Z beoefenen V
het attractiepark Z
de beeldenkunst A beoordelen V
de aubergine V
de beeldhouwer B bepalen AB
de aula V
de beeldhouwkunst A beperken AV
de auteur AV
beeldig A beplakken V
authentiek V
het beeldscherm AZ bepraten V
de auto V
de beeldtaal A bereiden V
de autocoureur B
het been Z de bereidingswijze A
automatisch VZ
beetnemen V bereiken Z
begeleiden BV
3
Woordenlijst Eindtoets FO
 berekenen V beweren AV blauw VZ
berichten V de bewering B blazen VZ
de bermuda A bewerken Z blij Z
beroemd BV het bewijs AB blijken V
de beroemdheid V bewijzen VZ blijven Z
het beroep Z de bewolking Z het blik Z
beroerd A bewolkt B de blik (van ogen) AB
het berouw V bewonderen Z de bliksemafleider V
beroven V de bewondering Z bliksemen Z
berusten in A bezaaid met A de bliksemflits B
beschaafd AB de bezem V bliksemsnel B
beschadigen V bezetten V blind Z
bescheiden AB bezichtigen V de blinddoek Z
zich beschermen Z bezig V blinddoeken V
beschouwen V de bezitting Z het bloed Z
de beschrijving A het bezoek Z bloed afnemen A
beschuldigen V bezorgd A bloeddorstig Z
beseffen A bezorgen AV bloedheet B
beslag Z bezuinigen V bloedrood A
besluiten V bibberen V de bloem Z
besmettelijk BV de bibliotheek VZ de bloembol Z
bespioneren V bidden BVZ de bloesem V
het bessensap V bieden V de blokfluit V
best ⇒ je best doen Z de bijdrage A de blouse Z
de bestanddelen Z de bijeenkomst B de blubber A
besteden V bijhouden V de blunder A
bestellen AZ bijknippen V blussen V
de bestelwagen AB de bijlage A blut B
de bestemming A de bijnaam B de bocht Z
bestuderen Z bijpraten V de boef Z
besturen V de bijrol A boeiend A
het bestuur AB bijstellen A de boekenbon V
betaalbaar A bijten Z boenen V
betalen Z bijvoorbeeld (bijv.) Z de boer V
beterschap Z de bijzaak A boeten V
het betoog AB bijzonder V de boezemvriend A
betrappen AV de bijzonderheid A boffen AV
betreffen A de bil Z de bofferd V
betrouwbaar B het biljet Z boksen V
de beugel A het binnenland A de bol V
beurtelings B binnenstormen V bol (bn) Z
bevallen AV de bioloog A het bollenveld Z
de bevalling A de bioscoop V de bon B
bevatten AV de bioscoopkaart V het bont (de vacht) B
bevelen V de biscuit V bont en blauw B
bevestigen AV bitter A bonzen VZ
de bevestiging A bizar A de boodschap V
bevinden V de bizon V de boodschappenlijst Z
bevorderen V het blad BZ de boomhut V
bevriend zijn B bladeren Z de boor Z
bewaken VZ het bladgoud V boos Z
bewaren Z de bladspinazie V de boosheid V
beweeglijk B de bladzijde (blz.) VZ het bordes B
bewegen VZ blaffen VZ boren AV

4
Woordenlijst Eindtoets FO
het bos Z de burcht AB de chimpansee BV
de bouillon AV het bureau V de chips V
de boulevard B de buren Z de chirurg AV
de bouw Z de burger B het chloor V
bouwen Z de burgerlijke staat A de chocolade V
de bouwplaats Z de buschauffeur V de cholera A
bovenkomen V de busrit V de choreografie A
bovenop A de buurt V het cijfer V
bowlen V het buurthuis V de cilinder V
de box V de cacao BV circa (ca.) A
de braadpan V de cactus V het circuit V
braaf V de cactusbloem V het circus V
het braille V het cadeau V de circusartiest V
de brandblusser Z de cadeaubon V het circusterrein V
branden VZ het café V de citroen V
de brandveiligheid Z de cafeïne V de citroenpers V
de brandweer V de of het cafetaria V de clown V
de brandweerman Z de caissière V de coach V
bravo V de cake V coachen V
breed V de cakevorm V de cockpit B
de breedte Z de calorie V de cocon Z
het brein A de camera BV de code Z
de breinaald V de cameralens V de codetaal A
breken V de cameraman A de cola V
brengen VZ de camouflage V de collage Z
bridgen V de camping BV de collectie AV
de bries AB het capoeira Z comfortabel A
briljant B de cappuccino V commanderen V
de broche Z de capuchon V het commentaar B
de brochure V de caravan V de commercial Z
de broedtijd V de carnavalskraker A de commercie A
de broek Z de cartoon A de commissaris A
de bron Z de cassave Z de commissie A
het brons Z de catalogus A de communicatie A
de bruid / bruidegom A de catastrofe A compleet V
het bruidsmeisje A de categorie Z het complex V
de bruidsschat V de cavia V het compliment VZ
bruikbaar Z de cd-hoes V complimenteren Z
de bruiloft A de cd-rom V de computer VZ
brunchen V de ceintuur V computeren V
bruut A de cel A de concentratie V
buigen V het cement V zich concentreren A
de buiging V de cementmolen V het concept A
de buik BZ de centimeter V het concert V
de buis V de centrifuge V de conciërge V
buiten adem zijn B chagrijnig ABVZ de concurrentie ABV
buiten sluiten Z de champagne V de conditie A
buiten westen B de champignon V de conducteur BV
buitenaards A de champignonsoep V de conducteurspet V
buitengewoon AB de chaos BV consequent AV
de buitenkans A de charme A het conservatorium V
het buitenland Z de chauffeur VZ constant B
bukken V checken V constateren A
bulderen V de cheque V de constructie A
de bult BZ chic V de consument A

