You are on page 1of 40

TRAPPERS

ITRAPPERSI

Ruimtegebruik fiche 1
basisafmetingen fietser fiche 1a
bochtstralen voor fietsers fiche 1b
fietshellingen fiche 1c

Fietsen in het verkeer fiche 2


enkelrichtingsstraten - zone 30 fiche 2a
enkelrichtingsstraten - zone 50 fiche 2b
dubbelrichtingsstraten fiche 2c
zicht op het verkeer fiche 2d

Inrichting fietspad fiche 3


basisafmetingen fiche 3a
bufferstroken aan het fietspad fiche 3b
aansluiting fietspad op rijweg - typeoplossing 1 fiche 3c
aansluiting fietspad op rijweg - typeoplossing 2 fiche 3d

Aanliggend fietspad fiche 4


basisafmetingen fiche 4a
fietspad ter hoogte van oversteekplaats voor voetgangers fiche 4b
aanliggend fietspad op kruispunt met voorrang van rechts,
zonder verkeersplateau fiche 4c
aanliggend fietspad op kruispunt met voorrang van rechts,
met verkeersplateau fiche 4d
aanliggend fietspad op voorrangsweg, zonder verkeersplateau fiche 4e
aanliggend fietspad op voorrangsweg, met verkeersplateau fiche 4f
fietspad op verhoogde rijwegvoorzieningen fiche 4g
aanliggend fietspad ter hoogte van halte openbaar vervoer fiche 4h

Vrijliggend fietspad fiche 5


basisafmetingen fiche 5a
fietspad ter hoogte van oversteekplaats voor voetgangers fiche 5b
vrijliggend fietspad op kruispunt met voorrang van rechts,
zonder verkeersplateau fiche 5c
vrijliggend fietspad op kruispunt met voorrang van rechts,
met verkeersplateau fiche 5d
vrijliggend fietspad op voorrangsweg, zonder verkeersplateau fiche 5e
vrijliggend fietspad op voorrangsweg, met verkeersplateau fiche 5f
fietspad op verhoogde rijwegvoorzieningen fiche 5g
vrijliggend fietspad ter hoogte van halte openbaar vervoer fiche 5h

fiche 0

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INHOUDSOPGAVE
Fietssuggestiestrook fiche 6
basisafmetingen fiche 6a
fietssuggestiestrook als attentiepunt fiche 6b
fietssuggestiestrook ter hoogte van halte openbaar vervoer fiche 6c

Oversteekplaatsen fiche 7
oversteekplaats bij een aanliggend fietspad fiche 7a
oversteekplaats bij een vrijliggend fietspad fiche 7b

Fietsopstelstrook fiche 8
fietsopstelstrook bij gemengd verkeer fiche 8a
fietsopstelstrook bij een aanliggend fietspad fiche 8b
fietsopstelstrook bij een vrijliggend fietspad fiche 8c

Fietsvoorzieningen fiche 9
paaltjes/hekwerk aan begin/einde fietspad fiche 9

Fietsparkeervoorzieningen fiche 10

fiche 0

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INHOUDSOPGAVE
IRUIMTEGEBRUIKI
BASISAFMETINGEN FIETSER

fietser naast niveauverschil < 7cm


< 0.07

0.25 ruimte noodzakelijk


voor stilstaande fietser
0.125 0.75 0.125
fietser naast niveauverschil ≥ 7cm
≥ 0.07

0.50
2.60

fietser naast paaltje

0.85 1.00

fietser naast geparkeerde wagen

tijdens het fietsen beweegt fietser zich


zijdelings om evenwicht te behouden
effectief te voorziene ruimte is 1.00m
0.85

fietser naast gesloten muur en enkele standaardafmetingen


onder gesloten plafond
fietser fiets aanhang- bakfiets bakfiets
zijaanzicht wagen zijaanzicht
≥ 2.60

2.60

1.35
1.00 1.80 1.00 1.00 1.90

fiche 1a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 RUIMTEGEBRUIK
IRUIMTEGEBRUIKI
BOCHTSTRALEN VOOR FIETSERS
afslaande beweging 90°


1.
≥ 80
R4
.0
0

asverschuiving

1.75

≥ R12.00

minimumbreedte fietspad
0
≥ R12.0

indien fietspad op hoofdroute gelegen r = 20m


1.75

fiche 1b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 BOCHTSTRALEN
IRUIMTEGEBRUIKI
FIETSHELLINGEN
Principe: hoe groter het hoogteverschil, hoe kleiner de hellingsgraad.

