Professional Documents
Culture Documents
Vreemdelingenrecht
Vreemdelingenrecht
Week 4.2
De voorwaarden voor toegang en kort verblijf voor ‘derdelanders’ zijn geregeld in art. 6 lid 1
Schengen grenscode (SGC) De voorwaarden voor de afgifte van een visum kort verblijf staan
in de Visumcode.
Een visum is een machtiging die door de autoriteiten van een lidstaat wordt afgegeven aan een
vreemdeling die visumplichtig is, wanneer deze vreemdeling op het grondgebied van Nederland (of
een ander Schengenland) wil verblijven of wanneer deze vreemdeling wil doorreizen op het
grondgebied van Schengenlanden. (zie art. 2 Visumcode).
- Onderscheid tussen:
Een vormig of territoriaal beperkt; geldig op gehele grondgebied Schengenlanden of alleen
verblijf op grondgebied 1 lidstaat (zie o.a. art. 2 lid 3 en 4 Visumcode en art. 24 en 25
Visumcode
Single entry of multiple entry
Visumplichtig
Derdelanders; vreemdelingen die geen burgers van een EU-lidstaat zijn.
Niet; burgers van een EU-lidstaat
NB; vrijstelling voor onderdanen van een aantal niet EU-landen, zoals Noorwegen,
Zwitserland, Liechenstein.
Beslissingsbevoegdheid aanvraag
- Bevoegd zijn in beginsel de autoriteiten van het Schengenland waar de vreemdeling naartoe wil
reizen (art 5. Visumcode)
- Een visumaanvraag kan niet eerder dan zes maanden voor het voorgenomen verblijf worden
ingediend ( art. 9 lid 1 Visumcode).
- Beslissingsbevoegd; in beginsel minister Buitenlandse Zaken. Soms DPV/VV of Visadienst
Reisdocument
Vreemdeling beschikt over een geldig reisdocument voor grens overschrijding (een paspoort).
Het paspoort moet nog minimaal drie maanden geldig zijn na de voorgenomen datum van
vertrek en mag niet langer dan 10 jaar geleden zijn verstrekt (art. 12 Visumcode).
Vestigingsgevaar
* de vreemdeling moet aannemelijk maken dat hij tijdig het Nederlands grondgebied zal verlaten. Dit
kan worden onderbouwd met een retour- of rondreisticket (bijlage IIB Visumcode)
Duur
Max. 90 dagen > art. 3.3 ? 33? Lid 1 onder c, Vb 2000
Evt. verlenging > art. 33 Visumcode
Intrekking en nietigverklaring
Nietig: vreemdeling heeft ten tijde van verlenging visum niet aan alle voorwaarden voldaan;
onterecht verkregen > art. 34 Visumcode
Intrekken: na verlenging blijkt niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan > art. 34 lid 2
Visumcode
Rechtsbescherming
Afwijzing aanvraag visum:
- Bezwaar (art. 69 Vw 2000)
- Beroep; vreemdelingenkamer Rechtbank Den Haag
- Geen hoger beroep (art. 84 sub b Vw20000)
- Evt. voorlopige voorziening
Week 4.3
Verblijfsvergunning algemeen
Verblijfsvergunning; verblijfsdocument dat laat zien dat de vreemdeling in Nederland
verblijft.
Diverse soorten:
- Bepaalde tijd regulier;
- Onbepaalde tijd regulier;
- Asiel bepaalde tijd;
- Asiel onbepaalde tijd;
- Verblijfskaart voor gemeenschapsonderdanen;
- EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen
Verblijfsvergunning regulier
Derdelanders die langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven, dienen in principe
in het bezit te zijn van een verblijfsvergunning.
De vbt-r wordt verleend onder een ‘beperking’, oftewel een verblijfsdoel (art. 14 lid 3 Vw)
Voor elk verblijfsdoel gelden specifieke criteria. De reguliere verblijfsdoelen staan opgesomd
in art. 3.4 lid 1 Vb2000. Zoals verblijf familie-gezinslid, studie, arbeid als zelfstandige,
seizoenarbeid etc.
De vbt-r wordt verleend voor ten hoogste vijf achtereenvolgende jaren (art. 14 lid 4 Vw).
