You are on page 1of 25

Vrouwen bij de brandweer

Verslag van onderzoek onder brandweerkorpsen naar de stand zaken, ervaringen, kansen en knelpunten met betrekking tot de integratie van vrouwen bij de brandweer

Cora de Olde

Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd door De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

februari 2001

Inhoudsopgave
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3. 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 Inleiding Achtergrond onderzoek De vraagstelling Opzet van het onderzoek Omvang korpsen Samenstelling korpsen naar vrijwilligers en beroeps Aandeel vrouwen bij de brandweer Inleiding Aandeel vrouwen Verschillen tussen korpsen Verschillen tussen provincies Korpsen zonder brandweervrouwen Positie van vrouwen bij de brandweer Beleid ten aanzien van de werving Inleiding Gerichte activiteiten Succesvolle werving Knelpunten ten aanzien van de werving Belangstelling gemeentebestuur Selectie Inleiding Selectieprocedure Leeftijd Selectie-eisen Knelpunten vrouwen Integratie brandweervrouwen Inleiding Eerste brandweervrouw Introductie Arbeidsomstandigheden Arbeidsvoorwaarden Zwangerschap van brandweervrouwen Knelpunten ten aanzien van de werving, selectie en integratie van brandweervrouwen Meewerken aan de op vrouwen gerichte campagne Vacatures Samenvatting, conclusies en actiepunten Achtergrond Doel onderzoek Aanpak Belangrijke uitkomsten uit het onderzoek Conclusies en actiepunten 3 3 3 3 4 4 5 5 5 7 7 8 10 11 11 11 11 12 12 13 13 13 13 14 14 15 15 15 15 16 16 17 17 18 19 20 20 20 21 23

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

1.
1.1

Inleiding
Achtergrond onderzoek

Het geringe aandeel vrouwen bij de brandweer is focus van het beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Inspanningen om het aandeel vrouwen te vergroten zijn van belang, omdat de brandweer net als andere arbeidsorganisaties steeds meer te maken krijgt met krapte aan goed personeel op de arbeidsmarkt. Tussen nu en 2010 zal de beroepsbevolking in Nederland slechts in geringe mate stijgen. Het aantal jongeren zal afnemen en het aantal ouderen zal toenemen. De deelname van vrouwen aan het arbeidsproces is in Nederland nog steeds gering. Een grotere toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt is maatschappelijk gewenst en noodzakelijk. Voor de brandweer betekent rekrutering uit een breder potentieel, dus zowel vrouwen, mannen als allochtonen, meer kansen bij de werving van goed gekwalificeerd personeel. Verder blijkt dat vrouwen de brandweer ook wat te bieden hebben. In de brandweerkorpsen van vandaag, waar veel aandacht wordt besteed aan professionalisering, preventie en hulpverlening, blijken vrouwen goed te passen. Vrouwen brengen vaak een andere deskundigheid in omdat ze vaak andere kennis en ervaring hebben opgedaan dan mannen. Dit komt de kwaliteit van het werk van de brandweer ten goede. Ook blijkt in de praktijk dat vrouwen vaker dan mannen overdag beschikbaar zijn, dit is een belangrijk voordeel omdat steeds meer korpsen problemen hebben met de bezetting overdag. Meer vrouwen bij de brandweer kan tevens een bijdrage leveren aan de verbetering van het imago van de brandweer. Immers een moderne eigentijdse organisatie is een organisatie waarin zowel mannen als vrouwen werkzaam zijn. Om een goed beeld te krijgen van de stand van zaken met betrekking tot vrouwen bij de brandweer, is besloten onderzoek uit te voeren onder alle brandweerkorpsen. Het onderzoek dient inzicht te geven in het aandeel vrouwen bij de brandweer. Ook moet het onderzoek informatie leveren inzake ervaringen, kansen en knelpunten inzake de werving, selectie en integratie van brandweervrouwen. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de resultaten van onderzoek onder alle brandweerkorpsen.

1.2

De vraagstelling

De onderzoeksvragen zijn als volgt: 1. 2. Wat is het aantal (en aandeel) vrouwen dat momenteel als vrijwilliger of beroeps werkzaam is bij de verschillende brandweerkorpsen? Welke knelpunten en mogelijkheden ervaren brandweerkorpsen op dit moment inzake de werving, selectie en integratie van vrouwen bij de brandweer?

1.3

Opzet van het onderzoek

Om een beeld te krijgen van de stand van zaken met betrekking tot vrouwen bij de brandweer is een vragenlijst samengesteld. De vragenlijst is met een begeleidende brief van het ministerie van BZK verzonden aan alle gemeentelijke brandweerkorpsen. Van de 537 benaderde gemeenten gaven er 28 aan de brandweertaken te hebben uitbesteed aan naburige gemeenten of vanwege gemeentelijke herindeling te zijn samengegaan met brandweerkorpsen uit betreffende gemeenten. Van de overgebleven 509 brandweerkorpsen heeft per 15 januari 97% de schriftelijke vragenlijst ingevuld retour gezonden. Hiermee beschikken we over informatie van 492 brandweerkorpsen.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

1.4

Omvang korpsen

De brandweerkorpsen variren sterk wat betreft de omvang van de korpsen. Zo bestaat het kleinste korps uit 15 en het grootste uit 622 brandweerfunctionarissen. De brandweerkorpsen bestaan gemiddeld uit 51 brandweerfunctionarissen. In tabel 1.1 volgt een overzicht van de verdeling van de korpsen naar de omvang van het personeelsbestand.

Tabel 1.1 Brandweerkorpsen naar omvang van het personeelsbestand Omvang korps 15-30 30-45 45-60 60-85 85-100 100-200 200 of groter Totaal Totaal 122 173 79 63 15 34 6 492 Aandeel 24.8% 35.2% 16.1% 12.8% 3.0% 6.9% 1.2% 100%

Ruim de helft (60%) van alle brandweerkorpsen bestaat uit minder dan 45 personen. Een derde van de korpsen heeft tussen de 45 en 100 personen in dienst. Echt grote korpsen zijn er naar verhouding niet zoveel. Van de 492 korpsen in de onderzoeksgroep hebben er 40 honderd of meer brandweerfunctionarissen in dienst.

1.5

Samenstelling korpsen naar vrijwilligers en beroeps

Bij de 492 brandweerkorpsen in de onderzoeksgroep zijn in totaal 4.138 beroepskrachten en 21.456 vrijwilligers werkzaam: het aandeel vrijwilligers bij brandweerkorpsen is 84%. Van alle korpsen bestaat 39% (193 korpsen) uitsluitend uit vrijwilligers. Nog eens 35.5% bestaat hoofdzakelijk uit vrijwilligers aangevuld met n of twee beroepskrachten (174 korpsen). De overige 118 korpsen (24%) hebben tussen de drie en 569 beroepsfunctionarissen in dienst. Tot slot zijn er nog zes korpsen (1.5%) die geen vrijwilligers hebben en uitsluitend door beroepsfunctionarissen worden gerund. Dit zijn de brandweerkorpsen: Delft, Den Haag, Groningen, Leiden, Maastricht, Rijswijk en Utrecht.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

2.
2.1

Aandeel vrouwen bij de brandweer


Inleiding

Hoe staat het er in het jaar 2000 voor wat betreft de vertegenwoordiging van vrouwen bij de brandweer: hoeveel vrouwen werken er bij de brandweer, hoeveel variatie is er tussen de korpsen wat betreft het aandeel vrouwen, hoeveel korpsen hebben hun eerste vrouw nog niet kunnen benoemen en zijn er ook korpsen die er uit schieten wat betreft de hoogte van het aandeel vrouwen? Dit zijn voorbeelden van vragen die in dit hoofdstuk centraal staan.

2.2

Aandeel vrouwen

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er in november 2000 totaal 835 vrouwen werkzaam zijn bij de brandweer. De cijfers hebben betrekking op 492 van de in totaal 509 brandweerkorpsen. De aantallen vrouwen zullen in werkelijkheid dus nog wat hoger kunnen liggen. Het is niet de verwachting dat het percentage vrouwen nog zal stijgen. Dit zou uitsluitend het geval zijn indien de korpsen die de vragenlijst nog niet ingestuurd hebben meer vrouwen hebben dan de korpsen die wel ingestuurd hebben. In tabel 2.1 volgt een overzicht van het aandeel vrouwen bij de brandweer onderscheiden naar vrijwilligers en beroeps.

