You are on page 1of 221

Most welcome

06/01

ORTHODOXE KERST

Morgen is het de Orthodoxe Kerst. Jara en haar vriendin zijn bij de scouts en zullen er vandaag op los trommelen bij de binnenkomst van de Syrisch-orthodoxe en Grieks-orthodoxe patriarchen in Betlehem. We horen het verwelkomende getoeter van de auto's op afstand. Maar de stemming is wat bedrukt. Gisteren gingen Mary's collega's op de universiteit het condoleance register tekenen dat de Egyptische ambassade hier had georganiseerd vanwege de Koptische slachtoffers bij de aanslag op de kerk in Alexandrie. Ik zie de neef van Mary, op bezoek uit Parijs, nadrukkelijk een kruisje op de borst dragen.

Mary zelf wilde niet tekenen, je kan niet steeds met je gedachten bij de doden blijven, zei ze. Ze geniet van de mengelmoes van bezoekers, waaronder haar zus uit Parijs en veel Palestijnse christenen uit Galilea die in de goed bezette hotels verblijven. Sommige inwoners van Betlehem vinden het te druk; naar schatting zijn er 80-90.000 bezoekers tijdens de verschillende Kerstmissen dit seizoen. "We zitten hier met zijn allen op een kluitje en kunnen zelf geen kant uit." Anderen zeggen: "Komen er eindelijk eens veel mensen en is het nog niet goed." Het is vooral de welkomstindustrie die profiteert: de restaurants, hotels, souvenirzaken.

Tamer heeft geen zin om de optocht te bekijken. Teveel lawaai, zegt hij. Mary kijkt me zachtmoedig spottend aan, geeft me een Kerstchocolaatje en zegt dat Tamer in meer dan een opzicht op mij lijkt. Thuis speel ik een in de VS vervaardigd spelletje met hem waarin kinderen worden getest op hun kennis en "vaardigheden" hoe zorg te dragen voor hun persoonlijke veiligheid. Wat doe je bijvoorbeeld als kind wanneer je door een vreemdeling wordt benaderd? Nou, dan loop je luid roepend weg en vertel je aan je ouders en leraar dat je door een vreemde wordt benaderd. Heb nooit, nooit contact met een vreemde. Tamer begrijpt uit de formulering van de vraag wat het goede antwoord is.

Ik moet denken aan het verhaal van de Palestijnse jongen die bij een schooltheaterstuk de herbergier van het Kerstverhaal speelde. Niettegenstaande het script gooide hij de deur voor het vreemde paar open en zei "Ahlan wasahlan!" [welkom!]. Het idee om een deur voor bezoekers dicht te houden, zoals het script vereiste, druist tegen alle culturele beginselen in.

Vaak zie je die gastvrijheid op kleine momenten van het dagelijks leven hier, zoals wanneer mensen in taxi's voor anderen betalen en de ander grote onvrede veinst over dat gebaar en zegt dat hij of zij juist zelf voor iedereen wil betalen. Ik herinner me bijna geen etentje met gasten dat niet eindigde in een met hartstocht gespeelde ruzie over de betaling.

Een recentelijk vaak aangehaald voorbeeld was de bereidheid van de Palestijnse brandweer om een steentje bij te dragen aan het doven van de bosbranden bij Haifa. Ze waren welkom op dat moment, maar later, toen ze op een dankceremonie waren uitgenodigd, opeens weer niet, want ze kregen geen tasrih [vergunning] om Israel in te komen.

Mijn collega Elias heeft de Arabische gastvrijheid ook in alle hoeken van zijn persoonlijkheid. Hij slaapt niet goed wanneer een bezoekende groep klachten heeft. Toen hij laatst na een gezellige maaltijd de onwillige gasten wilde aansporen zich naar buiten te begeven, gebaarde hij naar buiten, zocht naar woorden en riep uiteindelijk met luide nadruk: "You are most welcome!" [opschieten!] 8 Reacties | Reageer direct

Stille Nacht
21/12

STRAATTHEATER

We doen weer straattheater onder de militaire wachttoren in de Muur bij het Graf van Rachel. Dit keer met een levende Kerststal, met Maria en Jozef en kribbe, een levende ezel, een schaapherder en een paar blatende schapen, en met een oude pop van Jara als kindje Jezus. Op de wachttoren verven we Once a Teacher of Human Rights Was Born [Op een goede dag werd er een leraar mensenrechten geboren], want het evenement is ter gelegenheid van de Dag van de Mensenrechten, de Dag voor Leerkrachten (Teacher Day) en natuurlijk de Kerst.

Het vrouwenkoor van het Arab Educational Institute zingt in traditionele klederdracht Kerst- en Palestijnse liedjes. De jonge dochter van Rania van het Soemoed Verhalenhuis, Marianne, draagt ijle vleugeltjes en zingt met een net zo ijl stemmetje Stille Nacht, Heilige Nacht in diverse talen. Er zijn zon 150 deelnemers, waaronder de burgemeester van Bethlehem en veel leerkrachten en hun families, zowel christenen als moslims. Mary fluistert me toe dat de begeleider van de ezel een portier van de Universiteit van Bethlehem is. Zeg tegen je collega niet te vergeten hem te betalen, zegt ze, want hij is uit een arme familie.

Boven in de militaire wachttoren is het licht even aangedaan, wie weet kijken ze naar beneden. Maar tussenbeide komen zullen ze wel niet, want er zijn de nodige fotografen en TV cameras, en een militaire inval in een Kerststal zou te zeer aan Herodus doen denken. De vorige dag vertelde ik de bezoekende solidariteitspelgrims van IKV Pax Christi dat de aanwezigheid van buitenlanders helpt; de vrouwen van het Soemoedhuis voelen zo meer bescherming en solidariteit in een gebied waar de zeggenschap direct bij het Isralische leger rust.

Na de liederen worden er enkele wensen en gebeden voorgelezen uit diverse landen, een aktie die onder meer Pax Christi en de Wereldraad van Kerken elk jaar ondersteunen. Daarna naar het Soemoedhuis, waar Jan Jaap en Marja van de bezoekende groep Jara en andere kinderen interviewen over wat ze vinden van het Kerstfeest in Bethlehem en van de Muur.

Tevoren had Jara met mij en Mary al wat mogelijke vragen gerepeteerd door het vele huiswerk heen. Wat moet je nu zeggen over wat je droom is, of wat vrede betekent? Ja, natuurlijk moet die Muur weg en de bezetting opgeheven, maar ik wil vooral graag dat mijn familie een goede gezondheid heeft en dat we straks een eigen huis hebben, zegt Jara. In het interview laat ze op advies van Mary het deel over de gezondheid en het huis maar weg. Ze vertelt dat Nederland Isral onder druk moet zetten en dat de beste manier om de Muur weg te krijgen door demonstraties is. Tamer, die mee is gekomen, maar te verlegen om mee te doen, vertelt na afloop dat hij het daarmee niet eens is en dat bulldozers effectiever zijn. En zo is straks Jara met andere kinderen op een filmdoek in de Sint Janskerk in Utrecht tijdens de Kerstnacht te zien en te beluisteren, in plaats van de preek.

Na afloop van het theater en het interview gaan we naar een avondje Kerst met speeches, vrouwenkoor en het IKV Pax Christi-koor. De moslimse vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs haakt in op de gedachte dat Jezus zowel mensenrechtenactivist, leraar als vredestichter was. De burgemeester ziet Isral een achterhoedegevecht leveren; vroeg of laat wordt deze toch gedwongen uit de bezette gebieden te vertrekken. Ons vrouwenkoor zingt dat Palestijnen en Isralis niet door een Muur kunnen worden gescheiden net zo min als ja en nee en man en vrouw. Ik ben altijd verrast door de buitengewoon gematigde toon van de vrouwen, hoewel ze stuk voor stuk het nodige van de bezetting hebben meegemaakt. Tevoren doe ik de kaarsjes aan, die ze meevoeren; mijn beperkte logistieke rol die avond.

Na een stemmig Gloria zingt de Nederlandse groep bij wijze van uitsmijter een lied gewoon voor het plezier: Tulpen uit Amsterdam. Dat is weer eens wat anders dan Stille Nacht. Niets ijle klanken. Als de zangers zomaar ineens heen en weer deinen met hun lichamen liggen de hoogwaardigheidsbekleders en andere genodigden in een deuk. Na afloop worden tulpen uitgedeeld. Een Palestijnse avond met een Nederlands randje. 5 Reacties | Reageer direct

Thuis
08/12

STAAK UW WILD GERAAS

Het is 5 december. Samen met een enkele andere Nederlanders en Nederlandstaligen uit Palestina zit ik in een busje op weg naar een betoging tegen Geert Wilders. Die houdt op Sinterklaasavond een spreekbeurt in Tel Aviv. We zijn aan het brainstormen over leuzes. Wilders gaat pleiten voor zijn eigen oplossing van het Isralisch-Palestijnse conflict, een oplossing die er eigenlijk al is, want volgens hem is de huidige staat Jordani Palestina.

Dat is een standpunt dat zelfs in Isral als wereldvreemd te boek staat. Het komt vooral uit de koker van die kolonisten die het liefst de Palestijnen zien vertrekken naar Jordani om zo de weg vrij te maken voor de verdere inlijving van de West Bank binnen een groot Isral. De Hatikva partij die Wilders uitnodigt is daar voorstander van. Gezien de kwetsbare positie van de Palestijnen in de bezette gebieden is de stap naar etnische zuivering snel gezet.

Sommigen van ons zijn goed in het hanteren van de viltstift tijdens het rijden. De rit is dan ook niet schokkerig; ze gaat over mooie checkpointloze autobanen, waar West Bankers zo jaloers op zijn. De leuzen "Jordani is geen Palestina" en "Wilders not welcome" zijn niet creatief maar wel to the point. "Limburg naar Belgi" of "Friezen naar Duitsland" is sterker, vinden we, en natuurlijk is daar de verbinding met Sinterklaas: "Wilders in de zak," "Wilders, staak uw wild geraas".

De plek van samenkomst is een moeilijk vindbare uithoek in Noord-Tel Aviv in de buurt van een beboste omgeving en een enorm pretpark, waar Jara en Tamer van zouden watertanden. Maar die laatsten kijken tijdens de demonstratie thuis naar de film Pluk en de Petteflat die de Nederlandstalige zender BVN uitzendt. Het verhaal van Annie M.G. Schmidt kennen ze bijna uit hun hoofd, maar de film nog niet. Het verhaal is trouwens een goed voorbeeld van dat Nederlandse erfgoed waar Wilders zich zo druk over maakt. Waarom blijft Wilders eigenlijk niet gewoon thuis in Nederland op zo'n typisch Nederlandse avond als het Sinterklaasfeest?

Tijdens de picket-line raken de demonstranten onderling en met de aanwezige Nederlandse journalisten aan de praat: Waar woon je, wat doe je, en vooral hoe lang woon je hier en hoe lang wil je hier blijven wonen - permanent of "half permanent" of voor een paar jaren? Waar is je thuis, ligt er achter de vraag besloten. Er zijn een flink aantal Israeli's van Nederlandse afkomst. Beate van de Isralische vredesorganisatie Gush Shalom zegt dat ze in de jaren tachtig naar Isral kwam omdat ze kwaad was. Ze is gebleven omdat de kwaadheid niet verdween.

Het doet me denken aan voorbije jaren. Laatst liet ik Jara en Tamer een foto zien waarop ik eind jaren zeventig in een demonstratie in Amsterdam liep met een spandoek waarop met grote rode letters geschreven stond: "Een onafhankelijke Palestijnse staat: Eerste stap op weg naar vrede." Alsof de tijd stil staat. Jara en Tamer lachten zich een kriek om mijn lange haar van toen.

Mary had wel zin om naar de demo mee te gaan, maar heeft natuurlijk geen vergunning. Een journalist zegt me telefonisch dat Wilders eigenlijk wil dat Mary naar Jordani moet gaan. Wat ze daarvan vindt, vraagt hij. Laat Wilders maar naar Jordani gaan, zegt Mary. Daar zal hij zich ongetwijfeld thuis voelen, zeg ik. "Wel, in ieder geval zijn buitenlanders in Jordani welkom, in tegenstelling tot Nederland."

Tamer declameert zijn huiswerk voor de Engelse les: My name is Tamer, I am from Palestine, I am eight years old, I am in the third grade, I like basketball and I don't like skateboarding. Hij spreekt het mooi uit, goed gearticuleerd en trekt na afloop gekke bekken. We applaudiseren.

Deze dagen voelt Mary zich weer meer gehecht aan het Palestijnse land, aan Betlehem, ook al omdat er meer mensen zijn die iets met hun land doen, wanneer ze althans wat land bezitten; er een huis op bouwen bijvoorbeeld. Ze kijkt de volgende dag het raam uit, haar armen gevouwen op de vensterbank. Haar moeder is een wankelende kaars. De vlam wakkert dan weer aan, wordt dan weer zwakker, maar blijft nog steeds wel branden. Wat geeft de toekomst? De wolken komen aanzeilen, de winter is eindelijk begonnen. 6 Reacties | Reageer direct

Snuf
26/11

IDENTITEITEN

's Avonds lees ik Tamer, nu acht jaar, voor uit een spannend kinderboek over de hond Snuf. Geleid door zijn baas, het jongetje Tom, helpt Snuf Britse piloten en joodse onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Schrijver is de overleden Piet Prins, alias Piet Jongeling, een voormalig Kamerlid van de vroegere gereformeerde partij GPV die eerder actief was in het verzet tegen de Duitse bezetting en die in de laatste jaren van de oorlog in een concentratiekamp verbleef.

Eigenlijk realiseerde ik me aanvankelijk niet waarover het boek ging, maar Tamer zit nu al dagen gespannen te luisteren naar typische bezettingssituaties, zoals onderduiken, uitgaansverboden, huiszoekingen en collaboratie. Of ik het wil of niet, ik kan het niet nalaten te vertellen over wat er bij ons in Betlehem gebeurde tijdens de Israelische invasie in 2002. Het is voor hem goed te weten en hij luistert geboeid. Ineens zie ik mezelf als teenager. Ik herinner me nog hoe gefascineerd ik naar mijn vader luisterde toen deze over zijn gedwongen tewerkstelling in Duitsland vertelde. En nu luistert Tamer gespannen naar de verhalen over hoe ik in 2002 over de muurtjes van tuinen klom om niet tijdens een uitgaansverbod op straat door het Israelische leger gezien te worden; hoe Jara als kleuter ingewikkelde toeren uithaalde om bij de buren te kunnen spelen, en hoe we ons allen bij mortierbeschietingen in de keuken verborgen.

We gaan naar de plaatsen toe in de tuinen waar het zich allemaal afspeelde en ook waar hij als pasgeboren baby lag toen de soldaten bij ons huiszoeking deden en de babykamer in wilden komen, hetgeen Mary eerst weigerde. Spannend! Maar ook hoe bij de buren al het meubilair kort en klein werd geslagen, de vele doden en over de onplezierige aanwezigheid van collaborateurs, ook hier in Betlehem. Ze zijn er nog steeds, vertel ik hem, evenals huiszoekingen, arrestaties, huizen opblazen etc. "Wat doen die collaborateurs dan precies, papa?" Maar dan springt hij weer naar de verleden tijd en wil weten waarom de joodse onderduikers niet zonder ster gewoon buiten konden rondlopen, want de Duitsers konden toch niet zien dat ze joden waren? En zo maar door Een stortvloed van vragen, vooral "aktievragen," maar ook: "waarom waren de Duitsers tegen de joden?"

Ik voel me een beetje onbehaaglijk op de momenten in het boek wanneer de Duitsers ten tonele worden gebracht. Dat gebeurt steeds schreeuwend, marcherend, vloekend, tierend, lallend, dingen kapot slaand. Dat was natuurlijk alleszins realiteit, maar ik leg Tamer uit dat de wereld er na al die jaren anders uitziet, en dat we trouwens een Duitse in de familie hebben. Je kan niet mensen in vakjes stoppen. Maar op dit punt wordt het een beetje moeilijk voor hem, of liever gezegd, hij verliest zijn geduld om naar zulke uiteenzettingen te luisteren. Hij weet heel goed dat de (meeste) Israeli's joden zijn, en laatst wilde hij militaire jeeps bij de Muur denkbeeldig overhoop schieten. Hoe moet je nu al die identiteiten en die situaties met elkaar verbinden of juist uit elkaar houden?

Twee weken geleden was ik bij een workshop in Betlehem van een Duitse ontwikkelingsorganisatie. Een vertegenwoordiger zei dat wanneer ze in Duitsland aan advocacy deden voor een rechtvaardige oplossing van Israel/Palestina, hij bestormd werd met pro-Israelische telefoontjes. Daar was hij wel aan gewend. Maar wat hem meer pijn deed en verlamde, waren de terloopse opmerkingen die hij uit het land kreeg dat gezien wat er nu allemaal gebeurde in het Midden-Oosten er met "de joden toch iets aan de hand moest zijn," zo vertelde hij me in de

koffiepauze. Wat kan je dan nog doen, vroeg hij zich af. Zijn oplossing was om joodse en Palestijnse vredeswerkers naar Duitsland te laten komen, samen.

Voor het slapen, na de verhaaltjes aan de kinderen, luisteren en kijken Mary en ik in bed naar een YouTube van die oude song van John Lennon, Imagine - Imagine all the people, imagine there are no countries, it isn't hard to do... 7 Reacties | Reageer direct

Mahshi
08/11

ZUCHTEN

Ik zit met Fuad en Walid, collega's op het werk, te praten over het Palestijnse onderwijs. We bespreken een project voor christelijke en moslimse leerlingen om over de wederzijdse godsdiensten te leren. Ik kom met de vraag hoe veranderingen in de houdingen van de leerlingen kunnen worden waargenomen, aan het begin en het einde van het jaar. Is er verschil in de manier waarop ze naar de andere godsdienst kijken? Walid, een ervaren docent op de Universiteit van Betlehem, zucht diep. "Sjoef" [Kijk], zegt hij. "Het Palestijnse onderwijs is in een diepe depressie. De docenten zijn niet enthousiast, ze hebben een laag salaris, en een overvolle syllabus af te werken. Ze hebben grote twijfels bij wat ze bereiken."

Fuad haalt een kennis aan die - net als Mary - spreekt over het onderwijs als het bereiden van mahshi - een heerlijk Arabisch recept waarbij aubergines, courgettes, aardappelen, paprika's worden leeggehaald van binnen en gevuld met een mengsel van rijst en kleine stukjes lamsvlees. De parallel is dat zoals bij de mahshi groenten worden leeggeschraapt en vervolgens volgestopt, ook de hoofdjes van de leerlingen vakkundig worden leeggehaald en daarna volgepropt met kennis. Kortom: stampwerk. Zelfs de dingen in de boeken die gericht zijn op het verwerven van inzicht worden uit het hoofd geleerd, is de klacht. Je maakt van de leerlingen kleine machines die gewend zijn om antwoorden af te ratelen op voorspelbare vragen. Maar leren over een andere religie vergt kritisch nadenken, vergelijken, buiten je eigen horizon en zekerheden kijken, zelfstandig tot een oordeel komen. Walid en Fuad zuchten allebei.

Het Palestijnse onderwijs zit niet lekker in zijn vel. Wat in het hoofd wordt gestampt wordt ook weer snel vergeten. Fuad zegt dat de kinderen op zijn Jeugdhuis de namen van de vluchtelingenkampen rond Betlehem niet meer kennen. Kinderen van zestien en zeventien jaar weten niet wie "Balfour" is, de Britse minister die verantwoordelijk was voor de zgn. "Balfour verklaring," waarin Palestina tot een Joods tehuis werd verklaard. Te gek voor woorden, vindt Fuad. Hoe kunnen die nu later over de Palestijnse zaak discussieren? Kinderen willen achter de computer zitten, muziek van Lady Gaga beluisteren en met elkaar op de Internet chatten, is een andere klacht.

Het woord is gevallen: de "Facebook generatie." Op een workshop hoor ik van alle kanten dat het zo moeilijk is om vrijwilligers te werven. Waar zijn de scouts gebleven? Wie wil nog zijn handen uitsteken voor de publieke zaak, bijvoorbeeld boeren helpen in hun strijd tegen de Muur? En vooral: wie leest er nog een boek? Nafez, van Library on Wheels, weet het antwoord: de meisjes op het platteland rond Hebron. Daar worden geleende boeken nog letterlijk stukgelezen. In Hebron zelf minder, daar hebben ze Internet. In Betlehem leest vrijwel niemand vrijwillig nog een boek. Wacht maar totdat de Internet op het platteland verspreid is, zegt Fuad, wanneer ik Nafez aanhaal. Dan gebeurt daar precies hetzelfde als in de stad.

Ik zie Jara gedoken in de boeken. Dit jaar heeft ze er meer zin in dan vorige jaren. Eigenlijk zijn er nauwelijks vakken waar ze een hekel aan heeft. En Tamer leert vanochtend een Arabisch gedicht uit zijn hoofd over hoe Saladin een veldslag won. Met moeilijke, oude woorden, op zijn klassiek Arabisch. Dat vindt hij best leuk. Hij spreekt de woorden goed uit, zegt Mary. Maar daarna wil hij wel graag achter de computer, om Star Wars te spelen. 4 Reacties | Reageer direct

Pijnbomen
25/10

WEGDRUKKEN

Afgelopen week was ik met een bezoekersgroep van Sabeel Nederland in onder meer Galilea. Daar, in het noorden, is net meer dan de helft van de bevolking Palestijns. Natuurlijk kan je de Palestijnse dorpen en stadjes bezoeken, en dat doen we ook: we helpen ontspannen met het plukken van de olijven bij Trees Kosterman, een Nederlandse die met haar Palestijnse echtgenoot in de stad Sakhnin woont. We bezoeken een Palestijns kerkhof dat dateert van voor de stichting

van Israel in 1948. Trees legt uit dat de aanwezigheid van cactushagen een aanwijzing is van het vroegere bestaan van een Palestijns dorp. De cactussen werden gebruikt om een dorp af te grenzen of te beveiligen. En wanneer je pijnbomen ziet, dan betekent dat maar al te vaak dat de Isralische overheid resp. het Joods Nationaal Fonds een bos heeft opgericht op de plek waar eens Arabische huizen hebben gestaan. Nog komen de inwoners van het voormalige dorp op het kerkhof op bepaalde feest- of herdenkingsdagen bijeen. Als om die eerdere aanwezigheid niet te vergeten.

Wat opvalt, is dat je het landschap soms moet lezen om tekenen van de verborgen geschiedenis van de Palestijnen waar te nemen. In steden als Beit Shean en Tiberias zie je midden in de stad nog de basaltstenen Arabische huizen of moskeen staan. De huizen zijn opnieuw bewoond, of staan er wat verloren bij. Visueel, symbolisch en ook in werkelijkheid wordt de Palestijnse aanwezigheid in Galilea en elders weggedrukt, verborgen. In de oude Arabische stad van Acca aan zee worden straten ondanks het protest van bewoners vernoemd naar vroegere zionistische voorlieden.

In de interessante stad Safed, centrum van de mystiek-joods Kabbalistische stroming, bezoeken we kleine, voorheen Arabische huizen waar nu orthodox joodse kunstenaars en winkeliers hun souvenirs en eetwaren uitstallen. Na afloop van de reis lees ik een bericht in de Isralische krant Haaretz dat 18 prominente rabbis, onder wie de hoofdrabbi van Safed, zojuist een oproep hebben laten uitgaan aan joodse Israelis om in Safed geen huizen aan Arabieren te verhuren. Dat is onderdeel van de strijd tegen de assimilatie van joden, zo wordt gezegd. Meer dan 1300 Palestijnen proberen nu een kamer in de stad te krijgen omdat er een instelling van hoger onderwijs is waar ze aan studeren. Soms, zo zegt een Palestijnse woordvoerder, doet hij zich als jood voor om toch een kamer te kunnen krijgen.

Met de groep rijden we langs een betrekkelijk lage Muur die Tulkarem, een grote stad op de Westoever, afschermt van de Transnational Highway, de Noord-Zuid route in Israel. Onze chauffeur zegt dat schijn bedriegt: de Muur is op een heuvel gebouwd en aan de andere kant van de heuvel is de Muur 12 meter hoog. Een verborgen Muur die zelf ook weer verbergt.

In dezelfde Haaretz lees ik dat er in de Knesset een wetsvoorstel in voorbereiding is om gidswerk in Israel en Oost-Jeruzalem nog maar alleen door Isralische burgers te laten doen. De 200 Arabische gidsen uit Oost-Jeruzalem die geen burgers maar ingezetenen zijn - geven bezoekersgroepen een vijandig beeld van Isral, is de redenering. (De gidsen uit de Westoever kunnen sowieso niet zonder vergunning Israel binnenkomen). Het wetsvoorstel, ingediend nota bene door de oppositiepartij Kadima, is nog even aangehouden, om de onderhandelingen tussen Isral en het Palestijns Gezag niet te schaden, zegt de indiener. Ook hier weer een poging om de Palestijnse realiteit te verbergen.

Trees spreekt over de aanwezig afwezigen onder de Palestijnen in Isral. Dat zijn degenen die in 1948 niet naar aangrenzende staten vluchtten, maar naar gebieden binnen Isral buiten hun eigen dorp of stad. Eigenlijk zijn alle Palestijnen in Isral wel op de een of andere manier aanwezig afwezigen. De Minister van Buitenlandse Zaken Lieberman wil de Palestijnse stadjes aan de grens met de Westoever wegdrukken naar een toekomstige, zeer ongewisse Palestijnse staat of wat daarvoor door moet gaan. Er werd laatst een militaire oefening gehouden om na te bootsen hoe Palestijnse protesten tegen zon uitzetting kunnen worden geneutraliseerd.

Kortom: Er is voor de Palestijnen in Isral een lange weg en strijd te gaan om die wegdrukking tegen te houden.

2 Reacties | Reageer direct

Oogcontact
11/10

KLEINE OVERWINNINGEN

We hebben een journalist uit Wales op bezoek, Greg. Hij doet een serie interviews met mensen in het Bethlehem-gebied. Dat doen we wel vaker in het geval van bezoekende studenten of vrijwilligers. Hier willen mensen graag hun verhaal kwijt en dat wordt dan door de bezoekers genoteerd en verbreid. Met Greg zijn we een speciaal thema overeengekomen: de kleine overwinningen. Klinkt misschien raar, want in Palestina boek je niet bepaald overwinningen. De bezetting is diep geworteld en wordt je ook voortdurend onder de neus gewreven. Wat je ook doet, zo is de boodschap, het lukt toch niet om ons, de militairen en de militaire bureaucratie, weg te krijgen of terug te zetten, zelfs niet een beetje. Maar iedereen heeft momenten dat je je menselijke waardigheid wilt tonen, al is het misschien alleen maar met een oogopslag in een fractie van een seconde.

Wat zijn zulke overwinninkjes? Bijvoorbeeld wanneer je erin slaagt om een soldaat in de luren te leggen en jezelf door een checkpoint heen te praten. Een Palestijnse vertelde me onlangs hoe een soldaat in een militaire wachttoren naast haar huis haar toeschreeuwde om binnen te blijven toen ze haar was op het balkon wilde ophangen. Ze veinsde dat ze helemaal niet begreep dat het geschreeuw voor haar bedoeld was. Ze bleef steeds opnieuw naar buiten rennen met een hoopje was, ondanks het hernieuwde geschreeuw naar binnen te gaan. Daarna ging ze nog het huis uit om medicijnen voor haar moeder te halen, in de wankele hoop dat soldaten niet op een vrouw schieten. Dat lukte, een kleine overwinning.

In een groepsgesprek zeiden jongeren tegen Greg dat eigenlijk de enige manier waarop ze hun zelfbewustzijn tegenover soldaten uiten is: nors blijven, niet lachen, een mentale muur optrekken. Het is meer het jezelf afsluiten tegen de voortdurende vernederingen of die kleine nederlagen. Ik hoor wel eens van buitenlandse bezoekers dat ze eigenlijk vinden dat Palestijnen tamelijk gelaten door de checkpoints gaan. Veel anders valt er niet te doen, zeiden de jongeren.

Greg ontmoette een meisje dat haar baan als lerares in Jeruzalem opzegde omdat ze het te zwaar vond om elke dag door de checkpoints heen te gaan; niet alleen vanwege het onvoorspelbare oponthoud, maar ook het voortdurende toelaten dat anderen met jou spelen. Kun je hiertegen iets doen?

Mary en ik kijken naar de film Zout van deze Zee van Annemarie Jacir. Ze laat zien hoe een Palestijnse bezoekster op de luchthaven in Tel Aviv soms in een fractie van een seconde een uitdagende of eigenlijk ook verwonderde blik toewerpt naar de soldaten die haar ondervragen, om daarna weer terug te vallen in de vermoeide, teruggetrokken oogstand. Eigenlijk betekent uitdagend hier dat je jezelf als gelijke opwerpt, als een normaal menselijk wezen. Het zijn minuscule overwinninkjes, misschien vooral op jezelf.

Greg werpt ook nog een andere vraag op: kan je wel over een kleine overwinning spreken wanneer je je huis en haard verliest en dan de soldaten een uitdagend commentaar toeschreeuwt? Ik herinner me dat tijdens de eerste Intifada eind jaren tachtig, men in Beit Sahour bij Betlehem het Isralische leger principieel weigerde belasting te betalen en dat het leger vervolgens huisraad wegsleepte. De soldaten tegen de bewoners: Als je 1 shekel betaalt, geven we het weer terug. Ze wilden de staking breken. Sommige vrouwen riepen dan de soldaten toe: Kom terug, je vergeet nog de remote control, of Je vergeet nog de gordijnen mee te nemen!

Tamer zingt een soort vrijheidslied dat hij op school leert. Mary vindt dat een beetje teveel van het goede en confronteert hem met de realiteit: ze vertelt hem dat wanneer hij 16 jaar wordt, hij Jeruzalem niet meer in kan, net als zij. Hij kijkt terug en lijkt met zijn verbaasde ogen te zeggen: Ik geloof je niet.

3 Reacties | Reageer direct

Walla
27/09

LEREN IN DE GEVANGENIS

Een paar weken geleden ontving een Palestijnse gevangene in de Negev woestijn een Ph.D. (doctoraat) van een Amerikaanse universiteit. Hij had onderzoek gedaan naar strategische planning in een West Bank stadje en zijn studie in de gevangenis afgerond. "Walla" [vrij vertaald: tsjonge] roept Mary bewonderend uit. Een Palestijns centrum voor studie in de gevangenis geeft het persbericht uit. Waar elders zal je zon soort centrum hebben, denk ik. Nog steeds verblijven zon 9000 Palestijnen in Israelische gevangenissen. Mary kent de nodige studenten uit Betlehem die in een Israelische gevangenis zaten en dan vaak Hebreeuws studeerden. Een extra taal, vooral die van je buren (en gevangenisbewaarders), is nooit weg. Heel wat Palestijnse scholieren hebben zich in de gevangenis op het eindexamen middelbare school voorbereid.

Deze dagen kijkt Mary naar een verfilmd politiek cabaret met de Syrier Duraid Lahham in de hoofdrol, uit de jaren tachtig. Hij is nog steeds erg populair in de Arabische wereld. Mary krijgt werkelijk de slappe lach en dat gebeurt niet vaak. Jara kijkt en lacht soms mee, maar begrijpt het nog niet helemaal. Een van de scenes gaat over een Syrisch dorp waar de overheid een school voor volwassenen sluit. De betrokkenen komen bijeen en constateren dat de enig beschikbare ruimte waar ze nog kunnen leren de plaatselijke gevangenis is. Maar hoe moeten ze nou daarin terecht komen? Ze besluiten de burgemeester te beledigen; ze roepen dat hij een ezel is. Erg hard. Maar ze slagen als ik het goed begrepen heb van Mary - toch niet in hun opzet omdat de burgemeester geheel doof is voor geluiden uit de samenleving, ook de negatieve.

Salah Ta'amari, nu ex-goeverneur van Betlehem, vertelde me een paar maanden geleden dat hij in 1982 in het Zuid-Libanese kamp Ansar gevangen zat. Dat was tijdens de toenmalige invasie van het Israelische leger in Libanon opgericht. Hij leerde de duizenden gevangenen om bij het ochtendkrieken massaal te gaan zingen. Dat was gegeven de omstandigheden emotioneel niet makkelijk, maar ze deden het. Men kon het gezang in de nabijgelegen dorpen horen. Toen hij vanwege zijn leiderschapsaktiviteiten in een isoleercel terecht kwam, bleef hij op zijn eentje doorzingen. Net als lachen is zingen goed voor het moreel en de gezondheid.

Vorige week was ik op een workshop in Ramallah met delegaties van Palestijnse universiteiten. Het ging over hoe de kwaliteit van het lesgeven op de universiteiten kon worden verbeterd. Ik wilde maar niet zeggen dat de studenten de gevangenis in moesten, maar bedacht dat de checkpoint ook een interessante leeromgeving is. Wanneer Jara en Tamer met mij, als buitenlander, meegaan naar de checkpoint worden ze heel anders behandeld dan wanneer ze met mama meegaan, een Palestijnse. Een wetenschappelijk experiment dat uit het leven gegrepen is. "Voor jullie is zon ervaring eigenlijk een civics [maatschappijleer] les," zei ik laatst tegen Jara. Ook sommige NGOs hebben de checkpoint ontdekt als leeromgeving. Library on Wheels uit Hebron deelt bijvoorbeeld boeken uit aan wachtenden voor de checkpoint, geinspireerd door het voorbeeld van leerlingen die hun huiswerk bij de checkpoint doen. Mijn opmerking over de checkpoint als leeromgeving viel overigens goed bij een aanwezige Amerikaanse universiteit, die veel ervaring heeft met "community-based learning."

Mary laat merken dat je voor het leren hier eigenlijk niet speciaal naar een gevangenis of checkpoint hoeft te gaan. Je kan rustig thuis blijven, want je leeft immers toch al in een open lucht gevangenis. "In die gevangenis zijn we onafhankelijk, vrij om te doen en te laten wat we willen." 3 Reacties | Reageer direct

Sigaret
07/09

WEGGAAN OF BLIJVEN

Onze huisbaas huilt bijna. Hij en zijn vrouw zijn gepensioneerd en staan onder druk van hun drie kinderen in Florida en Texas om naar de VS te gaan. Materieel kunnen ze het zich veroorloven. Maar ze doen het niet. Ze willen geen rustig maar passief bestaan. Onze huisbaas heeft tal van bestuursposities in organisaties in Betlehem. Hier heeft hij status en wordt gewaardeerd. In de VS

is hij anoniem. Hij houdt ook van Betlehem. Hier is zijn ziel. Hij wil niet dat de christenen hier uitsterven. En hij wil hier begraven worden.

Ons buurmeisje gaat naar Canada. Mary zegt dat dat het land is wat tegenwoordig veel Palestijnen trekt. Ze heeft nog net op tijd een vergunning gekregen om via Tel Aviv te reizen. Wow. Dat gebeurt niet veel meer, zon vergunning. Ik zie haar s ochtends, terwijl ik met Jara op de schoolbus wacht, samen met familie vertrekken. Ze rookt zenuwachtig een sigaret. Ik herinner me het toneelstuk van Suzy, van de school van Jara, waarin enkele leerlingen op de luchthaven in Tel Aviv staan. Op het allerlaatste moment beginnen ze te twijfelen, of ze nou wel of niet naar het buitenland zullen vertrekken. Want ineens herinneren ze zich de verhalen van hun ouders en grootouders. Het stuk eindigt onbeslist, met een cliffhanger.

Mijn Arabische lerares stond na het overlijden van haar echtgenoot onder druk van haar twee kinderen in Itali om daarnaar toe te gaan. Ondanks een kwetsbare gezondheid deed ze het niet en woont ze alleen terwijl ze continu aan buitenlanders Arabische les geeft. Nu is een zoon teruggekomen uit Itali, hier verloofd en gaat straks in Jeruzalem wonen. Mijn lerares straalt. Zo hoort het, vindt ze, de kinderen moeten als het kan terugkomen. Ze krijgt bezoek van een nicht die hier 20 jaar niet is geweest. De nicht zegt dat ze absoluut, maar dan ook absoluut niet begrijpt hoe mensen hier met al die checkpoints en vernederingen en een lamme economie willen blijven leven als ze financieel gezien de mogelijkheid hebben naar het buitenland te gaan.

Voor ons speelt het dilemma van gaan of blijven meer op de achtergrond. Mary heeft haar moeder te verzorgen, haar zus is hier en veel andere familie. Je bent vervlochten met het leven in Bethlehem. In het buitenland kun je je leven veel beter regelen, maar mis je iets. Al hebben we zo onze momenten om het bijltje erbij neer te gooien. Eigenlijk is het geen rationele beslissing om hier te blijven. We hebben geen geloof in de huidige vredesbesprekingen, dat is meer een schimmenspel tegen de achtergrond van de interne Amerikaanse politiek. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit.

Ik herinner me kleine momenten die je onbewust sterken om te blijven. Bijvoorbeeld het beeld van Jara die door een fotograaf van Reuters als mooi bruidsmeisje bij een trouwpartij in de Geboortekerk werd geportretteerd. En Tamer die lachend in de tuin speelt voor het oude Arabische huis van mijn schoonmoeder. Die scnes die zeggen, goh, het is toch allemaal de moeite waard.

Tamer wil nu een restaurant openen, onder invloed van een game die hij speelt (Ratatouille). Hij begint zelfs wat beter te eten deze dagen. Onze vriendin vraagt aan Tamer of hij in Nederland,

Frankrijk of Bethlehem het restaurant wil openen. Afgelopen zomer heeft hij voor het eerst Nederland en Frankrijk echt leren kennen. Hij kiest voor Bethlehem. We zijn eigenlijk allemaal een beetje verrast. Hij wil zelfs dat mama een baby krijgt. Je moet dan erg veel van elkaar houden, h mama? 8 Reacties | Reageer direct

Tom Tom
26/08

HET ZOEFGEVOEL

Op BVN de Nederlands-Vlaamse TV-zender die je in het buitenland kunt ontvangen wordt een documentaire vertoond van Rob Hof over mensen die dagenlang in een trein in Rusland reizen. Onder het tsjoemboem-tsjoemboem ritme van het denderende gevaarte vertellen zij hun levensverhalen, en hun liefde voor en kritiek op moedertje Rusland. Mijn aandacht is niet alleen gevangen omdat de filmer in 2002 naar Betlehem overkwam voor het maken van een documentaire over de uitgaansverboden van die dagen (een tegenovergestelde ervaring). Het is ook omdat ik gefascineerd raak door dat hier onbekende gevoel van je gelijkmatig voortbewegen door de ruimte dat zo kenmerkend is voor het hedendaagse transport.

Mary, Jara, Tamer en ik hadden dat gevoel de afgelopen weken tijdens een vakantie in Frankrijk en Nederland bij onze buitenlandse familie die ons van alle kanten verwende. Het door het raampje kijken naar het voorbijzoevende landschap geeft een gevoel dat je uitgetild wordt boven de dagelijkse werkelijkheid. De TGV Rotterdam-Parijs: hoe kan dat, dat je in een paar uur tijd zomaar in het hartje van Parijs bent? Terwijl de afstand Betlehem-Jeruzalem een obstakel van jewelste is? Tamer vraagt waarom het lijkt alsof de autos aan de horizon langzamer gaan dan de autos die vlak langs de trein rijden.

Op de snelweg van Normandie naar Parijs luisteren we naar die lome, jankende gitaarmuziek die past bij het zoefgevoel gegenereerd door een rustig voortsnorrende motor. In Betlehem en omgeving komen de automobilisten zelden boven hun twee.

Ik ben benieuwd hoe een Palestijnse Tom Tom eruit zou zien. Hoe vaak zou die niet in de war raken, en hoe zou die vriendelijke, beschaafde stem klinken wanneer je wordt gelukgewenst dat je je eindbestemming hebt bereikt? Of wanneer je sussend wordt toegesproken omdat je hem niet hebt bereikt? Kan iemand een eenacter schrijven over een Palestijnse Tom Tom die er aanvankelijk zin in heeft?

Het wachten bij de Allenby Brug (of de checkpoints thuis) is wel wat anders dan het verwachtingsvolle wachten voor de grote evenementen van de Efteling. Bij de Brug wisselt Mary SMS'jes uit met familieleden die hier de afgelopen dagen ook stonden te wachten. Haar vriendin kwam huilend het land binnen, vernederd door de Israelische ondervraging en het eindeloze wachten. Wijzelf hebben zowel op de uitreis als terugreis geluk: de tocht van Amman naar Betlehem duurt voor ons maar een uur of zes. Voor anderen soms wel een uur of twaalf.

Bij het bijna een uur lang wachten op het vollopen van de taxi in Jericho krijgt Jara het te kwaad en barst in woede uit, We zijn de afgelopen weken verwend geweest. Terug naar een andere, schokkerige en schokkende werkelijkheid.

2 Reacties | Reageer direct

Rillingen
22/07

FESTIVALGEEST

Er is een ontspannen mini-concert voor de deur van Claires souvenirzaak die inmiddels gezelschap heeft gekregen van een nieuwe winkel voor doopkleding. De hoek van de Muur hier doet bijna intiem aan, met veel kleurrijke graffiti, waaronder een zeezicht. Die intimiteit gaat ineens helemaal weg als je naar boven kijkt en het negen-meter hoge betonnen Ding op je laat inwerken, met de elektrische bedrading en de cameras erboven.

Plastic stoelen staan in rijen opgesteld. Doel van het concert is om te zien of deze vreemde hoek tot leven kan worden gebracht, hoe het is om hier naar mooie muziek te luisteren, zelfs hoe de akoestiek is. Al een paar jaar komen zangeres Evi De Jean en klarinettiste Kymia Kermani elke zomer naar Betlehem. Dit keer is er het Soemoed Festival, voor het tweede jaar nu. Evi is vergezeld door de begeleiders van haar theatershow Aarde, pianist Rogier Telderman and violist Jasper van Rosmalen.

Bij het horen van de tonen van hun nieuwe lied Can You Hear Me? krijg ik rillingen over mijn rug. Can You Hear Me? is het thema van het Soemoed Festival: Kan je ons horen over die hoge Muur heen? Normaal ben ik niet zo snel aangedaan. Het lied doet me denken aan een oude CD van de Libanese Ziad Rahbani die samen met zijn moeder, de zangeres Fairouz, zijn vader en zijn oom in de jaren zeventig en tachtig vernieuwende muziek maakte, een combinatie van Oost en West, van naar melancholie neigende Arabische muziek en ritmische jazz invloeden. Op die CD staat ook een liedje van Fairouz genaamd Yara. Toen we dat op een ochtend op de radio hoorden besloten we onze dochter die naam te geven.

De emotie kan ook zijn opgewekt door de fragiliteit van de muziek die zo contrasteert met het ondoordringbare cement van de muur. Ik herinner me die eenzame cellist Smajlovic die wekenlang elke middag in het door oorlog opengereten Sarajewo, Albinonis Adago speelde. Ook zon contrast tussen de verlangende, pijnlijke werking van muziek en de verscheurdheid van een stad. Normaal ontwikkel je, uit zelfbehoud, eelt tegen de pijn die je om je heen ziet, maar de muziek brandt die open.

Een bezoekende groep van Doopsgezinde jongeren uit Nederland maken een ontroerende tekening op de Muur van een jongen en meisje die elkaar omhelzen, met als tekst: The only arms not to be put down. (Arms betekent zowel wapens als armen).

Jara neemt veel fotos van de graffiti en de muziek. Ze is groot nu, echt een teenager. Ik vertel haar dat ik ooit vlak voor haar geboorte een brief aan haar schreef, met een paar kleine wensen. Zoals de mogelijkheid om vrij te reizen en de wereld te ontdekken. Nu helpt ze Rob Arts, die hier voor jongeren workshops graffiti geeft en ook de groep Doopsgezinde jongeren bijstaat.

Tamer zit tijdens het festival bij me op schoot. Ik sla mijn armen om hem heen. Hij stelde laatst voor dat hij Israelische soldaten uit tanks en jeeps zou slepen en de muur zou exploderen. Dan kon hij zonder moeilijkheden naar de Israelische mall (winkelcentrum in Malha, zuid-Jeruzalem) om Ben 10 speelgoed te kopen.

Jara vermaakt zich prima, vooral met een groep rappende jongeren uit Jeruzalem, die het one, two, three, four, occupation no more zingen. Met haar vriendinnetjes zit ze in het publiek mee te deinen.

Een paar dagen later zie ik op Euronews beelden van de in de jaren zeventig bekende popgroep Boney M die in Ramallah een concert voor Palestijnse jongeren en ouderen geeft die met hun armen de wave maken. Kom Mary, snel, roep ik, en Mary ziet nog net iets van de festivalgeest die door Palestina heen waait. Be strong zegt Boney M tegen de Palestijnen. Once things will melt down Eens zullen de dingen versmelten, leefbaar worden. 8 Reacties | Reageer direct

World Cup
07/07

FAAM EN BLAAM

Ik voel me ineens weer Nederlander. Zelfs de kruidenier om de hoek probeert me na de overwinning op Brazili te bellen om te feliciteren. Na de wedstrijden gaan autos toeterend door de Betlehemse straten, net als bij bruiloften of na verkiezingen. Nederlandse vlaggen hangen uit de autos, al heeft Betlehem of Palestina geen bijzondere band met Nederland.

Met Zuid-Amerika is er meer relatie: veel Betlehemse familieleden zijn naar katholieke ZuidAmerikaanse landen gemigreerd (oorspronkelijk tweede helft 19e eeuw - om heiliglandproducten te verhandelen) en menig Betlehemse familie spreekt een aardig mondje Spaans. Met Duitsland is nog meer contact. De Lutherse kerken en schoolgemeenschappen bijvoorbeeld. Op de Lutherse scholen krijgen de kinderen al van jongs af aan de Duitse taal in hun pakket.

Bij de buur van Marys moeder gaan we kijken naar de Duitse wedstrijden. Onze buurvrouw springt bij de Duitse doelpunten een gat in de lucht. Haar overleden echtgenoot was organist bij de Lutherse Kerk en docent Duits op de Lutherse school in Beit Jala. Alles straalt Duits uit, tot en met de boeken in de boekenkast. Wanneer de doelpuntenregen tegen Argentinie valt bellen de

kinderen, die merendeels in Duitsland wonen, tijdens de wedstrijd op, de een na de ander, hees van de aanmoedigingen.

Ik heb soms de indruk dat buitenlandse landen hier werkelijk worden geadoreerd. Alles is beter in het buitenland, vooral het westen. Marys overleden vader kon geen kwaad woord over Engeland horen. Hij werkte als schoonmaker voor de Britten tijdens de Mandaatperiode tussen de twee wereldoorlogen. Altijd loofde hij het organisatievermogen van de Britten. De Arabieren konden daar heel wat van leren, vond hij.

De bewondering voor het buitenland, vooral het westen, loopt parallel met hevige zelf-kritiek wanneer het om Palestina of de Arabische wereld gaat. Wanneer een kennis een film ziet waarin een aantal mannen vechtend over de grond rollebollen, zegt ze Aboe Arabi (de vader van de Arabieren, d.w.z. typisch Arabisch gedrag).

Je ziet die zelfkritiek op allerlei momenten in het dagelijks leven. Neem het tekort aan water op het moment, het terugkerende zomerse probleem. Mary ging zondag haar haar doen, maar de kapper zei tegen de klanten: Kom dinsdag maar terug, want er was geen water. Ik hoorde afgelopen week over een verpleegkundige die haar thuiswas deed in het ziekenhuis waar ze werkt. Ook bij ons thuis was er geen water meer, afgezien van een dun straaltje uit de WC kraan. Mary had geen zin meer om zoals vorig jaar op rantsoen te gaan. Met een paar buren werd een tankauto aangerukt, 80 Euro betaald.

De tankchauffeur gelooft dat de gemeente bewust het water achterhoudt omdat de mensen niet betalen. Dat lijkt me wat al te cru. Een ander verhaal is dat de gemeente al jaren de reparaties aan het leidingsysteem niet uitvoert en dat niet minder dan de helft van het water in allerlei lekken onder de grond verdwijnt. Kortom, het Palestijns Gezag, het waterbedrijf en de organisatie krijgen er van langs. Dat zal deels wel terecht zijn, maar die andere schuldige, Isral, verdwijnt geheel uit de horizon, terwijl het watertekort goeddeels kan worden toegeschreven aan het Isralische beleid dat alle belangrijke beslissingen neemt over waterallocatie en -prijsbepaling. Zodat de nederzettingen rijkelijk van water worden voorzien en de Palestijnse dorpen en steden niet.

4 Reacties | Reageer direct

Nachtmerrie

22/06

ZOMERKAMPEN

Jara herinnert zich nog precies de scenes uit haar droom wanneer ze vorige week op een snikhete zaterdagochtend wakker wordt. Zij en andere kinderen uit Betlehem waren bijeengebracht in het huis van een bekende, vertelt ze lachend en opgewonden. Het Israelisch leger koos haar en haar vriendin uit om gedood te worden, ondanks het protesterend geroep van Mary en andere vrouwen. Ze kwamen in een kamer met stijgend water, maar aan het eind ervan zag ze iedereen van haar familie in langzame, vloeiende bewegingen dansen, een hemelse ervaring die aanvoelde als werkelijkheid.

Ik vraag Mary of ze aan Jara en andere kinderen soms het verhaal van de moord op de onnozele kinderen had verteld, toen ze laatst een wandeling maakten door de Geboortekerk. Ik had Mary nog uitgelegd waar het betreffende altaar stond. Maar nee, de kinderen wilden niet naar de grotten beneden, zei ze, ze wilden niet wandelen en trappen klimmen, dat was te vermoeiend, ze wilden vooral zwemmen. Misschien herinnerde Jara zich een legende over wespen, die ik vertelde, opperde Mary. Die wespen hadden indringers die het gemunt hadden op de christenen in Betlehem verjaagd en gedood. Maar dat is een ander type verhaal zeg ik, daarbij word je verdedigd. Wat kan er allemaal door een kinderhoofd gaan? Jara heeft de laatste tijd niet veel gezien aan gewelddadigheden, hoogstens geschreeuw tijdens het wachten voor de checkpoint, waar zij en Tamer altijd wat gespannen zijn. Eigenlijk gaat ze maar weinig de stad uit, net als andere kinderen.

Mary is vanuit haar afdeling op de universiteit druk bezig met een zomerkamp voor meisjes, waar het tochtje naar de Geboortekerk deel van was. Ze zullen wel zeggen, dat ik het van je afgekeken hebt. Mijn instelling is ook druk met zomerkampen. Het enige probleem is dat Mary een beetje te hoog heeft ingezet op het Palestijnse borduren. Dat blijken de meisjes toch niet zo geslaagd te vinden, want het is precies en geduldig werk. Jara zegt dat mijn generatie niet geinteresseerd is in de tatriez [het borduren]. Maar Mary zet door, alleen voor een kleiner aantal uren. Straks denken de broeders [het katholieke management van de universiteit] dat het zomerkamp alleen maar fun is. Dat is ook weer niet de bedoeling. We bespreken dat alle jongerenactiviteiten buiten school eigenlijk 50% fun moeten zijn, want dat hebben de kinderen echt nodig, het educatieve deel weef je ertussen door. Uiteindelijk is Jara trots op haar steekjes. Er blijkt de nodige competitie tussen de kinderen, vooral tussen de christenen en moslims.

De zomervakantie is lang, twee-en-een-halve maand. Kinderen hebben niet veel te doen afgezien van de zwemuitjes. Mary neemt ze mee naar Hebron. Met haar 12 jaar is Jara daar nog nooit geweest, al is het maar een half uurtje rijden. Sommige van Marys oudere collegas op de universiteit zijn er ook nog nooit van hun leven geweest. En Mary zelf is er vijftien jaar geleden geweest. Ik sta er verbaasd van. Als buitenlander kom je meer in de verschillende Palestijnse steden dan de Palestijnen zelf. Betlehem is voor veel van haar inwoners een cocon.

In Gaza, schrijft Jackie Lubeck, worden door haar Theatre Day Productions op zomerkampen voor kinderen acht theaterstukken vertoond, met niet minder dan 700 opvoeringen en workshops voor 170.000 kinderen. Als je er niet uit kunt, uit de Gazastrook, laat dan in ieder geval de verbeelding een kans krijgen. En voor de verandering eens niet in de vorm van een nachtmerrie.

2 Reacties | Reageer direct

De zee
08/06

PROTEST, WEEMOED EN VERBEELDING

Met Raneen, een collega, loop ik mee in een demonstratie in Betlehem uit solidariteit met de Free Gaza schepen en voor de opheffing van de blokkade van Gaza. Vooral jonge buitenlanders lopen mee, met krachtiger longen dan ik: Viva Palestina, free Gaza! en One, two, three, four, occupation no more. De optocht is het initiatief van de alomtegenwoordige Mazin Qumsieh, de activist-wetenschapper, die, zo heb ik de indruk, in zijn eentje via zijn mailing de groep heeft verzameld. Vlak voor het Graf van Rachel bij de Muur staat de Palestijnse politie in een rij opgesteld om te voorkomen dat we doorlopen naar gebied dat onder Israelische controle is. Wij zijn hier ook niet bepaald vrij, mompelt Raneen.

