You are on page 1of 18

Samenvatting

2
Inhoudsopgave

Samenvatting..........................................................................................................................................2

Inhoudsopgave ......................................................................................................................................3

Lijst van afkortingen...............................................................................................................................4

Voorwoord.............................................................................................................................................5

Inleiding..................................................................................................................................................6

1 Literatuurstudie..........................................................................................................................7

1.1 Probleemstelling en onderzoeksvraag....................................................................................7

1.2 Conceptueel en theoretisch kader..........................................................................................9

1.3 Methodologisch kader..........................................................................................................12

2 Welke beperkingen zijn vandaag nog steeds van toepassing op de Commonwealth?..............13

3 Welke beperkingen zijn vandaag niet meer van toepassing op de Commonwealth?...............14

4 Welke niet vermelde beperkingen zijn toch relevant om aan te halen vandaag?.....................15

Conclusies.............................................................................................................................................16

Bibliografie...........................................................................................................................................17

3
Lijst van afkortingen

4
Voorwoord

5
Inleiding

“For those who attach importance to the presence of international observers at elections to confirm
the integrity of the process, it shows the extent of the monitoring that is required if such exercises are
to be meaningful.” – Roy May (2000)

6
1 Literatuurstudie

1.1 Probleemstelling en onderzoeksvraag

Staffan Darnolf deed onderzoek naar de het effect van electorale steun van externe organisaties zoals
de Commonwealth of Nations (de Commonwealth) en de Europese Unie (de EU) op de democratie.
Zijn onderzoek geeft ook meteen de belangrijkste beperkingen van deze electorale steun weer, die
wanneer niet rechtgezet delen van de beweegredenen voor het inzetten van waarnemers kunnen
ondermijnen. Darnolf benadrukt ook dat de impact dat electorale steun kan op het verkiezingsproces
hebben vaak links wordt gelaten door sociale wetenschappers (Darnolf, 2011). Deze thesis zal nagaan
of al deze beperkingen die Darnolf aanhaalt vandaag, en in het kader van de Commonwealth
Electoral Support Program, nog relevant zijn en of er misschien andere of recentere beperkingen zijn
opgekomen doorheen de laatste tien jaar die ook het vermelden waart zijn. Zijn de processen,
methodes en aandachtspunten nog hetzelfde? Het doel is als het ware een update te geven van
Darnolf’s artikel door zijn ideeën voor een moderne lens te houden.

Er zijn vijf verschillende types van electorale steun: electoral systems design, voter education,
election mediation, election observation and election administration (Carothers, 1999). Darnolf haalt
aan dat deze laatste twee, electorale observatie en electorale administratie, het meest voorkomend
zijn. Om deze reden zal zijn onderzoek zich ook beperken tot deze twee (Darnolf, 2011). Dit is al een
eerste tekortkoming van zijn studie; ook de andere drie types zijn relevant voor de beoordeling van
de democratie van een land. De Commonwealth is ook prominent bezig met voter education (The
Commonwealth of Nations, sd). Dit is een voorbeeld van waar de paper van Darndolf tekortschiet.

Ten tweede stelt Darnolf ook dat deze observatiemissies zeer hard focussen op de activiteiten van de
verkiezingsdag zelf (Darnolf, 2011). Als we kijken naar een recent rapport van zo’n Commonwealth
Observer Group missie in Kenia is te zien dat er toch een aanzienlijk deel aandacht schenkt aan de
politieke, historische en electorale achtergrond van het observatieland. Daarnaast wordt er ook een
hoofdstuk in het rapport gewijd aan de periode en aanloop naar de verkiezingsdag (Commonwealth
Secretariat, 2022). Dit om aan te tonen dat de Commonwealth in zijn methodologie en rapport wel
het hele verkiezingsproces in rekening neemt. Deze twee voorbeelden staven dat de tekst
vermoedelijk inhoudelijk verouderd is en waarom het dus relevant is om Darnolf’s tekst te
bestuderen en te becommentariëren vanuit het standpunt van de Commonwealth.