Tabel 2.1 Aandeel vrouwen bij de brandweer, november 2000 Brandweerfunctie Vrijwilliger Beroeps Totaal Vrouwen 700 135 835 Totaal 21.456 4.138 25.594 Aandeel vrouwen 3.3% 3.3% 3.3%

Het aandeel vrouwen bij de brandweer bedraagt 3.3%. Op basis van de door de brandweerkorpsen ingevulde gegevens kunnen we de conclusie trekken dat het aandeel vrouwen onder de vrijwilligers gelijk is aan het aandeel vrouwen onder de beroeps. In tabel 2.2 wordt een overzicht gegeven van het aantal vrouwen dat werkzaam is in de korpsen.

Tabel 2.2 Aantal vrouwen per brandweerkorps Aantal vrouwen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Totaal korpsen 188 103 81 47 29 19 6 6 2 1 2 4 1 3 492 percentage 38.2% 20.9% 16.5% 9.6% 5.9% 3.9% 1.2% 1.2% 0.4% 0.2% 0.4% 0.8% 0.2% 0.6% 100%

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

Van alle brandweerkorpsen heeft 38% (188 korpsen) geen vrouw als vrijwilliger of beroeps in dienst. De hierna best gevulde categorie zijn de brandweerkorpsen die n vrouw in dienst hebben. In 103 brandweerkorpsen (21% van de korpsen) is er n vrouw werkzaam als vrijwilliger (95 korpsen) of als beroeps (acht korpsen). In de overige 201 korpsen (41%) zijn er twee of meer vrouwen werkzaam. Er zijn in totaal tien korpsen die tien of meer vrouwen in dienst hebben. Dit zijn de volgende korpsen: Nijmegen (10), Beverwijk (10), Vlietsteden (11), Waterweg (11), Heerlen (11), Zutphen (11), Rotterdam (12), Vught (13), Zaanstad (13) en Den Haag (13). Het aandeel vrouwen in de verschillende brandweerkorpsen varieert tussen 0% en 21%. In tabel 2.3 een overzicht van het aandeel vrouwen in de korpsen.

Tabel 2.3 Aandeel vrouwen in de brandweerkorpsen Aandeel vrouwen 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8% 9% 10% 11% 12% 13% 14% 15% 16% 17% 19% 20% 21% Totaal Korpsen 188 19 36 64 40 37 32 17 11 16 12 5 1 2 3 1 2 1 3 1 1 492 percentage 38.2% 3.9% 7.3% 13.0% 8.1% 7.5% 6.5% 3.5% 2.2% 3.3% 2.4% 1.0% 0.2% 0.4% 0.6% 0.2% 0.4% 0.2% 0.6% 0.2% 0.2% 100%

Het gemiddelde aandeel vrouwen bij de brandweer is 3.3%. Van de 492 korpsen zit bijna tweederde (61%) wat betreft het aandeel vrouwen in hun korps onder dit gemiddelde. De overige korpsen (39%) scoren gemiddeld of (veel) hoger dan het gemiddelde. Negen korpsen hebben 15% of meer vrouwen in dienst (het percentage vrouwen is vermeld achter de namen van de korpsen): Heerlen (15%), Voorschoten (16%). Het Bildt (16%), IJsselstein (17%), Zwartsluis (19%), Zeewolde (19%), Zutphen (19%), Vught (20%), Egmond (21%).

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

2.3

Verschillen tussen korpsen

De brandweerkorpsen zijn op basis van hun samenstelling wat betreft vrijwilligers en beroeps ingedeeld in vier categorien. In de tabel 2.4 volgt een overzicht.

Tabel 2.4 Aandeel en aantal vrouwen bij de brandweer naar type korps
Korpsen met: Uitsluitend vrijwilligers Vrijwilligers en maximaal drie beroepskrachten Vrijwilligers en meer dan drie beroepskrachten Uitsluitend beroepskrachten Totaal Aandeel vrouwen 2.1% 3.3% 3.9% 4.4% 3.3% Aantal vrouwen 139 309 355 32 835 Totaal 6567 9294 9003 730 25594

Op basis van de cijfers in bovenstaande tabel kunnen we de conclusie trekken dat het aandeel vrouwen gemiddeld het hoogst is in de korpsen waarin uitsluitend beroepskrachten werkzaam. Hierbij dient echter wel de kanttekening te worden gemaakt dat de korpsen met het hoogste aandeel vrouwen, met uitzondering van Heerlen en Zutphen, korpsen zijn die hoofdzakelijk uit vrijwilligers bestaan.

2.4

Verschillen tussen provincies

In deze paragraaf gaan we na of er verschillen zijn tussen provincies wat betreft het aandeel brandweervrouwen. In tabel 2.5 wordt per provincie een overzicht gegeven van het aandeel vrouwen bij beroepsbrandweer en de vrijwillige brandweer.

Tabel 2.5 Aandeel vrouwen bij de vrijwillige en beroepsbrandweer naar provincie Provincie Aandeel vrouwen Beroeps (N) 4.3% 0.0% 3.5% 5.2% 5.1% 0.0% 4.8% 1.6% 3.0% 0.0% 3.5% 6.1% 3.3% (5) (0) (4) (11) (15) (0) (11) (15) (41) (0) (15) (18) (135) Aandeel vrouwen Vrijwilligers (N) 3.3% 4.5% 3.2% 2.3% 2.2% 6.5% 3.9% 3.9% 3.8% 1.5% 3.0% 3.3% 3.3% (22) (66) (26) (34) (67) (25) (63) (103) (130) (16) (101) (47) (700) Aandeel vrouwen Totaal (N) 3.5% 4.4% 3.2% 2.6% 2.5% 5.7% 4.0% 3.3% 3.6% 1.4% 3.0% 3.8% (27) (66) (30) (45) (82) (25) (74) (118) (171) (16) (116) (65)

Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg

Totaal

3.3%

(835)

Het aandeel vrouwen bij de brandweer varieert in de verschillende provincies van 1.4% tot 5.7%. De provincies met het laagste aandeel brandweervrouwen zijn: Zeeland, Gelderland en Overijssel. Het hoogste aandeel brandweervrouwen heeft de provincie Flevoland (5.7%) op enige afstand gevolgd door de provincie Friesland (4.4%). De cijfers die betrekking hebben op de vrijwilligers zijn in lijn met dit beeld.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

De cijfers over het aandeel vrouwen onder de beroeps in de verschillende provincies geven een ander beeld. Het aandeel vrouwen onder de beroeps is het hoogst in de provincie Limburg (6.1%), gevolgd door de provincies Overijssel (5.2%), Gelderland (5.1%) en Utrecht (4.8%). Het aandeel vrouwen onder de beroeps is het laagst in de provincies: Friesland (0%), Flevoland (0%), Zeeland (0%) en Noord-Holland (1.6%). Opvallend is dat Flevoland en Friesland, de provincies die het hoogste scoren wat betreft het aandeel vrouwen bij de vrijwilligers, laag scoren wat betreft het aandeel vrouwen onder de beroeps. Van de 51 beroepsfuncties in Flevoland en de 50 beroepsfuncties in Friesland, worden er geen door vrouwen vervuld. De hoogste aantallen brandweervrouwen zijn werkzaam in de provincies Zuid-Holland (171), NoordHolland (118) en Noord-Brabant (116). Dit zijn de provincies waar in het algemeen de meeste brandweerfunctionarissen werkzaam zijn.

2.5

Korpsen zonder brandweervrouwen

We hebben vastgesteld dat het aandeel brandweervrouwen per provincie varieert tussen de 1.4% en de 5.7%. Het betreft hier gemiddelden die in negatieve zin benvloed worden door de 188 brandweerkorpsen die nog geen vrouwen in dienst hebben. In tabel 2.6 bekijken we of er verschillen zijn tussen de provincies wat betreft de mate waarin er in de betreffende provincie brandweerkorpsen zijn waar nog geen brandweervrouwen werkzaam zijn.

