You are on page 1of 9

Studiegids 2022-2033

Premaster Toegepaste Filosofie


Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF) | Utrecht
I. MODUULOVERZICHT

1) Inleiding Filosofie (P-1INL1) 4 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)


2) Wijsgerige Ethiek (P-WE1) 4 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)
3) Geschiedenis van de praktische filosofie (P-GPF1) 4 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)
4) Sociale Filosofie (P-SF1) 4 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)
5) Actorschap en Persoonsvorming (P-AP1) 4 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)
6) Normatieve en Narratieve professionaliteit (P-NNP1) 3 EC - 7x hoorcollege (7x 1 uur)
7) Onderzoekskunde (P-OKP1) 3 EC - 5x hoorcollege (5x 1 uur)
8) Denken en Vaardigheden (P-DV1) 4 EC - 5x hoorcollege (5x 1 uur)
--------
TOTAAL: 30 EC

II. ALGEMENE COMPETENTIES

De praktische oriëntatie van de Toegepast Filosoof1 bepaalt voor een belangrijk deel de competenties
waarover hij of zij - ongeacht de beroepsdifferentiatie die hij kiest - dient te beschikken. Die
competenties richten zich op de volgende deelgebieden:

- Toepassing van filosofische kennis en vaardigheden


- Praktijkgericht onderzoek
- Professioneel werken

Ad. I. Toepassing van filosofische kennis en vaardigheden

A. CONCEPTUEEL DENKEN
Een premaster-student is bij uitstek getraind in conceptueel denken. Hij kan laten zien hoe ideeën,
begrippen en praktijken in elkaar zitten, met elkaar samenhangen, hoe ze werken en hoe ze effect
sorteren.

Een premaster-student kan verborgen vooronderstellingen expliciteren en eventueel nieuwe


onderscheidingen en noties introduceren om een manier van denken of praktijk te verbeteren. [zie
verder: HTF-Vaardighedengids].

B. NORMATIEF DENKEN
Een premaster-student kan gebeurtenissen en ontwikkelingen analyseren in normatieve termen als
rechtvaardigheid, gelijkheid, vrijheid, duurzaamheid en welzijn, alsmede vanuit een visie waarin idealen
zijn uitgedrukt.

Een premaster-student kan concrete beleidsvoorstellen en -adviezen analyseren en evalueren in termen


van de verschillende waarden en normen, en kan de achtergrond van deze waarden en normen
inzichtelijk maken.

Een premaster-student kan gedrag van mensen relateren aan waarden, normen en deugden, en
onderscheidt daarbij persoonlijke van professionele deugden.

C. KRITISCH DENKEN
Een premaster-student kan concepten en beweringen die als fundamenteel of maatgevend worden
geaccepteerd, verhelderen en bekritiseren.

1
Overal waar de mannelijke vorm gebruikt wordt, dient ook de vrouwelijke (of genderneutrale) term
gelezen te worden; omwille van de leesbaarheid is in dit document voor één verwijsvorm gekozen.

2
Een premaster-student kan geaccepteerde zienswijzen of praktijken aan een rationeel onderzoek
onderwerpen, kritisch bevragen en interpreteren in termen van goede of slechte redenen.

Een premaster-student kan gebeurtenissen, ontwikkelingen en het zelfbegrip van individuen of groepen
problematiseren door een minder voor de hand liggend perspectief of vocabulaire te hanteren.

Ad. II. Praktijkgericht onderzoek

Een premaster-student kan ideeën en oplossingen overbrengen op basis van de volgende vaardigheden:
- Schriftelijke taalvaardigheid (persoonlijke schrijfstijl)
- Mondelinge taalvaardigheid (retorica, presentatievaardigheden)
- Argumenteren en overtuigen (logisch redeneren)

Een premaster-student kan een probleemanalyse uitvoeren en op basis daarvan een onderzoeksvraag
formuleren.

Een premaster-student kan een onderzoeksopzet opstellen, (internationaal) literatuuronderzoek


verrichten, en gegevens verzamelen en analyseren, en op basis daarvan conclusies trekken en
aanbevelingen doen.

Ad. III. Professioneel werken


Een premaster-student kan het eigen handelen evalueren op basis van ervaringen, kritische reflectie en
empirische gegevens (practice based).

