You are on page 1of 1

Met trillende benen schuifelt een jonge meid richting het uithangbord waarop een

hamer op een aambeeld slaat. Damp stijgt op van waar regendruppels haar golvende
rode haar raken. Ze is hier nooit geweest, maar dit moet het huis van haar oom
zijn. Ondanks het slechte weer en haar twijfels of ze wel goed loopt is ze blij om
hier te zijn, alleen, in een grote nieuwe stad die sommige van de grootste magiers
ooit heeft voortgebracht. Om haar heen zweeft een vuurrood boek waar de regen en de
wind geen vat op lijken te hebben. Terwijl het langszweeft tikt ze met twee vingers
het boek aan en het opent naar een van de laatste pagina's. Daar staat een slordige
notitie van het adres van 'Stoom en Staal', de smederij van oom Embric. Met een
vlugge beweging van haar ganzenveer veegt ze de aantekening uit en de pagina is
weer leeg, weer vrij om nieuwe kennis op te slaan, om nieuwe spreuken te leren.
Die ochtend hadden het boek en de veer nog voor problemen gezorgd. Bij aankomst in
de stad moest er een stapel papierwerk ingevuld worden om ze te mogen meenemen. Het
spellbook en haar magische krachten moesten geregistreerd voordat Tieto vrij was om
de stad te verkennen. Ongeduldig had ze ja geantwoord op aanmelding bij de
Wachtende Orde van Magisters, en schijnbaar kan ze nu opgeroepen worden als de
oorlog uitbreekt. Alsof dat binnenkort gaat gebeuren.
Ze klopt aan en wacht. Sociaal contact met familie is nooit haar sterkste kant
geweest. Als ze zou willen kon ze omdraaien en teruglopen naar de Basiliek van de
Seldarine, waar ze afscheid van Lector Mestari had genomen. Maar de strenge
professor is druk met het plannen van de begrafenis van Magenta. Als broer moet hij
keuzes maken voor de ceremonie waar over een paar dagen de hele stad voor uitloopt.
De brute publieke moord op het hoofd van het juweliersgilde van Waterdeep trekt
veel bekijks, en er wordt verwacht dat zelfs de Open Heer, Laeral Zilverhand,
persoonlijk aanwezig zal zijn! Die vrouw is een van de beste tovenaars van deze
tijd en leider van een wereldstad en Tieto kan haast niet geloven dat ze haar van
dichtbij zal kunnen zien.
Maar dat is niet de reden dat deze reis voor Tieto ingrijpend is. Het is de eerste
keer in vier jaar dat ze terug is op het continent waar ze geboren is. Waar ze als
meisje te slim was voor het boerendorp waar ze opgroeide en mocht studeren op Fort
Terboltz. Uit automatisme recht ze haar rug zodra ze aan haar tijd bij de
dragonborn terug denkt. Toen was ze pas acht en voor het eerst alleen van huis en
toen is het ook goed gekomen, spreekt ze zichzelf moed in.
Ze blijft staan terwijl ze voetstappen naar de deur hoort komen. Er is nog een
moment om weg te rennen. Maar waarheen? Misschien naar de Verwondering, de tempel
van Mystra, met een grote bibliotheek waar magie bestudeerd wordt. Ze heeft gehoord
dat er een kapel is, gewijd aan Azuth, de patroonheilige van tovenaars. Net zo'n
kapel als bij de Academie in Leuthilspar die de afgelopen jaren haar thuis was. De
vertrouwde veilige keuze heeft nooit iemand groots gemaakt, denkt ze bij zichzelf.
Ahghairon heeft heel wat draken bevochten voor hij ze uit de stad weerde, problemen
ontwijken kan altijd later nog.
Terwijl het slot knarst ademt ze een laatste keer diep in, en dan opent de deur.

You might also like