You are on page 1of 2

Ik wil mij volgend jaar gaan specialiseren in het jonge kind en ben daarom erg benieuwd naar de mogelijkheden

die er zijn om toe te passen op het gebied van ICT. Zelf ben ik niet zo van het digitale en ik ben daarom ook nog niet echt op de hoogte van de verschillende mogelijkheden en ontwikkelingen op dit gebied. Ik weet dat er veel leuke en handige toepassingen te vinden zijn en wil hier, mede door dit onderzoek, meer over te weten komen. Het gebied van taalonderwijs spreekt mij erg aan en ik ben hier op mijn stage bij de kleuters ook heel erg actief mee bezig geweest. Hierbij heb ik veel gebruik gemaakt van interactief voorlezen, semantiseren en consolideren. Dit heb ik altijd via prentenboeken en platen gedaan, omdat ik van mening ben dat jonge kinderen nog niet zo veel met ICT bezig hoeven te zijn. Nu lees en hoor ik steeds vaker dat vooral jonge kinderen veel baat hebben bij digitale leermiddelen. Digitale prentenboeken kunnen een enorme bijdrage leveren aan de ontwikkeling van woordenschat en verhaalbegrip. Nu wist ik nog niet van het bestaan van digitale prentenboeken en wat voor resultaten deze geven. In mijn onderzoek staat daarom de volgende onderzoeksvraag centraal: Ik onderzoek het toepassen van digitale prentenboeken, omdat ik wil weten hoe je hiermee kunt werken en wat voor effect ze hebben op de taalontwikkeling van jonge kinderen, zodat ik het zelf ook kan toepassen en mijn kennis vergroot. In de onderbouw is er vaak verschil te zien in de woordenschat tussen kinderen. Vooral allochtone kinderen hebben vaak te maken met een te kleine woorden schat, die in de loop van de basisschool vaak alleen maar groter wordt. Ze hebben moeite om de leerkracht te volgen en om nieuwe woorden te leren. Door te lezen en tijdens lessen aandacht te hebben voor de woordenschat kan je de woordenschat van kinderen verder ontwikkelen. In de onderbouw is hier echter nog geen sprake van en daarom wordt er veel gebruik gemaakt van interactief voorlezen. Door gebruik te maken van digitale prentenboeken kan er nog meer winst behaald worden. Digitale prentenboeken Er zijn verschillende vormen van digitale prentenboeken. De twee hoofdgroepen zijn statische boeken en levende/geanimeerde boeken. De eerste worden door de leerkracht of leerling zelf gescand (vanuit het boek) en geprojecteerd op het digibord. De leerkracht kan de tekst inspreken en dit laten afspelen. Als de leerlingen actief deelnemen aan het produceren van dit boek leren zij het meest. Ze zijn gemotiveerd met de stof bezig en nemen de informatie beter op. De levende boeken worden op verschillende sites, al dan niet tegen een vergoeding, aangeboden. Deze worden vaak als de betere vorm gezien. Uit onderzoek blijkt dat taalzwakke leerlingen meer opsteken van het werken met levende boeken.1 Mijn voorkeur gaat ook uit naar de laatste, omdat de animaties hierbij ook daadwerkelijk bewegen. In een tekenfilm beweegt het beeld voortdurend, maar bij een digitaal prentenboek is hiervan geen sprake. Alleen datgene wat beweegt is belangrijk en daar wordt de aandacht naar getrokken. De kinderen weten daardoor waar ze naar moeten kijken als er iets wordt uitgelegd. Naast het individueel bekijken van de digitalen prentenboeken kunnen ze ook klassikaal in de kring worden bekeken. Er worden vragen gesteld en er wordt veel herhaald, zodat de kinderen veel praten en herkenning hebben. Bijdrage aan taalontwikkeling De onderzoekster Marian Verhallen heeft een onderzoek gedaan, waaruit bleek dat allochtone kinderen van digitale prentenboekverhalen meer leren dan van een verhaal dat
1