Een premaster-student het eigen handelen mede baseren op wetenschappelijk bewezen kennis en
methoden (evidence based).

Een premaster-student kan gericht werken aan de eigen professionalisering door collegiaal samen te
werken en verbeteringsgericht te reflecteren op zijn handelen.

3
III. MODUULBESCHRIJVINGEN (+ tijdsbegroting)

Module 1 : Inleiding in de filosofie


Code : P-INL1
Omvang : 4 EC
Docent : drs. Sjoerd Slagter
Leerdoelen : - Kennismaking met belangrijke disciplines van de filosofie;
- Bespreking van cultuurfilosofische theorieën van moderne filosofen.
- Herkenning en duiding van hedendaagse filosofische vragen.
Vaardigheden: 1) Conceptueel Denken: studenten oefenen met het expliciteren van vooronder-
stelling (algemene competentie 1 en 2)
2) Kort betoog a.d.h.v. beschrijving uit Vrije Ruimte
3) Argumenteren m.b.v. enkele voorbeelden uit de syllogistiek
4) Debat a.d.h.v. beschrijving uit Vrije Ruimte.
Inhoud : Aan de hand van de vier grote vragen van Immauel Kant bespreken we
achtereenvolgens:
1. Wat kan ik weten en hoe weet ik dat? De status van kennis in de huidige
post-truth-samenleving.
2. Wat moet ik doen? Ethiek als reflectie op ons morele handelen.
3. Wat mag ik hopen? Hoe vind ik het heil of geluk? Het verlangen naar de ide-
ale samenleving: utopie of dystopie.
4. Wat is de mens? Wijsgerige antropologie. Bespreking van de mensbeelden
van enkele filosofen.
Aan de hand van cultuurfilosofische theorieën van moderne filosofen geven we
een typering van de huidige laatmoderne samenleving. Zygmunt Bauman
spreekt van de ‘vloeibare moderniteit’: een samenleving waarin relaties broos
en vergankelijk zijn geworden, mensen in vluchtige verbanden leven en als het
ware permanent inwisselbaar zijn. Laatmoderne mensen raken voorgoed
losgeweekt van de traditionele kaders die het bestaan eeuwenlang regelden.
Hartmut Rosa beschrijft is Leven in tijden van versnelling hoe hedendaagse
fenomenen als haast, keuzestress en prestatiedruk leiden tot vervreemding van
onszelf en grote gevolgen hebben voor de verhouding van het individu tot de
samenleving. Denkers als Alain Badiou, Jacques Lacan en Slavov Žižek
verdedigen vandaag een vorm van anti-humanisme als reactie op de - sinds de
Verlichting - doorgeschoten ophemeling van de mens.
Werkvorm : Hoorcollege
Toetsvorm : Schriftelijk take-home tentamen
Literatuur : Hans Loachim Störig, Geschiedenis van de filosofie. Spectrum. 36e druk, 2011
(eerdere drukken volstaan ook).
Zygmund Bauman, Vloeibare tijden. Leven in een eeuw van onzekerheid.
Klement, 2011.
Pierre Hadot, Filosofie als een manier van leven. Ambo, 2007.
Joep Dohmen, Over levenskunst? De grote filosofen over het goede leven.
Ambo, 2014.

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur hoor-/werkcollege (7 uur)
Voorbereiding / huiswerk / achtergrondliteratuur (7 x 3 uur = 21 uur)
Zelfstandige bestudering literatuur (30 uur)
Praktijkopdrachten (20 uur)
Oefenen van Vaardigheden (10 uur)
Voorbereiding tentamenopdracht (20 uur)
Tentamen (3 uur)
Totaal: 111 uur

