PARELVISSCHERIJ. | SPONSENVISSOHERL),
Algeimeene regelen voor het -visschen naar parel-
schelpen, juarlemoerschelpen, tripang en. sponsen
fi et meer dan drie Engel-
en van de kusten van Nederlandseh=
IN NAAM DER KONINGIN!
JERLANDSOH-INDIB,
Den Raad van Nederlandsch-Tndit gehoord:
DE GOUV
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salunt!
doet te weten:
Dat Hij, het wenschelijk achtende de algemeene regelen voor heb
Wissclien naar parclschelpen, paarlemoerschelpen en/of tripang binnen
den afstand van niet meer ‘dan drie Engelsche zeemijlen van de kusten |
van Nederlandsch-Indié, yastyesteld bij de ordonnantie van 3 Januari
1902 (Staaisblad n¢ 4) op enkele punten te herzien, die regelen voorts
in dien zin aan te vullen, dat zij mede gelden voor de visscherij naar
Sponsen en ze yoorzoover noodig met de reeds yroeger daarin aange-
Drachte wijzigingen cn aanvullingen opnieuw in hun geheel af te
kondigen; 6
Lettende op de artikelen 20, 27, 29, 31 en 33 van het Reglement op
het heleid der Regeering v ederlandsch-Indié;
Heeft gocdgevonden en verstaan:
Met intrekking van de ordonnantie van 3 Januari 1902 (Staatsblad
T? 4), zooals die sedert is gewijzigd en aangevuld, behoudens voor z00-
Yeel betrefi de tocpasselijkheid ingevolge de ordonnantie van 15
Januari 1905 (Siaatsblad Mt 50) van enkele der daarin yervatte bepa-
lingen ten aanzien van het vissehen naar parelschelpen, paarlemoer
sehelpen en/of tripang in het voormalig gewest Zuid-Nieuw-Guinea,
Yoomede yan de ordonnantién van 3 December 1906 (Stagisblad
MT? 506) en van 17 Januari en 31 Maart 1908 °(Staatsblad Nes 49 en
804), fe bepalen: ‘
Astikel 1.
G) Het visschen naar parelschelpen, paarlemgersehelpen, tripang *
‘of sponsen binuen den afstand van niet meer dan drie Engelsche 2ee-
mijlen van de kusten van Nederlimdsch-Indié is, behoudens de in heb
eerste lid van artikel 2 bedoclde uitzondering, uitsluitend geoorloofd
aan hen, die het recht daartoc op den voet dezer ordonnantie hebben
verkregen.
(2) Onder visschen naar de in de vorige alinea genoemde weepro-
sducten. wordt in deze ordonnantie verstaan eike handeling strekkende
s=31t2
die producten uit de zee op te halen, ony
tellen of werktuigen faasie word
3) De in deze ordonnantie bedox
yeivorat gerekend van de laagwaterlijn van de kusten
landsch-Indié behoorende cilanden, alsinede van drovglig:
Jaagy rotsen, banken en riffen, wier la
ig blijft het recht om naar de
schen onverkort verzekerd;
a nt uit te oefenen, blijit haar
uitsluiting van anderen voorbehouden ten aanzien van
srelke bij lang water niet meer dan vijf vadem (negen meter
» angles de Denaming ,,tnlandsche bevolking’” worden in ae
Fed entntie ook: begrepen orang laoet”, die zich voor langer of Korte
: a Fees fe kusten ophouden. Mtns
(3) Het vischrecht der Inlandsche bevolking is niet voor over
racht of Vervreemding vatbaar.
A) Onder de voorwaarden, bij de in artikel 3 bedoelde verp
agen en bij de in artikel 7 bedoclde vergunningen te stellen,
_ worden vermeld, of de pliatsen, welke bij laag water niet meer
vijt vadem diepte hebben, al dan niet in de verpachting of in de
gunning begrepen zijn.
