You are on page 1of 21

CKV Muziek Lesbrief 2: Mozart

1. Ga naar het Internet en schrijf aan de hand van de volgende en eventueel andere websites de biografie van Mozart. http://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfgang_Amadeus_Mozart www.tova.nl/Componisten/Biografien/mozart.htm www.klassiekemuziekgids.net/componisten/mozart www.maurice-abravanel.com/mozart_nederlands.html

1. Geboren?

27 Januari 1756, Wenen

2. Voor het eerst bekend geworden?

In Juni, 1763

De piano en de viool.
3. Wat was (waren) zijn lievelingsinstrument(en)?

4. Reizen?

Hij is geweest in Beieren, Zwaben, Wntenberg, de Palts, Rijnland, Luik, Tienen, Leuven en Brussel. Mozart was op 10 september 1765 in Rotterdam.

5. Mozart was ook in Nederland. Waar? Wanneer?

6. Problemen met de liefde?

Niet echt. Samen met zijn vrouw had hij 6

7. Kinderen?

kinderen, maar hier bleven er maar 2 van in leven. Hij had 6 kinderen.

8. Grote successen?

De Grand Tour van de Mozarts


9. Ruzies?

Nee
10. Geld?

11. Verhouding met de machthebbers?

Mozart had een levensstijl die duurder was dan zijn inkomen. Deze verhouding was goed.

12. Gestorven?

Mozart is overleden op 5 december 1791.

Over Mozart bestaan veel anekdotes die een beeld geven van de persoon die hij was. Veel van deze anekdotes kun je vinden op de website http://www.anecdotage.com
1. Mozart laat een wind Op een dag in 1777 schreef Mozart (die toen 21 jaar oud was) een brief aan zijn zus Anna. Mama zei tegen me, Ik denk dat jij een wind hebt gelaten. Ik zei dat het absoluut niet waar was. Maar ik ben er zeker van, hield ze vol. Ik dacht toen: Misschien had Mama had toch gelijk. Ik bracht toen mijn vinger naar mijn kont en rook er aan. En ja hoor, dat was het bewijs! 2. Ambitie Een jonge man vroeg ooit advies aan Mozart over het componeren van een symfonie. Mozart zei, dat hij het beste met ballades kon beginnen, omdat hij nog zo jong was. Maar zelf schreef u al symfonien, toen u tien was, wierp de jongen tegen. Ja, antwoordde Mozart, maar ik hoefde dan ook niet om advies te vragen! 3. Inktvissymphonie? Mozart wedde een keer met Haydn om een kist champagne dat deze het stuk dat Mozart eerder op die dag had gecomponeerd niet zou kunnen spelen. Haydn nam de weddenschap aan en de muzieknoten werden op de piano gezet. Na een paar seconden stopte hij. De muziek was zo geschreven dat terwijl de handen links en rechts op het toetsenbord waren er ook een toets in het midden aangeslagen moest worden. Haydn gaf op, daarna ging Mozart aan de piano zitten. Toen hij bij de onmogelijke noot kwam boog hij voorover en speelde de noot met zijn neus.. 4. Zerlinaaa! Bij de eerste repetitie van Don Giovanni in Praag, was Mozart erg teleurgesteld door de jonge zangeres die de rol van Zerlina had. Toen ze moest schreeuwen op het moment dat Don Giovanni haar probeerde te versieren, deed ze dat ondanks Mozarts herhaalde aanwijzingen niet overtuigend genoeg. Tenslotte verloor hij zijn geduld en verliet het dirigentenpodium. Hij kroop het donkere toneel op, verscheen heel plotseling voor de zangeres en kneep haar in haar arm. Zoals te verwachten was, schreeuwde ze als een mager speenvarken. Fantastisch, riep Mozart, denk eraan! Vanavond net zo!

5. Mozart's kapper Mozart's kapper klaagde voortdurend over zijn beroemde klant. Niet Mozarts haar vormde het probleem, dat was makkelijk te knippen. Het lastige was dat Mozart nooit stil kon blijven zitten. Iedere keer, als Mozart een nieuw idee had (en dat was nogal vaak!) sprong hij op en rende naar de piano, waardoor de kapper gedwongen was om met het haarlint achter hem aan te lopen.

2. Lees de vijf anekdotes hierboven en kruis daarna aan welke karaktereigenschappen Mozart volgens jou had. Mozart was (meerdere antwoorden mogelijk) saai vol ideen <- x zelfbewust x x humoristisch levendig dom x brutaal verwaand

ordinair

3. Ga nu naar de bovengenoemde (Engelstalige) website en lees ook andere anekdotes over Mozart. Schrijf de anekdote die je het leukst vindt, hieronder in het Nederlands op: Toen Mozart een keer met zijn ouders een boerderij bezocht, hoorde hij een varken knorren (dat hoge piepachtige geluidje van varkens:P) Dat was een G! riep hij. Hij rende naar een piano en drukte op een toets; het was een G. De kleine jongen was toen 2 jaar oud.

4. Over Mozart zijn veel films gemaakt. De beroemdste is wel Amadeus van regisseur Milos Forman. Bekijk de fragmenten, lees de recensie van de film en beantwoord daarna de vragen. http://www.youtube.com/watch?v=Du-rD2QL1Pc http://www.youtube.com/watch?v=9A0a7QCLTcE&feature=related Amade