4
Module 2 : Wijsgerige Ethiek
Code : P-WE1
Omvang : 4 EC
Docent : prof. dr. Arjo Klamer / Daniël Doodkorte MA
Leerdoelen : Introductie in het filosofisch denken over ethiek
Vaardigheden : Reflectie, communicatie, begrip voor en van de filosofische literatuur
Inhoud : Wat zijn ethische vragen? Hoe te handelen? Ethiek is de filosofische reflectie op
het moreel handelen. In de loop van de tijd hebben filosofen verschillende
ethische perspectieven ontwikkeld. In de praktijk van organisaties komt vooral
een Kantiaans perspectief aan bod. Zijn andere perspectieven denkbaar en
toepasbaar? Als onderdeel van deze collegereeks gaan we aan de hand van de
opzet die Alasdair MacIntyre hanteert in zijn beroemde boek After Virtue na of
we zelf denken en handelen als Kant, Nietzsche of Aristoteles. Daartoe
verdiepen we ons in het ethisch denken van ieder van deze filosofen, maken een
keuze en onderzoeken vervolgens wat dat betekent in het omgaan met concrete
ethische dilemma’s. De colleges over de filosofen worden afgewisseld met
verkenningen van de betekenis van hun denken in de praktijk.
College 1: De categorische imperatief van Kant – het rationeel doordenken
College 2: Praktijk: morele beslissingen in organisaties
College 3: De wil tot macht, tot autonoom zijn van Nietzsche
College 4: Praktijk: beloningen, bonussen en compensatie
College 5: Het denken in deugden, gericht op het goede (Aristoteles)
College 6: Praktijk: rechtvaardigheid in organisaties
College 7: Toepassing van een perspectief op een concreet dilemma
Werkvorm : Hoor- en discussiecollege
Toetsvorm : Essay
Literatuur : MacIntyre, After Virtue

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur college (7 uur)
Voorbereiding colleges, achtergrondliteratuur (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding + uitwerking huiswerkopdrachten (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding tentamen (46 uur)
Tentamen (3 uur)
Totaal: 112 uur

Module 3 : Geschiedenis van de praktische filosofie


Code : P-GPF1
Omvang ; 4 EC
Docent : prof. dr. Joep Dohmen
Leerdoelen : Kennismaking met de geschiedenis van de filosofie, inzicht in de filosofie als
vorming (praktische wijsheid), elementair begrip van concrete topics, inzicht in
samenhang wereldbeeld, mens en moraal, en oriëntatie op de eigen houding.
Vaardigheden : Elementaire oefeningen in zelfkennis, deugdvorming, autonomie/zelfbepaling,
waardeoriëntatie, kiezen en zelfzorg.
Inhoud : Als Socrates rond 400 voor Christus in Athene de markt op loopt om
gesprekken te voeren over het goede leven (‘to eu zèn’), begint de lange ge-
schiedenis van de westerse filosofie als vormingsleer. Voor Socrates stond de
relatie tussen zelfkennis en deugd centraal. Het debat over de bepaling van ‘het
goede leven’ duurt voort tot op de dag van vandaag. Metafysica (wereldbeeld),
kennisopvatting, mensbeeld en moraal hangen doorgaans nauw samen en
worden in deze module als zodanig aan de orde gesteld. De docent leidt in,
waarna gesprek over de stof. De voorbereiding betreft een selectie van korte,
primaire teksten (J. Dohmen, Over levenskunst), en aanvullende teksten uit een
beknopte reader. De student wordt geacht de opgegeven teksten goed te te lezen

5
en opdrachten daarover uit te voeren. Vanwege de omvang beperken we ons tot
capita selecta en behandelen we steeds een kernthema bij een welbepaalde
auteur en/of stroming: Socrates (zelfkennis), Aristoteles (deugd), Stoa
(onthechting), Kant (morele autonomie), Nietzsche (waardeoriëntatie),
existentialisme (vooral de Beauvoir, kiezen), Foucault (zelfzorg).
Werkvorm : Hoor- en discussiecollege
Toetsvorm : schriftelijke tentamen
Literatuur : Joep Dohmen, Over levenskunst & readermateriaal

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur college (7uur)
Voorbereiding colleges, achtergrondliteratuur (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding + uitwerking huiswerkopdrachten (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding tentamen (46 uur)
Tentamen (3) uur
Totaal: 112 uur