(2) Bij de ten deze te nemen beslissingen wordt, behalve me
belangen der Inlandsche bevolking van het gewest of het landschay
tot welks zeegebied het betrokken vischterrein behoort, ook even nau
gezet, voor zooveel noodig, rekening gehouden inet die der bevolking
van de naburige gewesten of landschappen, en evencens met die de
orang lavet”, die gewoon mochten zijn in dat vischterrein hun bedrijf
te komen uitoefenen,
pear Artikel 3.
(1) Het recht tot het visschen naar cen of meer der in artikel
genoemde zeeproducten binnen den afstand van niet meer dan dn
Engelschie zeemijlen van de kusten vant ‘
a, Java en Madoera, de Lampongsche districten, Benkoclen, Sum:
tra’s Westkust, Atjeh en ‘Ou dlechoorigheden, Palembang, Banka,e
Onderhoorigheden, Billiton, de Westerafdecling van Borneo, Am
doina (met uitzondering van het voormalig gewest Zuid-Nieuw-
Guinea),-de Minahassa en de afdeclingen Gorontalo en Sangi- €
Talaudeilanden (Menado), de Gouvernementslanden yan de resi=
dentie Zuider- en Oosterafdecling van Borneo en van het Gouver
nement Celebes en Onderhoorigheden, het Gouvernementsgebied
+ yan het gouvernement Oostkust van Sumatra en van dé residentio
* Riouw en Onderhoorigheden, ‘Ternate en Onderhoorigheden epi8 1916, N° 157
‘Timor en Or , dé residentie Bali en Lombok, en de
Oder evengemelde cil en of deelen van gewesten
Tessorteerende eilanden
B de overive gedeelten van Nederlandsch-Indié, waar naar de heslis:
sing van den Gouverneur-Generaal aan geen, door het Gouyernes
ment erkend Inlandsch zelfbestuur de beschikking- toekomt over
inkormsten uit de vi naar een of meer der in artikel 1
genoemde zeeproducten;
wordt op de in deze ordonnantie vermelde en door den Gouver-
hent-Generan! vast te stellen verdere voorwaarden verpacht,
(2) Voor zoovee! het visschen naar sponsen betreft kan door den
Directeur van Landbouw, Nijverheid en Handel na afloop yan een!
Pachttermijn worden bepaald, dat het betrokken pachtgebied geduren=
ME Gen door hem vast ie stellen termijn onverpacht wordt gelaten.
= Artikel 4.
(1) (Benyvoor verpachting bestemd gebied kan véor den dag den
Verpachting door den Directeur van Landbonw, Nijverheid en Handel
Worden opengesteld voor het doon yan onderzoek naar de waande der
daarin liggende vischterreinen,
(2) Voor het doen van zoodanig onderzok is eene schriftelijke
Wergtaning noodig van het Hoofd van gewestelijk bestwur, dab daattan
Ae voorwairden verbindt, welke hem noodig voorkomen,
(8) Die vergunning wordt verleend aan ieder gegndigde, die
Krachtens artikel 5 voor pachter in aanmerking kan komen,
(4) De vergunning wordt tob wederopzeggens verleend, maar
Gndigt in ieder geval op den dag voorafgnande aan dien, waarop de
Yerpachting gchouden wordt.
(5) De vergunning geeft den houder het recht om, met. inacht-
Neming der yoorwaazden, waaronder zij verleend is, binnen het voor
Verpachting bestemd gebied te visschen naar de in de verguaning
Genoemde zeeproducien. —
(6) Voor de veryunning is ene retributie ten behoeve van ‘s Lands
Kas verschuldigd, voor zooveel betreft parelschélpen, paarlemoerschok-
Pen en tripang, ten bedrage van f 3%.50 (zeven on deriig gulden
Wijftig cont) per maand of gedeelte cener maand, langer dan een +
halve maand, en perduikertocstel, hetwelle de vergunninghouder in
Zee aan boord yan zijne vaariuigen heeft, en, yoor zooyeel sponsen
hetroft, tot cen door deu Directeur van Landbouw, Nijverheid. en.
