CHAPTER 1 Tijden: Stone age: - Paleolithic (40.000 BC Homo Sapiens. Eerste kunst. Venus, Rotsschilderingen. ) - Mesolithic (10.

.000 BC tarwe en gerst) - Neolithic ( 8000 BC geschreven taal, beschaving) Bronze age (3000 BC) Iron age (1000 BC) Venus: vruchtbaarheidssymbool? Overdreven lichaamsvormen. 100den beeldjes gevonden door heel europa. Klein nomaden. Mesopotami: - betekent land tussen de rivieren. - 8000 BC (Neolithic) , verschillende uitvindingen als pottenbakken, weven, en permanente huizen bouwen, gemeenschappen. En schrijven! - Sommige groepen gingen zich vast settelen, niet meer nomaden, agricultuur. Wel veel droogte, stormen, overstromingen. - Eerste cultuur ontstond. Het delen van geloof, zelfde opvattingen etc. - Land werd verdeeld. Jou land, mijn land. - Handel in voedsel, land en huizen kwam op. - Door de handel ontstonden steden, de eerste regeringsvormen kwamen. Sumeri: - 3000 BC (bronze age) - In dezelfde tijd toen egypte opkwam - Eerste geschreven taal uitgevonden: Cuneiform om bv. Hoogte water rivier op te schrijven, of stand van de sterren. - Bestudering sterren, om stormen ed te verklaren - Eerste goden machtig en onsterfelijk, maar met menselijk eigenschappen. polythestisch - Astrologie - Mannen waren dominant, want groter en sterker - De koning was de hoogste dienaar van de goden, en de representatie van de goden op aarde. - Tempels werden op (kunstmatige) heuvels ziggurats, en bergen gebouwd, zodat je dichter bij de goden was, offeren, bidden om goden blij te houden. - Uruk oudste, eerste stad ter wereld - Vooruitgang in schrijven, wetten, religie, wiskunde, tijd, wetenschap. Kunsten: - Stier met een lapis lazulli baard: symbool van Mesopotamische Koninklijke macht. Lier.

Mannelijke Geit: vruchtbaarheidssymbool, goed voorbeeld van iets maken door dingen bij elkaar te voegen, i p v uithakken. Standard of Ur: muziekinstrument, afbeeldingen van oorlog, en vrede. Eerste geschreven werk: Epos van Gilgamesh. Eerste verhaal met hoofdpersoon en naam. Later nog bijgewerkt door akkadians en babylonians. Gilgamesh: themas als dood en vriendschap.

Akkadian period: - 2350 BC (bronze age) - Vanuit het noorden werd Sumer overgenomen door Akkadians. - Monarchie, sociale orde zoals die was opgesteld veranderde. Boeren moesten voor hogere gaan werken. - Sargon the Great, eerste grote leider in geschiedenis. - Akkadians en Sumerians mixte niet goed, uiteindelijk nam Sumeri weer politieke macht over. - Akkadians hadden verfijning van de kunst met zich meegebracht. Neo-sumerian period: - 2100 BC (bronze age) - Gudea (koning) zorgde voor dat Sumeri weer werd zoals het was. 20 beelden van hem overgebleven. Allemaal gemaakt op dioriet, hard steen. Vandaar veel overgebleven. Old Babylonia: - 1900 BC (bronze age) - Babylonirs konden makkelijk binnenvallen, omdat Sumerirs en Akkadians niet goed als 1 volk konden verdedigen. - Hammurabi wetten opgesteld die voor iedereen golden, over diefstal, trouwen, slaven, etc. hiermee wilde hij orde scheppen, en zijn mensen beschermen tegen kwade buitenstaanders. Assyrian Empire: - 1076 BC (bronze age/iron age) - Kunst was om de koning te eren - Er werden enorme tempels gebouwd, met half mens half stieren, om macht uit te stralen en kwade geesten buiten te houden. - Sargon ll, liet immense machtige figuren afbeelden, groot, sterk, helden en koningen (bv gilgamesh). - Hele populaties mensen werden onder bewind van Sargon ll uitgemoord, hij heeft ook de 10 stammen van Israel uit elkaar gedreven. - Veroverd, en geheel verwoest (vooral Nineveh (bijbel)) Neo Babylonian (chaldean) - Onder leiding van Nebuchadnezzar werden delen als Palestina verovert, en kreeg het Babyloni weer macht terug na het verslaan van assyria.

Bouwde een ziggurat, misschien de toren van Babel uit de bijbel Overviel Jeruzalem, (babylonian captivity) Veel dieren afgebeeld. Na dood Nebuchadnezzar, einde babylonian rijk snel.