5
Woordenlijst Eindtoets FO
 de contactsleutel A de danszaal V direct V
de container V dapper A de directeur/directrice BVZ
de context A het dashboard AV de dirigent BV
continu A de dasspeld V de discussie B
de controle A daverend B de diskjockey A
controleren VZ de de zwakkeling B diverse A
de cooling-down A de de zweefmolen A de dobbelsteen V
de correctie V het debuut A de docent Z
de corruptie A december V de documentaire AV
de coupé V het decor B het doel B
het couplet AV het deeg A doen alsof Z
de coureur V deelnemer Z dof Z
de cowboy V defect A de dokter Z
de cowboylaars V deftig AV de dominee B
de cracker V degelijk A de dommerik V
crashen V deinen AV donkerblond V
crawlen V de of het deken V het dons B
de creatie VZ de of het deksel V dood zijn Z
de creativiteit A delen VZ doodnormaal A
de crèche V democratisch A doodsbang A
creëren Z de demonstratie AV doof Z
de crème V demonstreren V het doolhof Z
cricket V denderen A doorgeven Z
cricketen V denken VZ doorkruisen V
de criminaliteit B de denksport A doorlezen V
de crimineel B de denkwolk A doorlopen V
de criteria V deskundig A doorstappen A
het criterium V het detail AV doorzetten V
de croissant VZ de detective B doorzoeken V
crossen V de deur Z de doos Z
de crossfiets V de deuropening V dopen V
de crossmotor V de dia V het dorp Z
de cruise VZ de dialoog Z de dorpsschool V
cruisen V dichten B het dossier V
culinair V de dichter BZ de douane ABV
de cultuur A dichtplakken V de douanier Z
de cursus B het dictee V de douche Z
de cyclus V het dicteecijfer V douchen V
daarna Z de dief Z de doventolk AZ
dadelijk V het dienblad Z het dozijn V
de daden B de dienstmeid V draaien om A
de dader A dierbaar AB draaierig Z
dagboek Z de dierenarts AZ dragen Z
dagdromen V het dierengeluid Z de drank B
dagelijks Z de dierenopvang Z dreigen Z
de dageraad B de dierenprint Z de dreiging Z
het dak Z de dierentuin Z de drempel V
dakloos Z de diëtist Z drieëntwintig V
dalen Z de dijk Z driftig BV
het dambord B dik Z drijven VZ
dammen AB dikwijls Z dringen V
de dankbaarheid V het dilemma A drinken Z
dankzij A de dinosaurus BZ droevig A
dansen VZ het diploma AV drogen Z

6
Woordenlijst Eindtoets FO
de dromedaris B het einddoel V het excuus V
dromen V eindelijk V de ex-kampioen V
dromerig BV eindeloos ABVZ de ex-leerling V
de droogte A eisen V exotisch V
druipen V de elektricien Z de ex-partner V
druk BZ de elektriciteit BVZ de explosie BV
drukken V het elftal B de export V
de drukker A de ellende ABV de expositie AV
druppelen V de e-mail AVZ expres V
dubieus A de emigratie BV extra V
duidelijk V emigreren V de ezel Z
duiden V de emotie Z de ezelsbrug Z
de duikbril A de encyclopedie V de fabel AV
duiken VZ de energie ABV de fabricage V
de duisternis B de energierekening V de fabriek V
duizend V eng Z de fabrikant V
dun VZ enigszins ABV failliet V
duren Z de enkele reis A de fakkel B
durven VZ enorm A de familie V
duwen Z de enquête Z fanatiek A
de dwaas AB enthousiast VZ fantaseren BV
dwalen V het entree V de fantasie AV
dwars A enzovoort VZ fantasieloos A
dweilen V de epidemie AV het fantasieverhaal B
dwingen V het erf Z fantastisch V
de eau de cologne V zich ergeren BV favoriet AB
de eb AV ernstig B faxen V
de echo VZ de eruptie A de fazant B
echt Z ervan afhangen Z februari V
echter A ervaren AV feestelijk V
de edelsteen ABV de ervaring A feesten V
één voor één A erven BV het feestmaal A
de eenheid V de erwtensoep B de feestmuts V
eens Z de essentie V het feestnummer V
het eens zijn met Z essentieel A de feesttaart V
eentonig B et cetera (etc.) BV de feesttent V
eenzaam Z de etage V feilloos A
de eer V de etalage V het feit VZ
eerder V de etalagepop V fel V
eerlijk VZ de etalageruit V feliciteren V
eerst VZ het etiket V de fictie ↔ non-fictie B
eetbaar B het etmaal Z de fiets Z
het eetgerei V het etui V fietsen V
eeuwig B evacueren A de fietsenmaker Z
de eeuwigheid V evalueren A de fietser Z
effectief ↔ineffectief A de evenaar B de fietsroute A
effen Z het evenement Z het fietsstuur V
efficiënt ↔ inefficiënt V evenmin A de fietstocht Z
egoïstisch B exact AV het figuur A
het ei Z het examen V het filiaal V
de eigenaar Z de examinator V filmen V
eigenaardig A exclusief (excl.) AV de filmmaker V
het eigendom Z de ex-coach V de filosoof B
de eigenschap Z de excursie AV financieel V
het eiland V excuses aanbieden A finishen V

7
Woordenlijst Eindtoets FO
 de fitness V het gebied AB de geschiedenis Z
de flat V gebieden VZ het geslacht B
flauw Z gebloemd Z gespen V
de flauwekul B het gebod AZ gestreept Z
de fles Z de geboortekaart V het getij(de) A
flexibel AV het geboorteland Z het getuigschrift A
flitsen V de geboorteplaats Z de geul A
fluisteren V geboren worden Z het gevaar A
fluiten V het gebouw Z gevaarlijk BVZ
de fluitketel V het gebrek A de gevangenis BZ
foeilelijk B gebruikelijk A de gevel Z
de folder ABZ gebruiken V geven VZ
fonkelen V geconcentreerd B het gevoel Z
de fontein V het gedicht A gevoelig BV
foppen V het gedrag Z het geweld VZ
de fopwinkel A gedragen V geweldig Z
het formaat A het geduld A het gewicht Z
het fornuis Z geduldig Z gewichtloos A
het fort VZ gedurende A gewoonlijk AV
het fortuin B geel Z het gezegde A
het fossiel V geenszins V het gezelschap A
de foto V geeuwen Z het gezicht Z
de fotograaf / fotografe A het geheim AZ gezond Z
fotograferen BV de geheimtaal Z de gezondheid VZ
het fototoestel V geheimzinnig Z de gids ABV
de fout Z het geheugen A giechelen BVZ
foutloos B gehoorzaam B gieren AVZ
fraai AV gehoorzamen V de gierigaard B
de frietjes Z het geintje AV gieten V
de friettent V geïrriteerd Z het gif Z
fris AZ de geit Z giftig BV
frituren Z gek Z de gil V
fronsen BV gekleurd Z ginds V
het fruit Z gelaten A het gips AZ
de frustratie A het geldstuk B de giraf V
de functie A gelegen A gisteravond A
de fysiotherapeut AZ geliefd B gisteren V
gaan Z gelijk hebben Z de gitaar V
gaandeweg A het geloof B glad Z
gaaf V geloven V glanzen V
het gaas B gelukkig VZ het glas Z
de gans V de gemeente B de glasscherf V
gapen V het geneesmiddel B glibberig Z
de garage V de generaal B de glijbaan Z
de garagedeur V de generatie V glijden V
de garnaal Z genezen V glimlachen AZ
de gasaansteker B geniaal V glimmen BV
het gat Z het genie AV glimmend Z
het gebak B genieten V de globe B
gebaren V het gerecht AZ gloednieuw BZ
het gebed B het gereedschap Z gluren AV
het gebergte B geregeld A de godsdienst B
gebeuren V gering A goed B
de gebeurtenis B het geschenk B de goederen A