regie genre tijdsduur jaar

Milos Forman drama, musical - filmhuisfilm 180 minuten 1984

acteurs

F. Murray Abraham, Elizabeth Berridge, Tom Hulce, Simon Callow, Rou Dotrice, Jeffrey Jones, Christine Ebersole

samenvatting De Italiaanse componist Antonio Salieri (F. Murray Abraham) is ervan overtuigd dat de muziek van Wolfgang Amadeus Mozart (Tom Hulce) goddelijk is. Zijn grootste wens is zelf zo goed te kunnen componeren, zodat hij de Heer kan eren via zijn muziek. Salieri heeft echter van nature niet het vermogen gekregen om briljante composities te maken. Hij kan dan ook maar niet begrijpen waarom God juist voor het walgelijke schepsel Mozart koos als Zijn instrument. Salieri's jaloezie kent geen grenzen en hij besluit wraak te nemen op God n Mozart. recensie 'Amadeus' van Milos Forman is een biografische film. Maar iedereen die normaal gesproken spontaan jeuk krijgt van dit genre waar 'normale' mensen uitgroeien tot helden, moet deze film zeker niet zomaar afschrijven van hun 'to watch-lijstje'. Milos Forman heeft een uitstekende, strak geregisseerde film gemaakt die alle ingredinten in zich heeft die een goede film behoort te hebben. Van sterke dramatiek tot aan een steengoede soundtrack: 'Amadeus' heeft het allemaal. Het verhaal van 'Amadeus' begint met de introductie van Antonio Salieri (F. Murray Abraham). Na een mislukte zelfmoordpoging is de Italiaan in een gesticht geplaatst. Als een jonge priester toenadering zoekt tot de oude man, vertelt Salieri zijn levensverhaal. Een verhaal vol wrok, wanhoop en verbittering. In tegenstelling tot de titel je doet vermoeden, gaat 'Amadeus' niet zozeer over de persoon Wolfgang Amadeus Mozart. De film focust meer op Salieri, de tegenpool van Mozart. Aan de hand van Salieri's anekdotes kom je meer te weten over Mozart en Salieri's persoontje zelf uiteraard. Het zal je al snel duidelijk worden dat de verteller van het verhaal een nogal vreemde blik heeft op de geschiedenis. In de film haat Salieri Mozart hartgrondig en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Of het verhaal achter 'Amadeus' nu wel of niet geheel historisch correct is doet dan ook niet ter zake. Regisseur Forman is meer genteresseerd in het in beeld brengen van een tragisch verlopen verhaal dan in het neerzetten van een keurig, chronologisch opgebouwd geschiedenislesje. Een benadering die zoals gezegd erg goed uitpakt. De film concentreert zich op menselijke fouten en tekortkomingen die in ieder van ons schuilen. In dit verhaal zijn geen stoere helden en boosaardige schurken: integendeel geen enkel personage is overwegend goed of slecht. Forman heeft echte mensen neergezet, waarvan je gaat houden. Zo lijkt Salieri aanvankelijk een nare, afstandelijke man, maar langzaamaan kan je steeds meer begrip voor hem opbrengen. Voor Mozart geldt juist het omgekeerde: in eerste instantie zie je een onbezorgde, vrolijke jongeman, maar met het verstrijken van de film zie je steeds meer slechte randjes van zijn karakter bovendrijven. De moeilijke rollen in 'Amadeus' bieden een mooie uitdaging voor alle acteurs. De casting van 'Amadeus' is dan ook essentieel voor het slagen van de film. Gelukkig heeft Forman er juist aan gedaan om wat minder bekende acteurs voor zijn film aan te trekken. Zo is de vrijwel onbekende Tom Hulce een verademing als de jonge Amadeus Mozart. Op geheel eigen wijze zet hij een vrolijke, levensgenieter neer, die over enkele onhebbelijke eigenschappen beschikt. Het knappe van Hulce's prestatie is dat hij ondanks Mozart's arrogantie, overspelige gedrag en leugenachtige natuur, toch nog sympathiek en charismatisch blijft overkomen. De argeloze flair waarmee Hulce acteert is erg aanstekelijk en zijn beroemde schaterlachje zal nog dagenlang in je geheugen rond blijven zweven. De ware ster van 'Amadeus' is uiteindelijk F. Murray Abraham. Wat deze acteur hier neerzet getuigt van ware klasse. Abraham etaleert in zijn rol een ware scala aan emoties: van intense haat tot wanhoop. Vooral de scnes waarin Salieri getuige is van Mozart's opmerkelijke, muzikale talent zijn fantastisch om te zien. Je kunt de haat en jaloezie in Abraham's ogen bijna voelen. Als kijker word je meegesleurd in de tragische geschiedenis van een man die beseft dat hij eigenlijk een talentloze, verbitterde oude man is geworden die nooit zal kunnen opboksen tegen de genialiteit van een schijnbaar, zorgeloze, puberale jongeman. Naast het sterke spel van de cast, is de muziek ook onovertroffen. Uiteraard putte Forman voor de soundtrack uit het rijke oeuvre van Wolfgang Amadeus Mozart en Salieri. De composities van Mozart verhogen de sfeer en intensiteit van de film. Zelfs als je totaal niet houdt van klassieke muziek, dan nog zul je snel geheel ondergedompeld worden in de melancholieke sfeer van de film. Forman heeft een knappe eenheid gesmeed tussen beeld en geluid. Naarmate de film vordert verandert de muziek ook van luchtige deuntjes in wat meer moeilijker en, zwaarmoedige composities. Desondanks wordt 'Amadeus' nooit topzwaar, zoals je misschien wel gewend bent van andere biografische films. Met name Hulce's luchtige spel voorkomt dat de film je somber maakt. Wat overigens niet wil zeggen dat dat de dramatische momenten verzwakt. De nieuwsgierigen onder ons zullen wel hebben gezien dat de totale speelduur van 'Amadeus' een niet misselijke 180 minuten bedraagt: een dikke drie uur dus. En inderdaad je zult heel wat zitvlees moeten kweken om de film uit te zitten. Maar ondanks de niet geringe lengte van de film, verveelt deze productie geen moment. Dat komt omdat Forman zijn film erg goed heeft opgebouwd. De regisseur neemt de tijd om zijn karakters goed uit te diepen, zodat de plotselinge ommezwaai van de film juist extra hard aankomt. De film

begint rustig, maar halverwege wordt het tempo flink opgeschroefd zodat je meegesleept wordt in de langzame lichamelijke en geestelijke aftakeling van zowel Mozart als Salieri. Wat startte als een luchtig drama, verandert in een spannende, mysterieuze thrillerachtige rolprent. Een geheimzinnig figuur biedt Mozart veel geld voor het schrijven van een requiem, Mozart die in geldnood zit accepteert dit aanbod, maar wordt later zo opgeslokt door zijn werk dat dat ten koste gaat van zijn huwelijk en gezondheid. De plotwendingen zorgen voor een verhaal waarbij je je steeds betrokken voelt en waarvan je de afloop maar wat graag wilt weten. Iedereen die ook maar een beetje genteresseerd is in films, mag deze unieke film eigenlijk niet missen. De acteerprestaties zijn geweldig, de muziek is ijzersterk en het verhaal is verrassend en meeslepend. Tussen al het domme bioscoopgeweld waarmee je tegenwoordig wordt doodgegooid is deze 'Amadeus' een verademing. recensent Frank v.d. Ven - redactie@movie2movie.nl

5. Wat lijkt je leuk in de film, wat lijkt je minder leuk?

Leuk Er zit een goede verhaallijn in.

Minder leuk Ik houd zeker weten niet van de muziek.

6. Hier zie je een foto uit Amadeus. Wie is dit? Mozart of

Salieri? Hoe weet je dat? Mozart: zijn haar is erg opvallend. Het moet Mozart dus wel zijn.

7. Hier is een moderne Mozartpop uit onze eigen tijd te zien. Wat denk je zag hij er echt zo uit? Bewijs je antwoord met wat je allemaal over hem aan de weet bent gekomen.

Zijn kleding en schoenen enzo zien er wel erg duur uit, dus misschien zou dat wel kloppen. Het haar weet ik niet zeker, maar het zou er wel op kunnen lijken, denk ik.

Lees de volgende tekst.

Een voorstellingsgeschiedenis De opera's die Mozart (1756-1791) in zijn Weense jaren (na 1780) schreef, werden spoedig in de Amsterdamse theaters vertoond. Al vr 1790 nam de Hoogduitsche Toneelsociteit Die Entfhrung aus dem Serail in het repertoire op. Die eerste Mozart beviel het publiek zo goed dat spoedig andere titels volgden: Die Zauberflte, Don Juan en Die Hochzeit des Figaro. De belangstelling voor opera in het algemeen groeide en daarom werd er besloten tot de bouw van een nieuw, voor Amsterdamse begrippen groot theater dat begin 1791 werd geopend. Het telde 519 plaatsen en het stond aan de Amstelstraat. Ter vergelijking: het huidige Muziektheater tegenover die Amstelstraat, dat werd geopend in 1986, telt 1600 plaatsen.

Tentoonstelling: Scene-foto's van verschillende Mozart-opera producties, vanaf de 2e helft van de 20e eeuw tot nu.

