You are on page 1of 12
ae D LEKTRIS WEE RS C TAN ‘Wat leer je in dit deel? 1 Wat elektrische weerstand is. 2 Wat de grootheid, de eenheid en het symbool van elektrische weerstand is: 3 Wat goede geleiders, weerstandsmaterialen en isolatiestoffen zijn. 4 Je maakt oefeningen op veelvouden en onderdélen: 5 Welke soorten weerstanden er bestaarn’ 6 Wat de samenstelling, de werking en de toepassing(en) zijn van de verschillende soorten weerstanden 7 Hoe de weerstandswaarde bepaald wordt. 8 Je maakt oefeningen op het bepalen van de weerstandswaatden 9 Hoe je:elektrische weerstand kan-meten. 10 Hoe je elektrische weerstand kan berekenen. 14 Je maakt oefeningen op het berékeften van Weerstand. Wat voer je uit in het lab? Je meet de elektrische weerstand met een digitale multimeter. H E D pet lektrische weerstand 5.1 Wat is elektrische weerstand? ‘© Elektrische weerstand is de tegenstand die elektrische stroom ondervindt tijdens zijn doorstroming in het materiaal. Als je bergop gaat, ondervind je meer weerstand dan als je viak wandelt. Dit kan je vergelijken met de weerstand die de stroom ondervindt bij een slechte geleider tegenover een goede geleider. Een geleider is een materiaal dat de stroom goed geleidt, dus weinig weerstand biedt aan de strom. Een slechte geleider is een materiaal dat de stroom moeilijk(er) doorlaat en daardoor meer weerstand biedt aan de stroom. © De elektrische weerstand is de vethouding tussen de spanning U en de stroomsterkte I. We sluiten een geleider aan over de klemmen van een batterij van 12 V. Gevolg: de geleider biedt zeer weinig weerstand aan de stroom, R= 100 mQ = 0,1 2; de stroom kan heel gemakkeliik door en is dus sterk, namelijk 120 A, De stroomsterkte die gevraagd wordt van de batteri is veel te groot. De batterij kan dat niet aan en krijgt kortstuting, We stuiten in serie met de geleider en de bron een lampje met een weerstand van 23,9 ©. Gevolg: de geleider en het lampje samen bieden een weerstand van 0,1 @ + 23,9 Q= 24.0; de stroom ondervindt meer weerstand en is dus minder sterk, namelik 0,5 A. 5.2 Grootheid, eenheid en symbolen Grootheid: De elektrische weerstand Afkorting: R Eenheid: Ohm ‘Symbool: © (Omega) Tekenkundig symbool: | Voorbeeld: De gloeilamp heeft koud zijnde een weerstand van 95 ohm. Bij ‘gegeven’ van het vraagstuk schrijf je: R= 95 Q. | Omgekeerd kan ook: Gegeven: R = 2 000 . 0. de weerstand bedraagt 2 000 ohm. Georg Simon Ohm (1789-1854). Duits natuurkundige, hoogleraar te Milnchen; is 0.a. de grondlegger van de naar hem genoemde wet die het verband aangeeft tussen strom, spanning en weerstand. 5.3 Goede geleiders, weerstandsmaterialen en isolatiestoffen In de elektrotechniek deelt men de stoffen in volgens hun geleidbaarheid. Goede geleiders zijn stoffen die de stroom zeer goed geleiden, zoals zlver, Koper, aluminium. Ze worden dan ook veel ebruikt in de elektrotechniek. Zilver: wordt gebruikt bij contactpunten (is te duur als leiding). Koper: veelgebruikte geleider in woningbouw, kantoren, enz. Aluminium: gezien het klein soortetijk gewicht als luchtleiding en ‘zware’ kabels. ‘Weerstandsmaterialen zijn stoffen die de stroom niet goed geleiden, die m.a.v. meer weerstand bieden aan de strom. Deze materialen komen goed van pas voor: + precisieweerstanden (by. voor meetinstrumenten); Deze weerstanden hebben geen weerstandsverandering bij temperatuurschommelingen. = verwarmingselementen (vb. kookplaat, strikijzer, wafelijzer, ...): Deze weerstanden kunnen een hoge temperatuur weerstaan, ~ gloeilampen (by. gloeidraad in wolfram). Deze gloeiweerstanden kunnen een heel hoge temperatuur aan, Isolatiestoffen ziin de stoffen die de stroom niet geleiden, de zogenaamde niet-geleiders. Isolatiestoffen worden gebruikt om geleiders (bv. draden, kabels en snoeren) af te zonderen, te ondersteunen of af te schermen (by. schakelaars, contactdozen). Men noemtt dit isoleren. Isolatie biedt dus veiligheid voor de installatie zelf, de directe omgeving en de mens. De weerstand van de koperen geleider bedraagt 525 m2, 525 MEL= sss Qe Hoeveel kilo-ohm bedraagt de gloeilamp van 95 ohm? 950 ~kQ Het neonlampje van de drukknop bedraagt 2,55 MQ. 2,55 MO= 2. De weerstanden hebben samen een weerstandswaarde van 220 kG MQ. 5.5 Soorten weerstanden 5.5.1 De vaste weerstanden Er bestaan in hoofdzaak vier soorten: ‘de koolweerstand: een massaweerstand bestaande uit een staafje koolstof; de metaalfilmweerstand: deze weerstand wordt gevormd door een filmlaagje in metaal; * de draadgewikkelde weerstand: de weerstand is opgebouwd door een weerstandsdraad die gewikkeld wordt op een isolatiebuisje en beschermd wordt met een laag (in lak, cement of glazuur); en oe ‘de verwarmingsweerstanden: dit zi elektriciteit om te zetten in warmte. draadgewikkelde weerstanden die vooral de taak hebben Venwarmingsweerstand uit een haardroger Verwarmingsweerstand uit een vleesrooster 5.5.2 De veranderlike weerstanden Er bestaan in hoofdzaak 3 soorten: * de instelbare weerstanden: symbeol {>} — ofwel in draaduitvoering ofwel in laaguitvoering (koolstof of metaalfilm) ‘de regetbare weerstanden of potentiometers in drie varianten: symbol Zz 7 de draaipotentiometer de schuifpotentiometer de multitumpotentiometer Het symbol van de schuifweerstand: —{ — Er zijn lineaire en logaritmische potentiometers. Lineaire betekent dat Logaritmisch betekent dat de speciale weerstanden, de belangrijiste soorten zijn: ~ de LOR (Light Dependent Resistor) is een lichtafhankelijke weerstand, m.a.w. de weerstand stijgt of daalt in functie van he invallende licht; Ww Symbol: a = de VDR (Voltage Dependent Resistor) is een spanningsafhankelijke weerstand, m.a.v. de weerstand stijgt of daalt in functie van de spanningsval over de weerstand; Symbool: zt ~ de MDR (Magnetic Dependent Resistor) is een weerstand waarvan de weerstandswaarde beinvloed wordt door het magnetisch veld waarin hij zich bevindt; Symbol: a - de thermistoren ofwel de temperatuursafhankelijke weerstanden: - de NIC-sensor is een weerstand met een Negatieve TemperatuursCosfficiant. De weerstandswaarde neemt af bij toenemende temperatuur Ryo) Symbool: zt L__>, ree) + de PTC-sensor is een weerstand met een Positieve TemperatuursCosfficiant. De weerstandswaarde neemt toe bij toenemende temperatuur. Symbol: eZ i Een thermokoppelopnemer TS f~O + T(°0) 5.6 Het bepalen van de weerstandswaarde * De aanduiding van weerstanden gebeurt door middel van: - ofwel rechtstreekse aanduiding van de weerstandswaarde in De warden worden in @ of veelvouden van © uitgedrukt, zoals k© (kilo-ohm) en MO (Nega-ohm).. In plaats van het Q-teken gebruikt men soms ook de letter E. Zoisbv.12Q=12E 4,7 Q= 4E7 Op dezelfde wijze plaatst men de letters “k” en “M” van de veelvouden: Zo is by. 3k3= 3 300 47 M= 47 000.0002 4M7 = 4 700 000 2 ~ ofwel door middel van ringen. De waarde bepaalt men a.d.h.v. de kleurencode. Deze weerstand heeft een weerstandswaarde van 4 700 © met een tolerantie van + 5 %. 