8
Woordenlijst Eindtoets FO
 goedkoop V handelen VZ het ene ... het andere Z
de golf AZ handig B hetzelfde Z
golven V de handleiding AB de heuvel VZ
de goochelaar Z het handschrift B hevig A
het goud Z de handtas V de hiel B
de goudsmid V de handtekening ABV hijsen VZ
graaien V hangen V hinderen V
het graf Z hanteren B hinken AV
de grap Z happen V hip A
de grapefruit B hard V historisch A
grasgroen A hardlopen BZ de hitte B
het grasveld Z de hardloper V de hittegolf A
graven VZ harken V de hobbel Z
grazen V de harmonie B de hobby V
de grens V het hart B de hockey V
grenzen V hartelijk V hockeyen V
griezelig Z hartelijk lachen A de hoed Z
grijnzen AV het hartje B de hoef A
grijpen V haten A de hoeveelheid V
grijs V de haven Z hoewel A
de grijsaard V hecht A het hol V
de groei Z hechten V hol (bn) Z
groeien BZ het heden AB de hond Z
groen Z hedendaags A het hondenweer Z
de groente Z het heelal AB hongerig V
de groentesoep V heerlijk V het hoofd BZ
de groentetuin Z heersen ABV de hoofdletter V
de groep Z heftig A de hoofdrol A
grommen Z de heftruck V de hoofdstad V
de grond Z de heg Z de hoofdzaak A
groot Z heilig B hoog VZ
de grootte A de of het heimwee AB de hoogste tijd A
de grot Z het hek AZ hoogstens A
grotendeels A de hekel ⇒ een hekel de hoogte Z
de of het gum V hebben aan AZ het hoogtepunt A
gummen V de heks V de hoop Z
de gymles V de held A hoopvol B
de haag Z de helm Z hoorbaar B
de haak A helpen VZ hopelijk Z
de haal A de hengel V hopeloos B
het haar Z de herfst Z hopen Z
haarfijn A herhalen VZ de horeca Z
de hagedis B zich herinneren VZ horen VZ
de hagel Z de herinnering AB de horizon BVZ
haken V herkauwen V horizontaal B
halen V herkennen V het horloge V
de halfbroer/halfzus B herleiden V de horlogemaker V
de hals VZ herleven V de hotelkamer V
halt houden B herlezen V houden V
de hamburger Z hernemen V de houding AZ
de hamer Z hernieuwen V de houtskool A
de hand Z heroveren V het houvast A
de handdoek VZ herschrijven V het houweel V
de handdruk V de hersenen/hersens AV huilen AV
de handelaar B herstellen V huilen van het lachen Z

9
Woordenlijst Eindtoets FO
 het huisdier AZ inschakelen A het kaartspel Z
huiselijk V inschenken V de kaasschaaf V
de huisvrouw V het insect Z de kachel V
de hulp Z inslaan Z het kadaver B
het hulpmiddel A insluiten V de kajuit A
het humeur A insnoeren A de kakkerlak Z
humoristisch BV inspannen V de kalender Z
de hut Z de inspraak A kalm VZ
huwelijk V instappen V kalmeren V
de hyacint VZ de instructie V de kam VZ
de hyena BV intact A de kameel B
de hygiëne V intens A de kameraad A
hygiënisch V interessant AB het kamermeisje Z
ideaal AV de interesse A kamperen BV
de of het idee AV het interieur Z de kampioen V
de identiteit A het interview VZ het kanaal Z
het idool A interviewen V de kanarie A
de iglo A de interviewer Z het kaneel A
ijskoud V intrekken Z de kano VZ
de ijssalon BV intuïtief A het kanon Z
ijverig BVZ invalide B de kans AV
de ijzel Z de invloed AZ kansloos B
het ijzer Z de inwoner Z het kansspel V
ijzig AV inzamelen VZ de kant Z
illegaal AV inzetten V de kantine V
de illustratie ABVZ inzoomen V het kantoor V
de illustrator Z irritant BV de kapel B
illustreren AB irriteren V de kapitein Z
de imitatie V jaarlijks BZ de kapper / kapster Z
de imker A de jacht B de kar V
impulsief A jagen Z de karate Z
de inbraak B de jaren zestig A het karton Z
inbreken V jarenlang B het karwei A
de inbreker A jarig V de kas ⇒ in kas A
inchecken V de jeep V de kassa V
het incident V de jeugd Z de kastdeur V
inclusief AV de jeugddroom V de kathedraal V
indien A de jeuk BZ katholiek V
individueel V jeuken V de of het katoen Z
de industrie V het jochie V de kattenbak V
inenten A de jodium V de kazerne B
de informatie V joggen V de keel ⇒ de keel schrapen A
informatief A het jong Z keepen V
informeren V het journaal V keffen V
de ingang ⇒ met ingang van de journalist BVZ keihard V
(m.i.v.) V het jubileum V de keizer BVZ
het ingrediënt AV de judo Z het kenmerk A
ingrijpen A de juffrouw V kennen V
ingrijpend A juichen V de kennis ABV
de inhoud AZ de jungle B keren V
inlijsten V het jurylid V de kerk B
inloggen V de juwelen B het kerkhof B
inmiddels A de kaars Z de kerktoren V
innerlijk (bn) A kaarten V de kerrie AB
inrichting A
10
Woordenlijst Eindtoets FO
 de kers B de klus Z het korset A
de kerstboom V het knaagdier Z kort V
Kerstmis V knagen Z de korting Z
de ketchup BV knakken V kortom A
de ketting VZ de knecht A koud V
de keukenmeid A kneden AV het kozijn V
keuren A kneuzen V de of het kraam Z
de keus / keuze VZ de knie VZ de kraamkamer Z
de kever V knielen V de krab VZ
het keyboard V kniezen V krabben Z
de kick AV knijpen V kralen Z
kicken V de knijper V de kramp A
kidnappen V knikkeren V de krant Z
de kidnapper A knipogen A het krantenartikel V
de kieuwen A knippen VZ de of het krat Z
kiezen VZ knisperen B de krater Z
kijken V de knoflook Z krenterig A
het kikkertje V de knoop Z kriebelen V
de of het kilo VZ de knop Z krijgen Z
de kilometer V knuffelen V krimpen V
de kin Z knutselen V de kritiek V
kinderachtig V de koekenpan V de kroeg B
kinderloos B de koektrommel V de krokodil B
de kinderrechten A de koelkast Z krom Z
de kinderverzorgster Z de koepel B kronkelen V
de kippenvel B de koerier B de kruin B
klaarzetten V de koers B kruipen Z
de klacht A koesteren A kruisen V
de klank Z de koets AV de kruising A
de klant Z de koetsier B het kruispunt Z
klappen V de koffer Z het kruit B
klappertanden ABV de kok / kokkin Z de krukken A
klassiek B de kolonie V de krul Z
klauteren V de kom V kuchen V
kleden V de kombuis A de kudde B
het kledingstuk Z de komeet B het kuitbeen A
de kleedkamer V komisch V kunnen V
klein VZ de komma B de kunst AB
de kleinigheid V de koning / koningin VZ de kunstenaar/kunstenares BZ
kletsen VZ de Koninginnedag V de kunstschilder B
kletskous Z de kooi Z het kunstwerk B
kletteren V het koord B de of het kurk B
de kleur ⇒ een kleur krijgen A de koorddanser B het kussen Z
kleuren V de koorts V de kust AB
de kleuter Z koortsachtig V kwaadaardig B
kleven V de kop ⇒ kopje onder gaan Z de kwal Z
kliederen BV kopen Z kwalijk V
klieren V de koper Z de kwaliteit AV
klikken V de kopie B de kwantiteit A
het klimaat A de kopieermachine Z de la VZ
klinken VZ kopiëren V laag Z
klokslag A koppelen A het laboratorium A
het klooster B koppig Z lachen VZ
kloppen V de koprol B de ladder Z
klotsen V het koraal Z laden V

