You are on page 1of 18

 Nieuws

 Nederlands
 English

 Biografie
 Collectie
 Bronnen
 Onderzoek
 Beleef Ensor

Home » Bronnen » Webpublicaties

Deze gearchiveerde website ‘James Ensor. Een online museum.’ wordt tijdelijk niet meer
geactualiseerd. Bepaalde functionaliteiten (vb. gericht zoeken in de collectie) zijn hierdoor
mogelijk niet meer beschikbaar. Nieuwsupdates over James Ensor verschijnen voortaan op
vlaamsekunstcollectie.be. Vragen over deze website? Neem contact op via
info@vlaamsekunstcollectie.be.

La Boutique de Grognelet, James Ensor als


theatermaker
Overzicht webpublicaties
James Ensor, La Boutique de Grognelet, decorontwerp voor het eerste bedrijf van het ballet
pantomime: La Gamme d’Amour - Flirt des Marionettes, 1912, olieverf op doek 92 x 116 cm,
Privécollectie Bart Versluys.

Technische fiche (1)

 La Boutique de Grognelet, decorontwerp voor het eerste bedrijf van het ballet
pantomime: La Gamme d'Amour - Flirt des Marionettes, 1912, olieverf op doek 92 x
116 cm
 Collectie: Privécollectie van Dhr. Bart Versluys

 Pedigree: Collectie van Mevr. Alexandra Daveluy (Oostende), Collectie van Dhr Jean
Menzel (New York), Collectie van Dhr. Eric Estorick (Londen), Knoedler & Co (New
York), Christian Fayt Art Gallery (Knokke), Collectie van Dhr. Willy Woestijn
(Knokke)
 Verkoopgeschiedenis: Londen, Sotheby's, 24.4.1963, no. 67 ‘Les Marionnettes,
1916'; Genève, Galerie Motte, 5.12.1964, no. 46 ‘Les marionnettes, 1916'; Genève,
Galerie Motte, 26.11.1966 no. 248 ‘Les marionnettes, 1916'; London, Christie's,
1.12.1980, no. 29, New York, Sotheby's, 11.11.1987, no. 29

 Referenties: Le Roy, p. 193;p.166 (ill.); Sélection, IV, no.2, November 1924, p. 156
(ill.), ‘La Gamme d'Amour 1er acte'; Hellens (ill.) ‘Décor voor een ballet', Cuypers
(ill) ‘1892'; De Ridder (1930), pl. 50 (ill), Tricot X., Vandenbossche P., Hostyn N. e.a.
(2010), p. 88 (ill.), Madeline L e.a. (2010), p. 37 (ill.)
 Solotentoonstellingen: Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, 1929, no. 265;
Oostende, Kursaal, 1931, no. 3; Londen, Marlborough Fine Art, 1960, no. 77; Genève,
Galerie Motte, 1966, no. 41; Knokke, Christian Fayt Art Gallery, 1978, no. 10;
Brussel, KMSKB, 1999-2000, no. 162

Proloog
De talenten van James Ensor beperken zich niet tot tekenen, etsen en schilderen. Hij is ook
entertainer, dichter, bevlogen redenaar, muzikant en componist. Vele van deze facetten komen
samen in La Gamme d'Amour, een podiumwerk waarvoor hij zowel het scenario schrijft, de
muziek componeert, de kostuums ontwerpt en de decors vormgeeft. Hij organiseert zelfs het
lobbywerk om het te laten opvoeren, met of zonder toneel. Muziek en theater lopen als rode
draden doorheen zijn beeldend oeuvre. We zien onder andere fantastische muzikanten,
decorschilderijen en fanfares. Daarnaast inspireert zijn werk componisten. (2) In La Boutique
de Grognelet treedt Ensor buiten zijn comfortzone. Hij wordt in plaats van regisseur op doek,
theatermaker in de praktijk.

La Gamme d'Amour - Flirt des Marionettes is een 'ballet pantomime' dat bestaat uit 2
bedrijven en 26 scènes. Het werd voltooid in 1911 - 1912 rondom 6 pianowerken die dateren
van 1906 - 1911. In de periode van 1910 tot 1912 kregen de personages, decors en kostuums
vorm in talrijke tekeningen. De meeste van deze tekeningen werden gepubliceerd en
gebundeld in het lithografisch album La Gamme d'Amour (1929). (3) De schilderijen van de
decorontwerpen werden in 1912 voltooid. Dit essay focust op het decorschilderij van het
eerste bedrijf: La Boutique de Grognelet. Het vormt een pendant met La Place Publique (Afb.
6), decorschilderij voor het tweede bedrijf. Beide werken delen een narratief karakter en een
elementaire voorstellingswijze. De decorschilderijen zijn een grafische weergave van het
libretto en vormen zo een soort handleiding van het verhaal. Wij kunnen het verhaalverloop
niet kleurrijker en bevattelijker resumeren dan Karel Van de Woestijne in een krantenartikel
uit 1922.