Thuis zegt Jara dat het Israelische leger een kazaab [leugenaar] is, want het is toch duidelijk dat er in die schepen naar Gaza geen raketten zitten. Tamer is ook wel geinteresseerd in al het nieuws over Gaza, maar denkt dat de schepen Gaza niet binnen kunnen vanwege het olielek (in de Golf van Mexico) - dat andere prominente nieuwsitem. Hij is boos dat Mary en Jara naar een Turkse

soap op TV kijken en niet met hem willen spelen. Mary kijkt verlangend naar de Bosporus waarlangs haar favoriete Turkse familiedrama zich afspeelt: We see the sea which we cannot see, zegt ze. En de volgende dag, wanneer ik een Duitse groep gids in de havenstad Acco/Acca, belt ze me op en zegt ze me half protesterend, half weemoedig ten afscheid: Enjoy the sea which I cannot see.

De Turkse schrijver Orhan Pamuk schrijft in zijn autobiografie Istanbul over het voor hem typisch Turkse verlangen naar verloren tijden van grandeur genaamd huzun. Het dromend kijken over de golven van de Bosporus hoort daar ook bij. Ik heb dat gevoel van huzun ook een beetje al wandelend in de straten van Acca, waar de muren langs de zee zelfs Napoleon weerhielden de stad te veroveren. Veel Palestijnen in de oude stad wonen er nu in deplorabele omstandigheden. Als ze genoeg verdienen verhuizen ze naar nieuwe woningen buiten de oude stad. Maar toch heeft de oude stad een typisch Palestijnse feel; je waant je terug in de tijd.

In Haifa vraagt een deelnemer me vanaf de hoogte van de mooie Bahai-tuinen of we de geenterde schepen van de Gaza flotilla kunnen zien. Het verhaal van de hulpgoederen naar Gaza die worden tegengehouden spreekt tot de verbeelding. Ik herinner me nog goed de Exodus bestseller van Leon Uris, genaamd naar het schip dat vluchtelingen uit Duitsland overbracht in 1947 en dat werd geenterd door de Britten voor de haven van Haifa. Ooit heb ik onderzoek naar dat soort bestsellers gedaan. Ook de Exodus sprak tot de verbeelding (na de verschijning van het boek groeide het aantal toeristen naar Israel). In verschillende Israelische kommentaren zijn er vergelijkingen gemaakt tussen beide schepen, niet zozeer over de context en achtergrond van de bemanningen van de Exodus en de Gaza flotilla, die natuurlijk totaal anders zijn, maar hoe de entering van een schip met een humanitair doel de publieke opinie wereldwijd kan beinvloeden, toen en misschien ook nu.

Voor Mary zijn de zee en de schepen vrijheidssymbolen. Claire, nog steeds van alle kanten door cement omringd, heeft tegenover haar deur op de Muur een zeelandschap laten schilderen. Het werkt goed als achtergrond voor toneel en zang, vind ik. We praten over de mogelijkheid om op die omsloten plek kleine culturele optredens te organiseren. Bij wijze van vrijheidsschreeuw.

5 Reacties | Reageer direct

Rampen
25/05

RING VAN BESCHERMING

Ik neem een verse hap tomeh (knoflook), zegt Mary bij het zondagse ontbijt, wetende dat dit een ondoordringbare ring rond haar zal creren. Geen zoenen vandaag. Na grote lepels olijfolie en honing te hebben gegeten, zetten we ons aan de kaek, het langwerpige ronde witbrood met sesamzaadjes dat we volproppen met falafel en hard gekookt eieren. Mary vertelt over de film 2012 die ze gisteren met Jara in de Amal club zag. In de film vergaat de wereld bijna in zijn geheel. In het zicht van alle aardbevingen en rampen was Jara een beetje bang en drukte zich tegen Mary aan. Ze moest na afloop steeds denken aan een beeld waarin de aarde zich splitste, iemand in de enorme kloof viel en langs de helling omhoog probeerde te klimmen, roepende: Oh Heer, oh Heer! Verderop in de film nam een resterende groep mensen toevlucht tot een technologisch beschermd schip, een soort moderne Ark van Noach. (Natuurlijk waren er tal van spannende conflicten wie de Ark in mocht).

Mary en ik praten verder over de rampen die ons in het Heilige Land te wachten staan, vooral de sinds enige tijd aangekondigde aardbeving. Langs de rivier de Jordaan kan de aarde zich gemakkelijk over vele kilometers uiteen splitsen. Met iedereen onder het puin lost het conflict zich vanzelf op, zeggen we losjes.

Mary sprak laatst met een paar studenten op de bibliotheek van de universiteit over voorbije en aanstaande rampen. Een vaak terugkerend gespreksonderwerp. En zei dat volgens een passage in het Oude Testament Bethlehem altijd beschermd is. Als omringd door een tweede, onzichtbare Muur zouden de rampen zich van onze stad afwenden. Ze geloofde er heilig in. Een andere student viel Mary bij, die stelde dat we al de nodige rampen hadden gehad, zoals bij de uitgaansverboden in 2002 en 2003, en natuurlijk de zichtbare Muur, en dat we niet veel hebben gemerkt van welke beschermende ring dan ook.

Vorige week ging ik naar een workshop in Ramallah. Op de terugweg raakte mijn bus verzeild in de drukte van de Jeruzalem Dag. Dat is een dag waarop veel Isralis, waaronder veel orthodoxe joden, de hereniging van Jeruzalem vieren, m.a.w. de verovering van het Arabische OostJeruzalem. Er doen ook vele duizenden fundamentalistische christenen mee die Isral een heldenrol zien vervullen in de Eindtijd, wanneer in Armaggedon (het huidige Megiddo in Galilea) een strijd tussen Goed en Kwaad zal plaatsvinden bij wijze van voorspel tot het Laatste Oordeel. Zo wordt dat ook een spannend verhaal. De Amerikaanse Left Behind boekenserie over dit thema verkocht tijdens de jaren negentig en later uitzonderlijk goed. Een restant overlevende christenen

geleid door gewoon ogende superhelden voert samen met een Isralische groep het harde gevecht tegen de antichrist (het hoofd van de VN). Ik druk mijn neus tegen de ruit van de bus en zie blijde teenagers die Isralische vlaggen zwaaien. Misschien verkeren ze in het hemelse Jeruzalem, niet het platvloerse en aardse, met zijn verdrukking van de Palestijnse bevolking.

Met Tamer ben ik in de tuin aan het spelen. Hij leert in zijn les natuurkunde over alle goede kruiden van het Heilige Land die ons moeten beschermen tegen ziekten. We spelen verstoppertje. Ik hou hem in de gaten want er zijn nogal wat hoge plekjes in de naburige tuinen (we hebben geen hekken ertussen) waar hij vanaf kan vallen. Maar gelukkig is hij voorzichtiger dan ikzelf.

2 Reacties | Reageer direct

Gevangenis
12/05

LEIDERSCHAP

Op de Soemoed en de Muur conferentie in Betlehem van een week geleden was een markant figuur aanwezig: Mazin Qumsieh. Hij is docent fysica op Birzeit en Bethlehem University, voormalig docent in de VS op onder meer de universiteit van Yale, maar vooral bekend als mensnrechtenactivist met een bijna dagelijkse mailing naar zon 30.000 adressen. Hij ondertekent mails met de phrase: A Bedouin in Cyberspace, a villager at home.

Tijdens de conferentie sprak hij over zijn nieuwe boek over de geschiedenis van geweldloos verzet in Palestina. Maar als activistisch academicus riep hij in de lunchpauze de conferentiegangers op met hem mee te gaan naar het dorpje Maasara ten zuiden van Betlehem waar elke vrijdag een protestdemonstratie tegen de Muur plaatsvindt. Een paar dagen later nam hij deel aan de wekelijkse demonstratie in het dorpje Wallajeh ten westen van Betlehem. Wallajeh dreigt vrijwel geheel door de Muur te worden omsloten. Tezamen met drie anderen werd hij daar opgepakt, de rest van de dag vastgehouden en op borgtocht vrijgelaten. Hij deed in zijn mailing uitgebreid verslag van zijn arrestatie waaronder ook hoe op twee medearrestanten werd ingeslagen met knuppels en een geweerkolf. Op straffe van een geldboete mag hij nu een aantal weken niet in de buurt van de Muur komen. Een paar maanden eerder was het leger al midden in de nacht bij zijn

moeder langsgekomen met de kennelijke bedoeling hem op te pakken. Hij was echter op dat moment in de VS.

Voor de conferente had ik ook contact met de coordinator van de Stop the Wall campagne in Palestina, Jamal Juma. Eind vorig jaar, begin dit jaar zat hij een aantal weken in de gevangenis. Ook een vasthoudend en welbespraakt persoon.

Een deelnemer aan een project van mijn onderwijsinstelling, Abdalla Aboe Rahme, wordt sinds 10 december gevangen gehouden (dat is, ironisch genoeg, de Dag van de Rechten van de Mens). Hij is een van de leiders van de wekelijkse demonstraties in het dorpje Bilin, het model van de antiMuur demonstraties in Palestina. Hij is een islamitische docent op een katholieke school bij Ramallah en neemt deel aan een inter-religieus leerproject om leerlingen meer over islam, christendom en jodendom te laten weten. Op de conferentie sprak een familielid van hem over de creativiteit van de demonstraties in Bilin, waaronder hoe een kind van de Abou Rahme familie de Muur tekende als een gevangenis rond Israel in plaats van Palestina.

Het laatste bericht, van een paar weken geleden, betreft Ameer Makhoul, een leider van een basisorganisatie in Galilea. Die komen we in Betlehem ook af en toe tegen op vergaderingen en conferenties. Eerst kreeg hij een verbod het land uit te gaan en kort daarop lichtte het leger hem van zijn bed in Haifa en is ook hij nu gevangen gezet op kennelijke verdenking van contacten met Hizbolla in Libanon iets dat hij ontkent.

Al deze mensen ken ik also rustige leidinggevende persoonlijkheden met een uitgesproken visie, verbaal sterk, voorstanders van geweldloos verzet voor Palestijnse rechten, aktief in NGOs, goed in het hanteren van digitale communicatie.

Vaak wordt gezegd: Waar zijn de Palestijnse Gandhis? Tegenwoordig heb je meer en meer kans die in de gevangenis te ontmoeten. 4 Reacties | Reageer direct

Reflectie
29/04

SOEMOED EN DE MUUR

In Palestina vervullen universiteiten een onmisbare functie in de samenleving. Niet alleen voor de opleiding van studenten, maar ook voor de reflectie die je nodig hebt in een situatie dat de noden voortdurend hoog zijn en de emoties dicht aan de oppervlakte. Ikzelf herinner me nog dat de Birzeit Universiteit, ten noorden van Jeruzalem bij Ramallah, mij in de jaren tachtig stimuleerde om me met de Palestijnse zaak bezig te houden. Die universiteit telde een aantal sterke academici soms politiek gematigd, soms radicaal - met een humaan en universeel perspectief. De universiteiten in Palestina weerspiegelen toen en nu een mengelmoes van meningen; ze vormen een barometer van de Palestijnse samenleving.

Mary leerde ik aan de toegangspoort van de Universiteit van Betlehem kennen. We liepen daarna dat was midden jaren negentig naar de cafeteria van de universiteit, een typische ontmoetingsplaats voor jonge mannen en vrouwen, die tijdens de schooljaren meestal van elkaar gescheiden zijn.

Deze weken ben ik met een internationale academische commissie betrokken bij de voorbereiding van een conferentie a.s. weekend, samen met enkele universiteiten in het buitenland (waaronder de Universiteit van Utrecht) en Palestijnse universiteiten - de Universiteit van Betlehem en Al Quds Open University. De laatste is een universiteit die haar werking heeft gespreid over een aantal campussen in de Westoever en Gaza. Het onderwerp van de conferentie is: Soemoed en de Muur. De Muur als symbool van wat ontmenselijkt en fragmenteert; soemoed of standvastigheid als symbool dat de samenleving energie geeft en bij elkaar houdt. Doel van de conferentie is de lancering van een nieuw veld van toegepaste studies Wall Studies of Muur studies.

Gistermiddag sprak ik met de rector van de Bethlehem Universiteit over hoe belangrijk het is om niet alleen van buitenaf afstandelijk naar het zgn. Palestijnse probleem te kijken, maar om van binnenuit, met de Palestijnen, naar het Muurprobleem te kijken. Met enkele collegas van buitenlandse universiteiten bekijken we hoe jonge onderzoekers uit Europa samen met Palestijnse studenten hier veldwerk kunnen verrichten. Zoals het interviewen van mensen die langs de Muur wonen. Ik weet van onze vrouwengroepen dat sommigen wel eens moe zijn steeds maar weer hun verhaal te vertellen, of het een erg emotionele ervaring vinden, maar ze willen en doen het toch. Mijn collega Rania is alweer bezig de komst van een groep Parijse studenten voor te bereiden.

Mensen hier gaan niet naar de universiteit voor een carriere, althans niet in de beloningssfeer. Als portier bij het Amerikaanse consulaat in Oost-Jeruzalem verdien je meer dan de decaan van een faculteit op een Palestijnse universiteit, heb ik ooit eens berekend. De afgelopen maanden is er een flink aantal dagen door het universiteitspersoneel gestaakt om de lonen en de pensioenen veilig te stellen. Het Palestijns Gezag scheen niet eens te willen praten, zo weinig was daar in kas. De staking ebte weg.

Ondanks de financiele perikelen zie ik toch nog steeds veel mensen op de Palestijnse universiteiten met een duidelijke missie voor ogen. Heel vaak gaat het om het bewaren en het communiceren van het Palestijnse erfgoed. Mary maakt met haar afdeling op de Universiteit van Betlehem een programma voor kinderen deze zomer waarin ze traditionele handvaardigheden leren. Jara doet ook mee. Palestijnse wetenschappers vervullen verder een centrale rol in het uitleggen van de Palestijnse rechten en identiteit naar de bredere wereld. Wie weet dat onze conferentie er een steentje aan bijdraagt.

Voor het conferentieprogramma: http://www.aeicenter.org/

4 Reacties | Reageer direct

Weerzien
15/04

OPNIEUW: VERGUNNINGEN

In de laatste column schreef ik over een demonstratie op Palmzondag, geleid door twee ezeltjes. Die waren van Ibrahim Salah, uit het dorpje Al-Khader. Hij was eigenlijk per toeval in de demonstratie beland. Op de betreffende zondagochtend was hij een stukje land aan het bewerken dichtbij de Muur. Hij voelde het als zijn nationale plicht de oproep van de passerende

demonstranten te beantwoorden, die hem aanspoorden mee te gaan naar de checkpoint. Uiteindelijk had hij bepaald geen spijt gearresteerd te worden. Hij werd gevangen gezet in Ofer bij Ramallah, waar hij tot zijn vreugde zijn zoon ontmoette die al zeven maanden gevangen zat en die hij al die tijd niet had mogen bezoeken. Toen de gevangenen hoorden dat vader Salah in aantocht was, werd de zoon snel uit zijn bed geroepen en een hartelijke weerzien gevierd. Na twee dagen werd de vader vrijgelaten. Wel moest hij, na wat onderhandelen, tachtig euro betalen vanwege de voederkosten voor de ezels. Wat nu, vroeg de vader, kregen de ezels die twee dagen soms dure biscuits? Hij zal wel zitten na te denken wat de volgende keer te moeten doen om zijn zoon te kunnen zien.

Vergunningen, vergunningen. Kerkelijke leiders, aangescherpt door het Kairos Palestina document, dagen nu het vergunningensysteem uit. Voor het eerst hoor ik van een oproep aan de kerken in Jeruzalem dan maar hun poorten dicht te houden. Als je vergunningen nodig hebt om de kerken binnen te komen, dan kunnen die kerken maar beter dicht. De vorige Rooms-katholieke patriarch in Jeruzalem, Michel Sabbah, placht te pleiten voor de omvorming van checkpoints tot gebedsplaatsen. Bij mijn onderwijsinstelling worden we soms door buitenlandse groepen benaderd een gebedssessie bij de Muur te houden.

Het laatste nieuws is dat het vergunningensysteem gaat worden gebruikt om mensen die geen West Bank ID hebben en geen geldige vergunning, de West Bank uit te zetten. Het gaat vooral om mensen uit Gaza, die een keer misschien een vergunning ontvingen om naar de West Bank te gaan en daar nadien zijn gebleven. Dat zijn er volgens Marys collegas op de Universiteit mogelijk zon 70.000. Daar gaat het leger dan jacht op maken. En ook op internationals die hun visum hebben overschreden. Deze allen worden als infiltranten gekwalificeerd. Dat klinkt alsof ze een militaire bedreiging vormen. Op infiltranten mag je schieten, zit ik te bedenken. Het betekent ook dat degenen die gepakt worden veel hogere gevangenisstraffen ontvangen en minder beroepsmogelijkheden krijgen.

Wie wil er eigenlijk een derde Intifada, zegt Mary, de Israelis? Zeker om de aandacht van de problemen met de VS af te leiden. Inmiddels zou het Israelisch leger hebben ontkend dat de maatregel wordt uitgevoerd. Zo gaat het meestal: eerst wordt een maatregel aangekondigd, dan komt er een publieke reaktie, vervolgens wordt de uitvoering van de maatregel opgeschort maar de maatregel zelf niet ingetrokken, en daarna wordt een tijdje later opnieuw begonnen met de invoering ervan en de internationale en locale reaktie weer afgewacht (waaronder die van lastige journalisten die de maatregel in de publiciteit brengen, zoals Haaretz-verslaggever Amira Hass). Het spel begint dan van voren af aan.

Een stille en bureaucratische etnische zuivering, zeggen mensenrechtenorganisaties hier. Elke keer hebben ze nieuwe manieren om ons verder onder druk te zetten, zegt Mary. Ze heeft de laatste tijd last van een kuchje, van de zenuwen denkt ze, en neemt dus wat extra honing. 3 Reacties | Reageer direct

Vergunningen
30/03

DE CHRISTELIJKE STEM

Mary krijgt geen vergunning om met de Pasen naar Jeruzalem te gaan. Ze is er niet rouwig om, zegt ze. Het is het niet waard, om met die vergunning door de checkpoint te gaan, met al die vernederingen. Het blijkt dat alleen een minderheid van de christenen in Bethlehem een Paasvergunning krijgt. Bij de katholieke parochie horen we dat 800 van de 3000 geregistreerden tot de gelukkigen behoren.

Het is trouwens niet zeker dat je met een vergunning Jeruzalem ook daadwerkelijk binnenkomt. In de dagen rond het joodse Pesach is Jeruzalem voor Palestijnen van de West Bank gesloten, onafhankelijk of je een vergunning hebt of niet. Zelfs Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem krijgen gedurende de paasdagen niet automatisch toegang tot de Heilig Grafkerk. Kerkleiders hebben nu, bij mijn weten voor het eerst, formeel gevraagd om afschaffing van het vergunningenstelsel voor het bezoek aan de heilige plaatsen. Goed dat ze zich zo opstellen. Het hele vergunningenstelsel is een onmenselijke en vernederende praktijk. Een verrot systeem, zegt Fuad.

Op afgelopen Palmzondag was er in Bethlehem een demonstratie met christenen en moslims om het verzoek van de kerkleiders kracht bij te zetten. Ruim honderd demonstranten liepen de checkpoint door, aangevoerd door enkele ezels die de tocht van Jezus uit Bethanie in de herinnering brachten. Isralische soldaten riepen om versterking. Elf demonstranten werden eruit gepikt en de beide ezels geconfisqueerd. Die laatsten hebben ook een vergunning nodig. Nog steeds zitten er arrestanten vast. Als je aan dat soort demos meedoet, al zijn ze geweldloos van de kant van de demonstranten, kan je op klappen rekenen. Sami Awad, direkteur van Holy Land Trust in Bethlehem, een van de initiatiefnemers, kan erover meepraten.

***

Ik word intussen vanuit Nederland benaderd om een heel andere vergunningenkwestie, de intrekking door het Palestijnse Gezag van een uitzendvergunning voor het enige christelijke Palestijnse TV station - Mahed TV in Bethlehem. Sommigen willen suggereren dat de vervolging van Palestijnse christenen door het Palestijnse Gezag veel erger is dan de bovengenoemde Isralische uitsluitingspolitiek jegens de christenen.

Ik kijk even na hoe de zaak in elkaar steekt. Het blijkt dat de Palestijnse Autoriteit zeven lokale TV zenders uit de lucht heeft gehaald, waaronder ook die Islamitische programmas uitzenden. Ze hebben hun uitzendbelastingen een aantal jaren niet betaald, zon 400 euro per jaar. Het Gezag vraagt nu om een schikking. De TV zenders zeggen dat ze na de laatste Intifada geen betalingsopdrachten meer hebben ontvangen. De meeste lokale TV zenders hebben het financieel moeilijk omdat ze moeten concurreren met het satellietgeweld, zoals dat van Al Jazeera. Mary zegt dat Mahed in feite weinig christelijke programmas heeft en ook niet bekend staat als een christelijke TV zender. Ze blaast dus wel erg hoog van de toren als ze zegt dat het Palestijnse Gezag de christelijke stem tot zwijgen wil brengen. Er zijn ook andere lokale TV zenders die christelijke programmas uitzenden.

Iemand van de Bethlehem Bible College in Bethlehem merkt op, dat in Israel zelf de Palestijnse christenen berhaupt geen vergunning krijgen voor een christelijke zender. De christenen kijken naar Cypriotische en Libanese zenders.

Inmiddels is Mahed weer in de lucht. Volgens mij schrikt de Palestijnse Autoriteit zich een ongeluk als er ergens een verwijt naar boven komt dat ze antichristelijk is.

Jara is hard aan het blokken op de medinniyyeh, zeg maar civics of maatschappijleer. Ze leert over burgerrechten, waaronder de persvrijheid. Ze struikelt over de Arabische woorden en huilt dat het zo moeilijk te begrijpen is. Een uurtje later heeft ze het door en staat ze klaar voor het examen.

5 Reacties | Reageer direct

Zenuwen
17/03

DERDE INTIFADA?

Samen met een bezoekster loop ik door Bethlehem. De sfeer is ongebruikelijk gespannen. Veel Palestijnse soldaten zijn op de been, met helm en geweer. Vandaag is het de door Hamas uitgeroepen Dag van de Woede, vanwege uitbreidingen in de joodse wijk in Oost-Jeruzalem. Palestijnse soldaten leggen een kordon rond de Muur bij het Graf van Rachel. Hamasdemonstraties zijn uit den boze. Wanneer we het kamp Azza vlak bij mijn huis doorlopen, zijn kleine jongens bezig om speelgoedbarricaden op te richten. Autos toeteren zenuwachtig.

Ik praat met een hoteleigenares, die zegt dat de televisiezender Al-Jazeera zoveel details van de gevechten in Jeruzalem laat zien dat ze niet verbaasd zal zijn wanneer vanavond al de eerste afzeggingen van bezoekende toeristen binnenkomen.

s Avonds kijken Mary en ik naar de TV beelden. Mary zegt dat de demonstranten in Jeruzalem moedig zijn. Ze gooien stenen naar militaire jeeps van maar een paar meter afstand; ze kunnen zo door kogels geraakt worden.

Is een derde Intifada op komst? Het is het gesprek van de dag. Mensen vragen het mij, misschien in de verwachting dat een buitenlander meer informatiebronnen heeft.

Een brede Intifada in de West Bank, zeker een gemilitariseerde, lijkt niet waarschijnlijk. De mensen willen niet weer hetzelfde ondergaan als tijdens de periode 2000-2003, met zijn lange uitgaansverboden, ongedisciplineerde milities, opgeslotenheid en instorting van de economie. Een

Intifada van stenengooiende jongeren in en om Jeruzalem is echter niet uitgesloten. Het geweldloze verzet tegen de Muur op de Westelijke Jordaanoever zal wel doorgaan, met wekelijkse demonstraties in de dorpen waar de Muur wordt gebouwd of land wordt onteigend. Sommige mensen, zoals de in Bethlehem invloedrijke hoofdredacteur van Maan News Agency, zetten hun kaarten op de hernieuwde uitroeping van een Palestijnse staat.

Een kennis vertelt dat ze meedeed aan een demonstratie van Palestijnen en buitenlanders tegen de Muur in Beit Jala ten westen van Bethlehem. Er zijn daar 70 olijfbomen ontworteld en land onteigend van 35 families, voor de bouw van de Muur. Ze voelde hoe moeilijk het was om echt steun te krijgen van de plaatselijke bevolking die taabanien (moe) is. Is het niet een idee om wekelijkse wakes te organiseren bij de Muur rond het Graf van Rachel, vraag ik om me heen. De respons is lauw, maar niet negatief.

Het is een raar moment, waarbij je niet weet wat er staat te gebeuren. De eerste twee Intifadas werden ook niet voorspeld. Mary is meer gespannen deze dagen. Wanneer onze vriendin dagelijks het ene na het andere checkpoint uitprobeert om Jeruzalem binnen te komen, zegt Mary: Je bent hier niet eens een vreemdeling in eigen land. Buitenlanders worden beter behandeld dan Palestijnen.

4 Reacties | Reageer direct

Avatar
02/03

1 EURO

We mogen hier in Betlehem dan geen bioscoop hebben, we hebben wel DVD-piratenkopien van 1 euro. Zodoende kunnen we in de huiskamer Avatar zien. Mary en ik zijn benieuwd want een week geleden hadden anti-Muur activisten in het dorpje Bilin bij Ramallah zich blauw geschilderd en een staart aangespeld om het volk van de Navi na te bootsen. Dat zijn de inheemsen van de planeet Pandora, bezet door een imperiale macht uit de Aarde die op zoek is naar een kostbaar mineraal.

De inheemsen vormen natuurlijk een sta-in-de weg. Maar er is gelukkig iemand die hun zijde kiest en hen helpt de indringers te verdrijven.

Met zijn vieren zitten we op de bank. De film doet denken aan een kruising van Pocahontas, Star Wars en Dances with Wolves. Mary, Jara en Tamer genieten van dat vrijheidsgevoel dat de film soms uitdrukt, van dat ongehinderd zweven door open luchten en over valleien. Dan opeens, wanneer het vechten echt goed begint, gaan Mary en Jara parallellen trekken.

Die generaal, dat is Sjaron, zegt Mary. Tamer, herinner je je nog Sjaron, roept Jara enthousiast. Ja, want Tamer kende dat kinderrijmpje uit zijn hoofd. Battiech, sjamaam, Sjaron zahlaq fi hamaam (Watermeloen, gele meloen, Sjaron glijdt uit in de WC). Mary herinnert zich ineens beelden van de oorlog van 1967 die ze als klein meisje meemaakte. In de film zegt Sjaron dat we min of meer alles doen om slachtoffers te vermijden. Er vindt een preventieve aanval plaats, ook al zon bekend recept. De dissident, dat is Uri Avnery, zegt Mary. Zelfs Hizbollah komt om de hoek kijken, wanneer er iemand wordt gekidnapt.

De heilige bomen op Pandora dreigen te worden ontworteld. Dat is de olijfboom, zegt Mary, want die staat hier immers ook bekend als een heilige boom. Tamer applaudisseert als de goeden winnen. Hij voert schijngevechten in de kamer uit, en roept steeds, drommels!, geleend uit Winnie de Poeh. Leve de Arabieren, zegt Jara spottend.

Is het einde nu gelukkig of droevig, vraagt Mary zich af, wat kunnen mensen toch onmenselijk zijn. Wanneer de Navi bewoners een smartelijke elegie zingen voor de doden en de kapot gemaakte natuur, vergelijkt Mary dat met een vredesgebed.

***

Een paar dagen later belde ze me in de regen op. Ze is weer bij de piratenzaak. Hier is een film over Anne Frank, zegt ze, is dat niet dat meisje uit de Tweede Wereldoorlog? Ja, zeg ik, en ze was ook Nederlandse. Dus de film wordt aangeschaft. Ook die is 1 euro.

Samen met Jara kijk ik ernaar. Jara is gefascineerd en stelt me vragen, zoals wat zijn concentratiekampen en wat deden ze daar. De film is duidelijk genoeg. Het radertje in haar hoofd staat op volle toeren, ze probeert de wrede verbanden van de geschiedenis te begrijpen. Ik vertel haar hoe Suzy, de lerares op haar school, me in 2002 vroeg om meerdere exemplaren van het dagboek van Anne Frank uit Jeruzalem naar Betlehem mee te brengen omdat de kinderen en ouders ernaar vroegen. Voor de teenagermeisjes van St Joseph resoneerde de opgeslotenheid van Anne Frank met de langdurige uitgaansverboden waar de mensen hier toen onder leden.

Na afloop staan Mary en ik voor het raam en genieten van een stortbui. Mary slaat een half kruis, een familiegewoonte wanneer het onweert en bliksemt. Je had in je laatste column niet moeten schrijven dat ik uit Palestina wegwil, zegt ze. Dat zei ik toen ik het moeilijk had. Plotseling valt de elektriciteit uit. Dat gebeurt hier wel vaker wanneer het regent. Twee uur lang zitten we in het donker en spelen onder een kaarsvlam en lantaarnlicht familiespelletjes.

4 Reacties | Reageer direct

Band
17/02

MOOIE MOMENTEN

Jara neemt het op in de klas tegen iemand die zegt dat de Arabieren niets kunnen en dat je maar beter uit Palestina naar het westen kan weggaan. Jara herinnert haar aan de Arabische hoogtepunten van vroeger, van Avicenna en hoe de Arabieren de verlichting naar Europa brachten. Ik ben trots op haar stellingname maar vraag me af: bindt Erasmus mij aan Rotterdam?

Mary vertelt over een ontmoeting met een buitenlandse geestelijke in Betlehem. Deze zei hoe blij hij was dat een bepaalde christelijke Betlehemse familie uit het buitenland zojuist was geremigreerd. De familie verklaarde tegenover de geestelijke dit te hebben gedaan om de Betlehemse gemeenschap te helpen. Mary knipoogde naar een vriendin die ook vond dat die familie hier eerder zal zijn teruggekomen vanwege bezittingen en lokale status dan idealisme. In de Verenigde Status zijn ze muskieten; niemand let op ze.

Het dwingt me na te denken wat mijn band is met de mensen en het land hier. Eigenlijk zijn er inderdaad veel praktische en niet zo veel idealistische redenen. En ook niet zulke diepgravende. Deze dagen denk ik vooral aan het tegenkomen van kleine maar mooie momenten.

Palestina heeft zo zn magie. Het is de tijd van het planten van bomen, waaronder die voor de bekende Olijfbomenactie. In de wintermaand februari eet ik zo maar mijn lunch buiten met uitzicht op een rose-witte amandelboom die trots op een veldje staat van met wilde gele bloemetjes bespikkeld gras onder een met slierten wolkjes bedekte lucht. Ik neem mijn Arabische koffie zonder suiker en drink het als een glas sterke jenever in een teug op. De bloeiende amandelboom is de mooiste ter wereld, een impressionistisch schilderij waard. Jara waarschuwt me om, wanneer ik de boom fotografeer, niet het betonnen muurtje van het achterliggende kinderkerkhof aan het eind van de straat mee te nemen. Dat zou niet mooi zijn. Maar ik vind eigenlijk dat het er juist bij hoort. Schoonheid is altijd in perspectief. Wanneer je alleen maar goed onderhouden mooie tuintjes ziet vergeet je wat schoonheid is.

Een paar weken geleden interviewde ik de gouverneur van Betlehem, Salah Taamari. Als hoofd van een parlementaire commissie voor de bescherming van de grond in Palestina placht hij de commissieleden voor vergaderingen op het land zelf uit te nodigen. Na een van die vergaderingen raakte hij om ongetwijfeld goede redenen depressief. Hij liep langzaam terug naar zijn auto en zag toen opeens een wilde bloem tussen de silsile [de lage terrasmuurtjes op de heuvels] staan die hij in twintig jaar niet meer had gezien. That made my day, zei hij. Met die ene blik op die bloem vergat hij al zijn depressiviteit. Hij zegt dat hij in het geheel niet naar het buitenland reist, ook niet op uitnodigingen, om er zo zeker van te zijn dat hij hier begraven wordt.

Nog maar kort geleden bewonderden Tamer en ik mooie, lange bevroren druppels aan onze oerlelijke buitendeur vol met oude gescheurde verkiezingspamfletten en politieke leuzen. Hij lachte en betastte de druppels stuk voor stuk, voordat hij opgemonterd de schoolbus instapte.

Ikzelf herinner me de vele momenten van spontane vriendelijkheid: zoals de autochauffeurs die op de drukste straat van Betlehem door het raampje een praatje met me willen maken met luide, lelijk toeterende autos achter zich waar men zich in het geheel, maar dan ook in het geheel niets van aantrekt. Of de kapper die het eerste kapsel van Tamer per se gratis wilde doen, ondanks vijf minuten aandringen om geld te ontvangen.

Mary is het niet met me oneens, maar vindt desondanks de vernedering in Palestina zo groot dat ze er de voorkeur aan geeft in het buitenland begraven te worden.

4 Reacties | Reageer direct

De grijns
02/02

WOEDE BIJ HET CHECKPOINT

Mary trilde van woede toen ze terugkwam van een reisje Jeruzalem dat ze met de Kerstvergunning kon maken. De magnetische kaart van haar zus Janet deed het niet, zoals magnetische kaarten het wel vaker niet doen. Janet terug, Mary met Jara verder naar Jeruzalem. Als het niet voor Jara was, zou ze zijn teruggegaan. In Jaffa Street, zegt ze met een vies gezicht en een rillende beweging, is alles kitsch. Ze ging alleen voor Jara de zaken in. Terug naar Bethlehem duurde ook weer anderhalf uur. Haar vriendin kwam een paar dagen terug via Jordani de Westelijke Jordaanoever binnen en werd bij de ondervraging zo vernederd dat Mary haar huilend aan de mobiel moest opvangen. Bij de [Allenby] brug gedragen de Isralis zich zo onmenselijk dat je je een dier voelt; de Arabieren laten tenminste merken dat ze mensen zijn.

Mijn eigen ervaringen deze weken zijn ook niet vrolijk stemmend. Op een zondag is de rij bij de Bethlehem terminal tamelijk relaxed. Er zit tenminste beweging in. Vlak voor mij blijft een jongen beepen in de X-ray. Het schijnt dat hij ijzer in zijn broek heeft. Doe toch die broek uit, roept een wachtende lacherig tegen hem. Maar de jongen wil niet en we wachten opeens tien minuten. Tamer begrijpt niet waarom de soldaten er zo lang over doen: Je neemt hier toch niet een pistool naartoe? Boven op de ijzeren stellages van de terminal staan een paar soldaten een sigaretje te roken en naar beneden te grijnzen. Het loopt met een sisser af.

Maar een andere keer is het menens. Gelukkig ben ik zonder de kinderen. Mensen wachten al meer dan een uur in de rij. Er wordt geschreeuwd, geduwd, voorgepiept. Wachtenden worden boos wanneer een jongen niet van tevoren zijn riem en andere beepende kleren uitdoet. Je ziet het steeds: onder de spanning van het oeverloze wachten gaan de mensen zich tegen zichzelf keren.

Ook ikzelf piep voor en ga als buitenlander in een rijtje met vrouwen en kinderen staan. Want ik heb een belangrijke afspraak - net als zoveel anderen.

Boven staan drie soldaten ons achter hun zonnebrillen te observeren, relaxed te praten, kauwgom te eten, nutteloos te leunen over een hekje. Ik heb ineens behoefte om iets te doen. Net zoals Suad Amiry in haar boek Sharon en mijn schoonmoeder beschrijft, ga ik de soldaten aanstaren tot ik pijn in mijn nek krijg. Maar in tegenstelling tot haar woedende blik, maakt de blik van een grijzende middelbare man in een lange rij niet veel indruk. Geloof ik. Ik voel de verachting in het gegrijns van de soldaten. Kijk nou toch eens, die mensen kunnen niet eens goed in de rij staan. Typisch Arabieren, altijd chaotisch. Ik voorkom nog net dat ik een kind onder de voet loop. Ook die raken al gehard, weten hoe ze moeten duwen en geduw opvangen. Eeb [schaam je], roepen sommigen tegen anderen die voorpiepen. De laatsten geven met hoge stem hun redenen. Ik zie enkelen zelfs stompen. De vrouwen in de rij deinzen verschrikt terug. Eindelijk dan er doorheen.

Later lees ik op Maan nieuws dat op diezelfde zondag tien illegale werkers in de buurt van een ander checkpoint in Betlehem werden gepakt. Ze moesten hun bovenkleren uitdoen en werden vervolgens zo in elkaar geslagen dat ze verscheidene botbreuken opliepen. En kon na de behandeling niet meer lopen. Laatst kwamen Jara en ik ook al langs enkele ontblote arbeiders die met hun handen omhoog langs een muurtje stonden. Moet ik nu de kinderen niet meer naar Jeruzalem meenemen om ze dat soort scenes te besparen? denk ik.

***

Mijn tandarts laat me een verzekeringsdocument ondertekenen. Hij grijnst breed, wijst met zijn vinger op het papier en zegt: Teken hier dat je in Palestina blijft wonen.

4 Reacties | Reageer direct

Liefde
21/01

EEN DAAD STELLEN

Laura van Dolron, een actrice van het Nationale Toneel in Nederland, is op bezoek in Betlehem. Eerder was ze al bij het Al Quds (Jeruzalem) Underground Festival. Ze speelt nu Mijn naam is Rachel Corrie in het Soemoed Verhalenhuis dat voor de gelegenheid tot een intiem theatertje is omgevormd.

Rachel Corrie is een jonge Amerikaanse vrouw die met de International Solidarity Movement in 2003 meeging naar het zuiden van Gaza en daar met anderen een levend schild vormde tegenover Isralische bulldozers. Terwijl ze een huis beschermde dat op het punt stond door zon bulldozer te worden verwoest, werd ze, naar het zich liet aanzien, bewust geschept en gedood.

Laura speelt het stuk solo, zonder opsmuk, waardoor het des te sterker overkomt. Het stuk verhaalt het dagboek van Rachel. Deze ontvluchtte de kleinburgerlijkheid en de ordelijkheid van de Amerikaanse samenleving en ging op reis en avontuur uit. Het stuk krijgt extra spanning omdat haar dagdromen zoals die in het dagboek staan soms beelden van haar eigen dood oproepen. In een terugkerende droom glijdt ze naar beneden, naar haar dood net zoals ze in de laatste momenten van haar leven van de berg met puin naar beneden gleed en eronder werd bedolven.

De bezoekers, waaronder onze vrouwengroep en een Brits-Franse groep van studenten, zijn stil en onder de indruk. Sylvana zegt met tranen in de ogen dat het verhaal over ons gaat. Jara is mee, ze kijkt met uitgestrekte nek naar voren om alles zo goed mogelijk te kunnen volgen. Ze zegt naderhand al het Engels begrepen te hebben. Ik ben trots, overhoor haar niet.

In de discussie na afloop gaat het over de motieven van solidariteit. Laura roept de vraag op: Wat is het motief voor het stellen van een daad van solidariteit? Een bezoeker zegt met een hoog Engels accent - dat een beetje aan de droge humor van een Britse comedy doet denken - dat je misschien een onderscheid moet maken tussen motive en intent: Als je de kat van de buurvrouw redt, dan is de intentie de kat te redden, maar het motief kan zijn dat je verliefd bent op de buurvrouw. (Wat ook een goede daad kan zijn, merkt iemand op).

Terwijl ik dit schrijf moet ik denken aan de solidariteitsactie van inwoners van Gaza voor de getroffenen in Hati. De Gazanen zeggen dat ze het lijden van de Hatianen temidden van al die verwoeste huizen goed kunnen begrijpen. De intent achter de ruines is in beide gevallen wel anders.

Een paar dagen later treedt Laura op in het culturele centrum Al-Rowwad - de pioniers. Dat is in het vluchtelingenkamp Aida aan de andere kant van het Graf van Rachel (die andere Rachel stierf ook terwijl ze op reis was).

Laura doet daar een oefensessie samen met Abed Abu Srour, de directeur van het centrum. Een markante persoonlijkheid: Na het behalen van een doctoraat in de chemie in Frankrijk volgde hij zijn hart en moedigt hij al vele jaren lang theater en cultuur aan in het kamp en daarbuiten.

Het stuk is een soort stand-in philosophy, zoals Laura dat ook wel noemt. In het gemproviseerde stuk vertelt Abed dat Laura maar beter niet Rachel Corrie kan spelen, want Rachel Corrie is dood en jij bent levend. In plaats daarvan speelt Laura een compleet naeve westerling die bij de vluchtelingen op bezoek komt om een goede daad te doen. Thuis zat ze soms in haar dagdromen te verlangen naar het inslaan van een bom wanneer ze bij de plaatselijke McDonalds zat te eten, om helemaal uit de routine te breken. Ze zegt dat niet aan haar Palestijnse tegenspeler te durven vertellen.

In plaats daarvan vraagt ze Abed: Waarom haat je je buren, de Isralis? Waarom sluit je niet gewoon vrede? Abed antwoordt zoiets als dat dat hetzelfde is als wanneer jezelf ontspannen water zit te drinken en dan tegen iemand die dorst heeft zegt: Waarom heb je dorst? Laura antwoordt dat ze alleen maar wil helpen. Abed, in zijn karakteristieke stentorstem, nu boos: Hou eens op met dat helpen, we hebben geen hulp nodig, we hebben rechtvaardigheid nodig.

Daarna komt Laura met allerlei voorstellen om de Palestijnen van dienst te zijn - met het vinden van een eigen stem, het maken van films etc. om alleen maar opnieuw te horen dat hulp niet nodig is, want we hebben genoeg filmmakers etc. Uiteindelijk roept ze ten einde raad, met verongelijkte stem, uit dat als haar hulp niet gewenst is ze dan maar weggaat. Maar dan komt Abed terug en zegt dat ze ook niet weg hoeft te gaan, maar eigenlijk alleen maar hier hoeft te zijn. Die aanwezigheid, daar gaat het om. Je hoeft geen grote daad te verrichten, je hoeft niet zoveel te willen, zegt hij. Als je dat loslaat kunnen we van je houden.

De kinderen op de voorste rij zijn op hun stoelen aan het schuiven, want het gaat ze allemaal een beetje boven de pet en ook de Engelse taal vergt veel concentratie.

***

Een paar dagen geleden vertelde Tamer Mary dat hij op de Arabische les een jubelend gedicht over het Palestijnse vaderland uit zijn hoofd moest leren. Je moest je vaderland liefhebben en er alles voor overhebben. Maar dat is toch niet waar, mama, je moet toch God en Jezus aanbidden, die zijn toch belangrijker?

Daar had Mary even niet van terug.

3 Reacties | Reageer direct

Kerstsfeer
07/01

GEZELSCHAPSSPELLETJE

Mis je Nederland, papa, vraagt Jara. Nou ja, niet heel erg, maar wel de familie en mensen die ik ken, misschien langs de grote rivieren fietsen, het hutspot eten, gezelschapsspelletjes, een boek ergens lezen zonder dat iedereen dat vreemd vindt. Maar is dat Nederlands?

Ik verlang ook wel naar een wat minder overdadige Kerstsfeer deze dagen. Je mag natuurlijk niet klagen; je woont in Bethlehem of je woont er niet. Maar tijdens deze Kerst vroeg ik Mary bij het avondetentje met de familie eens geen Kerstliedjes aan te zetten. Je hebt lokale radiozenders die werkelijk 24 uur lang Kerstliedjes uitzenden, van obscure instant-songs van iemand als Elvis tot aan de mooi-fragiel gezongen liederen van de Libanese Fayrouz.

Sommige winkels hebben de volumeknop zo hard aan dat je in de straat moet meedeinen met Stille Nacht, Heilige Nacht en Jingle Bells. Naast de commercile uitbating heeft de wat overspannen Kerstsfeer ook te maken met, denk ik, trauma- en frustratieverwerking. Een paar keer per jaar

moeten de stoppen los, om je eens helemaal te ontrukken aan de Situatie. Onze drukker vertelde eens dat aan het eind van het jaar hij na bombardementen alleen nog maar Kerstliedjes kon horen.

Het Kerstgebeuren krijgt onder de omstandigheden natuurlijk ook een politieke spits, maar dit keer heb ik eens geen behoefte om cartoons te zien van een Kerstman die op de Muur inbeukt, of de wijze mannen uit het oosten die een tunnel graven onder de Muur of iets dergelijks.

Een heel andere politieke spits krijgt de orthodoxe Kerstmis deze dagen: de Griekse patriarch werd vanochtend op het Geboorteplein onthaald met spandoeken tegen de verkoop van grond aan de Isralis in Jeruzalem door het patriarchaat. Dat ligt buitengewoon gevoelig onder Palestijnse christenen.

Enfin, we doen niet teveel buitenshuis ondanks het mooie weer en de ineens opgekomen lenteachtige bloempjes buiten. Tamer zet de toon. Vorige week gingen we naar Jeruzalem en moesten meer dan een uur wachten bij het checkpoint met al dat gedrang. Hij wil liever naar de computer. Inderdaad zijn de lange wachtrijen voor kinderen geen pretje. Sommige wachtenden proberen voor te piepen met een armzalig excuus zoals dat iemand aan de andere kant van de checkpoint hen staat op te wachten. Dat creert wel eens een grimmige sfeer, versterkt door het krakende microfoongeroep van Isralische soldaten.

Ik ga wat gezelschapsspelletjes kopen bij een zaak die alles via de Isralische importeur betrekt. Een leuk ganzenbordspel langs de steden van de wereld, maar zoals te verwachten staat er als enige reisplek in het Midden-Oosten: Jeruzalem, Isral. Bij het spelen praten we over de boycot van Isralische producten, in toenemende mate een gespreksitem hier, ook al nadat de lokale bisschoppen en patriarchen het nieuwe Kairos Palestina document hebben ondersteund, waarin wordt opgeroepen tot een boycot van Isralische producten die de bezetting in stand houden.

Marys zus die uit Parijs op bezoek is vindt dat mensen in het buitenland de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever niet moeten voorschrijven wat te doen, zoals een boycot, dat is aanmatigend en ze hebben geen recht van spreken. Rita zegt: Kijk naar die nieuwe restaurants en zaken in Bethlehem, ondanks de moeilijke economie, dat toont hoe sterk en veerkrachtig de mensen zijn en dat ze niet bij de pakken neerzitten.

Aan de andere kant is de zoon van mijn Arabische lerares, die uit Itali op bezoek is, strikt met zijn moeder: hij wil geen Isralische producten voor haar kopen wanneer er een goed alternatief is en thuis eet hij eveneens geen Isralische producten, hoe lekker gekookt ook. Zo komt de boodschap wel over.

Nog steeds gaan met de Kerst veel Bethlehemse families met een Kerstvergunning naar de grote Isralische mall in het zuiden van Jeruzalem, Mary denkt dat mensen het vooral doen omdat ze daarmee het gevoel krijgen dat ze een Westerse levensstijl uitstralen, ook al kan je prima en goedkoper - textiel in Bethlehem kopen. Jara is ook dol op die Isralische mall, maar ik vind haar eigenlijk te jong (12 jaar) om haar nu al lastig te vallen over boycot-zaken.

6 Reacties | Reageer direct

Trucjes
16/12

JE VERBERGEN

Onze vriendin vertelt dat ze zich nog nooit zo vernederd heeft gevoeld. Ze heeft een internationaal paspoort maar bij de grenscontrole was een ijverige beambte erachter gekomen dat ze een Palestijnse was uit de West Bank. De vriendin kan nu niet meer via Tel Aviv reizen en evenmin haar auto gebruiken om van Betlehem naar Jeruzalem te gaan. Ze moet in de toekomst in de rij staan bij het checkpoint net als andere Palestijnse arbeiders. Ze heeft haar privileges verloren. Ze wist dat het kon gebeuren en ontvangt het nieuws gecontroleerd. Wat haar vooral stak en vernederde was die ondervraging op het vliegveld: ze kreeg een terechtwijzing van haar ondervragers dat ze de autoriteiten de afgelopen jaren had getrickt. Alsof ze iets illegaals had gedaan. Terwijl zij volgens normale menselijke standaarden alle recht heeft naar Oost-Jeruzalem te gaan. Tenslotte zijn het de Isralis die Oost-Jeruzalem eenzijdig geannexeerd en afgesloten hebben.

Dat je wel eens je identiteit moet verbergen en proberen soldaten of Isralische beambten te tricken, is een gegeven in het Palestijnse dagelijks leven, ook al is dat met de vertechnologisering van de checkpoints minder het geval dan vroeger. Soms heeft het tricken iets uitdagends, wanneer

bijvoorbeeld Palestijnen bij een checkpoint doen alsof ze een buitenlander zijn die niet Engels maar alleen bijvoorbeeld Frans spreekt.

Soms gaat het om kleine leugentjes, zoals wanneer een bevriende Palestijnse taxichauffeur bij de luchthaven van Tel Aviv me vraagt om bij de security check niet te zeggen dat ik hem ken en dat ik niet uit Betlehem, maar uit Jeruzalem kom. Of wanneer iemand zegt dat je bij checkpoints waar ook Isralis langs komen als het even kan zachtjes moet blijven rijden, want Isralis stoppen niet voor checkpoints.

Maar vaak hebben de trucjes iets onderworpens, waarbij je jezelf ontkent. Bijvoorbeeld Hebreeuws nadrukkelijk accentloos proberen te spreken of als vrouw je haar blonderen of als jongen je haar laten knippen zoals Isralis dat doen. Jara vroeg een tijdje geleden aan Mary waarom ze haar haar niet liet blonderen, wie weet heb je dan minder problemen. Mary zei dat ze trots was Palestijn te zijn.

Ik maakte in Jeruzalem eens mee dat een bekende van me nadrukkelijk in de Egged bus in Jeruzalem over Arabieren begon te spreken in plaats van over Palestijnen zoals hij in Betlehem doet.

Ik moet ook denken aan de vele Palestijnen in het buitenland die, zoals in Nederland, niet zeiden dat ze Palestijnen waren. Anders waren ze gelijk terroristen en hadden hun kinderen problemen op school. Hoeveel familieleden van Mary en haar kennissen hebben in Europa of de VS hun voor- of achternamen niet veranderd?

In de jaren vijftig schreef de Algerijnse arts en auteur Franz Fanon, tijdens de Algerijnse bevrijdingsstrijd, een boek met als titel Zwarte Huid, Blanke Maskers. Voor hem was beslissende inzet van die bevrijdingsstrijd het wegdoen van de maskers, je zelfwaarde terugvinden.

Deze dagen spreken ze bij Mary op haar werk over Livni, de vroegere Isralische minister van buitenlandse zaken en een van de architecten van de oorlog tegen Gaza begin dit jaar. Er blijkt een arrestatiebevel tegen haar te zijn uitgevaardigd door een locale rechtbank in Engeland en Livni heeft haar reis afgelast. We horen ook dat Isralis zich in het buitenland wat minder als Israli willen voordoen, want je kan wel eens opmerkingen krijgen.

He, denken Palestijnen hier, goed dat jullie het zelf eens beginnen te merken Misschien kan dat helpen om je eigen koloniale ambities op te geven. 5 Reacties | Reageer direct

Spiegels
02/12

REDDEN

Tania, lid van de vrouwengroep op het Soemoed Verhalenhuis, vertelt hoe haar man een paar jaar geleden maanden gevangen had gezeten omdat hij in Jeruzalem was gepakt zonder vergunning. Wanneer ze dit verhaalt aan een groep Zweedse bezoekers, zegt ze erbij dat ze de Isralis als mensen niet haat, maar ziet als buren waarmee je op de een of andere manier moet samenleven. Hun toekomst is vervlochten met onze toekomst. Dat er nu een Muur is die dat samenleven onmogelijk maakt, vindt ze beangstigend. Hoe kun je minder dan een kilometer van elkaar leven zonder ooit een ander contact te hebben dan dat van soldaten die burgers vernederen?

Mary herinnert zich niet meer hoe lang het geleden was dat ze een normaal, open contact had met een Israli. Laatst gaf ze een geschenk aan een Isralische arts die me had geopereerd. Maar die arts was iemand om mee over lijf en leden te praten, niet over andere zaken.

Rania, die het Soemoed Huis cordineert, vertelde dat ze een paar dagen geleden een dagvergunning kreeg om Isral binnen te gaan. Ze kreeg de vergunning vanwege de viering van de bijna-heiligverklaring van een Palestijnse non uit Nazaret, de stichter van de orde van de Rosary Sisters. Deze orde voert onder meer het beheer over een aantal goede Palestijnse scholen.

Rania maakte van de gelegenheid gebruik om met haar kinderen het Meer van Galilea te bezoeken. Daar vroeg een orthodoxe jood, die haar waarschijnlijk niet als Palestijn herkende, om een fotootje van hem en zijn echtgenote te schieten met het meer als achtergrond. Niks bijzonders. Maar Rania twijfelde of ze dat wilde doen. Ze heeft me meermalen gezegd dat ze eigenlijk geen Israli meer

wil ontmoeten. Uiteindelijk deed ze het, maar hield er naderhand een vreemd soort van schuldgevoel aan over. Alsof ze iets verkeerds had gedaan.