11
Woordenlijst Eindtoets FO
 laf AV de liefhebber A de lunch V
de lafaard ABV liefkozen V lunchen V
lakken V liegen V de luxe BV
het lam VZ de lieveling B luxueus A
de lampenkap A de lievelingsdier Z het lyceum V
de lampion Z de lievelingskleur Z de maag B
lanceren A liften V de maaltijd Z
landen VZ liggen VZ 's maandags V
landinwaarts A lijden V maandelijks Z
languit B de lijf ⇒ in levenden lijve B maar Z
langzaam B lijkbleek B de maatregel A
langzamerhand B lijken V de machinist BV
de laptop A lijmen V machtig B
de last ⇒ last hebben van Z de lijst Z de mail V
het lastdier Z lila V mailen V
lastig Z de limonade V de maillot AV
lauw V de of het liniaal VZ de maïs V
het lawaai Z linksaf B de majesteit BV
het leed B het linoleum V mak Z
de leeftijd Z het lint A maken V
de leerling V de list A malen B
leerzaam B de liter V de mandarijn V
de leeszaal B de locatie B de manege V
legaal A de loempia V de manen AB
legen A de loep A de manieren A
de legende A loeren A het mankement A
leiden AV de logé V de mannequin BV
de lekkage V logeren VZ de marathon V
lekken V logisch AV de marktkraam V
de lekkernij B de lol Z het masker Z
lelijk VZ de lolly V massaal AV
lenen VZ de long AB de massage V
de lengte Z het lood Z masseren V
de lens ABV de loodgieter VZ de mast Z
de lente Z loodzwaar A het materiaal VZ
de lepel V lopen V matroos Z
leren V losbarsten V maximaal VZ
lessen V het losgeld A de mayonaise BV
letterlijk V loslaten V de mazelen V
leugenachtig V losrukken V mechanisch A
de leuning V de loterij A de medaille V
leven VZ lovend A het medaillon V
levendig B loyaal AV het medicijn VZ
levensgroot B de loyaliteit V de medicijnkast V
de leverpastei V de luchtballon V medisch V
lezen VZ de luchthaven BZ het medium VZ
het lichaam VZ luchtig A meeleven V
de lichaamstaal A lui Z meelopen A
het lidmaatschap V de luiaard BZ meemaken Z
de lidmaatschapskaart B luiden V de meerdere B
het lied V luieren V meerijden V
lief Z het luik AZ het meervoud V
liefdeloos B de luisteraar Z meespelen V
liefdevol B luisteren V meestal Z

12
Woordenlijst Eindtoets FO
 de meester A moedig Z negeren A
meesterlijk B moeilijk V de nek Z
het meetlint A moeiteloos Z nemen V
het meisje V het moeras B nep BZ
de meisjesstem V mogen VZ het nest Z
melden V mompelen V de neus Z
de melkbeker V mond-tot-mondreclame A de neushoorn B
de melodie BV de monnik BV het niespoeder A
menen V de monteur Z nieten V
de mening Z mooi AVZ de niet-roker V
de mensen V de moord BZ nieuw V
de mentaliteit AV de moordenaar Z de nieuweling B
het menu V morgenmiddag A nieuwsgierig Z
het merk Z morgenochtend A niezen V
merken V morsen V nijdig AZ
meten Z de mosterd B de nijptang V
de methode AV de motregen B het niveau V
de meting Z motregenen V noemen Z
metselen Z de mountainbike B de non B
het meubilair AV het mozaïek V non-actief V
miauwen VZ de mug Z non-alcoholisch V
de microfoon BV het muntgeld Z nonchalant B
de microscoop A het museum VZ non-stop V
het middageten V de musical B non-verbaal A
's middags V de mustang A de nood Z
de migraine V de muts Z noodzakelijk A
migreren Z de muur Z het noorden B
mikken V muzikaal AB het noordoosten B
het milieu V de muzikant V de nootmuskaat A
de milieuvervuiling A het mysterie V het notitieblok V
de militair BV de mythe V nu Z
de miljonair V de naaister Z nuttig V
de mindere B naamloos B de of het nylon VZ
minimaal Z na-apen VZ het object A
de minister V naar (bn) Z objectief V
het minpunt A naast Z het obstakel V
minstens A nabij B de oceaan BZ
de minuut V nabouwen V oefenen VZ
de misdaad B het nachtslot A de oefening V
de misdadiger Z het nadeel Z oeroud AB
zich misdragen B naderen BV oersaai A
de mishandeling Z het nagerecht Z het oerwoud B
misschien Z naïef V de oever BV
misselijk VZ het najaar B officieel V
missen VZ nalezen Z de officier Z
de mist Z de namiddag B de olie V
mixen V napraten V de olielamp B
de mixer V de nar A de olifant V
modderig V nationaal BZ ombouwen V
modern ABZ de nationaliteit AV de omgeving A
modieus A natuurlijk VZ omhelzen BVZ
moe BZ de natuurramp A omkering Z
de moed VZ nauw Z omkleden V
moedeloos B de neerslag BZ omkomen A
de moedermelk A negatief B omringen V