STELREGEL
gewenste, ideale helling 1: (20 x hoogte in m)
redelijke helling 1: (10 x hoogte in m)
maximale helling 1: (5 x hoogte in m)

+ 5m
25m

indien hoogteverschil + 5m is, bordes voorzien


met minimum lengte van 25m

vb. helling om 5m hoogteverschil te overbruggen

gewenst: 1: (20 x 5m) = 1:100 => 1%


redelijk: 1: (10 x 5m) = 1:50 => 2%
maximaal: 1: (5 x 5m) = 1:25 => 4%

fiche 1c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSHELLINGEN
IFIETSEN IN HET VERKEERI
ENKELRICHTINGSSTRATEN - ZONE 30
De stad Antwerpen streeft ernaar om in elke enkelrichtingsstraat het fietsverkeer in beide richtingen te faciliteren.
Dit wordt Beperkt EénrichtingsVerkeer (BEV) genoemd.

BREEDTE RIJWEG ZONE 30


aanbevolen breedte inclusief goten
met fietsverkeer in beide richtingen
zonder parkeren 3.60m
éénzijdig parkeren 3.80m
tweezijdig parkeren 4.00m

fiets - auto (BEV zone 30)

extra ruimte te voorzien in functie


van opstelling brandweer bij
3.60 0.40
4.00 interventie

fiets - auto (BEV zone 30) met parkeerstrook aan 1 zijde

extra ruimte te voorzien in functie


van opstelling brandweer bij
3.80 parkeerstrook interventie
4.00

fiets - auto (BEV zone 30) met parkeerstrook aan 2 zijden

parkeerstrook 4.00 parkeerstrook

fiche 2a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSEN IN HET VERKEER
IFIETSEN IN HET VERKEERI
ENKELRICHTINGSSTRATEN - ZONE 50

BREEDTE RIJWEG ZONE 50


aanbevolen breedte inclusief goten
met fietsverkeer in beide richtingen
zonder parkeren 4.25m
éénzijdig parkeren 4.45m
tweezijdig parkeren 4.75m

fiets - auto (BEV zone 50)

4.25

fiets - auto (BEV zone 50) met parkeerstrook aan 1 zijde

parkeerstrook
4.45

fiets - auto (BEV zone 50) met parkeerstrook aan 2 zijden

parkeerstrook parkeerstrook
4.75

fiche 2b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSEN IN HET VERKEER
IFIETSEN IN HET VERKEERI
DUBBELRICHTINGSSTRATEN
De inrichting van dubbelrichtingsstraten is afhankelijk van de dimensionering / maatvoering van de verschillende
vervoersmodi die er gebruik van maken.

Bij verkeersmenging met fietsers en gemotoriseerd verkeer wijzigt de maatvoering in functie van het gewenst gebruik.
Zowel fietser als gemotoriseerd verkeer vormen een bepalende factor. Hierover meer informatie in deel privé-vervoer.

Bij verkeersmenging met openbaar vervoer is de maatvoering voor bussen en trams de bepalende factor.
Hierover meer informatie in deel openbaar vervoer.

fiche 2c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSEN IN HET VERKEER
IFIETSEN IN HET VERKEERI
ZICHT OP HET VERKEER
Om veilig te kunnen deelnemen aan het verkeer, moet een fietser voldoende zicht hebben op het andere verkeer. Zien
en gezien worden! Er zijn verschillende soorten zichten: het rijzicht, het remzicht en het oprijzicht. Het rijzicht is het
zicht op de rijweg of het fietspad tijdens het fietsen. Het remzicht en het oprijzicht worden hieronder verduidelijkt. De
principes van het zicht op het verkeer gelden zowel op de rijweg als op het fietspad.

remzicht: het remzicht is het zicht nodig om veilig te kunnen remmen tot stilstand

afstand remzicht verschilt naargelang


de snelheid van de fietser zone remzicht fietser

fietser moet voldoende zicht hebben

21.00 bij 20km/u


40.00 bijj 30km/u
k /

oprijzicht: het oprijzicht is het zicht nodig om veilig een rijweg te kunnen oversteken

zone oprijzicht fietser afstand oprijzicht verschilt naargelang de


snelheid van het aankomende verkeer
fietser moet voldoende zicht
hebben op het aankomende verkeer

45.00 - 50.00 (30km/u)


100.00
100 00 - 110
110.00
00 (50km/u)

fiche 2d

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSEN IN HET VERKEER
IINRICHTING FIETSPADI
DEFINITIE FIETSPAD
Juridisch: het fietspad is het gedeelte van de openbare weg voorbehouden aan fiets of bromfiets. Het fietspad kan
aangeduid zijn met verkeersborden (D7 of D9), of het kan afgebakend zijn door twee evenwijdige overlangse witte
onderbroken strepen niet breed genoeg voor het autoverkeer. Het fietspad maakt geen deel uit van de rijbaan.