De ‘Gamme d'Amour' is anders het eenvoudigste ding der wereld, als men het naar zijn
scenario beoordeelt. Grognelet en Brutonne houden samen een speelgoedwinkel open, - een
winkel ongeveer zooals Ensor er een van zijne ouders heeft geërfd, een winkel vol vreemde
geheimzinnigheid, ‘bariolé de couleurs vives et tendres'. Heel kenschetsend: ‘deux chaises
meublent La Boutique'. Bij Ensor is er nog slechts ééne, die ver versleten is.... Miamia helpt
hare ouders, - Miamia waar Ensor heel veel van schijnt te houden. Met de winkeljuffers stalt
ze maskers uit: het moet carnaval worden, - zooals altijd bij Ensor. Maar daar komt een
wreed man met een enormen neus, en die stuurt alles in de war. Miamia beweegt hem tot den
aftocht. Het belet niet dat hare ouders Grognelet en Brutonne, haar laaghartig mishandelen.
Het wordt veel erger nog als aan het uitstalraam eene klagelijke bedelares verschijnt die een
ziekelijk kind draagt - op Ensor's decor een zéér schoone Lieve Vrouw-verschijning, - het
kind smeekt om een pop, die Miamia medelijdend weggeeft. Miamia krijgt van hare ouders
slagen; tot daar zure carnavalmuziek weerklinkt: het is Fifrelin, de vrijer van Miamia, die
met zijne vrienden het volksfeest inluidt. Miamia vertelt hem haar verdriet; Fifrelin troost
haar, en er wordt afspraak gemaakt voor 's avonds. Als het uur der samenkomst genaderd is,
komen echter Grognelet en Brutonne weer dreigend tusschen-beiden. Fifrelin is een lafaard:
hij vlucht. Doch Miamia vlucht hem na... Nu beklagen de oudjes zich bitter hun gedrag. De
poppen, in laden geborgen, komen ze trouwens schrik aanjagen, zoodat ze in onmacht vallen.
De poppen bergen ze in eene groote doos, en bij eene doodmarsch gaan zij ze op de toonbank
plaatsen als op een katafalk. - Doch Fifrelin en Miamia komen terug, hooren de klachten en
zuchten der ouders, verlossen ze. Met natuurlijk gevolg der vergiffenis en des zegens. De
verloving heeft onmiddellijk plaats, bij alle mogelijke carnavaljool. ‘Grognelet et Brutonne
félicitent les futurs époux et l'orchestre entonne une dernière fois la tendre gamme d'amour.
(K. Van de Woestijne, 1922: 435-436)

La boutique de Grognelet: Een blik op het podium


La Boutique de Grognelet is het decor voor de eerste 20 van 26 scènes en is naar kleur en
inhoud soberder dan het tweede decor. Het schilderij toont het libretto tot en met scène V
(Bijlage 2). We zien een duidelijk afgebakende scène die centraal volgens het concept van een
traditioneel kijkkast decor, in vogelperspectief wordt afgebeeld. Enerzijds is dit voor een
beginnend theatermaker als Ensor de meest voor de hand liggende keuze, anderzijds leent de
ruimte van een winkel zich ideaal voor dit concept.

Afb. 1 De voormalige bakkerij Van Spilbeeck, Minderbroedersrui 7 in Antwerpen. (ca. 1880).


Deze foto toont aan hoezeer Ensor zijn winkelontwerp baseerde op een eerder klassieke
opbouw. Zowel de ruimteopvatting, de friezen, de zuilen en de ingebouwde kasten zien we
ook in La Boutique de Grognelet. (4)

In de winkel worden maskers, ledenpoppen en marionetten verkocht. De ruimte is ingericht


met stijlelementen die het midden houden tussen art nouveau en fantasie. We zien glas-in-
loodramen, vegetale decoratieve motieven, gestileerde friezen en sgrafitto muurtekeningen.
De overheersende kleuren zijn groen en geel, in dunne lagen aangebracht. (5) De personages
en de uitgestalde koopwaren zijn overwegend afgebeeld in een voor Ensor typisch wit,
omlijnd met rozerood. De ruimte is symmetrisch: la petite porte bevindt zich recht tegenover
la grande porte en de ingebouwde etalagekasten van de rechterzijde zijn het spiegelbeeld van
die van de linkerzijde. Het oog van de toeschouwer wordt via de linker- en rechterwand en via
de prominente toonbank naar het venster op het achterplan geleid. Hier is van alles gaande: de
figuur-met-de-lange-neus veegt koopwaar van de toonbank waardoor de vloer van de winkel
bezaaid ligt met marionetten, poppen, verkleedkledij en maskers. Het personage van de
Bedelares met het kind op de arm (Afb. 2), die veel gelijkenis vertoont met de maagd Maria,
staat achter het middelste etalageraam. Daarboven zien we een rosetvenster met aan
weerszijden kluchtige sgraffitomotieven: een figuurtje dat met de duim aan de neus het kindse
spottend gebaar van un pied de nez maakt en een beestenpop waarin een acteur verstrengeld
zit. (6)

Op het voorplan staan drie van de vier hoofdrolspelers: van links naar rechts Grognelet,
Brutonne en Miamia. Fifrelin, de toekomstige bruidegom van Miamia, speelt hier reeds een
rol maar wordt pas in het tweede decorontwerp afgebeeld.