7
De keuze voor dit specifieke artikel ligt ten eerste in de concrete focus op de relatie tussen electorale
steun en democratie die Darnolf in dit artikel legt gecombineerd met de pijnpunten van electorale
steun. Er zijn nog andere artikels die dit doen maar deze zijn vaak een concrete case-study van één
specifiek land of het zijn oudere artikels en deze zullen dus niet hetzelfde globale beeld geven als
Darnolf’s artikel. Hieraan vast hangt het tweede argument, waar het voorgaande stelt dat Darnolf’s
artikel breed genoeg is om een volledig idee te schetsen van de beperkingen van electorale steun,
bakent het artikel toch voldoende af door slechts twee types van electorale steun uitvoerig te
bespreken. Door de focus op de twee belangrijkste types, electorale observatie en electorale
administratie, kan een volledige analyse van het artikel volbracht worden in het kader van een
thesisopdracht. Moest het artikel elk type van electorale steun bespreken zou de analyse in omvang
te groot zijn om binnen een masterthesis te voltooien. Een derde argument voor deze keuze is dat
Darnolf’s artikel ondertussen 12 jaar oud is en dit leek een goede balans tussen oud genoeg maar
niet te oud.

Het grote nadeel dat dit artikel met zich meebrengt is dat het artikel niet specifiek handelt over de
Commonwealth maar in het algemeen praat over internationale organisaties en electorale steun.
Toch gaat deze paper trachten om bij elke beperking van het electorale observatiesysteem de link te
leggen met de Commonwealth. Doordat de basistekst waar de thesis zich op steunt niet door het oog
van de Commonwealth geschreven is maar eerder vanuit een algemene stand van zaken kan deze
vergelijking toegevoegde waarde creëren waardoor de thesis niet louter beschrijvend is maar tevens
verklarend kan zijn van karakter. De keuze voor de Commonwealth is deels te wijten aan persoonlijke
interesse en deels te verklaren door de beperkte literatuur die momenteel aanwezig is over de
Commonwealth Elecotral Support Program en democratie.

Per onderdeel van Darnolf’s paper zal onderzocht worden of de specifieke beperkingen die Darnolf
aanhaalde nog relevant zijn voor de huidige maatschappij en hoe de Commonwealth hier mee
omgaat. Houdt de Commonwealth zich nog vast aan een element dat verouderd is en niet meer
relevant is of is de Commonwealth geëvolueerd en bestudeerde of evalueerde die in de plaats iets
anders dat meer relevant is voor de tijdsgeest? Voor het beantwoorden van deze vragen zal
voornamelijk beroep gedaan worden op zo recenter mogelijke academische literatuur en de nieuwste
rapporten van de Commonwealth. Een we een analyse hebben gedaan van de tekst zou deze thesis in
staat moeten zijn om een antwoord te bieden op de onderzoeksvraag: “In welke mate is het artikel
van Darnolf nog relevant voor de Commonwealth vandaag?”.

8
Om het overzichtelijk te houden zal het corpus in drie delen verdeeld worden, die elk een deelvraag
beantwoorden, en eens samengevoegd een algemeen antwoord kunnen bieden op de
hoofdonderzoekvraag.

- Welke beperkingen zijn nog uitdrukkelijk van toepassing en relevant op de Commonwealth


vandaag?
- Welke beperkingen zijn verouderd en niet meer van toepassing op de Commonwealth
vandaag?
- Welke niet vermelde beperkingen van het systeem zijn vandaag wel relevant om aan te
halen?

1.2 Conceptueel en theoretisch kader

Darnolf (2011) onderzoekt of electorale steun door internationale donoren de democratische waarde
van deze verkiezingen bevorderd. Daarnaast haalt hij ook beperkingen aan van dit systeem van
electorale observatie missies. Echter definieert Darnolf nergens expliciet in zijn onderzoek electorale
observatie of democratie. Ook deze tekortkoming zal deze thesis wegwerken door te beginnen met
het definiëren van deze begrippen en andere concepten die belangrijk zijn voor het verdere verloop
van dit werk.