Handel voor elk geval alzonderlijk vast te stellen bedrag.
De retributie is maandelijks bij vooruithetaling verschuldigd.
‘Als pachiers kinnen slechts in aanmerking komen:
@ Nederlandsche ondordanens
b. Ingezetenen van Nederland of Nederlandsch-Indié;
e ‘Yennootschappen, gevestigd in Nedorland of Nedérlandsch-Indié,
5 ere:waarvan, wat de naamlooze vennootschappen hetreft, de eeni
pestuurder of commissaris, dan wel als er twee zijn beiden, of,
er meer bestuurders zijn, de meerder}
der commissarissen, en, wat de vennoot ppen onder eene firma |
ing betreft, de eenige beheerende
“yennoot, dan wel als er twee zijn beiden, of als er meer beheerende
yennooten zijn de meerderheid, Nederlandsche onderdanen dan
ingezetenen van Nederlandsch-Indié zijn, de laatsten woonachti
in Nederlandsch-Indié of in Nederland
met dien verstande dat de niet in Nederland)
| _ personen of vennootschappen aldaar behoorlijk mocten zijn ver
_ tegenwoordigd; en dat de in Nederlandsch-Indié gevestigde per-
sonen, de vertegenwoordigers in Nederlandsch-Indié_van_ niet
vederlandsch-Indié gevestigde personen, en de in Nederlandsek
3 gevestigde bestuurders of vertegenwoordigers van aldaay
in Nederland gevestigde yennootschappen bevoegd moeten aij
_verblijf te houden binnen het gewest of de gewesten, waartoe hi
te exploiteeren zeegchied behoort. a
Be Artikel 6.
ea) De pachter heeft het recht om, met eerbiediging van de in
tikel 2 bedoelde rechten der Tnlandsche bevolking, doch met nitslui.
Van anderen, naar de in artikel 1 genoemde zeeproducten, voor
over deze in de verpachting zijn begrepen, te visschen binnen
enzen van het door den Gouverneur-Generaal aangewezen perceel.
(2) Hij kan zijne rechten noch geheel, noch ten deele aan derden”
‘agen zonder toestemming van den Gouverneur-Generaal.
ee Bij zijn overlijden gaan zijne rechten en verplichtingen over
ae rechtverkrijgenden, voor zcover wij reeds dadelijk, dam wel
ty oon tijd van één jaar, na het openvallen der erfenis, voldoen
ia vereischten van artikel 5.
pa
Bij het ontbreken van zoodanige rechtverkrijgenden vervalf —
icht van rechtswege,
Ke
Artikel 7. fe
(1) Tot het visschen na; eor der ip artikel 1 genoemd®
aeeprodueton binnen den, ahatacc van niet meer dan dvie Bogelsshe
geemijlen van de kusten van Nederlandsch-Indié, welke niet behooren
tot die bedocld in artikel 3, kan, behoudens het bepaalde bij de eorste
- alinea van artikel 2, namens den Gouverneur-Generaal door het be-
_ trokken Hoofd van gewestelijk bestuur vergunning worden verleend.
_ (2) Zoodanige vergunning wordt alleen verleend aan personen of
yennootschappen die aan de in artikel 5 gestelde vereischten voldoen,
en nadat door den belanghebbende met het Inlandsch zelfbestuur eene
door het betrokken Hoofa van gewestelijk bestuur goedgekeurde over-
eenkomst is gesloten betreffende de exploitatie van het visehrecht.
(3) De duur dezer yergunning wordé in overeenstemming met de
in de vorige alinea bedoelde overeenkomst vastgesteld, doch mag. wat ~ee 16, N° 167
Pr 5 1916, W'
Parelecheipen, paariemoersehelpen en tripang aangaat, den tijd yen
tien jurcn en wat sponsen betreft, een door den Directeur van, Lends
bouw, Nijverhcid en Handel vast te stellen termijn, niet te boven
gAAN, zudlende verder door yenoemden Departementschef worden be
paald hoclang in cen bepacld gebied onafgebroken naar) sponsen zal
Mogen worden geviseht en hoelang het daarna telkens voor die vas
Bcherij gesloten zal zijn.