Geldig reisdocument
De vreemdeling dient in het bezit te zijn van een geldig reisdocument, zoals een paspoort
NB. Uitzonderingen art. 3.72 Vb 2000
Casus
Week 4.5
Verblijfsvergunning asiel
Algemeen
Asielzoeker: vreemdeling die zijn land van herkomst heeft verlaten om elders, bv Nederland
asiel aan te vragen. Een asielzoeker zoekt internationale bescherming tegen vervolging. >
Hangt samen met het refoulement-verbod (art. 3 EVRM/ art. 33 Vlv
Het asielrecht kent een breed scala aan rechtsbronnen op internationaal, Eurpoees en
nationaal niveau zoals het Vluchtelingenverdrag, het EVRM, Dublinverordening, de Vv 2000
en Vb 2000
IND voert vreemdelingenbeleid uit. Uitvoeringsinstantie van het ministerie van Justitie en
Veiligheid
Verdragsvluchteling
Volgens het Vluchtelingenverdrag is een vluchteling iemand die wegens gegronde vrees voor
vervolging wegens zijn ras, nationaliteit, het behoren tot een beoaakde sociale groep of zijn
politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de
bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, ninet wil
inroepen, art. 1 A lid 2 Vlv
Elementen
Uit deze definitie volgen een aantal elementen er moet sprake zijn van :
- Gegronde vrees, voor vervolging, vanwege;
- een vervolgingsgrond ( ras, godsdienst, het hebben van een politieke overtuiging etc);
- de vluchteling is buiten het land van zijn nationaliteit/herkomst, en;
- kan geen bescherming van autoriteiten van zijn land krijgen.
Aan alle voornoemde elementen moet zijn voldaan om te kunnen kwalificeren als vluchteling
1. Gegronde vrees
- de vluchteling moet aannemelijk maken dat hij gegronde vrees heeft vervolgd te worden
- de vervolging waarvoo een asielzoeker vreest, moet ‘gegrond’ zijn. Dit houdt in dat de vrees moet
kunnen worden gerelateerd aan objectieve gegevens zoals individuele bewijsstukken, ambtsberichten
en landenrapporten. Hierom wordt wel een onderscheid gemaakt tussen subjectieve en objectieve
vrees. Op basis van de objectieve gegevens moet een inschatting worden gemaakt of er
daadwerkelijk een risico bestaat dat de asielzoeker bij terugkeer vervolgd zal worden.
- individualiseringsvereiste; beoordeling op individuele basis. Vreemdeling moet aannemelijk maken
dat hij/zij persoonlijk gevaar loopt wanneer hij terugkeert naar het land van herkomst.
- gegronde vrees wordt eerder aanwezig geacht als de asielzoeker behoort tot een bepaalde groep
2. Vervolging
- vervolging wordt aangenomen als de daden van een vervolging zo ernstig van aard zijn of zo vaak
voorkomen dat zij een ernstige schending wormen van de gronden van de mens (schendingen van
internationaal erkende mensenrechten).
- daden van vervolging kunnen onder meer de vorm aannemen van lichamelijk of geestelijk geweld,
onevenredige vervolging of bestraffing, ontneming van de toegang tot rechtsmiddelen waardoor een
onevenredig zware straf wordt opgelegd > art. 3.36 Vv 2000
3. Gronden
- Er moet ook sprake zijn van een van de vijf gronden van vervolging. Dit betekent dat de vervolging
moet plaatsvinden vanwege iemands godsdienst, politieke overtuiging, nationaliteit, ras of specifieke
sociale groep
Uitzonderingen
Enkele categorieën asielzoekers zijn van de vluchtelingenstatus uitgesloten art. 1D -1f Vlv
Art. 1f Vlv bepaalt dat het Vlv niet van toepassing is op oorlogsmisdadigers. Er moet sprake
zijn van ernstige redenen om te veronderstellen dat de vluchteling :
- een misdrijf tegen de vrede, tegen de menselijkheid of een oorlogsmisdrijf heeft gepleegd,
of;
- Een ernsitg niet-politiek misdrijf heeft gepleegd buiten het land van toevlucht, voodat hij
als vluchteling werd toegelaten; of
- Zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen in strijd met de doelstellingen en
beginselen van de Verenigde Naties.