Internationale electorale observatie heeft als doel informatie te verzamelen over electorale processen
en de belangrijke instellingen voor het organiseren van deze verkiezingen. Vervolgens wordt deze
verzamelde informatie geanalyseerd en wordt er uitspraak gedaan over de geldigheid van de
verkiezingsuitslag; het is hier dat het begrip democratie ook ter sprake komt. Tot slot is het ook
cruciaal dat de observatie missie een aanbeveling geeft aan het geobserveerde land met een
overzicht van welke elementen van de verkiezingen goed beoordeeld werden en welke meer
aandacht vereisen in komende verkiezingen.

Er zijn vier hoofdredenen waarom een internationale verkiezingsobservatiemissie zou uitgezonden


worden. Ten eerste om fraude tijdens verkiezingen op te sporen. Vervolgens om fraude tegen te gaan.
Ten derde om een neutrale en correcte evaluatie te maken van de electorale proces. Tot slot om,
waar van toepassing, aanbevelingen te geven voor democratischere verkiezingen in de toekomst
(Darnolf, 2011). Sinds het einde van de Koude Oorlog en de relance in de interesse naar het

9
promoten van internationale democratie is het uitzenden van internationale verkiezingsobservatoren
de nieuwe norm geworden in internationale politiek (O'Brien, Marja, & Koffi, 2022).

Daarnaast is er ook het effect van dekolonisatie op verkiezingen en democratie. Lee and Paine vatten
dit kort samen aan de hand van drie verschillende invalshoeken. De eerste is de visie van het
antikolonialisme. Hier stellen Lee en Paine dat anti-kolonialisten zoals Naoroji en ook Furnivall van
mening zijn dat onafhankelijkheid de politieke vrijheid en economische ontwikkeling bevorderd
(Naoroji, 1901) (Furnivall, 2014). De tweede visie is die van de pro-kolonialisten zoals Lugard die er
van overtuigd zijn dat het verbreken van de band met hun kolonisator zou leiden tot zwakke
instituties en onstabiele onafhankelijke staten die een gebrek hebben aan bureaucratisch expertise
(Lugard, 1922). De derde en laatste visie betreft auteurs zoals Herbst die stellen dat er weinig verschil
is waar te nemen voor en na onafhankelijkheid (Herbst, 2014) (Lee & Paine, 2019).

Tot 1980 nam de Verenigde Naties (de VN) de leiding op vlak van electorale observatie. Sindsdien
heeft de VN er voor gekozen om meer te focussen op technische assistentie bij verkiezingen
waardoor er nu een groot aandeel internationale organisaties op de voorgrond treden wanneer het
gaat over electorale observatie. Enkele key players zijn de Organization for Security and Co-operation
in Europe (OSCE), de Organization of American States (OAS), de Economic Community of West African
States (ECOWAS), de South African Development Community (SADC) en de Commonwealth (Darnolf,
2011). Zoals reeds aangehaald zal deze thesis zich focussen op de Commonwealth tijdens het
bestuderen van de paper van Darnolf.

De Commonwealth wordt gedefinieerd als: “een vrijblijvende organisatie van 56 onafhankelijke en


gelijke landen”. Het gebied van de Commonwealth strekt zich uit over de ganse wereld met als
belangrijkste regio’s Groot-Brittannië, Australië, Canada, India en Pakistan en enkele landen in het
Zuiden van het Afrikaanse continent en enkele Caraïbische eilanden. In totaal zou de Commonwealth
zo’n 2,5 miljard mensen omvatten, dit is zo’n 31% van de totale wereldbevolking. Daarnaast zijn ook
33 van 42 Kleine Staten lid van de Commonwealth. Aan het hoofd van de organisatie staat de
regerende Britse monarch, dit is sinds 8 september 2022 Koning Charles de Derde. Dit is louter een
symbolische functie (The Commonwealth of Nations, 2023).

Het belangrijkste orgaan binnen de Commonwealth is The Commonwealth Secretariat die instaat
voor de coördinatie en dagdagelijkse taken van de Commonwealth. De belangrijkste taken van de
Commonwealth zijn: het beschermen van het milieu, het opdrijven van handel en economie,

10
ondersteunen van democratie, overheid en de rechtsstaat, focussen op gemeenschap, jonge mensen,
gender, educatie, gezondheid en sport en tot slot het ondersteunen van kleine staten bij het
overkomen van specifieke obstakels die ze mogelijks ondervinden (The Commonwealth of Nations,
2023). De juridische grondslag die de core values en de toekomstvisies van de lidstaten van de
Commonwealth omvat heet “The Commonwealth Charter” en is van 2013 (The Commonwealth of
Nations, 2013).