13
Woordenlijst Eindtoets FO
 omroepen V ontstaan Z de opleiding AV
omschrijven A ontvangen Z oplossen V
omslaan V de ontvangst ⇒ in ontvangst de oplossing Z
omspitten V nemen A de opmerking B
de omtrek B ontvoeren V opnemen (film) Z
omvallen Z ontwikkelen V oppassen AV
de omvang A de ontwikkeling B oprapen V
de omweg B de onveiligheid V opruimen Z
onaardig BVZ onverhard Z opscheppen A
onafhankelijk AZ onverstandig BV opschieten V
de onbekende A onvoldoende Z opschrijven Z
onbeweeglijk B de onvrede B opschudden V
onder andere (o.a.) BV het onweer Z opslaan A
onderbreken V de onweersbui Z de opslag A
het onderdeel Z onzeker A opsluiten Z
onderdrukken BV het oog Z de opsomming BZ
de onderduiker A het oogcontact A opspringen V
ondergaan AV het ooglid B opsteken (van de wind) B
het onderhoud Z de oogopslag ⇒ in een opsturen Z
onderhouden VZ oogopslag A optillen V
onderschatten A de oogst B het optreden B
ondersteboven Z de oogwenk ⇒ in een optrekken (met iemand) A
ondertekenen V oogwenk B opvallend Z
ondertitelen V ooit Z opvangen V
ondervinden AV het oor ⇒het oor lenen Z de opvatting AB
onderweg zijn A de oorkonde A opvoeden ABV
onderwerpen V de oorlog A opvolgen A
de onderzeeër V de oorring V de opvolger B
het onderzoek BZ de oorsprong V opwachten V
onderzoeken VZ oorverdovend B de opwarming A
ondeugend V de oorzaak VZ de opzet A
oneindig A de oostenwind B opzuigen Z
ongeacht A de opa / oma V ordinair V
ongeduldig Z opblazen VZ het orgaan B
ongelooflijk / ongelofelijk BZ de opbrengst A de organisatie VZ
ongeveer V opdragen V organiseren AZ
ongevoelig BV opdrinken V de orkaan ABZ
onhandig B opeens A oud V
het onkruid B open Z de oud-collega V
de onmens B openbaar B de oud-docent V
onmiddellijk V openduwen V ouderwets AB
onmisbaar B openen VZ het oud-lid V
onmogelijk BZ openlijk A over Z
het onraad A openmaken V overal Z
ontbijten V openzetten V overbodig Z
de ontbijttafel V de opera V overboord V
onthoofden V de operazanger de overeenkomst AZ
onthouden /operazangeres B
VZ de overgrootmoeder /
ontkennen zich opgeven AV overgrootvader B
ABV
ontleden opgraven V de overheid Z
V
ontlenen de opgraving B het overhemd VZ
V
ontmoeten opgroeien AB de overkant V
V
ontploffen ophalen Z overkomen V
AV
ontsnappen ophouden V overlijden V
Z
opkomen AV
14
Woordenlijst Eindtoets FO
 overnachten BVZ de peuter AZ de poort Z
overnemen V picknicken V populair AVZ
overplaatsen A het pictogram A de porie V
overschrijven Z piepen V het portaal B
oversteken VZ piepjong AB de portefeuille V
de overstroming Z de pijl Z de portie V
overwinnen V pijlsnel A het portret A
de pagina V pijnlijk B positief B
het pak Z de pil V de postbode V
het pakhuis BZ de pilaar BV de praat A
pakken V de piloot BV de praatjesmaker B
het pakket Z de pincet V prachtig Z
het paleis V de pinda V de prairie AV
de palmboom B de pinguïn V praktisch V
het pand A de pion Z precies V
de panda V de piraat Z de prehistorie B
de pannenkoek VZ de piramide V de premier V
de panter B de piste V de presentatie BZ
het papiergeld Z pittig A presenteren AZ
de paprika V de pizza VZ de president B
de parachute V de plaat AZ de prestatie AV
de paraplu V plaatselijk BV prijzen V
de of het parfum B de plaatsen V prijzig V
de parkeerplaats A plaatsvinden V prikken V
Pasen VZ het plafond VZ prima V
pasklaar A plagen Z de primeur A
het paspoort ABV het plan V primitief A
de passagier B de planeet A de prinses V
het passagiersschip V plannen AZ de printer Z
passen V de planning Z privé B
passeren V de plant Z het probleem Z
de pasta BZ plantaardig B het procent Z
de patiënt V de plantage B de producent A
het patroon Z de plas AZ de productie V
de pauw VZ het plastic VZ de proef AB
de pauze Z de plattegrond A proeven VZ
de peen Z het platteland B de professional A
de pees A de plee Z profiteren AV
peinzen V plegen V het programma Z
de pelikaan Z het plein Z de prooi B
de pen V pleiten AV protesteren B
de penicilline V de plicht A de prullenbak V
de penningmeester A ploegen A de psychiater Z
het penseel V plotseling V de psycholoog V
peperduur A het pluspunt A de puber Z
het percentage V de pocket V de pudding V
perfect V het podium BV het puin A
de periode ABV poetsen V de puinhoop B
de pers B de poëzie ABV de pukkel Z
het personage V de politicus A de punaise V
de persoonlijkheid A de politieagent Z het punt A
de perzik V de politiek AV het puntdak Z
pesten V het polshorloge V de puntmuts V
de pet Z het pond Z puntsgewijs A
de petroleum V de pony V de pup A