Daarna vertelde ze dat ze op diezelfde dag een Isralisch kind op een hoge rots bij het meer zag spelen en ineens bij zichzelf een gevoel ontwaarde dat dat kind niet mocht vallen. Ook daarbij had ze een dubbel gevoel.

Toen ze dat vertelde schoot me een herinnering aan haar moeder te binnen, Sylvana.

Deze onderging eind jaren tachtig een abortus als gevolg van het inhaleren van Isralisch traangas. Kort na haar abortus moest ze haar arts in Jeruzalem bezoeken. Ze wandelde door het winkelcentrum waar ze ineens een kind gevaarlijk op een of ander platform zag balanceren. Het dreigde te vallen. Ze had de kans nog iets te doen. In een fractie van een seconde overdacht ze of ze het kind zou laten vallen, zoals het Isralisch leger haar eigen kind had laten vallen. Toen schoot ze naar voren om de jongen te redden.

Ik vertelde Rania dat het verhaal van haar moeder zich spiegelde in haar eigen verhaal van dat kind op de rots.

Ervaringen zijn soms inderdaad spiegels. Afgelopen zondag las ik op de Arabische les uit het levensverhaal van de Palestijnse architecte Suad Amiry, neergelegd in haar bekende boek Sjaron en mijn schoonmoeder (ze had met beiden de nodige problemen).

Toen ik de passage las dat zij het huis in Jaffa wilde zien waarin haar ouders hadden gewoond, schoot Aida, mijn Arabische lerares, vol. Het bleek dat zij als jong kind ook in die buurt had gewoond. En ook zij had later, voordat het checkpoint-regime dat zo goed als onmogelijk maakte, nog wel eens een halfslachtige poging ondernomen om het ouderlijk huis terug te zien. Maar de Isralis [die in het huis wonen] willen toch niets met je te maken hebben. Het verhaal van Suad spiegelde zich in haar eigen verhaal.

***

Binnenkort, op 11 december, komt een belangrijk Kairos document uit van een brede, representatieve groep van Palestijnse christenen. Daarin wordt de Boycot, Divestment and Sanctions (BDS) campagne ondersteund als alternatief voor een nieuwe geweldscyclus. Slepende vredesgesprekken hebben de bezetting niet kunnen doen eindigen maar dekken eigenlijk een gruwelijke realiteit toe. Het document bepleit geweldloos verzet als manier om de menselijkheid van jezelf en de ander te bewaren. En als een manier om de Isralis van zichzelf te redden. 2 Reacties | Reageer direct

Aarde
17/11

WAT IS THUIS?

Een paar dagen was ik in mijn andere thuis in Nederland en kon zo de premiere van Evi de Jeans nieuwe theaterstuk Aarde in Tilburg zien. In Betlehem kennen we Evi van haar deelname aan verscheidene muziekoptredens voor de Muur. Met haar warme persoonlijkheid en volle stem heeft ze een bijzondere impuls gegeven aan het initiatief om een jaarlijks soemoed-festival in Betlehem te houden.

Haar nieuwe theaterstuk begint echter niet in Palestina, maar in Isral, in een dorp bij Tel Aviv waar ze als kind enkele jaren opgroeide omdat haar vader daar voor werk moest zijn. Ze ging een paar jaar geleden naar dat dorp terug om de warmte en vertrouwdheid van thuis terug te vinden. Maar thuis is voor iemand als Evi, een Vlaming in Amsterdam geboren op het eiland Bermuda, geen gefixeerd punt. Haar reis was er een van terugkeren maar ook loslaten, want door los te laten kan ik een eind verder zien. Het werd een zoektocht over grenzen heen in dialoog met zichzelf en anderen. Ze liep door de Muur en dompelde zich onder in de Palestijnse samenleving in Betlehem. Daar voelen de mensen zich weliswaar thuis maar hebben onder bezetting totaal geen vrijheid en een uiterst moeilijk levensperspektief. Evis spirit gaat tegen de hokjesgeest en de gevangenissen in, ze zingt tegen de muren en checkpoints en andere klippen op.

Met warme liederen, pozie en verrassende verhalen worden de muren doorbroken. Centraal in haar bewegelijke zoektocht naar thuis is een ontmoeting met Suzy Atallah, een begeesterde lerares Engels en verhalenvertelster uit Betlehem. In Evis stuk heet Suzy Auda Arabisch voor terugkeer. Suzy/Auda woonde jarenlang in de VS, ontmoette de liefde van haar leven daar (een piloot), maar besloot op eigen aarde te landen door naar haar familie en vrienden thuis in Betlehem

terug te keren. Evi doet de karakteristieke hand- en armbewegingen van Suzy treffend na wanneer deze vertelt over tragi-komische momenten in de familie tijdens crisissituaties, zoals uitgaansverboden.

Ikzelf ken Suzy goed, ze is inderdaad niet de stereotype Palestijnse met een getergde blik van onderdrukking, zoals Evi aangeeft, al gaan haar verhalen vaak over groot onrecht, leed en wanhoop. Suzy heeft altijd een brede lach en neemt op reis een koffiepot mee om Arabische koffie te kunnen zetten en draagt een bonte verzameling halskettingen voor het geval ze eens een speciaal iemand mocht ontmoeten wil jij een ketting, Evi? Ze vertelt verhalen voor de kleintjes en stimuleert haar Engelse klassen om dagboeken te schrijven, samengebracht in de bundel The Wall Cannot Stop Our Stories.

Evis Aarde is geen politiek statement. Haar stuk is, zegt ze in een begeleidende DVD gemaakt met de hulp van haar partner Coen Bouman, niet pro-Isralisch of pro-Palestijns. Ook in dat opzicht ontwijkt ze de hokjesgeest. Wanneer ze de oude Isralische schlager en songfestivalhit Jerushalajim zingt voegt ze haar eigen teksten en interpretaties in. Als toeschouwer en meebelever onderga je een breed scala aan emoties. De warme, volle stem en de intimiteit van het theater wekken een gevoel van vertrouwdheid en thuis-zijn op, maar de tekst kan ineens vriendelijk-ontregelend werken. Kortom, een echte aanrader.

Voor meer informatie over Evi de Jean en voorstellingen van Aarde: http://www.evidejean.com/ 4 Reacties | Reageer direct

Underground
03/11

BUURTEN IN JERUZALEM

Met Jara en Tamer ga ik naar een 'underground' festival in de oude stad van Jeruzalem. Onze buurvrouw zegt: "Jammer, dat je niet met je vrouw kan", want Mary heeft geen vergunning. De plekken waar het festival wordt gehouden blijven geheim. Een en ander wordt georganiseerd in het kader van "Al-Quds hoofdstad van de Arabische cultuur", een evenement dat door Isral niet wordt erkend en toegelaten. Het festival is daarom decentraal georganiseerd, met kleine evenementen in particuliere huizen. Het woord 'underground' doet denken aan de eerste Intifada van eind jaren

tachtig, toen de Palestijnen 'ondergronds onderwijs' organiseerden buiten de scholen om, die toen voor lange tijd op last van het leger gesloten waren.

Ook al is het een beetje uit de nood geboren, het ondergrondse festival is een mooi idee. Ik heb het gevoel dat we gaan buurten. Merlijn Twaalfhoven, met zijn collegas van La Vie sur Terre de initiatiefnemer, zegt dat je de stenen van de huizen moet laten spreken. Met alle historische bezienswaardigheden in de oude stad vergeet je bijna dat er ook nog gewone mensen achter de gevels wonen. Terwijl we in meer dan tien groepjes door de stad lopen, vertelt een Palestijnse scholiere in onze groep dat ook al woont ze in Jeruzalem, ze de stad zelf eigenlijk niet kent. Terwijl we lopen, kijken Jara en Tamer naar de orthodoxe joden die langslopen, met die grote bontmutsen en gekrulde haarlokken. Ook kijken ze naar de vele politie - er zijn de afgelopen weken spanningen geweest rond de Al-Aqsa Moskee. Het is wat om als kind op te groeien met continu zwaar bewapende politie en kolonisten om je heen. Jara en Tamer hebben extra oog voor de vele poesjes. Ineens zien we een paar jongens over de straattrappen sprinten. Een jongen doet dat zo snel en zo mooi dat zijn benen bijna horizontaal in de lucht hangen.

In het eerste huis zitten we met zijn achten in een klein kamertje. Een meisje doet een eenacter; ze speelt dat ze de school verliet om jong te trouwen maar later toch wilde studeren. Zomaar uit het leven gegrepen. Daarna naar een ander huis waar een sheikh van het Uzbeekse cultureel centrum (je hebt in Jeruzalem een ongelooflijke variteit aan culturele identiteiten) uitlegt hoe de gebedsaankondiging vanuit de moskee in zijn werk gaat. Een zanger, of eigenlijk reciteerder, doet onder begeleiding van doffe trommelslagen de oproep tot gebed die wijzelf alleen kennen uit de luidsprekers. Maar we kunnen niet lang blijven, al botst dat een beetje met de Arabische gastvrijheid. Ik krijg de thee mee. Lastig, om met een bekertje thee over die steile trapjes zonder leuning te balanceren.

Dan naar een soort ouderwetse studiezaal toe, waar een jongen een eigentijds politiek verhaal voorleest uit een oud aandoend boek. Daarna gaat hij achter de tafeltjes een rap-liedje zingen en dansen. Tamer doet hem op straat na; met de handen maakt hij schokkende steekbewegingen naar voren. Op dan naar een woonplek waar een man de oed, de voorloper van de gitaar, speelt, begeleid door een trommel. Er is via een laptop een skype-verbinding met musici in Amsterdam en ineens spelen de instrumenten in Amsterdam en Jeruzalem samen. Weer die combinatie van oud en modern. We gaan naar de Afrikaanse wijk waar een gids vertelt hoe zijn huis eens onderdeel uitmaakte van een Mamelukse gevangenis. Hijzelf heeft ook in de gevangenis gezeten en was lange tijd woordvoerder van Palestijnse politieke gevangenen. Zo val je van de ene verbazing in de andere.

Aan het eind bezoeken we een mooie binnenplaats met trapjes en ingewikkelde bochten en doorkijkjes. Daar is Kymia Kermani, de klarinettiste uit Nederland, die op een open plateau samenspeelt met een Palestijnse fluitist. Tamer vindt dit het mooiste. De muzieknoten klimmen net zo snel door de ijle lucht als dat een jongen uit de buurt de traptreden op zou kunnen sprinten. Alle artiesten komen bij elkaar voor een finale in een hooggelegen lege ruimte. Iemand vertelt me dat de deelnemende Palestijnse artiesten bijna allemaal zijn opgeleid in het Spafford Kindercentrum, waar jongeren uit de oude stad kans krijgen om in contact te komen met kunst. We klappen en deinen met het ritme mee. 5 Reacties | Reageer direct

De bij
21/10

PUUR

Deze weken heeft Mary een huiselijk gezondheidsoffensief ingezet. Gewapend met kruiden en specerijen. Diepgroene nana mintblaadjes zijn over een groot laken op de tafel uitgespreid. Hiermee maken we extra geurige thee als tegenwicht voor een gezond maar gemeen bitter goedje, de dzjaade (wilde germander). Mary waarschuwt dat laatste niet met honing te mengen, het moet puur worden gedronken. Honing gebruiken we daarentegen in een mix met kaneel, een medicijn voor alles. We beginnen de dag met een glaasje water met knoflook-infuus.

Mary werd vorige week door een bij gestoken. Snel deed ze verse knoflook op de wond. Deze zoog de kwade stoffen eruit. In Gaza, horen we, worden bijen gebruikt om vergif uit een wond te zuigen; ze vallen daarna dood neer. Vanwege de militaire sluiting is daar zon gebrek aan medicijnen dat de artsen hun toevlucht nemen tot oude volksgebruiken.

Hier, ten zuid-westen van Betlehem, steunen sinds een paar maanden Amerikaanse Methodisten een bijenteeltprojekt in het dorpje Waad Foekien onder de wervende titel, het "Halleluja Moment". Het doel is de boeren op hun land te houden en hen een hart onder de riem te steken, want Waad Foekien is dichtbij nederzettingen gelegen en straks wellicht bij de Muur. De honing wordt in de VS verkocht. Honing uit het land van melk en honing.

Eigenlijk was vroeger de bijenteelt best wel veel in gebruik hier. Er zijn nog steeds een aantal families in Betlehem waar je de honing rechtstreeks van kan kopen. Mary haalt het bij een college van haar op de universiteit. Er is een oud verhaal van een Amerikaanse missionarissenfamilie die in de 19e eeuw in het dorpje Artas ten zuiden van Betlehem de Moslimse bewoners onder meer via de bijenteelt wilden bekeren tot een christelijk genspireerd zionisme. Dat lukte van geen kanten, maar een dochter in de familie, Louise Baldensperger, cultiveerde de hobby van het verzamelen van plaatselijke planten- en kruidengebruiken en de verhalen daaromheen. Zo is in de jaren dertig van de vorige eeuw misschien wel het mooiste boekje over de Palestijnse boerencultuur geschreven aan de hand van Louises verzameling plantenverhalen ("Van cedar tot hyssop").

Verder neem ik af en toe een neutje olijfolie s ochtends, naar de gewoonte van Marys overleden vader. Daar word je zo sterk van als een bok en bovendien is de olijfboom de heilige boom van Palestina, en het symbool van geworteldheid en eeuwige jeugd, want het is een altijdgroene boom. Maar de olijfolie wordt straks jammer genoeg weer duur, want de olijfoogst is mager dit jaar.

Jara heeft vorige week meegeholpen bij de olijfpluk van Marys oom Jamal. Jamal heeft nog een klein landje met olijfbomen; zijn grotere landerijen liggen in de zogenoemde veiligheidszone bij de Muur op weg naar Jeruzalem. Hij mocht die vele honderden bomen van hem een tijdje geleden een middag zien, maar de olijfpluk is niet meer mogelijk. De olijfjes verpieteren. Het land is formeel nog wel van hem, maar hij mag er niet meer komen.

We horen berichten dat het nu zelfs olijfgaardhouders wordt verboden om buitenlandse vrijwilligers voor de olijfpluk te recruteren, onder meer in Nabloes. De landeigenaars worden daar gewaarschuwd voor een boete van 6000 sjekels of 1200 Euro. De internationals helpen vooral boeren die bij de olijfpluk last hebben van naburige Isralische kolonisten die het op hun grond hebben voorzien. Ze beschermen de boeren. Op het moment hebben internationale vrijwilligers de aloude problemen om via Jordani of Tel Aviv naar de West Bank te reizen. Zeg niet tegen de security dat je voor de olijfpluk komt, want dat kan reden zijn je de toegang tot het land te weigeren.

Het laatste nieuws op het voedselfront is dat de Palestijnse politie meer controles op de etenswaren uitvoert. Laatst werd een grote partij etenswaren bij een Palestijnse handelaar onderschept waarvan de gebruiksdatum was overschreden. De etiketten waren verwisseld, de blikken bleken afkomstig uit een nederzetting.

Iemand suggereerde eens "PalestinaPuur" als reclameslogan. Ironisch, of juist niet?

P.S. Dochter Jara (11) is een blog gestart op de website van WereldKids, een initiatief van VPRO en Wereldomroep om Nederlandse kinderen in het buitenland aan het woord te laten komen. Jara is nu dus correspondent in Palestina. Zie: http://blogs.rnw.nl/wereldkids/jara-woont-in-palestina. 1 Reacties | Reageer direct

Recht
07/10

AFSCHUIVEN

Mary zegt, " 'eeb, 'eeb" we moeten ons schamen - wanneer we het nieuws horen dat het Palestijns Gezag de behandeling van een belangrijk mensenrechtenrapport tegenhoudt. Het rapport is opgesteld onder leiding van de Zuid-Afrikaanse rechter Richard Goldstone en verdenkt de Isralische regering en Hamas van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid tijdens de invasie van Gaza begin dit jaar. Ongeveer 90% van het rapport neemt het gedrag van het Isralische leger kritisch onder de loupe. Binnen de Isralische publieke opinie is het rapport als een bom ingeslagen. Dagelijks schrijven de kranten erover. Bij de Palestijnen is er een andere bom ingeslagen. Het Palestijns Gezag heeft zich onder druk van de Amerikaanse regering bereid verklaard om de behandeling van het rapport in de mensenrechtenraad van de VN uit te stellen. Dat uitstel moet tot afstel leiden, lijkt de Amerikaanse bedoeling. Anders komt het vredesproces in gevaar.

Internationale mensenrechtenorganisaties waren het er bepaald niet mee eens, en Palestijnse mensenrechtenorganisaties nog minder. Marys collegas op haar werk, die anders zelden over politiek praten, zeggen dat de Palestijnse president Mahmoed Abbas op geld uit is. De wereld heeft geen respect meer voor ons. Ik ben er zeker van dat de Europeanen ons nu bespottelijk vinden. Wanneer ik onze buurvrouw over de affaire vertel, vindt ze haar eten ineens niet lekker meer. Het Palestijns Gezag stelt een onderzoek in, maar eigenlijk zijn de feiten wel bekend. Een minister zegt zijn ontslag in te dienen, maar komt erop terug. Gisteren meldden zich geruchten dat Abbas door de Amerikanen gouden bergen zou zijn beloofd, een Palestijnse staat op een bordje.

Waarom roept de affaire zoveel emoties op? De slachtoffers van Israls invasie hebben recht op recht, dat wordt als eerste genoemd. Maar er speelt ook een politiek punt. Het ging om een geloofwaardige commissie die internationaal op veel steun kan rekenen. Die politieke zwaarte zou Israls gedrag in de toekomst helpen in te binden. Je kan het hoofd van de commissie niet van een pro-Palestijnse bias betichten. Goldstones dochter zei dat haar vader een overtuigde zionist was die dit rapport hielp tot stand te komen uit liefde voor Isral, dat immers gebaat is bij recht.

Bij Marys collegas en onze buurvrouw speelt ook iets anders: Wat is het beeld van de Palestijnse zaak in de wereld? Dat raakt ook het zelfbeeld. Waar sta je voor? Wie ben je? Mensen hier hebben het gevoel dat Mahmoed Abbas de Palestijnse zaak niet meer verbindt met recht, maar met opportunisme.

Mary en de buur en ik vragen ons af hoe het zover heeft kunnen komen. Is het omdat het Palestijns Gezag een soort collaborerende elite is geworden die buiten de samenleving staat, en van de bezetting profiteert? Nee, dat geloven de mensen hier in het algemeen niet, want daarvoor zijn er teveel relaties tussen het Palestijns Gezag, de Fatah-beweging die deze ondersteunt, en de samenleving. In enquetes stond Abbas in feite niet zo slecht (dat kan nu anders zijn). Wat we zien is denk ik het resultaat van twee langzame, sluipende processen.

Ten eerste is er hier sinds de laatste Intifada van 2000 veel meer dan vroeger de neiging om de politiek over te laten aan de politiek. Uitzonderingen zijn de plaatsen waar verzet is, zoals tegen de bouw van de Muur. Maar in een stad als Betlehem is er het wijdverbreide gevoel dat het niet veel uitmaakt wat je doet, want Isral doet toch wat het wil, een uitdrukking die in de monden van mensen bestorven lijkt te liggen. Je komt wanhoop tegen, het gevoel tegen een overmacht te strijden. Al te vaak zegt men: Laat de politiek maar aan het Palestijns Gezag of aan de politieke facties over.

De tweede ontwikkeling is de groeiende neiging van het Palestijns Gezag de afgelopen jaren om de zaak aan de Amerikanen over te laten. Zonder de Amerikanen kan je het wel vergeten, hoor je in die kringen. De verslaggeefster van Al-Jazeera in Ramallah zei laatst dat het Palestijns Gezag altijd maar opnieuw zegt dat het onder zware druk staat van de VS. Dan geef je eigenlijk je onafhankelijkheid op.

En zo zijn er eigenlijk twee excuses om weinig of niets te doen laat het aan het Palestijns Gezag over, en laat het aan de Amerikanen over. Misschien komt daar nu een einde aan?

2 Reacties | Reageer direct

Feesten
22/09

TE

Een collega op mijn werk vertelt dat in Betlehem wordt gewerkt aan het allergrootste borduursel met Betlehem motieven dat ooit is gemaakt. Doel is om in het Guinness Book of Records te komen en zo wat extra publiciteit te krijgen. De Palestijnse borduursels uit de Betlehem regio zijn een van de mooiste, maar worden ze mooier op een grotere lap stof? Dat lijkt me niet.

Een paar maanden geleden was er in Nabloes op de noordelijke Westoever ook al zoiets. Daar werd de allergrootste kanafeh gemaakt, een heerlijk soort nagerecht gemaakt van yoghurt en zoet, waar Nablus bekend om is. Het gerecht was tijdens een grootse party uitgespreid over een tafel van meer dan zeventig meter. De mensen die het best langs de tafels konden dringen konden gratis een stuk bemachtigen. Ik weet niet of er veel feeststemming was. Het ging vooral om het promoten van de economie van Nabloes die nu ietsje lucht krijgt door de opheffing van een groot checkpoint ten zuiden van de stad (enkele honderden andere checkpoints blijven ondertussen nog gewoon functioneren).

Op de een of andere manier doet het wat te aan. Cultuur als prestatie, dat werkt niet altijd. Het gevoel van ontspannenheid, dat aan cultuur ook eigen is, komt niet uit de verf. Als de druk op het dagelijks leven groot is, kost het moeite om je echt te ontspannen.

Ik zie Jara deze zomer ook hard werken voor elke bruiloft, verloving of doopsel - traditionele feestmomenten. Ze wil er zo mooi mogelijk uitzien en neemt met haar elf jaar haar moeder mee naar de modieuze winkels in Betlehem. En op het feest veel fotos maken en die uitwisselen over de wereld via Facebook. Ach, wat geeft het, denken Mary en ik, als het maar niet te duur wordt. Ze kan zich zo even bevrijden van het te vele huiswerk.

Op het Eid al Fitr, het moslimse Suikerfeest (een beetje rare term trouwens, vergelijkbaar wanneer je de Kerst het Kalkoenfeest noemt), word ook veel gegeten, is onze indruk - net als tijdens het avondlijk breken van het vasten gedurende de voorafgaande Ramadan. De slagers dreven deze weken hun prijzen op, want de vraag naar vlees groeide.

Was het vroeger niet meer ontspannen, vraag ik Mary, met meer spontane feestmomenten op de veranda, samen met buren en familieleden, of tijdens een picknick op het platteland, of een spontaan dansen tijdens oudjaar? Is die ontspannen spontaniteit en zwier van het dagelijks leven er niet meer, of minder?

Mary zegt dat op een webenqute van het locale persbureau Maan, er een vraag was of men bij de feesten (a) thuis wilde blijven, of (b) in het vaderland (d.w.z. de Westoever), of (c) naar het buitenland wilde gaan. De overgrote meerderheid wilde naar het buitenland. Ook al zijn maar weinigen in staat dat te doen. Het is lastig om in een plek als Betlehem te feesten. We horen hier en daar zelfs berichten of geruchten dat sommige mensen teveel drinken, iets dat je vroeger nooit hoorde.

Ik lees een blog van Alice Walker, de schrijfster van The Color Purple. Ze ging deze lente naar Gaza en schrijft dat ze een gevoel had van thuiskomen. Ze voelde zich thuis in het getto van Gaza, de Bantoestan. Iedereen had een bewustzijn van strijd en verzet, de man achter de kar voortgetrokken door een ezel, de vrouw die groenten verkoopt. Toen zijzelf opgroeide in de Amerikaanse staat Georgia ademde ze ook alleen normaal in haar eigen buurt, in het zwarte deel van de stad. Overal elders was het te gevaarlijk.

Ze was in Gaza samen met een groep vrouwen. Na de uitwisseling van ervaringen werd er spontaan gedanst. Ze voelde de Spirit, die ze ook voelde in de Congo, Mississippi, Rwanda of Birma, dat vermogen om te dansen in het aangezicht van rampen. Ze weet dat deze Spirit tijdloos is als de wind.

Voor Tamer is het vooral een feest wanneer ik pannenkoeken maak. Toen ik laatst tegen hem zei dat ik eerst Marys opinie wilde horen hierover (want Mary heeft meer zicht op de voedselsituatie thuis), zei hij dat ik toch sterker was dan Mary. Jij bent toch de baas, jij kan toch doen wat je wilt? Graag shway, shway, antwoordde ik - rustig aan een beetje. 1 Reacties | Reageer direct

Toerist
01/09

VISUMPROBLEMEN

Ik ga met Jara en Tamer door het checkpoint. Ik hoef alleen maar met onze buitenlandse paspoorten te zwaaien en de soldaten op de diverse stoppunten knikken ons door. Na afloop zeg ik tegen Jara: "Dat is wel een verschil he, vergeleken met wanneer je met mama erdoorheen gaat." Ik wil bijna een les civics over discriminatie beginnen, maar hou me op tijd in, want het is zondag en we gaan immers naar Jeruzalem voor een uitstapje. Het is nog een paar dagen vakantie; het schooljaar start a.s. dinsdag voor de kinderen. (Een hot topic is dat veel ouders bezorgd zijn om de verspreiding van de varkensgriep. Het onderwijspersoneel is gedetailleerd genstrueerd t.a.v. de hygine op de scholen).

Je hebt hier op het checkpoint vijf categorien Palestijnen of bijna-Palestijnen zoals ik, die ieder op een wat andere manier behandeld worden:

1. Palestijnen met een West Bank identiteitsbewijs (ID) en boven de zestien jaar die een vergunning nodig hebben om Jeruzalem en Isral binnen te gaan, zoals Mary en haar zus in Betlehem. Mary heeft een Chileens paspoort, maar dat maakt voor het binnenlandse reizen niets uit. 2. Palestijnen met een Jeruzalem-ID. Deze Palestijnen kunnen vooralsnog de West Bank binnen, hoewel het de vraag is of dat zo blijft. Om naar Betlehem te gaan moeten ze via het Beit Jala checkpoint binnenkomen. 3. Palestijnen met een Isralisch paspoort, zoals Palestijnen uit Galilea. Eigenlijk mogen zij als Israli de West Bank steden niet in (de Isralische regering verbiedt dat), maar totnogtoe lukt het in de meeste gevallen, zij het met trucs, heb ik de indruk. 4. Palestijnen zonder een West Bank ID en met een buitenlands paspoort, zoals Marys familie in Parijs. 5. Niet-Palestijnen met een buitenlands paspoort maar met speciale relaties, zoals familie banden of werk in de West Bank (ik).

De eerste categorie heeft de meeste beperkingen en, om me aan een generalisatie te wagen, hebben minder de neiging om bv. met soldaten te argumenteren wanneer ze het checkpoint passeren. Ze

lopen het risico om op een zwarte lijst te komen te staan. Ik moet zeggen, Mary is wel een uitzondering, ze gaat gemakkelijk in discussie; ze kan niet anders. Laatst vroeg een soldaat wat de ziekte is van haar zus die ze begeleidt naar het ziekenhuis in Jeruzalem. Ze zei: "Het is jouw taak om vergunningen te bekijken en niet te vragen naar ziektes."

De Jerusalem-ID houders hebben iets meer marge. Laatst zat Mary in een bus een half uur in de bloedhitte te wachten. Een Palestijnse uit Jeruzalem in de bus nam het niet en sprak op hoge toon tegen een soldaat, die vervolgens naar haar ID vroeg en deze liet onderzoeken de gebruikelijke reactie. Maar dat interesseerde haar niets. Je ziet ook dat Palestijnse vrouwen in het algemeen meer argumenteren, misschien omdat mannen eerder om iets gepakt en vastgezet worden, of op een zwarte lijst komen.

Een paar dagen geleden werkte de magnetische kaart van Marys zus niet, Het kon niet uitblijven! Alle vergunningenhouders hebben er last van. Haar broer uit Parijs, met een Frans paspoort en zonder West Bank-ID, voelde zich sterk genoeg om naar de commandant te gaan en te vragen of zijn zus niet kon passeren, en dat gebeurde.

Buitenlanders zoals ik hebben het op de checkpoint gemakkelijker, en ik merk dat de kinderen het wel fijn vinden dat ik er ontspannen bijloop in die gekooide gangen. Maar buitenlanders ontberen ook elementaire rechten. Ik ben al meer dan vijftien jaar hier op toeristenvisa, simpelweg omdat er geen andere regeling is. Nu wordt het verblijf voor buitenlanders weer een graadje moeilijker. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken is sinds kort weer in handen van de orthodoxe Shas-partij die erop gebrand is om het joodse karakter van Isral te versterken. Dat betekent in de praktijk dat niet-joden op meer problemen met hun visa en op meer reisbeperkingen kunnen rekenen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken wil nu dat mensen die naar de West Bank gaan Isral niet binnenkomen en vice versa. Het Isralisch Ministerie van Toerisme weet wel dat dit de nodige toeristen gaat kosten en protesteert hiertegen, zelfs via de pers.

Op de Allenby Bridge vanuit Jordani wordt op het moment gewerkt zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken het wil. Je krijgt daar visa dat wordt bestempeld met 'Palestinian Authority only', wat betekent dat je Isral niet binnenmag. Maar op de luchthaven van Tel Aviv is de nieuwe regeling nog niet doorgevoerd.

Ik wordt opgebeld door een journalist die vraagt of ik nu straks in mijn handelen wordt beperkt. Niet als ik achter de computer zit, zeg ik, maar wel wanneer ik toeristen gids, want wat heb je aan gidsen die alleen in de West Bank mogen reizen - zoals het leeuwendeel van de Palestijnse gidsen

hier? En vooral - wat te doen wanneer ik Jara en Tamer niet meer naar Jeruzalem kan begeleiden voor hun uitstapjes? 0 Reacties | Reageer direct

Organiseren
19/08

DE CONFERENTIE

Betlehem staat de afgelopen twee weken in het teken van het Fatah-congres. Mary koopt in bij de slager, die zegt: Wat we nodig hebben is een fatsoenlijk leven. Niet altijd gespannen. Kijk naar de overlijdensadvertenties in de krant: de mensen gaan dood wanneer ze in de vijftig of zestig zijn. Dat is van de druk. Een Palestijnse soldaat komt binnen. De slager zegt hem: Zal de Muur nu naar beneden komen door dit congres? Wat jullie doen is weggegooid geld.

Weggegooid of niet, de slager houdt er in ieder geval een aardige duit aan over want veel van het vlees voor de maaltijden van de 2200 gasten wordt bij hem ingekocht. Er circuleren de nodige geruchten over de hoge dagtoelage die de congresgangers zouden ontvangen. De genoemde kosten van de kidreh (een typisch Arabische maaltijd) en de aangerukte schapen voor de slotmaaltijd zijn zo onwaarschijnlijk hoog dat ik vermoed dat al dan niet bewuste overdrijving in het spel is. Maar andere winkeliers moeten hun zaak tijdelijk sluiten omdat deze niet meer toegankelijk is vanwege de omleiding van het verkeer.

Een deel van de economie van Betlehem heeft door het congres een injectie gekregen maar die is weer snel uitgewerkt en bereikt niet de bredere middenstand. Een collega op het werk zegt dat zijn verliesgevende zaak deze maanden niet meer heeft omgezet dan anders. Ik vraag het hem omdat er in de Isralische pers ineens gesproken wordt over een opleving van de Palestijnse economie op de Westoever. Dat is misschien het geval in Ramallah, maar niet in Betlehem, zegt mijn collega, omdat mensen hier van het toerisme afhankelijk zijn en dit op het moment bepaald geen groeisector is. Ook van anderen hoor ik niets over omzetverhoging of vermindering van de werkloosheid. De groeiverhalen lijken vooral bedoeld om Netanjahus agenda van een economische vrede te ondersteunen.

In alle hoofdstraten staan aan beide kanten van de weg elke 20 meter soldaten opgesteld ten behoeve van de veiligheid van de congresgangers. Voortdurend rijden er jeeps of grote zwarte wagens af en aan. Soms met het nodige getoeter, waardoor Mary 's avonds niet in slaap kan komen. De stad lijkt zo wel de hele dag door belegerd, ware het niet dat de soldaten een goedmoedig humeur uitstralen. "Zij kunnen het ook niet helpen," zegt Fuad. De soldaten hebben, vermoed ik, nog steeds een laag loon, een paar honderd dollar per maand. Ze slapen in de klaslokalen van het Franciscaanse Terra Sancta college, waar het congres wordt gehouden.

Maar al het overdreven vertoon in de straten irriteert. Niet minder dan een derde van het budget van het Palestijnse Gezag gaat naar veiligheid. Veel van die veiligheid lijkt vooral machts- en statusvertoon. Een derde van het nationale budget - is dat nu nodig, met al dat geldgebrek op scholen? Laatst vroeg een hoofd van een school mij om in Nederland geld te werven voor een kopieerapparaat. Waarom moet het congres eigenlijk meer dan tweemaal zo lang duren als gepland? Hoe zit de organisatie in elkaar?

Over het congres zelf hoor ik verschillende geluiden. Mary, met al haar scepsis naar de partijen, geeft de voorkeur aan Fatah boven Hamas. Daar speelt ook de positie van de Palestijnse christenen een rol. Ik hoor geluiden vanuit de geweldloze verzetsbeweging dat in de nieuw gekozen revolutionaire raad veel ervaren activisten uit de eerste Intifada zijn gekozen. Anderzijds wordt opgemerkt dat er in diezelfde raad en in het bestuurlijke centrale comit vrijwel geen vrouwen zijn. En vooral dat de Palestijnse diaspora nauwelijks vertegenwoordigd is. Mahmoud Abbas heeft enkele christenen in het centrale comit benoemd.

Jara en Tamer zwemmen deze dagen veel. Jara doet mee aan wedstrijden tussen clubs uit verschillende plaatsen van de Westoever en Oost-Jeruzalem. Met Mary en de buurvrouw zitten we samen naar de openingsceremonie te kijken, Deze duurt ontstellend lang, de ene politieke speech na de andere. Over van alles gaat het, behalve over sport en zwemmen. Ze vergeten alleen Arafat nog, zegt Mary. Langzamerhand gaat het geluid van de speech verloren in het gepraat van de meer dan honderd zwemmers, die er bijna een party van maken nog voordat de wedstrijd begonnen is. Tamer gaat heupwiegen op de krakende luidsprekermuziek. Enkele geweersalvos zijn bedoeld als bijdrage aan de festiviteit. Bij het Palestijnse volkslied maan ik Jara om in ieder geval niet uitgebreid te gaan praten.

Mary en de buurvrouw zijn het met elkaar eens: Dat is een reden waarom de Palestijnen zo moeilijk succes behalen, ze mixen alles politiek met zwemmen bijvoorbeeld. Zo wordt het een rommeltje. 3 Reacties | Reageer direct

Terrorist
04/08

DE VILLA EN DE RAP MUZIEK

Mary leunt met gevouwen armen op de vensterbank voor het raam in de slaapkamer van waaruit zij en ik vaak naar buiten kijken. Soms om te dromen, meestal om te kijken naar de realiteit. We wonen langs een van de drukste straten in Betlehem. Vanwege het congres van de Palestijnse beweging Fatah, met een paar duizend deelnemers, is de stad vol. In onze oprit staat zomaar een televisiewagen geparkeerd. Buiten op straat is het vol politieagenten. Mary merkt op hoe groot en duur de auto van menig congresbezoeker is. "Degenen die uit Libanon, Syri en Jordani komen, mochten zelfs van Isral hun auto de grens overnemen."

Hier in Betlehem zijn de mensen niet echt bezig met het congres, maar meer met de verkeersproblemen als gevolg ervan. Of met het nijpend tekort aan water. (Mijn Arabische lerares kan haar mooi verzorgde tuin niet meer bewateren, en ook Mary en ik hebben het maar opgegeven onze plantjes water te geven). Voor zover er interesse is in het congres lijkt het vooral te gaan over personen, schandalen en machtsstrijd. Er is niet veel hoop dat het congres een open discussie oplevert over visie en strategie. Is Fatah een beweging van het verleden? Op de lokale internetsite van het nieuwsagentschap Maan wordt een foto van een vrouw getoond die huilt bij het graf van Arafat in Ramallah. Je mag als lezer invullen wat de vrouw denkt. De meeste reacties suggereren dat het in de tijd van Arafat veel beter was.

Jara is uitgenodigd bij een kennisje. Haar vader, een Fatah-leider die vroeger vaak in Isralische gevangenissen zat, leeft in een grote villa met "drie woonkamers en zes computers," zegt Jara (dus geen ruzie wie er op de computer mag!) Jara vergaapt zich aan de rijkdom, wil graag ook in een villa wonen. Mary is ambivalent: enerzijds gunt ze het hem wel dat hij in een villa woont na al wat hij doorstaan heeft, aan de andere kant laat ze in een bijzin het woord 'corruptie' vallen.

Jara is nu meer politiek bewust. De hele dag door is ze een Rap-liedje aan het mompelen: "Wie is een terrorist? Ben ik een terrorist?! Hoe kan ik een terrorist zijn, wanneer ik in mijn land woon? Mien irhabi? Ana irhabi?! Kief irhabi oe ana fil-blaadi?" "Ja hoor, nou weet ik inmiddels wel dat je geen terrorist bent", mompel ik terug. Vorige week las ik een artikel over een plaatselijke Fatah politicus die met de directeur van de film 'Bruno' een tijdje geleden een gesprek had gevoerd hier

in een restaurant in Beit Jala en toen zonder zijn medeweten ineens in die film figureerde als een gevaarlijke terrorist. Hij is nu een rechtszaak begonnen.

Vorige week vroeg Jara mij waarom het Isralische leger zo vaak mensen vlak bij ons huis oppakt. Dat was de volgende ochtend na een razzia in het kamp 'Azza tegenover ons huis. Mary en ik leunden 's nachts om drie uur voor ons raam luisterend naar de krakende walkie talkies van enkele tientallen Isralische soldaten. We hoorden een paar keer series van drie schoten. Na een kwartier of zo werd een jongen van in de twintig met de handen op de rug gebonden afgevoerd naar een legerjeep. Ik had de impuls om naar buiten te gaan, om mijn aanwezigheid te tonen. Het was niet meer dan een impuls. "Als je dat maar uit je hoofd laat," zei Mary, "denk je dat het ze wat kan schelen dat je een buitenlander bent?" Kort daarna kraaide de haan bij de dierenzaak aan de overkant en volgde de oproep tot het gebed van de 'muezzin'. De 'operaties' vinden voor het ochtendgebed plaats, is de ervaring. In Betlehem is de nacht voor de Isralis. "Haraam och arme," zegt Mary, "Het zijn altijd de jongeren die ze pakken. En dan neemt men het die jongeren nog kwalijk dat ze het land verlaten." 3 Reacties | Reageer direct

Waardigheid
21/07

LEVEN IN EEN LEUGEN

Bij het checkpoint zien onze buurvrouw en ik hoe twee arbeiders uit een politiebusje worden gezet en naar Betlehem worden teruggestuurd. Kennelijk waren ze zonder vergunning in Jeruzalem. Wat zijn ze aardig, de soldaten, dat ze die arbeiders in een busje terugbrengen in plaats van hen in de gevangenis te gooien! zegt de buurvrouw sarcastisch. In de privacy van de auto, achter de raampjes, kan je zeggen wat je wilt, wat je voelt. In de direkte conversatie met de soldaten is onze buurvrouw meestal vriendelijk, maar wanneer de soldaten haar dit keer vragen of ze de achterbak wil openen, zegt ze: Nee, liever niet, maar als je erop aandringt, zal ik het doen.

Hoever kan je gaan je eigen identiteit, je eigen wil en woorden, te verbergen? Afgelopen week vaardigde de Isralische Minister van Transport een richtlijn uit waarbij traditionele Arabische stadsnamen uit alle straatnamen in Isral worden verwijderd. Een voorbeeld: Voor Palestijnen is Jeruzalem, of in het Hebreeuws Jerushalayim, Al Qoeds, oftewel de heilige plaats. Straatnamen in bv. de oude stad in Jeruzalem of in Jaffa of Acco die naar Al Qoeds verwijzen, gaan nu worden

veranderd. Het woord Al Qoeds moet op die manier uit het collectieve geheugen worden gewist. Op mijn werk is Fuad hier erg ontdaan over. Hij is trots op zijn identiteit, van zijn ChristelijkArabische familie, van zijn huis en grond. Ikzelf neem me voor Jara en Tamer straks onderricht te geven over de Arabische plaatsnamen. Dit keer maar eens een uitzondering toepassen op de regel dat stampwerk uit den boze is. Gelukkig heeft het Palestijnse Ministerie van Toerisme op het Geboorteplein en eromheen onlangs flinke vitrines gebouwd met toeristische basisinformatie over de bezetting. Je kan toch niet altijd in een leugen blijven leven, doen alsof Betlehem een pelgrimsoord is en er verder niets aan de hand is.

We worden ons deze dagen meer bewust over de symbolische onteigening die gaande is. Soms gaat het bijna sluipenderwijs. Laatst bij de zomerschool viel het me op dat het witte A4 printpapier dat we gebruiken verpakt is in een kaft met een grote Isralische vlag. In feite komen de meeste produkten in de West Bank uit Isral. Ik laat het pak papier aan collegas zien. Ze lachen een beetje verlegen. Thuis bekijk ik de boter- en jamverpakking aan de ontbijttafel. Ze komen uit Isral. Je let er al lang niet meer op, je ziet het niet meer. Op internet staat er dat in veel zomerkampen deze zomer in de Westbank en Gaza een aktie is gestart om geen Isralische produkten te kopen. Zo gaan in Jenin, in het noorden van de Westoever, kinderen uit het plaatselijke vluchtelingenkamp naar de kruideniers toe om te vragen of ze geen Isralische frisdranken en snoepjes meer willen verkopen. Hier in Betlehem merk ik er nog niet veel van. Mary twijfelt aan het succes van de aktie. Maar misschien moet je met bepaalde produkten beginnen.

Mary is weer op vergunningen-pad. Dat kost haar de nodige vakantiedagen. Bij het Palestijnse kantoor dat de contakten met de Isralis heeft, zegt men dat voor een Jeruzalem-vergunning van meer dan een dag je nu een magnetische kaart nodig hebt. De medewerkster op het kantoor zegt haar dat de Isralis al een tijdje de magnetische kaart hebben ingevoerd en dat de Palestijnen volgen. Als schapen, zo suggereert ze. Mary vindt het vreselijk om naar Etzion te gaan, waar het leger een administratief hoofdkwartier heeft, om daar de vergunning en de magnetische kaart aan te vragen en op te halen. Wat ze dit keer vooral vervreemdend vindt, afgezien van het geschreeuw door microfoons, is dat ze voor een foto minutenlang naar een camera schuin boven zich staat te kijken zonder dat ze een klik hoort. Je voelt je dan object.

Ook waren er enkele Isralische vrouwen van een mensenrechtenorganisatie aanwezig, overigens wel buiten de hokjes waar de militaire ambtenaren de gesprekken voerden. Toen die Mary na afloop vroegen of ze kreeg wat ze wilde hebben, zei ze, Ja, ongelukkig genoeg kreeg ik wat ik wilde hebben, een vergunning om je eigen land te bezoeken. Tegen mij zei ze thuis: Ik kan het idee niet aanvaarden. Ik vraag me af wat mijn vader en grootvader zouden hebben gezegd wanneer ze dit hadden moeten doen. Het is beter om in het buitenland te sterven, om in ieder geval je waardigheid te behouden. 5 Reacties | Reageer direct

Expressie
09/07

MUUR GRAFFITI

Rob en ik staan voor de Muur in de hoek waar Antoinette, lid van de vrouwengroep, woont. We zoeken een geschikte plek voor een grote graffiti, die Palestijnse jongeren onder Robs leiding en met zijn finishing touch gaan schilderen in het kader van de zomerschool. We laten die massieve, ruimte-begrenzende Muur op ons inwerken. Waar komt de graffiti het best tot zijn recht? We besluiten een stuk muur te nemen dat voor de veranda van Antoinette staat. Tenslotte is zij kunstlerares en kan het waarderen.

Maar is waarderen wel het goede woord? Een taxichauffeur aan wie Rob uitlegt wat hij met de graffiti wil bereiken, zegt dat hij veel waardering heeft voor Robs bedoelingen, maar het met het resultaat niet eens is. Je moet de Muur niet mooi maken, want dan vergeet je dat die weg moet. Maar mensen die dichtbij de Muur wonen, zijn het met die opvatting niet eens. Laat degenen die kritiek hebben op Muurschilderingen maar eens een tijdje hier wonen, wanneer je de hele dag naar dat grauwe ding kijkt, zegt een ander lid van de vrouwengroep die bij het Graf van Rachel woont. De graffiti en schilderingen zijn ondertussen wel degelijk een protest tegen de Muur Rob en de jongeren schrijven met grote letters "justice" en "freedom". Een danstrainer bij de zomerschool maakt de letters levend; de jongeren drukken met hun lijven de letters uit, zodat de Muurschildering een extra dimensie krijgt.

Jara doet mee en trekt verscheidene dagen met Rob op, als begeleidster, en als vertaalster Nederlands-Arabisch, voor hem en ook voor andere Nederlandse zomerschool-trainers. Ook als fotografe voelt ze zich in haar element. Ze vindt het fijn, ze lacht veel. Ze is nu elf jaar en klaar voor meer verantwoordelijke rollen dan die op school haar worden toegemeten. En ze is ook eens helemaal weg uit het ouderlijke blikveld, dat is mooi meegenomen.

We dachten fotos van de Muur-graffiti vanaf het balkon van Antoinette te nemen, maar deze heeft van het leger te verstaan gekregen dat er niet van binnen het huis naar de Muur mag worden gefotografeerd. Dat wordt via cameras die boven de Muur zijn geplaatst in de gaten gehouden. Dus klimt een vrijwilligster-fotografe in een lange paal voor het huis om het goede hoekveld te

krijgen. Jara vergeet even haar foto-opdracht en is geheel in beslag genomen door kleine poesjes die onder grote niet-gebruikte brokken Muur spelen.

Rob vraagt of de jongeren misschien last krijgen van het leger omdat ze aan de graffiti-tekeningen hebben meegedaan. Moeilijk te zeggen. Ik denk het niet, maar het speelt wel door hun hoofden. Als ze "politiek" bezig zijn, zoals met Muurschilderingen, dan kunnen ze wie weet straks daarvoor gestraft worden met het inhouden van reisvergunningen. Of hun familie kan er last mee krijgen. Die cameras zijn enge dingen. Ze filmen alles wat er bij de Muur gebeurt. Dat intimideert wel. Ik herinner me dat de jongeren van het instituut een paar jaar geleden bij demonstraties bewust achterin liepen om niet te duidelijk op de films van het leger te komen staan.

Tamer kan nog niet met de graffiti meedoen, want zijn handen kunnen de spuitbus nog niet recht vasthouden. Maar hij is snel met tekenen, zegt Marinus, een tekendocent, die aangeeft dat de deelnemers buiten de lijnen moeten kleuren, omdat door lijnen heen breken vrijheid uitdrukt.

Wanneer ik Tamer s avonds vampierverhalen voorlees, vraag ik hem verhaalscenes uit te beelden en dat gaat hem goed af met allerlei enge grimassen en grijphanden. Met onze gasten discussieren we of hij eigenlijk niet te jong is om naast al die andere echte vampiers in dit deel van de wereld ook nog die van Paul van Loon erbij te hebben, maar hij vindt griezelen lekker en kruipt bij het verhalen lezen s avonds veilig dicht tegen me aan.

Aan het eind van de zomerschool maakt Mohammed, een vrijwilliger, een mooi toneelstuk. Met het Jeruzalem-lied van de Libanese Fairouz als achtergrond, spelen kinderen met stokken hoe Jeruzalem wordt belaagd. Maar aan het eind nemen andere kinderen die stokken zachtjes uit hun handen. Het valt me op hoe geweldloos, bijna lief, het stuk is. Vooral omdat toen hij in een Israelische gevangenis werd ondervraagd, in de jaren negentig, Mohammeds beide armen zijn gebroken. 5 Reacties | Reageer direct

Sjouwen
23/06

GESCHIEDENIS VAN HET GEWONE LEVEN

Met onze buurvrouw ga ik 's ochtends naar Jeruzalem. We zijn verrast dat er geen wachtrij voor het checkpoint staat. De auto gaat er snel doorheen. "Als er een lange rij autos is, dan gaan de soldaten treiteren en doen ze extra lang bij de check. Wanneer er niemand staat, dan kan je niet treiteren, en dan gaat het snel," zegt de buurvrouw, die zich bewust is van de ongeschreven politieke regels van het verkeer. "Let op de stoplichten. Als je uit Betlehem komt, moet je altijd op de stoplichten wachten. De settlers gaan voor." Maar de rit gaat verder gezwind. Een raar gevoel omdat het lijkt alsof het zo niet hoort. We praten wat over de bijna normaal aandoende abnormaliteit van het Palestijnse leven. En hoe het leven van gewone mensen bijzondere trekken kan krijgen in het licht van de ongewone geschiedenis van Palestina. "Je leeft hier als in een boek."

Links passeren we het King David hotel. Ik zit net het Nederlandse boek 'De Last van Khalil' te lezen. Het is geschreven door Tineke Bennema, een historica en journaliste getrouwd met een Palestijnse arts. Jarenlang woonden ze dichtbij Jeruzalem. De schrijfster raakte gefascineerd door het leven van de grootvader van haar man. Deze grootvader, Khalil, had het beroep van sjouwer, van 'pakezel'. Het was n van de laagste en zwaarste beroepen in de maatschappij. "Het opvallendste aan hem waren zijn handen," zo begint het boek. "Als twee grote vermoeide adelaars rustten ze op zijn knien" Die handen raakten meer dan eens de geschiedenis van Jeruzalem en Palestina. Khalil nam bijvoorbeeld in 1946 de verwoestende aanslag op het King David hotel waar, uitgevoerd door de irgoen, de zionistische ondergrondse beweging geleid door de Isralische expremier Menachem Begin. Het hotel was het centrum van het Britse bestuur. Khalil ontsnapte maar net aan de explosie, maar zijn sjouwersbestaan liep zware averij op omdat na deze aanslag de sjouwklussen steeds spaarzamer werden.

Het bijzondere van het boek is niet alleen dat het de geschiedenis van Palestina aan de hand van de lotgevallen van een gewone Palestijn weergeeft, maar ook dat je niet vanaf de buitenkant naar die man kijkt maar zijn perspectief deelt. Je ziet hem niet zozeer als slachtoffer van oorlog en geweld, al zijn deze laatste ruimschoots aanwezig. Eerder ontdek je zijn innerlijke kracht om zonder zijn waardigheid te verliezen vier bezettingen te overleven: de Turkse, Britse, Jordaanse en Isralische.

Meeslepend maar niet overdadig, zeg maar in de stijl van Geert Mak, laat het boek zien hoe de geschiedenis van Palestina het karakter van zo'n man in graniet uithouwt. Soms staat hij voor levenskeuzes, zoals wanneer een Zwitserse vrouw hem een bestaan in het buitenland aanbiedt, of wanneer hij met de soefi's in Jeruzalem meegaat en zijn gezin verwaarloost maar dan door zijn vrouw voor het blok wordt gezet. Typisch Palestijnse eigenschappen komen naar voren: een houding van pragmatisch overleven zonder te collaboreren met machthebbers; religieuze devotie met openheid naar andere religieuze culturen; een enorme koppigheid; een onverwoestbare binding met huis en haard; een preoccupatie met onderwijs als redmiddel om te overleven. Wanneer zijn zoon een keer spijbelt, krijgt deze een oplawaai en vervolgens een mes onder zijn kin doe dat

nooit meer. En tenslotte is Khalil's persoonlijkheid getekend door trots en waardigheid gebaseerd op een sterk rechtvaardigheidsgevoel.

Op de voorkant van het boek staat een oude foto van een sjouwer. Een man die twee grote kisten op zijn rug heeft, misschien van buitenlandse gasten van het American Colony Hotel. Het lijkt alsof de sjouwer de last van een buitenlandse bezetting draagt.

Mary ziet de foto en merkt op dat het deze foto wel eens kan zijn geweest die de Palestijnse schilder Sliman Mansour heeft genspireerd bij het maken van zijn bekende schilderij van een Palestijnse man die gebukt gaat onder de last van een grote wereldbol op zijn rug.