In het verhaal van La Gamme d'Amour overwint de jeugdige liefde van Fifrelin en Miamia het
starre ouderlijke gezag van Brutonne en Grognelet. Grognelet dirigeert vanop zijn stoel, met
een gedraaide wandelstok in de hand, het reilen en zeilen in de winkel. Brutonne berispt met
kijvende vinger haar dochter die snikkend de pop toont die ze wil geven aan het kind van de
Bedelares. In de tekeningen van de kostuumontwerpen worden de personages afzonderlijk of
in kleine groepjes weergegeven. In La Boutique de Grognelet zien we zowel de Bedelares,
Grognelet als Brutonne in dezelfde kledij als in het kostuumontwerp (Afb. 2,3,4). Voor
Miamia voorzag Ensor twee kostuums (Afb. 5,6). In La Boutique de Grognelet draagt ze een
sober kleedje terwijl ze in La Place Publique een kleurrijke, fantasievolle jurk volgens de
polonaise draagt. Deze kostuumwissel toont haar metamorfose van winkeljuffrouw naar
bruid.

Afb. 2 James Ensor, La Mendiante, 1912, kleurpotlood op papier, 25 x 17,5 cm, collectie P.F.
Afb. 3 en 4 James Ensor, Grognelet en Brutonne, 1911-1912, kleurpotlood op papier, 25 x
17,5 cm, privé collectie. Zerlina Van Belle stelt dat de klederdracht van dit koppel herinnert
aan de mode van de 18e eeuw. Grognelet draagt een groene jas en een kniebroek, kenmerkend
voor de herenmode onder Louis XVI. Brutonne is getooid in een getailleerde jak en rok met
een witte schort. Op haar hoofd heeft ze een witte muts, rond haar hals een fichu. (Z. Van
Belle, 2015-16: 11)

Afb. 5 en 6 James Ensor, Miamia en Poupeline, 1911-1912, kleurpotlood op papier, 25 x 17,5


cm, privécollectie en collectie P.F. De tekening van Poupeline, één van de winkeljuffrouwen,
verduidelijkt dat Miamia in het eerste bedrijf (La Boutique de Grognelet) gekleed is in
eenvoudige werkkledij. Pas in het tweede bedrijf (La Place Publique) mag ze haar feestkledij
aantrekken: een soort vlinderjurk volgens de polonaise. In La Place Publique zien we
Poupeline terug in het groepje van vier meisjes die de stoet afsluit.
Afb. 7 James Ensor, La Place Publique, reproductie van het décor van het tweede bedrijf uit
de map La Gamme d’Amour (1929, Georges Vriamont) (origineel: 1912, olieverf op doek
172,5 x 210 cm, Tr. 463)

In La Place Publique staan de ouders niet meer centraal maar vormen ze een kleine schakel in
de kleurrijke stoet op het marktplein. Ze begeleiden Miamia en Fifrelin naar hun bruiloft. Een
massa personages is met de grootste zorgvuldigheid uitgewerkt en geordend op het doek. Aan
de linkerzijde van het plein herkennen we de buitengevel van La Boutique de Grognelet. Een
opmerkelijk detail is dat Ensor zichzelf tweemaal afbeeldt. Links op het middenplan heeft hij
een rode paraplu bij zich en schenkt hij een pop aan zijn vertrouwelinge, Emma Lambotte. (7)
Ook verwijst hij, rechtsboven, naar de iconische foto waarbij hij fluit speelt, gezeten op een
schouw.

Francine Claire Legrand bejubelt dit tweede decor: Het is echt de door de regisseur bedachte
apotheose van een ballet (F.C. Legrand, 1993: 63). Over het eerste decor is ze bondig: De
personages en de decors zijn vrij zoetelijk en overstijgen het niveau van de scenografie
niet (F.C. Legrand, 1993: 62). Deze conclusie is het gevolg van een éénzijdige lectuur van het
schilderij. De artistieke waarde van La Boutique de Grognelet zit hem niet in de detailvoering
of de karakterzetting, wel in de manier waarop Ensor zijn metier van beeldend kunstenaar
tracht te verbreden naar dat van theatermaker.

La Boutique de Grognelet heeft een documentaire waarde voor de decorbouwers. Dit


verklaart de doordachte, overzichtelijke compositie en de synthese op één beeldvlak van de
diverse verhalende onderdelen. Het beeldvlak wordt een projectie van het speelvlak. Wat er
op het doek staat en op welke plaats blijkt voor Ensor van minstens evenveel belang als het
‘hoe'. Ensor vertrok van ruimte en meubilair waarna hij deze overschilderde met personages
en koopwaar. (8) De decorontwerpen illustreren de sfeer en de rekwisieten die noodzakelijk
zijn om het ballet op te voeren. Een nota bij een brief naar François Franck, organisator van
de eerste opvoering van La Gamme d'Amour, verduidelijkt dit. Opvallend is dat hij twaalf jaar
na datum tot het kleinste detail trouw blijft aan het oorspronkelijke ontwerp. De opgehoogde
foto van La Boutique de Grognelet waarnaar verwezen wordt in de nota, krijgt de functie van
handleiding toebedeeld. (Bijlage 1)

Afb. 8 Opgehoogde foto van La Place Publique. Deze werd toegevoegd bij de brief aan
François Franck (1924) als verduidelijking voor de decoropbouw. Een gelijkaardige
opgehoogde foto van La Boutique de Grognelet werd ook toegevoegd.