Module 4 : Sociale Filosofie


Code : P-SF1
Omvang : 4 EC
Docent : dr. Jan Vorstenbosch
Leerdoelen : Kennis van verschillende benaderingen van sociale filosofie. Inzicht de
betekenis en de theorie van sociale van praktijken en instituties, en in de
verhouding van het sociale, publieke en het politieke domein. Kennismaking
met verschillende debatten hierover en met methoden om zelf begrip van en
greep op deze debatten te krijgen.
Vaardigheden : Analytisch vermogen, interpretatie van teksten, inzicht in theorievorming over
sociale instituties en processen.
Inhoud : De cursus gaat uit van de meerduidigheid die het begrip ‘sociaal’ kenmerkt, zo
wel in de dagelijkse taal als binnen maatschappelijke en wetenschappelijke
discussies kenmerkt. Er wordt op drie manieren ingegaan op deze
meerduidigheid. In eerste instantie op terminologisch-semantisch niveau (hoe
wordt de term ‘sociaal’ gebruikt en wat zegt dat filosofisch gezien?).
Vervolgens op conceptueel niveau (op basis van de concepten ‘sociale
praktijken’ en ‘sociale instituties’). In derde instantie met betrekking tot de
vraag naar de verhouding tussen het sociale, het publieke en politieke domein.
Er wordt gewerkt met teksten.
Werkvorm : Hoor- en discussiecollege
Toetsvorm : Twee korte papers van 1000 woorden over specifieke begrippen en debatten
met een specifieke structuur.
Literatuur : Verplicht: Syllabus Sociale filosofie (samenstelling: dr. J. Vorstenbosch)
Aanbevolen:
- G.M.. van Asperen, Tussen coöperatie en conflict. Inleiding in de
sociale filosofie, Assen: van Gorcum, 1986 (alleen tweedehands)
- Hannah Arendt, The Human Condition, Chicago: University of Chicago
Press, 1998 (1958), speciaal deel II: ‘The Public and the Private Realm’
(Nederlandse vertaling: De menselijke conditie, Amsterdam: Boom, 2017)

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur college (7 uur)
Voorbereiding colleges, achtergrondliteratuur (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding + uitwerking huiswerkopdrachten (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding tentamen (46 uur)
Tentamen (3 uur)
Totaal: 112 uur

6
Module 5 : Actorschap en Persoonsvorming
Code : P-AP1
Omvang : 4 EC
Docent : prof. dr. Joep Dohmen
Leerdoelen : Elementair overzicht van de wijsgerige antropologie. Kennismaking met
narrativiteit en hermeneutiek. Elementair begrip van het actuele debat rondom
subjectfilosofie. Kennismaking met filosofie van de vorming (Bildung). Inzicht
in belangrijke topics rondom zelf-ander, autonomie, authenticiteit, erkenning,
zingeving. Oriëntatie op de eigen houding van zelfzorg.
Vaardigheden: Elementaire oefeningen in zelfkennis, wilsvorming, discipline, autonomie en
zelfbepaling, waardeoriëntatie.
Inhoud: De filosofie omvat een groot aantal visies op actorschap en persoonsvorming,
aldus Charles Taylor in zijn beroemde boek Bronnen van het zelf. De klassieke
wijsbegeerte begint er al mee ondanks een ander persoonsbegrip. In onze
laatmoderne ‘neoliberale’ tijd is het debat over de verhouding tussen individu
en samenleving aan de orde van de dag. Of en hoe je vandaag je leven
vormgeeft, waarom en waartoe - daarover liepen en lopen ook in de moderne
filosofie de meningen sterk uiteen. Over één ding is iedereen het eens: als je
jezelf niet vormt, word je gevormd. Persoonsvorming omvat drie onderdelen: 1.
Je leven verloopt niet vanzelf. Persoonsvorming gaat ten eerste over de rol die
je zelf kunt spelen bij de vormgeving van je eigen leven, actief en passief. 2. Je
leeft niet in een vacuüm. Persoonsvorming gaat ten tweede over de context en
omstandigheden die van invloed zijn op jouw leven. 3. Je leven voltrekt zich
altijd in praktijken als werk, relaties, burgerschap etc. Hoe ontwikkel je je als
partner, ouder, leidinggevende, burger in deze domeinen? Deze premaster-
module is bedoeld als inleiding en de eerste in een reeks van drie modules over
actorschap en persoonsvorming door Joep Dohmen en Sjoerd Slagter.
Werkvorm : Hoor- en discussiecollege
Toetsvorm : schriftelijke tentamen
Literatuur : Joep Dohmen, Hoe geef ik vorm aan mijn leven? (2021) & readermateriaal

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur college (7 uur)
Voorbereiding colleges, achtergrondliteratuur (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding + uitwerking huiswerkopdrachten (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding tentamen (46 uur)
Tentamen (3 uur)
Totaal: 112 uur