Tabel 2.6 Overzicht van het percentage korpsen per provincie dat nog geen vrouwen in dienst heeft Provincie Percentage korpsen , zonder vrouwen (N) Aantal korpsen In de onderzoeksgroep

Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal

57% 21% 23% 45% 59% 0% 29% 31% 33% 54% 32% 42% 38%

(12) ( 7) ( 3) (19) (42) ( 0) (10) (18) (29) ( 7) (22) (19) (188)

21 34 13 42 71 6 34 58 87 13 68 45 492

Uit de cijfers in tabel 2.6 kunnen we de conclusie trekken dat de verschillen tussen de provincies groot zijn. Korpsen in de provincies Gelderland, Groningen en Zeeland, hebben veel vaker dan korpsen in andere provincies nog geen vrouwen aangesteld in brandweerfuncties. Korpsen in de provincies Flevoland, Friesland en Drenthe doen het op dit punt (veel) beter. In deze provincies zijn er namelijk veel minder korpsen die nog geen vrouwen in dienst hebben dan in de overige provincies. We hebben vast kunnen stellen dat er een grote variatie is tussen korpsen wat betreft het aandeel vrouwen. Aan de ene kant zijn er korpsen die een aandeel van rond de 20% hebben gerealiseerd en aan de andere kant zijn er korpsen (en dat zijn er veel meer) die nog geen vrouwen in dienst hebben. Aan de korpsen die geen vrouwen in dienst hebben, is de vraag voorgelegd of er in het verleden wel vrouwen werkzaam zijn geweest. Van de 188 korpsen die geen brandweervrouwen in dienst hebben, geeft 80% aan dat er in hun korps nog nooit een brandweervrouw werkzaam is geweest. Bij de overige 20% korpsen zijn er in het verleden wel brandweervrouwen geweest. Aan deze korpsen is gevraagd wat de redenen waren voor vertrek van deze vrouwen. Op basis van de antwoorden kunnen we de conclusie trekken dat verhuizingde meest genoemde reden van vertrek is (40%). Ook redelijk
Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

vaak genoemd (30%) zijn medische redenen: het betreft hier brandweervrouwen die zijn afgekeurd omdat er sprake was van bijvoorbeeld engtevrees, hoogtevrees, een slechte conditie of ziekte. In gelijke mate genoemd en beide verantwoordelijk voor 13% van de vertrekredenen zijn verbetering van het beroepsperspectief (een baan als beroepsbrandweer of een andere betaalde baan) en van een heel andere orde, persoonlijke omstandigheden gelegen in de priv-situatie van brandweervrouwen. Vertrek van vrouwen uit onvrede met de werksituatie in het korps, is door de korpsen zelf slechts n keer genoemd als reden van vertrek.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

3.

Positie van vrouwen bij de brandweer

Om een beeld te krijgen van de posities die vrouwen innemen bij de brandweer, is aan de korpsen gevraagd aan te geven in welke rangen de vrouwen in het korps werkzaam zijn. In onderstaande tabel 3.1 volgt een overzicht.

Tabel 3.1 Verdeling van vrouwen over de verschillende brandweerrangen Brandweerrangen Aspirant brandwacht Brandwacht Brandwacht 1 e klas Hoofdbrandwacht Onderbrandmeester Brandmeester Adj.-hfdbrandmeester Adj.-hfdbrandmeester 1e klas Hoofdbrandmeester Hoofdbrandmeester 1e klas Commandeur Commandeur 1 e klas Adjunct-hoofdcommandeur Adjunct-hfdcommandeur 1 e klas Hoofdcommandeur Hoofdcommandeur 1 e klas Totaal Aantal vrouwen 137 145 223 274 28 4 13 3 5 1 2 0 0 0 0 0 835 Aandeel vrouwen 16.4% 17.4% 26.7% 32.8% 3.3% 0.5% 1.6% 0.4% 0.6% 0.1 % 0.2% 0% 0% 0% 0% 0% 100%

De meeste vrouwen zijn werkzaam als hoofdbrandwacht (32.8%) en brandwacht (26.7%). In de rang aspirant brandwacht werkt 16% van de vrouwen. Dit betekent dat van alle brandweervrouwen 16.4% (137 vrouwen) nog maar recent in dienst is bij de brandweer. De overstap van hoofdbrandwacht naar onderbrandmeester of hogere rangen is nog maar door relatief weinig vrouwen gemaakt. In de rangen onderbrandmeester en hoger is nog slechts 6.7% van alle brandweervrouwen werkzaam. We verwachten dat er in de praktijk meer vrouwen werkzaam zijn in de officiersrangen. Op basis van de ingevulde lijsten hebben we de indruk dat brandweerkorpsen de officieren, vrouwen en mannen, niet altijd hebben meegeteld bij hun repressieve brandweerpersoneel.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

10

4.
4.1

Beleid ten aanzien van de werving


Inleiding

In dit hoofdstuk gaan we in op het beleid, de ervaringen en de resultaten van korpsen ten aanzien van de werving van brandweervrouwen.

4.2

Gerichte activiteiten

Van alle korpsen heeft 44% in de afgelopen drie jaar geen gerichte activiteiten ondernomen. De overige 278 korpsen (56%) hebben dit wel gedaan. In de tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die korpsen hebben ond ernomen ten aanzien van de werving van vrouwen

Tabel 4.1 Overzicht van de activiteiten van korpsen gericht op de werving van vrouwen Activiteiten werving Een algemene wervingscampagne uitgevoerd waarin ook vrouwen met nadruk zijn uitgenodigd te solliciteren Vrouwen in de doelgroep persoonlijk gevraagd Een op vrouwen gerichte wervingscampagne uitgevoerd Vrouwen in de doelgroep persoonlijk aangeschreven Meer vrouwen tegelijkertijd aangenomen Andere activiteiten korpsen (N) 47% 14% 7% 6% 6% 2% (233) (70) (35) (29) (27) (9)

Van alle korpsen heeft 44% in de afgelopen drie jaar geen gerichte activiteiten ondernomen. De overige 278 korpsen hebben dit wel gedaan. De meeste korpsen (47% van alle korpsen) hebben in een algemene wervingscampagne aangegeven dat vrouwen met nadruk worden verzocht te solliciteren. Van alle korpsen heeft 14% vrouwen in de directe omgeving persoonlijk gevraagd, 7% heeft een op vrouwen gerichte campagne gevoerd en 6% heeft vrouwen in de doelgroep persoonlijk aangeschreven. Eveneens 6% van de korpsen heeft aangegeven dat er meer vrouwen tegelijkertijd zijn aangenomen of dat men dit in de toekomst wil doen.

4.3

Succesvolle werving

Van de 278 korpsen die bij de werving activiteiten hebben ondernomen ten aanzien van de werving van vrouwen, geeft 40% aan dat hun inspanningen tot succes hebben geleid wat betreft benoeming van vrouwen. Bij nadere analyse van de gegevens blijkt echter wel dat de mate van succes wordt benvloed door de gerichtheid van de wervingsinspanningen. De korpsen die een op vrouwen gerichte wervingscampagne hebben gevoerd, blijken meer succes te hebben (85% succesvol) dan korpsen die een meer algemene campagne hebben gevoerd (36% succesvol). Zoals aangegeven zijn korpsen die een op vrouwen gerichte wervingscampagne voeren vaak succesvol. De korpsen die het hoogste aandeel vrouwen hebben, zoals Vught, Egmond en Zutphen, hebben het hoge aandeel vrouwen verkregen door het voeren van een op vrouwen gerichte wervingscampagne. Zij hebben naar aanleiding van de reacties op de campagne in n keer tussen de 8 10 vrouwen tegelijk kunnen benoemen. Niet alle op vrouwen gerichte campagnes leiden tot een dergelijk succes, het lukt veel korpsen echter wel om twee of drie brandweervrouwen aan te stellen.
hebben ruim 3000 vrouwen tussen de 21 en 35 jaar een uitnodiging gestuurd. Er zijn vijf vrouwen We naar de informatieavond gekomen, hiervan hebben er drie gesolliciteerd en verwachten we er twee aan te nemen. Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

11

hebben 1500 vrouwen aangeschrev en. Hierop hebben 28 vrouwen zich gemeld. Na twee We voorlichtingsavonden zijn er uiteindelijk twee overgebleven. op vrouwen gerichte werving heeft ertoe geleid dat er momenteel drie vrouwen als brandwacht bij De ons werkzaam zijn.