Tineke Bennema, De Last van Khalil: Het Leven van een Palestijnse Sjouwer in Jeruzalem. Van Gennep, Amsterdam, 2007. Dit boek is via de bibliotheek van UCP te leen. 4 Reacties | Reageer direct

Obamas dilemma
11/06

VERNEDERING, GROOT EN KLEIN

Met de komst van de zomer zie je ineens weer vertrouwde gezichten van familieleden die uit het buitenland op bezoek komen. Ik zie een gebruinde, lachende nicht van Mary. "Jij ziet er goed uit!" zeg ik. "Ja, iedereen die Betlehem achter zich laat ziet er goed uit," laat ze zich ontvallen. Daar onmiddellijk aan toevoegend: "en als je hier terug bent is het de mooiste plek in de wereld en wil je niet weg." Wanneer ik dat tegen onze buurvrouw zeg, knikt ze schaterend: "Ja, zo is het precies!" En Mary vindt het ook zo. Wat je noemt, een dubbel gevoel. Blijf je in Betlehem of ga je weg? En als je weg bent, kom je dan weer terug? Dilemmas die als een rode draad door het leven van veel Palestijnen lopen.

In een workshop voor docenten spreken we over het gebruik van 'morele dilemmas' in religieus onderwijs. Het is een methode die altijd voor spanning en interesse in de klas zorgt. Als er twintig mensen in een reddingsboot zijn, en de reddingsboot kan alleen blijven drijven met maar tien

passagiers, wat doe je dan? Of, dichter bij huis: ben je bereid een dorstige kolonist in de woestijn water te geven? "Dat is een moeilijker dilemma dan het lijkt," zegt een docent, "want je weet dat de kolonist later jouw water blijft stelen." Tijdens het begin van de tweede intifada vroeg een docente aan haar leerlingen wat ze zouden doen wanneer een soldaat bij een checkpoint hen verordonneerde om als dieren op vier poten over de grond te kruipen, zoals indertijd wel voorkwam (en, wie weet, nu nog). Dat zou, antwoordde een meisje, ze nooit en te nimmer doen. Maar wat, vervolgde de docente, wanneer een soldaat je vader onder schot houdt?

Bij het passeren van checkpoints kom je vaak dilemmas tegen. Hoe reageer je op al die vernederingen, "klein en groot," zoals Obama zei? Laat je het merken wanneer een soldaat je denigrerend behandelt? Neem je het risico dat je als lastpost te boek komt te staan, en wie weet op een zwarte lijst belandt? Help je anderen in een rij van wachtenden?

Gisteren vertelde Abdel Fattah van het culturele centrum Al-Rowwad dat hij in zijn verhalen aan bezoekers steeds het voorbeeld van Mary aanhaalt, die bij de Betlehem terminal een soldaat uitschold vanwege vernederend gedrag tegenover onze dochter en vervolgens weigerde het bevel op te volgen naar Betlehem terug te keren. Er volgde een collectieve strafmaatregel. Een lange rij achter Mary, waaronder Abdel Fatah, moest 20 minuten wachten, net zolang totdat zij besloot weg te gaan. Maar niemand in de rij haalde het in zijn hoofd Mary te kapittelen.

Een paar dagen geleden ontmoette ik mijn eigen morele dilemma, duidelijk van kleinere aard. Bij het checkpoint stapte er plotseling een soldaat in gevechtsuitrusting naar voren. Hij stak een grote puntvormige zak snoepgoed uit, en zei op barse toon die geen tegenspraak duldde: "Het ministerie van toerisme wil je dit geven. OK?" In een flits van een seconde dacht ik: nee, wat belachelijk, dat neem je toch niet aan. Maar toch nam ik het aan. Waarom? Ik geloof dat ik het zon rare gebeurtenis vond dat ik er een aandenken aan wilde behouden. Of was dat een intellectuele rechtvaardiging achteraf? 's Avonds at Jara al het snoepgoed op nog voordat het bijzondere aandenken in de kast kon verdwijnen.

In zijn speech in Caro plaatste Obama de Palestijnen voor een moreel dilemma. Van tween een: Of je volgt de weg van het geweld, van aanslagen tegen vrouwen en kinderen, waarmee elk moreel gezag je ontvalt, en je een doodlopende weg volgt. Of je volgt de moeilijke en langdurige weg van de geweldloosheid, zoals de zwarte burgerrechtenbeweging in de VS of de bewegingen in Zuid Afrika en Azie deden, en waarmee je uiteindelijk succes behaalt.

Zijn woorden bevatten niet weinig veronderstellingen en implicaties: Palestijnen passen geen geweldloos verzet toe; geweld vindt in het Palestijnse geval altijd tegen weerloze burgers plaats; de ANC en andere dekolonisatiebewegingen hebben alleen geweldloos verzet gepleegd en alleen daarmee succes behaald; de VS staat aan de zijde van geweldloze verzetsbewegingen en niet aan de zijde van onderdrukkend geweld en heeft daarom het morele gezag om Palestijnen en anderen op te roepen geweldloos te zijn.

Het creren van een moreel dilemma kan zo de werkelijkheid flink vervormen.

Maar toch, Obamas aanname of implicatie dat Palestijnen zich in een onderdrukte situatie bevinden die vergelijkbaar is met die van andere volkeren en groepen die voor hun rechten streden het is een ander geluid, althans van een Amerikaanse president. 3 Reacties | Reageer direct

Uitje
27/05

GEBED OM WATER

"Oh God, we vragen om een eind aan de bezetting, om vrijheid" De Wereldweek voor Vrede in Palestina en Isral (4-10 juni) nadert. We maken een uitje met onze kids group naar een aantal welgekozen locaties om gebeden uit te spreken, voor een video die tijdens de Week beschikbaar komt. In Beit Sahour gaan we naar Oush Grab, Arabisch voor "het nest van de kraai". Dat is een voormalig Isralisch legerkamp waar nu een kinderspeelplaats en publiek park zijn. Ietsje verderop is een ommuurde lege plek, deel van het oude legerkamp, waarop Isralische kolonisten hun oog hebben laten vallen. Zoals bijna altijd bij nederzettingen is het op de top van een heuvel gelegen.

Er is een mobiele legercheckpoint bij de ingang van het park. We zien eruit als een groepje ouders met kinderen en mogen doorrijden. We zijn, met de wachter, de enige aanwezigen in het park. We horen dat een groep kolonisten in aantocht is. Een legerjeep rijdt zenuwachtig langs het speelveld op en neer. Een auto met een kolonist ronkt en maakt rookwolken langs het park, kennelijk om zijn aanwezigheid merkbaar te maken. Machogedrag. Ik leg een Italiaanse vrijwilligster uit dat deze

mensen echt geloven dat God hen dit land gegeven heeft en dat Palestijnen er alleen op de wereld zijn om dit plan verstoren. Ze kijkt me met grote ogen aan.

Aan de rand van het park staat een met prikkeldraad omheinde waterinstallatie. We besluiten ter plekke om een watergebedsessie te organiseren. In het verre verleden trokken boeren, vaak moslims en christenen samen, in processie erop uit om de heilige Maria, St. Joris of St. Nicolaas om water te vragen. Tegenwoordig is het niet alleen het klimaat dat water tot een schaars goed maakt. Onder de Westoever zijn grote wateraquifers gelegen, waarvan de toegang geheel onder Isralische controle staat. Niet zonder militaire logica: het merendeel van het water dat hier wordt opgepompt gaat naar Isral. Het Isralisch watergebruik per huishouden is 4,5 tot 5,5 maal zoveel als onder Palestijnen in de West Bank en Gaza. Voor de laatsten is het 60 liter per dag, ruim beneden de 100 liter welke voor de Wereld Gezondheidsorganisatie als minimum geldt.

Niet alleen hebben de Palestijnen geen toegang tot hun eigen water en mogen ze niet naar waterputten boren, ook moeten ze zelfs voor particulier gekocht water - hetgeen volgens mijn gegevens 50% van de watervoorziening in de West Bank vormt 3 tot 6 maal meer betalen dan de Isralis. Terwijl het hun eigen water is! Een paar weken geleden nog moest Marys familie bij ons een douche nemen en de was doen omdat ze zelf geen water hadden. Net als vorig jaar is de verwachting dat er deze zomer flinke tekorten aan water zullen zijn. Vorig jaar brak er zelfs een kleine opstand uit in de vluchtelingenkampen bij Betlehem waar de vluchtelingen protesteerden dat het Palestijnse Gezag hun niet voldoende water gaf. Eigenlijk was het adressaat van hun protest verkeerd gekozen.

De kinderen smeken om water met een lege fles voor zich en zingen een vredeslied met de waterinstallatie als achtergrond. Daarna posteren ze zich in een droge fontein in het park, voor de foto en video. Ze hebben vooral veel plezier. Ineens realiseer ik me hoe weinig publieke speelplaatsen er in het Betlehem-gebied zijn. Er is een niet ongevaarlijke schuin oplopende hoge houten stellage. De kinderen klimmen er driftig op alsof het de Muur zelf is. De ouders zijn een beetje bezorgd en nerveus. Maar het helpt het vertrouwen wanneer er een paar internationals bij zijn. Je weet nooit of het leger of de kolonisten echt lastig kunnen worden. Daarna vertrekken we redelijk ontspannen naar de Schaapherdersvelden, waar de kinderen een gebed uitspreken en een lied zingen met op de achtergrond de nederzetting Har Homa.

Wat je noemt, een Palestijns uitje. 4 Reacties | Reageer direct

Kribbig
13/05

PAUSBEZOEK

Er wandelen christelijke groepen langs de deur, zingend. Elke tien meter is een soldaat geposteerd. Wie deze ochtend niet naar de openluchtmis op het Geboorteplein gaat, zit thuis. De onderwijsinstellingen en kantoren zijn dicht. Ook reizen naar Jeruzalem is onmogelijk. Op kruispunten in Betlehem wapperen aan elkaar gepaarde Vaticaanse en Palestijnse vlaggen. Jara gaat naar de scouts, om voor de paus te marcheren. Tamer blijft liever bij de computer waar hij oma naast zich posteert en uitleg geeft over computerspelletjes. Mary, haar zus en buurvrouw gaan naar het Geboorteplein om in prachtig weer de openluchtmis te volgen. Mary bidt onder meer voor haar zus die in het ziekenhuis herstelt. Een delegatie van 100 Palestijnse christenen uit Gaza is ook bij de viering en draagt fotos van kinderen die zijn gedood tijdens de recente Isralische invasie daar. Ze worden bijna bedolven onder Palestijnse vlaggetjes, hoor ik van een getuige. De paus zegt iets over de blokkade van Gaza; hij bidt voor de beindiging ervan. Het is het eerste meer specifieke dat hij over het lijden van de Palestijnen in de mond neemt.

Ikzelf zie hem maandagavond in Jeruzalem, bij een interreligieus gezelschap. Een collega en ik zijn bijna te laat, nog snel in de taxi een nette das om gedaan. Na een korte toespraak van de paus, pakt een moslimse leider, sheikh Tamimi, onverwacht de microfoon en houdt een speech waar menigeen van de Palestijnen in de zaal zich wel in herkent. De paus beweegt zich vlug de zaal uit wanneer hem wordt uitgelegd dat de speech politiek is. Kan hij dat nu niet anders oplossen, denk ik later, een beetje kribbig. Een neef van Mary vertelt dat hij geen goed gevoel heeft bij deze paus, in tegenstelling tot de vorige die in 2000 het land bezocht. Hij zegt dat de paus met de ouders van de Isralische soldaat Shalit spreekt die in Gaza wordt vastgehouden. Kan hij ook niet met de ouders van een van de 9000 Palestijnse gevangenen spreken die voor een groot deel zonder vorm van proces in Isralische gevangenissen vastzitten? De neef zegt dat de paus, in tegenstelling tot politici, niet hoeft te liegen. Maar deze paus, zo lijkt het, mist charisma en durf. Anderen met wie ik spreek zijn een beetje moe van al die hoogstaande bezoekers die komen en gaan zonder dat er iets verandert.

Onze buurvrouw volgt in Getsemane, in de Kidron vallei in Jeruzalem, de mis met de paus. Zij is geraakt vanwege de bijzondere sfeer. Veel vlaggen, waaronder veel Isralische. Geen Palestijnse, althans geen grote; het zwaaien met de Palestijnse vlag is in Jeruzalem bij officile bijeenkomsten verboden. Maar de scouts van de St Joseph scholen hebben boven hun eigen vlag een kleine

Palestijnse vlag gehecht, en ook anderen onder het publiek zwaaien kleine Palestijnse vlaggetjes. Dat mag kennelijk wel. Elders in de oude stad worden ballonnen in de kleuren van de Palestijnse vlag opgelaten. Ik herinner me de tijd van de eerste intifada, eind jaren tachtig, toen de Palestijnse vlag nog overal in de West Bank verboden was maar zich manifesteerde wanneer bijvoorbeeld een Palestijnse salade in de vier kleuren van de Palestijnse vlag (zwart, groen, wit en rood) werd geschilderd.

Onze buurvrouw ziet maar weinig Palestijnse christenen onder het publiek in Getsemane. Die kunnen niet komen. Ook Fuad wordt om veiligheidsredenen een vergunning geweigerd om in Jeruzalem bij de interreligieuze bijeenkomst te zijn. Vervelend voor hem, maar tegelijk denk ik: Is dat nou zon goede zaak, wanneer je wel geacht wordt een vergunning te krijgen om naar een interreligieuze bijeenkomst in Jeruzalem te gaan, maar niet om, zeg, je familie te bezoeken?

Op het moment is de paus op weg naar Aida kamp. Het organiserend comit heeft een soort theater voor de Muur gebouwd, maar het Vaticaan heeft te kennen gegeven, al dan niet onder druk van Isral, dat de ontvangst beter op een VN school kan. Ook hiervan word ik wat kribbig. 13 Reacties | Reageer direct

Plannen
28/04

PAUSVERGUNNING

Mary zegt altijd dat ze een hekel heeft aan plannen. Er gebeuren zoveel onverwachte dingen. Ze is nu ontregeld vanwege de ziekte van haar zus, Janet. Deze heeft een zware operatie in Jeruzalem ondergaan en pas op het laatste moment, vanwege de tussenkomst van een menselijke soldaat bij het militaire hoofdkwartier bij Hebron, lukte het Mary om een vergunning te krijgen dagelijks naar Jeruzalem op bezoek te gaan. Net als bij de andere Palestijnse christenen uit Bethlehem die een 'Paasvergunning' kregen, loopt haar vergunning 14 mei af, een dag na het aanstaande Pausbezoek aan Bethlehem. "Tijdens het Pausbezoek doen ze net alsof alle christenen vrij kunnen reizen; als de Paus weg is, gaat de bak weer dicht."

Plannen moet je hier doen met een scenario B achter de hand voor het geval scenario A niet doorgaat. Mary en ik zijn het wel eens oneens over die noodzaak van plannen. Tegen een Hollander moet je tenslotte niet zeggen dat je niet moet plannen. Mary vindt meestal dat je beter nog even kan wachten.

In de stad wordt op het moment het bezoek van de Paus voorbereid. Er worden bermpjes betegeld, pleintjes gemaakt, wat planten aangelegd op plekken waar hij langskomt. Het geeft een goed Hollands gevoel. Toen ik de gemeente laatst belde of de stad dicht komt te zitten, vertelde een woordvoerder me dat men leergeld heeft betaald van het vorige Pausbezoek toen je de stad maar beter kon mijden vanwege alle veiligheidsmaatregelen. "Laat groepen maar gerust komen."

Met een bezoekende UCP groep ga ik langs het Aida kamp, waar de Paus straks een uur op bezoek komt. De bewoners zijn bezig een stenen stellage direct voor de belendende Muur te bouwen, zodat de Paus gefilmd en gezien wordt met de Muur als achtergrond. Een paar dagen geleden was het Isralische leger langs geweest om de bouwvakkers te waarschuwen dat dit gebied onder Isralische controle stond en dat voor bouwactiviteiten zoals een stellage een vergunning nodig was. De bouwvakkers weigerden de waarschuwingsbrief in ontvangst te nemen en toen plakten de soldaten deze maar op de Muur, onder het uiten van verwensingen, aldus ooggetuigen. De Bethlehemse gouverneur Salah Taamari en het hoofd van de plaatselijke jongensschool bewaken nu de stellage. Taamari vertelt ons dat hij het niet op een confrontatie wil laten aankomen "er is laatst al een jongen uit het kamp gedood, we willen niet nog meer slachtoffers hebben" maar legt uit dat de Isralis zich nog veel minder dan de Palestijnen gelegen liggen aan de afspraken van Oslo waar wel en niet gebouwd mag worden. Het bouwen moet gewoon doorgaan, vindt hij.

Op mijn werk, op de stafvergadering, zijn sommigen bezorgd dat na het gebeurde in het Aidakamp straks wellicht ons festivalpodium bij de Muur door het leger wordt weggehaald of beschadigd. Fuad zegt, "Laten we ons instellen op het slechtste scenario." Een gevleugelde uitdrukking in Palestina. Hij oppert de gedachte vooral denk ik om onze standvastigheid te testen - om het festival wat verder van de Muur te laten plaatsvinden. Daar zijn vooral de jongeren onder de staf het helemaal niet mee eens. Het heeft toch geen zin om te musiceren op honderd meter afstand van de Muur. ("Wat zouden we toch zonder die Muur moeten beginnen," zei laatst iemand spottend tegen me).

Ten noorden van Jeruzalem, bij Ramallah, wordt op initiatief van de Nederlandse journalist Justus van Oel een kilometerslange brief van een Zuid-Afrikaanse schrijver op de Muur geplaatst: "Mijn beste Palestijnse broeders en zusters, ik ben naar jullie land gekomen en heb schaduwen van mijn eigen land herkend," zo begint die brief. Rond 10 mei moet hij af zijn. We wachten af.

3 Reacties | Reageer direct

Vrijheid
15/04

WEIDSE VERGEZICHTEN

Tamer bekijkt een nieuwe Harry Potter video. Hij weet dat ik niet zo genteresseerd ben in al die horror scnes en geesten, die hijzelf prachtig vindt. Maar wanneer Harry op een enorme vogel zit en over de bergen en bossen heen glijdt, kijk ook ik gefascineerd. Ja, dat vind je mooi, he, papa, dat is geen geweld. Zo is het maar net. Een vogel in duikvlucht langs de heuvels, dat smaakt naar vrijheid.

Ik discussieer met Rania in het Soemoed Huis over het komende festival bij de Muur rond het Graf van Rachel. Dat gaat natuurlijk ook over vrijheid. Rania en haar gezin zijn muzikaal aangelegd. Zijzelf zit in het bestuur van het plaatselijke Edward Said Conservatorium en haar drie kleine kinderen gaan straks samen op een dak een muziekstukje opvoeren. Rania in het Soemoed Huis is zelf de belichaming van soemoed want ze voedt als werkende vrouw haar kinderen alleen op nadat haar man een paar jaar geleden verongelukte. Alleen, dat wil zeggen met de helpende handen van de uitgebreide familie.

Muziek is uitdrukking van vrijheid. Voor het festival nodigen we ook mensen uit die op potten en pannen kunnen slaan. Zon 15 scouts van St Joseph komen, met hun grote trommels die ze normaal voor de Kerstoptocht bewaren. Vanaf onder de Muur klinken die zware trommels goed, zeg ik enthousiast tegen Rania. Zij vindt het wel spannend. Een schoolkoor doet niet mee, want de schoolleiding vindt de locatie toch te onherbergzaam, zo dicht bij de Muur. Ze moeten een beetje meer durven, vinden we. Ook al weet je het nooit, want misschien komt het Isralische leger tussenbeide. Al zitten we midden in Betlehem, het is zone C, waar het Isralische leger (nog meer) de baas is. Maar, zo praten we, wanneer die tussenbeide komen krijg je die klassieke scne van de soldaat die een pianist gelast te stoppen met spelen. Dat zien we niet zo gauw gebeuren. Antoinette, van hoge leeftijd maar met veel esprit, gaat natuurlijk op haar accordeon spelen. Ook zij kan kinderen van de uitgebreide familie meenemen die gewend zijn een paar christelijke of nationalistische liedjes voor te dragen wanneer er een buitenlandse groep op bezoek is.

Wat zijn geschikte vrijheidssymbolen, naast muziek? De sleutel, ook een muziekterm. We maken een grote menselijke sleutel en Rania organiseert in het Huis een tentoonstelling van tekeningen van de vrouwengroep in de vorm van een levenssleutel (die bijvoorbeeld toegang geeft tot je persoonlijke woonkamers). Bij het Aida kamp is boven een ingang tot het kamp een enorme sleutel. Die staat voor al de sleutels van de huizen waar de vluchtelingen vandaan kwamen, en dus voor het recht op terugkeer. Het is weer eens een ander symbool dan de gebruikelijke duiven, ballonnen of vliegers die hier altijd bij geweldloze acties tegen de Muur worden opgelaten. Er is een bekende tekening op de Muur hier van de Londense graffiti-kunstenaar Banksy, waar een klein meisje aan een ballon hangt die zo de Muur lijkt over te zweven.

Wat mensen hier vooral als vrijheid aanvoelen is het uitzicht over weidse heuvels en velden en zelfs de Middellandse Zee, die je vanaf sommige toppen van de West Bank nog kan zien. Is het recht op uitzicht een mensenrecht? Ik ben soms jaloers op die kolonisten die steevast op hoge heuvels wonen en machtige vergezichten hebben. Wij proberen het dus wat bescheidener door op een paar daken te gaan musiceren.

Laatst spraken we met een groep van docenten en studenten op de Bethlehem University die een onderzoek doen naar de herinneringen van de inwoners van Betlehem naar het Graf van Rachel voordat alle muren eromheen gebouwd waren. Rania begeleidt de groep naar genteresseerde buurtbewoners. Hun weidse herinneringen zijn nog van de tijd dat joden, moslims en christenen tezamen het Graf bezochten, en er picknickten, vertelt iemand me, er zelfs overnachten. Een recente studie over Rachel en het Graf concludeert dat Rachel altijd op weg was. Op weg zijn, dat kan je niet met muren om je heen.

Mary krijgt geen Paasvergunning om naar Jeruzalem te reizen, de rest van de familie wel, inclusief neven en nichten en in het buitenland woonachtige tantes. Waarom alleen zij niet? Wat raar. Zou het met mijn hobbys te maken hebben? Nee, want op haar werk hoort ze dat ook andere onschuldige mensen geen vergunning krijgen. Op een vraag van Tamer legt Mary uit dat ze het kruis slaat opdat God ons gezin beschermt. Tamer vraagt: Mij ook? Mary zegt, ja natuurlijk, en Tamer omarmt haar. 2 Reacties | Reageer direct

Sterven
31/03

RITUELEN

Vanochtend vroeg een ongeluk vlak voor onze deur. Ik zie het gebeuren terwijl Tamer en ik aan de overkant van de straat op de schoolbus wachten. Een meisje op weg naar school sprong losjes de straat op omdat voor haar een auto op de stoep stond geparkeerd. Ze werd door een langsrijdende auto geschept. De politie was er gelijk, met zijn tienen (we hebben hier in het algemeen teveel, niet te weinig politie). De ambulance kwam een paar minuten later, maar het meisje kon gelukkig alweer opstaan, kwam met de schrik vrij. Ik herinner me dat Jara eens zo op straat sprong, toen ze een jaar of vijf was. Dat was toen onmiddellijk na de uitgaansverboden van 2002-3. Soms waren deze niet zo strikt en de kinderen gingen dan op de autoloze wegen spelen. Jara was dat zo gewend dat ze erna de straat niet meer met gevaar associeerde. Ze liet op een gegeven moment mijn hand los en liep de straat op zonder uit te kijken. Gelukkig kwam ook zij met de schrik vrij.

De betrekkelijk smalle straat waarlangs we wonen is de laatste jaren een drukke doorgangsroute geworden, inclusief vrachtwagens. Het verkeer vermijdt steeds meer het noordelijk deel van Betlehem waar de Muur loopt. Lopen we hier niet allemaal het risico steeds meer de uitlaatgassen te inhaleren van al die autos die de stad nauwelijks (kunnen) uitgaan en in kringetjes rondrijden? Ik heb de indruk dat het aantal gevallen van kanker hier sinds 2000 is toegenomen, maar volgens een studie van de plaatselijke Birzeit Universiteit is het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker in de West Bank toch relatief lager dan in Jordani.

Marys tante Victoria is op hoge leeftijd in Betlehem overleden. Tijdens een korte plechtigheid in de Geboortekerk kussen de naaste familieleden de gestorvene, die in een open kist ligt, op het voorhoofd. De kist wordt na afloop in een stoet van alleen mannen naar het kerkhof gebracht. Het gebrek aan ruimte daar is zo groot dat de kist met een lift naar de zesde verdieping van op elkaar gestapelde graven wordt gehesen. Met aanwijzingen vanaf de grond wordt de kist voorzichtig in de opening van de tombe geduwd. Daarna stellen de mannelijke familieleden van de overledene zich in een lange rij naast elkaar op. Condoleances worden gegeven door elkaar te kussen of, wanneer je elkaar niet kent, de handen te schudden. (Hier leer je om heel snel achter elkaar handen te schudden).

Vervolgens gaan de mannen en vrouwen naar een grote zaal in het zorghuis de Antoniana waar de familie wordt gecondoleerd. Ook hier zitten mannen en vrouwen gescheiden. Conform de gebruiken worden zoete broodjes uitgereikt en wordt bittere Arabische koffie geserveerd (er zijn tal van Arabische gebruiken en verhalen rond koffie). Wanneer iedereen gaat zitten is het doodstil, maar na een paar minuten stijgt het geroezemoes op. Alsof de gemeenschap, na een slag te hebben ondergaan, weer geleidelijk opstaat.

Drie dagen lang blijft de familie in de Antoniana om condoleances in ontvangst te nemen. De familie kookt of bestelt de middagmaaltijd, een speciaal gerecht dat opvallend genoeg zowel bij bruiloften als bij overlijden wordt geserveerd, de kiddreh, gekruide rijst en vlees.

Op de derde dag na de uitvaart is er s ochtends vroeg een nieuwe gedenkdienst, met mannen en vrouwen strikt gescheiden in de kerkbanken; de mannen links, de vrouwen rechts. Alle vrouwen in de familie dragen zwart. Omdat aan dit gebruik weken- of maandenlang wordt vastgehouden, vindt Mary het wel een beetje teveel van het goede: Je wordt er depressief van.

Ik zie collegas van het instituut voortdurend naar begrafenissen en gelukkig ook bruiloften gaan. Iemand als Fuad kent iedereen in Betlehem, hij heeft ze gedurende zijn docentenloopbaan allemaal als ouder gekend, als mede-docent, of heeft ze in de klas gehad. En soms moet je je gezicht laten zien. Een kleine gemeenschap heeft zo zijn sociale controle. Je denkt wel eens in een sceptische (westerse?) bui: het is bijna een bijbaan om naar al die gelegenheden te gaan waarbij je je gezicht behoort te laten zien. Maar dat gevoel is maar kort. Het oprechte respect voor de overledene, en het ontzag voor het oneindige, is voelbaar. Juist met al die rituelen. 1 Reacties | Reageer direct

Kasteel
18/03

GEBROKEN LIEFDE

De lente is er weer. Ondanks de politieke omstandigheden kan je een gevoel van vrolijkheid niet onderdrukken bij het zien van de tapijten van kleine bloemetjes buiten die na de regen uit de grond komen. Met de vrouwengroep van het instituut gaan we richting Fuads huis. Hij en zijn zoon hebben in hun grote achtertuin een mooi torentje, hier qasr of kasteel genoemd. Vroeger werden ze gebruikt om in de zomer op het land te slapen bij het oogsten, of om te picknicken of om gewoon van de buitenlucht te genieten. De vrouwengroep is druk in de weer met het trainen voor een cultureel-toeristisch programma over Palestina, in het bijzonder de oude tradities in het Betlehem-gebied. Rond de qasr groeperen we ons. De vrouwen doen een tolbe na - de familie van de aanstaande bruidegom komt op bezoek bij de bruid en probeert zoveel mogelijk inlichtingen over de aanstaande bruid in te winnen. Lach nou niet zoveel en wees een beetje stil wanneer

anderen optreden, zeg ik als evaluator, straks begrijpen de bezoekende buitenlanders dat niet en denken ze dat je lacht om je eigen tradities. Waarom mag dat niet, zie ik ze denken. Maar Fuad ziet mijn punt als bruikbaar argument om gewenste stilte te creren, hetgeen niet echt lukt.

Een ander lid van de groep plukt een mint-blaadje uit de tuin, miriamiyya genaamd, wuift het onder haar neus en snuift diep. Dan vertelt ze het verhaal van de maagd Maria of Miriam die vermoeid van de vlucht naar Egypte onder een boom rustte en verkwikt werd door de geur van de mint en vervolgens de plant omdoopte in haar naam, miriamiyya. In een andere scene, speelt een oud-inspecteur in het Palestijnse onderwijs een dame die vertelt over haar jeugd, toen ze door het kleine raampje de zgn rosanna - van het torentje naar haar lover keek die in de olijfboom ernaast was geklommen. Uiteindelijk kwam haar vader achter deze praktijk met als gevolg dat de verloving niet doorging omdat deze gang van zaken in strijd was met de zedelijke gewoonten. De man vertrok naar Syri voor werk. De dochter bezwoer dat ze met niemand anders zou trouwen. De vrouwen zingen daarna samen een bekend vrolijk-treurig ritmisch liedje over dat raampje, de rosanna. We klappen allemaal.

Onweerstaanbaar moet ik niet alleen aan Romeo en Juliette, maar ook aan Rapoenzel denken, vanwege dat torentje, dat aan herinneringen aan sprookjesplaatjes oproept. Ik evalueer dat de adjanib, de buitenlanders, deze scene ongetwijfeld mooi zullen vinden. Gebroken liefdes vallen altijd goed. Over gebroken liefdes gesproken, laatst las ik het verhaal van een bruiloft in Beit Safafa, dat voor de oorlog van 1967 door prikkeldraad verdeeld was tussen Isralisch en Jordaans gebied. Het ene deel van de bruiloftsstoet liep aan de ene kant van het prikkeldraad, het andere deel aan de andere kant. Een metafoor van de Palestijnse situatie.

A.s. zaterdag is de opening van Jeruzalem als hoofdstad van de Arabische cultuur waarbij ook Betlehem wordt aangedaan. Aboe Mazen, met zijn geschonden prestige, komt ook op bezoek. We worden gevraagd om op die dag wat van ons nieuwe culturele programma te laten zien. We besluiten dat sommigen van onze vrouwen in traditionele klederdracht door de straten van Betlehem zullen trekken, bruiloftstrills zingen en in het Arabisch en Engels een paar verhalen vertellen. Verhalen vertellen is een oude traditie hier, bv. tijdens de Ramadan. Dan houdt de hakawati, de verhalenverteller, na het dagelijkse vasten het publiek bezig in de oude koffiecafs. En tijdens de zomerpicknick op het platteland was het vertellen van verhalen rond de qasr een moment van ontspanning na het binnenhalen van de oogst.

Met Mary en haar directrice op de bibliotheek van de Bethlehem University praten we over hoe die andere verhalen te vertellen, de echte uit het dagelijks leven. Wanneer er bezoekersgroepen zijn vragen we studenten op de universiteit om kleinkind te spelen van een oudere man of vrouw. Deze vertelt dan over hoe het vroeger was, over de oorlogen, die hele koude winter (toen men zelfs zo

hongerig was dat de keutels van paarden werden gedroogd, uitgepeld en gebruikt als voedsel), en natuurlijk de vlucht en verdrijving van 1948. En tijdens het eerste Soemoed festival bij de Muur rond het Graf van Rachel, op 30 april en 1 mei, gaan we behalve musiceren over de daken heen (net als vorig jaar de componist Merlijn Twaalfhoven en zijn artiesten deden) ook een verhaal- en vrijheidssymbool uitbeelden: een brandende sleutel van kaarsen, gevormd door meer dan 100 mensen. De sleutel als herinnering aan de huizen waar mensen vroeger van zijn gevlucht zijn en ook als opening naar de toekomst - om de poorten van de Muur te openen rondom die openluchtgevangenis die Betlehem nu is. 5 Reacties | Reageer direct

Spelletje
04/03

HINDERNISSEN

Marys zus uit Parijs was van plan om naar ons toe te komen, maar ze werd op de luchthaven van Tel Aviv eruit gepikt, in de luchthavencel geplaatst en de volgende dag op het vliegtuig terug gezet. Het Frans consulaat in Jeruzalem verwittigde Mary. Marys zus heeft al tientallen jaren lang een Frans paspoort. De Isralische autoriteiten vinden echter dat, omdat ze ooit een Isralische West Bank identiteitsbewijs (ID) heeft gehad (want ze is hier geboren), ze op basis daarvan een Palestijns paspoort moet aanvragen en met dat paspoort het land moet binnenkomen, en niet met haar Franse. Net als andere houders van een Palestijns paspoort uit de West Bank moet ze dan via de Allenby brug vanuit Jordani naar Betlehem reizen; ze mag niet via Tel Aviv in of uitreizen. Maar ze kan alleen een Palestijns paspoort aanvragen als haar eerdere ID traceerbaar is. Vorig jaar had ze een en ander bij de Palestijnse autoriteiten nagevraagd. Toen bleek dat ze niet geregistreerd stond, geen ID 'nummer' had. Dus had ze geen recht op een Palestijns paspoort. Kunt u het nog volgen? Deze dagen wordt er opnieuw driftig gezocht. Het lijkt wel dat een Kafkiaans spelletje met haar wordt gespeeld. Ze wacht af wat haar advocaat voor voorstellen heeft. Haar moeder in Betlehem is oud en lichamelijk niet sterk, en Marys zus wil haar zo spoedig mogelijk weer zien. Ik moet denken aan de uitdrukking dat Palestijnen niet in hun land wonen, maar het land in hun hart dragen.

Marys zus valt tussen wal en schip. Ikzelf had, minder dramatisch, zo'n "tussen wal en schip" ervaring toen ik laatst met Tamer door de checkpoint wilde gaan. Ik was de Nederlandse vader van een Palestijns kind (want Tamer heeft een Palestijns paspoort, dat ik liet zien). Hoe kan dat, zag ik de soldate denken? Ik moest een aanzienlijke tijd wachten totdat er een superieur kwam, die uiteindelijk toch weer niet kwam, zodat ik kon doorlopen.

Afgelopen zaterdag was het staking in de gehele West Bank. Jara en Tamer gingen niet naar school. Reden: het feit dat 90 Palestijnen in Jeruzalem die in de wijk Silwan wonen, een order ontvingen om hun huizen te verlaten waar hun voorouders honderden jaren hebben gewoond. 1500 mensen moeten hierdoor weg. Het Jeruzalemse stadsbestuur wil kennelijk delen van deze wijk geleidelijk ont-arabiseren. Alles vindt in Arabisch Oost-Jeruzalem plaats, eenzijdig door Isral geannexeerd. Jara vroeg haar docente of haar klasgenoten wisten waarom de staking plaatsvond. Nee, vertel het maar aan de klas, zei de docente, hetgeen Jara deed.

Het regent hard op de stakingsdag. We zitten met zijn allen knus in de huiskamer. Het is mamnoea tajaawel, zegt Mary - verboden om de straat op te gaan, een uitdrukking die vroeger door Isralische soldaten werd gebezigd om een uitgaansverbod af te kondigen. Het is bijna een Hollandse sfeer. Jara en Tamer zijn druk bezig om de ene helft van de kamer in een grote hut te veranderen, gemaakt van dikke kussens en banken. Het lijkt wel een mustautanneh (nederzetting), zegt Jara. Inderdaad, het kost moeite om je er langs te wringen.

Met mijn werk ben ik ondertussen aan een ander spelletje bezig. Een Belgische deed afgelopen jaar vrijwilligerswerk bij ons en maakte een informatiepakket over Palestijnse jongeren. Een onderdeel ervan is een checkpointspel. Het is als Ganzebord, je volgt de paden met een pion. Wanneer je de dobbelsteen werpt kan je op een "gebeurtenis"-veld komen, waar je een verrassing te wachten staat. Bv. "U moet wachten want de soldaat is in een slecht humeur; drie beurten overslaan." "U kunt definitief niet verder. Ga terug naar Af." Naar Parijs, in het geval van Marys zus.

Mary zucht. Ze zegt dat ze tegenwoordig angstiger is de straat over te steken. Vertel me eens een goed verhaal, vraagt ze me voor we gaan slapen. 2 Reacties | Reageer direct

Kaarsen
17/02

VALENTIJNSDAG

Een groep van zon honderd mensen vormen een cirkel van brandende kaarsen in ons openluchttheatertje onder de militaire wachttoren bij het Graf van Rachel. Het zijn Betlehemse families aangevuld met een groep van Pax Christi uit Engeland. Met die zwijgende Muur op de achtergrond is de stilte des te pregnanter. Een symbolische gebeurtenis zoals deze straalt kracht uit, blijft in je herinnering kleven. Iemand die te laat komt, excuseert zich. We wisselen wensen en gebeden uit en zingen een favoriet Kerst/vredeslied, dat hier inmiddels door het hele jaar wordt gezingen: de Nacht van de Geboorte (Leilat al-Milad). Wanneer we de tranen afdrogen van degenen die huilen, dan zijn we in de Kerst.

Aanleiding: een initiatief van een moslimse Palestijnse eigenares van een restaurant in midden Engeland. Ze heet Manal Timraz, en niet minder dan 15 leden van haar familie, waaronder 13 kinderen, zijn gedood bij de aanval op Gaza. Ze wilde iets doen in het teken van vrede en gerechtigheid. Samen met een joodse buurvrouw en een christelijke activiste van Pax Christi nam ze het initiatief tot de campagne een miljoen kaarsen voor vrede. Ze verklaart op haar website: Meer dan ooit ben ik vastbesloten de luidste stem van de onschuldigen te zijn. Afgelopen weken riep ze iedereen op kaarsen te branden; haar kaarsen te sturen die ze dan weer doorstuurt naar Gaza (ze heeft op het moment naar het schijnt honderdduizenden kaarsen in een opslagplaats bij haar restaurant) en vooral ook hulpgoederen en medicijnen.

Liefdadigheidsinstellingen zoals Islamic Relief en Save the Children helpen haar met het transport van de ingezamelde goederen. Ze krijgt van alle kanten steunbetuigingen, vanuit haar woonplaats Coventry, een stad die een traditie heeft op te houden in oproepen tot vrede en verzoening, maar ook in Japan waar onder meer een klas in Hiroshima haar fotos stuurt van een wake met kaarsen daar. In Betlehem deden we het dus ook, op Valentijnsdag, 14 februari. Manal is zelf deze dagen in Hebron, nadat ze in Jordani koningin Rania te spreken kreeg.

Valentijnsdag is hier eigenlijk een party dag, niet alleen voor jongeren of geliefden, maar voor de hele familie. Eerlijk gezegd is er wat gne om te feesten, maar er is druk vanuit de jongeren om eindelijk weer eens iets te doen nadat het oud- en nieuwjaar gebeuren niet doorging vanwege de slachtoffers in Gaza. We zien op TV hoe in Jordani een ezel rood wordt geverfd, bedoeld om degenen die op dit moment Valentijnsdag vieren belachelijk te maken. Nou ja, besloten wordt tot een kleine party binnenkamers. De bloemenman vertelt me dat er dit jaar meer bloemen zijn verkocht dan vorig jaar. Ondertussen maakt Manal Timraz van Valentijnsdag een nieuwe dag van verbroedering en vrede, en er zijn op deze dag kaarswaken in Coventry, Gaza, Hebron, en andere plaatsen ter wereld. In Hebron blijkt er maar een enkele kaars aanwezig - je hebt op de Westoever vaak schaarste aan specifieke artikelen, vanwege problemen met transport gezien de checkpoints. Een grote groep mensen staat daar samen met Manal rond die ene kaars. En wij staan dus in Betlehem, met ruim voldoende kaarsen.

UCP

Met Ann, de christelijke vrouw van de initiatiefnemers, brainstorm ik over de stille kracht van de uitwisseling van gebeden, symbolen, gedichten. De Wereldraad van Kerken organiseert nu samen met Pax Christi en andere vredesorganisaties twee keer per jaar het versturen van gebeden naar Palestina. Het plan is om die gebeden (of cries from the heart) te projecteren op witgeverfde plekken in de Muur, en ze uit te spreken bij nederzettingen en checkpoints.

Spiritualiteit als actie.

Zie voor Manals website: www.habibirestaurant.co.uk/ 3 Reacties | Reageer direct

Familie
04/02

KRACHT EN ZWAKTE

De afgelopen week werd de Turkse premier Erdogan een populaire figuur hier. In het mediacircus in Davos schroomde hij niet om naar aanleiding van Gaza publiekelijk tegen de Isralische

president Peres uit te varen: 'Je doodt mensen', Vervolgens liep hij weg toen hij onderbedeeld werd in spreektijd. Het ging Palestijnen niet voorbij dat de ook in dat panel aanwezige woordvoerder van de Arabische Liga, Amr Moessa, zwijgend toekeek.

Eigenlijk is Turkije, het land tussen Oost en West, hier sowieso populair op de TV. De Turkse soap opera's, met een Arabische voice-over, zijn hier meer bekeken dan de TV series uit de Arabische landen. Het aantal toeristen naar Turkije vanuit het Midden-Oosten schijnt zelfs toe te nemen, kennelijk omdat de TV series mooie plaatjes van Turkije tonen.

Jara keek deze zomer ook naar een Turkse serie, Noer (de naam van de hoofdrolspeelster). Net als de meeste andere soaps ging deze over gezins- en familieproblemen, altijd een populair thema. Ze buigt zich nu in het kader van het vak civics over 'de Palestijnse familie'. Het schoolboekje beschrijft de variteit aan familiemodellen in Palestina, van het westerse kleine gezin tot de zeer uitgebreide familie waar neven en nichten en aangetrouwde familie in een kwartier bij elkaar wonen. Je ziet dat nog steeds wel eens in de dorpen. Een speciale sectie van het hoofdstuk is gewijd aan 'problemen in de familie'. Geen relatieproblemen, zoals in de soaps, maar de opstapeling van sociaal ongeluk die je hier vaak ziet, zoals een vader in de gevangenis, geen vervangende kostwinning, gebrek aan medische zorg, geen verzekering.

Binnenkort verzorgt de vrouweninstelling Inaash al-Usra ('de familie levend maken') in Ramallah een bijeenkomst over de rol van de familie in Palestina. Enerzijds is er, zo wordt gesteld, de enorme bijdrage van het gezin aan het voortbestaan en de overleving van de Palestijnse natie; als sociaal en ekonomisch vangnet en als middel om de gemeenschappelijke herinnering en identiteit levend te houden. Anderzijds is de uitgebreide Palestijnse familie door overheersers (Britten, Isralis) gebruikt om de samenleving te manipuleren en verdeel-en-heerstaktieken toe te passen. Nog steeds zie je hier dat hele families voor een bepaalde partij stemmen en een politieke groep steunen, zoals Fatah of Hamas. Dat is vooral in bepaalde streken in Gaza en in steden als Hebron op de Westoever het geval. Terwijl tegelijk allerlei westerse gebruiken toenemen, valt het op dat de uitgebreide familie niet aan belang inboet, zelfs sterker wordt. Ik denk vooral omdat de Palestijnse regeringen niet in staat zijn de bevolking sociale, juridische en economische bescherming te bieden. Dan trekt men zich terug in de uitgebreide familie.

Tegelijk zie je dat veel families onderling verdeeld zijn in hun steun voor de een of andere partij. Waarom zit die tegenstelling tussen Fatah en Hamas zo diep, vraag ik Mary, is het om ideologische redenen of vanwege de invloed van bepaalde families of sociale circuits? Mary zegt. 'Het is de koersi (stoel, zetel)'. De partijen willen hun macht vasthouden. Bij NGO's in Palestina hebben familiebanden tussen staf, leden en sympathisanten ook invloed. Zelfs is het wel gebruikelijk om beeldend over de organisatie als een familie te spreken. Ik herinner me dat een paar jaar geleden bij

sommige scholen het woord 'schoolparlement' te verdelend werd ervaren, en dat de leerlingenraad daarom 'schoolfamilie' werd genoemd.

In mijn organisatie wordt aan een cultureel toeristische programma gewerkt waarbij de gastvrijheid van de Palestijnse familie en de gebruiken rond trouwen e.d. worden uitgebeeld. Leden van onze vrouwengroep spelen onder meer een rollenspel hoe de familie van de aanstaande bruidegom bij de bruid en haar familie op bezoek komt en deze aan de tand voelt. (Letterlijk zelfs, er werd vroeger soms ook op gelet of het gebit van de a.s. bruid wel goed was, hetgeen natuurlijk in het rollenspel tot de nodige hilariteit leidt).

In het programma speelt een Palestijnse jongere een kleinkind die zijn of haar grootvader/moeder interviewt over vroegere tijden, in het bijzijn van de bezoekers. Onze nieuwe medewerkster vertelt dat ze vlak voor het sterven van haar grootvader deze interviewde over zijn herinneringen aan de Britse mandaattijd van voor 1948. Ze maakte allerlei parallelen tussen vroeger en nu en voor het eerste voelde ze een sterke band met hem. 'The golden chain of stories' noemt een kennis dat. Ik ben benieuwd of de gouden ketting tussen de Palestijnse families het onder alle druk houdt.

Vannacht droomde Mary van haar overleden vader, dat ze hem zachtjes toedekte. 1 Reacties | Reageer direct

Schuiven
20/01

GAZA (2)

De mensen zijn meer emotioneel deze dagen, nors in de taxi, kwaad. "Hoe gaat het me je?" "Slecht." "Je eigen volk is schietschijf."

Jara geeft geld op school voor Gaza en onder de kinderen wordt er veel gesproken over de TV beelden. Een miss bij Tamer vertelt dat hij hard moet leren want alleen dan kunnen Palestijnen later een vuist maken tegen Isral. Ook op zijn school is er collecte, en je mag alles meebrengen.

Mary maakt een voedselpakket en doet er wat speelgoed bij. Ze zoekt naar een product waardoor Tamer zich er meer bewust van is dat hij wat geeft voor Gaza, maar hij is er nog te jong voor. Tamer kent Gaza vooral van de momenten bij het eten wanneer hij treuzelt en Mary, om de druk op te voeren, zegt: Weet je wel dat de kinderen in Gaza niets te eten hebben? Ze checkt of er in het pakket geen producten zijn die in de VS zijn gemaakt. "Stel je voor dat ze dat zien."

Over bewustwording gesproken: Vorige week vroeg Tamer me voor het eerst over de Muur. Waarom staat die daar? Ik geef in een paar minuutjes politieke les, kan niet nalaten om ook de Isralische lezing te geven, maar met de toegevoegde opmerking dat papa het daar niet erg mee eens is. Wel lastig voor hem. Gelukkig is zijn aandacht snel elders. Ik vraag hem om eens wat anders dan griezels en monsters van Ben10, een computer game, te tekenen - waarom geen mooie vogels?

Hoe werkt de oorlog tegen Gaza door op de Westoever? Ik heb het gevoel dat er iets aan het schuiven is. Ineens wordt er met bewondering over Hamas en diens leider Meshal gesproken. "Kijk, hij leest niet van papier zoals de andere Arabische leiders, maar hij zet een goed verhaal neer, met cijfers die hij zo kan noemen. Is hij niet een doctor?" "Je weet dat hij zegt wat hij meent." "Ook al ben ik een christen, ik kan het waarderen dat hij uit de Koran spreekt, daarmee kan hij zijn publiek beter bereiken." Ik herinner me dat op eenzelfde manier anderhalf jaar geleden, bij de oorlog in Libanon, over de Hizbollah-leider Nasrallah werd gesproken. Meshal neemt ook de houding van nationale leider aan, niet alleen die van Hamas, en roept op tot nationale dialoog.

Er circuleren op internet natuurlijk weer veel spotprenten over de Arabische leiders. Moebarak wordt met het kaasmerk La Vache qui Rit vergeleken, de Koe die Lacht. Qatar en Mauritani, en Venezuela en Bolivia, die verbindingen met Isral verbreken, krijgen applaus. Maar Mahmoud Abbas, de leider van de Palestijnse Autoriteit en Fatah, heeft bepaald de wind niet mee. In Koeweit gaat hij naar een avondbanket met westerse leiders en de pro-westerse regimes Jordani, Egypte en Saoedi-Arabi. "Kijk, hij gaat naar een feestje, terwijl de Palestijnen in Gaza creperen. Wat is dat voor een leider?" "Hij zegt dat hij niet naar de (oppositionele) conferentie in Qatar gaat omdat hij onder druk staat. Welke druk is dat dan? Niet van zijn eigen volk." "Eeb" (het is om je te schamen), zegt Mary. "Hij heeft geen legaliteit, geen charisma." Inderdaad is de constitutionele basis van het presidentschap van Abbas zwak, nu zijn termijn als president is afgelopen. Steeds vaker valt het woordje 'collaborateur.' "Aboe Mazen spreekt niet uit het hart. Hij doet wat anderen hem zeggen te doen." Ondertussen is er niemand in Fatah die een geloofwaardig alternatief vormt. Toch hoor je wel dat je maar moet afwachten of Abbas zo snel opzij gaat. Je krijgt natuurlijk dat er nieuw westers geld naar de Palestijnse Autoriteit wordt gepompt en veel mensen zijn voor hun baan van het Palestijnse Gezag afhankelijk.

Ondertussen staan elke vrijdag tijdens en na de moskeedienst honderden soldaten in Bethlehem en ongetwijfeld elders ook met flinke knuppels gereed om op eventuele demonstraties tegen het Palestijnse Gezag in te slaan. Zijn dat de contouren van een soort dictatuur, nota bene een 'eigen' dictatuur onder vreemde bezetting? Ik kan me het moeilijk voorstellen, maar je weet het nooit. Op de een of andere manier speculeer je hier altijd dat het altijd nog slechter kan; dat scepticisme gaat in je lichaam gebakken zitten. 3 Reacties | Reageer direct

Reacties
07/01

GAZA

Het afschuwelijke nieuws over Gaza houdt natuurlijk ook iedereen in de West Bank in zijn greep. Mensen zijn bijna lamgeslagen. Er waren geen feestelijkheden rond oud en nieuw, geen vuurwerk, een wezenloze stilte na 12 uur s nachts. Alsof Palestijnen geen feest mogen hebben, zegt een kennis. De Orthodoxe patriarch heeft alle feestelijkheden rond de orthodoxe Kerst vandaag in Bethlehem afgelast. Zelfs de drums van de scouts waren gisteren niet te horen. Op de radio luistert Mary naar preken over Gaza. Ex-patriarch Michel Sabbah sprak over een dodelijk vakantiecadeau en elk uur (van nieuw geweld) is niet alleen een oorlogsmisdaad maar ook een misdaad tegen de menselijkheid. De mensen zijn gekluisterd aan de Arabische satellieten, vooral Al-Jazeera. Iemand zegt dat net als Irak indertijd Gaza een TV oorlog is.

Mary zegt wat iedereen denkt, dat de aanvallen op Gaza van elk menselijk gevoel gespeend zijn. Wat te denken van Livni en andere Isralische woordvoerders die ontkenden dat er een humanitaire crisis in Gaza is, en wanneer er een is, dat het de verantwoordelijkheid van Hamas is? Dat is lef hebben. Iedereen en alles in Gaza dat iets met Hamas van doen heeft lijkt wel doelwit, of het nu politie is, universiteit, moskeen, scholen. Mensen om me heen zijn vooral boos omdat buitenlandse regeringen onmachtig zijn tussen beide te komen. Maar ik hoor dat men het niet eens zozeer de Europese of Amerikaanse regeringen of de Verenigde Naties kwalijk neemt, maar op de eerste plaats de Arabische regeringen. De pro-Amerikaanse Arabische leiders in Egypte en Jordani staan met het zweet in de handen, zegt Marys familie. Misschien dat de aanval op de scholen van gisteren iets in beweging brengt.

Mary ging zondag naar de mis en deed daarna aan een demonstratie mee, die door kerkelijke leiders was georganiseerd. Er zijn meer demonstraties op het Geboorteplein en elders in het Bethlehem-gebied. In een geval werden mensen gevraagd om dekens mee te nemen en languit op het plein te gaan liggen om de slachtoffers uit te beelden. In de supermarkt merkt een familielid van Fuad spottend op wat je nu met geweldloosheid moet doen tegen het Isralische militaire geweld. In Marys familie zijn er ook de nodige discussies een helft van de familie steunt Fatah en de andere helft is weliswaar niet direct Hamas, maar heeft wel veel begrip voor wat ze doen. Heeft Gaza niet het recht raketten af te schieten, zo hoor ik, is Gaza niet bezet wanneer je het van alle kanten afsluit, en heeft men niet het recht tegen een bezetting te strijden? Wie herinnert zich nog dat de meeste inwoners van Gaza of hun kinderen vluchteling zijn en uit later verwoeste dorpen in Isral komen? Ik ga met de familie niet in discussie over de Kassam-raketten.

Marys familieleden die Fatah steunen zijn zichtbaar verlegen met de situatie. En vindt dat Hamas zelfmoord pleegt met zijn tactiek maar is wel volledig solidair met de bevolking van Gaza. Fatah is vooral verlegen met de beschuldiging die onder meer op Al-Jazeera wordt geuit, dat zij informatie aan Isral zou doorgeven over de verblijfsplaatsen van Hamas strijders. Een reactie van een bezoeker is dat er zowel in de West Bank als Gaza collaborateurs zijn die beter op de hoogte zijn van dit soort informatie dan Fatah.