* De IND moet aantonen dat er enstige redenen zijn dat de asielzoeker verantwoordelijk kan worden
gehouden voor de misdrijven genoemd in art. 1F vlv.
* Hiervoor wordt onderzocht of de asielzoeker kennis had of had behoren te hebben van het
betreffende misdrijf (knowing participation) en of hij op enige wijze hieraan persoonlijk heeft
deelgenomen (personal participation).
* aan de vreemdeling die onder 1F valt wordt geen verblijfsvergunning asiel verleend
Verlengingsgronden art. 29 lid 1 Vw
* Aan een vreemdeling kan volgens art. 29 lid 1 onder b Vw 2000 een verblijfsvergunning asiel
bepaalde tijd worden verleend als hij/zij aannemelijk heeft gemaakt dat hij/zij bij terugkeer een reëel
risico loopt te onderworpen aan;
- de doodstraf of executie;
- ernstige en individuele bedreigingen van het leven of de persoon van een burger als gevolg van
willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.
* Deze grond komt voort uit het refoulementverbod (op basis van art. 3 EVRM, art 7 IVBPR)
Beoordeling
- Bij de beoordeling door de IND wordt de algemene geweld- en mensenrechtensituatie in een land
van herkomst betrokken. Hoe ernstiger de situatie van (willekeurig) geweld of mensenrechtensituatie
in een land van herkomst is, hoe eerder de IND kan concluderen dat de vreemdeling bij terugkeer
naar het land van herkomst een reëel risico loopt op ernstige schade 3.3 Vc (Vv)
- Relevante elementen ter beoordeling van een dergelijke situatie zijn bijv;
-- is er sprake van een uitzonderlijke situatie in het land van herkomst of bepaald gebied in dit land?
-- Gaat het om een vreemdeling die behoort tot een kwetsbare minderheidsgroep?
Binnenlands vestigingsalternatief
De IND beoordeelt ook of de vreemdeling in het land van herkomst een beschermingsalternatief
heeft om zich in een ander gebied aan de dreiging te onttrekken.
Afgeleide verleningsgrond
* gezinshereniging; zie art. 29 lid 2 Vw 2000. Het gaat hier om een vorm van gezinshereniging die als
doel heeft de vergunninghouder te verenigen met zijn gezin
* aantal vereisten soepeler ten opzichte van de reguliere procedure, bijv. geen van middelenvereiste
* relevant voor beoordeling: er moet sprake zijn van een ‘Feitelijke gezinsband’
Week 4.6
AA-procedure
Algemene asielprocedure (let op; alleen bij 1e asielaanvragen)
AA-procedure: uitzonderingen
Huidige werkwijze
- vaak geen EG meer, maar vragen EG bij aanmeldgehoor;
- verschillende sporen (bv Dublin (1) en veilige landers (2)
VA -procedure
Verlengde asielprocedure, als gedurende AA-procedure blijkt dat er niet binnen uiterlijk 14 dagen
beslist kan worden, dan zal de asielaanvraag in de verlengde asielprocedure worden behandeld.
Duur; 6 maanden – deze termijn kan tijdelijk verlengd worden naar 9 maanden in verband met
hoge instroom van aanvragen
Rechtsmiddelen
De asielzoeker kan beroep indienen tegen de afwijzende beschikking. Dit is ook mogelijk tegen de
inwilligende beschikking
Termijnen:
- 1 week bij AA
- 4 weken bij VA
Besluit- en vertrekmoratorium
Besluitmoratorium: uitstel besluit tot max 21 maanden (art. 43 Vw: kan verlengd worden)
Vertrekmoratorium: uitstel uitzetting bij negatief besluit op asielaanvraag (art. 45 Vw)
Voorbeelden:
Art. 30 Vw
De aanvraag wordt niet in behandeling genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de
behandeling van de asielaanvraag (Dublin)
Art. 30a Vw
Heeft asielzoeker al bescherming in ander Eu land?
Heeft asielzoeker al bescherming in ander land?
Kan de asielzoeker verblijven in derde land dat veilig is?
Heeft de asielzoeker al een verblijfsvergunning?
Bij herhaalde aanvraag:
- heeft de asielzoeker nieuwe feiten en omstandigheden aangevoerd bij zijn HASA?