Er zijn echter ook enkele korpsen die zelfs met een gerichte wervingscampagne geen vrouwen hebben kunnen aanstellen:
krijgen geen respons van vrouwen. We hebben nota bene 2500 kaarten huis aan huis verspreid, We om vrouwen bij de brandweer te krijgen.

4.4

Knelpunten ten aanzien van de werving

Korpsen konden een toelichting geven bij de vraag of hun inspanningen ten aanzien van de werving van vrouwen succes heeft gehad. Uit de antwoorden die worden gegeven, blijkt dat veel korpsen de werving van vrouwen als moeizaam ervaren. Ze krijgen geen reacties van vrouwen (en mannen) bij de gangbare wervingsprocedures, vrouwen die worden gevraagd blijken geen belangstelling te hebben en vrouwen die wel belangstelling vallen af. Hierna een selectie uit de antwoorden.

totaal hebben zich twee vrouwen gemeld. En viel af vanwege haar beroep als internationaal In buschauffeur, de ander trok zich na verkregen informatie over het werken als vrijwilliger bij de brandweer zelf terug. veel vrouwen bestaat drempelvrees. Ze hebben het gevoel er niet bij te horen. Het is toch een Bij mannenberoep. de voorlichtingsavond trokken de vrouwen die gesolliciteerd hadden zich terug. Na de advertenties reageren helaas geen vrouwen. Op

4.5

Belangstelling gemeentebestuur

Van de korpsen geeft 72% aan dat er vanuit het gemeentebestuur belangstelling is voor het onderwerp vrouwen bij de brandweer. De overige 28% geeft aan dat er geen sprake is van een dergelijke belangstelling.
wordt aan de commandant overgelaten Het .

De belangstelling van de gemeente bestaat veelal uit het met interesse vragen naar het aantal vrouwen dat bij de brandweer werkt (193 korpsen), 118 korpsen geven aan dat er vanuit de gemeente actieve steun is voor activiteiten die samenhangen met de integratie van vrouwen. Door 22 korpsen is aangegeven dat er door de gemeente streefcijfers zijn geformuleerd ten aanzien van het te realiseren aandeel vrouwen bij de brandweer. Hierna volgen enkele concrete voorbeelden van de wijze waarop de belangstelling door het gemeentebestuur wordt getoond:
staat per maand op de agenda van het stafoverleg. Het burgemeester informeert regelmatig hoe het er op dit punt voor staat bij de brandweer. De formatieplan mag worden overschreden indien het lukt om meer vrouwen aan te trekken. Het de selectie is het verplicht om vrouwelijke sollicitanten op te roepen voor een gesprek. Bij burgemeester wenst ook bij de brandweer een afspiegeling van de bevolking. Hij is trots op zijn De vrouwen. Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

12

de nieuwbouw van de kazerne is rekening gehouden met de komst van vrouwen. Bij

5.
5.1

Selectie
Inleiding

Om meer informatie te krijgen over de selectie van brandweermensen en de mogelijke knelpunten hierin ten aanzien van de selectie van vrouwen, zijn aan de korpsen verschillende vragen voorgeleg d die betrekking hebben op de selectieprocedure en de selectie-eisen.

5.2

Selectieprocedure

In tabel 5.1 een overzicht van de instrumenten die deel uit maken van de werving en selectieprocedures van brandweerkorpsen.
Tabel 5.1 Overzicht van de instrumenten die deel uitmaken van de selectieprocedure onderdeel selectieprocedure Een selectiegesprek met sollicitanten Een medische keuring Een sporttest Een test ten aanzien van engtevrees (hoogtevrees, claustrofobie) Een psychologische test Assessment (praktijkoefeningen) Een technische inzicht test Een duikerskeuring Een zwemvaardigheidstest % korpsen 99% 99% 21% 21% 17% 12% 11% 9% 8%

Een selectiegesprek en een medische keuring vormen reguliere onderdelen in de selectieprocedures van brandweerkorpsen. De overige selectie-onderdelen worden minder frequent toegepast. Een sporttest en een engtevrees-test worden echter bij de selectie wel redelijk vaak ingezet door korpsen. Bij ruim een vijfde (21%) van de korpsen vormt een sporttest of een engtevrees-test een vast onderdeel van de selectie. Uit de onderzoeksgegevens is af te leiden dat een sporttest en een engtevreestest met name bij de korpsen die drie of meer beroeps hebben, deel uitmaakt van de selectieprocedure. Dit geldt overigens ook voor de andere minder genoemde onderdelen van de selectieprocedure zoals een psychologische test, een assessment, een technisch inzicht test en een duikerskeuring. Ook deze selectieonderdelen worden met name toegepast door korpsen met drie of meer beroepsfunctionarissen in het korps.

5.3

Leeftijd

Aan de korpsen is gevraagd of bij de werving van beroeps of vrijwilligers een maximum leeftijd wordt aangehouden. Wat betreft de beroeps gaat ruim een derde van de korpsen uit van 30 jaar of jonger als maximum leeftijd bij indiensttreding; nog eens een derde hanteert tussen de 30 en 35 jaar als maximumleeftijd. De overige korpsen zijn minder stringent wat betreft leeftijd van sollicitanten. Ook als het gaat om de maximum leeftijd van vrijwilligers loopt het beleid van korpsen sterk uiteen: 29% hanteert 30 of jonger als maximum leeftijd, 40% legt de grens tussen 30 en 35 jaar, 20% tussen de 35 en 40 jaar en bij de overige 11% van de korpsen zijn vrijwilligers ouder dan 40 jaar ook nog welkom.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

13

5.4

Selectie-eisen

In de tabel 5.2 wordt een overzicht gegeven van de eisen die door korpsen worden gesteld bij de selectie van beroeps en vrijwilligers voor de brandweer.

Tabel 5.2 Overzicht van de eisen die korpsen stellen ten aanzien van de selectie selectie-eisen Wonen en werken in de directe omgeving Een technische opleiding Beschikken over een groot rijbewijs Eisen ten aanzien van de haarlengte Minimale of maximale lengte % korpsen 96% 39% 17% 3% 2%

Wonen en werken in de directe omgeving is voor vrijwel alle korpsen een zeer belangrijke selectie eis. Ook het beschikken over een technische opleiding blijkt een vrij harde voorwaarde voor indiensttreding bij de brandweer. Eisen ten aanzien van lengte of haarlengte blijken in de praktijk vrijwel geen rol te spelen.

5.5

Knelpunten vrouwen

Aan de korpsen is gevraagd of er in de gevolgde selectieprocedure elementen zitten waar vrouwen eerder op afvallen dan mannen. Hierna een uitwerking van de door de korpsen genoemde knelpunten. De sporttest en het ontbreken van een technische opleiding en/of technisch inzicht worden het meest genoemd als knelpunten.
Vrouwen vallen bij de sporttest eerder af. Technisch inzicht is een knelpunt en vrouwen zijn lichamelijk minder sterk.

Andere korpsen relativeren dit:


Materialen en gereedschappen zijn inmiddels ook vrouwvriendelijk. criteria voor de sporttest zijn voor vrouwen aangepast. De hebben de normen voor vrouwen bij de coopertest aangepast, conform deze in de sportwereld wordt We toegepast. voldoende motivatie, zal een vrouw in de selectie bij ons niet snel afvallen. Bij

Ook de combinatie van het werken bij de brandweer en de zorg voor kinderen wordt vaak als knelpunt genoemd:
Vrouwen kunnen werk, gezin en brandweer moeilijk combineren. hebben van kleine kinderen blijkt een struikelblok bij indiensttreding. Het

Waar een deel van de korpsen knelpunten constateert, gaat een ander korps een stapje verder en zoekt een oplossing:
Voor een aantal kandidaten was de combinatie van de beschikbaarheid voor de brandweer en de zorg voor kinderen een probleem. Hier zoeken we een oplossing voor.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

14

Er zijn ook korpsen die aangeven dat er juist geen sprake is van knelpunten en dat hun ervaring is dat vrouwen in de praktijk, bijvoorbeeld overdag, beter beschikbaar zijn dan brandweermannen.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

15

6.
6.1

Integratie brandweervrouwen
Inleiding

In dit hoofdstuk bespreken we de onderzoeksresultaten die betrekking hebben op de integratie van vrouwen in het korps. Het gaat hier om brandweerkorpsen die vrouwen in dienst hebben.