Sinds zo veel Small States lid zijn van de Commonwealth is het eveneens interessant om democratie
vanuit het perspectief van Small States te bekijken in vergelijking met zo’n grote internationale
organisatie zoals de Commonwealth. Het voordeel aan een kleinere staat is dat de kloof tussen
bevolking en politiek kleiner is en dat het gemakkelijker bestuurbaar is door de kleinere omvang van
de staat wat de democratie ten goede komt. Grote staten zijn namelijk geneigd om aan
decentralisatie te doen omdat het vaak onhaalbaar is om functioneel te regeren over een te groot
gebied. Het grote nadeel van Kleine Staten is dat er geen gebruik zal kunnen gemaakt worden van
schaalvoordelen die grote Staten wel hebben. Een tweede nadeel van Kleine Staten is dat de
versmelting tussen politiek en burger zo klein wordt dat er een verhoogd vermoeden van corruptie is
wat dan weer nadelig is voor het democratisch gehalte (Veenendaal & Corbett, 2018).

Volgens Davis, Goidel en Gaddie zijn er drie cruciale elementen die onmisbaar zijn in de moderne
definitie van democratie. Ten eerste is er de afweging tussen het algemeen belang ten opzichte van
de bescherming van de individuele vrijheid. Ten tweede is er de afweging tussen vrijheid en minimale
overheidsinmenging enerzijds en het verbod op discriminatie van onder andere geslacht, etniciteit en
sociale klasse en de rechten van minderheden anderzijds. Tot slot is er nog de ratio tussen de
overheidsmacht om het volk te dienen enerzijds en de mogelijk van het volk om de overheid
aansprakelijk te stellen wanneer nodig anderzijds (Davis, Goidel, & Gaddie, 2022).

Het is via deze Kleine Staten dat de link gelegd kan worden met het neoliberalisme, ook wel het
liberaal institutionalisme genoemd. Deze theorie stelt dat internationale instellingen gevormd
worden op basis van sociaal gevormde gedeelde normen en waarden. Deze instellingen zullen op hun
beurt de interesses en identiteit van staten beïnvloeden. Zowel neorealisten als neoliberalisme
vertrekken vanuit het idee dat staten handelen uit eigen belang; waar dit voor neorealisten zich zal
vertalen in anarchie, zelfhulp en overleven zal dit voor neoliberalisme leiden tot internationale
samenwerking via internationale organisaties. Kleine staten, zoals de Commonwealth er veel heeft,
zullen de hulp van grotere spelers en internationale organisaties nodig hebben om hun eigenbelang

11
te kunnen blijven centraal stellen. Het is uit hun eigenbelang dat deze Kleine staten internationale
organisaties zoals de Commonwealth opzoeken (Wendt, 1992) (Drezner, 2015).

1.3 Methodologisch kader

De manier waarop de deelvragen zullen beantwoord worden is aan de hand van literatuurstudie. De
thesis is een onderzoek naar de recentste literatuur over electorale steun, democratie en de
Commonwealth om deze tegenover een tekst van tien jaar geleden te plaatsen. Omdat de thesis
volledig draait rond een literatuurstudie van het onderwerp nijgt dit onderzoek meer naar een
constructivistische aanpak.

Naast literatuurstudie zal er ook getracht worden enkele diepte-interviews af te nemen bij
werknemers van de Commonwealth die werken rond het electorale steun. De interviews zullen
polsen of medewerkers beperkingen van het systeem zijn hebben zien verdwijnen de laatste tien jaar
en hoe ze dit hebben gerealiseerd. Een tweede aspect van het interview zal gaan over welke
beperkingen van het systeem nog prominent aanwezig zijn en wat ze momenteel doen om dit zo
goed mogelijk op te vangen.