15
Woordenlijst Eindtoets FO
 de puree B de regenband Z roesten V
de pyjama VZ de regenboog Z roetzwart A
de python V de regendruppel V de rok Z
qua V regenen VZ de rol B
de quiche V de regenpijp V de rolmaat A
de quiz V de regering BZ het rolmodel AZ
de raad A de regisseur ABV romantisch BV
het raam Z het reglement B de rommel Z
raar Z de reiger V rommelen Z
racen V reiken A de rommelmarkt A
het racket V het reisbureau B rondvaren Z
radeloos B de reisleider A rood Z
raden V reizen Z het roodborstje V
de radio V rekenen V het roofdier B
de rage AV de rekening Z het rooster Z
de rails V de relatie V de rotonde A
raken V relaxed A rotsachtig B
de ram B relaxen V de route V
de ramp AZ de religie A rouwen B
rappen V de ren B de rover V
raspen V de reparatie A roze V
de rat Z repareren V de rozijn V
ratelen V de repetitie B het rubber A
de ravage V de reporter Z de rug Z
het ravijn BZ het reptiel BZ rugbyen V
razen V de reputatie A de ruggengraat B
de reactie V resoluut AB de rugzak Z
reageren AB het respect AB ruiken VZ
realistisch B respecteren AV ruilen Z
het recept A restaurant Z het ruim A
het receptenboek V de restauratie Z de ruimte ABZ
de receptie AVZ restaureren Z het ruimteschip A
de receptionist Z het resultaat AB het ruimtestation A
de rechercheur AB de reuk A de ruimtevaart A
het recht Z de reünie V de ruïne BV
de rechtbank B reusachtig V ruïneren V
de rechter B de reuzenpanda A ruisen V
de rechthoek Z de rib BV de ruit Z
de reclame AVZ richten V de ruiter B
de recreatie V de riem (spaan) A het rumoer B
recyclen V rijden V de rups VZ
de redacteur A de rijkaard BV rusten V
de redder A rijmen A rustig VZ
redelijk AV het rijtuig B ruw VZ
de reden A rijzen AV de ruzie Z
de ree V het risico AZ ruziën VZ
reeds AV de rits Z saai AZ
de reep Z het ritueel V de safe Z
het refrein AZ de rivier VZ de salade Z
de regel BZ de robijn A de salto BV
regelen Z roddelen V samenbinden V
regelmatig AZ de rodeo A de samenleving A
de regen Z roepen V samenvatten V
regenachtig V roeren V de sandaal Z

16
Woordenlijst Eindtoets FO
 sappig V de schrijffout V de slaapkamer Z
de satelliet A schrijven Z de slaapplaats V
de sauna V de schrijver / schrijfster B het slachtoffer AB
de scène AV schrikken V de slag ⇒ op slag A
de schaar Z schrobben V slagen AV
de schade Z de schroevendraaier B de slang Z
schaden V de schub V slapen Z
de schakelaar B schuilen AV slaperig VZ
schaken AV schuilhouden V de slechterik V
het schandaal B schuiven V slechthorend A
schateren AVZ de schuld Z de sleep A
schatrijk B de schuldeiser B slenteren ABV
de schedel BZ de schulden A slepen Z
scheef V schuldig ABV de sleutel Z
scheiden ABVZ zich schuldig voelen Z slijpen V
de scheidsrechter V de schutter A slijten V
het scheldwoord A de schutting V slim Z
schelen V scoren V de slimmerd V
het schelpdier Z scrabbelen V de slinger Z
het schema VZ de seconde V slingeren BV
het schepnet V de secretaris A slippen V
scheppen V het sein B de slipper Z
scheren V het seizoen VZ sloffen V
het scherm Z sensationeel A sloom A
scherp A de serie AV slopen A
scheuren VZ serieus Z de slordigheid V
schieten V het servet V het slot B
de schietschijf Z het servies V het slot ⇒ op slot Z
schijnen V sexy V sluiten VZ
schilderen VZ de shampoo Z de sluiting V
het schilderij Z shampooën VZ slurpen V
de schildpad BVZ het shirt V sluw BZ
het schip Z shockeren V de smaak AZ
schitterend A shoppen V smaller V
de schoen Z showen V de smaragd A
de schoenmaat V het sieraad VZ smeden V
schokken V de sigaar V de smeerboel A
de schol A het signaal A smelten V
de scholier B simpel V de smid Z
schommel Z de sinaasappel V smijten V
schommelen V sinds V de snaar A
het schoolkind Z sindsdien A de snackbar V
het schoolverzuim A de sirene V de sneeuw Z
schoon V de situatie B de snelheid V
de schoonheidsspecialist V de sjaal Z snellen B
schoonmaken Z het sjabloon A snijden VZ
de schoonmaker / sjokken A snoeien BV
schoonmaakster Z sjorren A snoepen Z
de schoonmoeder / sjouwen Z snorkelen Z
schoonvader B skateboarden V snotteren V
de schotel V het skelet B snuffelen V
de schouder VZ de ski V de snuit Z
de schouwburg A de skiër V snuiten V
schrapen V de sla V de soap V
schreeuwen Z slaan Z sober A

17
Woordenlijst Eindtoets FO
 sociaal V de sporthal AV de ster V
de sociale media A sportief VZ de stereo V
de soep Z de sportschoen V sterk V
soezen V de sporttas Z de sterrenkijker B
solliciteren V de sportzaal Z de sterrenkunde B
solo B spotgoedkoop A sterven V
de som Z spotten V steunen V
de sombrero A sprayen V stevig V
het sonnet A het spreekuur Z de steward / stewardess BZ
sorry V spreken (van) VZ stichten AV
sorteren B springen V de stichting Z
de soufflé V de sprinkhaan AB de sticker V
het souvenir V sprinten A de stiefvader / stiefmoeder B
de spaghetti V sproeien V stiekem Z
spannend Z de sprong B stijgen V
de spanning Z spugen Z de stijl A
sparen BVZ spuiten V stikdonker A
spatten V het spul Z stinken VZ
de specerij A squashen V stoeien B
speciaal V het staal AZ stoer Z
spectaculair V staan Z stofzuigen B
de speech V de staat Z de stofzuiger Z
speechen V de staat ⇒ in staat zijn B stom Z
de speedboot V het stadion A de stommerd V
spekglad Z de stage V de stommiteit V
de speld V de stagiaire V het stopcontact Z
spelden V staken V stoppen V
spelen V de stalling V storen V
de spelregel AB de stam AB stormen Z
de spencer A stampvol B storten V
de speurder Z het standbeeld A stotteren B
speuren VZ de stank Z stout VZ
de speurhond Z het stapelbed V stoven V
de speurtocht BZ stapvoets AB straatarm A
spieden V star A het straatfeest V
spieken V staren A de straattaal A
de spijker V het startpunt Z de straf Z
de spijl V het startsein V straffen VZ
de spin V het station B het strand Z
de spinazie Z de stationschef V de strandbal V
spinnen V steeds BV stranden V
het spinnenweb V de steen Z de strandwandeling Z
het spinrag B de steenbok B strekken V
de spion AZ steil Z strelen A
de spionage V het stekelvarken V streng Z
spitten V steken VZ de stress V
splijten AV stekken V stressen V
de splitsing AZ de stekker AZ strijden V
spoken V stelen Z strijken VZ
de spons Z stellen A de strik Z
spontaan ABZ de stelten Z strikken V
het spoor VZ de stemming A de striptekenaar A
spoorloos B het stemrecht A het stro BV
de sport (ladder) Z de stengel Z stromen Z