6.2

Eerste brandweervrouw

Aan de korpsen die vrouwen in dienst hebben is gevraagd in welk jaar de eerste vrouw in dienst is gekomen. Op basis van deze gegevens kunnen we vaststellen dat in 1973 de eerste vrouw bij de brandweer is gekomen. De meeste korpsen hebben hun eerste vrouw echter pas veel later aan kunnen stellen. Vanaf 1987 hebben jaarlijks tussen de 10 en 24 korpsen hun eerste vrouw kunnen benoemen.

6.3

Introductie

Van de korpsen die n of meer vrouwen in dienst hebben, heeft bijna tweederde (63%) gerichte activiteiten ondernomen ten aanzien van de introductie van vrouwen in het korps. De overige korpsen (37%) heeft dit niet gedaan. In tabel 6.1 volgt een overzicht van de activiteiten, die door korpsen die vrouwen in dienst hebben, zijn ondernomen ten aanzien van de introductie en integratie van brandweervrouwen in het korps.

Tabel 6.1 Overzicht van de activiteiten die door korpsen die vrouwen in dienst hebben, zijn genomen ten aanzien van de introductie van vrouwen in het korps Activiteiten introductie Er van te voren over gesproken in het korps Het korps betrokken bij de werving en selectie Duidelijk gemaakt dat de leiding achter vrouwen bij de brandweer staat Vrouwen attent gemaakt op het bestaan van het Netwerk Brandweervrouwen Met de direct leidinggevende afspraken gemaakt over adequate begeleiding Afspraken gemaakt over de omgangsvormen in het korps korpsen 56% 48% 48% 35% 27% 23%

De korpsen die gericht aandacht besteden aan de introductie van vrouwen in het korps richten zich met name op de voorbereiding ten aanzien van de werving en selectie van vrouwen. Ze praten erover, betrekken het korps bij de werving en selectie en maken duidelijk dat de leiding achter vrouwen bij de brandweer staat. Echt gerichte afspraken over begeleiding en omgangsvormen worden slechts in beperkte mate binnen korpsen gemaakt. Van de korpsen die vrouwen in dienst hebben heeft een derde vrouwen geattendeerd op het bestaan van het landelijk netwerk voor brandweervrouwen.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

16

6.4

Arbeidsomstandigheden

Aan de korpsen is gevraagd of de voorzieningen in het korps zijn afgestemd op de aanwezigheid van zowel mannelijke als vrouwelijke medewerkers bij de brandweer.

Tabel 6.2 Overzicht van de afstemming van arbeidsomstandigheden op vrouwen en mannen arbeidsomstandigheden aparte toiletruimtes voor vrouwen en mannen op alle locaties gescheiden douchevoorzieningen op alle locaties gescheiden kleedruimten op alle locaties gescheiden slaapgelegenheid op alle locaties ja 63% 47% 27% 8% Nee 37% 53% 73% 8% n.v.t 84% Totaal 100% 100% 100% 100%

Op basis van de gegevens in tabel 6.2 kunnen we de conclusie trekken dat de arbeidsomstandigheden in de korpsen veelal nog niet zijn afgestemd op de aanwezigheid van zowel vrouwen als mannen in het korps. In ruim een derde (37%) van de korpsen zijn er geen gescheiden toiletruimtes voor vrouwen en mannen op alle locaties. Bij ruim de helft (53%) van de korpsen is er nog geen sprake van gescheiden douchevoorzieningen voor vrouwen en mannen op alle locaties. En bij ruim driekwart ontbreken gescheiden kleedruimten op alle locaties. Van de korpsen waar 24 uursdiensten worden gedraaid hebben er net zoveel wel als geen gescheiden slaapvoorzieningen voor vrouwen en mannen. Een deel van de korpsen maakt er in de vragenlijst melding van dat ze deze voorzieningen aan het treffen zijn. Het zijn niet alleen korpsen die geen vrouwen in dienst hebben, die de voorzieningen niet hebben afgestemd op de aanwezigheid van vrouwen in het korps. Van de korpsen die wel vrouwen in dienst hebben, heeft 28% geen gescheiden toiletvoorzieningen; 41% geen gescheiden douchevoorzieningen; 42% geen gescheiden slaapgelegenheid en 66% geen gescheiden kleedruimten op alle locaties. Op basis van de onderzoeksbevindingen kunnen we de conclusie trekken dat de arbeidsomstandigheden een knelpunt vormen ten aanzien van de integratie van brandweervrouwen.

6.5

Arbeidsvoorwaarden

In de tabel 6.3 is een overzicht gegeven van de aanwezigheid van voorzieningen als deeltijd en kinderopvang bij de brandweer.
Tabel 6.3 Overzicht van de afstemming van arbeidsvoorwaarden op mannen en vrouwen Arbeidsvoorwaarden Kinderopvangfaciliteiten zijn beschikbaar voor medewerkers Deeltijd is mogelijk in repressieve beroepsfuncties Er zijn speciale kinderopvangfaciliteiten voor vrijwilligers ja 10% 7% 2% nee 39% 16% 63% n.v.t 51% 77% 35% Totaal 100% 100% 100%

Bijna een derde van de korpsen met beroepsfuncties geeft aan dat in repressieve functies in deeltijd kan worden gewerkt. Kinderopvangfaciliteiten zijn beschikbaar in 10% van de korpsen. Er zijn nog niet veel korpsen die speciale voorzieningen hebben getroffen ten aanzien van kinderopvang, maar er zijn al wel een paar voorbeelden:
ons korps werkt een echtpaar (met twee kinderen) . Voor het bijwonen van de oefenavonden is een In financile regeling getroffen ten behoeve van het inhuren van een oppas.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

17

6.6

Zwangerschap van brandweervrouwen

Aan de korpsen is gevraagd wat ze (zouden) doen in geval van zwangerschap van brandweervrouwen. In tabel 6.4 een overzicht.

Tabel 6.4 Overzicht van de maatregelen die korpsen (zouden) nemen in geval van zwangerschap van brandweervrouwen Wat te doen in geval van zwangerschap? Werken in de uitruk in overleg met de betreffende zwangere brandweervrouw Zwangere brandweervrouwen direct uit de uitruk halen Het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof aanhouden Anders korpsen 54% 31% 4% 11%

Korpsen hebben een sterke voorkeur voor overleg en afstemming over het werken in de uitruk met de betreffende zwangere brandweervrouw. Bijna een derde geeft aan een zwangere brandweervrouw direct uit de uitruk te halen en volgen hiermee het advies zoals dat is gegeven in de brochure Zwangerschap en brandbestrijding van het Netwerk Brandweervrouwen. De korpsen die anders hebben ingevuld geven veelal aan overleg hierover te (willen) voeren met een deskundige zoals een arts bij de Arbo-dienst. 6.7 Knelpunten ten aanzien van de werving, selectie en integratie van brandweervrouwen

Van alle korpsen geeft ruim een kwart (28%) aan dat zij geen knelpunten ervaren ten aanzien van de werving, selectie of integratie van brandweervrouwen. Een kwart van deze korpsen heeft geen vrouwen in dienst. De overige korpsen (72%) signaleren wel knelpunten. In tabel 6.5 wordt een overzicht gegeven van de knelpunten die op dit moment het meest actueel zijn voor brandweerkorpsen.

