You are on page 1of 1

Vul het voltooid deelwoord van het gegeven werkwoord in.

1. Zaterdag ben ik naar de stad (fietsen) .

2. Ik heb in de stad (winkelen) .

3. Wij hebben een afspraak (maken) voor morgen.

4. 's Avonds hebben we naar de radio (luisteren) .

5. Hij heeft een jaar door Afrika (reizen) .

6. Ik heb vanavond aardappels (koken) .

7. Ik heb veel leuke verhalen (horen) .

8. Heb jij wel eens (surfen) ?

9. We hebben de hele avond (praten) .

10. Wat heeft hij tegen je (zeggen) ?

You might also like