Het fietspad is het gedeelte van de openbare weg dat langs een rijbaan is gelegen en dat tot doel heeft verplaatsingen
met de (brom)fiets op een veilige, comfortabele en eenduidige manier te laten verlopen. Het fietspad kan aanliggend
of vrijliggend van de rijbaan liggen.

Deze basisafmetingen gaan uit van een normale intensiteit.


BASISAFMETINGEN Bij grotere intensiteiten is een breder fietspad noodzakelijk.
enkelrichtingsfietspaden ≥ 1.75m
dubbelrichtingsfietspaden ≥ 2.50m

Fietspaden worden bij voorkeur in enkelrichtingstraject uitgezet.


Dubbelrichtingtrajecten worden aangeduid met fietssymbolen en pijlen
in de twee richtingen.
gewenste afwerking van het fietspad in bitumineuze verharding in roodbruine kleur,
oneffenheden (zoals bv. putdeksels) in het fietspad zijn te vermijden.

dwarshelling
1,5% - 2%

1.75

minimumbreedte van het fietspad,


het opsluitend element valt buiten het fietspad

Fietspaden aangeduid met evenwijdige overlangse witte onderbroken strepen worden niet toegepast, behalve op
kruispunten bij voorrangswegen.

fiche 3a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INRICHTING FIETSPAD
IINRICHTING FIETSPADI
BUFFERSTROKEN AAN HET FIETSPAD

buffer ten opzichte van de rijweg

fietspad rijweg

fietspad
fietspad rijweg
rijweg

1.75 0.50-0.70

fietspad parkeerstrook fietspad parkeerstrook


rijweg

buffer ten opzichte van


1.75
1.75 obstakels in lijn
0.50-0.70
0.50-0.70
(verlichting, anti-parkeerpaal, parkeerstrook, ...)

fietspad
fietspad parkeerstrook
parkeerstrook fietspad
fietspad parkeerstrook
parkeerstrook
rijweg
rijweg

1.75 0.50 1.75 0.50

1.75
1.75 0.50
0.50 1.75
1.75 0.50
0.50

fiche 3b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INRICHTING FIETSPAD
IINRICHTING FIETSPADI
AANSLUITING FIETSPAD OP RIJWEG
Aan een kruispunt sluit het fietspad (al dan niet vrijliggend) aan op de rijweg. Bij de overgang tussen de twee
materialen (rijweg - fietspad) wordt steeds gestreefd naar een maximaal comfort van de fietser. Er mogen geen
niveauverschillen optreden.

Er zijn twee type-oplossingen om de aansluiting op de rijweg te realiseren:

typeoplossing 1: enkel het fietspad wordt in helling gelegd en eindigt vóór de oversteekplaats voor voetgangers

fietspad wordt ter plaatse van oversteekplaats


in helling gelegd van maximum 5%

geen niveauverschil op de overgang


tussen fietspad en rijweg
voetpad

verkorte draaicirkel

5%

draaicirkel afhankelijk van


eisen gemotoriseerd verkeer,
de standaard is 6 m helling eindigt vóór de locatie van de
oversteekplaats voor voetgangers

fiche 3c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INRICHTING FIETSPAD
IINRICHTING FIETSPADI
AANSLUITING FIETSPAD OP RIJWEG

typeoplossing 2: fietspad en aansluitend het voetpad volgen dezelfde plaatselijke helling


om een naadloze overgang te creeëren

voetpad en fietspad worden plaatselijk


in helling gelegd van maximum 5% om
hoogteverschil naar de rijweg op te vangen

oversteekplaats voetgangers

voetpad

5%

ter plaatse van de oversteekplaats wordt het


fietspad in helling naar de rijweg gebracht

afhankelijk van het materiaalgebruik op rijweg en fietspad zal de


aansluiting variëren - een traploze overgang moet altijd gegarandeerd
blijven, daarom wordt de goot en boordsteen plaatselijk onderbroken

fiche 3d

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 INRICHTING FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
DEFINITIE
Een aanliggend fietspad is een fietspad waarvan de verharding onmiddellijk aansluit bij de rijbaan en waarbij enkel
een veiligheidsstrook is voorzien tusen het fietspad en de rijweg.