Afb. 9 Achterzijde van de foto met aantekening van Ensor: Decor dur (?) pour mon ballet La
Gamme d’Amour/Flirt de marionnettes. Decor 2e tableau représentant scène, décor et
personages, James Ensor 1917.

La boutique de Grognelet: Een blik rondom het podium


Het idee van een ballet pantomime voor 'levende marionetten' klinkt vandaag als een
curiosum maar was niet uitzonderlijk binnen de toenmalige cultuurhistorische context. (9) Het
thema van de pop of marionet leidde in Rusland tot een aantal producties die internationale
faam genoten en vandaag deel zijn van het kunsthistorisch repertoire. In het klassieke ballet
De Notenkraker (Ivanov, Tsjaikovski, 1892) worden tinnen soldaatjes tot leven gewekt. Later
koppelen onder anderen Meyerhold en Diaghilev de nationale volkscultuur aan artistieke
vernieuwing. Carnaval en poppenkast leveren de ingrediënten voor producties als Carnaval
(Fokine, Diaghilev, gebaseerd op muziek van Schumann, 1910), Petroesjka (Fokine,
Stravinski, 1911) en Parade (Massine, Satie, Picasso, Cocteau, 1916).

Binnen het lichtere genre van de podiumkunsten werd het ballet pantomime in de loop van de
19e eeuw erg populair. Vaak speelden op commedia dell'arte gebaseerde personages een
hoofdrol. Het genre was zo succesvol omwille van het volkse karakter, de relatief korte duur
van de voorstellingen en de combinatie van een eenvoudige verhaallijn met lichte muziek.
Ensors Brusselse vriend Theo Hannon schreef in 1886 het scenario voor het ballet pantomime
Pierrot Macabre, op muziek gezet door Pietro Lanciani. (10)

Een inspirerend voorbeeld voor Hannon en Ensor was de Franse volkskundige Jules
Champfleury. Deze schreef zijn pierrot pantomimes (Pierrot, valet de la mort, Pierrot perdu
en Pierrot marquis) voor het Parijse volkstoneel en streefde boven alles amusement na: (11)
Ce Pierrot valet de la Mort, est une oeuvre simple comme bonjour, qui a pour but d'amuser et
de faire jouir le spectateur d'un nombre illimité de coups de pied a cul et d'une myriade de
soufflets (J. Champfleury, 1846: 4). Dit citaat verduidelijkt binnen welke traditie we Ensors
ballet dienen te situeren. Hoewel geen pierrot pantomime, vertonen de personages van La
Gamme d'Amour sterke gelijkenissen met de archetypes uit de commedia dell'arte. Fifrelin,
speels en bontgekleurd en Miamia, onschuldig en verliefd, zijn alter ego's voor Harlekijn en
Colombine. Grognelet is doorheen zijn hebzucht en autoriteit een typische Pantalone-figuur.
Zittend op een stoel beveelt hij zijn naarstige dochter. Hij wordt boos wanneer ze uit
barmhartigheid koopwaar weggeeft.

Wanneer we meer focussen op Ensors directe omgeving wijst Robert Wangermée in de


publicatie La Gamme d'Amour en de ensoriaanse muziek op de setting waarin Ensor eind 19e
eeuw in Oostende vertoefde. Als belangrijkste kuststad en mondain centrum waren er talrijke
blaasensembles en fanfares het hele jaar door. Tijdens het zomerseizoen waren er diverse
symfonische concerten in het Kursaal. (12) Het klassieke repertoire werd afgewisseld met
populaire fragmenten gespeeld uit opera's, walsen en dansen. Bij het doorbladeren van een
Sint Cecilia-cataloog uit 1910, (13) een uitgebreide opsomming van alle beschikbare
bladmuziek, valt op hoe populair het marionettenthema was. (14)

De elementen van La Gamme d'Amour (carnaval, muziek, theater, dans en commedia


dell'arte) komen veelvuldig voor als thema of motief in Ensors beeldend werk. Ze tonen een
fascinatie voor de wereld van het podium als draagvlak van een werkelijkheid die zich buiten
de reële wereld afspeelt. Pierrots en harlekijnen, dansend of musicerend, zijn de personages
die diverse minnetuinen of sentimentele wandelingen bevolken. De zachte kleuren, vloeiende
lijnen en wazige atmosfeer van deze werken roepen een bucolische schoonheid op die doet
denken aan het werk van Jean Antoine Watteau (1684 - 1721). Francine Claire Legrand merkt
terecht op dat de ouder wordende Ensor van het bekoorlijke begint te houden. (15)

Het podium staat centraal in werken als het grote Théatre de masques (1889, Tr. 303) en Le
ballet fantastique. (1918, Tr. 502) (16) Hiernaast schildert Ensor ook ‘suggestieve decors'. Dit
doet hij onder andere door de bovenhoeken in boogvorm op te vullen of mensen, maskers en
dieren uit de zijkanten tevoorschijn te laten komen die het centrale tafereel aanschouwen en
toejuichen (afb. 10).

La Boutique de Grognelet onderscheidt zich van bovengenoemde werken omwille van het
functionele en toegepaste karakter. De beeldtaal weerspiegelt de eerlijke, volkse sfeer die
Ensor beoogt en kan als ‘bewust naïef' bestempeld worden. Zo vormt dit schilderij een
eenheid met de complexloze muziek en het eenvoudige scenario van La Gamme d'Amour.