Tamer zegt dat hij een enge droom heeft gehad, hij droomde van de bombardementen die hij op TV heeft gezien. Hij wil wraak nemen tegen de Isralis en maakt woeste gebaren, tekent reuzen en enge maskers van de computer games om oma bang te maken, rent dan weer vrolijk rond. Jara is bij haar familie in Parijs en loopt mee in een demonstratie, het contact met het vaderland in stand houdend. 9 Reacties | Reageer direct

Censuur
09/12

IN DE CEL

Niet zoals in Nederland is de gevangenis hier een realiteit waarop menig gesprek in het dagelijkse leven blijft rusten. Gisteren zaten Mary en Jara te kijken naar oude fotos van Kerstprocessies van 100 en 50 jaar geleden, waaruit blijkt dat het huidige Vredescentrum op het Geboorteplein een voormalige Israelische, Jordaanse en Britse gevangenis was.

Jara bestudeert binnenkort een Arabische les met een literaire beschrijving van de hand van een oudere politieke gevangene die medelijden heeft met een jongen van 14 jaar die met hem de cel komt delen. De lezer weet dat het een Isralische cel betreft, maar dat blijkt niet uit de tekst en de vragen daarna, omdat het Palestijnse leerplan zich niet over politiek controversile zaken mag uiten. Bij alle politiek getinte onderwerpen die ik zo lees in Jaras boekjes is er een focus op de direkte, emotionele ervaringen, op het lijden en de trots en de eigenwaarde e.d. (op zich belangrijk natuurlijk), maar niet wie nu eigenlijk verantwoordelijk is en het hoe en wat. In de vragen komen zaken aan de orde die niet direkt bij de leefwereld van een tienjarige westerse scholier zouden passen, zoals waar een gevangene naar verlangt keuze tussen (a) het weerzien van je familie, (b) het geld sparen voor het bouwen van een eigen huis, (c) voortzetting van studie, of (d) vertrek naar het buitenland. Leg je antwoord uit. En natuurlijk vragen over het verschil tussen een gewone crimineel en iemand die voor zijn vaderland strijdt.

Tussen neus en lippen door vertelt mijn lerares Arabisch dat een paar dagen geleden de 23e jarige zoon van haar buren door het leger uit zijn bed was gelicht en opgepakt en nu gevangen zit. Wanneer je als Palestijn langdurig in een gevangenis in Isral vastzit heb je een goede kans dat je alleen met je familie kan spreken via een mic, en bezoekers niet kan zien, ook niet door glas. Mijn lerares had met de moeder van de gepakte zoon te doen.

De verhalen hebben trouwens niet alleen betrekking op Isralische gevangenissen. Ik hoor dat een man die in het centrum van Betlehem in een kopieerzaak werkt, werd meegenomen door de Palestijnse politie. Hij zou materiaal van groepen hebben gekopieerd die oppositie voeren tegen Aboe Mazen. Kennelijk werd verondersteld dat hij het gekopieerde ook zelf leest, of bijzondere banden heeft met zijn klanten. Hij zit nu 25 dagen gevangen en mag niet meer terug naar de winkel. Tsja, dan gaat de schrik er wel inzitten.

Een jongere die ik goed ken, doet een voortgezette media-opleiding. Als hoofdtaak wilde hij een korte documentaire maken over de ervaringen van Palestijnse jongeren in een Palestijnse gevangenis. (Eerder had hijzelf een paar jaar in een Isralische gevangenis gezeten). Aanvankelijk leek zijn suggestie op de school te worden aanvaard, en hij deed het nodige voorbereidingswerk. Maar het bleek toch niet te kunnen en hem werd verteld dat hij alleen over ervaringen in Isralische gevangenissen kon filmen. Hij voelt zich behoorlijk genomen maar heeft geen keus.

Ik loop wat in de stad door de straten die druk zijn vanwege de inkopen voor het Moslimse Offerfeest. Vrolijkheid, lichtjes, veel inkopen, maar vooral goedkope spullen. Ik lees dat in Hebron de tweedehandsspeelgoedzaken floreren. In deze Kerstmaand voel je weer die tweeslachtigheid die

eigen is aan Betlehem 2008 enerzijds de gevangenis- en armoede-ervaringen, en anderzijds een influx van toeristen die het afgelopen jaar aanzienlijk is gegroeid. Maar de winkeliers zeggen dat eigenlijk uitsluitend de hotels en restaurants ervan profiteren, een betrekkelijk gesloten circuit, en niet de bredere bevolking. 2 Reacties | Reageer direct

Gewenning
25/11

MAGNETISCHE KAART (2)

Waarom blijven de mensen hier toch zo kalm bij alle vernederingen, frustraties en oponthoud, is een terugkerende vraag van bezoekers aan de West Bank. Ik denk niet dat het komt omdat de mensen zich zo goed in kunnen houden. Het is vooral, denk ik, gewenning. Een week of twee geleden vonden hier tegenover ons huis in het vluchtelingenkamp Azza drie avonden achter elkaar invallen van het Isralische leger plaats. Kennelijk was het doel mensen op te pakken die uit frustratie stenen of een Molotov-cocktail hadden gegooid naar de militaire wachttorens bij het Graf van Rachel. De ene avond hoorde je een geluidsbom, de andere avond wandelde je in je tuin en rook je plotseling een vleug traangas. Die invallen gebeuren in bepaalde wijken en kampen van Bethlehem en meestal buiten het oog van toeristen en cameras. Ik schaam me dat ik gevoelloos, kalm blijf wanneer een paar meter verder mensen uit hun huis worden opgepakt en meegenomen.

Het is bezetting als routine. Een alledaagse bezetting, in de titel van een laatst verschenen nieuw boek over het onderwerp. De magnetische kaart is een ander voorbeeld. Mary is toch maar, na een lange mentale worsteling, die kaart gaan ophalen bij het administratieve hoofdkwartier van het leger, bij de nederzetting Etzion dichtbij Hebron. Anders kan ze wellicht straks met de Kerst niet naar Jeruzalem wanneer er bij de parochies pasjes klaar liggen. Dan maar voor het moment de vernedering inslikken. Het enige dat ze voorafgaand aan haar bezoek aan Etzion wist was dat op de maandagen mensen uit Bethlehem moesten komen; op andere dagen zijn andere steden of regios aan de beurt.

Nu moet je bij de Isralische militaire bureaucratie niet denken aan bordjes met wachttijden en richtlijnen en een nummertjesapparaat. Nee, de regels liggen niet vast. De ervaring is Kafkiaans. In haar naviteit ging Mary met een vriendin om negen uur s ochtends, zeg maar wanneer de normale

kantoren en winkels openen. De wachtenden keken haar aan alsof ze uit een andere wereld kwam. Ze leerde dat alleen vrouwen een nummertje krijgen, mannen niet. Vrouwen moeten in de praktijk vanaf een uur of zes s morgens in de rij staan. Sommige mannen staan al om een uur of drie s nachts in een gespannen wachttoestand bij de hekken.

Volgende onzekerheid: je weet niet wanneer je aan de beurt bent. Het is niet zo dat je in de rij gaat staan in de veilige verwachting dat je na enige tijd wordt geholpen. Er zijn mensen die op een dag 12 (!) uur wachten, van zes tot zes, en daarna onverrichterzake huiswaarts keren. Soms gebeurt het dat je met honderden wachtenden ineens, zeg om elf uur, een bericht krijgt dat het kantoor om niet nader verklaarde redenen sluit (dat heb ikzelf een paar jaar geleden ook wel eens een keer meegemaakt).

Naar ik tot mijn verbijstering hoor van mensen om me heen, die dat ook alweer gelaten-kalm zeggen, zijn er regelmatig gevallen van mensen die maandag na maandag vrijaf nemen van hun werk om steeds weer naar Etzion te gaan. Mijn collega kent mensen die dat drie of meer keren zonder resultaat hebben gedaan, in de hoop dat het een keer wel lukt. Kortom, men wordt behandeld als vaatdoek. Je raakt je zelfrespect kwijt. Ik vraag verder om me heen en mensen bevestigen dit alles. Met het nadrukkelijke verzoek niet hun namen te noteren. Anders komt wellicht hun vergunning, of kans erop, in gevaar. Ook dat is een verborgen regel in het spel.

Mary zegt dat ik vooral niet moet vergeten op te schrijven dat soms Isralische waarnemers van mensenrechtenorganisaties bij Etzion aanwezig zijn. Het overkwam een neef van Marys collega (die neef is een advocaat) dat soldaten wachtnummers aan mannen en vrouwen uitdeelden op het moment dat zulke waarnemers aanwezig waren. Zodra ze weg gingen, haalden diezelfde soldaten de wachtnummers weer op.

Wat moet je daar nu uit concluderen? Een andere vriendin van Mary zegt dat men beetje bij beetje mensen laat wennen aan meer reisbeperkingen. In het begin, jaren geleden, had je een checkpoint naar Jeruzalem en kon je er, met name als vrouw, meestal doorheen. Daarna had je een vergunning nodig, of je nam een by-pass road langs het checkpoint. Vervolgens was er geen by-pass road meer, en daarna kwam de Muur en de magnetische kaart, die op het moment vooral arbeiders of handelaren nodig hebben. Straks komen ongetwijfeld weer andere groepen aan de beurt. Ook de Muur wordt niet in een move rond Bethlehem gebouwd, maar beetje bij beetje (naar buiten omdat de kosten hoog zijn, maar ik denk in de praktijk omdat men de christelijke wereld niet te drastisch tegen zich in het harnas wil jagen ook die krijgt tijd om eraan te wennen). Rode draad: het gaat steeds iets slechter.

Je krijgt de indruk dat er een bepaald patroon achter zit. Misschien zit het zo. Je kunt gewone mensen niet vanaf het ene op het andere moment in een gevangenis plaatsen. Dat moet stapje voor stapje, dan weer met de ene techniek, dan met de andere, en steeds met nieuwe categorien mensen die aan de beurt zijn. Het is een proces van druk opvoeren: Af en toe wat proefballonnetjes oplaten, reacties uittesten, kijken of er publiciteit ontstaat, een verwarrend gerucht verspreiden misschien via collaborateurs, wellicht gas terugnemen, mensen het gevoel geven dat als ze maar lang hun best doen ze uiteindelijk een permit krijgen, en dan na een tijdje weer de bankschroef aanhalen. Niets ligt vast, alles hoor je via geruchten. Mary laat de magnetische kaart nu maar zitten omdat ze deze dagen hoorde dat met deze Kerst de kaart voor christenen nog niet nodig is. We zullen het zien.

Zit er een Grote Strategie, een master plan, achter? Dat weten we niet. Maar laten we eens aannemen dat dat het geval is. Wat zijn dan de bedoelingen? Het lijkt allereerst de bedoeling om mensen te vervreemden van Jeruzalem als centrum van Palestina. Verder lijkt het de bedoeling om mensen geleidelijk weg te drukken (wat stille etnische zuivering wordt genoemd), vooral mensen die zich willen ontplooien in studie of werk of anderszins. Dat wil zeggen, potentile leiders. En tenslotte: de achtergeblevenen raken murw, gewend aan de opsluiting, hebben geen wil meer om in beweging of verzet te komen, verliezen hun zelfrespect. 6 Reacties | Reageer direct

Toeval
11/11

BADRIYYEH

Mijn organisatie, het AEI, werkt aan een cultureel toeristisch programma over Palestina met Betlehem als voorbeeld. Met de hulp van een drama docent, Nidal, werken een vrouwen- en jongerengroep aan het nabootsen van oude gebruiken die iets van de ziel van Palestina uitdrukken. De gastvrijheid behoort daar natuurlijk bij. Met trills en gezang en verhalen beelden de vrouwen een traditionele scene van gastvrijheid uit, waaronder het aanreiken van Turkse koffie (Arabisch woord!) tijdens de voorbereiding van een bruiloft. Ze doen het zo goed dat we de scene overdoen in ons nieuwe theatertje, de plek onder de militaire wachttoren bij het Graf van Rachel. Met matjes en al en in traditionele klederdracht. Zie voor fotos de website van AEI center.

Een vreemd, maar wel sterk contrast: gastvrijheid tonen in de meest ongastvrije en dooie plek die je maar kan bedenken. Kan gastvrijheid een daad van verzet zijn? Er wordt veel gelachen en de vrouwen gaan zingend weg in processie zoals bij een bruiloft.

Als antropoloog ben ik gefascineerd door oude gebruiken en rituelen, zeker die door moslims en christenen gezamenlijk werden gepractiseerd, zoals in Palestina eigenlijk vroeger heel gebruikelijk was, en soms nog steeds. Op 5 mei gaan bijvoorbeeld christelijke en ook moslimse families in redelijk grote getale naar het plaatsje Al-Khader ten zuiden van Betlehem om daar in de plaatselijke kerk van de heilige St George (voor moslims Al-Khader, of de Groene) voorspoed af te smeken. Voor een cultureel-toeristisch programma zijn dat interessante plekken, vol met herinneringen aan oude gebruiken en wonderverhalen die in de plaatselijke folklore nog voortleven. Ze tonen de kleurrijke traditionele band met het land die de Palestijnen hebben en die nu al jaren op het spel staat.

Deze zondag besluit ik naar een plek in Jeruzalem te gaan die vroeger door moslimse en christelijke vrouwen van Beit Jala veel werd aangedaan: de tombe van Badriyyeh. Het is gelegen in een dorpje bij Betlehem dat in 1967 bij Jeruzalem werd ingelijfd, Sherafat. Badriyyeh - te vertalen met zoiets als een prachtige volle maan die plotsklaps voor je verschijnt - is de dochter van de Perzische immigrant Badr die in dit gebied in de zevende eeuw als een soort soefi in de velden zou hebben rondgetrokken en wonderen verricht zoals het breken van een waterkruik als gevolg waarvan bronnen tot leven kwamen. Mary vertelt me dat het gaan naar de tombe van Badriyyeh niet de hoogste prioriteit van het familieweekend is. Net als de meeste andere mensen en jongeren in Betlehem vindt ze het, denk ik, vooral bijgeloof.

Maar ik zet door. Hoe ernaar toe te gaan? De vrouwen uit de vrouwengroep herinneren zich nog wel het bestaan van het heiligdom, maar vanwege de sluiting van Jeruzalem is de precieze plek in de mist van het geheugen verloren gegaan. Taxichauffeurs in de buurt zouden wel weten waar de plek was. Op goed geluk ga ik op zoek. Het vertrek uit Betlehem is niet eenvoudig want alles rond de hoofdcheckpoint is afgegrendeld. Het blijkt de Dag van Rachel te zijn. Ook toevallig. Er komt een stroom van pelgrims vanuit Jeruzalem, vooral orthodox-joodse vrouwen. Rachel staat bekend als de wenende moeder van Isral. Mensen die in de buurt van het Graf van Rachel wonen, zoals Claire, herinneren zich dat er vroeger maar relatief weinig joodse pelgrims kwamen. Sinds de plek een strijdpunt is geworden is er een kennelijk nationalistisch genspireerde pelgrimagestroom naartoe op gang gekomen. Vroeger werd het Graf van Rachel ook door moslims en christenen bezocht. Dat is met de Muur natuurlijk verleden tijd.

Enfin, ik glip door de pelgrims heen de andere kant uit op zoek naar die andere vrouw. Het lukt me om zonder veel moeite de plek te vinden. Zoals meestal zijn de traditioneel heilige plekken hoog

gelegen en de taxichauffeur weet de weg precies. Ik kijk in een boekje van 100 jaar geleden waarin de plek staat beschreven en lokaliseer de grote eik waar de geest van Badriyyeh zou hebben gewaard. De grote tombe is door tralies van een klein vertrek heen goed te zien. Hij ziet eruit als de tombe van Rachel. Er is naast het heiligdom een moskee en begraafplaats. De wachter vertelt me dat er nog steeds, hoewel spaarzaam, christelijke en moslimse vrouwen uit Beit Jala, Betlehem en Beit Sahoer komen om Badriyyeh na de olijfoogst wat flessen olijfolie te geven. Naast het heiligdom zijn er klaslokalen gebouwd in een particulier huis. Zoals veel scholen in Arabisch Oost-Jeruzalem heeft deze school ruimtegebrek en moet men bij particulieren lokalen huren.

Ik probeer tot me te laten doorwerken wat het heiligdom voor de pelgrims van Beit Jala vroeger betekende. In het oude boek lees ik dat sommige christelijke vrouwen van Beit Jala wanneer ze een gelofte deden zelfs hun juwelen aan Badriyyeh gaven. De nood was hoog, net zoals nu. Vanaf de begraafplaats ernaast is er een ver uitzicht op een andere, moderne pelgrimsplek waar Jara zo van houdt, de mall, oftewel het grote winkelcentrum van Zuid-Jeruzalem, en ook die andere heilige plek, het voetbalstadium van Betar Jeruzalem. In mijn geestesoog zie ik groepen Palestijnse jongeren en vrouwen uit Betlehem weer naar Badriyyeh komen en ook een enkele toerist. Naast de heilige plek is er een ruime picknickplek met wijds uitzicht. Dat is mooi meegenomen. Kan het doen van een gelofte, zoals vaak bij dit soort heiligdommen gedaan, hier een nieuwe, moderne invulling krijgen?

Ik ga langs bij de school ernaast. Er is een soort open dag. Een clown komt naar me toe en zegt, Hi Toine. Wat krijgen we nou. Het is de drama docent van ons culturele programma, Nidal, die een scenario zou voorbereiden over hoe Palestijnen vroeger een gelofte deden. Als clown bereidt hij zich voor op een optreden op deze school. Hoe kan ik die juist hier en nu ontmoeten? Weer toeval. Voordat we elkaar vorige week voor het project zagen had ik hem in vele jaren niet gezien. Je wordt er bijgelovig van. 2 Reacties | Reageer direct

Zaterdagochtend
28/10

MAGNETISCHE KAART (1)

Het is zaterdagmorgen. Dat is voor Mary en mij de rustige ochtend in de week. De kinderen zijn naar school - want de vrijdag en zondag zijn hun vrije dagen - en Mary is vrij. Op ons gemak

nemen we het ontbijt met zeit (olie), za'ater (tijm), en dibis (druivensiroop). De echte Palestijnse boerenmaaltijd. Met een nieuw kleurtje in haar haar voelt Mary zich wat beter. Ook al omdat haar oude moeder deze dagen wat levendiger is. Onze gedachten blijven rusten bij een hot topic in Betlehem deze maanden: de magnetische kaart.

West Bank Palestijnen hebben nu behalve een vergunning ook een magnetische kaart nodig om de controleposten rond Jeruzalem te passeren. Is het niet tijd deze aan te vragen, vraag ik. Hoe gaan we de Kerstperiode plannen, wanneer veel Palestijnse christenen een vergunning gaan afhalen bij hun kerkelijke gemeente of parochie om naar Jeruzalem te gaan? Mary heeft de week voor de Kerst vrij omdat het dan ook het moslimse offerfeest is. Dat komt goed uit met je verjaardag die we misschien in Jeruzalem kunnen vieren. Mary: Wie weet dat we een vergunning in de week voorafgaand aan de Kerst zullen krijgen. De Israelis weten wat ze doen. Christenen gaan dan inkopen doen in het winkelcentrum in Jeruzalem. Dat spekt de kas. Maar je weet het nooit zeker.

Maar Mary heeft geen zin om de ook benodigde magnetische kaart te halen in Etzion, het administratieve kantoor van het leger dat gelegen is bij een nederzetting. Je weet hoe het is, je wacht urenlang, wordt niet behoorlijk te woord gestaan, ze schreeuwen tegen je. Ik moet denken aan een collega van een NGO hier die de laatste 25 jaar niet in Jeruzalem is geweest omdat hij weigert een vergunning te halen, ook niet bij zijn parochie. Laat staan een magnetische kaart bij het leger. Dat is voor hem een principile zaak, een kwestie van menselijke waardigheid, vertelde hij me. Mary kan het ook niet verkroppen om een magnetische kaart te halen. Een vergunning bij de parochie kan nog net, hoewel met moeite. Het is trouwens, zeg ik, wel een politieke keuze van de parochies en de kerken om die vergunningen van het leger beschikbaar te stellen. Maar niemand protesteert tegen die rol van de parochies en kerken, want de vergunning is de sleutel naar tenminste een beetje vrijheid.

Doet Mary het of niet? Ze zwijgt en glimlacht. Ik gis wat er in haar omgaat. Wil ze haar innerlijke vrijheid niet opgeven in ruil voor wat meer fysieke vrijheid? Mary is denk ik nog het meest geneigd naar een derde mogelijkheid - om waar ze kan door een checkpoint heen te glippen, zonder vergunning. Dat kan nog aan de westkant van Betlehem, waar geen Muur is gebouwd. Maar je loopt wel het risico dat wanneer je gepakt wordt, je op een zwarte lijst komt te staan en nooit meer Jeruzalem inkomt.

Ik ga op condoleance-bezoek bij mijn Arabische lerares, haar broer is overleden. Deze woonde alleen in Amman en vanwege ziekte bracht mijn lerares hem hier naar Betlehem. Hij kreeg geen vergunning om te blijven, maar de familie besloot hem toch maar hier te houden, zonder vergunning.

Magnetische kaarten en vergunningen, dat is geen gesprek voor de zaterdagochtend. Een droom is beter. Als ik je omhels dan denk ik aan de zee en onze toekomstige cottage, zegt Mary spontaan. 0 Reacties | Reageer direct

Theepot
20/10

FOTOGRAFIE IN AIDA KAMP

Fotografie en video is in opkomst in Palestina, vooral onder jongeren. Een bekend voorbeeld is het Shooting Back project, opgezet door de Isralische mensenrechtenorganisatie Btselem. Hierbij worden cameras uitgedeeld onder gewone Palestijnen om hen zelf mensenrechtenschendingen te laten registeren. Een paar maanden geleden kwam een filmpje uit dit project in het nieuws dat liet zien hoe een Isralische soldaat een geboeide Palestijn in de voet schoot.

Maar er zijn ook andere, minder opvallende maar wel betekenisvolle projecten. Ik woon niet ver van het Aida vluchtelingenkamp waar de culturele organisatie Al-Rowwad (de pioniers) foto- en videocursussen geeft aan jongeren van in en buiten het kamp. De eerste lichting cursisten is klaar met de opleiding Images for Life en ik bekijk zon vijftig fotos die zijn opgehangen in de grote hal van het centrum onder de titel Look Who We Are.

Aida kamp, met zon 4700 inwoners, heeft niet alleen te maken met de problemen die alle vluchtelingenkampen hier hebben, waaronder een schromelijk tekort aan water en problemen met de riolering en vuilnisverwerking, en regelmatige invallen van het Isralische leger. Het kamp is ook nog eens afgegrensd door de Muur, waardoor het leven een extra desolaat aangezicht krijgt.

Maar het bijzondere van de fotos is dat ze menselijkheid, dromen en hoop uitdrukken. Wat gelijk opvalt zijn de fotos over vliegen. Vliegen als thema is hier bekend en zie je trouwens ook wel in andere vluchtelingensituaties. Er is een foto van meisjes in een bewegingsles die met de armen gespreid staan, als vogels. Er zijn verscheidene fotos met kinderen die met vliegers spelen. Go as far as I cant... Go to that far place. Ik herinner me dat ik eens een Palestijnse interviewde die zei

dat waar voor mensen elders de sky the limit is, voor haar de Wall the limit is. Zou het toeval zijn dat Tamer deze jaren alsmaar Spiderman imiteert, nu al drie jaar lang, steeds maar huppelend met zijn denkbeeldige web? Ik weet het niet.

De wanhoop klinkt door in een foto van kleren die hangen te drogen boven een stapel vuilnis: Mijn droom hangt daartussen. Of in een beeld van de stomp van een boom met een tekst die ongeveer als volgt gaat: Ik bescherm het leven in Palestina, maar ik kan mijn weg niet vinden. Het Rowwad centrum bevordert het idee van beautiful resistance en er zijn nogal wat fotos bij die de schoonheid van de Palestijnse culturele identiteit laten zien, zoals sieraden, gebedskransen, borduursels, traditionele bouwstijlen (naast verwoeste huizen) en dansoefeningen. Ik droom van een toekomst die zo kleurig is als de kleuren van mijn kleding.

Een foto frappeert me in het bijzonder: het toont een traditionele theepot in een donkere grot.

UCP

Commentaar: De traditionele Palestijnse manier van thee zetten. Deze foto werd genomen in een grot in het dorp Wadi Foukeen. Een oude man woont in deze grot; zijn land wordt bedreigd door Isralische kolonisten, maar hij blijft in de grot en houdt zich staande tegen de pogingen van de kolonisten de grot over te nemen. Terwijl hij zich aan het land vastklampt, houdt hij ook oude Palestijnse tradities in ere.

Een paar weken geleden projecteerde Rowwad films op de Muur, op de plek waar een jaar of anderhalf geleden de Nederlandse rapper Ali B een optreden gaf. Fotos en videos zijn ideale middelen om slachtoffers een stem te geven. En wie weet vormen ze het begin van een carriere, voor sommigen.

UCP 0 Reacties | Reageer direct

Democratie
01/10

WEDSTRIJD

Jara deed mee aan de verkiezingen op haar school. Een schoolparlement is hier een betrekkelijk nieuw fenomeen Sommige scholen in Betlehem, hoorde ik, willen het niet omdat ze dan straks misschien met binnenschoolse tegenstellingen tussen Fatah en Hamas en andere politieke groeperingen opgezadeld zitten. Misschien gaan ouders zich via hun kinderen ermee bezighouden. Ik herinner me een tijdje geleden dat scholen in het Ramallah-gebied een leerlingenraad organiseerden maar wel op voorwaarde dat het geen parlement of raad zou heten, maar schoolfamilie - om de kans op conflicten en wellicht op echte invloed te verkleinen. Een subsidie mag wel eens helpen, en zo ook op Jaras school. Democratie is nog steeds een trefwoord, ook in de ontwikkelingswereld. Mary helpt Jara met een mooie met de hand geschreven poster. Erop staat: Samen Leren, Groeien en Slagen (in het Arabisch) en The Friends You Make at School

Are Friends Forever (in het Engels). Jaras nichtje in haar klas trekt zich terug als kandidaat, om steun te geven aan Jara.

Ik heb het gevoel dat de strijd tussen Obama en McCain zijn sporen nalaat, want in Jaras parallelklas doet de dochter van onze drukker mee met I Have the Power to Change. Een heel pakket van pamfletten, banieren en posters je bent drukker of je bent het niet wordt in de school verspreid. Niet in het blauw van de democratische partij in de VS overigens, want dat is de kleur van Isral. In het auditorium van de school wordt er op de vrije vrijdag door alle leerlingen boven de 10 jaar feestelijk gestemd. Mary zegt dat Jara nog niet zo goed beseft wat ze moet doen straks, in dat parlement. Waarschijnlijk gaat het parlement de schoolleiding vragen om meer buitenschoolse activiteiten. Ik fluister Jara in dat ze gerust om meer excursies mag vragen.

Jara haalt het met vlag en wimpel. Onze drukker en zijn vrouw feliciteren ons maar ook henzelf want hun dochter heeft het ook gehaald. Wie weet worden Jara en zijn dochter straks samen lid van de Palestijnse wetgevende raad, schrijft hij. Ik schrijf terug, hopelijk met wat meer invloed dan nu. In de nationale krant, Al Quds, staan alle namen van de klassevertegenwoordigsters vermeld, met foto. We worden van alle kanten gebeld en gefeliciteerd. Ik heb het gevoel dat dit soort gebeurtenissen iedereen helpt om de problemen even te vergeten.

Ondertussen heeft Jara ook nog een zwemwedstrijd gewonnen, in de schoolslag, met meisjes van haar leeftijd. De wedstrijd wordt in een dorp richting woestijn gehouden. Het tijdstip is laat, acht uur s avonds. Dat is zo opdat de Moslimse deelnemers kans hebben hun Iftar-maaltijd nuttigen, het breken van het vasten tijdens de Ramadan. Jara straalt na afloop. Een week later, afgelopen zaterdag, heeft ze er echter de pee in omdat ze met de vrije slag verliest. Maar leren verliezen is ook goed, zeggen we. Jaja, hou eens op, zegt ze met onbegrip.

Zondagavond gaan we de medaille halen. Mary gaat met Jara naar het zwembad. Er is eerst een waterpolo-wedstrijd. Een jongen drukt iemand van de tegenpartij onder water. Buiten het zwembad ontstaat een tosje, een vechtpartij. Twee jongeren hebben een geweer en schieten in de lucht. Bijna-paniek. De wedstrijd wordt onderbroken en alles wordt afgelast en alle aanwezige ouders en kinderen moeten naar huis, zonder medailles. Was er een politiek conflict? We weten het niet. Valt niet uit te sluiten. Weer thuis gekomen zucht Mary: waarom zijn we toch zo small-minded?

Het is zon dag dat alles mis gaat. Tamer wil in het restaurant waar we de lunch nemen absoluut niet eten. We straffen hem maar, geen computer en geen verhaaltje die dag en een week lang geen pannekoek zolang hij zich niet betert en niet meer groenten en fruit eet. Hij riposteert: Mama, heb

je ooit gehoord van een jongen die s avonds voor het slapen gaan geen verhaaltje krijgt? Mary heeft daarna een kwaaie droom, dat ze documenten vervalst om aan geld te komen. 2 Reacties | Reageer direct

Olijfboom
16/09

DE PALESTIJNSE MOEDER

Laatst las Jara in de Arabische les een lofzang op de Palestijnse moeder. Boven het verhaal stond een tekening van een Palestijnse vrouw met wapperende hoofddoek. Met gepijnigde blik keek ze in de verte. Haar lichaam ging op in de wortels van een grote boom. Om haar heen was het landschap droog en kaal.

Ik begreep het beeld gelijk. De moeder is als de olijfboom. Beiden staan symbool voor de Palestijnse natie. De tekst maakte de verbinding onomwonden duidelijk. Net als de olijfboom en de Palestijnse natie kan de moeder zich in onvruchtbaar, in droog gebied staande houden. De moeder kent vermoeidheid noch verveling. De wereld zou overstromen van al het water dat wordt gevormd door de lasten die de moeder heeft te dragen. De Palestijnse moeder staat altijd klaar om naar de gevangenis te gaan om de roep tot vrijheid voor haar familieleden te laten klinken. Ze moet haar tranen met een glimlach laten gaan. Ze werkt hard van de kribbe tot het graf.

Hilu(mooi), zegt mijn Arabische lerares vol overtuiging. Ze pauzeert even om het gezegde tot mij door te laten dringen. De boodschap is in mooi potisch Arabisch verpakt. Ik zeg het er mee eens te zijn en denk aan moederdag. Hier is moederdag niet zoals in het westen een cadeautjesdag, maar echt een huldiging van de moeder, met vele theaterstukjes op scholen en bijeenkomsten. Thuis gekomen vraag ik Jara wat ze van de les vond. Zij veert op en zegt dat ze er van onder de indruk was.

Ik denk aan Mary. Mary en haar zus hebben het deze dagen behoorlijk zwaar. Mijn schoonmoeder heeft thuis meer verzorging nodig. Er moet eigenlijk altijd iemand bij haar zijn. Hier wordt alleen

in het allerlaatste geval gedacht aan overplaatsing naar de spaarzame bejaarden- of verpleegtehuizen. Dat wordt als een veel grotere ontworteling beschouwd dan in het westen.

Ik heb te doen met de moeders in de drie kampen in Betlehem die nog recentelijk soms vijf weken lang geen stromend water meer hadden en naar de pomp moesten gaan om water te halen. Vlak bij ons huis was er vorige week zelfs een treffen tussen Palestijnse politie en demonstranten uit de kampen die naast Isral het Palestijns Gezag aanklaagden voor inefficint bestuur inzake de watervoorziening. Er werd geschoten en iemand raakte gewond.

Eens onderzochten een Palestijnse kunstenares en een schrijfster de beelden van de Palestijnse vrouw in de Palestijnse kunst. Het viel hun op hoe Palestijnse schilders in de jaren negentig de vrouw steeds weergaven als een symbool - van hard werken, de band met het land, de pijn, de natie, vruchtbaarheid, zuiverheid e.d. De wijze van schilderen was echter weinig dynamisch - bijna altijd keek de geschilderde vrouw met een melancholische blik in de verte, net als in de tekening van de Arabische les van Jara. Het beeld van de vrouw stond niet in een levende relatie met anderen of met haar omgeving om haar heen, of met de kijker. De conclusie van de schrijfsters was dat de symbolische bagage die de Palestijnse vrouw droeg - de nobele taak om de natie te vertegenwoordigen - haar eigenlijk ook verlamde.

Jara staat er niet teveel bij stil en is alweer bezig met de vele andere vrouwenbeelden die met veel vaart en kleur op haar afkomen, zoals de Sims en High School Musical. Mary heeft haar eigen droombeeld - een terugkerend beeld van de trouwdag van Jara, hoe ze straks door de straten van Betlehem zal gaan en in de kerk en de feestzaal het stralend middelpunt zal zijn. Meestal zeg ik: Als het moet, doe het dan maar straks, maar in ieder geval niet te vroeg. Geniet nog even van het leven.

Tamer zegt dat de Miss op school zijn vreemde achternaam niet begreep. Waar komt die naam vandaan? Hij voelde zich ondervraagd, misschien een beetje in de hoek gedrongen. Hij zei dat hij wel degelijk Arabisch was. Mary lacht naar me en vraagt of ik dat niet erg vind - dat hij niet zei dat hij (ook) Nederlands was. 5 Reacties | Reageer direct

Verhalen
02/09

REIS

Deze weken faciliteer ik een cursus voor onze vrouwengroep, over het vertellen van verhalen. Aanleiding is een reis in oktober van een groot deel (tien leden) van de groep naar Nederland. Vooral naar Enschede. Degenen die gaan, kijken er echt naar uit.

Vroeger, toen het nog voor mensen uit de West Bank mogelijk was om via Tel Aviv te reizen, was een buitenlandse reis voor zeg mensen in de middenklasse nog enigszins betaalbaar. Maar nu, via Amman, is het voor zelfs degenen met een behoorlijk goed inkomen eigenlijk niet meer te doen. Eerst heb je een reis te organiseren naar Amman met overnachting en daarna een duur ticket (geen charters of gereduceerde tarieven) vanuit Amman. Naar West-Europa kom je dan per persoon, alles inbegrepen, inclusief visum aanvragen, uit op zon 900 euro of meer. En dat is dan nog alleen voor het internationaal reizen.

Een projectbezoek in het buitenland is dus inderdaad iets om naar uit te kijken. Dat overkomt de meeste leden bij ons eens per zoveel jaar, anderen komen de West Bank helemaal niet uit. Gelukkig zijn er dit keer geen visumproblemen, want het zijn allen getrouwde, iets oudere vrouwen. Voor jongeren is het aanvragen van een visum een zwaardere hindernis. Laatst gaf mijn collega Elias na twee maanden alle pogingen op om een groep Palestijnse jongeren, 20-30 jaar, naar Engeland te krijgen. Ze hadden in hun paspoort staan zonder werk, ook al hadden ze inmiddels betaald werk. De vermelding zonder werk werkte als een rode vlag bij de Britse autoriteiten.

Terug naar de verhalen, het onderwerp van de cursus. Het gaat om verhalen uit de werkelijkheid. Nu is het niet zo dat de vrouwen een probleem hebben verhalen voor een publiek te vertellen. Eerder is het omgekeerde het geval: er zijn veel te veel verhalen te vertellen. Ze hebben enorm veel dramatische zaken meegemaakt. Het vertellen van verhalen werkt therapeutisch. Ze moeten worden verteld. Er is dus wat rust en overzicht nodig. In de cursus verdelen we de verhalen naar onderwerp, zoals soemoed-verhalen van het alledaagse leven, verhalen over het land, over de identiteit, de geweldloze strijd, over persoonlijke levenskeuzen.

Veel verhalen gaan over hoe de vrouwen het gezinsleven runden tijdens uitgaansverboden, hoe ze checkpoints langskwamen of over militaire obstakels heenklommen. Wat hun leven tekent zijn de verhalen over doden in de familie tijdens de Intifada, de gevangenisneming van man of kinderen

met alle financile gevolgen vandien, en abortussen. Zowel Fuads als Elias vrouw hebben een abortus ondergaan als gevolg van het inhaleren van traangas of een emotioneel schokkende gebeurtenis zoals een inval van militairen in huis. Fuads vrouw Sylvana had zelfs tweemaal een abortus als gevolg van de politieke situatie.

In de cursus vertelt zij nog eens over hoe zij na de laatste abortus naar een arts in Jeruzalem ging en op de roltrap in een winkelcentrum een Isralisch kind bijna van een stellage zag vallen. In een fractie van een seconde dacht ze: zou ze hem, na al het gebeurde, tegenhouden of niet. Uiteindelijk wierp ze zich voor hem. Ze vertelt dat als gevolg van die intutieve beslissing haar leven daarna veranderde. Ze voelt zich nu sterker staan.

In Enschede bezoeken de vrouwen het Huis van Verhalen, opgericht na de vuurwerkfabriekramp in 2000. Een interessant verhalen-initiatief daar is de zgn. Droombeek-website, vernoemd naar de wijk Roombeek waar de ramp huishield. Het is de bedoeling dat op die site (ex)bewoners digitale verhalen opladen over hoe het daar vroeger was. Die verhalen kun je straks met gebruik van een koptelefoon beluisteren wanneer je door lokaties in de wijk loopt. Zou dat niet ook iets zijn voor het gebied rond het Graf van Rachel, waar de Muur de gemeenschap uit elkaar heeft geslagen? Zodat bezoekers kunnen luisteren naar de persoonlijke verhalen van buurtbewoners wanneer ze langs de Muur lopen? Het is maar een idee. 3 Reacties | Reageer direct

Tijdmachine
19/08

Wadi Walk

We rijden langs Herodion, de plat afgetopte berg ten zuid-oosten van Betlehem waar koning Herodus de Grote begraven ligt. Wij, dat zijn Jara, Marys zus en haar echtgenoot, en ikzelf. Het is half zes in de ochtendschemering. Vanuit de taxi beginnen we aan een wandeltocht langs Wadi (vallei) Khreitoun. Khreitoun staat voor Chariton, een van de vroege woestijnvaders van Palestina. We lopen een kwartier langs een door de Britten aangelegd bos, eigenlijk het enige overgebleven bos in het gebied van Betlehem. Daarna langs een fantastisch ruig ravijn. Eigenlijk het mooiste dat ik hier ken. Het vroege licht legt kleursluiers over de vreemdgevormde rotsen. Jara en Marys zwager kijken naar beneden, vinden vuurstenen en na een tijdje zelfs oude scherven, misschien van potten uit de tijd toen de kluizenaars hier mediteerden.

We stuiten op de restanten van een Byzantijns klooster en zien een paar herten wegspringen aan de andere kant van de ravijn. Vogels met gespreide bewegingloze vleugels scheren over de heuvels. Aan de overkant zien we enorme grotten, gedeeltelijk afgesloten door Bedoeinen. De grot tegenover het klooster zou een miljoen jaar geleden bewoond zijn door de voorlopers van homo sapiens. Overblijfselen zijn daar gevonden die duiden op het maken van vuur en wellicht op omstandigheden geschikt voor de ontwikkeling van taal. In een tegenover het klooster gelegen grot, met alle zijvertakkingen meer dan drie kilometer diep, zou Chariton hebben gewoond. Kortom, hier is een plek waar je het begrip en het gevoel van tijd goed tot je kan laten doordringen. Jammer van die vier nederzettingen die met hun moderne, misplaatste huisjes net boven de heuvels uitrijzen. Ze halen je weer helemaal weg uit de ervaring van een tijdmachine.

Onder Palestijnse families is men overigens niet enthousiast om in zon wadi op stap te gaan. De avond tevoren vertelde ik Mary dat er in deze wadi drie slangensoorten aanwezig zijn, waarvan twee giftig. Je moet een beetje bij elkaar blijven en geluid maken, dan vluchten ze weg. Daarna kon Mary niet slapen. Het was een beetje tactloos van me. Niet alleen Mary, maar de mensen in het algemeen zijn hier al gauw bezorgd om min of meer avontuurlijke uitstapjes in de wildernis te maken. Je weet nooit wat of wie je tegenkomt. Gewapende settlers bijvoorbeeld. (Zij hebben hun eigen tijdmachine. Koning David zou in een van deze wadi-grotten zich verborgen hebben gehouden voor de achtervolgers van Saul). Ook is het idee van een stevige wandeltocht bij de meeste families hier niet vanzelfsprekend. Voor een afstand van honderd meter neem je al gauw de auto.

Na het passeren van de kloosterruines nemen we een verkeerde beslissing. We dalen in de wadi af. Jara krijgt pijn aan haar pees vanwege de ingewikkelde afdaling. Moeten we haar straks misschien dragen? Met haar tien jaar houdt ze zich kranig, geeft af en toe een schreeuw. De tocht onder in de wadi blijkt drie maal zo lang te duren dan aan de bovenkant, vanwege veel klauterwerk. Opeens zien we op een nabije rots iets dat op een slang lijkt. Hij kijkt ons bewegingloos aan. Na een tijdje geeft Jara het een duw. Het valt levenloos naar beneden. Ik loop vooruit naar de wachtende taxi om water te halen. We hebben nauwelijks water meer, alleen om onze lippen te bevochtigen, en de zon is nu heet, zo rond het middaguur. Ik herinner me ineens hoe we jaren geleden onder Palestijnse leerlingen een vraagspelletje plachten te spelen: Wat zou je doen als je een dorstige settler in de woestijn tegenkomt, die je om water vraagt? (Een leerling: ik zou hem water geven en later een persconferentie beleggen...)

Wanneer ik terugkom met water, blijk ik zelf uitgeput te zijn en moet worden verzorgd met bijna al het gebrachte water. Ook Jara neemt initiatief. Ik voel dat ik een stukje ouder word en dat zij de tijd en toekomst heeft, vol kracht en energie is. Een omkering van de gebruikelijke rollen. Jara voelt het ook. Ze is ineens een hele persoonlijkheid. Na afloop vertelt ze iedereen in geuren en

kleuren over het avontuur. Samen gaan we een plakboek maken over Wadi Khreitoun, met tekeningen van de potscherven die ze heeft gevonden, en een beschrijving van haar ervaringen.

Bij de kruidenier en diens vrouw, een sportlerares, hou ik dezelfde dag een krachtig pleidooi voor actief leren. De vice-burgemeester van Betlehem komt binnen, een schoolhoofd, die het met me eens is maar me verbaasd aankijkt waar ik in die hitte het enthousiasme vandaan haal. Mary vindt het een mooi verhaal maar behoudt haar bedenkingen.

Tamer slaapt deze dagen naast zijn nieuwe Batman-schooltas. Hij kan nauwelijks wachten om voor het eerst naar de grote school te gaan, komende zaterdag. 1 Reacties | Reageer direct

Geen douche
07/08

EMMERTJES WATER HALEN

Vanochtend komt Mary terug van een bezoek aan de Amal, het zwembad, eigenlijk de belangrijkste plek voor zomers vertier in Betlehem. Ze vergezelde Jara en Tamer en haar zus en zwager uit Parijs. Het blijkt dat er geen water is om te douchen. Mary moet thuis haar handen wassen van de lotion waarmee ze de huid van de kinderen heeft ingesmeerd. Er is nu duidelijk een nijpend watertekort in de stad en, naar we horen, ook op vele andere plaatsen op de Westoever. In het vluchtelingenkamp Aida hier een paar honderd meter vandaan hoorde ik een paar maanden geleden al dat mensen met emmertjes naar een centraal punt in het kamp moesten gaan. Nu hebben wij er ook mee te maken. De laatste twee weken gaan Mary en ik bijna elke dag naar het dak om te zien of er in onze containers nog wel genoeg water is om allemaal een douche te kunnen nemen of om de was te doen. Als het water stroomt is er bedrijvigheid alom en hup, gaat de ene na de andere was de wasmachine in.

Normaal pompt de gemeente minstens een maal per week water naar de huizen. Maar nu hoor je dat men soms al geen 20 dagen water heeft. Als je in een hoger gebied woont, op een heuvel, dan heb je minder water omdat er niet genoeg druk is om het hoog genoeg gepompt te krijgen. Het water wordt in grote containers op de daken bewaard. Nogal wat mensen hebben ook een

waterbron, zodat ze het water van de gemeente kunnen aanvullen. Als je geen bron hebt, dan kun je een paar dingen doen: bezuinigen op het water, water kopen, bij de buren aankloppen om water, of nog een extra container op het dak zetten. Water kopen kost minimaal zon 100 euro. Je moet dat met een aantal families tegelijk doen. Maar Mary heeft niet veel zin om langs de huizen te gaan om te horen of de mensen misschien water nodig hebben. Er is ook het probleem dat je nooit zeker weet of en wanneer er nieuw water van de gemeente komt. Je belt het waterbedrijf en die zeggen dan dat inshallah (als God het wil) het water tegen het middaguur eraan komt. Maar dan blijkt het een klein stroompje te zijn. Bij Marys moeder is er genoeg water omdat de huisbaas zo goed is water uit zijn containers te geven.

Waarom is er geen water? Kort wat feiten op een rijtje. Een reden is de droogte van het jaar. Maar een andere reden is dat de Palestijnen hier niet genoeg water uit de West Bank kunnen oppompen. Er zijn grote aquiferen onder het gebied van Betlehem, vooral bij de berg Herodion ten zuidoosten van de stad. Maar de gemeente mag daar niet naar water boren. Daar is een vergunning voor nodig en Isral geeft in de West Bank geen nieuwe boorvergunningen af. De bestaande door Palestijnen gebruikte waterbronnen zijn veel minder diep dan de door Isral gecontroleerde bronnen. Bovendien: Hoe meer Isral uit de diepte pompt, des te minder je aan de oppervlakte kan pompen. Wat er aan beschikbaar water in de West Bank niet genoeg is, moeten de Palestijnse gemeenten bij het Isralische waterbedrijf opkopen. Dat gebeurt tegen prijzen die een aantal malen hoger liggen dan voor Isralis, inclusief de kolonisten in Isralische nederzettingen. Dan speelt er ook nog het probleem van achterstallig onderhoud in de West Bank waardoor het water niet efficient wordt verspreid. Marys zus wil een aktie beginnen om bij bewoners geld in te zamelen om nu eindelijk eens een van de kapotte gemeentewaterpompen gerepareerd te krijgen.

Natuurlijk is er in Tel Aviv genoeg water. Wat dacht u: het Isralisch watergebruik (huishoudelijk en industrieel etc.) is per hoofd van de bevolking ruim tienmaal zo hoog per persoon als het watergebruik per persoon in de West Bank (770 liter vs 60 liter, lees ik in Haaretz). Ga een nederzetting in en je hebt geen probleem een douche te nemen of de landbouwgrond uitgebreid te laten bevloeien.

Inderdaad, een schandaal. 3 Reacties | Reageer direct

Vliegen
23/07

Palestijns Roodkapje

Jara is tevreden.Ik breng haar naar huis na een workshop cartoonanimatie die ze bij het instituut volgt. Tien kinderen van een jaar of tien, Jaras leeftijd, maken samen een verhaaltje. Het verhaal wordt in tekeningen verbeeld, de personages worden uitgeknipt tot Chinese silhouetten en vervolgens op de computer tot bewegende beelden omgevormd.

Jara is vanochtend trots op haar bijdrage. Papa, zegt ze, het verhaaltje gaat over een meisje dat altijd mloegija (een spinazie-lekkernij) eet bij oma. Ze gaat er elke week naar toe. Ooit kreeg ze van oma een jurk met een roosje erop. Daarom wordt ze Warde genoemd, bloem. Ze is een Palestijns Roodkapje. Maar dan ineens is er die hoge Muur. Je kent hem wel, papa, die hoge, daar verderop. Nou kan Warde niet bij oma komen. Samen met haar vriendjes denkt ze na wat ze kan doen. Eerst gooien ze iets dat ontploft, maar dat helpt niet. De Muur blijft staan. Dan zetten ze er een ladder tegenaan, maar als ze boven komen staat er aan de andere kant geen ladder en kunnen ze niet springen.

Dan, en Jara twinkelt met haar ogen want het is haar idee, komt er een soort tovenaar. Alles wat je tekent kan hij tot leven brengen. Warde tekent een vogel. De vogel komt van het papier af, Warde gaat erop zitten en vliegt over de Muur. De volgende dagen maakt ze steeds een andere tekening die haar helpt om over de Muur te komen. Mooi, he, papa? Papa denkt: Ik ben Annie MG Schmidt dankbaar voor de kinderverhalen die ik Jara s avonds voor het slapen gaan vertel. Thuisgekomen legt Jara Tamer het cartoon-maken uit. Hoe je beelden kan laten bewegen en een vogel laten vliegen.

Vorige week ging ik met een neef van Mary naar het huis van een andere vogel, Oush Grab, wat letterlijk nest van de kraai betekent. Het is gelegen in het oostelijk deel van Beit Sahour. Het is vlakbij een plaats van waaruit je zeldzame vogels kan zien. Tot 2005 werd het door het Israelisch leger als post gebruikt. Toen het werd verlaten maakte de gemeente Beit Sahour en enkele NGO's er een park van voor kinderen.

Het laatste nieuws is nu dat Israelische kolonisten een deel van de legerplaats, tegenover het park gelegen, hebben bestemd voor een nederzetting. Ook al gaat dat zelfs tegen het eigen Israelische beleid in om geen nieuwe 'outposts' te vestigen maar om bestaande ook internationaal illegale Israelische nederzettingen uit te breiden. Toch lijkt het Israelische leger hen geen strobreed in de weg te leggen.

Met een groep buitenlanders en enkele lokale Palestijnen, waaronder de burgemeester van Beit Sahour, kijken we toe hoe enkele honderden kolonisten met stoelen een vergadering op de heuveltop beleggen. Wij kijken naar die silhouetten daarboven, en zij kijken naar ons, naar beneden. Wat gaat er door hun hoofd? Jammer genoeg kunnen we niet op een vogeltje naar ze toe. We bekijken elkaar als door een mentale Muur, twee werelden van verschil. Zij denken dat het Land van Israel door God aan het joodse volk is beloofd. Dat Arabieren 22 staten hebben waar de Palestijnen naartoe kunnen. Wij denken dat religie en landjepik verschillende zaken zijn. De Palestijnen en internationals zetten flink harde discomuziek aan, met een DJ, om te laten merken dat ze er zijn, en dat ze zich niet weg laten drukken. Cultuur als verzet, juist in bedreigde plaatsen. 4 Reacties | Reageer direct

Ubuntu
08/07

SAMENLEVEN

Marys moeder, Im Hannah, ze is in de tachtig, stapt s ochtends vroeg uit bed om naar de WC te gaan, struikelt en valt op de grond. Mary ziet haar mond scheef staan en vermoedt een beroerte. Een bezoekende dokter denkt van niet. Mary en haar zus nemen hun moeder toch mee naar een goed geoutilleerd (en schoon!) ziekenhuis op het topje van Beit Jala. Daar wordt een zware beroerte geconstateerd. Vanuit het raam in het ziekenhuis zien we de uitgestrekte landen van Beit Jala die door Isral bij Jeruzalem zijn geannexeerd. Eens, in de jaren veertig, ging Im Hannah met haar man wekelijks op bioscoopbezoek in de Jaffastraat. De laatste jaren gaat ze nog maar nauwelijks het huis uit en al helemaal niet naar Jeruzalem.

Wonderwel lijkt er met Im Hannah (de moeder van Hannah, haar zoon) niets aan de hand en ze mag na twee dagen weer weg. De familie, zoals veel Palestijnse families verspreid over de wereld, is voortdurend met elkaar in contact. Is het nodig dat Marys zussen en broer vanuit Parijs onmiddellijk overkomen? Ze besluiten om gespreid te komen, de een na de ander. Marys zus Rita en haar zoon komen nu voor een maand. Je kan gerust zeggen dat de (uitgebreide) familie de hoeksteen van de Palestijnse samenleving is. Voor Imm Hannah zijn de bezoeken van haar kinderen uit Parijs de hoogtepunten in haar bestaan. Ze fleurt ook op wanneer Tamer en Jara met haar spelen.

Omdat Betlehemse neven en nichten de hele dag op bezoek komen, ben ik van de familie de enige om naar een cultureel evenement te gaan dat plaatsvindt voor de Muur bij het Graf van Rachel. Letterlijk onder de wachttoren. De Belgische zangeres Evi de Jean, die in Amsterdam woont en werkt (www.evidejean.com), treedt op. Ze heeft in een paar dagen enkele van haar liederen met een Palestijnse pianist voorbereid en een groep zangers en kinderen een nieuw Engelstalig lied laten instuderen. Het nieuwe lied gaat over een meisje in een vliegtuig dat een olijfboom vraagt om met haar mee te gaan. De olijfboom realiseert zich dat hij geworteld is in het land. Mijn takken geven leven. Mijn bladeren bieden beschutting.