Artikel 1F vluchtelingenverdrag
= ernstige redenen om aan te nemen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmidaden of
misdaden tegen de menselijkheid
(bijv. deportatie of onder dwang overbrengen van bevolking, marteling, slavernij, verkrachting,
gedwongen prostitutie of enige andere vorm van seksueel geweld en moord)
Beoordeling aan de hand van eventueel overgelegde documenten en de verklaringen die zijn afgelegd
in het gehoor.
Voordeel van de twijfel als voldaan is aan alle voorwaarden uit artikel 31 lid 6 Vw (oprechte
inspanning, goede verklaring ontbrekend doc’s, samenhangend verhaal, grotendeels geloofwaardig
en aanvraag z.s.m. ingediend)
Kennelijk ongegrondheid
Art. 30b Vw
De vluchteling voert alleen dingen aan die niet zien op vluchtelingschap/schending 3 EVRM
(vb. economische redenen)
De vluchteling is afkomstig uit een veilig land van herkomst (bv. Marokko, Algerije)
De vluchteling geeft misleidende info, overlegt valse documenten of heeft relevante
informatie voor beoordeling van zijn aanvraag achtergehouden
De vluchteling heeft zij paspoort of ID document vernietigd
De vluchteling heeft kennelijk valse, tegenstrijdige of duidelijk onwaarschijnlijke verklaringen
afgelegd
De vluchteling heeft de aanvraag ingediend ter frustratie van uitzetting of overdracht
De vluchteling heeft een tweede asielaanvraag ingediend (HASA) die niet n-o is verklaard
De vluchteling is NL onrechtmatig binnengekomen of heeft zijn verblijf onrechtmatig verlengd
zonder asiel aan te vragen
De vluchteling weigert vingerafdrukken af te geven
De vluchteling is een gevaar voor openbare orde
De vluchteling is uitgezet om ernstige redenen van openbare orde of nationale veiligheid
Toets zwaarwegend
- toetsing aan vluchtelingenverdrag en art. 3 EVRM
Toetsing art. 64 Vw
Toetsing schrijnendheid en tijdelijk humanitaire redenen
PowerPoint vluchtelingenwerk
Vluchtelingenwerk, de belangenbehartiger van vluchtelingen in Nederland
Richten zich op de bescherming en belangenbehartiging van vluchtelingen en asielzoekers in
Nederland, maar ook buiten Nederland, gebaseerd op de universele verklaring van de rechten van de
mens.
Gebaseerd op 3 pijlers:
Juridische veiligheid door non-refoulement, erkenning en verlening van een
vluchtelingenstatus
Maatschappelijke veiligheid door een welkome samenleving waar vluchtelingen in veiligheid
een nieuw bestaan kunnen opbouwen
Internationale solidariteit met landen die zwaardere lasten dragen en met vluchtelingen die
in deze landen verblijven zonder perspectief
Regulier verblijfsrecht
Regulier verblijfsrecht hangt samen met het doel waarvoor iemand naar Nederland komt:
- werk
- studie
- gezinshereniging
- medische behandeling
Niet asiel-gerelateerd
Aanvraag TEV = Toegang en Verblijf
Voorwaarde 1
Machtiging voorlopig verblijf (MVV)
MVV /= visum kortverblijf
MVV /= verblijfsvergunning
MVV = bijzonder soort visum waarmee je de grens met Nederland mag oversteken
Verplicht als je een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aanvraagt
Moet bij voorkeur in het buitenland aangevraagd worden
Afhalen binnen 3 maanden
Gevaar
Gevaar interna-
openbare tionale
rust Gevaar betrek-
openbare kingen
orde en
veilighei
d
Ongewen
Gevaar
-ste poli-
goede
tieke acti-
zeden
viteiten
Aantal verplichtingen
Band aantonen met degene die naar Nederland komt
Voldoen aan het middelenvereiste
Informatieplicht richting de IND als er wijzigingen zijn, bijv. baan kwijt of relatie verbroken
Verantwoordelijk voor terugkeer van de vreemdeling als diens verblijfsvergunning afloopt.
Gezinshereniging Gezinsvorming
Recht op gezinsleven
Art. 8 EVRM
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn
woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht,
dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in
het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn
van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming
van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en
vrijheden van anderen.