BASISAFMETINGEN

het fietspad wordt verhoogd aangelegd ten


opzichte van de rijweg en gelijk met het voetpad

fietspad

1.75 0.50

een veiligheidsmarge wordt voorzien tussen rijweg en fietspad,


in deze strook kunnen enkel elementen geplaatst die lager zijn dan 1m

fiche 4a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
FIETSPAD TER HOOGTE VAN OVERSTEEKPLAATS VOOR VOETGANGERS

zone in helling tussen 5 en 10% opstelruimte voor voetgangers


(geleidelijke overgang)

deel fietspad maximum helling 2% in

≥1.80
voetpad
functie van continuïteit fietspad
2%

fietspad

boordsteen in verloop/helling

verlaging boordsteen in functie


zebrapadmarkering loopt door over fietspad
TRAPPERS_FICHE_4B_2.pdf 30/11/2011 15:23:00 van verbeterde oversteekbaarheid

voetpad fietspad rijweg

2% 5% - 10%

1.75 0.50

fiche 4b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
AANLIGGEND FIETSPAD OP KRUISPUNT MET VOORRANG VAN RECHTS,
ZONDER VERKEERSPLATEAU

materiaalgebruik fietspad begint en/of eindigt


geen fietspadmarkering en op het einde van de helling
niet doortrekken materiaal fietspad
bij voorrang van rechts
1.755

5% 5%

.
zebrapadmarkering
is optioneel

helling stopt
voor zebrapad
5%
1.755

5%

naadloze overgang tussen rijweg


en fietspad in functie
van het fietscomfort

fietspad in helling om overgang


te maken tussen rijweg en fietspad

Indien het kruispunt met lichten geregeld is, blijven de principes gelijk.

fiche 4c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
AANLIGGEND FIETSPAD OP KRUISPUNT MET VOORRANG VAN RECHTS,
MET VERKEERSPLATEAU

geen helling in het fietspad


hoogteligging is gelijk aan het plateau
plateau uit te voeren in
kleinschalig materiaal,
kleur aansluitend bij de kleur
van de rijweg

zebrapadmarkering
is optioneel

geen fietspadmarkering en
niet doortrekken materiaal fietspad
bij voorrang van rechts
goot en boordsteen liggen op “dezelfde”
hoogte bij het plateau

fiche 4d

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
AANLIGGEND FIETSPAD OP VOORRANGSWEG,
ZONDER VERKEERSPLATEAU

fietspad in hellling om overgang


te maken tussen rijweg en fietspad
zebrapadmarkering loopt
verder over het fietspad
0.50 1.75

1.75
5% 5%

1.75 0.50
1.75

5% 5%

aanbrengen van fietspadmarkering en naadloze overgang tussen rijweg


doortrekken materiaal fietspad over de rijweg en fietspad in functie van fietscomfort

Indien kruispunt met lichten geregeld is, blijven de principes gelijk.

fiche 4e

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
AANLIGGEND FIETSPAD OP VOORRANGSWEG,
MET VERKEERSPLATEAU

geen helling in het fietspad


hoogteligging is gelijk aan het plateau

zebrapadmarkering
is optioneel

aanbrengen van fietspadmarkering en


goot en boordsteen liggen op dezelfde doortrekken van het materiaal fietspad over de rijweg
hoogte bij het plateau

plateau uit te voeren in kleinschalig materiaal,


kleur aansluitend bij de kleur van de rijweg

fiche 4f

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
FIETSPAD OP VERHOOGDE RIJWEGVOORZIENINGEN
fietspad op een verkeersplateau ter hoogte van een zijstraat
Het toepassen van een verkeersplateau enkel in de zijstraat wordt
alleen toegepast indien de weg langs het fietspad een voorrangsweg is.

