Hoofdstuk 4: STP (hoofdstuk 6 )

Kennen en kunnen

pg. 1
 6.1 Marktsegmentatie

 Markt verdelen op basis van

o Kenmerken
o Gedragingen
o Behoeften
 Verdelen in relevante doelgroepen

6.1.1 Segmentatiecriteria B2C

 B2C of B2B
 Geografie
 Demografie
 Psycho-sociaal
 Gedrag
o Gelegenheid
o Gezochte benefits
o Gebruikertype
o Gebruiksfrequentie
o Loyaliteit

 Niet alle criteria hanteren. Relevante mix maken om tot een gerichte groep te komen.

6.1.4 Voorwaarden voor effectieve segmnetatie

 Effectieve segmentatie
o Meetbaar
o Toegankelijk
o Bevattelijk
o Relevant
o Haalbaar

pg. 2
 6.2 Keuze van de doelgroep ( Targeting, STP)

6.2.1 Marktsegmenten beoordelen

 Grootte en groei
o Niet altijd zo groot en zo snel mogelijk
 Structurele aantrekkelijkheid
o Concurrenten (potentiële), substituten, afnemers, leveranciers
o // Five forces van Porter
 Eigen doelstellingen en middelen

6.2.2 Doelmarkten selecteren

 Ongedifferentieerd
 Gedifferentieerd
o 10 x 10
o vs 1 x 100
 Geconcentreerd

pg. 3
 6.3 Positionering (STP)

 Kiezen welke positie je inneemt binnen

segment
 Positie in het hoofd van de consument
o Consument = lui en
bevooroordeeld
 Positie ten opzichte van concurrenten

6.3.1 Positioneringsdiagram

6.3.2 Positioneringsstrategie kiezen

 Kostenleiderschap, differentiatie, focus, …

o → vaak meerdere spelers met zelfde strategie
 Concurrentievoordelen bepalen
o Kwaliteit, personeel, proces, prijs, …
 Inzetten op één centraal voordeel (of een kleine selectie)
o Unique Selling Proposition – USP
 Oppassen voor
o Overpositioneren
o Onderpositioneren
o Verwarde positionering

pg. 4
voorbeeld:

dia 35-45 ppt

pg. 5