Professional Documents
Culture Documents
Bank en Financiën Samenvatting
Bank en Financiën Samenvatting
Geld en betalen:
Giraal geld = betalen via een financiële instelling moet meestal over een financiële rekening
beschikken.
Elektronische overschrijvingen en betalingen worden sterk gepromoot door banken. Klant kan
eenvoudige transacties zelf verrichten. Het bankkantoor dient voor dienstverlening van hogere
toegevoegde waarde.
Elektronische bankieren: selfbanking, phonebanking, pc-banking en bankieren via de apps van
smartphone.
Voordeel:
- Niet gebonden aan de openingstijden van het bankkantoor
E-governement: de banken bieden een abonnement aan voor een digitale handtekening dat
elektronisch bankieren en factureren mogelijk maakt.
2. Cash betalen
2.1 Cash betalen kost geld
Cash = kost de maatschappij heel veel geld. In de eurozone = 1096 miljard euro in omloop.
Geld moet gedrukt, vervoerd en beveiligd worden.
Elektronische betaling 3x < cash betaling
Consument: cash = gratis, elektronische betaling niet
Bank: kosten van cashbetalingen te recupereren bv. lagere rente geven op zichtrekening
2.3 prepaidkaart
moet een bedrag plaatsen op kaart voor dat je het kan gebruiken. Wanneer het geld op is, is het op.
Ideaal voor zakgeld voor studenten of om mee te nemen op reis.
Voordeel:
- houder op geen enkel ogenblik zijn kaart uit hand moet geven.
- Verlies/diefstaal kaart blokkeren
- Max. 50 euro voor eigen rekening niet frauduleus of nalatig hebt gehandeld.
3. De zichtrekening
Zichtrekening: werkinstrument waarmee een cliënt zijn inkomsten en uitgaven op een praktische
manier kan regelen en opvolgen. Direct beschikken over het geld.
3.3 Kenmerken
Titularis: meestal de persoon, natuurlijk of rechtspersoon die een rekening opent bij een financiële
instelling.
Rekeninghouder kan ook volmacht geven: heeft toelating om met de rekening te werken bv. geld
storten, geld opnemen , overschrijving doen… etc
Creditsaldo: het bedrag dat de rekeninghouder tegoed heeft, ook provisie van de rekening genoemd.
Debetsaldo: het bedrag dat de rekeninghouder aan de bank verschuldigd is
Valutadatum: de datum vanaf wanneer ( bij stortingen) of tot wanneer ( bij afhalingen) de bank rente
verschuldigd is. Deze datum is wettelijk bepaald en bepaalt het volgende:
- Stortingen worden op creditzijde van de rekening geboekt en brengen rente op vanaf eerste
kalenderdag volgend op de storting ( transactiedag – 1)
- Geldopnemingen: worden op de debetzijde van de rekening geboekt en de interest wordt
toegekend tot en met de kalenderdag die de dag van opname voorafgaat ( transactiedag – 1)
Elektronische betalingen: hebben een dag valutering: de transactiedag is gelijk aan de valutadag. De
meeste banken belonen zelfs die manier van werken.
4. De debetkaart
Debetkaart: elektronische betaalkaart die je kunt gebruiken om betalingen te doen in de meeste
winkels of om geld uit de muur te halen.
5. Online betalen
6. Kredietkaart
Kredietkaart: populaire vorm van een kortlopend consumentenkrediet. Deze is een kaart
waarmee je kunt betalen in een verkooppunt of restaurant in binnen-en buitenland en waarmee
je geld kunt afhalen uit ‘ de muur’. Deze kaart verschaft de gebruiker ervan een kortlopend en
relatief beperkt krediet voor een maximaal bedrag vastgelegd in de kredietovereenkomst.
Werking?
Betaling valideren via pincode, soms ook wel handtekening
Idem voor geldopnames + kosten aangerekend.
Gewone kredietkaart: de kaarthouders beschikt over een gebruikerslimiet ( bv. 1250 euro per
maand)
Hoofdstuk 7: aandelen
Aandeel definitie:
- een bewijs van mede-eigendom van een vennootschap en ontstaat bij de oprichting van een
vennootschap of bij een kapitaalverhoging.
- Een aandeel vertegenwoordigt een deel van het eigen vermogen en heeft geen vervaldag.
- Aandelen van beursgenoteerde ondernemingen worden verhandeld op de beurs.
- Die van niet beursgenoteerde ondernemingen op de interprofessionele markt/ Euronext
expert markt.