rijzone uit te voeren in


kleinschalig materiaal,
kleur aansluitend bij kleur
van de rijweg

noch goot noch boordsteen


ter plaatse van fietspad

naadloze overgang

fietspad buigt af ten


bochtstraal afhankelijk van type
behoeve van sinus
gemotoriseerd verkeer
(zie deel privé-vervoer) aanbrengen van fietspadmarkering en
doortrekken van het materiaal fietspad over de rijweg
fietspad op een doorlopend voetpad
Doorlopend fietspad: statuut van rijweg vervalt, waardoor de fietser voorrang heeft.
aanbrengen van fietspadmarkering,
doortrekken van het materiaal
inrichting erfzone fietspad

voetpad loopt door

helling max. 10%

De keuze van type verhoogde rijwegvoorziening wordt op voorhand bepaald.

fiche 4g

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IAANLIGGEND FIETSPADI
AANLIGGEND FIETSPAD TER HOOGTE VAN HALTE OPENBAAR VERVOER

bushalte op de rijbaan bushaven naast de rijbaan

minimale afstand
tussen schuilhuisje
en fietspad

R=12
R=12
uitbuiging van fietspad over totale lengte

0.50 0.50
van de halte / opstelstrook voor bus

schuilhuisje

schuilhuisje
uitbuiging van fietspad over totale lengte
van de halte / opstelstrook voor bus

1.50

R=12
minimale afstand
R=12 tussen haltehaven
en fietspad

fiche 4h

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 AANLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
DEFINITIE
Een vrijliggend fietspad is een fietspad dat fysiek gescheiden is van de rijbaan door middel van een veiligheidsstrook
van minimum 1.00m breed en die niet door gemotoriseerd verkeer mag en kan gebruikt worden. Deze strook kan
verschillende invullingen hebben: een verhoogde berm, groenstrook, parkeerstrook, ...

BASISAFMETINGEN

een niveauverschil ten opzichte van


de rijweg verhoogt de veiligheid

fietspad rijweg

1.75 ≥1.00

breedte van de bufferstrook is afhankelijk van de invulling en de snelheid van het gemotoriseerd verkeer,
vanaf 1.00m breedte tussen fietspad en rijweg is het fietspad vrijliggend

fiche 5a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
FIETSPAD TER HOOGTE VAN OVERSTEEKPLAATS VOOR VOETGANGERS

geen zebrapadmarkering op
fietspad of opstelruimte

voetpad

1.75
fietspad

1.80
1.00
≤ 10%

minimumbreedte opstelruimte
ter plaatse van oversteekplaats
vlakke goot ten gevolge van oversteekplaats 3.00

boordsteen wordt omgezet


ter plaatse van oversteekplaats

fietspad en voetpad liggen in dezelfde helling

voetpad fietspad rijweg

10%

1.00
1.75 1.80

vlakke goot ter plaatse van oversteekplaats

fiche 5b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
VRIJLIGGEND FIETSPAD OP KRUISPUNT MET VOORRANG VAN RECHTS,
ZONDER VERKEERSPLATEAU

geen fietspadmarkering en
niet doortrekken materiaal fietspad materiaal fietspad begint/eindigt op de helling
bij voorrang van rechts
fietspad buigt af naar de rijweg,
lengte rechtstand “aanliggend” deel is
afhankelijk van de snelheid van het
gemotoriseerd verkeer

10.00m bij ≤ 50 km/u


30.00m bij ≥ 70 km/u
1.75

10.00
10.00

5
5%

fietspad buigt direct na helling


terug uit, weg van de rijweg
helling stopt voor zebrapad

naadloze overgang in functie van


fietscomfort

Indien kruispunt met lichten geregeld is, blijven de principes gelijk.

fiche 5c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
VRIJLIGGEND FIETSPAD OP KRUISPUNT MET VOORRANG VAN RECHTS,
MET VERKEERSPLATEAU

fietspadmarkering en asfalt fietspad wordt niet


doorgetrokken op het kruispunt bij voorrang van
fietspad blijft op hetzelfde rechts
niveau als voetpad/plateau

r=12

10.00

fietspad buigt af naar de rijweg


locatie begin afbuiging is afhankelijk van
de snelheid van het gemotoriseerd verkeer
10.00m bij ≤ 50 km/u
fietspad buigt onmiddellijk
30.00m bij ≥ 70 km/u
terug af na het kruispunt