Module 6 : Normatieve en Narratieve Professionaliteit


Code : P-NNP1
Omvang : 3 EC (samen met narratieve professionaliteit)
Docenten : drs. Sjoerd Slagter en prof. dr. Joep Dohmen
Leerdoelen :
Vaardigheden : DEZE MODULE IS IN ONTWIKKELING
Inhoud :
Werkvorm :
Toetsvorm :
Literatuur :

Tijdsbegroting:
Totaal: 112 uur

Module 7 : Onderzoekskunde
Code : P-OK1

7
Omvang : 3 EC
Docent : dr. Sandra Geelhoed
Leerdoelen : Onderzoekskunde gaat over het uitvoeren van empirisch onderzoek in
de praktijk. In voorafgaande modules werken studenten aan het kunnen
schrijven van een theoretisch uitgangspunt of theoretisch kader. In deze module
maakt de student kennis met sociaalwetenschappelijke onderzoeksparadigma’s
en -methoden. Studenten leren om het theoretische denken en filosofisch
onderzoek uit de literatuur om te zetten naar een realistisch empirisch
onderzoek in de praktijk. Aandacht wordt besteed aan onderzoeksethiek: de
validiteit en betrouwbaarheid van onderzoek, het omgaan met privacy en
vertrouwelijkheid en het vragen van toestemming aan deelnemers in het
onderzoek. Aan het einde van deze module hebben studenten basiskennis over
de stappen die nodig zijn voor het maken van een eigen empirische
onderzoeksopzet.
Inhoud : Aan de hand van de iteratieve cyclus voor onderzoek worden studenten
meegenomen in de stappen die noodzakelijk zijn om op een betrouwbare en
zorgvuldige (valide) manier toegepast filosofisch onderzoek in de praktijk te
kunnen uitvoeren. In 7 lessen van 1 uur wordt de onderstaande cyclus voor
praktijkgericht onderzoek toegepast op de filosofische praktijk. Studenten leren
een eigen onderzoeksopzet te maken en relevante onderzoeksinstrumenten te
ontwerpen. Hierbij putten we uit de tradities van design thinking en arts based
research. Studenten nemen kennis van en oefenen met het inzetten van
creatieve en narratieve middelen (foto, film, beeldende kunst, literatuur, muziek,
etc.) ten behoeve van onderzoek. Studenten maken op deze manier ook een start
met het bespreekbaar maken van lastige (filosofische) vragen die verandering
behoeven. Het leren inzetten van creatieve middelen helpt dan om de
onzichtbare processen en patronen die gesprek en verandering in de weg zitten,
zichtbaar en bespreekbaar te maken.
Vaardigheden : In deze module staan onderzoeksvaardigheden centraal. De aandacht
gaat uit naar het praktische doen van onderzoek. Hoe verzamel je
onderzoeksgegevens op een nauwkeurige, zorgvuldige en betrouwbare manier?
Studenten oefenen met onderzoekstechnieken zoals interviewen,
gespreksvoering, observeren of discoursanalyse.
Werkvorm : Hoor- en discussiecollege
Toetsvorm : individuele eindopdracht
Literatuur : - Boeije, Hennie en Inge Bleijenbergh, Analyseren in kwalitatief onder-
zoek. Denken en doen. Derde druk, Boom, 2019. (verplicht)
- Pim van Heijst, Nico de Vos en Sabrina Keinemans, Arts Based Re-
search voor het Sociale Domein, Coutinho, 2019. (aanbevolen)
- Reader (te verstrekken door)

Tijdsbegroting:
Gedurende 7 weken 1 uur college (7 uur)
Voorbereiding colleges, achtergrondliteratuur (7 x 4 = 28 uur)
Voorbereiding + uitwerking huiswerkopdrachten (7 x 4 = 28 uur)
Maken van eindverslag/ onderzoeksopzet (46 uur)
Presentatie toets (3 uur)
Totaal: 112 uur

Module 8 : Denken en Vaardigheden


Code : P-DV1
Omvang : 4 EC
Docent : dr. Jos Kessels
Leerdoelen :
Inhoud :

8
Vaardigheden :
Werkvorm : DEZE MODULE IS IN ONTWIKKELING
Toetsvorm :
Literatuur :

You might also like