Afb. 10 Ballerines muées en marguerites 1936 olieverf op doek 54 x 65 cm, privécollectie, Tr.
692.

Afb. 11 James Ensor, La Boutique de Grognelet, 1911-1912, kleurpotlood op papier, 17,8 x


25,4 cm, privécollectie.

La boutique de Grognelet: Een blik achter het podium


Onder invloed van François Franck wordt in 1924 het ballet onder de titel Poppenliefde voor
de eerste maal integraal en op basis van beide decorschilderijen uitgevoerd door de
Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen. (17) De meest logische verklaring voor de lange
periode tussen creatie en eerste uitvoering is het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en
nadien een gebrek aan voeling en interesse in een productie die gegroeid en geworteld is in de
zorgeloze belle époque-sfeer.
Ensor bleef al die tijd overtuigd van de kwaliteit van zijn project. Hij voerde promotie via zijn
eigen beeldend werk (Afb. 12) en deed vergeefse pogingen om zijn ballet te laten opvoeren
door onder andere de gerenomeerde Ballet Russes van Diaghilev.
Afb. 12 James Ensor, Le masque arraché, olie op doek, 117x228 cm, privécollectie 1915, Tr.
475 In 1915 beeldt Ensor La Gamme d’Amour af als evenement dat in de toekomst zou
plaatsvinden maar nu al ophef maakt (F.C.Legrand, 1993: 66).

Het was ook tijdgenoten niet ontgaan dat La Gamme d'Amour niet het verhoopte succes
kende. Karel Van de Woestijne merkte in 1922 op: Het ballet, ik zei het u, werd nooit
gedanst: een wrangheid in Ensor's leven. (K. Van de Woestijne, 1922: 433) Bijgevolg stelt
zich de vraag waarom Ensor zo'n grote waarde bleef hechten aan zijn Gamme d'Amour. Het
antwoord brengt ons bij de naamkeuze van de personages en het verloop van het libretto.

In de Ensor-literatuur wordt het ontstaan van La Gamme d'Amour gesitueerd in 1906. Deze
datum wordt in verband gebracht met het jaar waarin hij van Emma Lambotte een harmonium
krijgt. Bij de Ensors thuis stond er echter al vroeger een piano en ook bij de familie Rousseau
bespeelde hij de piano. Ensor componeert enkele op zichzelf staande pianowerkjes die de
muzikale basis zullen vormen van zijn latere ballet. Waar we de muzikale grondslag van het
ballet in 1906 kunnen situeren, komen de personages al jaren vroeger tot leven. Hiervoor
moeten we terug gaan naar de brieven en toespraken van Ensor. De uitgevonden adjectieven,
eigennamen, neologismen en plaatsnamen illustreren hoezeer hij gaandeweg een fantastisch
en absurd universum ontwikkelde.
De personages van La Gamme d'Amour kennen hun ontstaan in deze context. In een speech
van 1903, gericht aan Les Compagnons du Rat Mort, de carnavalsvereniging waar Ensor lid
van was, en in een brief van 1902 aan Ernest Rousseau jr., zoon van mecenassen Mariette en
Ernest Rousseau, worden personages als Murmuramis, Corylopsis, Ombrose, Turlutute,
Chandelette, Olyandre en Gali-Gali reeds vernoemd. (18)

Wat het libretto betreft zijn er verschillende autobiografische elementen terug te vinden.
Ensor groeide op in een winkel en zijn voorliefde voor maskers, verkleedpartijen en
gekscheerderij met als jaarlijkse hoogtepunt de carnavalsperiode en stoet is bekend. We
kunnen er door talrijke brieven en verwijzingen in zijn werken ook van uitgaan dat er een
dominant ouderlijk gezag was dat vaak gelinkt werd aan de winkel. In een brief aan Pol De
Mont schrijft Ensor in 1899: Je suis toujours extrêmement occupé en été � Ostende et dois
négliger l'art pour aider ma mère qui tient un magasin de coquillages et curiosités de la mer.
(19) Ook Laurence Madeline benadrukt in haar essai A Ostende, le ‘tout-monde' de James
Ensor het onlosmakelijk verband tussen Ensor, zijn kunst, de winkel en zijn familie. (20)
De diepere inhoud van het libretto verbergt mogelijk persoonlijke drama's uit het leven van
Ensor. Miamia wordt beschimpt en geslagen (scène VII). In de volgende scène verschijnen er
muzikanten en de vreemd gekostumeerde en vrolijke Fifrelin. Hij troost haar en ze dansen een
draaiende wals die zich liefdevol ontsluit (scène IX). Wanneer Fifrelin ‘s avonds terugkeert
worden ze bedreigd door Grognelet en Brutonne waarop het liefdespaar op de vlucht slaat
(scène XIV). De ouders worden door de marionetten in 'dozen' weggebracht. Miamia en
Fifrelin verlossen de ouders waarop deze hun spijt betuigen en een huwelijk wordt geregeld
(scène XX).