plateau uit te voeren in kleinschalig materiaal,


kleur aansluitend bij de kleur van de rijweg

fiche 5d

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
VRIJLIGGEND FIETSPAD OP VOORRANGSWEG,
ZONDER VERKEERSPLATEAU

aanbrengen van fietspadmarkering en fietspad buigt af naar de rijweg,


doortrekken van het materiaal fietspad over lengte rechtstand “aanliggend” deel is
de rijweg afhankelijk van de snelheid van het
gemotoriseerd verkeer
10.00m bij ≤ 50 km/u
30.00m bij ≥ 70 km/u

zebrapadmarkering
is optioneel

R=12
r=12 R=12
r=12
1 5
1.75

10.00
10.00

fietspad buigt onmiddellijk


terug af na kruispunt

helling stopt vóór zebrapad

vlakke overgang

zebrapadmarkering loopt door over het


bochtstraal afhankelijk van fietspad
type gemotoriseerd verkeer

fiche 5e

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
VRIJLIGGEND FIETSPAD OP VOORRANGSWEG,
MET VERKEERSPLATEAU

geen helling in het fietspad


hoogteligging is gelijk aan het plateau fietspad buigt af naar de rijweg, lengte is
afhankelijk van de snelheid van het
gemotoriseerd verkeer
10.00m bij ≤ 50 km/u
30.00m bij ≥ 70 km/u
zebrapadmarkering
is optioneel
1.75
0.50
.

0.50
0 5
10.00
10.00
1.75

R=12

fietspad buigt onmiddellijk


terug af na kruispunt

goot en boordsteen liggen op dezelfde aanbrengen van fietspadmarkering en


hoogte bij het plateau doortrekken van het materiaal fietspad over de rijweg

plateau uit te voeren in kleinschalig materiaal,


kleur aansluitend bij de kleur van de rijweg

fiche 5f

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
FIETSPAD OP VERHOOGDE RIJWEGVOORZIENINGEN
fietspad op een verkeersplateau ter hoogte van een zijstraat
Het toepassen van een verkeersplateau enkel in de zijstraat wordt
alleen toegepast indien de weg langs het fietspad een voorrangsweg is.

sinusmarkering

rijzone uit te voeren in


kleinschalig materiaal,
kleur aansluitend bij de kleur
van de rijweg

fietspad loopt rechtdoor

aanbrengen fietspadmarkering
materiaal fietspad
sinusmarkering
wordt doorgetrokken

fietspad op een doorlopend voetpad


Doorlopend fietspad: statuut van rijweg vervalt, waardoor de fietser voorrang heeft.

aanbrengen van fietspadmarkering en


inrichting erfzone doortrekken van het materiaal fietspad
voetpad loopt door over “zijstraat”
geen zebrapad

≤ 10%

maximale helling

De keuze van type verhoogde rijwegvoorziening wordt op voorhand bepaald.

fiche 5g

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IVRIJLIGGEND FIETSPADI
VRIJLIGGEND FIETSPAD TER HOOGTE VAN HALTE OPENBAAR VERVOER

bushalte op de rijbaan bushaven naast de rijbaan

minimale afstand
minimale afstand tussen schuilhuisje
tussen schuilhuisje en fietspad
en fietspad
eventuele parkeerstrook

0.50

schuilhuisje
0.50
uitbuiging van fietspad over totale lengte
geen parkeren over volledige lengte bushalte

schuilhuisje

van de halte / opstelstrook van de bus

1.50

R=12

fietspad buigt uit


ter hoogte van
haltehaven

fiche 5h

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VRIJLIGGEND FIETSPAD
IFIETSSUGGESTIESTROOKI
DEFINITIE
De fietssuggestiestrook / comfortstrook wordt toegepast om de veiligheid / het comfort van de fiets te verhogen in
de situatie van gemengd verkeer. De strook is geen vervanging van het fietspad en heeft geen juridisch statuut. Het
maakt dus onderdeel uit van de rijweg. Gemotoriseerd verkeer mag hierop rijden.
De fietssuggestiestrook wordt toegepast wanneer er nood is aan een optische versmalling of wanneer automobilisten
moeten geattendeerd worden op fietsers die uit de tegengestelde richting kunnen komen.
De comfortstrook wordt toegepast om aan fietsers omwille van het gebruikte materiaal op de rijweg meer rijcomfort
te geven.