Recht op informatie:
- De aandeelhouder heeft recht om voor de av inzage te hebben in de jaarrekening, het verslag
van commissarissen en revisoren, communiqués, …
SOORTEN
Indeling naar vorm:
Aandelen op naam:
- Aandeel op naam en de daaraan verbonden rechten behoren toe aan een welbepaalde
persoon
- Het bewijs van eigendom wordt geleverd door de inschrijving in een aandelenregister dat op
de maatschappelijk zetel van een vennootschap wordt bijgehouden
- Overdracht gebeurt, moet de identiteit van de overdrager en de overnemer in het register
worden genoteerd.
Gedematerialiseerde aandelen:
- Een belegger zal meestal kiezen voor gedematerialiseerde aandelen die worden
vertegenwoordigt door een boeking op rekening op naam van de aandeelhouder bij een
financiële instelling.
- Overdracht van de geboekte aandelen gebeurt door overschrijving van rekening naar
rekening.
- Effectenrekening biedt voordelen: elke risico op verlies of diefstal is uitgesloten en het
beheer van de aandelen bv. uitbetaling van dividenden, verloopt efficiënter
Indeling volgend de rechten die ze vertegenwoordigen
Winstaandelen:
- Aandelen of bewijzen die het kapitaal van de onderneming niet vertegenwoordigen
- Ze worden uitgegeven als tegenprestatie voor een niet-financiële inbreng, zoals know-how
van een van de stichters
- Aandelen geven recht op een deel van de winst, maar meestal niet op stemrecht
Oprichtersaandelen:
- Soort winstbewijzen, worden toegekend aan de oprichters van een vennootschap voor
medewerking of technische inbreng ( kennis, octrooi)
- Vertegenwoordigen geen deel van het kapitaal en geven geen recht op stemrecht
- Wel recht op dividend, na de preferente en gewone aandelen zijn vergoed
Bonusaandelen:
- Gedeelte winst houden onder vorm van reserves = gedeelte eigen vermogen
- Ond beslissen om reserves om te zetten in aandelen = bonusaandelen, die gratis ter
beschikking worden gesteld van de AH
- Het eigen vermogen wijzigt niet
- Bonusaandelen in bezit houden of verkopen en de waarde daarvan direct in ontvangst
nemen
- Bonusaandelen in bezit houdt dividend ontvangen van gewone en deze aandelen
Rendementsaandelen:
- Relatief hoge dividend en minder voor de verwachte koersstijging
Penny stocks:
- Aandelen met een koers minder dan 1 EUR/USD
- Bedrijven zware problemen failliet
- Groot risico tenzij worden overgenomen
VEILIGHEID
Koersschommelingen:
- Waarde aandeel is variabel en kan voor meer-als minderwaarden zorgen
- Interne factoren: op kwaliteit van de onderneming
- AH kijkt naar nettowinst: huidige nettowinst als de vooruitzichten die beurkoers zullen
beïnvloeden
- Bij publicatie van de resultaten de effectieve winst in de buur van de verwachtingen, koers
weinig of niet reageren
- Effectieve winst fel afwijkt fors koersschommelingen mogelijk
- Externe factoren: op markt-en politiek risico
- Markt-risico: conjunctuurverloop. Als economische dieptepunt is bereikt hoop op
verbetering door bv. overheidsmaatregelen of aanpassingen van de rente effect op de
beurs
- Koersen stijgen en dalen het meest bij omslag hoog-laagconjunctuur
- Politieke risico: bedrijfsvriendelijke klimaat. Vermindering van de vennb, minder patronale
bijdragen en taksen, investeringspremies, blokkeren van lonen en wedden,…
- Spectaculaire stijgingen: aantal factoren tegelijk optreedt.
- Totale gebeuren op beurs: rentevoet, economische activiteit ( factoren)
- Beurskoersen: winstverwachting
- Sectorkoersen: oorlog
Kapitaalrisico:
- Verkoop minderwaarde realiseert door koersschommelingen
- Bij liquidatie/faillissement AH als laatste terugbetaald riskeert ingebracht kapitaal te
verliezen
Wisselrisico:
- Positief of negatief wisselkoersverschil
- Beleggingen in vreemde valuta
Renterisico:
- Stijging van de rentetarieven negatieve weerslag op de evolutie van de aandelenkoersen. =>
hoge rentetarieven duurder maken voor bedrijven om geld te ontlenen => winst beinvloedt
- Aandelen verkopen en te kiezen voor andere vastrentende producten, vergoeding
interessanter op
- Daling rentetarieven: positief invloed op beurs door goedkoop ontlenen van geld door
bedrijven + minder interessant vastrentende producten voor de belegger.
