You are on page 1of 22

Wanneer, zeg er de weekdag ook bij!

• Wanneer is het • Op zaterdag 24


kerstdag? december
• En Sinterklaas? • …
• Wanneer beginnen de
colleges opnieuw in
2018?
• Wanneer is de laatste
collegedag van dit
semester?
Zet in het imperfectum
Deze werkwoorden heb je vaak nodig
• Vinden • Ik vond het helemaal niet leuk
• Staan • Jij stond aan de bushalte
• Denken • Hij dacht hetzelfde
• Zijn • Ik was niet thuis
• Hebben • Jij had pech
• Zien • Hij zag er slecht uit
• Blijven • Wij bleven staan
• Zitten • Jij zat op de bank
• Vragen • Zij vroeg me telkens opnieuw
• Worden • Hij werd toen echt boos.
• Weten • Dat wist ik helemaal niet!
• kijken • Ze keek me aan met een vragende blik
Onregelmatige werkwoorden
• Neem de lijsten met onregelmatige
werkwoorden

• Leer samen met je partner… 8 juist, voor elke


fout trek je weer een punt af.

• Koken, wonen, fietsen, poetsen, afwassen, en


andere regelmatige ww mogen er ook
tussen…
Jij en jouw grootouders
• Wat is anders? Denk aan:
• mobieltje/ telefoon
• Internet / krant
• Reizen
• Studeren / werken
• Auto / verkeer
• Comfort in huis
• Kleding
De seizoenen
• De zomer • Schrijf een weerbericht
a) voor een mooie dag
• De lente in een van de 4
seizoenen

• De winter
• B) voor een slechte dag
in een van de
• De herfst seizoenen

• Lees voor!
Hoe was jouw vakantie
• Kijk op l2p naar het overzicht van de vragen
die je kan stellen als iemand op vakantie was
(les van 15 november)

• Interview over de laatste vakantie.


Maak een afspraak
• Taal Vitaal pag. 113

• Oefening 1: Spreek af!

• Oefening 2: Verzin een smoesje. Wissel ook


van rol!
Bezoek uit Antwerpen
• 16 studenten van de Karel de Grote
Hogeschool in Antwerpen

• 1,5 uur culturele uitwisseling

• 0,5 uur rondleiding door het Grashuis


(stadsarchief) voor wie wil / kan
Taal
• Afwisselend:
• - ieder zijn eigen taal
• - ieder de andere taal
Thema´s

• Antwerpen en Aken
• Wonen, studeren en vrije tijd
• Stereotiepen en clichés over D, B, NL
• Sinterklaas, advent en kerst
Ik zit net te denken…
• Niet-alledaagse
activiteiten

• Plannen maken / iets


afspreken

• Een smoesje verzinnen

• De datum
Pag. 110: Woordenschat
• Wat zijn ze aan het doen? Beschrijf de plaatjes.

• Voorlezen. Wat snap je niet?

• Wat doe jij nog graag in je vrije tijd?


– ´s avonds, in het weekend, in de vakantie..

• Pag. 111: dialoog + luisteroefening pag. 36


Niet hoeven
• Nee bedankt, dat hoeft
niet.

• Dat hoef je niet te


• Zal ik taart bakken? doen.

• Je hoeft geen taart te


bakken!
Pag. 114: wat ben je aan het doen?
• Ik ben aan het praten • Ik was aan het praten

• Ik zit te praten • Ik zat te praten


• Ik sta te praten • Ik stond te praten
• Ik loop te praten • Ik liep te praten
• Ik lig te praten • Ik lag te praten

• Pag. 114 oef. 9


Smoesje
• Oefening pag. 112, 6

• Het spijt me, maar…

• Sorry, ik wil wel maar…

• Ik kan niet omdat….


Wie komt er op ons feestje?
• Oef. Pag. 113, 7

• Omdat / want..

• Moeten, kunnen, willen…


– Hij wil wel maar hij kan niet.
Dialoog + luisteroefening
• Schrijf een smoesje:
• Wij hadden afgesproken dat je op
zaterdagavond komt babysitten. Ik verwachtte
jou om halfacht. Je had eigenlijk geen zin en
dan had je plots ook nog iets leukers te doen.
Schrijf me de volgende dag een whatsapp met
een smoesje om te zeggen waarom je niet
geweest bent.
Wat is er gebeurd?
Het perfectum vermeldt feiten, het
imperfectum geeft een (verhalende)
beschrijving. Bijvoorbeeld: 'Gisteravond ben ik
naar de bioscoop geweest. Er waren niet veel
mensen. Het was erg warm in de zaal. Ik heb
twee ijsjes gegeten.'

You might also like