Persian Empire: - 540 BC (iron age) - Verspreidde zich snel. Door meerdere overwinningen van land. Grootste rijk tot dan toe. - Iedereen mocht zijn eigen religie, cultuur behouden en uitoefenen. - Twee grootste steden : sussa en sardis. Vele wegen aangelegd, boodschappers van de koning konden zo in een week het hele rijk doorkruisen. - Nieuwe religie: zoroastianisme ontstaan door profeet zoroaster. Monothestisch/ dualistisch. Gathas werk van zoroaster. 1 god die al bestond voor de mensen bestonden, maar met tweelingbroer die kwaad was. Vandaar dualistisch misschien. Er zou een redder komen, die einde zou maken in strijd tussen goed en kwaad (lijkt beetje op christendom OT) - Omdat geloof geen tempels nodig had, meer grote paleizen bouwen. Invloeden van Egyptische en Griekse stijl. Afbeeldingen niet meer zoals bij assarians bloederige oorlogen ed. maar nettere afbeeldingen. Cultuur werd zeer geraffineerd, leidde tot mooie voorwerpen zoals drinkbekers met leeuwenhoofden en mooi weergegeven elementen. CHAPTER 2 Egypte: - Veel stabieler dan Mesopotami. - De Nijl zorgde voor veel voorspoed - Veel natuurlijke grenzen die vijanden tegenhielden (zee, woestijn, bergen) - Hoog welvarende agricultuur. Door de Nijl! - Theocratie: farao was een levende god. - Maat: orde, waarheid, recht, en gerechtigheid - Religie en dood waren belangrijke dingen. Mensen wilden doorleven na dood, want leven was mooi. Daarom tombes, balsemen etc. om naar volgende leven te kunnen komen. - Mensen veranderde constant, daarom bv katten vereerd en aanbeden, omdat zij deel uitmaakte van de natuur en zijn onveranderlijkheid. - Eerst geen centrale regering, waardoor cultuur zich sloom ontwikkelde, later veel dynastien. Old Kingdom: - 2686 BC-2181 BC - ontstaan piramides, sfinx lichaam van een leeuw met hoofd farao. Beschermer van het koninkrijk.

Stukken afvalsteen als gevolg van het uithakken van de sfinx zijn waarschijnlijk gebruikt om tempels ed mee te bouwen. Grootste piramide: de piramide van Khufu. Piramides linkte koningschap met de kosmos. Daarom in een punt die naar de hemel wijst. Veel geroofd. Verder een lichte verfijning van de kunst die al die tijd er al was, en er nog heel lang zou blijven in Egypte. Frontale houding van lichaam, ogen,en profiele houding van benen en gezicht. Makkelijkste weergegeven en duidelijkst te zien. Beelden: van heersers, faraos. heel statig, als symbool van de totale controle die zij over het land hadden. Weinig beweging in de beelden, omdat er zoveel mogelijk steen bleef zitten, zo zaten bijvoorbeeld handen en armen aan het lichaam vast. Ook realistischere beelden, maar die hadden niet de uitstraling van macht en autoriteit zoals de beelden van de farao dat hadden.

Eerste tussen periode Priester kregen meer macht, bureaucratie vergrootte, tegenwerkende lokale ambtenaren verzwakking van de centrale autoriteit. Inval barbaren maar: Middle Kingdom: - 2135 BC 1786 BC - Na een tijdje rust weer hersteld. Kunst werd weer opgepakt zoals die in het Oude Koninkrijk was, en verfijnd door de invloeden van buitenaf. Later doorgegeven aan het Nieuwe Koninkrijk. - Belangrijke figuren groter afgebeeld. Geen perspectief. - Juwelen werden gemaakt. Tweede tussen periode Inval buitenlanders. Introduceerde het paard, en oorlogsstrijdwagen. New Kingdom: - Militaire macht werd belangrijker. - Eerste tempels gemaakt van alleen steen. Tempels waren symbolen voor de rijkdom en glorie van de faraos. Tempels vaak in de buurt van de Nijl gebouwd, als symbool van Koninklijke autoriteit. - Hatsheputs eerste vrouwelijke farao. Grote tempel aan een berg voor haar gebouwd. Berg leek als een natuurlijke piramide. - Macht priesters groot veel bijgeloof en magie, priesters moeten voor de angsten van het volk bidden. Farao Amenhotep had hier problemen mee, omdat het zijn macht aantastte joeg priesters uit de tempels. Droeg zijn volk op een nieuwe God te vereren: Aten. Hier kwam ook nieuwe kunststijl uit voort: de Amarnastijl. Vb: hoofd van koningin Nefretete. - Na dood farao kunst weer terug naar stijl zoals die was in het oude koninkrijk. - In 1000 BC, einde egypte als losstaande staat.. later belanrijke provincie Romeinse Rijk.