De zangoptredens zijn gelardeerd met Palestijnse dans, een gedicht en folkloreverhaal, en bruilofttrils. De Muur als theater! Op de wachttoren zijn kindertekeningen gehecht, evenals kleurrijke papieren met definities van soemoed ("soemoed is bij elkaar komen"). Een traditionele Arabische diwan met kussens tegen de Muur aan geeft extra sfeer: in de diwan komen mensen bij elkaar en vertellen verhalen.

Op de een of andere manier klopt alles: de klanken die de Muur op- en overstijgen, het samenspel tussen Evi en de pianist, de lichte wind, de schaduwen, de zon die strak maar niet te warm schijnt, het zinderende ritme van de dabke, de ontspannen sfeer. De Muur die natuurlijk voor illegaliteit, dood en scheiding staat heeft in ieder geval akoestiek. De pianist vertelt dat hij het gevoel heeft dat hier hoop is geboren en denkt er over na om na lange tijd weer opnieuw pianostukken te componeren. De burgemeester van Betlehem prijst de moed om onder de militaire wachttoren een muziekoptreden te houden. Na afloop gaan we met zijn allen naar een Arabische barbecue maaltijd in het belendende restaurant. Je voelt je een familie. Een zwarte Zuid-Afrikaanse dominee zegt dat het Afrikaanse begrip ubuntu (zeg maar: Ik ben omdat wij zijn) op soemoed lijkt. Beide drukken het principe van samenleven uit. 6 Reacties | Reageer direct

Picnic
24/06

ZOMERPROGRAMMA

De zomer is doorgebroken. Het is echt heet. Tamer waarschuwt me voor slangen. Laatst kreeg iemand in Noord-Isral een dodelijke beet. Niet alleen de Eurovoetbal wedstrijden zorgen voor een ontspannen atmosfeer in Betlehem. Vooral ook de bruiloften die bij voorkeur s zomers

plaatsvinden. Feestgangers trekken voorbij in toeterende rijen autos. Een verzetje is welkom. Onze zomerschool is alweer begonnen. De jongeren komen na al de discipline op school weer in een nieuw vrijetijdsritme. Zou het lukken, een beetje behoorlijk georganiseerd programma? De loudspeaker die door de kids groep wordt gebruikt staat zo hard dat de politie langskomt om ons om stilte te manen. De tawjihi-examens (einde middelbare school) zijn even verderop aan de gang. Omdat het s avonds zo plezierig afkoelt is de zomer ideaal voor openlucht concerten. Een grote poster bij ons hek roept op om in de Arabische Idols competitie te stemmen voor een Palestijnse kandidaat.

Mijn Arabische lerares vertelt hoe zon vijftig-zestig jaar geleden de meerderheid van de inwoners van Betlehem tijdens de zomer naar het platteland trokken. Voor een nuzha of picnic. Zijzelf en haar familie wandelden een half uur of een uur naar de rand van Beit Jala. De picnic was geen kort uitje, maar een gemeenschapsgebeuren dat vrijwel de hele zomerperiode doorging. Op het land buiten de stad hadden families stukken grond met erop een optrekje of een qasr (letterlijk: kasteel, een huisje van opgestapelde onregelmatige stenen, vaak in de vorm van een toren gebouwd). Daar overnachtten dan vanaf het einde van de schoolperiode de uitgebreide families voor een paar maanden, met neven en nichten en buren en andere aanhang.

Niet gek, dat zomerprogramma. Overdag oogste men groenten en zomervruchten, zoals vijgen, amandelen en sinaasappels. s Avonds was er een soort openluchtconcert. Niet in de vorm van een georganiseerd programma, vertelt Aida. Iedereen schaarde zich in een grote kring dichtbij de qasr of op een andere geschikte plek. De verhalenvertellers, dichters en zangers kwamen de een na de ander naar voren om een voordracht te geven. Als niemand kwam, werd men wel naar voren geduwd. Zowel vrouwen als mannen vertelden lange verhalen. Die verhalen werden tot in de kleinste details onthouden. Liederen duurden niet drie of vier minuten, maar eindeloos, met vele refreinen. Het publiek kon altijd meezingen, of antwoorden wanneer de dichter, zanger of verhalenverteller wat vroeg. (Nu nog zie je dat een Palestijns of Arabisch publiek de grootste moeite heeft om stil te blijven tijdens een concert). Aida herinnert zich nog hoe zon hele ouderwetse op batterijen lopende grammofoon, met toeter, werd meegebracht. Iedereen wiegde mee op de stem van de een of andere bekende Egyptische zanger. Het programma duurde gemakkelijk een uur of drie.

s Avonds werd er ook een soort barbecue bereid op oliebranders. De kleine kopjes sterke Arabische koffie gaven accent aan de dagelijkse ervaring. De volgende ochtend bakten de vrouwen vers brood in tabouns, lage ovens van steen. Je neusvleugels trilden wakker van de broodgeur. Ook Mary vertelt herinneringen te hebben aan het verblijf op het platteland in de zomer en vooral het slapen in de open lucht. Het was een zintuigelijke ervaring, vol met geuren en visuele indrukken (de sterrenhemel!)

Zulk een zomerprogramma maakte gevoelens wakker van vrijheid en rijkdom, al waren de mensen natuurlijk arm, en in bepaalde periodes bitter arm. Maar families hielpen elkaar. Tijdens het verblijf buitenshuis kon je de deuren in Betlehem open laten. Er waren geen dieven.

Aida heeft aan de rand van Beit Jala nog steeds een stuk land. U raadt het al: dat land is inmiddels lang en breed onteigend ten behoeve van een nederzetting en nu ook vanwege de Muur die langs de stadsrand van Beit Jala gaat lopen. Ze constateert het nuchter, zonder emotie. Het leven gaat door en laten er maar veel buitenlanders naar Betlehem komen die wat Arabisch willen leren. 0 Reacties | Reageer direct

Levende klok
10/06

HET RITME VAN DE JAREN

Op zondagavond is het mooi zomerweer op Bab al-Der, oftewel Poort van het klooster, de Arabische benaming voor het Geboorteplein. Gelukkig geen wind, want het is de bedoeling om met toortsen te werken en dat is met de soms stevige bries s avonds geen sinecure. De eerste bezoekers staan in groepjes bij elkaar. Het plein staat er goed bij, de politie houdt parkerende autos weg. We gaan ons in een cirkel opstellen als een levende klok. Zestig mensen krijgen grote kartonnen nummers opgehangen, van 1 tot en met 60. Het zijn de zestig jaren van de klok die begint met de Nakbe (ramp) in 1948, de vlucht en verdrijving van Palestijnen bij de oprichting van de staat Israel. De cirkel reikt bijna over het hele plein. Een tweede groep van 25 staat in een rechte rij, elk met een letter op het lijf. Bij elkaar vormt de rij de zin "It's Time for Palestine". Deze rij is de wijzer van de klok. De rij schuift vervolgens steeds een jaar op, op de maat van trommels, waaronder zon hele grote met een zware bang. De trommels worden bespeeld door meisjes van de plaatselijke St Jozef school.

UCP. Bekijk ook een filmpje op You Tube van deze levende klok.

Aan het puntje van de wijzer staat een zwarte Zuid-Afrikaan. Hij is lid van de Ecumenical Accompaniment Program for Palestine and Israel (EAPPI) van de Wereldraad van Kerken. Dat is een programma voor buitenlanders die steeds voor een periode van drie maanden komen om mensenrechtenschendingen te registreren, mee te lopen met schoolkinderen, aan geweldloze acties mee te doen etc. De Zuid-Afrikaan steekt de toortsen aan van elk van de mensen die de zestig jaren symboliseren. Hij doet het met flair - zodanig dat Mary en onze buurvrouw, die ook meedoen aan de klok, tegen elkaar zeggen dat hij er in zijn eentje een mooie show van maakt. Door zijn prominente rol wordt impliciet een vergelijking getrokken tussen de Zuid-Afrikaanse strijd tegen apartheid en de Palestijnse strijd tegen bezetting. Dat raakt menigeen; het maakt de actie hoopvol, hoor ik na afloop. Het sterke van de klok is ook dat er een meerderheid van Palestijnen aan meedoet maar daarnaast ook een flinke groep buitenlanders, waaronder vrijwilligers werkzaam bij Palestijnse organisaties.

Het per jaar aansteken van de toortsen doet liturgisch en ceremonieel aan, nog geaccentueerd door de aanwezigheid van de Geboortekerk en de Moskee van Omar aan beide zijden van het plein. Bij de nummers 41 (het aantal bezettingsjaren) en 60 wordt een indrukwekkende stilte vastgehouden. Daarna volgt de Its Time for Palestine boodschap van de Wereldraad van Kerken - een sterk gedicht dat de politieke punten behoorlijk op de i zet. Een aantal berichten en gebeden worden voorgelezen die de afgelopen week uit zon twintig landen naar Betlehem werden verstuurd, waaronder Rwanda, Guatemala, Japan en een onbekend eilandje in de Pacific.

Jara die naast Mary staat kan na een kwartiertje de ijzeren toorts niet meer dragen. Ik neem haar plaats in en doe het nummer om dat Tamer draagt en dat bijna tweemaal zo breed is als hijzelf. Mary wordt bevraagd door een News Agency: Hoe oud ze is en "wat ze denkt dat er na de actie gaat gebeuren" ("weet ik niet"). Haar vriendin wordt gevraagd of deze toestemming van haar

familie heeft gekregen om te komen. Iemand zegt dat de actie een "innerlijke vrede uitdrukt die het mogelijk maakt om te werken aan vrede en gerechtigheid voor Palestina." Na afloop keren we terug naar huis, opgewekt dat alles goed is verlopen.

Gisteravond schrikt Mary op uit haar slaap en vertelt me dat ze droomt dat Isralische soldaten mij uit huis weghalen. Ik zag in de droom nog net kans haar toe te roepen dat "je in de Verenigde Staten in ieder geval nog kon proberen weg te rennen, maar niet hier." In ons gezinnetje hoeven we voor het gedroomde niet bang te zijn, maar in hoeveel Palestijnse gezinnen zijn dat soort angsten meer dan een kwaaie droom?

Lees hier het gedicht "It's time for Palestine".

Via de volgende link is een video te bekijken van de levende klok: http://www.youtube.com/watch?v=zI4Ja6loTWk. 1 Reacties | Reageer direct

Investeren
26/05

DANK U WEL

Het opschonen van de stad gebeurt op het allerlaatste moment. Jara krijgt tranen in haar ogen wanneer ze ziet hoe de muren langs onze straat een verfje krijgen en in de bermen plantjes worden aangebracht. Ze hoopt dat Betlehem nog eens echt mooi wordt. De aanleiding is een grote conferentie met meer dan duizend investeerders, de meesten uit de Arabische landen, waaronder bemiddelde sheikhs uit de Golf. Naar verluid zou de conferentie eerst in Ramallah worden gehouden, maar Tony Blair wilde hem in Betlehem, vanwege het belang van het toerisme voor Palestina. Ik hoor mensen over het strikken van deze of gene sheikh tijdens de vrije dag op de conferentie.

De gesprekken in de stad worden deze dagen door de conferentie beheerst. Mary is dubbel. Ze wil graag dat Betlehem goed voor de dag komt, maar heeft twijfels bij het effect van de conferentie. Op de openingsdag zijn er klachten van gasten: er blijken veel meer mensen dan verwacht, er is te weinig organisatie en vooral ventilatie. Mary voelt zich bijna aangesproken wanneer een bezoeker zegt dat hij niet zou zijn gekomen als hij dit had geweten.

Bij een cultureel evenement op het Geboorteplein worden de traditionele klederdrachten uit de verschillende Palestijnse plaatsen aan sommige gasten getoond. De dracht uit Hebron wordt vergeten, en omdat een goede kennis de show organiseerde trekt Mary zich ook dat persoonlijk aan. Maar de meeste gasten blijken ondertussen naar alle kanten te zijn uitgewaaierd, waaronder Jaffa en Acco. Ze willen geen traditionele klederdrachten maar buikdanseressen zien, hoor ik zeggen.

Jara vraagt wat investeren is. Investeren is wanneer je ergens geld insteekt en het dubbele eruit haalt, zegt Mary. Geloof maar niet dat die investeringen Betlehem veel mooier zullen maken. Op de conferentie wordt er 1,6 miljard dollar beloofd. Jara denkt deze dagen aan vrede, zozeer dat ze in haar essay Arabisch op school per ongeluk schrijft dat een Hudna (wapenstilstand) tussen Isral en de Palestijnen 100 jaar lang zal duren.

Er zijn ook een aantal Isralis op de conferentie en er schijnen plannen te zijn om onder meer het toerisme naar Betlehem een injectie te geven door samenwerking te stimuleren tussen Isralis, het Palestijns Gezag en een Britse ontwikkelingsdienst.

Een kritische studie van de Stop the Wall campagne (http://electronicintifada.net/v2/article9560.shtml) haalt bestaande plannen aan om de checkpoints meer toerist-vriendelijk te maken, met speciale rijbanen voor toeristenbussen. Dank u wel, denk ik. De studie zegt terecht dat een situatie waarin buitenlands toerisme wordt bevorderd maar binnenlands toerisme (vooral familiebezoeken) bijna onmogelijk is, geen zinvol ontwikkelingsmodel is. Hoe kun je partneren met je bezetter? Hoe kun je eigenlijk onder een bezetting goed investeren? We moeten investeren in het beindigen van de bezetting, niet in de bezetting zelf, hoort Mary een journalist zeggen.

Ondertussen iets heel anders, vrolijkers: We gaan naar Tamers graduation van de kleuterschool. Dat is hier een heel gebeuren met feestelijkheden en veel mabroek (felicitaties) en cadeautjes. Wel een bijzondere gewoonte dat de kinderen in toga verschijnen...

Toine van Teeffelen 4 Reacties | Reageer direct

Vruchten
13/05

ZINTUIGELIJKE HERINNERING

De askedinja of loquat bij mijn schoonmoeder bloeit prachtig. De boom draagt een kleine gele vrucht die een beetje aan de abrikoos doet denken en verrukkelijk smaakt. Het is oogsttijd. Jara en papa klimmen in de boom terwijl Tamer en Marys zus de vruchten aan de lagere takken plukken. Net als de olijfoogst is deze pluk typisch een familieactiviteit. Je leert de fijne kneepjes van het vak, zoals eerst een doekje leggen in het lege mandje opdat de vruchten wanneer hoog vanuit de boom gegooid niet uit het mandje stuiteren maar zacht landen. Al Aafje, roepen de voorbijgangers, men wenst hier iemand gezondheid toe wanneer je aan de slag bent.

De lentetijd geeft steeds weer nieuwe natuurbeelden. Mary roept ons naar buiten om de bloemen aan de cactussen te laten zien. Ze bloeien maar voor heel korte tijd. De cactus is een plant met politieke symboliek. Net zoals het Palestijnse volk blijft het overleven onder moeilijke omstandigheden, kan het niet uit zijn grond worden weggetrokken. Niet toevallig is het Arabische

woord voor cactus, sabr, ook aan een andere betekenis gerelateerd, geduld. De meer dan 500 Palestijnse dorpen in Isral die na 1948 werden verwoest, hadden vaak een omheining van cactussen. Als nu deze dagen tijdens de herdenking van de Nakbe (ramp) van 1948 Palestijnse vluchtelingen (althans de enkelen die het kunnen) een ceremonile tocht maken naar de plek waar zij of hun familie oorspronkelijk vandaan komen, dan zien ze op het platteland de cactushagen als stille getuigen.

In het Aida kamp, niet ver van ons huis vandaan, werd vorige week een hele grote sleutel, men zegt de grootste sleutel ter wereld (Guinness!) onthuld als symbool van het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen. Families bewaren de oude sleutel als herinnering, symbool en bewijs van eigenaarschap. Je ziet soms ook schilderijen met bijna paradijselijk aandoende dorpjes van voor 1948, met vaak de moeder centraal als symbool van de familie en de natie en het land, en met schilderingen van de vruchtenbomen.

Persoonlijk vind ik veel van de Palestijnse schilderkunst over het land van voor 1948 wel erg zwaar symbolisch aangezet. Het meest bijzonder vind ik de herinneringen die ook via de andere zintuigen lopen: de verhalen verteld met veel gebaren, de epische volksliedjes en gedichten van vroeger die eindeloos door kunnen gaan, het warme platte brood (shraak) dat onder je neus wordt gehouden en waarvan wordt gezegd dat het vroeger in dit of gene dorp nog beter smaakte, de herinnering aan de vruchten van de verloren gegane boomgaarden.

Het sterke van de Nakbatentoonstelling in het Tropenmuseum in Amsterdam is niet alleen de diversiteit van de vluchtelingenverhalen maar ook de levendige wijze waarop de verhalen worden verteld, in met name de videos. Palestijnen zijn sterke verhalenvertellers. Onlangs zijn we hier een project begonnen waarbij buitenlanders, die meestal weer beter zijn in schrijven, Palestijnse levensverhalen registeren en naar buiten brengen. Dat vult elkaar aan.

Antropoloog Sharif Kanaana schreef laatst dat Arabieren veel meer dan de Amerikanen andere zintuigen dan de ogen gebruiken. In de Amerikaanse (en Europese?) samenleving staat het zien voorop. Wanneer je een winkel met etenswaren binnengaat, zegt hij, natuurlijk zwaar generaliserend, dan zie je de Arabier de waren voelen, betasten, beruiken, terwijl de Amerikaan alles vooral bekijkt. Jaren geleden zag ik eens dat bij een festival in Hebron geblinddoekte jongens moesten raden welk van de meer dan 20 soorten druiven uit hun gebied zij te proeven kregen. Dat konden ze heel goed raden, ook al waren ze geen specialisten.

Ik denk dat de Nakbe niet alleen onder Palestijnen sterk leeft vanwege het enorme onrecht, maar ook omdat alle zintuigen intens betrokken zijn bij de collectieve herinnering eraan. 2 Reacties | Reageer direct

Zingen
04/05

Loudspeaker

Terug van een reis naar Nederland sta ik de volgende dag weer bij het vertrouwde Betlehemcheckpoint. Bij het checkpoint krijg je haast een gevoel van thuiskomen. The checkpoint is welcome home, zei een Palestijnse eens tegen me, ironisch. Uit de loudspeakers boven me klinkt gekraak en geraas gericht tegen de wachtenden. Is dat weer die zanger? Een paar weken geleden stond ik met Tamer en Jara te wachten midden in een rij christelijke vergunninghouders die vanwege de Pasen een paar weken naar Jeruzalem mochten. Terwijl we onszelf in de rij aan het vervelen waren begon een soldate in het hokje achter ons een voorstelling weg te geven. Irdzja, irdzja (keer terug), zong ze galmend de passanten toe die in de X ray bleven biepen. Ik legde Jara uit dat soldaten soms vreemde dingen moeten doen en dat ze zich dan wel eens vreemd gedragen. Nu vandaag opnieuw weer dat gezang. De soldate blijft maar irdzja, irdzja roepen; dan weer langzaam, dan sneller, dan hoger, dan lager, dan kort en eindigend in krakend geschreeuw. Zou ze echt gek worden? In de rij kijken we elkaar aan, een beetje verontrust. Madzjnoene, een idioot, zegt iemand. Als ik langskom houd ik mijn paspoort omhoog. Eerst wijst ze me terug te keren, maar ineens zie ik haar gezicht veranderen, ze begrijpt dat ik tot een andere behandelingscategorie behoor, een buitenlander. Haar norsheid verandert in een glimlach en ik mag passeren.

Een Duitse vrijwilliger op mijn werk, een theoloog, heeft ook dit soort checkpoint-ervaringen. Hij schrijft ze nu op, zoals ook de waarnemers van de Wereldraad van Kerken en van de Isralische Machsom (checkpoint) Watch doen. Uit zijn aantekeningen lees ik dat het niet ongebruikelijk is dat de soldaten in de loudspeakers boeren laten. In een geval overkwam het een moslimse vrouw van middelbare leeftijd dat ze tussen de 15 en 20 keer (de vrijwilliger raakte de tel kwijt) door het X ray apparaat heen moest. Iedere keer, letterlijk iedere keer, dat ze door het poortje ging riep de soldate door de loudspeaker, schijnbaar vriendelijk: Welcome to Israel, the best country in the whole world. Thank you for visiting Israel. De vrouw werd wanhopig want ze wist niet wat ze moest doen. Uiteindelijk waren het de naaldjes in haar hoofddoek die bleken te biepen.

Wat doet het checkpointgebeuren met (1) de soldaten en (2) de mensen die er doorheen moeten? Onderzoeksmogelijkheden genoeg. Antropologen, psychologen, kom langs want er is zinnig werk te doen. Het checkpointgebeuren doet een beetje denken aan die oude bekende psychologische experimenten waarin werd gekeken onder welke omstandigheden proefpersonen bereid zijn om niet-zichtbare anderen elektrische schokken toe te dienen. Hier op het checkpoint gaat het minder om fysiek dan psychologisch letsel. De soldaten zitten achter dik glas en met een microfoon. Er is nauwelijks rechtstreeks menselijk contact. De soldaten zijn jong, net van school af. In het Isralische leerplan zijn de Palestijnen of de Arabieren de absolute ander. De soldaten hebben geen verantwoording af te leggen, ze dekken elkaar af als er klachten zijn. Als ze moedig zijn kunnen de passanten wel eens strak of boos terugkijken. Een enkele buitenlander spreekt ze de waarheid toe. Maar dat is het wel.

De avond voordat ik naar Nederland ging, traden de musici van dirigent Merlijn Twaalfhoven op in het gebied rond het Graf van Rachel. Ook daar kwam geluid van boven, maar nu uitgevoerd door blazers, drummers, de muziekgroep Sabreen en kinderen uit het Aida kamp bij Betlehem. Zelfs de Rapper uit zuid-Betlehem liet zijn gitaarklanken over de daken gaan. Onder het publiek keken Palestijnen, internationals, en misschien ook soldaten in de wachttoren toe. De laatsten kon je niet zien. Het was niet duidelijk wanneer het concert begon en eindigde. Sommigen waren sceptisch (waarom niet meer uitleg over wat er gebeurt?) maar de klanken waren bevrijdend. Na afloop bleef men achter. Jongeren deden op straat de dansachtige bewegingen van de Palestijnse dabkeh na. Ondanks de desolate omgeving had je even het gevoel niet op een checkpoint maar een vrijplaats te zijn. 2 Reacties | Reageer direct

Muziek
09/04

Over daken, muren en grenzen heen

Een muzikale wave waait volgende week over het Graf van Rachel. Deze dagen bezoek ik met componist Merlijn Twaalfhoven een aantal daken in de omgeving. We zien de negen-meter hoge Muur die van alle kanten om de voor joden, moslims en christenen heilige plaats kronkelt en de buurt doorsnijdt. Merlijns benadering is die van muziek als totaalbeleving. Wat hij voor ogen heeft is een muzikale dialoog over de daken, over de Muren, heen. Op een dak aan de westkant van het Graf zullen volgende week Palestijnse en internationale, waaronder Nederlandse, musici en zangers hun klanken verbinden met die van musici op het dak van het soemoed huis aan de oostkant en elders. Drums moeten Muurechos creren. Alles staat in het teken van de verbeelding

en het ademen tegen de verstikking in. Een Japanse ontwerpster heeft vlinderkostuums gemaakt. Natuurlijk wordt er gefilmd, door een Australische filmer die een soortgelijk evenement van de componist heeft gecovered dat over de scheidslijn tussen noord- en zuid-Cyprus heenklonk. Misschien kan de Palestijnse Rapper (gecoached door Louis Bohte) meedoen, en wie weet is er plaats voor een Palestijns koor? En kan de matriarch Rachel misschien heel even tot leven komen om haar klacht te laten klinken?

Vanaf de daken en door de ramen zie je het Palestijnse verhaal. Er is het verhaal van Antoinette, een oudere maar verschrikkelijk actieve vrouw, bekend vanwege haar trekharmonica. Ze woont aan de andere kant van het Graf van Rachel. Ze presenteert ons een Paaskoekje in de vorm van een doornenkroontje, en laat haar kleinkinderen liedjes zingen. Dan laat ze ons op een belendend dak het verhaal van het Palestijnse volk zien. Ze wijst naar rechts, naar de andere kant van de Muur, waar de nederzetting Gilo is, dan naar de voor Beit Jala verloren gegane olijfboomgaarden, en dan weer naar het vluchtelingenkamp Aida, waar ze 20 jaar muziekles heeft gegeven op een school van de Verenigde Naties. Tussen het dak en de militaire wachttoren staat een hoge boom. Dat komt straks misschien goed uit, al denken we dat het met de soldaten wel zal loslopen, want wat moeten die aan met muziek? Toch: je weet maar nooit.

En er is natuurlijk het verhaal van Claire, die het nog steeds heel moeilijk heeft in haar huis dat aan drie kanten is omgeven door de Muur. Op haar dak kan niet worden gemusiceerd, ze mag daar van het leger niet komen. Ze zoekt op het moment naar voordelige regelingen met toeleveranciers zodat haar souvenirzaak geopend kan worden. Wie weet kan ze straks een Geboorteset verkopen met een muurtje tussen de herders en de heilige familie. Zelfs zij in haar moeilijke situatie moet lachen wanneer Merlijn door het raam op de derde verdieping met wijdse handgebaren muzikale verbindingen suggereert. Maar hier kijkt de militaire wachttoren letterlijk het huis binnen, dus dat wordt moeilijk.

Ik realiseer me dat in de loop van de bezetting Palestijnen gewend zijn geraakt om naar boven te kijken, en niet omgekeerd. Nederzettingen zijn vrijwel altijd op hoge plekken, evenals wachttorens natuurlijk. Het aardige van dakbezoek is ook dat je even geen opgesloten gevoel hebt. Dat is misschien wat muziek te bieden heeft. Het is een cliche, maar waar: muziek gaat over grenzen heen.

Een paar maanden geleden verkeeg de joodse componist Daniel Barenboim het Palestijnse staatsburgerschap (hij had al het Isralische). Voor hem, zo schreef hij eens, is patriotisme liefde voor een vaderland, en nationalisme afkeer van het vaderland van anderen. 5 Reacties | Reageer direct

Debat
26/03

De toekomst van de Palestijnse identiteit

Afgelopen weekend een conferentie bezocht over de toekomst van de Palestijnse identiteit. Georganiseerd door de Inaash al-Usra in Ramallah, en begeleid door de folklorist Sharif Kanaana. Sharif, nu bijna gepensioneerd van de Birzeit University bij Ramallah, is een verhalenverzamelaar. Hij voelt zich niet goed in zijn vel zitten wanneer hijzelf of zijn studenten niet bezig zijn met het verzamelen van politieke grappen, volksverhalen verteld op het platteland door oudere vrouwen, of mirakelverhalen over shoehada (politieke martelaren die volgens vrienden en familieleden na de dood tekenen van leven vertonen).

Een paar jaar geleden was er een overijverige vertegenwoordiger van het Palestijnse Ministerie van Binnenlandse Zaken die Sharifs meest bekende werk over Palestijnse folkloreverhalen van de scholen wilde weghalen. Er kwamen onwelvoeglijke uitdrukkingen in voor. Een demonstratie in Ramallah volgde, met honderden mensen, waarna de Minister van Onderwijs van Hamas afstand nam van de ambtenaar van het andere Ministerie. Een vriendelijke, licht ironische glimlach speelt om Sharifs mond, alsof hij overal wel iets grappigs in kan ontdekken. Maar bij het begin van de conferentie is zelfs hij bloedserieus: hier wordt geen politieke retoriek van Fatah of Hamas toegelaten, alleen academische papers en discussies.

De kwestie van de Palestijnse identiteit is moeilijk strikt academisch te houden. De eigen identiteit achtervolgt je and trekt je aan, zegt een spreekster. De Palestijnse identiteit is altijd at risk. Daar kunnen we in Betlehem over meepraten. Twee weken geleden, terwijl ik mijn eigen paper aan het voorbereiden was, werden in Betlehem vier bekende Palestijnse politieke persoonlijkheden op straat neergeschoten, door de Isralische geheime dienst met behulp van Palestijnse collaborateurs. In de daarop volgende dagen kwamen 50.000 mensen, waaronder Mary en ikzelf, in lange rijen hun condoleances aanbieden in enkele grote tenten op het plein voor de Geboortekerk. Deze shoehada waren voor de mensen ook symbolen van de Palestijnse identiteit.

Sommige papers gaan in op de vervormingen van de Palestijnse identiteit, varirend van een kritiek op 19-eeuwse archeologische en antropologische studies eenzijdig op zoek naar de Bijbelse identiteit van het land en de mensen die er wonen, tot aan recente pogingen van de Isralische

regering om onder Palestijnen in Isral de nieuwe moderne Arabische vrouw in Isral te introduceren, gentegreerd in de Isralische samenleving. (Geloof maar niet dat het de bedoeling is dat die vrouw economisch gentegreerd zal zijn, zegt de spreekster).

Het gevaar komt van Isral, maar ook van het Palestijns Gezag, die volgens een niet weersproken discussiant in de zaal in de schooltekstboeken van de 10e of 11e klas het doet voorkomen alsof wij Palestijnen Isralisch land bezetten. En verder maakt de globalisering dat de Palestijnse identiteit heel oppervlakkig dreigt te worden.

De discussies gaan over wat de Palestijnse identiteit is, het moment van ontstaan en wording, het samenspel met dorpse/familie- of juist bovennationale identiteiten in de Turkse tijd en Britse mandaattijd en later. Aanbevelingen worden gegeven. Leer sober over je geschiedenis. Probeer die geschiedenis niet met een sausje van heldenvereringen te overgieten. Zie collaboratie onder ogen. Laat je niet verleiden door een: Forget the past and move forwards. Zonder geschiedenis geen toekomst. Leer over je ruimtelijke identiteit, via excursies, leer met andere ogen kijken naar de omgeving, herken de Palestijnse geschiedenis van het landschap, organiseer een Palestijnse dag op scholen. Hou je taal in stand. (Sommige Palestijnse sprekers krijgen ervan langs omdat ze hun verhaal in het Engels houden). Wees trots op je identiteit, ook in de politieke onderhandelingen: je identiteit is niet te koop. En natuurlijk: verzamel verhalen.

En dan is er in de loop van de tweede dag de uitsmijter. Een filosofisch aangelegde spreker die zegt dat hij het met niemand van de voorgaande conferentiesprekers eens is. De Palestijnse identiteit is niet een bewustzijn maar een praktijk, zegt hij. Een praktijk die het gehele Palestijnse leven doordrenkt. Je hebt een Palestijnse manier van werken, slapen, de liefde bedrijven, communiceren, etc. Ondanks wanhopige pogingen van de voorzitter om hem tot afronden te manen, blijft hij doorspreken en laat op zijn beurt zijn wanhoop en onbegrip richting voorzitter blijken. De zaal moedigt hem aan, prikt zijn stellingname door, is het eigenlijk ook weer met hem eens, en ligt dubbel. 1 Reacties | Reageer direct

Gevoel
11/03

Killing me softly

Bij het eten discussiren Mary en ik over de Palestijnse aanslag in West-Jeruzalem. Zij voelt zich niet begaan met het lot van de Isralis. Het is een fundamentalistische school, zegt ze, van daaruit gaan ze zo de nederzettingen in. Jara, die al aardig politiek bewust wordt, is het met mama eens en zegt dat papa een Europeaan is. Hou eens op, zeg ik. Tamer zwaait met zijn plastic pistool maar zegt dat hij tegen geweld is. Hij praat papa na, denk ik, dochter kiest voor moeder en zoon kiest voor papa. Mary wijst naar een plek in haar borst en zegt dat ze deze jaren haar soft spot heeft verloren. Zeker na de slachting in Gaza deze weken. De Isralis doden sommigen met kogels maar mij doden ze langzaam. Killing me softly, dat zegt ze wel vaker.

Mijn Arabische lerares voelt mee met de gedode of zwaar gewonde scholieren of studenten van de yeshiva school. Ze hadden nog een leven voor de boeg, zegt ze. Zij is gemakkelijk geraakt. Ze huilde toen Rabin stierf, zegt ze. Rabin - wat krijgen we nou, zeg ik. Ja, zegt ze, ik zag hem in een flits als mens, juist op het moment dat hij stierf.

Ik herinner me een bijeenkomst van onze vrouwengroep een paar weken geleden. Sylvana, Fuads vrouw, vertelde enkele gasten over hoe ze jaren geleden, kort nadat haar zwangerschap een tweede maal was afgebroken vanwege het inhaleren van Isralisch traangas, niets dan haat tegen de Isralis voelde. Op een gegeven moment was ze in de mall, het winkelcentrum in Jeruzalem, toen ze een kleine Isralische jongen bijna zag vallen van een stellage terwijl de ouders niet keken. In een flits dacht ze: zal ik hem redden of niet? In die microseconde dacht ze eerst, ik doe het niet, maar daarna sprong ze naar voren en trok de jongen terug. Ze zegt dat haar leven daarop veranderde.

Ik denk na over wat Mary zegt. Wanneer anderen met je kunnen doen wat ze willen, of dreigen met een shoah in Gaza (zoals laatst een Isralische minister deed), dan houdt het invoelingsvermogen op. Bij het begin van de Intifada vertelde een ons bekende winkelier in WestJeruzalem dat een flink bloedbad met tienduizend Arabische doden nodig was. Dan zouden de Arabieren zich stil houden. Hij zei dat berekenend, zonder gevoel. De Isralis doen hun best Palestijnen niet te zien, denk ik, laat staan met ze mee te voelen. Die Muur is ook een Muur voor je kop.

Na de aanslag vallen de Isralis Bethlehem binnen. Men zegt met tientallen tanks. Onze webmaster woont in het gebied waar s nachts twee huizen worden opgeblazen. Al de Isralis en mogelijk ook Palestijnse collaborateurs waren gemaskerd, zegt hij. Van het slopen van het huis en het geschiet bleef zijn gezin de hele nacht wakker.

Ik kijk uit mijn raam naar enkele demonstraties van scholieren. Bij een demonstratie lopen Tamer en ik voor ons huis door de vroege lentebloemetjes die een prachtig impressionistisch decor vormen. Tamer is bang voor slangen in het gras en loopt heel voorzichting achter me. Ik hoor iemand in de demo roepen: Kijk, ze lopen door de bloemen, dat vinden ze mooi! Later op de dag wordt Mary gemaand vroeg naar binnen te gaan, want er wordt in de buurt met traangas geschoten. Ze bekijkt op de computer een powerpoint met bloemen. Om haar gevoel weer terug te krijgen?

Een paar dagen later denken we dat een van de vissen, die we op aandringen van de kinderen hebben gekocht, sterft. Maar hij leeft weer op wanneer we van voedsel veranderen. De kinderen juichen. Mary is verbaasd dat ze ontdaan is vanwege een vis. Hoe moet dat met mijn bloeddruk als de Isralis weer in Gaza huishouden, zegt ze. 2 Reacties | Reageer direct

Zinken
26/02

ABOE BENDI

Er zijn veel sterfgevallen in mijn omgeving, deze laatste weken. De moeder van een ArmeensPalestijnse collega sterft relatief jong aan kanker. Het had geen zin om te proberen haar op het Armeense kerkhof in de oude stad van Jeruzalem te laten begraven, zo hoor ik. Als het al niet het transport van de lijkkist is wat niet lukt, dan is het wel de familie die geheel of gedeeltelijk geen vergunning krijgt om naar Jeruzalem te gaan. Bij de uitvaartdienst zien we om ons heen de vroege lentebloemetjes uit de grond komen. De amandelboom met zijn zachte witte en roze kleuren siert deze dagen het landschap en zorgt ervoor dat de stemming niet te diep zinkt.

Mary en ik zijn vooral getroffen door de dood van Aboe Bendi, een oudere buur, klein van stuk. Hij had de neiging om ieders taalgebruik te corrigeren. Het is niet kool (eet!) maar koel placht hij tegen Marys moeder te roepen, wanneer deze de gasten aanspoorde om de borden niet leeg te houden. Hij was docent Duits, werkzaam op de Lutherse school Talitha Kumi in Beit Jala. Met een grote voorliefde voor Goethe en het Duitse voetbalelftal. Een flinke kast met boeken in verschillende talen sierde zijn kamer.

Ook lachte hij altijd, of op zijn minst keek hij met pretoogjes. Ik herinner me de vele discussies met hem waarin hij steeds met bewonderenswaardige volharding verdedigde dat morgen de vrede zou uitbreken. Hij was oorspronkelijk een christelijke vluchteling van Ramleh, een gemengd joods-Arabische stad gelegen bij het vliegveld van Tel Aviv. (Misschien wel meer dan de helft van de bevolking van Betlehem zijn vluchtelingen of nazaten ervan). Hij stierf en werd begraven in Amman. Haraam (och arme), zegt Mary, Hij was een vluchteling, stierf als een vluchteling en is nu begraven als een vluchteling. Zijn verhaal is dat van de tragiek van een optimist die altijd genteresseerd was in het leggen van positieve verbindingen tussen Oost en West.

Ik spoor Jara aan eens boeken uit de bibliotheek te lenen, ze is tenslotte al tien jaar. Maar het vele huiswerk drukt op de vrije tijd. En de TV lonkt. Een Palestijnse pedagoog zei eens dat een TV gevaarlijker is dan een Isralische soldaat in je kamer. Van de soldaat weet je wat je kan verwachten, maar de TV verleidt je, verlamt je. Iedereen hier hangt aan de TV en eet, omdat je niks anders te doen hebt, zegt iemand tegen me.

Overleven, dat is waar men mee bezig is. Normaal rijden mensen in hun autos in cirkeltjes binnen de stad (met alle vervuiling vandien), maar de Isralis hebben nu besloten om de benzine via een verafgelegen punt in het zuiden de West Bank binnen te laten komen. De Arabische benzineleveranciers zijn daartegen in staking gegaan, zodat iedereen nu zuinig is met benzinegebruik. Die verdomde afhankelijkheid van Isral, denk ik. Mary, zelf bibliothecaresse, zegt tegen Jara dat ze gisteren hoorde dat in Gaza niet alleen geen brandstof en andere eerste levensbehoeften binnen kunnen komen, maar zelfs boeken niet. We moeten blij zijn dat we nog de kans hebben te lezen, zo maant ze Jara aan. Onze buurvrouw gaat een stap verder en kondigt aan een roman te gaan schrijven. Een liefdesverhaal in een Palestijnse setting, met een tragisch einde natuurlijk.

Met vele anderen kijken Tamer, Jara en Mary naar de film de Titanic. Het zal wel niet toevallig zijn dat al Marys collegas verslaafd hiernaar kijken, de film twee keer zien, hem willen kopen. De Titanic resoneert. Ook zon zinkend schip. Jara wil na het zien van de film meteen actrice worden, want dan word je beroemd.

Ik lees emails over mensen in Gaza die (opnieuw) grootschalige geweldloze mensenketens gaan vormen, om hun grenzen te verlaten, Gaza niet te laten zinken. 6 Reacties | Reageer direct

Dromen
12/02

Het plaatje en het gaatje

En de sneeuw kwam. Alles lag stil. Geen school, geen universiteit. De grappen zijn niet van de lucht. Zalig Kerstfeest, zeggen de mensen. Happy Snow. Wat goed, dat de sneeuw de checkpoint kon passeren. Tamer wil niet wakker worden, want hij is net in zijn droom een Pokemon gevecht aan het winnen. He has a dream, zegt Mary. Maar de sneeuwpop komt er. En maar plaatjes maken met de camera, die nog dezelfde dag de wereld rondgaan naar de verre familieleden. Betlehem leeft. Onze buur zegt: Sneeuw is het zout der aarde. Het maakt alles schoon.

Een dag later gaat een jongere broer van Taha (lid van onze jongerengroep) vanuit het dorp Al Walajeh ten westen van Betlehem met zijn ezel al vroeg de velden op om kruiden te verzamelen. Hij wil die op de markt verkopen. Bij Al Walajeh is een fantastische heuvelachtige omgeving. Hij wordt gepakt door soldaten omdat hij over land gaat dat oorspronkelijk tot Al Walajeh behoorde maar dat onteigend werd voor gebruik door kolonisten. De soldaten laten Tahas broer vele uren lang in de kou en sneeuw staan, en nemen zijn ezel in beslag. Taha: Ze namen zijn ezel naar de gevangenis. Het duurt niet lang of Al Walajeh is straks zelf een gevangenis. Het deel van het dorp dat in de West Bank gelegen is zal van verschillende kanten omsloten worden door de Muur.

Met een Nederlandse groep gaan we naar de woestijn bij Wadi Kilt tussen Jeruzalem en Jericho. Ook daar zijn prachtige plaatjes, zoals wanneer je door de woestijnplooien heen loopt en dan ineens laag in de verte Jericho ziet liggen. Ik ben net het laatste boek van Raja Shehadeh aan het lezen over Palestijnse wandelingen. Hij noemt zijn wandelingen door de heuvelruggen van de West Bank voorbeelden van een sarha. Vroeger was een sarha een wandeling waarbij je je door vergezichten en dromen liet meenemen, een wandeling zonder gepland doel en zonder beperkingen. Met een echt vrijheidsgevoel. Zoals de woestijnvaders in de Byzantijnse tijd door de woestijn ten oosten van Jeruzalem en Betlehem dagenlang konden trekken zonder gezien te worden. Voor Shehadeh was de wandeling door Wadi Kilt ook zon sarha. Met een fijn literair penceel beschrijft hij de ruige rotsen. Maar zijn boek met als ondertitel aantekeningen over een verdwijnend landschap, documenteert hoe het landschap en de vergezichten en de mogelijkheid van vrij trekken geheel en al verdwijnen.

Hoe kan je die vergezichten vasthouden, dat gevoel van vrijheid? Hania van Pyalara vertelde me eens dat voor haar het begrip vrijheid vroeger verre uiteinders betekende. Ze beklom de heuvels. Tegenwoordig ontneemt de Muur en de situatie haar het uitzicht. Ze omschrijft vrijheid nu als een gevoel dat je iets doet voor de mensen en jongeren om je heen, ook al is het weinig. Vrijheid is niet meer grenzeloos; ze verdeelt vrijheid in stukjes, zegt ze, je helpt mensen beetje bij beetje.

Eens vroeg een Nederlandse groep van UCP waarnemers aan een Isralische hoogleraar of hij licht aan het einde van de tunnel zag, een vrede tussen de Isralis en Palestijnen. Meneer, zei de man die zijn irritatie over zulk gemakkelijk vredesdenken nauwelijks kon verbergen, weet u wat dat licht aan het einde van de tunnel is? Dat is het licht van de trein die ons opnieuw naar de kampen brengt. Hij zelf had een fantastisch uitzicht vanuit zijn hoge huis gelegen in de joodse wijk van oud Jeruzalem, met een veranda die recht op de Klaagmuur en de Rotskoepelmoskee uitkeek.

Sylvana, Fuads vrouw, doet mee aan een spelletje in de vrouwengroep: When I close my eyes... wat zie je dan? Ze rijmt: I see the Wall, a small boy makes a hole, to give freedom to all. De vrouwen klappen. Misschien hebben we inderdaad een Palestijnse Hansje Brinker nodig. Een jongetje die niet zijn vinger in de dijk doet, maar juist een gaatje maakt om het licht er doorheen te laten komen. Een uitbraak uit de geslotenheid, zoals de mensen in Gaza dat deden toen ze door de grens van Rafah trokken. 2 Reacties | Reageer direct

Verf
29/01

Ik ben Palestijn

Jara zegt tegen Mary dat ze haar haar blond moet verven. Dan heeft ze minder problemen om door het checkpoint te komen. Nee, ik ben Palestijn en dat blijf ik, zegt Mary. To exist is to resist, schiet door mijn hoofd. Dat is een slogan die hier steeds vaker wordt gebruikt.

Nog net voordat de Kerstvergunning is verlopen, wil Mary een pakket met druivenbladeren naar het postkantoor in Jeruzalem brengen. Vanuit Betlehem duurt de reguliere postverzending eeuwen. Marys zus in Parijs wil graag gevulde druivenbladeren bereiden, ter herinnering aan het

vaderland. We gaan naar het hoofdcheckpoint. Tamer zegt dat hij een verkeerd jasje aan heeft want er zitten ijzeren knoopjes aan, dus gaat hij biepen.

Op het checkpoint staan ruim honderd mensen in de rij. Dat wordt een uur wachten. Onze webmaster vertelde de dag tevoren dat hij een half uur moest wachten op zijn schoenen omdat die in het X ray apparaat bleven steken. We besluiten een andere checkpoint te nemen, bij Beit Jala ten westen van Betlehem. Eigenlijk mogen houders van een Palestijnse ID daar niet door, alleen buitenlandse paspoorthouders zonder Palestijnse ID, zoals ik. Palestijnse ID houders, al hebben ze een buitenlands paspoort zoals Mary, kunnen er niet door, ook al zijn ze in het bezit van een vergunning voor Jeruzalem of Isral. Kunt u het nog volgen? Enfin, we doen het maar.

Mary gaat achter in de lege bus zitten. Waarom doe je dat nou, zeg ik, dat valt juist op. Nee, dat werkt, zegt ze. We praten in het Engels; het is nu geen tijd voor misverstanden. Jara is ook zenuwachtig. Ik krijg bijna de slappe lach van de rariteit dat je illegaal door een checkpoint gaat, maar eenmaal door het checkpoint heen weer wel legaal bent. Een soldaat komt de bus in en bevraagt me over Feijenoord en Ajax. Ik raak aan de praat, tot irritatie van Mary. Waarom ben je zo uitleggerig, vraagt ze. Zij vindt dat je zo min mogelijk op een checkpoint moet samenwerken om te laten zien dat je het gezag van de soldaten niet erkent. Dat is de principile houding. Ik ga aan de praat om praktische redenen, om door het checkpoint te komen. Jara slaat me na afloop op de knien, ze vindt dat ik een bravourestukje heb uitgehaald. Mary sms-t naar haar vriendin het enkele woord: passed. Ontsnapping geslaagd.

Mary is bezorgd of de druivenbladeren door het postkantoor zullen worden geaccepteerd. Het lijkt wel of heel de wereld vol barrires is. Als ze vragen wat het is, zeg dan dat het kruiden zijn, zegt ze. Ik zal het onthouden. In West-Jeruzalem herkent Mary het centrum bijna niet meer en ook ik raak de weg kwijt. Ineens ziet ze de plek waar oom Djamal vroeger altijd zijn auto parkeerde. Het valt haar op hoeveel Filippijnse vrouwen er op straat zijn. Die werken bij Isralis in het huishouden.

Na wat winkels bekeken te hebben gaan we naar McDonalds. Ze vraagt mij om te bestellen. Wat krijgen we nou, zeg ik verbaasd, wil je niet meer met Isralis praten? Mary antwoordt met een mysterieuze glimlach. Wanneer ze de hamburgers ophaalt blijkt de bediende ineens vloeiend Arabisch te spreken. Is ze Palestijns, uit Oost-Jeruzalem? Maar ze zag er zo Isralisch uit, zeg ik. Heeft ze misschien haar haar geverfd?

Ik moet eerder terug naar huis. Tamer gaat met me mee. Vlak voor Betlehem worden we door de Isralische politie gecheckt. Het duurt tien minuten. Honderd meter verder wordt de bus opnieuw gestopt, nu door het leger. De chauffeur gaat argumenteren met de soldaten. Hij zegt dat het niet nodig is om de bus nog een keer te laten checken. Die durft. Als je gaat argumenteren, dan volgt extra wachttijd, dat is een van de wetten van de checkpoints. En inderdaad, iedereen moet de bus uit. Ik ga niet, want Tamer zit tegen me aan te slapen. De soldaten laten het maar zo, want ik zie er buitenlands uit.

De stemming is alom zwaar, deze dagen. De mensen zijn sprakeloos over wat er in Gaza gebeurt. Terwijl Palestijnen gisteren over de overleden leider George Habash spraken, vroeg een studente Mary tot welke politieke factie ze behoorde. Tot geen enkele, antwoordde ze, ik ben Palestijn.

Gisteren kwamen Isralische soldaten s middag naar het hart van Betlehem om een militant op te pakken. Jongeren gooiden daarop stenen. De soldaten schoten. Een jongen van 17 werd gedood door een schot in de buik, vijf of zes anderen raakten gewond in de buik, benen en hand. Terwijl de soldaten tot het begin van de avond bezig waren met het pakken van de militant kon je de geweerschoten door de hele stad horen. Marys familie die in de buurt woont, deed de lichten uit, want ook op licht in de huiskamer kon worden geschoten. Een collega op mijn werk, die vlak in de buurt woont, kon pas s avonds laat zijn huis binnen. Vanochtend registreerde hij de schade aan zijn huis. Een raam was voor het leger kapotgeschoten en naast de buitendeur zat het vol met kogelgaten. Volgens ingenieurs is het drie- of vier verdiepingen hoge gebouw waarin de militant woonde niet meer bouwveilig. Een bulldozer was bezig geweest.

De volgende dagen komt sneeuw, is de voorspelling. Betlehem en Jeruzalem krijgen een verfje. De laatste keer was een jaar of drie geleden. Kun je je erop verheugen, onder deze omstandigheden? 5 Reacties | Reageer direct

Schoon
15/01

Bush in Betlehem

Op de ochtend van het bezoek hangt er een ongebruikelijke stilte in de straten van Betlehem. Vanuit mijn raam zie ik een hond onder een boom diep in slaap. Geen autos op straat, alleen verre kindergeluiden uit de tuinen. Overal staan soldaten geposteerd, zon twintig meter van elkaar aan beide zijden van de straat. Op de daken van de flats zwaaien en roepen soldaten naar elkaar. Tegenover ons huis komt een vuilniswagen van de Verenigde Naties de grote container van het vluchtelingenkamp Azza legen. De wagen wordt gescorteerd door een legertje Palestijnse soldaten. Ze checken of de vuilnismannen geen bommen in de containers leggen, vertelt een collega van Mary.

De kinderen slapen nog, want de priv-scholen hebben een lange kerstvakantie. De overheidsscholen zijn ook gesloten. Mary belt, doorbreekt de stilte. Als een van de weinige vrouwen doet ze mee aan een demonstratie tegen de komst van Bush. Er zijn niet veel mensen, maar zon 200. Ze vertegenwoordigt Bethlehem University, zegt ze lachend. CNN is op het dak van de universiteit, een van de hoogste punten van de stad.

Ineens stuiven er zwarte autos door de straat: de presidentile staf, media en een ambulance. Terwijl ik projectdocumenten aan het typen ben - het wordt voor mijn club, en vele andere, financieel een spannend jaar hou ik vanuit mijn ooghoeken de situatie buiten in de gaten. Is er een uitgaansverbod?

Ik loop naar buiten en hoor wat geluiden verderop. Een paar jongens roepen slogans aan het einde van de straat vlakbij het districtskantoor van het Ministerie van Onderwijs. Daar hangt een spandoek langs de weg: No Negotiations With Settlements. De soldaat tegenover ons huis klikt een paar keer aan de trekker van zijn geweer. Is het intimidatie, zenuwachtigheid, of doet hij het uit verveling?

Ik maak Jara en Tamer wakker, want het lijkt me beter ze niet te laat naar mijn schoonmoeder te brengen, waar ze eten. Wie weet is het straks toch uitgaansverbod. We gaan naar buiten. De soldaat aan de overkant maakt een gebaar dat alles gesloten is. Ik roep wat in het Engels, want, zo denk ik, dat verstaat hij toch niet goed. Inderdaad wendt hij zijn gezicht af. We lopen verder naar de minder gespannen universiteitsstraat. Ik leg Jara uit dat het in dit soort situaties goed is om rustig met soldaten te communiceren. Ze moet lachen wanneer ik zeg dat wat ik deed met die soldaat hetzelfde is als wat zij regelmatig met mij doet. (Ze praat soms snel Arabisch tegen me wanneer ze me wilt uitdagen, want ze weet dat er een goede kans is dat ik dat niet begrijp). Ik hou de hand van Tamer stevig vast.

Ineens zie ik de door Isral opgelegde uitgaansverboden van een paar jaar geleden voor me, ook al vanwege die rare stilte zo zonder autos. Sommige van die uitgaansverboden werden toen niet strikt gehandhaafd, en dan zag je de kinderen over de lege straten rennen. Je voelt ook nu die rare mengeling van spanning en relaxed-doen. Jara wil een man nadoen die met zijn armen gevouwen op zijn rug over de lege straat loopt. Iemand roept luid en vrolijk mamnoea irhab [terrorisme is verboden]. Een jongen fietst rondjes. Ik maan de kinderen aan door te lopen.

Op de Nederlandse radio vertel ik dat wanneer je jongeren hier vraagt wie zij in de wereld het minst zien zitten, je geheid Bush als antwoord krijgt. Meer nog dan een Isralische politicus. Een spotprent in de lokale Arabische krant Al Quds toont Bush in een Isralische helikopter boven de Muur terwijl hij zich afvraagt waar die Muur toch is. Anecdotes gaan rond over de prijs van Bush hotelkamer in Jeruzalem.