Tot tweemaal toe zal James Ensor een gelijkaardig scenario meemaken met telkens zijn zus in
een hoofdrol. In de onuitgegeven brieven van Ensor aan Mariette Rousseau beschrijft hij hoe
de romance tussen zijn zus en de Chinees Alfred Taen-Hee-Tseu haar beloop krijgt. De
Chinees is un mandarin en costume merveilleux dat hij pas na aandringen wil ruilen voor een
westers kostuum. Hij wordt begeleid door politie en een bonte stoet joelend volk trekt van het
station naar hun woning. Op 31 augustus 1892 huwt het koppel en ze reizen naar Berlijn waar
hij zijn zaak had. Een jaar later, in 1893, volgde de scheiding al. Nog voor de bevalling van
hun dochter Alexandrine op 26 maart 1893 is Mitche al terug in Oostende. Ensor trekt zich
het langdurige en pijnlijke scheidingproces erg aan.

Afb. 13 Carnavalsstoet van 18 maart 1928, Wapenplein, Oostende. Deze jaarlijkse stoet werd
georganiseerd door Les Compagnons du rat mort. Deze foto toont hoezeer Ensor inspiratie
vond in zijn directe omgeving.

In 1908 barstte opnieuw een familiedrama los waarin Ensor willens nillens meegesleurd werd.
Alexandrine Jeanne Taen-Hee-Tseu (Oostende 26 maart 1893 - 19 juni 1966), dochter van
Mitche, huwt op 26 september, op 15-jarige leeftijd, overhaast met een 'ongewenste partij', de
24-jarige Richard Daveluy. Samen met haar moeder vluchten ze alle drie uit de ouderlijke
woning waar ze tot dan verbleven. Op 17 juli 1909 wordt hun zoon, Jules-Jacques, geboren.
Ze reizen naar Dresden en Luik op zoek naar werk, maar permanent geldgebrek dwingt hen
terug te keren naar Oostende. Na heel wat drama, bitterheid en schrik zal Ensor zich terug met
hen verzoenen. Hij zal zijn hele leven zijn nichtje (financieel) steunen. (21)

In dit libretto kunnen we een combinatie van de twee drama's lezen. Het huwelijk met de
exotisch geklede Fifrelin staat voor ‘de chinees' die in Oostende onder ruime belangstelling en
in traditionele klederdracht Ensors zus ten huwelijk komt vragen. De vlucht van Fifrelin en
Miamia en de goede afloop staat voor Ensors zus en nicht die na hun omzwervingen terug
naar het ouderlijke huis komen.

La boutique de Grognelet: Epiloog


Een kritische bespreking van La Gamme d'Amour bleek nodig om het interpretatiekader van
La Boutique de Grognelet uiteen te zetten. Het decor van het schilderij gaf dan weer de
insteek om het scenografisch kader van La Gamme d'Amour toe te lichten.
Dit schilderij sluit aan bij de reeks 'decorwerken' die uitgebreid aanwezig zijn in het oeuvre
van Ensor. Podium, toneel en attributen als marionetten en maskers fascineren hem uitermate.
Net als de maskers kan het toneel een tranche de vie tonen dat niet graag getoond wordt,
pijnlijk kan zijn of verborgen moet blijven. (22) La Boutique de Grognelet is het eindpunt van
een creatief proces waarvan we de aanzet in 1902 hebben teruggevonden. Ensor heeft in deze
tijdspanne verschillende muziekstukken gecomponeerd die afzonderlijk werden opgevoerd.
(23) Wanneer hij rond 1910 alle muziekstukken groepeert en de creatie van het libretto
aanvangt laat hij zich op het eerste gezicht inspireren door de populaire cultuur. Een
aandachtiger lezing brengt echter diverse autobiografische elementen naar boven. Deze
aspecten zijn kenmerkend voor Ensors oeuvre en ontwikkelden zich doorheen de jaren. La
Gamme d'Amour kan daarom beschouwd worden als een levenswerk dat Ensor tot het einde
van zijn dagen zal koesteren. Het krijgt het statuut van een lijflied dat opgevoerd wordt bij
huldigingen of tentoonstellingen. Ensor laat dit alles graag gebeuren. Zo wordt menig
journalist die zijn atelier bezoekt getrakteerd op een deuntje uit zijn ballet. (24)

La Boutique de Grognelet is een getuigenis van Ensor de verteller en de multigetalenteerde


kunstenaar die met tekst, muziek en beeld via een marionettenspel een universeel verhaal
vertelt over liefde. Tegelijk kijken we doorheen dit werk recht in de ziel van de mens Ensor.
Ingrijpende levensgebeurtenissen waar hij het slachtoffer van was, worden omgezet naar een
kleurrijke, eenvoudige fantasiewereld waarvan hijzelf de schepper en regisseur is.
La Boutique de Grognelet is een uniek schilderij in zijn oeuvre. Het is uniek omdat het de
kwaliteiten combineert van artistiek werk en documentaire referentie. Inhoudelijk bevestigt
dit werk een belangrijke ensoriaanse inspiratiebron, zijn eigen biografie.

Voetnoten

(1) TRICOT X. (2009), pp. 345-346.