Mozart klonk niet alleen in het Duits, maar ook in het Nederlands en zelfs in het Frans. Amsterdam ontwikkelde zich tegen het einde van de achttiende eeuw snel als theaterstad. Aan het Leidseplein stond de Stadsschouwburg, waar gesproken en gezongen toneel in het Nederlands ging. Mozart werd er gekoesterd onder titels als De Schaaking uit het Serail en De Tooverfluit. De theaterkritiek uit die tijd hekelde 'de dwaze tekst' van laatstgenoemd werk en sprak van een 'vod' en een 'moffengedrocht'. Maar de muziek vond men prachtig. Ook het gezelschap van de Franse schouwburg (in het theatergebouw dat nog steeds bestaat als de Kleine Komedie) ontdekte Mozart als kassucces: La flte enchante en L'Enlvement du Srail waren het populairst. Ng een gezelschap droeg bij aan de enorme belangstelling: het Joods Hoogduits Toneelgezelschap. Als gastensemble in de nieuwe Hoogduitse Opera trokken de joodse producenten vanaf 1795 volle zalen met de vier hierboven al genoemde topstukken. Een oud affiche geeft aan dat op 29 september 1795 De Tooverfluit tot leven kwam op muziek 'van de beroemde Mozard'. Een stevig fundament was gelegd voor een rijke opvoeringsgeschiedenis van Mozarts opera's, vooralsnog in Amsterdam. De muzikale basis werd gevormd door behoorlijke orkesten; dat van de Stadsschouwburg bestond uit zo'n 35 musici, dat van de Hoogduitse Opera telde 28 tot 30 musici. De faam van het muziektheaterleven moet niet gering zijn geweest, want niemand minder dan Louise Lange was tussen 1798 en 1801 verbonden aan de Hoogduitse Opera. Als Aloysia Weber komen we haar tegen in het leven van Mozart. Op haar had Wolfgang zijn zinnen gezet. Niet zij, maar haar jongere zus Konstanze werd uiteindelijk Mozarts bruid. Aloysia was de sopraan met het soepele keeltje ('gelafige Gurgel' naar Mozarts woorden) die in talloze uitvoeringen onder leiding van de componist zong. Het Amsterdamse publiek luisterde dus naar een authentieke Mozart-interpretatie. Haar voordracht aria's als 'Ach, ich liebte' uit 'Die Entfhrung' bracht de toehoorders volgens overlevering in vervoering.

Lang teerde Mozarts succes op de vier bovengenoemde stukken. Pas rond 1820 kwam het tot opvoering van zijn laatste opera La clemenza di Tito (uit 1791), uiteraard in het Duits gezongen en aangekondigd als Titus. Pas in 1824 maakte het Amsterdamse publiek kennis met Cos fan tutte. Maar de nieuwe Italianen, Rossini voorop, de opkomende Duitsromantische stukken (zoals Der Freischtz van Von Weber) en het nieuwe Franse repertoire, drukten Mozart nogal weg. Ook inhoudelijk werden Mozarts komedies met het vrijpostig liefdesbedrog als in Cos niet gewaardeerd in de steeds preutser wordende maatschappij.
Tentoonstelling: Kostuum voor Susan Patterson/Lilian Watson als Aspasia in Mitridate, r di Ponto De Nederlandse Opera, regie Pierre Audi, 1992 Ontwerp Jorge Jara Bruikleen De Nederlandse Opera

In 'Annalen', het naslagwerk over de operagezelschappen in Nederland tussen 1886 en 1995, valt uit de lijsten met opvoeringsdata goed te zien dat pas na 1950 de belangstelling voor Mozart flink stijgt. Van de aanvankelijk zo geliefde Zauberflte staan tussen 1886 en 1950 slechts negen opvoeringsperiodes vermeld. Don Giovanni (doorgaans Don Juan genoemd) kreeg iets meer opvoeringen. Steeds in het Duits gezongen. Pas in 1926 maakte Nederland kennis met de oorspronkelijke Italiaanse tekst dank zij de befaamde 'Italiaansche Opera'. De renaissance van Mozart op de Nederlandse planken werd bevorderd door de promotie vanuit Mozart-stad Salzburg met zijn Mozarteum en de Festspiele. Tussen 1920 en 1940 speelde de Wagnervereeniging hierop in met modeluitvoeringen van ondermeer Don Juan in 1926 en Die Zauberflte in 1931, waarvoor grote dirigenten werden gecontracteerd als Karl Muck en Bruno Walter en theatervormgever Oskar Strnad. Van belang was ook de groeiende faam van Mozart-opvoeringen door de Weense Staatsopera. Diepe indruk maakte dat gezelschap met zijn gastvoorstellingen in het Holland Festival van 1949 toen zowel Don Giovanni (in het Duits gezongen!), Die Entfhrung als Le nozze di Figaro werden opgevoerd met topzangers als Elisabeth Schwarzkopf , Irmgard Seefried, Anton Dermota en Erich Kunz. D Mozart-dirigenten van toen leidden die voorstellingen: Josef Krips en Karl Bhm. Geen wonder dat de nog jonge Nederlandsche Opera het Mozart-succes in 1952 oppakte met een eigen Don Giovanni gedirigeerd door Josef Krips, en met Scipio Colombo (titelrol), Erich Kunz (Leporello), Gr Brouwenstijn (Donna Anna) en Greet Koeman (Donna Elvira), meteen gevolgd door Le nozze di Figaro (met Colombo en Brouwenstijn als de Graaf en de Gravin). Daarna kwamen Die Zauberflte in 1954 (met Josef Krips), en Cos in 1955 aan de beurt. Bijna het kwartet aan titels waar Mozart eind achttiende eeuw in Amsterdam een vliegende start mee maakte. Die Entfhrung moest wachten tot 1960. In de jaren zeventig en tachtig zorgde de Nederlandse Operastichting voor enkele krachtige Mozart-producties in

regie van Gtz Friedrich; zijn Don Giovanni- met-de-bloedvlek werd legendarisch. Een opera-seizoen was niet meer compleet zonder Mozart. Het gezelschap dat vanaf 1955 als Opera Forum tot mei 1993 vanuit Enschede werkzaam was, begon het bestaan zelfs met Figaros Hochzeit. In de laatste vijf jaar van haar activiteiten bouwde Opera Forum een Mozart-cyclus op in regie en aankleding van Vittorio Patan. Opvallend was dat daarin ook n van de zogeheten jeugdopera's aan bod kwam, de opera buffa La finta semplice (De geveinsde eenvoud) uit 1769. Dit type luchtige pastorale liefdeskomedies (Mozart schreef ook La finta giardiniera/ De geveinsde tuinierster uit 1775), maar eveneens de strak vormgegeven klassieke drama's (naar de vorm opera seria genoemd) als Mitridate uit 1770 of het herdersspel Il re pastore uit 1775 vonden geen genade in de ogen en oren van de Mozart-kenners. Pas met het aantreden van Pierre Audi als artistiek directeur kwamen bij De Nederlandse Opera Mitridate en Il re pastore in diens regie kortstondig op het speelplan. In opera is zingen belangrijk. In het Nederlandse Mozart-verhaal blijft het spetterende debuut in 1962 van Cristina Deutekom als Koningin van de Nacht een memorabel moment; de laaiend-erotische Don Giovanni die John Brcheler zong n acteerde in 1980 en 1984 zindert nog na. Het expressieve 'Per piet' door Charlotte Margiono in Cos uit de jaren negentig onder leiding van Nikolaus Harnoncourt bevestigt de kwaliteit van Mozart op Nederlandse planken. Heinz Khnen. Copyright 2002-2003 Theater Instituut Nederland

8. Zoek op internet op waar de operas Die Zauberflte, Don Juan en Die Hochzeit des Figaro over gaan en beschrijf kort hieronder.

Die Zauberflte

Don Juan

Een prins, Tamino, gaat op een zoektocht naar Pamina. Om alle 3 de proeven te doorstaan, gebruikt hij een toverfluit. Het verhaal gaat over een man, Don Juan, die een echte vrouwenversierder was. Deze opera gaat over Figaro. De opera bevat 4 akten en het is een vervolg op De barbier van Sevilla.

Die Hochzeit des Figaro

9. Wat vond het Nederlands publiek volgens deze tekst van Die Zauberflte? Ga in op zowel tekst als muziek. Veel mensen hadden niet echt kritiek op Die Zauberflte. Ze vonden zowel de tekst als de muziek leuk. Het sprak veel mensen aan.