BASISAFMETINGEN
het al dan niet doortrekken van het materiaal over het kruispunt is
afhankelijk van de voorrangsituatie (zie fiches 4c tot 4g)

fietssugestiestrook start
na zebrapad

1.20-1.50 aanbrengen van het fietssymbool


en pijl aan beide zijden van de
weg aan begin en einde van
de straat en ter plaatse van de
zijstraten

aanbrengen fietssuggestiestrook in éénrichtingsstraten


De materialisering verschilt afhankelijk van het doel. enkel in tegengestelde richting van het autoverkeer,
in dubbelrichtingsstraten aan beide zijden van de rijweg
Algemeen
De fietsuggestiestrook / comfortstrook wordt niet uitgevoerd in een rode kleur en het kleurverschil moet duidelijk zijn
ten opzichte van kleur van de rijweg.

Speciefiek naar gelang het materiaal van de rijweg


Bij een optische versmalling van de rijweg is de keuze van het materiaal van de fietssuggestiestrook afhankelijk van het
gebruikte materiaal van de rijweg voor het gemotoriseerd verkeer:

- bij asfalt: 2-componenten overlaging in grijskleur met lichtere tint dan kleur rijweg (te fel contrast vermijden);
- bij betonstraatstenen: betonstraatstenen met een ander legverband dan de rijweg.

Indien het de opzet is om een attentiepunt weer te geven, wordt gebruik gemaakt van klinknagels. Deze klinknagels
worden slechts over een beperkte afstand gebruikt, bv. in een scherpe bocht.

fiche 6a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSSUGGESTIESTROOK
IFIETSSUGGESTIESTROOKI
FIETSSUGGESTIESTROOK ALS ATTENTIEPUNT

op gevaarlijke punten worden klinknagels geplaatst om


het gemotoriseerd verkeer er attent op te maken dat er
fietsers uit tegenrichting kunnen komen

fiche 6b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSSUGGESTIESTROOK
IFIETSSUGGESTIESTROOKI
FIETSSUGGESTIESTROOK TER HOOGTE VAN HALTE OPENBAAR VERVOER

bushalte op de rijbaan bushaven naast de rijbaan

15.00 - 30.00
18.00 - 30.00

1.20 - 1.50 1.20 - 1.50

fietssugestiestrook wordt ter hoogte van


bushalte op de rijweg doorgetrokken fietssugestiestrook wordt ter hoogte van
vrijliggende bushaven doorgetrokken

fiche 6c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSSUGGESTIESTROOK
IOVERSTEEKPLAATSENI
OVERSTEEKPLAATS BIJ EEN AANLIGGEND FIETSPAD
Fietsoversteekplaatsen worden zoveel mogelijk gecombineerd met voetgangersoversteken. Dit geeft een beter overzicht
aan de automobilist op het geheel van oversteekbewegingen.

breedte van de oversteekplaats is


minimum 1,75m,
bij intensiever fietsverkeer breder te
voorzien om voldoende comfort te
bieden aan fietsers die wensen af te
slaan.

boordsteen en goot lopen door om


het oversteken van de fietser op
het midden van het kruispunt te
ontmoedigen

zebrapadmarkering loopt
door over het fietspad

zone in helling tussen 5 en 10%


(geleidelijke overgang)

geen markering van de fietsoversteekplaats over de rijweg

fiche 7a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 OVERSTEEKPLAATSEN
IOVERSTEEKPLAATSENI
OVERSTEEKPLAATS BIJ EEN VRIJLIGGEND FIETSPAD

naadloze overgang materiaal fietspad en rijweg

breedte van de oversteekplaats is minimum 1.75m,


bij intensiever fietsverkeer breder te voorzien om
voldoende comfort te bieden aan fietsers die wensen
af te slaan

om de afslagbeweging comfortabel te maken, wordt het fietspad ter


hoogte van de oversteekplaats afgebogen,
de bochtstraal is afhankelijk van de beschikbare ruimte, ideaal 3.00m

fiche 7b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 OVERSTEEKPLAATSEN
IFIETSOPSTELSTROOKI
DEFINITIE
Een Opgeblazen FietsOpstelStrook (OFOS) is een opstelstrook voor fietsers bij kruispunten die met verkeerslichten
geregeld zijn. Deze opstelruimte wordt gebruikt om fietsers te laten voorsorteren op een kruispunt tijdens de roodfase
voor het (wachtende) gemotoriseerd verkeer. Zo kunnen de fietsers vóór het gemotoriseerd verkeer het kruispunt
oprijden. Deze strook bestrijkt meestal de gehele breedte van de rijbaan aan één zijde.