Tabel 6.5 Overzicht van de knelpunten die op dit moment actueel zijn voor brandweerkorpsen Knelpunten Moeite met het bereiken van vrouwen (werving) Problemen ten aanzien van materile voorzieningen Vrouwen verlaten de organisatie relatief snel Problemen t.a.v. de acceptatie van vrouwen binnen het korps Moeite met het in gang zetten van beleid (voorbereiding) Problemen ten aanzien van de selectie van vrouwen Problemen ten aanzien van de samenwerking tussen vrouwen en mannen (bijvoorbeeld werksfeer, ongewenste intimiteiten) Problemen t.a.v. de begeleiding van vrouwen in het korps Problemen ten aanzien van passende kleding en schoeisel voor brandweervrouwen Problemen ten aanzien van het opleiden van vrouwen Aandeel korpsen (N) 54% 17% 12% 10% 9% 6% 3% 3% 2% 1% (267) (85) (57) (51) (42) (30) (16) (14) (12) (1)

De werving van vrouwen wordt door ruim de helft (54%) van de korpsen als knelpunt genoemd. De moeite die korpsen hebben met het werven van vrouwen is daarmee het meest genoemde knelpunt. Op de tweede plaats staan problemen ten aanzien van materile voorzieningen (17%). Van de korpsen geeft 12% aan dat zij het als knelpunt ervaren dat vrouwen de organisatie relatief snel weer verlaten. De acceptatie van vrouwen is volgens 10% van de korpsen een probleem. Dit zijn met

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

18

name korpsen die nog geen vrouwen in dienst hebben. De overige knelpunten worden door minder dan 10% van de korpsen genoemd. 6.8 Meewerken aan de op vrouwen gerichte campagne

Om een indruk te krijgen van de bereidheid onder korpsen om mee te werken aan een door het ministerie van BZK te ontwikkelen op vrouwen gerichte campagne, is hier in het onderzoek expliciet naar gevraagd. Van alle korpsen geeft 50% aan mee te willen werken aan een op vrouwen gerichte campagne, 36% weet het nog niet en 14% wil vooralsnog niet meedoen. Korpsen die twijfelen, geven aan dat ze willen afwachten tot er meer informatie over de campagne is of totdat duidelijk is wat de investering van het korps in tijd of geld precies zal inhouden:
wil graag eerst inzicht in de opzet, het doel en een indicatie van de tijd en de kosten. Ik Wat houdt deze wervingscampagne in?

Tabel 6.6 Overzicht van de bereidheid om mee te werken aan een op vrouwen gerichte wervingscampagne, naar provincie Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal Ja 53% 47% 61% 50% 45% 33% 59% 55% 50% 39% 43% 56% 50% N (11) (16) ( 8) (21) (32) ( 2) (20) (32) (43) ( 5) (29) (25) (244) Weet niet 33% 26.5% 31% 33% 42% 67% 35% 36% 35% 46% 38% 31% 36% (N) ( 7) ( 9) ( 4) (14) (30) ( 4) (12) (21) (30) ( 6) (26) (14) (177) Nee 14% 26.5% 8% 17% 13% 0% 6% 9% 15% 15% 19% 13% 14% (N) ( 3) ( 9) ( 1) ( 7) ( 9) ( 0) ( 2) ( 5) (13) ( 2) (13) ( 6) (70)

De bereidheid om mee te werken aan de campagne is het grootst in de provincies Drenthe, Utrecht, Limburg, Groningen, Noord-Holland, Zuid-Holland en Overijssel. De twijfelaars zitten vooral in Flevoland, Zeeland en Gelderland en de neezeggers in de provincies Friesland en Noord -Brabant. In de laatstgenoemde twee provincies is echter het percentage korpsen dat mee wil werken aan de campagne, net als in de andere provincies, veel hoger dan het percentage dat dit niet wil. Een deel van de korpsen (14%) heeft aangegeven dat zij niet willen meewerken aan de campagne. Uit de toelichtingen bij de antwoorden blijkt, dat een deel van deze korpsen moeite heeft met op vrouwen gerichte werving.

vraag die bij mij opkomt is: waarom meer vrouwen bij de brandweer? Wat is het nut van De evenredige vertegenwoordiging? Ik heb niets tegen vrouwen bij de brandweer, maar wel iets tegen een discriminatiebeleid. moet er niet teveel ophef over maken. Vrouwen moeten het zelf willen. Ze zijn al jaren welkom in Je ons korps, alleen zien wij ze nog niet. werven brandweerlieden waarbij ook vrouwen zeer welkom zijn. Alleen vrouwen werven vind ik Wij discriminerend.

Andere korpsen zien het belang van gerichte werving wel in:

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

19

Vrouwen gericht benaderen dat geeft de meeste kans op resultaat. Vrouwen solliciteren uit zichzelf niet zo gauw. Volgens mij zijn vrouwen ook wat angstig om een mannencultuur binnen te dringen. wervingscampagnes gericht op vrouwen en mannen reageren heel weinig vrouwen! Bij is kennelijk zo onbekend dat vrouwen welkom zijn bij de brandweer en er uitstekend kunnen Het functioneren dat een landelijke voorlichtingscampagne wenselijk is.

We sluiten deze paragraaf af met citaten van korpsen die benadrukken dat de aanstelling van vrouwen positieve effecten heeft gehad op de cultuur en de onderlinge omgangsvormen in hun korps.
sfeer in ons korps is verbeterd door de komst van vrouwen. De Vrouwen benvloeden het sociale gedrag van de mannen in ons korps in positieve zin Onze ervaring is dat vrouwen in de uitrukdienst een positieve effect hebben op de organisatie werken nu twee vrouwen bij ons. Het gaat werkelijk prima! Er Vrouwen zijn een aanwinst voor het korps.

6.9

Vacatures

Van alle korpsen verwacht ruim driekwart (79%) het komende jaar vacatures. Volgens schatting van de korpsen gaat het om 1494 vacatures voor vrijwilligers en 248 vacatures voor beroeps. De meeste vacatures voor vrijwilligers zijn te verwachten in de provincies: Zuid-Holland (300), Noord-Holland (210), Noord-Brabant (194) en Gelderland (187). Voor beroepsfuncties zijn de meeste vacatures te verwachten in de provincies: Noord-Holland (87) en Zuid-Holland (51). Een compleet overzicht is opgenomen in de tabel.

Tabel 6.7 Overzicht van de vacatures die korpsen het komende jaar verwachten, naar provincie Provincie Vacatures vrijwilligers Vacatures beroeps

Zuid-Holland Noord-Holland Noord-Brabant Gelderland Overijssel Utrecht Limburg Friesland Drenthe Groningen Zeeland Flevoland Totaal

300 210 194 187 111 110 104 90 74 47 39 28 1494

51 87 29 23 23 5 13 0 4 1 7 5 248

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

20

7.
7.1

Samenvatting, conclusie s en actiepunten


Achtergrond

Het geringe aandeel vrouwen bij de brandweer is focus van het beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Inspanningen om het aandeel vrouwen te vergroten zijn van belang, omdat de brandweer net als andere arbeidsorganisaties steeds meer te maken krijgt met krapte aan goed personeel op de arbeidsmarkt. Tussen nu en 2010 zal de beroepsbevolking in Nederland slechts in geringe mate stijgen. Het aantal jongeren zal afnemen en het aantal ouderen zal toenemen. De deelname van vrouwen aan het arbeidsproces is in Nederland nog steeds gering. Een grotere toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt is maatschappelijk gewenst en noodzakelijk. Voor de brandweer betekent rekrutering uit een breder potentieel, dus zowel vrouwen, mannen als allochtonen, meer kansen bij de werving van goed gekwalificeerd personeel. Verder blijkt dat vrouwen de brandweer ook wat te bieden hebben. In de brandweerkorpsen van vandaag, waar veel aandacht wordt besteed aan profession alisering, preventie en hulpverlening, blijken vrouwen goed te passen. Vrouwen brengen vaak een andere deskundigheid in omdat ze vaak andere kennis en ervaring hebben opgedaan dan mannen. Dit komt de kwaliteit van het werk van de brandweer ten goede. Ook blijkt in de praktijk dat vrouwen vaker dan mannen overdag beschikbaar zijn, dit is een belangrijk voordeel omdat steeds meer korpsen problemen hebben met de bezetting overdag. Meer vrouwen bij de brandweer kan tevens een bijdrage leveren aan de verbetering van het imago van de brandweer. Immers een moderne eigentijdse organisatie is een organisatie waarin zowel mannen als vrouwen werkzaam zijn. Om een goed beeld te krijgen van de stand van zaken met betrekking tot vrouwen bij de brandweer, is besloten onderzoek uit te voeren onder alle brandweerkorpsen. Het onderzoek dient inzicht te geven in het aandeel vrouwen bij de brandweer. Ook moet het onderzoek informatie leveren inzake ervaringen, kansen en knelpunten inzake de werving, selectie en integratie van brandweervrouwen. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de resultaten van onderzoek onder alle brandweerkorpsen.