De voorstelling van Pierre Audi en Karel Appel - uit een bespreking door Joke van der Weij

(zie: http://stopera.nl/educatie/PDF/DNO_Zauberflote_0203.pdf)
Deze opera is niet nieuw. Die Zauberflte ging in 1995 bij De Nederlandse Opera in premire en maakte een geweldige indruk: dit leek op geen enkele andere opera: dit was een bewegend schilderij met knaleffecten. De regie was van Pierre Audi, de artistiek directeur van De Nederlandse Opera; het decor was van de Nederlandse beeldend kunstenaar Karel Appel. Appel is beroemd geworden met de CoBrA groep uit 1948, die hij oprichtte onder andere samen met de schilder Corneille. Zij kregen met hun kleurrijke, naeve kunstwerken bekendheid over de hele wereld.

Appel en Audi zijn met deze voorstelling heel dicht bij het sprookje gebleven. Hun Zauberflte is een feest om naar te kijken. Het is een stripverhaalachtige voorstelling met hoge rijdende bergen, een vrolijke stoet van gigantische sprookjesdieren en dansende vogels die in een soort carnavalsoptocht voorbijtrekken.

De drie kleine jongetjes dragen lange vliegeniersjassen en vliegen in speelgoedvliegtuigjes. De drie dames zijn pinnige types met jagershoedjes en rokbroeken. De slang die Tamino bijt is een reusachtig monster met zwaailichten. Knalgele bosnimfen waggelen door het bos. De tuin heeft wellustige bloemkelken met lichtgevende bloemen. Papageno rijdt in een lelijke eend het podium op. De priesterorde en de tempel zijn voorzien van felle heldere kleuren, die doet

denken aan het werk van Mondriaan. De priesters en slaven dansen op een oosterse manier.

Hoe verschillend hij er ook uitziet: deze Zauberflte lijkt op de oorspronkelijke uitvoering uit de 18e eeuw: het sprookje wordt dicht bij het libretto uitgevoerd. De grote hoeveelheid changementen doet herinneren aan de Zauberflte van Mozart en Schikaneder. Zo druk als het hier op het toneel is, zo moet het toen ook geweest zijn. Het is onmogelijk om alles te volgen, zoveel gebeurt er tegelijkertijd!

Deze Mozart-opera is vanwege de verschillende sferen waarin de opeenvolgende scnes zich afspelen, altijd een hele klus geweest voor de decorontwerpers. Want in Die Zauberflte komen zowel de wereld van het sprookjesachtige volkstheater (met Papageno, Tamino en Pamina) aan bod, als de mysterieuze wereld van Sarastro en het duistere rijk van de Koningin van de Nacht. Bovendien vragen de opeenvolgende scnes ook om snelle decorwisselingen en een creatief gebruik van de toneelmachinerie. Een enorme uitdaging voor vormgevers en decorontwerpers! En niet te vergeten voor de mensen achter het toneel!

Maar om dezelfde redenen en natuurlijk om de mooie, leuke muziek is deze opera altijd heel populair geweest. In de loop van de tijd zijn er dan ook veel verschillende ensceneringen geweest. Toevallig weten we zelfs hoe de allereerste opvoering uit 1791, die van Schikaneder, eruit gezien heeft, want er zijn gravures bewaard gebleven van de decors. Deze Appel-Zauberflte ziet er heel anders uit, maar de grote afwisseling van sfeer en decors, en ook de plezierige hoeveelheid trucs is dezelfde als die van ruim twee eeuwen geleden. En het plezier van het publiek ook!

De in bovenstaande tekst besproken Zauberflte-voorstelling van het Amsterdamse Muziektheater in 2003 baarde behoorlijk wat opzien. Dat kwam o.a. doordat de bekende schilder Karel Appel tekende voor het decorontwerp. Uit een achtergrondtekst vind je hierover de nodige informatie. 10. Lees deze door en vul de onderstaande tabel in.

Info over Karel Appel

Wat is er zo bijzonder aan Karel Appels decor? (minstens 3 punten noemen!)

Karel appel was een Nederlandse beeldende kunstenaar. Hij is beroemd geworden met de CoBrA groep, uit 1948. Hij richtte dit op samen met de schilder Comeille. Zij kregen met hun kleurrijke, naeve kunstwerken bekendheid over de hele wereld. a) Hoge, rijdende bergen.

b)De slang die Tamino bijt is een reusachtig monster met zwaailichten.

c)Knalgele bosnimfen waggelen door het bos.


Hoe verhoudt zich deze Amsterdamse versie tot de originele van Mozart zelf?

Anders, maar het blijft toch dicht bij het verhaal.

Is het decor gemakkelijk te realiseren geweest? Waarom (niet)?

Nee. Het omwisselen van het decor is moeilijk en het is veel werk om het voor elkaar te krijgen.

11.Als je dit zo leest lijkt je de voorstelling van het Muziektheater leuk? Waarom (niet)? Ja, heel leuk. Het is allemaal heel kleurrijk en vrolijk.

Maschienenkomdie of opra maonnique?


Da Mozarts Schpfung die an seine Arbeit gestellten Anforderungen so unverhltnismig bertraf, da hier nicht ein Individuum, sondern ein ganzes Genus von berraschendster Neuheit geboren schien, mssen wir als den Grund davon betrachten, da dieses Werk einsam dasteht und keiner Zeit recht angeeignet werden kann. Hier ist das Ewige, fr alle Zeit und Menschheit Gltige.(1)

Deze lofrede op Mozarts Zauberflte vloeide uit de pen van niemand minder dan Richard Wagner. Omstreeks 1840 wees Wagner op de vereisten ('Anforderungen') van Mozarts compositieopdracht, die hij van Emanuel Schikaneder (1751-1812) ontving. Mozart overtrof Schikaneders verwachtingen en leverde een volkomen nieuw, geniaal, tijdloos en universeel kunstwerk, een ideale Duitse opera, dus. Ongetwijfeld probeerde Wagner hiermee de liefhebbers van Mozarts populaire Singspiel voor zijn idealen (het Gesamtkunstwerk) te winnen. Wagners romantische uitspraken als "ewig" en "fr alle Zeit und Menschheit gltig" beschouwen, zou daarom een zware misstap betekenen ten opzichte van d Toverfluit van Mozart en Schikaneder, de 'authentieke' Zauberflte die op 30 september 1791 in premire ging. De kwestie 'authenticiteit' moeten we echter onmiddellijk in vraag stellen. Over welke Toverfluit hebben we het dan? Over een volksopera, een sprookje met leuke deuntjes, of een esoterisch bouwstuk van de vrijmetselarij? In dit essay proberen we het n en ander te verduidelijken.

Een vroege iconografische bron voor Die Zauberflte: een reeks aquarellen van Josef Quaglio voor een opvoering in het Mnchense Hoftheater (1793). Op deze afbeelding zien we het decor voor de vuur- en waterproeven. (Mnchen, Theatermuseum)

Theaterimpresario X wandelt naar Librettist Y (hier toevallig gelijk aan X, Schikaneder), vraagt Y om een libretto, dat door Componist Z getoonzet wordt en door een theaterquipe op de planken wordt gebracht. Ziedaar een uiterst simplistische benadering van het operabedrijf zoals het in Mozarts tijd (1756-1791) functioneerde. Ondertussen zijn de productiegroepen van het muziektheater reusachtig aangegroeid. Regisseurs, dramaturgen, lichtontwerpers en PR-verantwoordelijken waren de laatachttiende-eeuwse homme de thtre vreemd, enkele uitzonderingen (Goethe, bijvoorbeeld) buiten beschouwing gelaten. Wagner was op de hoogte van het bescheiden ontstaanskader van Die Zauberflte: in een ander fragment heeft hij het over een "nederig theater voor Weense pleziermakers". Hij refereert daarmee aan het (Starhembergische) Theater auf der Wieden, dat de Weners ook onder de naam Freyhaus-Theater kenden. Het maakte namelijk deel uit van het Freyhaus (sic), een gebouwencomplex in de Weense voorstad dat zijn naam dankte aan het feit dat het op adellijke grond stond en daarom vrijgesteld was van belasting. Sinds 1789 werd dit theatertje door Emanuel Schikaneder [ps. Johann Joseph Schickeneder] geleid, die voor Mozart zeker geen onbekende was. In september 1780 streek de impresario in Salzburg neer, waar hij de winter doorbracht met zijn (toen nog) rondreizende toneelgroep. Hij bracht er een gemengd repertoire met enkele subversieve stukken: Die Ruber (Schiller), Le mariage de Figaro (Beaumarchais) en Hamlet (Shakespeare).