FISCALITEIT:
Roerende voorheffing:
- Dividenden belast aan 30%
- De meerwaarde die gerealiseerd wordt bij de verkoop van aandelen => vrij van belastingen
=> privévermogen
- Gerealiseerde meerwaarde wel belast worden => speculatief inkomen => speculatieve
beleggers die aandelen kopen en snel verkopen met winst + wordt belast aan 33% +
gemeentebelasting
- Gebeurt niet vaak => fiscus weinig controlemogelijkheden heeft
- Fiscaal interessanter beleggen in aandelen met laag dividendrendement + grote
verwachte koersstijging
- Vrijstelling 800 EUR in de PB voor gewone dividenden
- Roerende voorheffing kunnen terugvorderen
Effectentaks
- 0,15% op effectenrekeningen van meer dan 1 miljoen euro
- # titularissen maakt niet uit
- Berekend op volledige bedrag van de effectenrekening + als belastingbasis wordt de
gemiddelde waarde genomen van de waarde van de effectenrekening op 31 maart, 30 juni,
30 sept, 31 december
- Financiële instrumenten: aandelen, obligaties, termijnrekeningen, kasbon, staatsbons,…
- Ook buitenlandse rekeningen
- Rekeningen met meer 1 miljoen niet toegestaan
- Antimisbruikbepaling: bedragen vastgesteld op 30 oktober => belastingbetaler bij eventuele
splitsing aan te tonen niet belastingen te ontwijken
-
Definitie:
- Obligatie: verhandelbare schuldbetekenis voor een lening die is aangegaan door een
overheid of een onderneming.
- Overheden + ondernemingen hebben geld nodig om te investeren in bv. gebouwen,
machines, infrastructuur…
- Koper van obligatie = obligatiehouder, leent het geld aan de overheid of onderneming =
emittent
- Obligatiehouder ontvangt op vaste tijdstippen een variabel of vaste rentevergoeding. Bij
afloop wordt ook geleende bedrag terugbetaald + laatste verschuldigde rente
- Nominale bedrag: bedrag van de obligatie-uitgifte/aantal uitgegeven obligaties. Coupons
worden berekend op basis van dat bedrag
- Uitgifteprijs: obligatie wordt uitgegeven tegen een bepaalde prijs. Prijs kan verschillend zijn
van het nominale bedrag van de obligatie. Als uitgifteprijs > nominale waarde verschil:
uitgiftepremie
- Premie wordt door obligatiehouder gestort op het ogenblijk van de obligatie-uitgifte
bovenop de nominale waarde van de obligatie waarop hij intekent => boven pari
- Uitgifteprijs < nominale waarde koper minder betalen voor obligatie bij uitgifte onder
pari
- Uitgifteprijs = nominale waarde = a pari
SOORTEN
Gewone obligaties:
- Meest vertrouwd mee zijn, keren vast rente uit over het nominale bedrag gedurende de
looptijd
Lineaire obligaties:
- Worden uitgegeven door Belgische overheid
- OLO’s = obligation lineaire genoemd = belangrijkste element voor de financiering van de
Belgische staatsschuld
- Grote coupures: min 125 000 EUR institutionele beleggers
- Lange termijn met 1-30J rentevoet, terugbetalingsprijs, looptijd op voorhand vast liggen
- Uitgiftelijn verschillende schijven bestaan bv. 5X 25.000 euro periodieke uitgiften waarvan
de aangehaalde voorwaarden ( rente, looptijd) gelijk blijven)
- Uitgifteprijs of de prijs waaraan de kopers intekenen kan verschillend factoren: evolutie v.
rente, resterende looptijd tot de vervaldag, kredietwaardigheid van de emmitent, en van
koper tot koper
- Kopers en intekenaars krijgen kans om de obligaties te kopen volgens de geboden prijs
- Wie het beste prijsvoorstel doet, kan bij voorkeur intekenen
- Het plaatsen van obligatie primaire markt , daarna secundaire markt
- Kredietwaardigheid: hoogte van de rentevoet waaraan de overheid kan lenen
- Bertrouwbare kredietwaardigheid: zorgt ervoor dat de rentevoet lager is => kostprijs van de
lening voordeliger zal zijn
- Minder goede kredietwaardigheid: hogere rentevoeten en dus duurdere leningen
- Wordt bepaald door internationaal erekende ratingbureaus
Bedrijfsobligaties:
- Ondernemingen die opzoek zijn naar investeringskapitaal naast aandelenuitgifte of een
leningen bij financiële instellingen, beroep doen op kapitaalmarkt via een emissie van een
obligatielening
- Kredietwaardigheid ook bepalend