(4) Zij kan met ‘oestemming van het betrokken Hoof van. ge-
westelijk bestuur worden overgedragen aan derden, mits 2) voldoen
Aan de yercischten in artikel 5 gesteld. 4 at
(5) ‘Van de beschikkingen door de Hoofden van gewestelijis Bes
stunr krachtens dit artikel genomen is beroep op den Gouverneur:
General. 3 *
(6) Ingeval van overlijden van den houder der vergunning gaan
Zijne rechten en verplichtingen over op zijne, rechtverkrijgenden, voor
Zoover zij reeds dadelijk dan wel binnen den tijd van én jaar na het
Openvallen der erfenis voldoen aan de vereischten in artikel 5. gesteld.
(7) Bij het ontbrekon van zoodanige rechtverkrijgenden vel
de vergunning van rechtswege,
Rr
| Artikel 8.
(1) Voor de in deve ordonnantie bedoelde visscherij worden gecne
andere vaartuigen gebezigd dan Nederlandsche schepen, schepen in
Nederlandsch-Indi# thuis behoorende en de Inlandsche vaartiiigen aan
deze lantste golijkgesteld, tenzij de Gonverneur-Generaal in bijzondere:
gevallen vergunning verleent tot het bezigen van andere vaurtnigen,
(2). Bij het visschen naar sponsen mag geen gebruik worden
gemaakt van dreggen, trawlnetten of andere toestellen, die over den
zeebodem worden gesleept.
~ Artikel 9.
(1) Wanneer binnen den afstand van niet moer dan drie Engele
sche zeemijlen van de kusten van Nederlandsch-Indié naar de in
artikel 1 genoemde zevprodueten gevischt wordt door personen, die
yolgens deze ordonnantic daartoe niet gerechtigd zijn, dan wel op
andere plaatsen of met hehulp van andere vaartuigen of andere toe
stellen dan bij of krachtens deze ordonnantie is toegestaan, wordt de
gezagvoerder van het vaarinig of van de gezamenlijie vaastnigen,
waarmede he} verboden bedrijf door of hamens,denzelfden persoon of
dezelfde vennootschap wordt uitgeoefend, of degeen die den gezagvoer-
der als zoodanig vervangt, gestraft met eene geldboete van ten hoogste
f 500.— (vijf honderd guiden) of met gevangenisstraf van ten
hoogste drie maanden, voor zooyeel Europeanen en met dezen golijk-
gestelden betreft, en met eene geldbocte yan ten hoogste f 100—
(én honderd gulden) of ten arbeidstelling aan de publicke werken
yoor den kost zonder loon yan ten hoogste drie maanden, yoor zooveel
betreft Tnlanders en met dozen golijkgestelden. K
(2) De voorwerpen, waarmede het strafbaar feit is gepleegd,
o~ 319”15%, 1916
fh ”
ede de in strijd met deze ordonnantie verkregen zeep
men worden verbeurd verklaard.
. ,, @), Het vaartuig of de vaartuigen, waarmede het strafb
gepleegd, is of zijn voor de betaling van de opgelegde boete en
kosten der gerechtelijke vervolging verbonden en exeeutabel.
Artikel 10.
etroffen, wordt de gezagvoerder, of wie hem als zoodanig
Retacrart met Bea ieee als in de eerste alinea van artikel 9
dreigd. Niet strafbaar is de gezagvoerder of wie hem als a
gt, ingeval hij volloende aantoon
genoemde zeeproducten buiten het omschreven zeegebied te heb!