Blik op de Weense voorstad met in het midden het Freyhaus.

Jaren later stapte Schikaneder opnieuw in Mozarts leefwereld. Na een poos gezongen te hebben in het Burgtheater nam hij het roer over van het Freyhaus-Theater, dat als volgt werd beschreven:
Het [theater] bood plaats aan duizend mensen, was dertig meter lang en vijftien meter breed, het toneel was twaalf meter diep en van alle gemakken, rekwisieten, toneelmachinerien en dergelijke voorzien. Het theater had een dubbele rij loges, een parterre in twee delen en, in Mozarts tijd, twee galerijen. Aangezien er in dit enorme complex geen gebrek was aan woonruimte, woonden de directeur en de meeste leden van het gezelschap in het Freyhaus.(2)

Schikaneder beschikte over een meer dan behoorlijke groep uitvoerders om zijn producties te realiseren.(3) Het orkest telde vijfendertig leden en een veelkleurige instrumentatie (vijf eerste violen, vier tweede violen, vier altviolen, drie cellos, drie contrabassen, twee fluiten, hobos, klarinetten, fagotten, hoorns en trompetten, drie trombones en pauken).(4) Een eigen kapelmeester, Johann Baptist Henneberg, was er aangesteld om het orkestrale peil nauwlettend in het oog te houden. Daarnaast werkten enkele uitstekende zangers en zangeressen voor Schikaneder: de bas Franz Xaver Gerl (Sarastro), de tenor-fluitist Benedikt Schack (Tamino) en Mozarts schoonzus, coloratuursopraan Josepha Hofer-Weber (Koningin van de Nacht). Over het Freyhauskoor bezitten we weinig gegevens, maar uit iconografische bronnen en aanplakbiljetten kunnen we opmaken dat Schikaneder een voorkeur had voor massagroepen. Ondanks deze aantrekkelijke eigenschappen bezat het Theater auf der Wieden een volks imago. Iedereen - uit welke bevolkingsklasse ook - die er een kaartje kocht, kreeg toegang tot de parterre (17 kreuzer), de loges of de galerijen (7 kreuzer). Wie een goede plaats wilde, moest maar op tijd aanwezig zijn en zich vooral niet te veel aan details storen. Wat deze precies inhielden, lezen we in de memoires van Ignaz Franz Castelli:
Nadat het theater open was gegaan [...] moest ik drie uur zitten wachten, badend in hitte en zweet en doortrokken van de knoflookstank van de worsten die verorberd werden.(5)

Niet alleen binnenin het theater, maar ook erbuiten heerste een woelig sfeertje als we Egon Komorzynski mogen geloven:
Op de grote binnenplaats bevond zich een tuin met lanen, bloembedden en een houten paviljoen: daar kwamen Schikaneders mensen na de repetities en na de voorstelling bij elkaar en maakten er een dolle boel van tot diep in de nacht, onder leiding van de joviale baas, die de acteurs en actrices zijn kinderen noemde en goedmoedig de scepter zwaaide.

In datzelfde paviljoen zagen verschillende nummers van Die Zauberflte het licht. Voor de componist was dit praktisch: hij kon zijn muzikale ideen meteen uitproberen in het gezelschap van enkele frivole dames, onder wie Barbara Gerl-Reisinger (Papagena) en de zeventienjarige Marianne Gottlieb (Pamina en tevens de oervertolkster van Barbarina in Le nozze di Figaro). Dit laatste wist hij aan zijn vrouw Constanze, destijds aan het kuren in Baden, in een brief (25 juni 1791) mooi te praten: "Het is niet goed voor mij om alleen te zijn wanneer ik iets in mijn hoofd heb.[...] Waar ik geslapen heb? Thuis, natuurlijk!"

Hoewel soms gezegd wordt dat Schikaneder in financile problemen zat toen hij Mozart de opdracht voor Die Zauberflte gaf, genoten zijn 'machinekomedies' veel bijval. De eerste daarvan, Der dumme Grtner aus dem Gebirge, oder die zween Anton (1789)(6), was een hit: het spektakel werd in hetzelfde jaar tweendertig keer opgevoerd en stimuleerde zes vervolgafleveringen. Mozart componeerde een set klaviervariaties op een ariathema uit de 'sequel' Die verdeckten Sachen (Ein Weib ist das herrlichste Ding auf der Welt, KV 613, 1797).(7) Onmiddellijk na Der dumme Grtner ontstond Oberon, Knig der Elfen van Karl Ludwig Gieseke (ps. Johann Georg Metzler, de Eerste Slaaf) en Paul Wranitzky. Dat het libretto een onrechtstreekse bewerking was van Christoph Martin Wielands (17331812) heldendicht Oberon,(8) zal Mozart extra gemotiveerd hebben om de premire bij te wonen. Zowel vader als zoon Mozart waren Wielandfanaten; Mozart jr. ontmoette hem persoonlijk in Mannheim (1778) en had een exemplaar van Oberon in zijn boekenkast staan. Voor de twee volgende opera's - Der Stein der Weisen, oder der Zauber-Insel (1790) en Die Zauberflte (1791) - werd opnieuw uit het oeuvre van Wieland geput. Deze keer diende zijn orintaalse sprookjesverzameling Dschinnistan oder auserlesene Feen- und Geistermrchen (Winterthur, 1786-1789) als bron.(9) In 1996 deed de eerstgenoemde opera heel wat stof opwaaien. Mozartfanaten werden toen plots opgeschrikt door het bericht dat er nieuwe muziek van Mozart zou ontdekt zijn, operamuziek dan nog wel! Nu ja, nieuw: Alfred Einstein maakte al in 1945 gewag van Benedikt Schacks Stein der Weisen met daarin Mozarts instrumentatie voor het zogenaamde kattenduet' Nun, liebes Weibchen.(10) Wat echter opschudding veroorzaakte, was David Buchs ontdekking van een manuscript uit een voormalige Sovjetbibliotheek, waarin de kopist boven verschillende nummers "von Mozart" had geschreven. Dit veranderde eensklaps de blik op Die Zauberflte, want er bestond nu een onmiskenbaar precedent voor de zogezegd 'nieuwe' Toverfluit.(11) Der Stein der Weisen vat aan met een offer dat Sadik, priester en leider van de gemeenschap, aan de god Astromonte (vgl. met Sarastro), brengt. Het ritueel wordt bijgewoond door het jonge paar Nadir en Nadine (Tamino en Pamina), maar ook door de pasgetrouwde natuurmensen Lubano en Lubanara (Papageno en Papagena). Omdat enkel maagden dergelijke offers mogen meemaken, wordt Lubano's jachtuitrusting ontnomen. Astromonte brengt via een boodschapper, de Genius (Drie Knapen), een tovervogel die enkel voor de meest deugdelijke maagd zal zingen. Onderwijl zeurt Lubanara over haar echtelijk leven, dat ze met de hulp van Astromontes boosaardige broer, Eutifronte (Koningin der Nacht), nieuw leven poogt in te blazen. Eutifronte beantwoordt Lubanara's oproep, neemt haar mee onder de grond en tovert Lubano een gouden gewei op het hoofd (vgl. slot op Papageno's mond). Ondertussen vreest Nadir dat Astromonte Nadine als zuiverste maagd zal wegnemen nadat de vogel voor haar zal gezongen hebben. De jongeren plannen hun vlucht, wat Sadiks (Nadines vaders) hart breekt. Uiteindelijk doet Nadine toch mee aan de wedstrijd die ze wint, tot grote nijd van Vier Dames (Drie Dames). Nadirs vrees wordt bewaarheid: Astromonte ontvoert haar. In het tweede bedrijf begint de zoektocht naar Nadine en Lubanara. Als Nadir Astromonte in zijn droom vervloekt, wordt dit door Eutifronte opgevangen. Hij zal (zoals de Koningin) de jongeman voor zijn kar proberen te spannen: hij belooft dat hij hem Nadine zal teruggeven in ruil voor Astromontes dood. Eutifronte jaagt namelijk op de almachtige Steen der Wijzen (Zonnekrans van Sarastro, ooit eigendom van Pamina's vader), die eerder werd toegewezen aan Astromontes toekomstige zoon. Intussen moppert Lubano over zijn lot. Een Genius brengt hem een groot stuk fruit met daarin, tot zijn ontgoocheling, een boek met wijze woorden. Acht huppelende dwergen, in dienst van Eutifronte, leiden hem tot bij Lubanara, die uiteraard van Eutifrontes plannen met Nadir afweet. Ze besluit de waarheid aan het licht te brengen, maar wordt nu ook gestraft: de enige woorden die ze nog weet uit te brengen zijn "miauw, miauw". Nadir krijgt van Eutifronte een magisch zwaard (vgl. dolk die Pamina krijgt) waarmee hij Astromonte zal vermoorden. Alsof dat nog niet genoeg was, wordt hem ook nog een