(2) In 1931 componeert Flor Alpaerts de James Ensor suite, gebaseerd op 4 werken van
Ensor.
(3) De map werd uitgegeven door Georges Vriamont en bundelt de 21 figuurlitho's met 43
personages samen met 'scenario', partituur en een reproductie van het schilderij van het
tweede bedrijf.
(4) Foto: www.arsene.org/ Er zijn helaas geen foto's beschikbaar van het interieur van de
winkel van de familie Ensor - Haegheman. Het is dus niet mogelijk te bepalen in hoeverre
Ensor zich heeft laten inspireren door zijn directe omgeving. Persoonlijke communicatie met
Katherine Ennekens, erfgoedspecialist verbonden aan vzw arsène (email, 24/08/2016).
(5) Zerlina Van Belle merkt op dat de basiskleuren van de kostuumontwerpen (rood-blauw-
geel-groen) worden doorgetrokken naar de twee decorontwerpen (VAN BELLE Z. 2014-
2015, p.8).
(6) Un pied de nez is het kindse gebaar waarbij de duim tegen de neus gehouden wordt om de
spot te drijven met iemand. Deze geste wordt ook afgebeeld bij Ensors illustraties van een
dichtbundel van Mallarmé (1923) en in het schilderij Confrontation (1934-1935).
(7) Ensor lijkt hier een toespeling te maken op zijn eigen libretto waarin Miamia een pop aan
De Bedelares overhandigt.
(8) We zien bijvoorbeeld duidelijk de groene lijn van de vloerrand doorheen het gelaat van
Miamia en de pop die ze vastheeft.
(9) Een ballet pantomime is een ballet zonder zang of tekst. Het pantomime is een vandaag
quasi in vergetelheid geraakte expressievorm waarbij een ritmische sequentie van houdingen
en uitdrukkingen, karakter en emoties van het personage weergeven. In eerste instantie los
van de dans ontwikkeld wordt de pantomime vanaf 1850 geïntegreerd in het ballet onder
invloed van een verbrede interesse in exotische culturen en de nationale volkscultuur.
(KRISTEIN L, 1971, p. 26)
(10) Pietro Lanciani was een Italiaanse pianist, dirigent en componist die naast talrijke
composities in het variété-genre ook tweede dirigent was van het Casino Kursaal in Oostende.
Hij hielp Ensor met het uitschrijven van zijn eerste pianowerken in 1906, de latere muzikale
basis van La Gamme d'Amour.
(11) Bart Verschaffel wees in zijn artikel (Siffler les vices et les laideurs de la civilisation...
Het groteske oeuvre van James Ensor en de Encyclopédie de la caricature van Jules
Champfleury) reeds op het belang van Champfleury als primaire inspiratiebron voor Ensors
beeldend werk. (VERSCHAFFEL B., 2016, pp. 14-21)
(12) WANGERMEE R., 1999, p. 54-55.
(13) MENNESON E., 1910.
(14) Een werk binnen dit thema dat er qua populariteit bovenuit stak was Charles Gounods
Marche funèbre d'une marionette. In augustus 1880 bezoekt Gounod Oostende en wordt dit
werk opgevoerd. De locale krant L'Echo d'Ostende brengt hierover uitgebreid verslag uit.
(S.e, 1880, p. 2)
(15) LEGRAND F.-C., 1993, p. 67.
(16) De stilistische verscheidenheid in deze werken is groot en illustreert de dualiteit van
Ensor die zowel complexe academische werken schildert, als werken waarin het volkse en
naïeve stijlkenmerk primeert.
(17) In 1920 wordt La Gamme d'Amour een eerste maal integraal opgevoerd als muziekstuk
bij Galerie Georges Giroux in Brussel.
(18) Voorbeeld 1: 'Au revoir, brave chien marin. Le maître te salue. Giant du Froussis de la
houle cinglante dit Murmuramis ou James.' (Brief Ensor - E. Rousseau 4/03/1902, collectie
KMSKBrussel, geschonken door Mevr. Wodon)
Voorbeeld 2: 'Déplorons l'absence de nos amies et regrettons les beautés féminines � l'écu
mignon, rates ou chevalières attachées � ces messieurs; citons: Corylopsis et Ombreuse son
amie, Turlutute portant sur son écu une solive d'azur, Chandelette faisant trente six culbutes,
Olyandre, syrène tachetée, pate, pataugeant dans une mer d'huile et portant sur l'écu un cygne
louche, Gali-Gali reine des turquoises, (...) salveur. Murmuramis de Purluvesse, son souffle
nous renver (...)' (James Ensor, Discours en noble languaige de chevalerie, 2/05/1903, p.1-2)
(19) James Ensor, brief aan Pol De Mont, 25/09/1899.
(20) MADELINE L., 2009, p. 34.
(21) HOSTYN R., 2010, p. 126.
(22) Stéphanie Moris werkt vanuit de psychoanalyse deze stelling van muziek (en theater) als
helende en ordenende kracht voor Ensor verder uit in haar boek Miousic (2015).
(23) Bijvoorbeeld Enlacements, valse werd in 1907 in première in het Kursaal van Oostende
gespeeld onder leiding van Lanciani.
(24) Voorbeeld 1: 'Fleischmann demande au grande peintre de se remettre � l'harmonium et
de nous donner la berceuse qui est extraite de la Gamme d'Amour' (s.n., 1934,p.2)
Voorbeeld 2: 'Ce qui nous amène � parler du ballet La Gamme d'Amour et du succès que
l'oeuvre a obtenu � Liège: bientôt sur les touches d'ivoire de l'harmonium effleurées avec
delicatesse par le peintre naissent les mélodies sautillantes de ce ballet plein d'entrain.' (JEP,
1928,p.2)