De gezagdragers worstelen met de vraag hoe iemand te verwelkomen die niet welkom is. Een eigenaar van een grote souvenirshop zegt dat hij niets van Bush verwacht maar dat hij als christen welkom is in Betlehem. Dank je de koekoek, zegt Mary. De burgemeester van Betlehem, een christen van een partij die in de gemeenteraad gelieerd is met Hamas, mag Bush de hand niet schudden. Op de dag van het bezoek verblijft hij in Hebron. Hij lekt naar de media uit dat hij kennelijk alleen goed genoeg is om voorafgaand aan het bezoek de straten schoon te vegen. Een familielid van Mary vindt dat een opmerking een burgemeester van Betlehem onwaardig.

Het weer is koud en helder. Een taxichauffeur vindt dat niet zo mooi als ik. Het moet waaien om de rotzooi uit de lucht te halen; en ook regenen, voor de boeren en het land. Het is Gods straf, zegt hij met zijn vinger naar boven, God onthoudt ons de regen wanneer we er beneden een puinhoop van maken. 2 Reacties | Reageer direct

Uitjes
02/01

Optisch bedrog

Mary maakt maar weer gebruik van de mogelijkheid om naar Jeruzalem te gaan. Het voelt bijna als een privilege, zeker wanneer je denkt aan de sluiting van Gaza. Tijdens de Kerst mocht een deel van de kleine christelijke gemeenschap daar naar Betlehem en Jeruzalem gaan en zo horen we uit eerste hand over de schaarste aan levensmiddelen en medicijnen in Gaza. Iemand vertelt over een industrieel niet direct representatief voor de inwoners van Gaza die zijn kind niet kon laten inenten. Hij was bereid om 1000 dollar voor de vaccinatie te betalen maar kon deze in Gaza nergens vinden.

De taxichauffeur die ons naar Jeruzalem brengt, vertelt dat in zijn familie steeds maar een helft van elk getrouwd paar een Kerstvergunning kreeg. Enfin, we bevrijden ons voor het moment van de schuldgevoelens en zetten het kompas op genieten. Gelukkig amuseren Jara en Tamer zich geweldig. In het educatieve Science Museum bij de Knesset is er onder meer een tentoonstelling over het fenomeen optische illusie. De kids zijn gefascineerd door de leuke verrassingseffekten. Het verschijnsel wordt ook naar menselijke betrekkingen vertaald. Een speciale uit Europa en Nederland overgekomen tentoonstelling probeert vooroordelen weg te nemen. We zien hoe iets dat een bom lijkt het achterwerk van een paard blijkt te zijn, en hoe een schijnbare roofoverval een reddingspoging is om iemand van onder een vallend balkon weg te duwen. Hilu (mooi, goed), zegt Mary en we feliciteren de gids die ons rondleidt.

Daarna gaan we wandelen in de prachtige omgeving. Mary wijst naar de mensen die in het gras picknicken. Kijk, die kunnen ademen. Rond dit museum en het belendende Isral museum zie je overal verspreid grote oude stenen die de parkachtige omgeving decoreren. Ze suggereren tijdloosheid en authenticiteit. Ik vermoed dat het restanten van Palestijnse woningen zijn die in 1948 of later zijn verwoest. Een Palestijnse wachter van het naburige, schitterend gelegen klooster van het Heilig Kruis bevestigt dit. Hij zegt dat deze Arabische huizen in de periferie van Deir Yassin lagen, het dorpje waar door een zionistische ondergrondse een bloedbad werd aangericht. Dit was de aanleiding tot de vlucht in 1948 van vele duizenden Palestijnen. Raar, hoe die rustieke stenen, die stille stemmen uit het verleden, zon gewelddadig verhaal kunnen vertellen

Ook in de dierentuin van Jeruzalem, onze favoriete uitgaansplek, zie je als je goed kijkt allerlei restanten van oude huizen. In een geval is zon plek zelfs omgeven met een hek zodat het lijkt alsof je je in een openlucht museum bevindt en naar oude archeologische runes zit te kijken. Overal in het park zie je de silsile, de pittoreske muurtjes gebouwd van min of meer los op elkaar geplaatste rotsstenen. Ik word nu echt fanatiek en zie ineens overal restanten van Arabische huizen. Misschien gaat het om een oude boerderij, zegt een medewerker van de dierentuin me als ik informeer. In het Australische deel van de dierentuin is geen verwarring mogelijk. De kangeroes hoppen over de runes van huizen van waarschijnlijk het vroegere Palestijnse dorpje Malha. In begeleidende teksten leren we over het leven van de aboriginals van Australi. Het verhaal van die andere aboriginals de Palestijnen - schittert door afwezigheid. Ik vertel Jara maar weer eens over de nakbeh, de vlucht en verdrijving van Palestijnen uit hun woonplaatsen in 1948 en de

verwoesting van zon 500 dorpen die in het huidige Isral lagen. Ze is even genteresseerd maar sprint dan naar het treintje van de dierentuin. Mary helpt een orthodoxe jodin het treintje uit. De dialoog van het dagelijkse leven gaat door, ondanks alles.

De dierentuin en een educatief familiemuseum zoals het Science Museum behoren nog tot de weinige plekken waar joden en Palestijnen relaxed met elkaar om gaan. Op de terugweg blijf ik, als ware het een spelletje, gefascineerd zoeken naar verdere restanten van oude Palestijnse bewoning. En ja hoor, de ene na de andere plek dient zich aan, restanten van het dorpje Sharafat, en dan een nederzetting op het land van Beit Jala waar de silsile als decoratief muurtje is gebruikt. Zo kan je met heel verschillende ogen naar het landschap kijken. Je ziet geweld of je ziet pastorale rust. Eigenlijk is die pastorale rust ook een vorm van optisch bedrog.

Terug bij het checkpoint is de sfeer van geweld weer direct aanwezig. Een oude Palestijnse man wordt bruut door een soldaat achterin de lange rij wachtenden gezet. Na gepasseerd te zijn, legt Mary Jara zachtjes uit dat die soldaat een schoft is die zelfs niet de schijn van beleefdheid kan handhaven. 5 Reacties | Reageer direct

Inter-religieuze relaties
18/12

DE KERST EN HET OFFERFEEST

We hebben twee feestdagen in het vooruitzicht, de Kerst en het Offerfeest (Al-Adha), en voor de kinderen een lange schoolvakantie. Hier in Betlehem, naast de Muur bij het Graf van Rachel, gaan we de feesten a.s. vrijdag vieren met zon 150-200 mensen die gezamenlijk op een grote geschilderde ster gaan staan met fakkels in de hand. De meeste hoofdbrekens kost nog hoe die vlammende ster straks van bovenaf te fotograferen. In die buurt wil men niet zo gauw de balkonnen en daken vrijgeven voor kiekjes of filmen. Al vaker heeft het leger daar tegen fotograferen vanaf de hoge punten gewaarschuwd. We gaan toch maar gewoon door en zien welke creatieve oplossing wordt bedacht. We leggen iedereen uit dat de ster niet alleen voor de ster uit het Bijbelverhaal staat, maar ook een beetje voor Betlehem, voor Palestina, en voor moslimchristelijk samenleven, want ook moslims doen aan de actie mee.

Regelmatig worden mensen uit het Betlehem-gebied gevraagd hoe het nu eigenlijk zit met die moslim-christelijke relaties. Men hoort tegengestelde geluiden, ook van families uit Betlehem zelf. Als ik toch iets van een communis opinio probeer samen te vatten, dan kom je ongeveer op de volgende grote lijnen uit.

1. Er is een lange geschiedenis van moslim-christelijk samenleven en werken en -leren in Betlehem en Palestina. De Arabische taal, de sociale en politieke geschiedenis van Palestina, en tal van culturele gewoonten zijn gedeeld. Christenen vervulden vaak een voorhoederol in het Palestijnse nationalisme. Op de scholen in het Betlehem-gebied met christelijke leerlingen heb je ook moslimse leerlingen en de verhoudingen zijn goed, evenals op de Universiteit van Betlehem. Ik hoor zeer zelden van religie-gerelateerde incidenten op onderwijsinstellingen. Christenen wonen niet gescheiden in aparte wijken. Wijzelf leven al sinds het begin van de Intifada met vele moslimse buren en we hebben nooit een probleem van normaal samenleven met hen gehad (en zij niet met ons, hoop ik maar).

2. Er is geen vervolging van christenen in Palestina. Dat is een claim waar (vrijwel) geen christen hier zich in herkent. De hoofdredenen van emigratie van christenen (en moslims) is de politieke en vooral economische situatie. Omdat christenen vaak in het buitenland familieleden hebben of relaties, hebben zij meer kans om zich in het buitenland te vestigen. Mary werd laatst door een kennis toegefluisterd: Joh, jij blijft toch hier niet de rest van je leven, in deze situatie, en met een Nederlandse man! Maar dan doelt men op het gebrek aan bewegingsvrijheid, de economie, de algemene uitzichtloosheid. (De reacties op de beloofde x miljoen dollar uit Parijs zijn hier zoals gebruikelijk sceptisch waar gaat het geld naartoe? Eerst zien, dan geloven.) Misschien in het achterhoofd denkt men ook aan wat het op termijn voor christenen op het sociale en culturele vlak zou kunnen betekenen als men onder een Hamas-regering leeft. Maar ik zou zeggen dat maar weinig christenen de moslim-christelijke relaties als nummer n op hun zorgagenda plaatsen.

3. Wel is er een meer open bewustzijn van de religieuze identiteit, ook onder Palestijnse christenen. Velen dragen een kruisje, ook Mary, of laten het voor de voorruit van de auto bengelen, zoals taxichauffeurs. Dat is een tendens die al van een aantal jaren terug dateert, en was deels een reactie op de opkomst van Hamas. Toen Mary jong was wist men vaak niet van elkaar wie moslim en wie christen was, noch was men daarin genteresseerd. Die tijd is voorbij.

4. Irritaties zijn er ook. Misschien zijn ze de afgelopen jaren toegenomen. Je ziet dat conflicten over grond tussen families van verschillende geloofsidentiteit gemakkelijk religieuze boventonen krijgen. Wanneer christelijke meisjes met moslimse jongens trouwen en zich tot de islam bekeren, valt dat niet goed onder christenen. Maar echte moslim-christelijke relletjes zijn uiterst spaarzaam.

Het leiderschap van beide gemeenschappen is er ook op gespitst om goede inter-religieuze relaties te behouden.

Wat me overigens deze dagen opvalt is dat moslimse Palestijnen christelijke Palestijnen bij mijn weten niet aanspreken op het feit dat de laatsten vaker en langere vergunningen krijgen om tijdens de religieuze feestdagen toegang tot Jeruzalem te hebben. Natuurlijk zijn de Palestijnse christenen daar niet verantwoordelijk voor, maar onderhuids zal dat toch steken. 8 Reacties | Reageer direct

Grip
05/12

De zenuwen

Een rode draad in het dagelijkse leven hier is de onzekerheid en onvoorspelbaarheid wat er gaat gebeuren. Je weet nooit wat de dag van morgen brengt. Dat geldt voor de lange termijn als er een ding is wat de conferentie in Annapolis heeft gebracht is het wel verdere onzekerheid en zeker ook voor de korte. Op mijn werk praten we met enkele waarnemers van de Ecumenical Accompaniment Program in Palestine and Israel (EAPPI), een initiatief van de Wereldraad van Kerken om waarnemers van verschillende nationaliteiten in de West Bank te plaatsen. De groepen waarnemers worden elke drie maanden door anderen afgewisseld. Een van hun activiteiten is om vier dagen in de week s ochtends vroeg bij het hoofdcheckpoint van Betlehem te posteren om te zien hoe de soldaten zich gedragen en hoe het controlesysteem werkt. Ze vertellen ons hoe de eerste arbeiders in het bezit van een vergunning al om half drie s nachts voor de hekken liggen te slapen. Ze zijn dan een van de eersten om rondom vijf uur, wanneer het checkpoint opent, erdoorheen te kunnen gaan. Anderen die wat later komen, kunnen gemakkelijk een uur of anderhalf, of langer, wachten in een rij van soms meer dan 600 arbeiders. Je weet nooit hoelang je moet wachten en wat de reden is van dat lange wachten. Als er mensen over de traliehekken heenklimmen en proberen voor te piepen, kunnen er gevechten ontstaan. Hetzelfde gebeurt bij de bus die de arbeiders aan de andere kant van de checkpoint opwacht. Met al dat onvoorspelbare wachten staan de zenuwen op gespannen. Een kennis die ik het verhaal vertel zegt: En als je dat in het buitenland of in Isral vertelt en ze horen over de gevechten, dan zeggen ze natuurlijk: Ah, die Arabieren...

Terwijl de waarnemers aan het vertellen waren, kwam ondertussen het bericht binnen dat er in de komende twee uur een aardbeving te verwachten was van meer dan zeven op de schaal van Richter. We hoorden dat de scholen sloten. We zetten onze bijeenkomst buiten voort, want het weer was mooi. Later vertelde Mary me dat ook op de universiteit bijeenkomsten en colleges buiten werden voortgezet. Een collega van haar zei dat je een aardbeving niet kon voorspellen en dat het gerucht hoogstwaarschijnlijk zijn oorsprong in Hebron vond vanwege de politieke spanningen tussen Fatah en Hamas daar. Ondertussen kwamen er allerlei details binnen. 18.000 doden zouden er vallen. Jericho, dicht bij de Dode Zee, waar aardbevingen vanwege de gespleten aardkorst het sterktst worden gevoeld, werd door het Palestijns Gezag al op voorhand tot noodgebied verklaard, hoorden we op de radio. Later werd het ontkend. Jara vertelde dat zenuwachtige ouders hun huilende kinderen van school haalden. In Jaras klas lieten de meesten de schooltas in de klas staan, zo paniekerig ging het eraan toe. Jara huilde niet, vertelde ze trots. Later bleek dat het om een gerucht ging dat inderdaad in Hebron begon, naar Betlehem verbreidde, en daarna naar Ramallah. Het Palestijns Gezag, dat niet in staat bleek om geloofwaardige informatie op te vragen en te verspreiden, probeert nu de bron van het gerucht te achterhalen en de betreffende persoon gevangen te zetten. Ondertussen zijn er de laatste weken drie kleinere maar voelbare aardschokken geweest. Ook hier geldt: mensen voelen zich al gauw hulpeloos en de zenuwen staan op scherp.

Deze week bezocht ik een onderwijsconferentie in Ramallah. Al enige weken waren er geruchten dat er enkele honderden gevangenen zouden worden vrijgelaten door Isral. Na de gebruikelijke vertraging en de onzekerheid over de aantallen en het tijdstip bleek de vrijlating op de conferentiedag zelf te zijn. Een zwaar vermoeid ogende inleider kwam toch zijn verhaal houden om daarna gelijk te vertrekken naar zijn zoon die zeven jaar in de gevangenis had gezeten. De broer van een van de organisatoren van de conferentie kwam ook vrij. Zij legde hem te slapen en ging door met de conferentie. Een andere inleider zei af; ook hij had een zoon die vrijkwam. Het lijkt wel of bijna elke uitgebreide familie op de Westoever iemand in de gevangenis heeft zitten.

De Kerstviering is eigenlijk het enige waar we hier in Betlehem nog een beetje grip op hebben. Als het checkpoint tenminste met de Kerst open blijft. Van de Kerst staat het tijdstip in ieder geval vast. De journalisten komen er al aan. Jara is goed in Frans en wordt door de lerares uitgekozen om een Franse journalist komende zondag te woord te staan. Er komen ook andere bezoekers, waaronder Muurschilders. Het is vandaag een drukte van belang bij de Muur van het Graf van Rachel, die nu bedekt wordt met grote Kersttekeningen voorzien van een actueel politiek tintje.

Voor genteresseerden: er is een uitstekende audio-foto-show met fotos en stemmen van mensen woonachtig in het gebied van Rachels Tomb beschikbaar op de website van het AEI center. 6 Reacties | Reageer direct

Geld
20/11

Ergeren

De prijzen stijgen. De prijs van het brood is de afgelopen maanden met 25% of misschien wel meer gestegen. Een stapel platte, ronde pitta broden was 3 sjekel deze zomer en is nu 4 of 4,5 sjekel. Mary is de tel kwijt. Ook de melk en yoghurt zijn duurder. Het gas was 44, wordt nu 58 sjekel. Natuurlijk is er een ding dat niet stijgt: de lonen. En de werkgelegenheid.

De laatste tijd ook weer veel berichten van diefstallen: autos gestolen; inbraken in winkels in het bezit van duurdere en makkelijk vervoerbare spullen, zoals een mobielzaak en juwelenzaak. Ongetwijfeld heeft de verslechterende economie er mee te maken. Iedereen raadt aan om alarmsystemen te installeren. Ik hoor dat een drietal jongeren van onder de zestien een NGO zijn ingebroken en apparatuur hebben meegenomen. Ze zijn gevonden; een ervan heeft, met de spullen, de benen genomen naar Tel Aviv, waar de Palestijnse politie hem niet kan pakken. De andere twee jongens worden nu zonder vorm van proces vastgehouden totdat de jongen uit Tel Aviv terugkeert. Zijn ouders proberen hem te overreden. Ik herinner me dat iemand die een half jaar geleden de zoon van onze buurman in zijn maag stak na een ruzie ook zijn toevlucht tot Jeruzalem nam. Degenen die na de diefstal bij de NGO aangifte deden, hoorden overigens het luide geroep van ondervraagden in een belendende politiecel. Iemand moest er zijn riem afgeven, de ondervrager dreigde hem ermee te slaan.

Mary leest een berichtje in de krant: niet meer eetbare kip uit Isral is gedumpt in Betlehem. De Palestijnse handelaar is gepakt door de Palestijnse politie, de Isralische handelaar gaat vrijuit, vermoeden we. Mary en ik kijken altijd naar de vervaldata op produkten. We doen dat zo fanatiek dat Tamer het gebruik heeft overgenomen. Laatst keken we samen naar een film waarin een persoon door een slang werd gebeten. Iemand zei dat deze slang niet giftig was en dat daarom de beet zonder gevolgen was. Tamer riep uit dat hij het begreep: het vergif was over de vervaldatum heen!

De wereld draait om geld, zegt Mary. Dat valt in deze tijden moeilijk te ontkennen. Mijn Arabische lerares heeft haar broer uit Amman in huis. Deze is 74 jaar, ernstig ziek en zonder familie in Jordanie. Hier zorgt ze voor hem. Hij kreeg van Isral een visum van een maand. Mijn lerares

probeerde afgelopen week het visum met drie maanden te verlengen. Ze betaalde het bedrag van 350 sjekel (bijna 100 dollar) voor de aanvraag: de helft gaat naar de Palestijnse autoriteiten, de andere helft naar de Isralis. Isral weigerde het visum, dus moet hij nu weer weg. Laten ze dan in ieder geval die 350 sjekel teruggeven, zegt mijn lerares. Maar nee hoor, administratie is administratie. Iemand fluistert me in dat ze hem beter maar hier illegaal kan houden. Er zijn tienduizenden Palestijnse illegalen in de West Bank, meestal familieleden van hier woonachtige mensen, die geen visumverlenging kregen. Ze reizen nauwelijks buiten hun woonplaats omdat ze de Isralische checkpoints niet kunnen passeren.

Mary ergert zich aan kleine dingen. Taxis die je met een smoesje niet precies naar de plaats brengen waar je moet zijn. Of een plotselinge prijsstijging voor de toegang tot een kinderspeelplaats wanneer men ziet dat haar echtgenoot een buitenlander is.

Maar er is daar bij die speelplaats toch ook weer een jong iemand die het hart van de Palestijnse cultuur toont. Hij ziet hoe Tamer verlangend zit te kijken om nog een keer in dat mooie treintje rond te mogen gaan en biedt hem een gratis rit aan. Met een beetje nostalgie denk ik aan die kleine mooie momenten zoals toen de kapper weigerde om ook maar een sjekel in ontvangst te nemen toen Tamer zijn haar voor het eerst liet knippen, of toen de aardige taxichauffeur een gratis ritje aanbood, zomaar, of wat nog steeds wel gebeurt! - wanneer de eerste vruchten van de oogst gratis worden verdeeld onder de buren of aan de kerk of moskee of aan de armen worden gegeven. 4 Reacties | Reageer direct

Geperst
06/11

Olijfpluk

Het is olijventijd in Palestina. s Ochtends eten Mary en ik het Palestijnse ontbijt met groene verse olijven, tomaten en witte kaas. We missen alleen nog de kleur zwart om alle kleuren van de Palestijnse vlag op ons bord te hebben. Bijna alles wat we bakken is met de olijfolie die we gratis van Marys neef hebben gekregen. De olijf is het belangrijkste Palestijnse product, het nationale product. In het centrum van Betlehem is er dit weekend de jaarlijkse olijfmarkt waar instellingen hun olijfwaren tentoonspreiden, inclusief gesneden Betlehems olijfhoutwerk. Tamer krijgt van school een dag vrij om mee te helpen met de olijvenpluk, maar hij blijft achter de computer. Wel bezoekt hij met zijn klas een klassieke olijfpers, maar bewaart een diep stilzwijgen wanneer we

hem vragen wat hij ervan vindt. Jara leest half genteresseerd uit het vak Arabisch over hoe het er vroeger bij de olijfpluk aan toeging: hoe de familie en de buren erop uittrokken naar de velden, ieder een taak kreeg - de mannen in de bomen, de vrouwen eronder met grote kleden om de gegooide olijven op te vangen en te verzamelen - hoe er vrolijk werd gezongen, de buren de helft kregen van wat ze geplukt hadden etc.

Nog steeds trekken veel mensen naar de boomgaarden, maar ik denk dat het plukken over het algemeen geen echte familie- of gemeenschapsgebeurtenis meer is. In ieder geval geen vrolijke, bindende gebeurtenis. Het is meer gewoon werk. Buitenlandse bezoekers helpen uit solidariteit lokale boeren met de pluk. Sommigen, lees ik, lopen klappen op van kolonisten die de grond willen overnemen.

De familie van Mary bezit grote stukken land met veel olijfbomen maar die zijn vrijwel allemaal gelegen aan de verkeerde kant van de Muur. Marys oom vroeg ook dit jaar om een plukvergunning (hij kan zijn eigen land niet bereiken), maar hoorde zoals gewoonlijk niets, zodat zijn olijven nu verdorren. Als ik met hem praat merk ik dat hij de hoop op enige positieve verandering heeft opgegeven. De Isralis doen toch wat ze willen, is hier een gevleugelde uitdrukking.

Zowel Mary en ik zijn op het moment in ons werk met hetzelfde probleem bezig. Hoe oude culturele tradities, zoals de gebruiken rond de olijfboom, nieuw leven in te blazen? Hoe jongeren te interesseren? Mary werkt op de afdeling Ons Erfgoed (Turathuna) van de Universiteit van Bethlehem en ikzelf werk onder meer aan een project hoe de Palestijnse identiteit vorm te geven in het Palestijns onderwijs. De olijfboom is een treffend nationaal symbool van het Palestijnse volk. Goed cultureel materiaal. Mitri Raheb, een Lutherse dominee in Betlehem: Cultuur is het middel dat ons sterkt om een gezicht te geven aan ons volk, melodien voor ons verhaal te schrijven en een identiteit te ontwikkelen die diep geworteld is in de Palestijnse aarde net zoals de olijfboom, maar waarvan de takken uitstrekken naar de open lucht.

Er is ook die andere symbolische betekenis van de olijf: geperst te worden als een olijf. De olijfpers staat voor beproeving, voortdurend gedrukt en uitgeperst worden. Getsemane betekent olijfpers. Een theologe sprak laatst over de Donkere Nacht van het Palestijnse volk. Collega Suzy zegt dat het Heilig Land een land is waar je steeds getest wordt.

Mary zegt dat wat we nodig hebben spelletjes zijn. Spelletjes? Ik zucht en denk aan televisiequizzen en reality TV shows. Is dat het antwoord: de ene vorm van globalisering bestrijden

met een andere, meer gezellige vorm? Maar ze bedoelt iets anders: historisch theater voor en met jongeren, het organiseren van reisjes om op zoek te gaan naar een culturele schat, Palestijnse folklorespelletjes, traditionele dingen doen die mensen bij elkaar brengen, bijvoorbeeld samen oude albums en fotos bekijken, of een verhalenhoek op de universiteit.

Tsja, misschien moeten we inderdaad maar af van te zware nationale symboliek. De Palestijnse traditie wat lichter verteerbaar maken... Als de bezetting ons dat gunt, tenminste. 7 Reacties | Reageer direct

Graffiti
23/10

IK WIL MIJN BAL TERUG!

Gisteren maakte ik met blocnote in de hand een ommetje langs de Muur bij het Graf van Rachel om sommige van de daar aangebrachte graffiti op te schrijven.

Zie hier de oogst:

Make love not walls

Eye for eye makes the world blind M. Gandhi

We should build bridges, not walls I. Newton

Blessed are those who mourn (treuren, rouwen) for they will be comforted Matt 5

We are all Palestinians

Injustice anywhere is a threat to justice everywhere

Un monde, un peuple

I dont need no walls around me! - Pink Floyd

Herz ist eine revolutionare Zelle (Het hart is een revolutionaire cel)

At the end all walls will fall anyway

This wall shames us all

Become your dream Is this your dream?

Were not going anywhere!

It has to start somewhere It has to start sometime What better place than here What better time than now Zach de la Rocha

Mr World Thank U 4 Helping Israel 2 Build this Wall

This is not a fence (hek)

This Wall is not cool

Israeli Wall Palestinian land

Babylon has 2 fall

Bulldozer 0,5 million The Wall 2 billion US aid to Israel 3 billion a y (per j.) Freedom priceless

Black Light Rapin My Life (zwart licht dat mijn leven verkracht)

This is the logic of power not the power of logic

Mr Joshua, let these walls come down

Woe to you - and ease in Zion (wee u en rust in Zion)

Die Berliner Mauer werde notfalls noch 100 Jahre stehen! E. Honecker Jan. 89 (De Berlijnse Muur zal als het nodig is nog 100 jaar blijven staan! P.S. Erich Honecker was het laatste Oostduitse staatshoofd voor de Berlijnse Muur in 1989 viel).

Liefde

Ghetto Street

Walls are temporary, just ask

Maybe a week maybe longer Theyve got the guns, but weve got the numbers

Another world is not possible shes on the way. Many of us will be here to greet her, but on a quiet day, you listen very carefully, you can almost hear her breathing Arundhati Roy Lets make a hole in this Wall

First they ignore you. Then they ridicule you. Then they fight you. Then you win. M. Gandhi

From the ashes of our hopelessness spring the flames of our hope

RIP freedom, dignity, love!

What do you think youll solve with violence. It will only spread like a disease until it all comes round again.

Israel: Thou Shall Not Steal

Your anger is a gift

Hope is an act of resistance

Injustice must have an end as day must follow night we will see the death of tyranny and the dawn of light and miracles N.M.

If you want a wall build it around Tel Aviv

Israel have you become the evil you deplored?

American money Israeli Wall Palestinian cement

We want to smile

Palestinians are not dust in the wind

I want my ball back!

Its your mind that creates this world Buddha

Hope is freedom

Leven in Palestina

I will always have my dream Do you have a dream?

ADO Den Haag supports Palestine 4 Reacties | Reageer direct

Beschuldiging
11/10

Het Palestijnse leerplan en Isral

Jara heeft een favoriete miss op school, miss Nadia, een ver familielid van Mary, die de vakken civics (zeg maar maatschappijleer) en geschiedenis en aardrijkskunde geeft. Miss Nadia kan goed zingen en ze gebruikt dat als methode bij het lesgeven. Zingen werkt immers goed als geheugensteuntje bij het leren van jaartallen. Zo leert Jara zingend de belangrijkste gebeurtenissen uit de recente Palestijns geschiedenis: de Nakbeh (ramp) van 1948, toen meer dan 700.000 Palestijnen moesten vluchten uit hun geboorteland; de bezetting van 1967, het begin van de eerste Intifada in 1987, het begin van de tweede in 2000. Niet om vrolijk bij te zijn, maar ja, als iets moet worden onthouden, heb je daar als docent wel wat voor over.

In Nederland kennen we het Palestijnse onderwijs vooral vanwege de beschuldiging dat dit het antisemitisme zou voeden. Met een zekere regelmaat worden kamervragen gesteld. De bron van deze kritiek is eigenlijk maar een organisatie: het Isralische Center for Monitoring the Impact on Peace (CMIP).

Deze organisatie brengt sinds het eind van de jaren negentig rapporten uit waarin voorbeelden worden genoemd van vermeende intolerantie en antisemitisme in de Palestijnse tekstboeken. Naar aanleiding van die beschuldigingen heeft de EU in 2002 een vernietigende reactie laten horen die erop neer kwam dat het Centrum onbetrouwbaar was in zijn methoden en technieken van tekstanalyse. Citaten waren onvindbaar, uit hun context gelicht, of alleen traceerbaar naar Egyptische en Jordaanse leerboeken die de Palestijnse leerlingen kregen voordat het Palestijnse leerplan werd ingevoerd. Een studie van een Belgisch technisch bureau, gelieerd aan de Belgische regering, vond in 2004 dat er geen oproep tot haat te vinden was in de Palestijnse leerboeken maar dat het eerder de realiteit van bezetting was die haat voedde. Een Isralisch-Palestijnse Vredesorganisatie, het Israel Palestine Center for Research and Information (IPCRI) deed in opdracht van het Amerikaans Congres een studie naar een dertigtal civics boeken uit het Palestijnse leerplan waaruit eenzelfde conclusie naar voren kwam. Er is (...) geen aanwijzing van haat tegen het Westerse joods-christelijke gedachtegoed of de waarden die daarmee worden

geassocieerd en: De tekstboeken moedigen (...) openheid aan, rationeel denken, modernisering, kritische reflectie en dialoog. Een onderzoekster van de Hebreeuwse Universiteit zei eens dat het haar zo opviel hoe gematigd de woede in het leerplan jegens Isral was gegeven de moeilijke positie en het lijden van de Palestijnen.

Als ouder volg ikzelf op enige afstand wat Jara zoal aan het leren is. Ik moet zeggen dat me vooral opvalt hoe weinig er op school en in het Palestijnse leerplan wordt gesproken over Isral en over het Isralisch-Palestijnse conflict. Het komt aan de orde in civics en social studies, en nogal zijdelings in het vak Arabisch, maar eigenlijk als een van de vele onderwerpen. Dat is toch een beetje vreemd in de situatie waarin we hier leven, waarin dagelijks om je heen door het Isralisch leger mensen worden opgepakt, grond wordt onteigend voor het bouwen van de Muur, het Isralisch-Palestijnse conflict continue op het lokale en internationale nieuws is en ga zo maar door. Met vele Palestijnse ouders zou ik eigenlijk graag willen dat mijn kinderen later een goed en coherent verhaal over Palestina en Isral kunnen neerzetten, open, kritisch en waardegericht. Ze krijgen later immers genoeg met stereotypen over Palestijnen te maken. Maar kennelijk wil het Ministerie het leerplan zoveel mogelijk buiten internationale controverses houden. Men is immers afhankelijk van buitenlandse subsidies. Mijn conclusie: Met al haar onbetrouwbare analyses zijn het CMIP en haar bondgenoten (in vooral het Amerikaanse Congres) er toch in geslaagd om op dit punt het Palestijnse Gezag te benvloeden respectievelijk te intimideren.

Voor meer informatie over het Palestijnse leerplan en de discussie hierover, zie de website van het Palestijnse Centrum voor Leerplanontwikkeling: www.pcdc.edu.ps/ 3 Reacties | Reageer direct

Geketend
25/09

Palestijnse afhankelijkheid

Isral verklaarde afgelopen week de Gazastrook tot vijandig gebied. Volgens de berichten betekent dat dat de bevolking in Gaza onder meer elektriciteit en brandstof wordt onthouden wanneer de raketbeschietingen niet stoppen. Gaza zit vast aan Isral. Met mogelijk desastreuze consequenties. En dat geldt eigenlijk ook voor de Westoever. Ik merk wel eens dat die afhankelijkheid een verrassing voor bezoekers is. Wanneer je de Palestijnse president Abbas handen ziet schudden met Olmert of Bush, denk je onwillekeurig dat het om ontmoetingen tussen

staatshoofden gaat. Ook de term Palestijns-Isralisch conflict suggereert dat het om twee min of meer gelijkwaardige partijen gaat. En wanneer je over de Muur hoort, denk je dat links van die Muur er de ene samenleving is en rechts van die Muur de andere radicaal gescheiden van elkaar. Zoals met de Berlijnse Muur indertijd.

De Palestijnse afhankelijkheid van Isral is echter (bijna) totaal. Hier zijn een paar voorbeelden lang niet uitputtend.

Mary heeft een Palestijns paspoort en een identiteitsbewijs (ID). Bij Isralische checkpoints en grensovergangen is alleen haar ID van belang. Deze ID wordt door het Palestijnse Gezag aangeleverd maar gebruikt voor Isralische controledoeleinden. Aan het Palestijnse paspoort heeft ze bij reizen in Palestina zelf maar weinig, omdat je deze bij checkpoints niet kan tonen.

Wanneer ikzelf een verblijfsvergunning aanvraag, moet dat bij het Palestijnse Ministerie van Binnenlandse Zaken. Die stuurt het door naar het Isralische leger en Ministerie van Binnenlandse Zaken. Uiteindelijk haal ik bij het Palestijnse Ministerie een Isralisch visumstempel.

Onze Arabisch opgestelde elektriciteitsrekening komt van een Arabische elektriciteitsmaatschappij in Oost-Jeruzalem, met departementen in allerlei Westoever-steden. De rekening ziet er op het eerste gezicht heel Palestijns uit. Maar het feit dat de elektriciteit uit Oost-Jeruzalem komt (geannexeerd door Isral) maakt dat Isral de elektriciteit naar de Westoever kan afsluiten wanneer het dat wil. Benzine en gas komen ook rechtstreeks uit Isral, al gaat de verspreiding op de Westoever via Arabische toeleveringsbedrijven.

Water is een apart verhaal. Het water dat nota bene onder de Westoever gelegen is komt bij de Palestijnse bevolking terug via een Isralische toeleverancier die het met winst verkoopt aan lokale Arabische leveranciers. Ook is er voor de West Bank (en Gaza) een limiet zodat per hoofd van de Palestijnse bevolking er veel minder water beschikbaar is dan bv. voor kolonisten in nederzettingen. De Palestijnen betalen per liter water bovendien meer aan het Isralische toeleveringsbedrijf dan Isralis zelf betalen.

Betalen? Vergeet het geld niet. De Isralische sjekel is het reguliere betaalmiddel op de Westoever. Nogal wat salarissen en huren worden becijferd en uitbetaald in Jordaanse dinars en Amerikaanse dollars. Maar in de winkels betaal je met de sjekel.

Wat die producten betreft, Mary en ik filosoferen wel eens hoe goed we zouden kunnen overleven wanneer we alleen Palestijnse of Arabische producten in de winkels zouden kopen. Dat kan misschien wanneer het om het basispakket gaat. Maar bij de groentewinkel en kruidenier zijn er heel wat Isralische producten of internationale producten die via Isralische toeleveranciers worden gemporteerd. Meer dan de helft. Dat zijn producten die wat extras bieden en die de kruidenier nodig heeft om goed rond te kunnen komen.

Ook het telefoonsysteem is Isralisch. We betalen de telefoonrekening bij een Palestijns overheidsbedrijf, maar als Isral het wil, kan zij het telefoonverkeer naar de West Bank afsluiten (of afluisteren!). De Palestijnse telefoonnummers in Betlehem, Hebron en Ramallah beginnen allen met 02 hetzelfde netnummer als voor Jeruzalem. Alleen het mobiele telefoonverkeer is een ander verhaal, ook al hebben ook in die branche Isralische bedrijven een flink deel van de markt.

Gisteren hoorde ik dat de Palestijnse gouverneur van het district Betlehem, dus een hoge functionaris van het Palestijns Gezag, in een Isralisch ziekenhuis wordt behandeld. Isralische ziekenhuizen zijn veel en veel beter geoutilleerd en gespecialiseerd dan Palestijnse ziekenhuizen, zeker die welke in de West Bank gelegen zijn. Soms heb je geen andere keus dan naar een Isralisch ziekenhuis te gaan, al is het veel duurder.

Mijn conclusie: zonder iets aan die afhankelijkheid te doen is praten over een onafhankelijke of levensvatbare staat Palestina zinloos. 5 Reacties | Reageer direct

Uniform
12/09

Het nieuwe schooljaar

Na een lange zomervakantie zijn we met ons vieren weer in een strak ritme beland. Jara en Tamer gaan vroeg naar school in hun kleurrijke uniformpjes. Tamer, nu in zeg maar groep 2, zet ik dagelijks op de schoolbus. Hij vindt de school maar zozo, want er is geen computer in het

klaslokaal. Mary brengt Jara naar haar school die vlakbij de universiteit is gelegen waar Mary werkt. Op weg naar school kromt Jara haar rug onder de schooltas met alle boeken en schriften, maar ze wil niet dat Mary hem draagt. Gisteren moest ze voor de Arabische les een werkstukje maken over de betekenis van waarheid in de Koran. Ze zit in groep 7.

Een paar kinderen in Noord-Gaza, van een bedoeienengemeenschap, waren zich net als onze kinderen op het schooljaar aan het voorbereiden. Ik lees dat de dag voordat een van hen, een meisje van negen jaar, stierf als gevolg van Isralisch tankvuur, de moeder een nieuw blauw uniform voor haar had gekocht. De twee jongens van tien en elf jaar die door hetzelfde vuur omkwamen, waren bevriend. De ene jongen vroeg zijn ouders precies dezelfde schooltas te kopen als zijn vriendje. (Ik herken dat zo, dat imiteren. Jara wil nu ineens twee vlechtjes dragen omdat haar vriendin dat ook doet). De kinderen in Gaza waren op zoek naar de geiten waarop ze pasten en kwamen in de buurt van verlaten mobiele raketlanceerinstallaties. Het Isralische leger schoot gericht zonder waarschuwing naar de militanten, terwijl de militaire visie-apparatuur toch goed zicht op de kinderen moet hebben geboden. Volgens de familie van het meisje was er de laatste negen maanden vanaf dat gebied geen raket afgevuurd.

Een ander schoolbericht. Het nieuwe schooljaar in Gaza begon bijna zonder tekstboeken omdat het papier voor het drukken van de boeken niet door de veiligheidscheck bij de Isralische grens heen kon. Een organisatie voor Isralisch-Palestijnse samenwerkingscontacten (Israel Palestine Center for Research and Information, IPCRI) lanceerde een snelle en effektieve aktie die vooral was gericht op de Isralische Arbeiderspartij, deel van de regeringscoalitie. Doel: het papier als een humanitair goed gekwalificeerd te krijgen en het zo door de grens heen te laten komen. De VNorganisatie die verantwoordelijk is voor het meeste onderwijs in Gaza, lukte het niet om de autoriteiten te overreden. Er was een heuse lobby van binnen en buiten Isral voor nodig, met betrokkenheid van diplomaten. Stel je voor. Het ene moment komt de electriciteit Gaza niet binnen, het andere moment de olie niet, en dan is het papier voor de tekstboeken weer aan de beurt. Een samenleving is zo gegijzeld. En dat alles om druk uit te oefenen op Hamas.

Hier in Betlehem is de onderwijssituatie niet dusdanig kritiek. Ouders klagen over herkenbare zaken zoals dat het leerplan te zwaar is, dat er te veel testen zijn. En ja, het is voor kinderen inderdaad niet gemakkelijk. Het Palestijnse leerplan probeert zowel Palestijns, Arabisch als internationaal te zijn. Vanwege de internationale orintatie wordt al vanaf de derde groep basisschool Engels gegeven plus civics (zeg maar hoe mensen met elkaar om moeten gaan) en in latere jaren ook technologie. De Arabische taal is een bijzonder pittig vak omdat het standaard Arabisch anders is dan het gesproken Arabisch. En dan zijn er de andere gebruikelijke vakken. Het aantal wekelijkse lesuren van 50 minuten gaat in de richting van 35. Je moet dan ook nog daarbij het nodige huiswerk toevoegen. Dat wordt al vanaf de derde groep verlangd. In de praktijk gaat het om zeg maar een of twee uren extra leren per dag.

Je denkt als ouder: hebben we hier dat mooie weer, en dan nog kunnen de kinderen niet normaal buiten spelen! 2 Reacties | Reageer direct

Aanraking
28/08

Wat is de Palestijnse identiteit?

Ik lees over een komende conferentie over de toekomst van de Palestijnse identiteit. Een titel om bij stil te staan. De toelichting zegt dat all is not well with the Palestinian identity. Dat is een gevoel dat, denk ik, breed onder Palestijnen leeft. De nationale Palestijnse identiteit staat onder druk. Dat heeft met veel te maken: natuurlijk de strijd tussen Fatah en Hamas, maar ook de fragmentatie van de Palestijnse gemeenschap door de reismoeilijkheden binnen en buiten Palestina. En er is de invloed van de akkoorden van Oslo en de oprichting van het Palestijns Gezag als gevolg waarvan sinds de jaren negentig de meeste aandacht is uitgegaan naar de Palestijnen op de Westoever en in de Gazastrook, terwijl de Palestijnen in de diaspora goeddeels werden vergeten. Er is de voortschrijdende kolonisatie op de Westoever waardoor de Palestijnse samenleving en identiteit voetje bij voetje verder in het nauw wordt gedreven. En niet te vergeten: de globalisering. De nieuwe media en satellieten nemen geleidelijk de plaats in van familiebezoek en gemeenschapsleven. Laatst vertelde een bekende mij hoe de Palestijnse streekdialekten in de loop van tientallen jaren zijn veranderd, hoe ook de taalverschillen tussen Palestijnen groter zijn geworden.

Natuurlijk, er is een gedeelde politieke geschiedenis, er is de gedeelde afkomst en de verbondenheid met het land Palestina, maar... wat is en waar ligt Palestina? Ik herinner me een interview met de antropoloog Sharif Kanaana in hoeverre het Palestijnse culturele erfgoed Palestijnen nog met elkaar bindt. Hij betwijfelde dat. Wat bindt mij met Aboe Mazen? Waarschijnlijk meer onze gemeenschappelijke kennis van allerlei westerse soap operas dan de traditionele Palestijnse folklore verhalen die men nu nog maar nauwelijks kent, zei hij gekscherend.

Soms zegt men dat Palestijnen onderling een soort code hebben om te communiceren. Die is zeker gekleurd door religie en allerlei andere aspecten van de identiteit, maar heeft ook een onmiskenbaar Palestijns accent. Eerste standaardvraag bij een toevallige ontmoeting is bijna altijd: Waar kom je vandaan (of je voorouders)? Daarna wordt er een reeks van andere boodschappen uitgewisseld waardoor men in een mum van tijd een half woord is genoeg weet over hoe je iemand sociaal en politiek moet inschatten (seculier - islamitisch - nationalistisch - meer links).

Zelf denk ik dat gedeelde ervaringen ook de Palestijnse identiteit in stand houden. Er is een ongelooflijke diversiteit van altijd pijnlijke (soms tragikomische) checkpoint,- paspoort,- en grensverhalen. Mary hoorde van een vrouw op de universiteit van Bethlehem, in het bezit van een Amerikaanse paspoort, dat ze koste wat het kost vermijdt teveel te beepen bij de Bethlehem checkpoint. Als dat gebeurt heb je kans naar een bijzondere kamer op de checkpoint te worden geleid waarin alle kleren moeten worden uitgedaan. (Men zou er ook met een soort detectie-poeder worden bestrooid). Ze had gezien en gehoord hoe vrouwen huilend uit die kamer kwamen. Ze zei dat ze altijd wanneer ze iets in de winkel kocht, nakijkt of schoenen en andere kledingstukken of accessoires beepend metaal bevatten. Het delen van dat soort ervaringen is toch wel typisch Palestijns. Of je nu bij een bruiloft, feest of begrafenis komt, je hoort steevast grens-verhalen.

Een ander voorbeeld van een Palestijnse ervaring is de ontmoeting tussen Palestijnen van binnen en van buiten. Wanneer Palestijnse jongeren uit Betlehem voor een project of activiteit naar het buitenland gaan, zien ze vaak Palestijnen van buiten, bv. die in de vluchtelingenkampen leven. Het is dan net alsof de Palestijnen van binnen bevoorrecht zijn. Ook al leven ze onder bezetting, ze leven in hun eigen land. Jongeren hier zijn verbijsterd te zien hoe ze worden omhelst, zelfs aangeraakt, door vluchtingen in Syri of Libanon. Op de website www.palestine-family.net plaatsen Palestijnen die nu in het westen leven hele series oude klassefotos uit Palestina. Ook dat is een soort aanraking. Ik zie het ook bij de intense afscheidsrituelen wanneer Marys familieleden uit het buitenland op bezoek komen. Het gaat om verscheurdheid en onvervuld verlangen, tijdelijke hereniging en zelfs een behoefte te laten zien dat je bestaat. 1 Reacties | Reageer direct

Feesten
14/08

Bruiloften en eindexamens

Het is feestseizoen in Palestina. Feestseizoen? Toch wel, de zomer wordt meestal uitgekozen voor bruiloften en andere momenten dat er wat te vieren valt. De afgelopen weken passeerde bijna elke dag wel een optocht van autos, een versierde auto met het bruidspaar voorop. Soms wordt het getoeter aangescherpt door geweervuur. Het schieten tijdens feesten is inmiddels, zo hoor ik, door de regering in Gaza verboden, maar op de Westoever is dat nog niet het geval.

Bruiloften zijn duur voor bruidegom en familie, vooral omdat je hier Arabische gastvrijheid! aan alle familie en bekenden een uitgebreide maaltijd behoort aan te bieden. Het is toenemend gebruik dat bezoekers geld geven als cadeau om de kosten te helpen drukken. We zijn te gast bij de bruiloft van een neef van Mary. Ik schat het aantal genodigden op ruim 300. Ademloos kijken we naar een ober die in de zeer ruime zaal werkelijk door de tafeltjes heenstuift, daarbij 8 gevulde borden op zijn arm meedragend, echt waar, en erin slaagt niets om te stoten en ook nog zijn waardigheid als ober te behouden. Zoals meestal bij feesten is er een dansvloer met bewegende gasten, terwijl de overigen vanaf hun tafeltjes eigenlijk niet veel anders kunnen doen dan toekijken want de luide muziek maakt onderling contact onmogelijk. De muziek varieert van Viva Espana tot aan Arabische popmuziek. Het aardige bij het dansen is dat iedereen meedoet, van kleuter tot oma. De bruidegom en bruid worden gezamenlijk de lucht in geworpen. De ulele klinkt. Een vrouw met ervaring heft aan (ze heeft het ook voor Arafat gedaan, fluistert Mary): Ie-hieh... en dan heel snel gesproken: bruidegom die de bruid op Bab al-Zqaaq ontmoette, ik hoop dat jullie een goed huwelijk hebben, of iets dergelijks, en daarna gaan de tongen van de vrouwen op en neer in een hoog getril.

In de zomer zijn er ook nogal wat familieleden die uit het buitenland overkomen en dan aan de feesten meedoen. De feesten zijn eigenlijk het moment waarop de mensen met elkaar verbonden zijn, iedereen goed gekleed, vrolijk. De vernedering en wanhoop worden als het ware afgelegd, voor het moment. Je bestaat weer even. Totdat we de volgende dag op TV zien hoe in Gaza een feest waaraan kennelijk vooral Fatah-mensen meededen, door Hamas-politie wordt opgebroken om een aantal deelnemers te arresteren.

Een andere bron van feesten zijn de geslaagde eindexamenkandidaten. Voor het eerst is dit jaar het eindexamen conform het Palestijnse leerplan ontworpen. Omdat de herexamenkandidaten van het vorig jaar het examen nog naar oud model (op de Westoever volgens het Jordaanse leerplan) aflegden en er dus twee verschillende eindexamenversies moesten worden nagekeken, komen de uitslagen later dan normaal. De hoogte van de cijfers bepaalt naar welke vervolgonderwijsinstelling je kan gaan. Het examen is een zenuwentoestand van jewelste. Gezinnen sluiten zich geheel en al van de wereld af in de weken voorafgaand en tijdens het examen. De feesten zijn een ontlading van spanning.

In het weekend hebben we zelfs twee parties en twee kerkelijke bruiloften. Een van de parties is naar aanleiding van een salsa-cursus waaraan Jara heeft deelgenomen. (Ook zomerkampen en cursussen e.d. sluiten af met een feestje voor de families). Alle kandidaten hebben de laatste dagen hard gewerkt om bij de party hun vloeiende bewegingen aan de families te kunnen tonen. Het gaat goed. Jaras danspartner gooit Jara soepel de lucht in en laat haar onder zijn benen doorglijden. Ik dans met Tamer, deels met hem op de schouder en deels op de grond. Hij geeft zowel pirouettes als Spiderman-achtige stootbewegingen ten beste, alles onder het oog van de Colombiaanse ambassadeur en consul die een nationale belangstelling voor de salsa aan de dag leggen. De laatste party laten we maar schieten. We feliciteren het bruidspaar in de Grieks-orthodoxe vleugel van de Geboortekerk. Het beeld dat beklijft is de stralend witte bruid die langs de eeuwenoude pilaren glijdt in de sombere donkerte van dat deel van de kerk. Mary fantaseert hoe Jara er op haar bruiloft uit zal zien. 1 Reacties | Reageer direct

Herinneringen
31/07

Het nationale verhaal

Dit weekend: Een groepje Palestijnen en een Israli komen bij elkaar voor de voorbereiding van een oral history project. Ik mag input geven over verhaaltheorie. Plek van samenkomst: Talitha Kumi in Beit Jala, een school die toegankelijk is voor zowel Palestijnen van de Westoever als voor Isralis. Totdat straks de Muur daar gebouwd is. Jara heeft er zomerkamp. Voor het eerst is ze een tijdje weg van haar ouders. Mary, die haar wegbrengt, snuift diep de geur van pijnbomen rondom de school op. Ahhhh... Het is een van de weinige resterende stukjes bos in het Betlehem-gebied.

De Isralische deelneemster, een jonge studente uit Tel Aviv, is van Zochrot (herinneren), een organisatie die probeert om de Palestijnse geschiedenis van vluchtelingenschap en verdrijving binnen de Isralische samenleving aan de orde te stellen. Ze vat het klassieke Isralische verhaal samen met de lichte zelfspot van iemand die het allemaal al te vaak heeft moeten horen. Ze doet het aan de hand van een gellustreerd verhaalboek dat ze eens als kind had gekregen en dat ze opduikelde uit een oude schoenendoos. Een mannetje een beetje zoals Nijntje (van Dick Bruna) getekend, vertelt hoe joden vervolgd werden en nergens als normaal burger konden leven, hoe ze zich herinnerden dat er een land was waar ze eeuwenlang mee verbonden waren, hoe ze dat land opbouwden en zagen dat er ook iemand anders woonde. (Voor Isral eigenlijk een progressief boek, in de meeste Isralische verhalen hoor je niet dat er hier Arabieren leefden). De zionisten en Isralis staken de hand uit naar die ander, maar deze werd geweigerd. Tot op de dag van vandaag.

Aldus het boek. De Isralische vindt niet alleen dat er in het verhaal geen plaats is voor het Palestijnse verhaal, maar dat het tijd is dat dit Isralische verhaal zelf eens wordt gedeconstrueerd. Laten we eens een second look ernaar hebben, zegt ze. Bijvoorbeeld kijken naar joodse geschiedenissen in Palestina vanuit een niet-zionistisch perspectief. Ze noemt een uitgeverij in Jaffa die al vroeg in de Britse tijd een boek uitgaf dat een heel ander verhaal vertelde. Daar wil ze zich met andere jonge Isralis op storten. Je geschiedenis opnieuw ontdekken, ook al is dit pijnlijk.

Bij de Palestijnse deelnemers aan de workshop ligt het anders. Zij zijn het er over eens dat ze op het moment niet echt een gezamenlijk Palestijns verhaal hebben. Hoogstens dat van slachtofferschap, zegt een ontwikkelingswerker uit Jeruzalem. Maar dat is niet genoeg. Verschillende sectoren van het Palestijnse volk hebben onder heel andere omstandigheden en onder verschillende politieke systemen geleefd, gescheiden van elkaar. Oslo leek Palestijnen een staat in het vooruitzicht te bieden, maar vergrootte uiteindelijk die onderlinge afstand. Je kreeg een rangorde onder de Palestijnen. Wie was er meer Palestijn?

Een andere deelnemer: We waren bezig met het conflict, en met overleven. Er was geen tijd voor een verhaal. We praatten erover dat de Palestijnen tot voor kort geen eigen onderwijsstelsel hadden, en dat het Palestijnse leerplan zich beperkt tot de Westoever en de Gazastrook. Zelfs daar zie je de gevolgen van het gebrek aan zeggenschap over een eigen verhaal. Veel geschiedenis- of civics docenten klagen dat het Palestijnse leerplan alles in de eigen geschiedenis dat voor Isral controversieel ligt, niet of nauwelijks behandelt. Het gevolg is dat je brokjes van verhalen leert, en geen duidelijke verhaallijn.