http://www.leraar24.nl/dossier/398

alleen wordt voorgelezen. Er vindt meer woordenschat ontwikkeling plaats en er is meer verhaalbegrip.2 Zij schat dat jonge kinderen hun woordenschat kunnen uitbreiden met zeshonderd woorden per jaar als zij twee keer per week een geanimeerd digitaal prentenboek bekijken. Kinderen leren de betekenis van onbekende woorden door de koppeling die in de digitale boeken wordt gemaakt tussen tekst en beeld. Rol van de leerkracht De kinderen kunnen de digitale prentenboeken zelf bekijken en op deze manier zonder hulp van een volwassenen hun woordenschat uitbreiden. De leerkracht hoeft echter niet weggeschoven te worden, want juist met hulp van de leerkracht kan er nog meer winst geboekt worden. Door een paar van de belangrijkste woorden uit te leggen en de basis van de verhaallijn te vertellen, kan de hulp van de leerkracht een steun in de rug zijn en het leereffect versnellen. Vooral bij kinderen die een taalbelemmering hebben, kan dit veel verschil maken. Bij toepassen van digitale prentenboeken is de volgende aanpak belangrijk. Eerst wordt het digitale prentenboek door de leerkracht uitgekozen passend bij het thema. Hierbij worden vijf belangrijke woorden geselecteerd en deze worden besproken en toegelicht. Hierna wordt het boek gentroduceerd en worden de voorkant en de platen besproken. Hierbij zorgt de leerkracht dat de basis van verhaallijn duidelijk wordt. Vervolgens gaan de kinderen individueel op de computer het digitale prentenboek bekijken, minstens drie keer. Ze maken kennis met de tekst en door de eerder besproken woorden kunnen ze zelf de overige moeilijke woorden en het verhaal achterhalen. Na het individueel kijken wordt op het digibord of in het boek het verhaal klassikaal bekeken en besproken. De leerkracht kan zo nagaan of de nieuwe woorden begrepen zijn en/of al worden toegepast. Ook kan je op deze manier zien welke kinderen nog moeite hebben met de woorden of het verhaal. Nadat het verhaal klassikaal is besproken gaan de leerlingen het verhaal nog eens individueel bekijken. Tussendoor wordt de film stop gezet en worden er vragen gesteld over het verloop. Er wordt met deze aanpak dus gebruik gemaakt van de intrinsieke effectiviteit van de digitale boeken, een gerichte woordenschatinstructie en interactief voorlezen. Het voordeel van digitale prentenboeken is dat leerlingen ze herhaaldelijk kunnen bekijken zonder dat er een leerkracht bij aanwezig is. Maar bij de verwerking en het zelf taal gebruiken, communiceren met anderen is er toch een voorbeeld nodig. De leerkracht! Conclusie Na het uitvoeren van dit kleine onderzoek ben ik erg enthousiast geraakt over het digitale prentenboek. Je kunt er veel mee bereiken op het gebied van taalontwikkeling en ik ben er van overtuigd dat jonge kinderen er veel baat bij hebben. Hoe je dit zelf in je klas kunt toepassing vind ik een erg prettige manier, ook omdat je er zelf nog veel verwerkingsactiviteiten bij kunt verzinnen. Wel ben ik van mening dat het voorlezen uit een prentenboek niet moet verdwijnen. Kinderen moeten ook gewoon even een moment van ontspanning kunnen hebben, wegdromen in hun eigen fantasie en luisteren naar een verhaal dat hun verteld wordt. Ook dan zijn zij bezig met hun woordenschat, maar iets minder intensief.
http://www.digischool.nl/po/community12/?page=custom&file=digitaalboek.html http://www.leraar24.nl/video/2114 http://www.leraar24.nl/dossier/398 Broekhof, K. (juni 2011). Digitale prentenboeken. De wereld van HJK het jonge kind, 38, p. 40 42.

Broekhof, K. (juni 2011). Digitale prentenboeken. De wereld van HJK het jonge kind, 38, p. 40 42.

You might also like