toverpijl overhandigd om Astromontes vogel te doden. Dit is een list van Eutifronte, die Nadine in vogel heeft omgetoverd. Tegen beter weten in doodt Nadir dus zijn eigen verloofde. Eutifronte tovert vervolgens Lubano in de kooi, zodat Nadir opnieuw denkt de vogel voor zich te hebben. Gelukkig komt een oude man op de proppen met de chte vogel n de verlossende waarheid: Nadir is Astromontes zoon en dus erfgenaam van de Steen der Wijzen. De knaap overhandigt Eutifrontes zwaard aan zijn vader, waarna een adelaar de Steen brengt. Alles eindigt goed: Nadine herrijst uit de dood en belooft met Nadir de jaarlijkse tempelrituelen in ere te zullen houden. Vergelijken we dit gegeven met De Toverfluit, dan kunnen we niet om enkele gelijkenissen heen. Spirituele machten (Astromonte/Sarastro vs. Eutifronte/Koningin der Nacht) bekampen elkaar met behulp van vertegenwoordigers (Sadik en de herders/Priesters vs. Demonen en Dwergen/Drie Dames en Monostatos). Als pionnen gebruiken zij aardse mensen van zowel hoge als lage afkomst (respectievelijk Nadir/Tamino-Nadine/Pamina en Lubano/Papageno-Lubanara/Papagena). Magische objecten (vogel, zwaard en pijl/toverfluit en -klokjes) suggereren een ferieke sfeer, terwijl bovennatuurlijke boodschappers (Genius/Drie Knapen) af en toe uit de lucht neerdalen. Koren worden in beide operas doeltreffend aangewend: bijvoorbeeld achtervolgen in Der Stein der Weisen jagers Lubano (Seht doch! Mit goldnem Geweih) en bejubelt de Arcadische bevolking haar leider (Herr Astromonte, wir danken euch). Beide Singspiele moraliseren de vrouw, de liefde, het huwelijk (cf. Lubanos Den Mdchen trauet nicht zu viel en Die Lieb ist wohl ein nrrisch Ding), deugd en ondeugd. Ook Der Stein is niet van enkele racistische uitspraken gespeend: Eutifronte wordt door Lubano als 'schwarzer Kerl' en 'Teufel' aangesproken, wat sterk doet denken aan Papagenos eerste ontmoeting met Monostatos ("Hu, das ist der Teufel sicherlich!"). Hoewel slechts enkele (drie?) fragmenten uit Der Stein der Weisen van Mozarts hand zijn, vertoont de muziek van beide toveroperas sterke parallellen.(12) Beide Singspiele werden op scne gebracht door dezelfde groep mensen wier stemsoort en acteerstijl voor de rolverdeling doorslaggevend moet geweest zijn. Zo nam de charmante Emanuel Schikaneder de hansworstrollen voor zich (Anton, Lubano en Papageno): zijn aria's zijn dan ook voornamelijk strofische meezingers voor jan-en-alleman. Emanuels broer, Urban, specialiseerde zich in ernstige priesterrollen, terwijl Urbans dochtertje, Anna, de engeltypes (Genius en Eerste Knaap) vertolkte. Franz Xaver Gerls basstem leende zich dan weer tot huiveringwekkende rollen (Eutifronte en Sarastro), deze van echtgenote Barbara tot de frivole partijen (Lubanara en Papagena). Benedikt Schack (Tamino) was in Der Stein der Weisen niet prins Nadir, maar toch valt het op hoezeer Nadirs partijen (veelal door Schack gecomponeerd) naast deze van Tamino gelegd kunnen worden. Over de vertolkers heen kan men dus ook verbanden blootleggen. De grondig uitgewerkte scnes waarin Astromonte figureert, bezitten dezelfde structuur als deze van de Koningin van de Nacht (een inleidend begeleid recitatief, gevolgd door vocaal vuurwerk in onvervalste belcantostijl). Ten slotte kunnen we het nog even hebben over het scenische aspect van deze toveroperas. Schikaneders 'Zauberoper' heeft zijn wortels in de barokopera en de voorliefde voor wonderbaarlijke effecten, zoals vlugge scnewisselingen, machinerien, donder- en bliksemgeluiden. Alhoewel vele achttiende-eeuwse librettisten, met name Metastasio, een grondige afkeer hadden van visueel hocuspocus, verdween het nooit uit het operalibretto. Het was dan ook een vast onderdeel van de opera geworden. Vanaf het prilste stadium van de operageschiedenis bevolkten goden van de boven- (Apollo, Astromonte) en onderwereld (Pluto, Eutifronte) de Europese theaterpodia. Een bekende vertegenwoordiger van de toveropera is Hndel die, naast herosche, ook dergelijke libretti toonzette. Van deze laatste kan Orlando (1732/3) het meest de vergelijking met de Toverfluit doorstaan. In deze opera wordt tovenaar Zoroastro (Sarastro!) eveneens door een bas gezongen.(13) Zijn obscure taalgebruik alludeert naar de Egyptische mysteries ("Gieroglifici eterni, che in zifre luminose ognor splendete / Ah! Che alla mente umana altro che belle oscurit non siete.") en evenzeer naar de Toverfluit, waarin de Isis en Osiris-cultus centraal staat (zie verder). Kende Mozart deze traditie? Op zijn minst was hij ermee vertrouwd. Tijdens de Engelse concertreis van 1764 hoorde hij Hndels muziek voor het eerst; als volwassene herontdekte Mozart de hndeliaanse stijl op de zondagmatineeconcerten van Gottfried van Swieten. Voor diens Gesellschaft stopte hij Acis and Galatea (KV 566), Messiah (KV 572), Ode for St Cecilias Day (KV 591) en Alexanders Feast (KV 592) in een nieuw orkestraal kleedje. Vele fragmenten uit Die Zauberflte, waaronder de (Franse)