Bibliografie
CHAMPFLEURY J., Pierrot valet de la mort, pantomime en sept tableaux, Imprimerie de
gerdes, Parijs, 1846.
ENSOR J., ‘Discours en noble languaige de chevalerie, composé par Missire James Ensor,
franc chevalier, pour célébrer les écus, blasons et devises de nostre joyeuse Compagnie du Rat
Mort, � l'occasion d'une manifestation organisée par la dite. Compagnie � Ostende, le 2 de
May 1903' in: Les Ecus, A James Ensor, chevalier de l'ordre de léopold, imprimerie &
lithographie artistique Geo Daveluy, Ostende, 1903.
ENSOR J., Brief aan François Franck, 20/08/1923.
ENSOR J., Brief aan Ernest Rousseau, 4/03/1902, collectie KMSKB.
ENSOR J. Brief aan Pol De Mont, 25/09/1899.
ENSOR J., Miousic [manuscript], s.d..
FLORIZOONE P. en W COPPEJANS, ‘Confrontation, James Ensor tussen avant-garde en
traditie' in: James Ensor een online museum, Vlaamse kunstcollectie, 2016.
FLORIZOONE P., De ‘Riches Heures' van James Ensor, Illustraties bij de gedichten van
Stéphane Mallarmé, Brussel, Antiquariaat F.L. Tulkens, 1998.
GOYENS DE HEUSCH S., L'invitation au voyage, la musique au XX et � la Libre
Esthétique, édtion foundation pour l'Art Belge, Brussel, 1990.
HOSTYN N., ‘De familie van James Ensor' in: Bij Ensor op bezoek
[tentoonstellingscatalogus], Oostende, Mu.Zee, 13/02 - 29/08/2010, Brasschaat, Pandora
Publishers, 2010, pp. 117-136.
JEP, ‘James Ensor et l'embellissement d'Ostende' in: La saison d'Ostende et du littoral,
5/08/1928, jg. 52, nr. 13, p. 2.
KIRSTEIN L., Mouvement and metaphor, Four centuries of ballet, New York Pitman
Publishing, 1971
LEGRAND F.C, ‘Het schimmentheater' in: Ensor, naargeestig en charmant,. Antwerpen,
Mercatorfonds, 1993, pp. 61-70.
LE ROY G., James Ensor, Brussel, G. Van Oest & Cie, 1922.
MADELINE L., ‘A Ostende, le ‘tout-monde' de James Ensor' in: MADELINE L. e.a., James
Ensor [tentoonstellingscatalogus], New York, MoMA 28/06/2009-21/09/2009 en Parijs,
Musée d'Orsay, 20/10/2009-4/02/2010, pp. 34-39 .
MENNESON E., Catalogue général de musique � Saint Cécile, Fortin E., 1910.
MORIS S., James Ensor: Miousic!, Collection La muette, Brussel, Lormont, 2015.
S.e., ‘Ensor devant le micro' in: Le Phare, 15/08/1934, jg.2, nr. 33, p. 2.
S.e., ‘Chronique des Bains' in: L'Echo d'Ostende, 12/08/1880, jg. 16, p. 2.
TODTS H., ‘James Ensor als musicus' in: James Ensor een online museum, Vlaamse
kunstcollectie, s.d..
TRICOT X., James Ensor: Leven en werk, oeuvrecatalogus van de schilderijen,
Mercatorfonds/Pandora, Brussel, 2009
VAN BELLE Z., Een primair onderzoek naar de theaterkostuum - en decorontwerpen van
James Ensor voor zijn ballet-pantomime ‘La Gamme d'Amour' (1910-1914), [Masterproef
Kunstwetenschappen, KU Leuven, Faculteit letteren], 2014-2015.
VAN DE WOESTIJNE K., ‘De week van James Ensor IV' in: Nieuwe Rotterdamsche
Courant, 25/08/1922.
VERSCHAFFEL B., 'Siffler les vices et les laideurs de la civilisation...' - ‘Het groteske
oeuvre van James Ensor en de Encyclopédie de la caricature van Jules Champfleury' in: De
Witte Raaf, mei-juni 2016, nr. 181, pp. 14-21.
WANGERMEE R., ‘La Gamme d'amour en de Ensoriaanse muziek' in: Ensor, Brussel,
KMSKB, 1999, pp. 54-62.

Patrick Florizoone en Willem Coppejans

Prev

Next
Dit online museum is een initiatief van de Vlaamse Kunstcollectie en maakt integraal deel uit
van de Vlaamse Kunstcollectie Website.
Ook op de Vlaamse Kunstcollectie Website

 Facebook
 Twitter
 Nieuwsbrief

© Copyright 2022 De Vlaamse Kunstcollectie - Juridische kennisgeving - Gemaakt door


Corecrew

 Home
 Biografie
 Collectie
 Bronnen
 Onderzoek
 Beleef Ensor

 Nederlands
 English
Onze website maakt gebruik van cookies om uw taalkeuze te registreren, de vlotte werking
van onze website te garanderen en om anonieme statistieken bij te houden via Google
Analytics.

You might also like