18
Woordenlijst Eindtoets FO
de stroming A de tegenzin B het toernooi B
strooien Z de teil V de toeschouwer AV
de stropdas Z het teken AB de toespraak A
de struik BZ de tekenaar Z de toestand AV
studeren V tekenen VZ het toestel A
de studie B de tekening V de toestemming B
de studio V het tekenmateriaal A toestromen A
de stunt A de tekst A de toets A
het stuur Z de tekstballon A het toetsenbord BZ
de subsidie V telefonisch V het toeval A
het succes AV de telefoon V toevoegen Z
suf V de telescoop A de toffee V
suffen V de televisie V het toilet VZ
de suggestie A tellen V tokkelen A
de suiker V de temperatuur Z tolereren A
de sultan V tenminste A de tolk Z
de supermarket/supermarkt VZ de tennisser / tennisster B de tomaat Z
surfen VZ de tennissok V de ton V
sussen AV tenslotte Z het toneel A
swingen V de termiet A de toneelrepetitie V
het symbool AVZ het terras VZ tonen V
de sympathie BV het territorium AV de tong A
sympathiek AB terugbetalen V de toonbank A
de taak Z teruggeven V de toonladder Z
de taalles V terugkeren V torenhoog B
de taart Z terugvinden V de torenspits B
de tabel Z testen V de tornado Z
het taboe AB het textiel V het totaal A
het tafellaken V het theater V de touringcar BV
tafeltennissen V de theaterbon V het tournee V
de tak Z de theaterzaal V het touw Z
het talent A de thee V traag VZ
tam AB het thee-ei V trachten V
de tandenborstel Z de theemuts V de traditie ABV
de tank V de theorie V traditioneel A
tanken V de thermometer VZ tragisch A
tapen V thuis V de trailer A
het tapijt V thuiskomen V trainen V
tasten BV het ticket B de trainer A
de tatoeage BVZ tijdelijk A de training V
de tattoo Z tijdens AZ de trainingsbroek V
de taxi V de tijdmachine A de traktatie V
taxichauffeur Z het tijdschrift Z trakteren VZ
de techniek Z het tijdstip A de tralie AB
technisch BV tikken V transplanteren B
de teddybeer V timen V het transportmiddel B
teder B de timmerman Z de trap Z
de teek Z de tiran B de trapgevel Z
de teen Z de T-kruising Z trappen Z
teer V toejuichen A de trede Z
tegelijk Z de toekomst A treffen VZ
tegenhouden V de toename A treiteren V
tegenkomen V de toepasbaarheid A de trek ⇒ trek hebben in iets Z
tegenspreken V de toerist Z trekken V
tegenwoordig A de toeristengids Z triest B

19
Woordenlijst Eindtoets FO
 troebel A de uitslag Z verdienen Z
de troon B uitslapen V verdoven AV
troosten Z de uitspraak Z verdrietig BZ
de tropen BZ uitstappen Z verdubbelen V
tropisch BZ uitstoten V verduidelijken V
de tros Z uitvinden VZ verdunnen AV
trots Z uitvoeren AB verdwaald Z
het trottoir V de uitvoering BZ de verfilming A
de truck A uitzenden V de verfkwast Z
het T-shirt Z uitzetten Z de verfpot Z
de tsunami AZ het uitzicht B vergaderen V
de tube Z uniek AB vergeten VZ
de tuin Z het uniform AB vergiftigen V
tuinieren V de universiteit V het vergrootglas B
de tulp Z vaak Z vergroten V
turen B de vaart A verhard Z
tussen Z de vacature Z verhuizen VZ
tussenin A de vacht Z de verhuizing Z
de tv-gids V het vaderland B verhuren V
het tv-programma V de vakantie V het verkeer Z
de tv-reclame V het vakantieoord V het verkeersbord Z
het tv-toestel V de vallei V de verkeersregel A
tweedehands AV vallen AZ het verkeersslachtoffer V
tweeëndertig V vangen Z de verkiezing A
de twijfel VZ varen Z de verkiezingsstrijd V
twijfelen Z de variatie B verklaren V
de twijg Z het varken Z verkleden Z
twintig V vechten VZ verkleinen V
het type AB de vechtpartij B verkleuren V
typen V het vee B verkopen V
typisch AB veel BZ de verkoper / verkoopster Z
de ui Z veelkleurig Z verlagen V
uitbetalen V de veerboot BZ verlangen BZ
het uiterlijk ABZ de vegetariër V de verlanglijst BZ
uiterst B veilig Z verlaten VZ
uitgeput B de veiligheid AZ het verleden AZ
uitgestrekt B de veiling V verlegen Z
uitgeven Z het vel VZ verlengen V
uitglijden V het veld Z verliefd Z
uithouden V het veldboeket V verliezen V
uitjouwen A ver B verlossen V
uitkiezen V de veranda Z vermenigvuldigen VZ
uitlaten V verbaasd Z vermissen Z
de uitleg Z het verband AZ vermoeiend Z
uitleggen VZ de verbanddoos V vermoorden Z
uitnodigen V verbazen V verpakken VZ
de uitnodiging Z de verbazing V de verpakking Z
uitpakken Z verbieden VZ verpesten V
de uitroep Z verbinden AV verplaatsen V
uitroepen Z verbouwen VZ de verpleegkundige AZ
de uitrusting B verbranden V de verpleger / verpleegster AZ
uitschakelen B de verdachte A verplicht B
uitschelden V verdedigen V verraden BV
uitschudden V de verdediger Z verrassen Z