2WART ° srun |i | a | 41% Roop | 2 | 2 00] ++2% orawe | 3 | 3 00 GEEL a]a 0.000 croen | 5 | 5 | 0000] +-0.5% siauw | 6 | 6 | cco000 voter | 7 | 7 | 0000000 crus | a | 3 wr eo ‘Goud xot| 45% ZILVER x0.01| +-10% + Iedere kleur van de ring komt overeen met een ciffer op de tabel. - De eerste en tweede ring geven de eerste twee cijfers van de weerstandswaarde. - De derde ring geeft het aantal nullen weer dat achter het getal moet worden gezet. - De vierde ring geeft de tolerantiewaarde, De tolerantiewaarde van een weerstand \Veronderstel: een weerstand van 3 300 © heeft als tolerantiekleur goud, dit betekent sss %. Bereken de minimale en maximale waarden die deze weerstand kan hebben. 33002 5% +3 300+5%= . 3300-5 % a Geheugensteuntje: de volgorde van de kleuren kan je onthouden met de volgende zi Precisieweerstanden worden niet aangeduid door middel van 4 maar van 5 ringen. Dit om een meer nauwkeurige waarde te kunnen weergeven. De waardeaanduiding met vijf ringen wordt gebruikt bij de metaalfilmweerstanden uit de E96-reeks met 1% tolerantie, Links beginnend geven niet de eerst twee maar de eerste drie ringen de cijfers weer. De vierde ring geeft het aantal nullen weer en de ijfde ring geeft de tolerantiewaarde weer * Normatisatie Om bij de productie het teveel aan verschillende waarden te beperken, maakt men stechts een aantal vvooraf bepaalde waarden, die uitgedrukt worden door reeksen, De E3-reeks wordt niet meer gebruikt wegens een te grote tolerantie, Bij de weerstanden uit de E6-, de E12- en de E24-reeks gebruiken we voor de waardebepaling twee ringen. Vanaf de E48-reeks worden eerst drie ringen gebruikt. De ring die daar tetkens op volgt (de derde of de vierde ring) is voor alle reeksen het aantal nullen. De laatste (de vierde of de vijfde ring) geeft de tolerantie in procent aan, Reeks | Maximale | Mogelijke weerstandswaarden toleranties 3 50% | 10, 22, 47 £6 20% | 10, 15, 22, 33, 47, 68 E12 10% _ | 10, 12, 15, 18, 22, 27, 33, 39, 47, 56, 68, 82 10, 11, 12, 13, 15, 16, 18, 20, 22, 24, 27, 30, 33, 36, 39, 43, 47, 51, 56, 62, Ee 5% |6s, 75, 82, 91 100, 105, 110, 115, 121, 127, 133, 140, 147, 154, 162, 169, 178, 187, 196, 205, 215, 226, 237, 249, 251, 274, 287, 301, 316, 332, 348, 365, 383, 402, 422, 442, 464, 487, 551, 536, 562, 590, 619, 649, 681, 715, 750, 787, 825, 866, 909, 953 100, 102, 105, 107, 110, 113, 115, 118, 121, 124, 127, 130, 133, 137, 140, 143, 147, 150, 154, 158, 162, 165, 169, 174, 178, 182, 187, 191, 196, 200, 205, 210, 215, 221, 226, 232, 237, 243, 249, 255, 261, 267, 274, 280, 287, £96 1% — |.294, 301, 309, 316, 324, 332, 340, 348, 357, 365, 374, 383, 392, 402, 412, 422, 432, 442, 453, 464, 475, 487, 499, 511, 523, 536, 549, 562, 576, 590, 604, 619, 634, 649, 665, 681, 698, 715, 732, 750, 768, 787, 806, 825, 845, 866, 887, 909, 931, 953, 976 48 2% Het dissipatievermogen van de onderstaande Philipsweerstanden wordt bepaald door hun grootte. Het elektrische vermagen dat door de spanningsval over die weerstand in warmte wordt omgezet, wordt het dissipatievermogen of het gedissipeerd vermogen genoemd. Draadgewikkelde weerstanden hebben een groter dissipatievermogen: 2 W - 5 W-9 W- 10 W- 11 W. Weerstanden bestaan in verschillende lengtes: 7, 12, 14, 17, 25, 35 mm en langer.

You might also like