ouverture, bezitten ondubbelzinnige Hndel-kenmerken. Dit alles brengt ons tot een kernprobleem van Die Zauberflte. Waarom kende deze opera, die een 'samenraapsel'(14) is van ingredinten uit verschillende keukens, een ononderbroken, succesvolle opvoeringsgeschiedenis? Wat brachten Wagner en vele anderen (b.v. Beethoven) ertoe om precies deze opera zo sterk te prijzen? "So ist denn alles Heuchelei?" De receptie van deze 'groe Oper' wordt - zoals deze van Cos fan tutte belemmerd door de kritiek op het libretto. Over de kwaliteiten en betekenis van Schikaneders drama werd al zoveel geschreven en gediscussieerd dat men tegenwoordig nog moeilijk waarheid van mythe kan onderscheiden. Wie is trouwens de geestelijke vader van Die Zauberflte: Schikaneder, Gieseke of Mozart zelf? Misschien kan men zich beter afvragen wie het libretto 'samenstelde'. De 'firma Schikaneder' heeft immers - conform de achttiendeeeuwse traditie - gezocht, samengeraapt en geadapteerd. De bronnen van dit tekstuele knip- en plakwerk zijn goed gekend door studies van Edward J. Dent, Hermann Abert, Alfons Rosenberg en Peter Branscombe.(15) Twee negentiende-eeuwse bronnen worden steevast aangehaald: de ongedateerde brief van Schikaneders (latere) concertmeester, Ignaz von Seyfried, aan journalist Friedrich Treitschke, en een anoniem artikel in het Weense 'Monatschrift fr Theater und Musik' (1857).(16) We volgden even deze bronnen als leidraad en kwamen op de volgende hypothese uit. Schikaneder zoekt in 1790 naar een waardige opvolger voor Der Stein der Weisen.(17) Hij (her)leest enkele sprookjes uit Wielands Dschinnistan en ontleent de titel van het 'nieuwe' libretto aan een sprookje van Jakob Liebeskind: Lulu oder die Zauberflte. Hierin vraagt de fee Perifirime (Koningin van de Nacht) aan prins Sidi (Tamino) om haar tovertondeldoos terug te halen uit de burcht van de tovenaar Dilsenghuin. Als talisman krijgt hij van Perifirime een toverfluit mee. Sidi slaagt glansrijk in zijn queeste: hij brengt niet alleen het magische object terug, maar bevrijdt ook Perifirimes dochter, Lulu. Als beloning mag hij met Lulu trouwen. De verhaalstof (magische instrumenten en objecten, bevrijding enz.) vertoont alweer heel wat gelijkenissen met Der Stein der Weisen n met Oberon, Knig der Elfen. In de laatste opera redt een ridder, Hon von Bordeaux, een prinses, Rezia, uit de handen van een oosterse despoot, hierbij gebruik makend van een toverhoorn die elfenkoning Oberon hem geschonken heeft. Wielands verzameling bracht mogelijk nog andere ideen aan voor Die Zauberflte, bijvoorbeeld het motief van de Drie Knapen (Die klugen Knaben), de Moor (Adis und Daghy), de held die verliefd wordt op een portret (Neangir und seine Brder)...(18) Schikaneders schatplichtigheid is daarmee nog slechts gedeeltelijk besproken. De openingsscne waarin Tamino achtervolgd wordt door een slang (of een leeuw), gered wordt door de Drie Dames en dan een 'vreemde vogel' (Papageno) ontmoet, lijkt verdacht veel op een passage uit Chrtien de Troyes' ridderroman Yvain, ou Le Chevalier au Lion (ca. 1177).(19) Mogelijk heeft Schikaneder Mozart al in november 1790 over Die Zauberflte gesproken: in deze periode vernoemt hij een 'Pa pa pa-duet' (Papageno en Papagena) in een brief aan de componist. Wanneer Mozart effectief aan de partituur is beginnen werken, blijft een raadsel. Gebeurde dit pas in maart 1791, met de bedoeling tegen het eind van de zomer de opera te voltooien? Ondertussen komt Schikaneders grootste concurrent, Karl Marinelli van het Leopoldstadt Theater, met een succesvolle voorstelling op de proppen: Die Zauberzither, oder Kaspar der Fagottist. Het libretto van Joachim Perinet is gebaseerd op... Lulu oder die Zauberflte. Mozart gaat er op 11 juni een voorstelling van bijwonen om zich te amuseren, maar vindt het maar niks (brief aan Constanze, 12 juni). Schikaneder zal er minder gerust in geweest zijn: hij wil steeds nieuwe spektakels op poten zetten, het publiek verrassen en de kassa gevuld zien. In de inleiding tot zijn libretto Der Spiegel von Arkadien (muziek van Sssmayr, 1794) geeft hij dit zonder schroom toe:
Ik schrijf om het publiek te amuseren en wil mij niet geleerd voordoen. Ik ben acteur - directeur - en werk voor de kassa: maar niet om het publiek op te lichten, want een intelligent mens laat zich maar n keer beetnemen.(20)

Uit het oorspronkelijke aanplakbiljet van de premire komt een tweede aanwijzing voor Schikaneders

spektakeldrift naar voor. De affiche verzwijgt twee elementen: de naam Papagena, die in plaats daarvan als ein altes Weib aangeduid staat, en de Drie Knapen. Wilde Schikaneder nog niet verklappen dat de oude vrouw (tijdens het tweede bedrijf) in Papagena zou veranderen en dat de goddelijke boodschappers plots als een deus ex machina zouden verschijnen? Hebben Schikaneder en Mozart - zoals Seyfried en de anonieme journalist volhielden - besloten om de plot van de opera een andere wending te geven, terwijl een gedeelte reeds afgewerkt was? Het blijft een nooit volledig te ontkrachten hypothese die staat of valt met de historische juistheid van Seyfrieds getuigenis, die pas decennia na de premire opgetekend werd. Misschien had Seyfried het (opzettelijk?) bij het verkeerde eind, vergat of verwarde hij enkele feiten, zodat de legende van de plotomkering ontstond. Of bezat Seyfried motieven om op bewuste wijze onwaarheden te verkopen?(21) In ieder geval maakt de verhaallijn een eigenaardige draai in de finale van het eerste bedrijf, als Tamino de wijsheidstempel binnentrekt en een dialoog voert met Sarastro's Eerste Priester. De polen 'goed' en 'kwaad' worden omgekeerd en Tamino zal met Pamina in Sarastro's wijsheidstempel ingewijd worden. Voor deze 'Egyptische' rituelen bestaan verschillende bronnen, met op de eerste plaats een artikel in het Journal fr Freymaurer van Ignaz von Born (1742-1791), een notoir vrijmetselaar en kennis van Mozart. Daarin beschreef Born de Egyptische Isis en Osiris-mysteriecultus in vergelijking met de vrijmetselarij. Een andere benadering van dezelfde stof kan men tevens in Jean Terrassons roman Sethos. Histoire ou Vie Tire des Monuments, anecdotes de lancienne gypte (1731) terugvinden. Dit boek vertelt de gebeurtenissen van prins Sethos, zoon van Osoroth en Nephte. Nephte's rivale, koningin Daluca, probeert Sethos voor haar boosaardige zaak te winnen. Sethos is echter deugdzaam en volgt de raad op van de Isis- en Osirispriesters, die hem op het goede pad houden. Na een uitgebreid ritueel wordt Sethos zelf hogepriester, omringd door grote priesterkoren, die Terrasson als volgt beschrijft:
De grands choeurs chantaient en musique lente des hymnes tirs de rites anciens, et accommods la ncessit prsente.