7.2

Doel onderzoek

Het onderzoek Vrouwen bij de brandweeris in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd door De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in het aandeel vrouwen bij de brandweer en in de knelpunten die een verdere toename van het aandeel vrouwen in de weg staan. De onderzoeksvrage zijn als volgt: n 1. 2. Wat is het aantal (en aandeel) vrouwen dat momenteel als vrijwilliger of beroeps werkzaam is bij de verschillende brandweerkorpsen? Welke knelpunten en mogelijkheden ervaren brandweerkorpsen op dit moment inzake de werving, selectie en integratie van vrouwen bij de brandweer?

7.3

Aanpak

Om een beeld te krijgen van de stand van zaken met betrekking tot vrouwen bij de brandweer is een vragenlijst samengesteld. De vragenlijst is met een begeleidende brief van het ministerie van BZK verzonden aan alle gemeentelijke brandweerkorpsen. Van de in totaal 509 brandweerkorpsen heeft 97% de schriftelijke vragenlijst ingevuld retour gezonden. Hiermee beschikken we voor dit onderzoek over informatie van 492 brandweerkorpsen.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

21

uit het onderzoek


7.4 Belangrijke uitkomsten uit het onderzoek Hierna volgt per onderzoeksvraag een overzicht van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. vraag 1: Wat is het aantal (en aandeel) vrouwen dat momenteel als vrijwilliger of beroeps werkzaam is bij de verschillende brandweerkorpsen? Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er in november 2000 totaal 835 vrouwen werkzaam zijn bij de brandweer. Het aandeel vrouwen bij de brandweer bedraagt hiermee 3.3%. Op basis van de door de brandweerkorpsen ingevulde gegevens kunnen we de conclusie trekken dat het aandeel vrouwen onder de vrijwilligers gelijk is aan het aandeel vrouwen onder de beroeps. Van alle brandweerkorpsen heeft 38% (188 korpsen) in november 2000 nog geen vrouw als vrijwilliger of beroeps in dienst. En op de vijf korpsen heeft n vrouw in dienst. In de overige korpsen (41%) zijn er twee of meer vrouwen werkzaam. Het aandeel vrouwen per brandweerkorps varieert tussen de 0% en de 21%. Er zijn in totaal negen korpsen die 15% of meer vrouwen in dienst hebben (het percentage vrouwen is vermeld achter de namen van de korpsen): Heerlen (15%), Voorschoten (16%). Het Bildt (16%), IJsselstein (17%), Zwartsluis (19%), Zeewolde (19%), Zutphen (19%), Vught (20%), Egmond (21%). Op basis van deze cijfers uit de praktijk kunnen we de conclusie trekken dat het realiseren van een groter aandeel vrouwen bij de brandweer wel degelijk tot de mogelijkheden behoort. Tweederde van alle brandweerkorpsen zit nu wat betreft het aandeel vrouwen in hun korps onder het gemiddelde van 3.3%. Verschillen wat betreft het aandeel vrouwen zien we ook op het niveau van de provincies. Het aandeel vrouwen bij de brandweer varieert in de verschillende provincies tussen de 1.4% tot 5.7%. De provincies met het laagste aandeel brandweervrouwen zijn: Zeeland, Gelderland en Overijssel. Het hoogste aandeel brandweervrouwen heeft de provincie Flevoland (5.7%) op enige afstand gevolgd door de provincie Friesland (4.4%). Om een beeld te krijgen van de posities die vrouwen innemen bij de brandweer, is aan de korpsen gevraagd aan te geven in welke rangen de vrouwen in het korps werkzaam zijn. De meeste vrouwen (32.8%) zijn werkzaam als hoofdbrandwacht (32.8%) en brandwacht (26.7%). In de rang aspirant brandwacht werkt 16% van de vrouwen. Dit betekent dat van alle brandweervrouwen 137 vrouwen nog maar recent in dienst zijn bij de brandweer. De overstap van hoofdbrandwacht naar onderbrandmeester of hogere rangen is nog maar door relatief weinig vrouwen gemaakt. In de rangen onderbrandmeester en hoger is nog slechts 6.7% van alle brandweervrouwen werkzaam. We verwachten dat er in de praktijk meer vrouwen werkzaam zijn in de officiersrangen. Op basis van de ingevulde lijsten hebben we de indruk dat brandweerkorpsen de officieren, vrouwen en mannen, niet altijd hebben meegeteld bij hun repressieve brandweerpersoneel.

vraag 2: Welke ervaringen, knelpunten en mogelijkheden signaleren de brandweerkorpsen op dit moment inzake de werving, selectie en integratie van vrouwen bij de brandweer?

Werving Van alle korpsen heeft 44% in de afgelopen drie jaar geen gerichte activiteiten ondernomen om het aandeel vrouwen in hun korps te vergroten. De overige 56% van de korpsen heeft dit wel gedaan. Veel korpsen ervaren de werving van vrouwen als moeizaam. Ze krijgen geen reacties van vrouwen bij de gangbare wervingsprocedures. Van de korpsen die zich op de werving van vrouwen hebben gericht, heeft een klein deel dit heel gericht gedaan in de vorm van een op vrouwen gerichte wervingscampagne. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de mate van succes in positieve zin wordt benvloed door de gerichtheid van de wervingsinspanningen. De korpsen die een op vrouwen gerichte

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

22

wervingscampagne hebben gevoerd, blijken meer succes te hebben (85% succesvol) dan korpsen die een meer algemene campagne hebben gevoerd (36% succesvol). Aan de korpsen is gevraagd of ze hun medewerking willen verlenen aan een dergelijke op vrouwen gerichte campagne. Van alle korpsen geeft 50% aan mee te willen werken aan een op vrouwen gerichte campagne, 36% weet het nog niet en 14% wil vooralsnog niet meedoen. Korpsen die twijfelen, geven aan dat ze willen afwachten tot er meer informatie over een dergelijk campagne is of totdat duidelijk is wat de investering van het korps in tijd of geld precies zal inhouden. Inmiddels is bekend dat vanuit het ministerie van BZK in 2001 een op vrouwen gerichte campagne wordt aangeboden aan de korpsen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat dit aanbod op een goed moment komt. Van alle korpsen verwacht ruim driekwart (79%) het komende jaar vacatures. Volgens schatting van de korpsen gaat het om 1494 vacatures voor vrijwilligers en 248 vacatures voor beroeps.

Selectie Om meer informatie te krijgen over de selectie van brandweermensen en de mogelijke knelpunten hierin ten aanzien van de selectie van vrouwen, zijn aan de korpsen verschillende vragen voorgelegd die betrekking hebben op de selectieprocedure en de selectie-eisen. De korpsen gaan in de praktijk heel verschillend om met het stellen van leeftijdseisen. Wat betreft de beroeps gaat ruim een derde van de korpsen uit van 30 jaar of jonger als maximum leeftijd bij indiensttreding; nog eens een derde hanteert tussen de 30 en 35 jaar als maximumleeftijd. De overige korpsen zijn minder stringent wat betreft leeftijd van sollicitanten. Ook als het gaat om de maximum leeftijd van vrijwilligers loopt het beleid van korpsen sterk uiteen: 29% hanteert 30 of jonger als maximum leeftijd, 40% legt de grens tussen 30 en 35 jaar, 20% tussen de 35 en 40 jaar en bij de overige 11% van de korpsen zijn vrijwilligers ouder dan 40 jaar ook nog welkom. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het hanteren van leeftijdsgrenzen de kansen op benoeming van vrouwen (en mannen) verkleint. Een selectiegesprek en een medische keuring vormen reguliere onderdelen in de selectieprocedures van brandweerkorpsen. De overige selectie-onderdelen (sporttest, test ten aanzien van engtevrees, zwemvaardigheidstest, duikerskeuring, psychologische test etc.) worden heel wisselend en slechts door een klein deel van de korpsen gebruikt bij de selectie. De conclusie kan dan ook worden getrokken dat de selectie van brandweerpersoneel door korpsen niet uniform is. Het ene korps test heel uitgebreid en het andere korps beperkt zich tot een meer algemene medische keuring. Korpsen die bij de selectie een sporttest en een test op technisch inzicht afnemen, geven aan dat in de praktijk blijkt dat vrouwen hier eerder op afvallen dan mannen. Andere korpsen geven aan dat dat bij hen niet het geval is omdat zij de normen hebben afgestemd op zowel vrouwen als mannen. Omdat in de praktijk de selectie van brandweerpersoneel zo divers is, is het moeilijk om een helder inzicht te krijgen in knelpunten ten aanzien van de selectie van vrouwen.