Deze thesis zal voornamelijk deductief te werk gaan. Hetgeen Darnolf in 2011 neerschreef wordt
getoetst aan verschillende recente observaties van de Commonwealth om te kijken of we na tien jaar
nog steeds dezelfde bevindingen waarnemen. Het doel is om enkele van deze beperkingen hopelijk te
kunnen weerleggen en aan te tonen waarom deze niet meer relevant is vandaag of waarom deze niet
opgaat voor de Commonwealth.

Het onderzoek combineert twee onderzoeksdoelen: beschrijven en verklaren. Ten eerste beschrijft
het de huidige stand van zaken omtrent electorale steun van de Commonwealth. Ten tweede is het
ook verklarend omdat er een grote focus ligt op het vergelijken van de tekst van 2011 met de recente
literatuur en om de gelijkenissen en verschillen te verklaren waar mogelijk.

12
2 Welke beperkingen zijn vandaag nog steeds van toepassing op
de Commonwealth?

13
3 Welke beperkingen zijn vandaag niet meer van toepassing op de
Commonwealth?

14
4 Welke niet vermelde beperkingen zijn toch relevant om aan te
halen vandaag?

15
Conclusies

16
Bibliografie

Carothers, T. (1999). Aiding Democracy Abroad: The Learning Curve. Washington D.C., United Stated
of America: Carnegie Endowment for International Peace.
doi:https://doi.org/10.2307/j.ctt6wpj7p

Commonwealth Secretariat. (2022). Kenya, General Elections, 9 August 2022. Report of the
Commonwealth Observer Group. London: Commonwealth Secretariat. Opgeroepen op 11 3,
2023

Darnolf, S. (2011, 11 4). International Election Support: Helping or Hindering Democratic Elections?
Representation, 47(4), p. 23. doi:10.1080/00344893.2011.615535

Davis, N. T., Goidel, K., & Gaddie, K. (2022). What is Democracy? Definitions and Scholarly
Disagreements. In N. T. Davis, K. Goidel, & K. Gaddie, Democracy's Meanings: How the Public
Understands Democracy and Why It Matters (p. 255). University of Michigan Press.

Drezner, D. W. (2015). Theories of International Politics and Zombies (Revived Edition ed.). Princenton:
Princeton University Press.

Furnivall, J. S. (2014). Colonial Policy and Practice. New York: Cambridge University Press.

Herbst, J. (2014). States and Power in Africa. Princeton, New Jersey: Princeton University Press.

Lee, A., & Paine, J. (2019). What Were the Consequences of Decolonization? International Studies
Quarterly, pp. 406-416.

Lugard, F. (1922). The Dual Mandate in British Tropical Africa. London: W. Blackwood.

May, R. (2000). The limits of democracy in commonwealth Africa. Journal of Commonwealth &
Comparative Politics, 38(3), pp. 171-180. doi:https://doi.org/10.1080/14662040008447831

17
Naoroji, D. (1901). Poverty and Un-British Rule in India. London S. Sonnenschein. Opgeroepen op
2023, van https://archive.org/details/povertyunbritish00naoruoft/page/n5/mode/2up

O'Brien, K., Marja, H., & Koffi, S. (2022). A comparison of the role of domsetic and international
election observers in Zambia's 2016 and 2021 general elections. Journal of Eastern African
Studies, 16(4), pp. 643-658. doi:https://doi.org/10.1080/17531055.2022.2235657

The Commonwealth of Nations. (2013, Maart 4). The Commonwealth Charter. Opgeroepen op 2023,
van Gov.uk: https://assets.publishing.service.gov.uk/media/5a79f892ed915d6d99f5c36e/
Cm_8572.pdf

The Commonwealth of Nations. (2023, 11 15). About us / Our work. Opgehaald van The
Commonwealth: https://thecommonwealth.org/

The Commonwealth of Nations. (sd). Promoting Democracy. Opgeroepen op 11 3, 2023, van The
Commonwealth: https://thecommonwealth.org/our-work/promoting-democracy

Veenendaal, W., & Corbett, J. (2018). Democracy in Small States: Persisting Against All Odds. Oxford,
U.K.: Oxford University Press. doi:https://doi.org/10.1093/oso/9780198796718.001.0001

Wendt, A. (1992). Anarchy is what States Make of it: The Social Construction of Power Politics.
International Organization, 46(2), pp. 391-425.

18

You might also like