Dergelijke grote koren worden ook ten tonele gevoerd in een andere opera van Marinelli's theater, Das Sonnenfest der Brahminen (1790), en in Kotzebues drama Die Sonnenjungfrau (1791). Deze werken gingen wederom tijdens de incubatieperiode van Die Zauberflte in premire. Toch hoeven we niet eens de grenzen van Mozarts oeuvre over te steken. In 1773 componeerde Mozart de koren en instrumentale entractes voor Thamos, Knig in gypten (KV 345/336a), een herosch drama van (vrijmetselaar) Tobias Philipp von Gebler.(22) In Thamos onderwijst Sethos (Sarastro), hogepriester in de zonnetempel van Heliopolis, zijn dochter Tharsis (Pamino) en prins Thamos (Tamino). Zijn valse vriend, Pheron (Monostatos) heult samen met Mirza (Koningin van de Nacht) om Sethos van de troon te gooien. Kortom, het libretto van Die Zauberflte is rijk aan symbolen en motieven uit de meest uiteenlopende tradities en stijlen, gaande van de middeleeuwse ridderepiek (Chrtien de Troyes), de orintaalse fabel (Wieland en Liebeskind), de Egyptische exotiek (Terrasson en Gebler) en - last but not least - de vrijmetselarij (Born). Mozart was een gedreven logebroeder en zou zelf plannen gehad hebben om een eigen loge op te richten (de Grotta).(23) Dat het Zauberflte-libretto meer dan sporadisch naar esoterische praktijken verwijst, is dan ook niet verwonderlijk. Wil men deze interpreteren, moet men op zijn hoede zijn voor zinloze interpretaties, die weinig of geen uitstaans hebben met de ware intenties van de makers, laat staan enige meerwaarde bieden voor de publieke receptie van de opera.(24) Of Mozarts betrachtingen 'sub rosa' helemaal oprecht waren (cf. compositieopdrachten, abonnees voor zijn concerten, leningen bij broeder Michael Puchberg...), laten we graag in het midden. We richten ons

liever op een niet te miskennen artefact: Mozarts schitterende partituur. Ook in dit document treft men parallellen aan met andere composities. De band met Der Stein der Weisen kwam eerder aan bod. Tussen de toneelmuziek van Thamos, Knig in gypten en Die Zauberflte bestaan evenmin uitsluitend tekstuele relaties. Zo neigt de tweede Zwischenakt van Thamos (do klein, accenten door de blazers en een stuwende ritmiek) naar het spannende openingstafereel van de opgejaagde Tamino (Zu Hlfe, zu Hlfe!). De Thamos-koren - lofredes aan de zon - zouden niet misplaatst geweest zijn in Die Zauberflte. In de muziek van Mozarts doorbraak op Singspiel-gebied, Die Entfhrung aus dem Serail (1782), ontmoeten we dan weer de figuur van de innig liefhebbende ridder (Belmonte/Tamino), die een geile Moor (Osmin/Monostatos) moet trotseren om een schone deerne (Constanze/Pamina) te bevrijden. Of wat te denken van de vergevingsgezinde Titus (in Mozarts metastasiaanse opera La clemenza di Tito, 1791), zowel tekstueel als muzikaal een broer van Sarastro? In zekere zin kunnen we spreken van intertekstuele archetypes, die eigen zijn aan Mozarts tijdsgeest: de Aufklrung. Thema's als vergevingsgezindheid (Pascha Selim/Sarastro/Titus) vindt men evengoed in artistieke als in politieke teksten terug.(25) Telkenmale verbaast Mozart ons daaromtrent met zijn compositorische bagage, alsof hij tijdens zijn leven een muzikale encyclopedie opbouwde die hij steeds verder uitpuurde en vervolledigde.(26) Zelden slaagt een nduidige theorie erin de structuur van Die Zauberflte op voldoende wijze te verklaren en zodus de omkeringsthesen te weerleggen.(27) Ging Mozart berhaupt systematisch te werk bij het componeren van zijn opera's? Mogen Mozarts operas het statuut krijgen van gesloten, onverbreekbare constructies?(28) In functie van de wensen of grillen van librettisten, zangers of de eigen smaak herzag hij verschillende opera's voor hernemingen (b.v. Weense uitvoeringen van Idomeneo, re di Creta en Don Giovanni). Van het duet van Tamino en Papageno (II. Bedrijf) bestaan twee versies die de premire niet haalden. Pas in allerlaatste instantie (28 september) voegde Mozart een extra priestermars toe (tweede bedrijf). De zoektocht naar de authentieke Zauberflte drijft vandaag een andere richting uit. Onderzoekers houden hoe langer hoe meer rekening met verschillende betekenissen, betekenislagen of -complexen, die elkaar geenszins hoeven uit te sluiten.(29) Bijlange niet iedereen hield of houdt evenveel van de opera als Richard Wagner, laat staan Mozarts tijdgenoten, met Goethe als (zoveelste) uitzondering. Carl von Zinzendorf noteerde op 6 november 1791 in zijn dagboek:
[...] a 6h au Thatre de Starhemberg [= Theater auf der Wieden] au fauxbourg de la Vienne dans la Loge de M. et Me d Auersperg, entendre la 24me representation von der Zauberflte. La musique et les Decorations sont jolies, le reste une fare incroyable.(30)

In het 'Musikalisches Wochenblatt' las men op 10 december 1791:


Die neue Maschienenkomdie: Die Zauberflte, mit Musik von unserm Kapellmeister Mozard [sic], die mit grossen Kosten und vieler Pracht in den Dekorationen gegeben wird, findet den gehoften Beifall nicht, weil der Inhalt und die Sprache des Stcks gar zu schlecht sind.(31)

Bruno Forment, 2001 (rev. 2003). Voor een eigentijdse benadering van de opera, zie: http://www.brunoforment.com/research/vernunft.htm.

12.Lees tekst C4 rustig door. Onderstreep of markeer wat je interessant vindt. Vul vervolgens de antwoorden op onderstaande vragen in het schema in.

Wat vond Richard Wagner van

Nieuw, geniaal, tijdloos en universeel.

de Zauberflte?

Wie was Emanuel Schikaneder? Hoe belangrijk was hij voor Mozart? Waarom?

een vrijmetselaar.

Wat en waar is het Freyhaus? Zou je het leuk vinden daar in Mozarts tijd naar toe te gaan? Waarom (niet)?

een toneelzaal. Het lijkt me best leuk, mooi en modern voor die tijd.

Waar haalden Schikaneder en Mozart de Zauberflte-stof vandaan?

Van Christoph Wieland van het verhaal Lulu oder die Zauberflote.

Wat is ruwweg de plot van de Zauberflte? S.v.p. in max. 10 regels samenvatten!

De prins Tamino wordt door een slang gebeten en hijwordt gered door 3 dames van de koningin van denacht. De 3 dames tonen hem het portret van demissende Pamina en hij gaat daarnaar opzoek, hij moet3 testen doorstaan en als hij dat heeft gedaan voelt dekoningin van de nacht zich verraden en wil Sarastro vermoorden, maar door een aardbeving gaat ze zelf dood.

Welke verklaring(en) wordt(en) gegeven voor de aanhoudende populariteit van de Zauberflte?

Dat het tijdloos en universeel is.

Wanneer is de opera voor het eerst met Mozart besproken? Door wie? En wanneer werd hij voor het eerst opgevoerd?

In Mozarts tijd ( 1756-1791) met Emanuel Schikaneder. 30 september 1791

In het artikel staan een aantal recensie-achtige citaten. Zijn die positief? Negatief? Geef n paar voorbeelden.

Noem een aantal bronnen die het libretto van de Zauberflte hebben benvloed.

nadat het theater open was gegaan [...] moest ik drie uur zitten wachten, badend in hitte en zweet en doortrokkenvan de knoflookstank van de worsten die verorberdwerden. Negatief Die neue Maschienenkomdie: DieZauberflte, mit Musik von unserm Kapellmeister Mozard [sic], die mit grossen Kosten und vieler Prachtin den Dekorationen gegeben wird, findet den gehoftenBeifall nicht, weil der Inhalt und die Sprache des Stcksgar zu schlecht sind. heel erg negatief Christoph Wieland. Die Stein der Weisen

Hoe beoordeel je deze Belgische tekst over de Zauberflte?

Een 6. De tekst is wel okee, maar het is heel erg langdradig.

You might also like