FIETSOPSTELSTROOK BIJ GEMENGD VERKEER

aanbrengen fietssymbool
op opstelstrook fietsers,
minimumopstelruimte is 4.00m geen andere kleur of
diep en heeft de breedte van het materiaal in opstelstrook
rijvak
≥ 4.00

tweemaal stopstreep

optimale afstand
toeleidend fietspad
15.00

is 15.00m

toeleidend fietspad met


fietspadmarkering,
≥ 11.00
0 minimum breedte 1.00m

de parkeerstrook stopt voor de


OFOS (en het toeleidend fietspad),
deze wordt fysisch gescheiden om
foutparkeren te voorkomen

fiche 8a

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSOPSTELSTROOK
IFIETSOPSTELSTROOKI
FIETSOPSTELSTROOK BIJ EEN AANLIGGEND FIETSPAD

inplanting paal verkeerslichten ter


hoogte van stopstreep fietsopstelstrook

aanliggend fietspad loopt door tot


aan de fietsopstelruimte

5%
4.00
fietsopstelruimte voor fietsers
(zie fiche 8a)

5%

fietspad in helling om overgang naar


hoogteligging rijweg te kunnen realiseren

fiche 8b

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSOPSTELSTROOK
IFIETSOPSTELSTROOKI
FIETSOPSTELSTROOK BIJ EEN VRIJLIGGEND FIETSPAD

4.00
4.00
5%

5%
afbuiging van fietspad naar
rijweg toe op minimum 15m
afstand van opstelruimte

fietsopstelruimte voor fietsers


4m diep over de breedte van de rijweg

fiche 8c

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSOPSTELSTROOK
IFIETSVOORZIENINGENI
In specifieke situaties is het nuttig om het begin/einde van een fietspad te markeren of te beveiligen. Dit wordt vooral
toegepast op lange fietstrajecten. Er zijn verschillende toepassingen mogelijk.

PAALTJES HEKWERK

aanbrengen markering rond middelste paal


in functie van zichtbaarheid voor de fietser

palen staan op minimum 2.00m plaatsen van hekwerk bij een onderbreking
ten opzichte van einde van het van het fietspad/-weg als markering/
fietspad/-weg snelheidsremmer
≥ 2.00

1.50-1.75 hekwerk tegenover


elkaar uitlijnen op een

1.60
afstand van 1.60m
hekwerk te voorzien
van reflecterende
strips

tussenafstand paaltjes palen te bekleden met


tussen 1.5m en 1.75m om reflecterende strips
gemotoriseerd verkeer te in functie van zichtbaarheid
weren

aanbrengen van fietssymbool en


pijl om tweerichtingsverkeer voor
fietsers aan te duiden

fiche 9

-TRAPPERS-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 FIETSWEG
IFIETSPARKEER-
VOORZIENINGENI
DEFINITIE
Fietsparkeervoorzieningen zijn voorzieningen die gebruikt worden bij het fietsparkeren. Het kan gaan om een fietsenstalling
(een afgebakende ruimte voor het plaatsen van fietsen) of een fietsparkeersysteem (een constructie om één of meer fietsen
in of tegen te plaatsen) of een combinatie van de beide.

De Stad Antwerpen werkt met een vast gamma van straatmeubilair.


Voor de volledigheid wordt hiervoor verwezen naar de catalogus “straatmeubilair”.

PRINCIPES
minimumafstand tot obstakels (boomrooster/boordsteen/bank) is 1.10m
loodrechte inplanting vrije doorgang voor voetgangers op looproute is minimum 1.80m

minimum
opstelruimte
1.80-2.00
1.80 1.80-2.00

minimum diepte
vrije ruimte ten
behoeve uitrijden 1.10 1.10

1.10 1.10
minimum afstand tussen 2 beugels
1.80

schuine inplanting
Om plaats te besparen, kunnen fietsenstallingen ook schuin ingeplant worden.
minimum afstand tot boordsteen 0.25m / 0.50m
1.40

10
1.

minimum
1.35 1.35 geen inplanting op
opstelruimte
looproute voetgangers
1.40

10
1.
1.80

1.35 1.35
minimum diepte
vrije ruimte ten
behoeve uitrijden
1.80

minimum afstand tussen 2 beugels fiche 10


-TRAPPERS-
FIETSPARKEER-
DRAAIBOEK UITGAVE 27-4-2012 VOORZIENINGEN

You might also like