Integratie Van de korpsen die n of meer vrouwen in dienst hebben, heeft bijna tweederde (63%) gerichte activiteiten ondernomen ten aanzien van de introductie van vrouwen in het korps. De overige korpsen (37%) heeft dit niet gedaan. De korpsen die gericht aandacht besteden aan de introductie van vrouwen in het korps richten zich met name op de voorbereiding ten aanzien van de werving en selectie van vrouwen. Ze praten erover in hun korps, betrekken het korps bij de werving en selectie en maken duidelijk dat de leiding achter vrouwen bij de brandweer staat. Echt gerichte afspraken over begeleiding en omgangsvormen worden slechts in beperkte mate binnen korpsen gemaakt. Van de korpsen die vrouwen in dienst hebben heeft een derde vrouwen geattendeerd op het bestaan van het landelijk Netwerk Brandweervrouwen. De arbeidsomstandigheden in de korpsen blijken nog slechts in geringe mate te zijn afgestemd op de aanwezigheid van zowel vrouwen als mannen. In ruim een derde (37%) van de korpsen zijn er geen
Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

23

gescheiden toiletruimtes voor vrouwen en mannen op alle locaties. Bij ruim de helft (53%) van de korpsen is er nog geen sprake van gescheiden douchevoorzieningen voor vrouwen en mannen op alle locaties. En bij ruim driekwart ontbreken gescheiden kleedruimten. Van de korpsen waar 24 uursdiensten worden gedraaid hebben er net zoveel wel als geen gescheiden slaapvoorzieningen voor vrouwen en mannen op alle locaties. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat brandweerkorpsen nog slechts in beperkte mate voorzieningen, zoals werken in deeltijd en kinderopvang, bieden aan hun medewerkers. De combinatie van werkzorg lijkt hiermee nog wat onderbelicht te zijn in het personeelsbeleid van brandweerkorpsen.

7.5

Conclusies en actiepunten

Het onderzoek laat zien dat het aandeel vrouwen bij de brandweer momenteel 3.3% bedraagt. We vatten de belangrijkste conclusies nog even kort samen. De werving van vrouwen ervaren de korpsen op dit moment als het belangrijkste knelpunt als het gaat om vrouwen bij de brandweer. Vrouwen blijken in de praktijk nog bijna niet te reageren op algemene wervingscampagnes van de brandweer. Het onderzoek toont echter aan dat op vrouwen gerichte campagnes wel succesvol zijn. Van alle korpsen die een dergelijke campagne hebben uitgevoerd, benoemt 85% de campagne als succesvol. Om te komen tot vergroting van het aandeel vrouwen bij de brandweer is het dus van belang om de werving meer expliciet op vrouwen te gaan richten. Ook de selectie van brandweerpersoneel behoeft nadere aandacht. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat er geen uniformiteit is in de selectieprocedures voor brandweerpersoneel. Alleen de medische keuring en het selectiegesprek blijken reguliere onderdelen van de selectie bij de brandweer te zijn. De overige selectie onderdelen worden wisselend en slechts door een deel van de korpsen gebruikt. Korpsen die bij de selectie een sporttest en een test op technisch inzicht afnemen, geven aan dat in de praktijk blijkt dat vrouwen hier eerder op afvallen dan mannen. Andere korpsen geven aan dat dat bij hen niet het geval is omdat zij de normen hebben afgestemd op zowel vrouwen als mannen. Verder blijkt dat het hanteren van een leeftijdseis de kansen van benoeming van vrouwen (en mannen) verkleint. Van de korpsen die n of meer vrouwen in dienst hebben, heeft bijna tweederde (63%) gerichte activiteiten ondernomen ten aanzien van de introductie van vrouwen in het korps. Echt gerichte afspraken over begeleiding en omgangsvormen worden slechts in beperkte mate gemaakt binnen korpsen. Ook blijkt uit het onderzoek dat nog lang niet alle korpsen op alle locaties gescheiden (sanitaire) voorzieningen hebben voor mannen en vrouwen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat nog maar weinig korpsen voorzieningen zoals deeltijd en kinderopvang hebben getroffen, gericht op het vergroten van mogelijkheden voor vrouwen en mannen om het werk te combineren met zorgtaken. De komst van meer vrouwen bij de brandweer vergroot de noodzaak voor korpsen om meer aandacht te besteden aan het creren van dergelijke voorzieningen. Om te komen tot vergroting van het aandeel brandweervrouwen zal het beleid zich de komende jaren moeten richten op de werving van vrouwen, op het oplossing van knelpunten die zich voordoen bij de selectie, op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden voor vrouwen en op het verbeteren van de mogelijkheden om werken bij de brandweer te combineren met zorgtaken. We werken de genoemde vier actiepunten hierna wat verder uit. Op vrouwen gerichte werving Actiepunt 1: Op vrouwen gerichte werving Korpsen stimuleren en activeren om over te gaan tot gerichte werving van vrouwen. Het ministerie van BZK heeft inmiddels hiertoe een op vrouwen gerichte wervingscampagne laten ontwikkelen. De campagne zal in 2001 beschikbaar worden gesteld aan de korpsen. Naast de campagne zal door het ministerie van BZK ook concreet advies en ondersteuning worden geboden aan de korpsen in de
Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

24

vorm van een in samenwerking met het Netwerk Brandweervrouwen op te richten wervingsteam. Vanuit het ministerie van BZK is inmiddels een landelijke cordinator wervingscampagne aangesteld.

Actiepunt 2: Meer uniformiteit in de selectieprocedure uniformiteit in de selectieprocedure Meer uniformiteit in de selectieprocedure voor brandweerpersoneel kan een bijdrage leveren aan het oplossen van knelpunten ten aanzien van de selectie van vrouwen (en mannen) voor brandweerfuncties. In opdracht van het ministerie van BZK is recent een onderzoek van start gegaan naar de standaardisering van selectiecriteria voor brandweerpersoneel. Uitgangspunt is dat de gehanteerde criteria (functie-eisen) daadwerkelijk zijn afgestemd op het te verrichten brandweerwerk. Doel van het onderzoek is te komen tot landelijke richtlijnen voor de selectie-eisen.

Actiepunt 3: Verbeteren arbeidsomstandigheden Om de brandweerorganisatie echt toegankelijk te laten zijn voor vrouwen en mannen is het van belang dat korpsen het verbeteren van de arbeidsomstandigheden actief gaan oppakken. Volgens de Arbo-wet zijn alle werkgevers verplicht om de werkplek in te richten met gescheiden voorzieningen voor vrouwen en mannen. Een deel van de korpsen maakt er in de vragenlijst melding van dat ze hier al mee bezig zijn. Anderen zullen door de gemeenten en het ministerie van BZK moeten worden gestimuleerd om hier werk van te maken. Het verbeteren van het werkklimaat in brede zin, zowel de aanpassing van brandweerkazernes als het verbeteren van de omgangsvormen, behoort tot een van de speerpunten van het beleid dat het ministerie van BZK de komende jaren voert ten aanzien van de integratie van brandweervrouwen.

Actiepunt 4: Aandacht voor de combinatie van werk -zorg Steeds meer vrouwen en mannen combineren werk en zorg. De toename van vrouwen bij de brandweer betekent dat onderwerpen die te maken hebben met de combinatie van werk en zorg actueler worden. Het onderzoek laat zien dat nog maar weinig brandweerkorpsen faciliteiten bieden ten aanzien van de combinatie van werk en zorg. Ook de brandweer zal in haar personeelsbeleid meer aandacht moeten gaan besteden aan het aanbieden van dergelijke faciliteiten aan haar medewerkers. In 2001 zal het Netwerk Brandweervrouwen in samenwerking met het ministerie van BZK onderzoek gaan uitvoeren naar kinderopvang en de combinatie van werk en zorg bij de brandweer.

Vrouwen bij de brandweer De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners

25

You might also like