Yerkregen en de werktuigen of toestellen niet voor de visscherij
binnen dat gebied te hebben gebruikt, of om
die zeeprodueten, werktuigen of toestellen als lading te hebben
genomen, dan wel
cen der in het volgend lid omschreven wijzen gerechtigd te 2ijt
het visschen naar die zeeproducten.
atone Peiize, dat hij tot het visechen naar meergemelde
len gerechtigd is, moet de gezagvoerder of wie. hem als 200
sen aust Op eerste annyrage, aan hen, die hevoegd zijn tot het —
Yan'de bij deze ordonnantie strat baar gestelde feiten, ver-
4 van plaatselijle bestuur gewaarmerkte verklaring
le gezagvoerder of degene, die hem als zoodani
vervangt, gerechtigd “ tol nee PE eter van het vischrecht ten
behoeve van den pachter of van den houder der vergunning, en want
bij zijn vermeld : ‘
_ 1. de namen yan de: : der vergunning zoomede
pachter of den houder der vergunning de
van den gezagvoerier en van dengene, die hem als zoodanig
vervangt; =
2%. het gebied van de pacht of de vergunning: ‘
8%. de namen van de zeeprodueten, waarnaar gevischt mag worden, @
4°. de termijn, waarover de pacht of de vergunning loopt.
(3) De in het eerste lid van dit artikel bedoclde zeeprodueten, —
werktuigen of toestellen kunnen worden verbeurd verklaard. =|
(4) Het bij de derde alinea van artikel 9 bepaalde is in dit geval
toepassclijky 5 d
i eyv 1916, Ne 157
ea Artikel 11.
(1) ot het opsporen van bij deze ordonnantie strafbigr gestelde
feiten zijn mede bevoogd le commandanten yan Harer Majesteits
Schepen yan oor aghebbers van de schepen der Gouverne=
ments Mai nder de bevelen van deze commandanten en gezag-
hebbers gc ald. por ‘onen, die daartoe door hen van eene opdracht
Zijn voorzien, de @ manda van de gewestelijke vaartuigen, zoomede
de ecaghcbiers in 1 de onderafdeeling Boeton en de met het toezicht
%p het visschen naar parelschelpen, rlemoerschelpen, tripang of
Sponsen belaste peesche politie-beambten, hoe ook genaamd,
(2) De in de linea genoemde personen zijn bevoegd om.
et handhaying van de bepalingen dezer ordonnantie, vaartuigen
erdacht worden van het plegen of yoorbereiden
ingen in strijd met deze ordonnantic te onderzoeken, 700~
Jang die vaartuigen zich binnen den aistand van drie Ehgelsche
Zeemijlen van de kusten yan Nederlandsch-Indié bevinden,
(3) _ De artikelen 4 en 5 van de ordonnantie van 20 Augustus
41865 (Staatsblad IF 84) zijn bij dat onderzoek van toepassing.
Artikel 12.
(2) Geschillen nopens het voldoen aan de vereischten yan artikel
} worden beslist door den reehter, op de wijze nader bij ordonnantie
te regelen.
(2) Zoolang de in de vorige alinea bedoelde ordonnantie nog niet
fi werking is getreden, worden de daarvermelde geschillen ‘beslist
door den Gouverncur-Generaal, na gehoord adyies van het Hoog-
Gerechtshof v ederlandsch-[ndis.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in
het Staaisbiad vam Nederlandsch-Indié geplaatst en, voor zoo¥eel
noodig, in de Inlandsche en Chineesche taien aangeplakt worden,
Gelast en beveclt yoorts, dat alle hooge en lage Colleges en Ambie-
naren, Officicren en Justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan
de stipte naleving dezer de hand quien houden, zonder. oogluiking
of danaien des potaoous
v Godan fe Buitenzorg, den 29% Januari O16,
Re re os IDENBURG.
a earibeets De Algemeeng Secretaris,
. HULSHOFF POL.
fastedaaten den vier én tw intigsten Februari 1916.
De Algemeene Secretaris,
HULSHOFF Pon,
wh
(Besluit van den Gouverneur-Generaal van 29 Januari 1916 Ne 36).
a 5-308
*