20
Woordenlijst Eindtoets FO
 de verrassing VZ de vijandigheid V de volgorde AZ
de verrekijker AZ de vijl V volgzaam B
verscheuren B de villa VZ volhouden V
het verschil Z vinden VZ het volksfeest A
verschillende Z vindingrijk A volledig A
verschrikkelijk Z de vinger VZ de volleyballer /
versieren Z vingerverven V volleybalster B
de versiering V de violist B volop Z
verslaafd A de viool AV de volwassene ABZ
het verslag AZ virtueel ABZ de vondst BVZ
de verslaggever BZ de vis ⇒ een school vissen BZ voor Z
versleutelen A de visie A het voorbeeld Z
verslikken V de visite V voorbij V
verslinden V vissen V voordat Z
de versnelling A de visser V het voordeel Z
verspillen V de vitamine VZ voordien A
verstaan Z de vitrage V het voorgerecht Z
verstandig BV de vitragestof V het voorhoofd Z
verstoppen V de vitrine V voorin Z
vertalen AV de vlag Z het voorjaar B
verticaal B vlak Z de voorkant V
de vertraging BZ de vlecht Z de voorkeur Z
vertrekken V vlechten V de voorliefde A
de vertrektijd B vliegen VZ de voorouders A
vertrouwen V de vliegenmepper V voorover B
vervangen Z vliegensvlug B de voorraad AZ
zich vervelen Z het vliegveld V de voorrang A
verven VZ de vlinder Z het voorschrift Z
vervoegen Z de vlo Z de voorsprong B
het vervoersmiddel Z de vloed A zich voorstellen VZ
het vervolg A de vloedgolf B de voorstelling Z
vervolgen BV vloeibaar Z voortaan A
verwarrend Z het vloerkleed V voortdurend AB
verwennen V de vloertegel V de voortplanting B
verwisselen V het vlot A de voortuin V
verwoesten V vluchten A de voorverkoop A
verwonden V vlug V het voorvoegsel B
zich verwonderen AV het vocabulaire V de voorwaarde V
verzamelen BV vochtig Z voorzichtig Z
verzekeren A voeden V de voorzitter A
verzenden V het voedsel VZ vormen V
het verzet A voedzaam AB de vormgever A
verzetten V voelbaar B de vos ABZ
zich verzetten tegen A voelen Z de vouw Z
het verzinsel B het voer B vouwen VZ
verzorgen AB voeren V het vraaggesprek Z
de verzorger AZ het voertuig AB het vraagstuk B
verzwijgen A de voet (berg) BZ de vrachtauto Z
de vetvlek V het voetenwerk A de vrachtboot Z
via V de voetganger Z het vrachtdier Z
de videotheek V het voetpad V het vrachtvliegtuig Z
vieren VZ de voetstap VZ de vrede A
de viering Z het vogelnest V vredig B
vies V voldoende Z vreselijk VZ
de vijand A volgen V vrezen BV

21
Woordenlijst Eindtoets FO
 vriendelijk VZ de wasmand Z wieden BV
de vriendschap Z de waspoeder Z het wiel Z
vriezen BV wassen VZ wijd Z
de vriezer Z de waterkant V wijden V
de vrijheid V de waterleiding B de wijkagent A
vrijlaten V watertrappelen V wijken V
vroeger Z wazig A wijken A
vrolijk VZ de wc-bril V wijs BZ
de vrucht Z het wc-papier VZ wijsmaken V
vruchtbaar B de webwinkel Z wijze V
het vuilnis A de wedstrijd V wijzen VZ
de vuilnisbak Z de weduwe /weduwnaar B de wijzer V
de vuilniszak V het weekend V wijzigen B
vulgair V het weer Z wikkelen V
de vulkaan Z het weerbericht VZ wild AZ
de vulkaanuitbarsting Z de weerman Z het wild ⇒ in het wild B
de vuursteen B het weerstation Z de wildernis AB
de vuurtoren V de weg vinden Z wildvreemd B
waaien Z wegduwen V willen V
de waakhond B wegen VZ de windkracht BZ
waard zijn Z wegens A de windmolen V
de waarde A de weggebruiker A de windrichting Z
waardeloos B weggooien Z de windsnelheid Z
waarderen AV wegleggen Z de windstilte Z
de waardering A wegvluchten V de windstoot B
de waarheid BV de wegwijzer V de windvlaag Z
de waarneming B weigeren B de winkelier Z
waaronder A weinig B de winst A
waarschuwen Z wekelijks Z de winter Z
de waarschuwing Z wekken V 's winters V
de wacht houden AZ de wekker V wippen V
de wachtkamer B weleens Z wissen BV
het wachtwoord B wenden V woeden V
waden V zich wenden tot A woedend Z
de wafel V de wenkbrauw BVZ woest B
waggelen B wennen Z de woesteling B
de wagon B de wens BZ het woestijnklimaat A
waken V wensen VZ wolkeloos B
walgen van A wentelen A de wond Z
de walvis Z de wereld Z wonderlijk B
de wand AZ wereldberoemd B het woonblok B
wandelen VZ de wereldbol V de woonwagen V
het wandelpad V de wereldtaal A het woord ⇒ met andere
de wandeltocht A de wereldtentoonstelling V
woorden (m.a.w.) AV

wanhopig BV werken V
de wortel BZ

het wapen Z de werkhandschoen Z

de wraak BV

de warming-up A de werktekening A
het wrak AVZ

de warmte Z de werkzaamheden Z
wreed V

warrig B werpen V
de wreef A

de was Z de westenwind B
wrikken V

de wasdag Z de wet BZ
wringen AV

de washand V weten VZ
wroeten V

de waslijn Z de wetenschap B
wuiven BV

de wasmachine Z de wetenschapper AB
de yoga V
de yoghurt V
22
Woordenlijst Eindtoets FO
het zaad Z de zomerjurk V
de zaag Z 's zomers V
zaaien Z de zon Z
zacht Z 's zondags V
zachtzinnig A de zonnebril Z
de zak Z zonnen Z
het zakgeld V zonnig V
zakken Z de zonsondergang Z
de zalf Z de zonsopkomst Z
de zang Z de zoo A
zappen V het zoogdier AZ
's zaterdags V de zorg Z
de zebra V zich zorgen maken over Z
de zee-egel V zorgen voor Z
de zeehond V de zorgsector Z
de zeemeermin V zowel…als A
de zeep Z het zuiden B
het zeepaard Z het zuidwesten B
de zeepbel V zuigen VZ
zeer V zullen Z
de zeerob V zuur B
de zeespiegel Z zwaaien B
de zeilboot V zwager / zwagerin of
de zekerheid V de zwageres B
zelden AB het zwembad Z
zeldzaam BV zwemmen Z
zelfbewust A zweren V
zelfverzekerd AV zwerven VZ
zenden V zwijgen V
zenuwachtig VZ
zetten V
zeuren VZ
het zicht A
zichtbaar AB
het ziekenhuis Z
zielig Z
zien Z
de zijde V
zijn Z
zijwaarts A
zilver Z
zilvergrijs B
zingen Z
het zink A
zinken VZ
het zintuig A
de zitbank Z
de zitkamer Z
de zitplaats Z
zitten Z
zodanig A
zoeken V
zoenen V
zo-even V
de zomer Z

23
Woordenlijst Eindtoets FO