Onder Palestijnen in Isral ligt het nog moeilijker. Hier wordt het besef van een eigen verhaal onderdrukt. Tot op de dag van vandaag maken Palestijnse jongeren in Isral een onderscheid tussen hun eigen persoonlijke verhaal (hun ambities in studie, werk) en het nationale verhaal. Je identificeren met het nationale verhaal betekent vaak dat je je persoonlijke verhaal opgeeft. De Isralische veiligheidsdienst (Shin Beit) hield en houdt het nationalisme onder jongeren in de gaten. Wanneer je je niet bemoeit met het nationale verhaal ben je een good Arab. Pas recentelijk is er meer ruimte voor dit nationale verhaal gekomen, onder invloed van Arabische politieke partijen en intellectuelen.

Is het mogelijk om de 1000 Palestijnse feiten en verhalen te verzamelen die tezamen het Palestijnse verhaal vormen? Ja, zegt men, zonder aarzeling. Maar geen algemene verhalen zonder context. Liefst concrete verhalen met een universele boodschap van hoop en van creatief, standvastig en zorgzaam verzet. Bijvoorbeeld van vrouwen. Natuurlijk de Nakba (de ramp van 1948), maar ook de Palestijnse samenleving vroeger. Het sociale verhaal is net zo belangrijk als het nationale. We

moeten kennis hebben van het culturele leven in Jaffa voor 1948, of van het bezoek van de beroemde Egyptische zangeres Oem Khaltoem aan Haifa, en van het boerenleven op het platteland. Alleen dan kun je het nationale verlies echt begrijpen. 2 Reacties | Reageer direct

Brood
17/07

Brood in Betlehem

Maha Saca heeft een 1001-nacht-achtige winkel in Betlehem met een grote variteit aan Palestijnse borduursels en andere heritage objecten. Ze is een van de meest standvastige voorvechtsters van de Palestijnse cultuur en vanwege het vijftienjarig bestaan van haar centrum heeft ze een openlucht feest georganiseerd met folklore optredens, gedichten en speeches. Een zoete, verse geur stijgt op uit de hoek van het driehoekig pleintje waar alles plaatsvindt. Twee vrouwen in traditionele klederdracht bakken plat brood op een oven en delen dat uit. Het plein is vol met buitenlanders, waaronder een grote groep jongeren uit Gouda en omgeving, en Palestijnen. Voor Palestijnen zijn dit soort culturele bijeenkomsten, denk ik, een manier om de nationale gezamenlijkheid te beleven die door de kloof tussen Hamas en Fatah zo onder druk is komen te staan. Naar het tafereel kijkend, zie ik voor me hoe honderd jaar geleden het graan van Beersheba naar Betlehem op kamelenruggen werd vervoerd. Families sloegen het meel een jaar lang op naast hun huis. De vrouwen bakten brood in de traditionele, veelal met andere families gedeelde oven die buitenshuis stond, de taboen, een klein van klei gemaakt bouwsel van een meter diagonaal lang en 60 cm hoog. Net als bij de waterbron ontmoetten de vrouwen elkaar bij de taboen, daar wisselden ze de laatste nieuwtjes uit.

Vers brood geeft een accent aan de ochtend. Op onze vrije dagen, de vrijdag en de zondag, komt de man met de kaek langs, een langgerekt brood met sesamzaadjes erop. Dat moet je eten met verse falafel en eieren die met het brood zijn meegebakken. Onze kaek-man is bijgenaamd de kraai, vanwege de schorre schreeuw waarmee hij kaek, kaek over de straat roept om de aandacht te trekken. Hij heeft de neiging mij als buitenlander te bedonderen door snel extra falafels en eitjes in de plastic zak te laten glippen en die dan in rekening te brengen. Of door voor te wenden dat hij geen wisselgeld heeft; en in plaats daarvan wat extra falafels te geven. Mary kijkt me boos aan wanneer ik me weer eens goedmoedig heb laten verschalken.

De Nederlandse groep klapt en danst in een apart hoekje van het plein. Het festival beurt op, de mensen zijn weer even vrolijk, net als tijdens de vele bruiloften en andere familiefestiviteiten in de zomer (zoals een familiefeest in Aida ter gelegenheid van de terugkeer van een gevangene). Maar in het algemeen zijn de mensen moe, echt moe. Moe van de reisproblemen, de Muur, de arrestaties door het Isralische leger (elke week wel een paar invallen s nachts in Betlehem), het geweld, de nieuwe regeringen, Hamas en Fatah. Waar haal je nog energie vandaan?

Rana, een therapeute in Jeruzalem, vertelt me dat de mensen zo omgaan met hun energie, dat ze altijd nog net een beetje overhouden voor morgen. Een kennis van me uit Engeland schrijft me dat mensen in wanhopige situaties hun energie halen uit het dagelijkse levensritme van het geven van voedsel van mensen, het delen van maaltijden, het wateren van bomen, het zorgdragen voor de dieren, het lachen, het vertellen van verhalen en het organiseren van festivals. Ze heeft dat zelf waargenomen in India. Ook het bakken van brood, zegt ze, belichaamt hoop en energie. Niet voor niets betekent Betlehem: het huis van brood.

Mahmoud Darwish, de nationale Palestijnse dichter, treedt voor het eerst sinds tientallen jaren in Isral op, in Haifa. Hij geeft Fatah en Hamas ervan langs. We zijn een volk, met twee landen en twee gevangenissen. Ook voor hem komt hoop voort uit de eenvoudige dingen die hij in zijn gedichten bezingt. In een interview met Haaretz dit afgelopen weekend zegt hij: Zelfs wanneer er geen hoop is, zijn we verplicht om hoop uit te vinden en te scheppen. Zonder hoop zijn we verloren. De hoop moet uit eenvoudige dingen voortkomen. Uit de pracht van de natuur, uit de schoonheid van het leven, uit de breekbaarheid ervan. 4 Reacties | Reageer direct

Normaal
03/07

Geen weg in Isral rijdt zo plezierig, Sir.

Het is zomer en ondanks de politieke ellende zullen we, hebben we afgesproken, in ieder geval een keer naar het strand gaan. Mary heeft na de eerdere vernederende toestand met Jara aan het checkpoint, toen deze zich publiekelijk moest uitkleden, haar voornemen om geen vergunning bij de parochie te halen teruggedraaid. Alleen wil ze niet via de terminal, het hoofdcheckpoint tussen Betlehem en Jeruzalem. Er is een andere exit. Via Beit Jala, aan de westkant van Betlehem is er een weg die je eigenlijk als Palestijns ID houder niet mag nemen, ook niet met vergunning. Alleen

internationals met een paspoort en visumstempel zoals ik mogen er langs. Maar we wagen het erop. De taxichauffeur die een Jeruzalemse ID heeft vraagt voordat we vertrekken tactvol zachtjes: ... Heeft Mary een.... Het onuitgesproken T-woord is tasriech = vergunning. Ook de taxichauffeur kan er later last mee krijgen wanneer hij verboden passagiers vervoert. Mary zegt dat ze een vergunning heeft vanwege de feestdag van St Petrus (of misschien St Johannes, wie helpt me) en dat ze in Beit Jala zal zwaaien met haar Chileens paspoort, zij het zonder visumstempel. Gelukkig zie ik er echt buitenlands uit, net als mijn broer en schoonzus die met twee kennissen een paar weken geleden als vrijwilligers werkzaam waren bij de zomerschool van het AEI, en die voor een buitenlandse entourage rond Mary zorgden. Dat werkt faciliterend bij dit betreffende checkpoint.

Het Beit Jala checkpoint behoort tot die groep checkpoints waar zowel Palestijnen uit de West Bank als Isralische kolonisten doorheen gaan. Deze checkpoints zijn minder strikt. Ik bespreek met de taxichauffeur dat bij die gemengde checkpoints niet alleen chauffeurs worden bekeken of ze Palestijns zijn, maar ook de autos. Hoe ouder, hoe meer kans dat er een Palestijn respectievelijk terrorist in zit, lijkt het. Onze taxi ziet er bijzonder nieuw uit en de chauffeur spreekt accentloos Hebreeuws en is in ieder geval voor mij niet te onderscheiden van een joodse Israli (berhaupt is er vaak nauwelijks of geen fysiek onderscheid, vooral niet tussen Palestijnen en Isralis wiens voorouders uit een Arabisch land kwamen). We zitten dus goed en worden niet gecontroleerd. Nadat we door het checkpoint heen zijn gegaan, zijn de zorgen over. Het enige wat niet mocht, was langs dit checkpoint gaan, maar na eenmaal dit verboden checkpoint gepasseerd te hebben, is Mary merkwaardig genoeg wel weer legaal, want ze heeft immers een eendags-vergunning om in Isral te zijn. Het doet een beetje denken aan het grijs rijden op de Nederlandse strippenkaart; het mag half wel en half niet. Alleen went het hier nooit.

Van Suzy, lerares Engels op St Joseph, hoor ik over de vergunningstoestanden rond het verkrijgen van een visum naar de VS. Ze leidt een groep van West Bankers die naar een cursus in Vermont willen gaan. Die moeten allemaal naar het Amerikaanse consulaat in Jeruzalem voor een interview. Het probleem is dat het verkrijgen van een vergunning om naar Jeruzalem te gaan voor dat interview vaak zoveel moeite en tijd kost, dat het interview en dus de reis gemist worden. Het alternatief is dan te proberen om door een van de gemengde checkpoints rond Jeruzalem Beit Jala of Hizma te glippen maar als je geen vergunning hebt is dat riskant, want je kan door een patrouille in Jeruzalem eruit worden gevist. Een meisje vertelt Suzy bijna huilend aan de telefoon dat ze het echt niet durft want ze is al een keer eerder gepakt en wanneer je een tweede keer wordt gepakt krijg je cel en/of boete. (Veel mensen kiezen voor cel). De zomergesprekken gaan hier in Betlehem voortdurend over de permanente reisproblemen. Bijna voel ik me alsof ik me ervoor moet excuseren de ellende elders in Gaza en de West Bank is immers zoveel groter; de politieke patstelling tussen Fatah en Hamas beheerst de koppen, en natuurlijk heb ik al zo vaak over het checkpointgebeuren geschreven. Je wordt specialist.

Enfin, wij genieten van ons dagje strand in Tel Aviv. Alles verliep normaal, tot Marys verbazing. Jara, negen jaar, geniet nog na van het feit dat een jongen haar op de Salsa-les publiekelijk vertelde dat een enkele van haar lange, mooie haren 1000 dollar waard is. Een duur koppetje. Wat me van het reisje vooral bij blijft, was het gesprek met de Isralische taxichauffeur na afloop. Mijn gesprekken met gewone Isralis volgen een vast stramien van koetjes en kalfjes: uiterste, bijna onnatuurlijke hoffelijkheid van beide kanten; van de Isralische kant herinneringen ophalen hoe men heel vroeger zo vaak in Betlehem kwam; van beide kanten de hoop uitspreken dat het ooit allemaal nog eens goed zal komen omdat tenslotte de beide volkeren vrede willen, alleen de leiders niet. In zijn behulpzaamheid vertelt de taxichauffeur ons precies het tijdschema van hoe je van het strand met een shuttlebus op de minuut het treinstation kan halen richting Jeruzalem. En hoe goed Duitse autos rijden wat zijn de Duitsers toch goed in het bouwen van motoren! - en hoe snel die verbinding tussen Tel Aviv naar Jeruzalem via de nieuwe Modiin-weg is. Geen weg in Isral rijdt zo plezierig, Sir, zegt hij. We zoeven erover heen. Ik voel niet met hem mee, maar glimlach hem desondanks toe om de plezierige schijn van normaliteit niet te verstoren. 4 Reacties | Reageer direct

Val
19/06

The morning after

Hier is een greep uit de gesprekken van alledag van de mensen om me heen over wat er de afgelopen dagen is gebeurd:

Er gaat veel sympathie uit naar de burgerbevolking in Gaza, die uiteindelijk het slachtoffer is geworden van de strijd tussen Fatah en Hamas. Iedereen spreekt verontwaardigd over het Isralische beleg dat nu dramatische vormen aanneemt met de schaarste aan levensmiddelen, energie en medicijnen in de Gazastrook. Er is schaamte over het optreden van zowel Fatah als Hamas. Terwijl vooral Fatah voorheen met corruptie werd geassocieerd, is voor velen Hamas nu ook van zijn voetstuk gevallen. De wederzijdse executies worden veroordeeld, evenals aanvallen op ziekenhuizen, en andere vormen van het gijzelen van de burgerbevolking. In samenwerking met de internationale gemeenschap heeft Isral de situatie in Gaza gestuurd naar de huidige ontknoping. Wanneer je de 1,5 miljoen bewoners van zon klein gebied opsluit, in grote armoede laat, en geen ontwikkelingskansen biedt, laat staan perspectief op zelfbeschikking, dan krijg je maffia-achtige toestanden en onderling geweld.

In het verlengde daarvan: men spreekt over een Amerikaanse val waarin Hamas is getrapt. Mohammed Dahlan, de sterke man van Fatah in Gaza, was het lokaas. Hij is het prototype van de corrupte Fatah-bestuurder. Na de val van Fatah in Gaza kon deze beweging in de West Bank de macht grijpen, met de belofte van internationale steun. Net als elders in het Midden-Oosten mikken de Verenigde Staten op een lokale pro-Amerikaanse leider. Iedereen ziet de hypocrisie van enerzijds de steun van westerse regeringen aan de verkiezingen in Palestina, anderzijds het niet-steunen van de uitkomst van dat verkiezingsproces (de Hamas-regering en later de Fatah-Hamas-regering) en nu de steun aan een nieuwe regering die alleen via een ondemocratische, juridische truc kan regeren en zonder parlementaire meerderheid is. Maar er is ook schaamte over het voortduren van de tweespalt tussen Fatah en Hamas in de vorm van deze twee regeringen, in de praktijk een in de West Bank en de ander in Gaza. Hamas heeft krediet verloren (Kunnen ze niet wat flexibeler zijn als de hele wereld tegen hen is?), maar ook Fatah nu weer (Wat gaat er met het binnenkomende geld gebeuren: Wordt de West Bank rijk en de Gazastrook nog armer? Wie profiteert?). Eigenlijk ziet men alleen in Marwan Bargouti, de Fatah activist die in een Isralische gevangenis verblijft, een figuur die tegenstellingen kan overbruggen. En er is de verzuchting dat wanneer Arafat nog leefde, dit alles niet was gebeurd. Als de internationale gemeenschap graag de West Bank van Gaza wil zien afsplitsen, wat voor uiteindelijke oplossing van het conflict heeft men dan voor ogen? Bantustans in Gaza, het zuidelijk deel van de West Bank, het noordelijk deel en eentje in Oost-Jeruzalem? Wie gelooft er nog in de levensvatbaarheid van Bantustans? Maar als je een tweestatenoplossing wilt, dan is de toekomst van de West Bank en Gaza toch met elkaar verbonden? Als de twee-statenoplossing uit het zicht verdwijnt, is het een kwestie van tijd of de eenheidsstaat-oplossing wordt overheersend in de Palestijnse publieke opinie. Er is bezorgdheid over de toekomst: Wat gaat er gebeuren? Voor het moment is het relatief rustig, maar hoe reageert Hamas in de West Bank op de nieuwe regering? Een aantal Hamas-mensen zijn door Fatah-veiligheidsdiensten opgepakt. Ambtenaren in het Palestijnse Gezag die verbonden zijn met Hamas zijn gevraagd thuis te blijven. Wacht Hamas af?

Kortom, onzekerheid, maar vooral nadruk dat de strijd tussen Hamas en Fatah niet uit de lucht is komen vallen. 1 Reacties | Reageer direct

Artas
06/06

Gevangen in Schoonheid

Akko, ik ben een gevangene van je schoonheid, zegt het Arabische tekstboek van Jara, dat de schoolkinderen liefde voor het culturele erfgoed wil bijbrengen. De lyrische zin roept het verlangen naar een geliefde op. Ik herinner me het prachtige Palestijnse liedje Jaffa, bruid van de Zee. Jaffa is een van die andere onbereikbare plaatsen, vroeger een levendige havenplaats, nu het museum van Tel Aviv. Die plaatsen, of de herinneringen aan die plaatsen, roepen verre einders op. Weinig lezers van het Palestijnse tekstboek hebben de mogelijkheid om Akko, volgens het boek gelegen tussen de Middellandse Zee en de zee van groen van het direkte achterland, zelf lijfelijk te bewonderen. Akko en Jaffa blijven droombeelden, onbereikbare geliefdes.

Ikzelf voel me ook wel eens een gevangene van bijzondere plekken hier in de omgeving. (Misschien ben ik daarom eind jaren negentig een gidsencursus begonnen). Wat me pakt is een plek met een combinatie van schoonheid, oude verhalen en legendes, en ontmoetingen tussen culturen. Rachels Graf is een voorbeeld. Nu met de Muur eromheen is het verworden tot een gesloten Poort van Betlehem. Het was ooit een pelgrimsplaats voor moslims, joden en christenen.

Voorbij Beit Jala is het bos van het Cremisan-klooster wat verderop leidt naar het dorp Waladje. Vroeger was daar een oude moslimse gebedsplaats, genaamd naar ene Badriyyeh, dochter van de Perzische soefi Badr die hier in de vroeg Turkse tijd naar toe kwam om wonderen te verrichten. Die plek werd ook veel bezocht door christelijke moeders van Beit Jala, om kinderen te krijgen. (Mijn Arabische lerares die uit Beit Jala komt heet Badr). Waladje wordt straks aan drie kanten omringd door de Muur, met een soort brug naar de rest van de West Bank toe, als ik het goed begrijp.

Verder zuidelijk ligt Al-Khader, het dorpje genaamd naar de christelijke St George, voor moslims de mystieke adviseur Al-Khader (De Groene), raadgever van Musa of Mozes. Ook dat plaatsje wordt straks ingeperkt en van zijn land afgesneden door de Muur, met dramatische consequenties voor een serie dorpen in die streek die verminderd toegang hebben tot onderwijs, gezondheidszorg en andere voorzieningen die in Betlehem gelegen zijn.

Maar het meest heb ik wat met het dorpje Artas ten zuiden van Betlehem. Is het omdat Marys voorouders honderd jaar geleden een sierlijk kerkje daar ontworpen vernaamd naar de Hortus Conclusus (afgesloten of verboden tuin, zoals het paradijs), een tekst uit uit het Hooglied? Eens zat ik daar tussen de heuveltjes en de paradijselijke tuinen rond het dorp en de kerk samen met Moesa Sanad, oprichter van het folklorecentrum daar, een paar jaar geleden overleden. We filosofeerden hoe Koning Soeleiman (Solomon) daar het Hooglied kon hebben geschreven. Volgens Mahmoed Darwisj, Palestijn en een van de belangrijkste Arabische dichters van de afgelopen decennia (en

ontvanger van de Prins Claus prijs een paar jaar geleden), is het Hooglied voor hem en andere Arabische dichters een van de belangrijkste inspiratiebronnen voor liefdespoezie. Het laatste folklorefestival in Artas in april, wanneer je daar werkelijk enorme kroppen sla kan krijgen, werd door duizenden mensen bezocht, op zoek naar een uitje.

Nu is daar een strijd om het land gaande. Internationale en lokale aktivisten voeren al weken in de buurt van het dorpje (en elders ten zuiden van Betlehem) een geweldloze strijd tegen het leger, dat grond in beslag neemt, kennelijk bestemd voor de rioleringsbuizen van Efrata, een nabijgelegen Isralische nederzetting. Natuurlijk wordt er ook de Muur gebouwd, die breker van vergezichten, ontmoetingen en dagelijks leven. Straks is de tuin van Artas letterlijk omsloten. Gevangen in schoonheid.

Mary, ik en de kinderen eten deze dagen de abrikozen uit de tuinen van Artas. Het abrikozenseizoen is erg kort. Zo kort dat je het nauwelijks merkt. Vandaar het Arabische spreekwoord: Tot de Misjmisj [abrikozen] komen. Dat wil zeggen: Nooit. We zeggen dat soms ook wel eens over de vrede: Vrede komt wanneer de misjmisj komt. Een droombeeld in de verte.

P.S. Er is een flink tekort aan water in het Betlehem-district. Twee redenen, zegt onze buur. Reden 1: de gemeente kan het water niet betalen dat door de Isralis wordt geleverd en de laatsten hebben de watertoevoer daarom verminderd. (Zo gaat dat). Reden 2: kapotte machines.

1 Reacties | Reageer direct

Kunst
22/05

Het vaderland leeft in jezelf

Met mijn Arabische docente praat ik over Palestina als vaderland. Ja, zegt ze, het is je vaderland, maar het voelt allang niet meer zo. Een vaderland is iets om trots op te zijn, maar wat zien we: bezetting, onderlinge gevechten tussen Fatah en Hamas, armoede, ga maar door. Die Muur, is dat mijn vaderland? Ze haalt de Palestijnse dichter Mahmoed Darwish aan die ooit heeft gezegd dat men overal ter wereld in een vaderland leeft, maar dat voor Palestijnen het omgekeerde geldt: het vaderland leeft in henzelf. Het is iets dat je in je hart bewaart.

Wat is dat, vaderland - een begrip dat voor Nederlanders zo ouderwets klinkt. Mary heeft zondag een uurtje vrij en maakt fotos van haar land voor een oom in de Verenigde Staten die Palestina al

in geen veertig jaar heeft bezocht. Ze neemt kiekjes van de uitbreiding van Betlehem. Ja, de Muur ook, een stukje. Ze wil geen boodschap uitdragen, hoogstens dat Betlehem niet meer is wat het geweest is. Voor haar is het feit dat ze geboren is in Betlehem een bron van trots. Dat gevoel is echter nu langzaam aan het wegebben, zegt ze.

Ik ga naar een nieuw museum vlakbij de Muur rond het Graf van Rachel, geopend door de Arabische Vrouwenunie. Het bevat behoorlijk zeldzame etsen en kunsttekeningen van Betlehem van de laatste 400 jaar, door buitenlanders gemaakt. Op een zie ik bij de poort van Betlehem een moeder en kind op kameel, met de vader ernaast. De tekeningen zijn voor de fijnproevers en voor al diegenen die nog iets van het rustieke en pastorale, Bijbelse Betlehem willen koesteren - een bron van comfort, misschien zelfs een vervanging van de bittere werkelijkheid. Aan het einde van de tentoonstelling is er een stomme film van het Kerstgebeuren in Betlehem in 1917. Heel bijzonder om te zien, vooral de vrouwen met hun shatweh (hoge hoofddracht), en ook de eerste Britse soldaat, een teken van de konflikten die zouden komen. In het lege museum zit ik stil te kijken.

Met vrijwilligers uit de VS ga ik langs de Muur bij het Graf van Rachel en het Aida kamp. We raken aan de praat met een werkloze vluchteling uit het kamp die druk gebaart hoe jongens uit het kamp stenen gooien naar die grote betonnen muur en wachttoren en hoe soldaten uit de torens terugschieten. Een van de vrijwilligers is fotograaf en neemt uit alle standen fotos van de expressieve man, met de Muur als achtergrond. De Muur is nu een duidelijk ikoon van de bezetting en wellicht ook al een beetje van Palestina. Straks wordt iets oerlelijks, anoniems en dreigends een deel van de identiteit van Palestina. De bestlopende postkaart in het Vredescentrum van Betlehem is die van de Muur. Hoe dreigender en ontzagwekkender, hoe beter. Ik doe er aan mee. Met de vrijwilligers maken we een soort pelgrimage langs de Muur en de fotograaf maakt honderden fotos, onder meer van enorm grote portretfotos die op de Muur zijn geplakt door een projekt dat face2face heet. Het zijn fotos van gewone Palestijnen en Isralis, ortodox en seculier. Ze kijken met hun ogen wijd open, loensend, gekke bekken trekkend. Is dat kunst? Is dat de identiteit van Palestina? De bedoeling van het projekt is op een onontkoombare manier te laten zien dat Palestijnen en Isralis eigenlijk precies hetzelfde zijn, dat je elke Isralische taxichauffeur met een precies gelijkende Palestijnse taxichauffeur kan matchen. Het zal wel. Maar op de een of andere manier klopt die boodschap niet wanneer geplakt op de Muur, dat symbool van ongelijkheid. Het doet wat al te gemakzuchtig aan. Alles wat op die Muur wordt geplakt of getekend moet eigenlijk een element van protest hebben, hoe verwarrend of ironisch of kunstzinnig ook. De Muur hoort er niet en is geen onderdeel van Palestina. En ik vraag me af: Is het mogelijk die Muur, die hier aan alle kanten van Betlehem verder wordt gebouwd (nu ook binnenkort bij dat uitgesproken mooi gelegen dorpje Artas ten zuiden van Betlehem, waar de bomen al neer worden gehaald) uit te dagen met het wapen van de kunst? Tenslotte staat kunst tegenover lelijkheid, geweld, naamloosheid, gebrek aan identiteit. 2 Reacties | Reageer direct

Vredeshuis
08/05

Wanneer de boelboel weer zingt

Bij het huis van Claire Anastas bij het Graf van Rachel in Betlehem is het deze dagen rustig, akelig rustig. Af en toe komen bezoekers langs om het huis te zien dat van drie kanten door de Muur is omsloten. Claire en haar man Johnny hebben hun werk verloren omdat hun vroegere klanten niet meer naar dit nu troosteloze, gevangenisachtige gebied willen komen. Het kost hen beiden moeite om een glimlach over de lippen te krijgen, zo merk ik.

Ik moet denken aan een verhaaltje uit de Arabische les van Jara. Er was eens een papa vogel die gelukkig was en veel en luid tjilpte. Deze vogel heette de boelboel of Perzische nachtegaal. Hij maakt een geluid dat ongeveer beluistert als oeltilak, oeltilak - ik heb het je wel verteld. Op een kwade morgen ging de vogel voedsel zoeken en zag bij terugkomst zijn kleintjes niet meer in het nest. Een vogelvriend vertelde hem dat een jongen de vogeltjes had meegenomen en dat ze nu in een gouden kooi zaten opgesloten. Papa vogel hield op met zingen. Hij en zijn vriend zochten en vonden de kooi en drukten hun snavels tussen de tralies heen, tot bloedens toe. Ondertussen was de jongen aangekomen. Hij stond stil en staarde naar het gebeuren. Ineens herinnerde hij zich hoe hij een paar maanden geleden zijn vader in de gevangenis had gezien en hoe deze tussen de tralies door zijn wangen en hoofd had aangeraakt. Met dat beeld voor ogen besloot de jongen de vogeltjes vrij te laten. Wanneer zou zijn eigen vader eindelijk eens vrijkomen, dacht hij bij zichzelf.

Zon verhaal zal je niet in een Nederlands taalboek aantreffen. Wanneer je vader in de gevangenis zit, is dat in Nederland vooral een bron van schaamte. Maar hier, zo vertelt mijn Arabische docente die op een school in het dorpje Al-Khader lesgeeft, gebeurt het maar al te vaak dat er kinderen in de klas zitten wiens vader in een Israelische gevangenis zit. Ze geeft in verschillende klassen les aan drie zusjes die geen van alledrie ooit lachen. De lach kan alleen komen wanneer hun vader weer uit de gevangenis komt. Ze zegt dat de lach van de boelboel vloeiend is, vol. (In het Arabisch is er een gezegde dat wanneer je echt vloeiend Arabisch spreekt, je zingt als een boelboel. Dat zal wat mijn eigen Arabisch betreft nog wel even duren, maar dat terzijde).

Een paar jaar geleden bracht de advokaat Raja Shehadeh een boekje uit onder de titel Wanneer de boelboel stopt met zingen. Het was zijn dagboek tijdens de uitgaansverboden in Ramallah van

2002, toen het hoofdkwartier van Arafat werd belegerd. Toen iedereen thuis zat opgesloten, hield ook de vrolijk kwetterende boelboel op met zingen. Dan was er geen reden meer om te zingen.

Zo voelt het ook bij het huis van Claire. Het gebied van het Graf van Rachel is door vele kronkelende muren dood gemaakt, een gevangenis. Voorheen was het een van de drukste aders van Betlehem, de doorgangsweg tussen Jeruzalem en Hebron. Je had daar bekende winkels en restaurants. Een behoorlijk gegoede middenstandswijk. Zelfs Israelis kwamen daar langs om wat te kopen, vanwege de voor hen lage prijzen. Nu proberen de bewoners daar als het even kan weg te gaan. Je wilt je kinderen daar niet zien opgroeien. Het is er troosteloos, met al die muren en intimiderende wachttorens. Er zijn maar een paar momenten dat de poorten tussen de muren opengaan, namelijk wanneer de patriarchen tijdens de dag voor de Kerst Betlehem binnenrijden. Een surrealistisch gezicht. Volgens een oude regeling moeten de patriarchen langs die weg Betlehem binnen. Voor de rest van de tijd zit het Graf van Rachel potdicht.

Kan de boelboel daar ooit terugkeren? Er is nu een initiatief om in die buurt een vredeshuis op te richten, om de mensen bij elkaar te brengen en de buurt te re-aktiveren, schijnbaar tegen de klippen op.

Achtergrondinformatie:

Voor een beeldend foto-verhaal van de situatie van de familie Anastas bij het Graf van Rachel, inclusief verhelderende kaarten, zie de website van Henri Veldhuis.

Voor een interview met Claire Anastas kijk op de website van AEI (Arab Educational Institute). 7 Reacties | Reageer direct

Foto
24/04

Ze weten het niet

Mary wordt aangesproken door allerlei kennissen in Betlehem die haar checkpoint verhaal [in het Engels] hebben gelezen. Ze vertelde daarin hoe de negenjarige Jara bij het checkpoint naar Jeruzalem werd opgedragen om publiekelijk haar broek uit te doen, omdat ze bij de X-ray bleef beepen. Mary vroeg aan de soldate achter het glas of dat niet in een apart kamertje kon worden gedaan, of dat die soldate niet even naar buiten kon komen voor een body search, maar nee. Islah! [Doe uit!] werd door de loudspeaker geroepen. Stel je voor. Mary werd boos, bleef een kwartier staan. Ga terug naar Betlehem! Ga jij maar terug naar Tel Aviv. Uiteindelijk deed Jara huilend toch haar broek uit, maar Mary nam voor het oog van de soldate een foto van het gebeuren en beet de soldate een verwensing toe. Toen was de toegang definitief gesloten. Later vertelde ze dat het de laatste keer was dat ze nog om een vergunning zou vragen om naar Jeruzalem te gaan.

Mensen die ze tegenkomt bedanken haar dat ze zich heeft uitgesproken. Een priester op de Universiteit van Betlehem zegt dat hij haar voeten zou moeten kussen. Dat hoeft nou ook weer niet, zeg ik. De foto, met een betraande Jara en haar broek uit onder de X ray, is hartverscheurend. Ik kan het beeld maar moeilijk loslaten.

Enkele journalisten en aktievoerders zijn geinteresseerd. De Amerikaanse organisatie If They Knew verzamelt verhalen van vernederingen bij checkpoints en stuurt ze door naar Amerikaanse TV zenders. De National Geographic schrijft een lang verhaal over Betlehem en is geinteresseerd in Jaras verhaal maar wil wel de foto. We willen hem opsturen, zolang hij niet wordt verspreid of gepubliceerd, zeggen we.

Jara: Je hebt er toch met niemand over gesproken, he? Ze is beschaamd vanwege het gebeuren. In de Engelse versie van het verhaal lieten we het detail van dat ze de broek uitdeed er maar buiten.

Mary houdt een preek. Habibti [mijn liefste], het is alleen maar goed dat het verhaal naar buiten komt. Tarrafush [ze weten niet] dat Palestijnen niet naar Jeruzalem kunnen. Ze weten niet dat jouw geliefde Balloons [pizzeria] moest verhuizen vanwege de Muur. Ze weten niet dat er ook veel Palestijnse christelijke vluchtelingen zijn, zoals Abu Bendi [de buurman] of Valerie [collega op Marys werk]. Ze weten niet dat de familie van Valerie in Ein Karem woonde en daar nog steeds haar huis heeft staan, wat nu door anderen wordt bewoond. Ze weten niet dat er Palestijnse vrouwen zijn die een kind baren in de gevangenis en veroordeeld zijn als terrorist ook al hebben ze gevochten voor hun vaderland. Jouw tante in Schiedam kan gaan en staan waar ze wil, wij niet. Dat moeten mensen weten. Anders denken ze dat Palestijnen alleen maar terroristen zijn.

Jara is half overtuigd.

Tegen de achtergrond van Tamers computer met veel Star Wars geweervuur doet papa ook een retorische duit in het zakje. Je hebt mensen die hun leven wijden aan de strijd met de pen, niet met het geweer.

Jara: Waarom vertel je aan anderen dat ze me lieten uitkleden? Straks word je beroemd, zegt Mary. Zeker beroemd met mijn pants uit, ja. Je hebt toch niet de foto verspreid? Nee, ya habibti, alleen doorgestuurd naar iemand die bewijs wilde en die wie weet het niet echt geloofde. 2 Reacties | Reageer direct

Beautiful
10/04

Nederlands-Palestijnse week

De Nederlands-Palestijnse week is achter de rug. Nog steeds hoor ik Ali Bs boodschap naklinken: You Palestinians are beautiful!

Het doet me denken aan die andere uitdrukking, beautiful resistance. Dat is een favoriet van Abed, direkteur van Alrowwad [de pioniers] in het vluchtelingenkamp Aida bij Betlehem. Alrowwad wil de menselijke spirit en waardigheid van de kampjongeren naar boven halen. Theater en dans zorgen voor de creatieve vormgeving. Bij dat speelse verzet hoort sinds kort ook de Rap, ooit begonnen als ghetto muziek.

Het Rap concert met Ali B en Palestijnse rappers vindt plaats in het nieuwe openluchttheater naast de Muur. Het theatertje heeft de vorm van een aantal uitgestrekte cementen trappen. Een VN werkverschaffingsprojekt. Rap is hier de juiste muziek op de juiste plaats. Beelden die je niet vergeet: mensen die van het dak kijken, geleund over de hekken van de balkons, op en boven en onder het toneel. Jara en Tamer zijn te verlegen om zich door Ali B te laten knuffelen. You are beautiful, Aida!, klinkt het. Ja, de mensen zijn beautiful, niet de situatie, niet de huizen. Een jongen

uit Doha ten zuiden van Betlehem rapt dat de stukken ervanaf vliegen en wordt spontaan begeleid door een jonge buitenlandse die beweegt met de heftigheid van een flamengo danseres. Marys vriendin krijgt tranen in haar ogen, ze weet niet waarom. Na de Palestijnse band DAM gehoord te hebben, met hun boodschap van nationalisme en geweldloosheid, bekeert zelfs Fuad, over de zestig, zich tot de Rap. Het jongerenpubliek kijkt gebiologeerd toe. Je wordt door de muziek getransformeerd, de omgeving wordt getransformeerd. Maar niet voor lang, aan het eind van het concert raken een paar jongeren onderling slaags. Ik zie de teleurstelling en vermoeidheid in de ogen van Abed.

In Anata wordt het winnende UCP graffiti ontwerp op de Muur aangebracht. Een blikvanger. Onderdeel van de graffiti is een jongere geportretteerd als een volwassene. Omdat jongeren hier niet jong kunnen zijn. Een betrokkene fluistert me toe dat hij trots is op de dabkeh dansende jongeren van de Anata school. Ook zij zijn inderdaad beautiful, met hun frisse kopjes die uitsteken boven de traditionele klederdracht.

In de Tent of Nations bij het dorpje Nahalin tussen Betlehem en Hebron zien we leden van een familie die jarenlang, nee decennialang, een juridisch kat-en-muisspel hebben gespeeld om het behoud van een bescheiden stuk grond ingeklemd door nederzettingen. Ze hebben er nu een publieke ontmoetingsplaats van gemaakt, met een kinderboerderij en diverse culturele ruimten en tuinen. Daoud van de Tent vertelt dat Palestijnen weer de relatie met het land moeten zien te vinden. Opgesloten in je ghettos verlies je dat gevoel van ruimtelijkheid dat het platteland biedt althans nu nog biedt. Buitenlanders zien meer van Palestina dan de Palestijnen zelf, zegt hij.

Andere intense momenten zijn er in Bilin, waar al bijna twee jaar lang wekelijks een geweldloze en creatieve strijd tegen de Muur wordt gevoerd. Met plaatselijke leiders en jongeren kijken we in een volgepakt kaal zaaltje naar een sterke Israelische film over de Bilin-protesten. Ook dat protest is beautiful, omdat het zon duidelijk concept en logica bevat: Wij willen de Israelis en media dwingen ons als slachtoffers te zien. We bekijken wat verzetsrelikwieen, zoals ijzeren tonnen of kooien waaraan de aktievoerders zich vastbonden teneinde de route van de Muur te versperren.

De finale van de week is in Sakhnin in Galilea in noord-Israel, waar Trees (Nederlandse) en Ali (Palestijn) wekenlang keihard hebben gewerkt om een rap concert van de grond te krijgen. Het is in de lokale feestzaal goed vol. Er zijn bezoekers uit het hele land. De grenzen vallen weg tussen jong en oud, en tussen Palestijn, joodse Israeli en Nederlander. Ook hier weet DAM weer een elektrische atmosfeer op te roepen. Zelfs de jongeren van Sakhnin die s middags nog zeiden dat ze gezien al de problemen van de Palestijnen in Israel zich met weinig anders bezig kunnen houden dan hun eigen individuele toekomst, voelen zich met eenieder verbonden. Ya [oh] Sakhnin, ya Sakhnin, zo schalt het. Ze kunnen even hun hoofd recht houden, die jongeren, ze zijn weer mens.

Ali B ziet er zelf ook beautiful uit. Hij staat er in smetteloos wit met in grote letters het adjectief dangerous op zijn borst en kijkt met zijn onschuldige oogopslag naar de mensen om hem heen. En laat zich met en door iedereen fotograferen, net als Arafat vroeger. Babys, ouderen, teenagers. Zelfs ik geef me gewonnen.

Een uitgebreider verslag van deze en andere bijeenkomsten van de Nederlands-Palestijnse week is binnenkort beschikbaar. Voor belangstellenden: tvant@p-ol.com 1 Reacties | Reageer direct

Symboliek
27/03

Zeg het met bloemen

Het was vol, vol, ongelooflijk! zegt Mary na haar bezoek aan de bloemenzaak op de vooravond van moederdag, die hier op de eerste lentedag (21 maart) wordt gevierd. Mary zelf is ook helemaal begaan met bloemen, met allerlei boeketten voor ik weet niet wie allemaal: natuurlijk haar moeder en zus, de buurvrouw, de docenten van Jara (iedereen een roos), de juf van Tamer, een bloemetje voor Maria in de kerk. Het hoeven niet alleen moeders te zijn aan wie de bloemen worden gegeven, legt een docente van Jara uit, want moederdag is een familiedag. Mary gaat op tafel staan om een foto loodrecht naar beneden te maken van het boeket dat ik haar geef en dat ze voor mij heeft uitgezocht. Vanwaar dat fanatisme, vraag ik. Als mensen lijden, dan klampen ze zich ergens aan vast, zegt Mary. Nou, beter aan bloemen dan aan iets anders, denk ik maar. Een kennis van Mary in het buitenland zegt dat ze het onzin vindt, Waarom niet al dat geld wat je aan bloemen uitgeeft geven aan de armen om je heen? Tsja. Het feest domineert de dag. Nog voordat ik iets kan uitbrengen heeft de buurvrouw me al toegesproken met Kull sane inte salem (gefeliciteerd) vanwege moederdag.

Nou heeft iedereen gegeven de situatie wel af en toe iets opwekkends nodig. Zelf merk ik dat wanneer mensen me deze dagen vragen hoe het ermee staat, ik dan antwoord dat alles geheel onveranderd is, maar dat de lente is gekomen en dat de velden, ook voor ons huis, met gele, rode en roze bloemetjes zijn bestippeld. Er is zoveel lelijks om je heen, natuurlijk vooral de Muur, dat je mooie dingen extra waardeert. Tijdens de Nederlands-Palestijnse week (volgende week, een heel festijn!) biedt de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah aan om bloemen te geven aan deelnemers, na een verzoek daartoe van onze nieuwe Nederlands-Palestijnse associatie Tulpen @

Olijven. De bloemen komen van een bedrijf in Gaza, dat door de Nederlandse overheid wordt gesteund. De bloem als Nederlands-Palestijns symbool, zullen we maar zeggen.

Laatst las ik een artikel waarin de woestijnbloemen, die hier in maart en april opgroeien, werden vergeleken met de veerkracht van het Palestijnse volk. Ze overleven van jaar tot jaar in een dorre omgeving en zijn toch mooi. Zelfs klimmen de kleine bloempjes op de grote Muur, en worden muurbloempjes. Met andere woorden: ook de Muur kan het Palestijnse volk niet wegdrukken.

Eigenlijk jammer dat alles om je heen, ook wat totaal niet-politiek is, door de situatie een politieksymbolische waarde krijgt. De advokaat en dagboekschrijver Raja Shehadeh uit Ramallah schreef eens dat de Palestijnen niet moeten worden als de Israelis die elk stukje natuur en grond van veel symboliek en allerlei mythische of Bijbelse verhalen voorzien om zo het recht op het land, of de positieve nationale eigenschappen, te onderstrepen. Shehadeh vond al in de jaren tachtig dat de Palestijnen bij alles wat ze schilderden of grafisch ontwierpen of fotografeerden de neiging kregen om nationalistische symboliek aan de natuur en het land mee te geven. Ik voel met hem mee. Laten we niet vergeten dat we ook gewoon van bloemen kunnen genieten, zonder een statement af te willen geven en zonder meer dan het normale schuldgevoel te hebben. 4 Reacties | Reageer direct

Pasjesland
13/03

Controle

De lente is in aankomst. In Palestina heeft maart meestal mooi weer in petto. Collega Elias bemachtigt een reisvergunning en staat met zijn teenager zoon bij de hoofdcheckpoint BetlehemJeruzalem in de rij. De soldaten roepen, oh, jij bent een christen, loop maar door. Naast hem staat een Moslimse arts die hij kent, ook met zijn zoon. De soldaat houdt deze tegen, want hij heeft geen vergunning. Zo, de christenen kunnen wel passeren, maar de moslims niet! roept zijn kennis boos. Elias schaamt zich. Christenen krijgen de laatste tijd wat meer reisvergunningen tijdens feestdagen dan moslims. Geloof maar niet, zegt Mary, dat ze dat doen uit liefde voor de christenen. Ze spelen moslims tegen christenen uit. Dat is politiek voor hen handig. En ekonomisch komt het ook goed uit. Het winkelcentrum in Malha profiteert van de Palestijnen uit Betlehem die komen winkelen. De winkeliers daar lobbyen bij hun regering voor meer vergunningen voor de christenen hier omdat deze vaak westerse spullen kopen.

We zijn in pasjesland. Het is waar: de Muur en de checkpoints zijn de grote obstakels in het dagelijkse leven van de Palestijnen in de bezette gebieden. Maar vergeet niet het vergunningenstelsel. Dat is het kontrolemechanisme van de bezetting bij uitstek. We dromen over vergunningen, zo vertelde een Palestijnse laatst tegen me. Een vergunning is als een lekker stuk been dat boven een hapgrage en hongerige hond hangt, zei iemand anders tegen me. Ik zie mensen om me heen die er ineens goede zin van krijgen. Gefeliciteerd, wordt er gezegd wanneer je een vergunning hebt bemachtigd.

Nadat de christenen een maand vrijheid kregen gedurende de Kerst, is nu het te verwachten aantal vrije dagen voor tijdens de Pasen de talk of town. In de afgelopen weken heb ik ik weet niet hoeveel verschillende schattingen van het aantal vrije dagen gehoord. Eerst was het gerucht dat het er niet minder dan vijftig dagen zouden zijn, dan ineens twee dagen, en nu staat de teller op 7 dagen in aanloop voor de Pasen (wanneer de kinderen op school zitten resp. hun examens doen, zodat men er weinig van kan profiteren). Wie plant die geruchten, wie heeft er belang bij? Met de 12 jaar dat ik hier woon, valt het me steeds op hoe geruchten over de al dan niet tijdelijke opheffing van bepaalde restrikties werkelijk alle kanten uitgaan. Ook dat is weer onderdeel van dat kontrolesysteem. Je hebt geen grip op wat er gebeurt, dat is de essentie van bezetting.

Tamer gaat mee met een schoolreisje naar de dierentuin. De school heeft voor dit reisje vergunningen voor een vijftal bussen bemachtigd. De leiding moedigt ouders aan met de kinderen mee te gaan. De kinderen mogen vrij mee tot ze zestien jaar zijn, daarna krijgen ze een Israelisch pasje en worden ze, zeg maar, bomgevaarlijk, zodat ze een vergunning nodig hebben. We kunnen uitnodigingsbrieven van de dierentuin meegeven, zegt de school. Mary en ik lachen hartelijk. Straks moeten we nog uitnodigingsbrieven van de dieren meenemen, zegt Mary. Sommige ouders gaan inderdaad naar Etzion, waar je de door het leger verstrekte vergunningen kan aanvragen. Maar daar zegt het leger weer dat vergunningen er alleen zijn voor noodgevallen, zoals een medische operatie. Een groep andere schoolbussen wordt, hoor ik, een vergunning geweigerd. Redenen worden nooit gegeven.

Vergunningen, vergunningen. De Palestijnse studenten uit Jeruzalem die op de Bethlehem University studeren hebben binnenkort een speciale vergunning nodig om naar Betlehem te kunnen komen. Ik zie dat er een vingerafdrukapparaat bij de checkpoint is neergezet, voor de schaarse Palestijnen die een permanente vergunning krijgen om vanuit Betlehem naar Jeruzalem te reizen. Het laatste nieuws is dat buitenlanders die de West Bank ingaan binnenkort een vergunning bij het Israelische Ministerie van Binnenlandse Zaken moeten ophalen. Ik zie al straks de pelgrims binnenkomen, met papiertjes die stipuleren dat men op 23 juli tussen s ochtends 8 uur en voor het donker wordt, gedurende een dag de Geboortekerk mag bezoeken...

Tamer heeft even genoeg van de dieren en de speeltuin. Hij wil weer echte spelletjes doen, zegt hij, d.w.z. computerspelletjes en echte mannenspelen, zoals Pirates of the Caribbean. Zie de foto beneden.

2 Reacties | Reageer direct

Muziek
27/02

Ademen tegen de verdrukking in

Een video conferentie in het auditorium van de Universiteit van Betlehem. Nederlandse en Palestijnse leerlingen diskussieren via het scherm over wie hun helden zijn en waarom. Er zijn een paar muzikale intermezzos. Aan de Palestijnse kant komen drie jonge, frele meisjes uit het dorpje Battir naar voren. Wow, wat heeft dat kleinste meisje een dijk van een stem. Ze zingt dr longen uit haar lijf. Het galmt naar alle uithoeken van de grote zaal. Ze eindigt met het Jeruzalem-lied van Fayrouz, de Libanese zangeres die zo mooi theatraal zingt. Negen jaar geleden besloten we na haar op de ochtendradio Yara te hebben horen zingen onze dochter naar dat liedje te noemen.

Je ziet in de dorpen en kampen hier trouwens een hoop talent op allerlei kunstzinnig gebied. Het krijgt vaak niet de kans om door te breken. De direktrice van de school van de zingende meisjes is trots. Zingen is gezond, geeft een stem. Mary zegt vaak dat Palestijnen verstikt zijn, geen stem hebben. Ook letterlijk: ze hebben pijn op hun borst. De checkpoint zit in je lijf.

Een Britse feministische theologe, Mary Grey, schrijft me wat zijzelf associeert met het Arabische woord soemoed - letterlijk: standvastigheid. Voor haar is het idee van soemoed zoiets als diep ademhalen. Met ademhalen bouw je reserves op, maar volgens haar is de oudste betekenis van diep ademhalen het vasthouden aan nieuw leven, aan hoop en aan het afbreken van grenzen en obstakels. Ik schrijf haar over het plan om hier bij de familie Anastas tegenover het Graf van Rachel een vredeshuis op te richten. De familie is aan drie kanten omgeven door de Muur. Inderdaad, een graf. Hoe kan je hier je leven, de adem, vasthouden?

Kan je tegen een Muur opzingen? Een van de inzendingen in een UCP-graffiti competitie gebruikt de leus: Whistle the Wall Away. Wat hij voor ogen heeft is om bij wijze van statement iets heel lichts en speels en kinderlijks te plaatsen tegenover iets heel massiefs. Nee, die Muur zal er niet mee weggaan. In ieder geval niet op korte termijn. Maar muziek heeft iets magisch. Je kreert een vrijplaats. De joodse componist Daniel Barenboim zegt in zijn conversatie met zijn Palestijnse vriend Edward Said, gepubliceerd in het boek Parallellen en Paradoxen, dat in Oost-Europa ten tijde van het communistische regime er veel muzikanten waren die zich alleen vrij voelden tijdens het spelen van muziek. Bij de muziek waren ze zichzelf. De muziek was een vrijplaats, waarin je je kon uiten. Hier in Beit Jala, bij Betlehem, was er enkele tientallen jaren geleden ook zon musicus, Husni Haddad, die helemaal kon opgaan in het spelen van een pianoconcert van Beethoven. Als communist verbleef hij zes jaar in de gevangenis in Jordanie en anderhalf jaar in een Israelische gevangenis. In Jordanie overreedde hij de gevangenisbewaker om snaren te kopen. Hij gaf vervolgens twee muziekcursussen aan gevangenen met gebruikmaking van een luit gesneden uit de schil van een pompoen. Muziek als zuurstof tegen de verdrukking in.

Laatst ontmoette ik Merlijn Twaalfhoven, een Nederlandse componist. Hij gaat hier ook iets met muziek doen - het bijeenbrengen van professionele orkestspelers met Palestijnse en Iraakse

kinderen. Ze worden straks samengebracht voor een grote symfonie met klassieke en geimproviseerde instrumenten en met refreinen gecomponeerd door kinderen uit de gehele wereld. Hij onderneemt nog meer grensdoorbrekende initiatieven. Daarover later meer! 5 Reacties | Reageer direct

Therapie
12/02

Innerlijke rust of de emoties eruit?

Is de dreiging van een burgeroorlog voorbij, nu na het akkoord van Mekka? Het was spannend, de afgelopen tijd. Hsara [wat triest], zei Mary boos en verdrietig tegelijk over het oplopend aantal doden als gevolg van de gevechten tussen Fatah en Hamas. En waarover gaat het? Ze vechten om over een staat te regeren die niet bestaat. Ze vechten wie de baas is over een puinhoop.

Een Nederlandse arts in Beit Jala zei me dat met de Intifada en de repressie van de afgelopen jaren Palestijnse kinderen en jongeren alleen nog maar denken aan geweld als methode om konflikten te beslechten.

Een kennis van me uit het vluchtelingenkamp Aida bij Betlehem vertelde dat zijn vierjarige zoon laatst vroeg of papa Hamas of Fatah steunde. Wat moet je dan zeggen? Hij stond met zijn mond vol tanden. Je wordt verwacht de ene partij of de andere te steunen. Je wordt verwacht je te identificeren met het geweld van de een of de ander.

Op billboards langs de weg Jeruzalem-Ramallah staat een nieuwe Engelstalige krant aangeprezen, de Palestine Times: We are independent. You too?

Is het mogelijk om echt afstand te nemen, onafhankelijk te zijn, met alle spanningen vanwege de bezetting en de interne spanningen? Nogal wat Palestijnse organisaties proberen jongeren aan innerlijke rust te helpen door middel van groepsgesprekken, sport en spel, meditatie, walk-andtalk. De Gandhiaanse benadering: rust van binnenuit, zodat je daarna beter in staat bent de

werkelijkheid meer onafhankelijk en overwogen tegemoet te treden. Het helpt tot op zekere hoogte. De frustratie vanwege de chaos en het onrecht dat je ziet, en de onzekerheid over je toekomst, wordt er niet mee weggenomen.

Een tijdje geleden sprak ik het hoofd van een Palestijnse vrouwenorganisatie, Maha Abu Dayyeh, die een heel andere benadering koos. Je moet juist je woede eruit gooien. Als je met alle onrecht om je heen niet kwaad wordt, verlies je je menselijkheid, dan raak je afgestompt. Woede betekent dat je leeft, dat je een onrechtvaardige situatie niet als normaal ervaart. Het gaat er niet om dat je leert om te gaan (coping) met de situatie, maar dat je de bezetting uitdaagt (challenging). Haar benadering lijkt op die van de arts Franz Fanon tijdens de Algerijnse burgeroorlog jaren vijftig en begin jaren zestig, met dat verschil dat Fanon voor geweld als therapeutische expressie van woede koos en zij voor een houding van geweldloos verzet in het dagelijks leven. Ze pleit ook voor een uitdagende houding naar de Israelis toe, bv. door bij checkpoints te weigeren Hebreeuws te spreken.

Het zou wel eens kunnen zijn dat zon houding niet alleen goed is voor de mensen hier, als uitlaatklep, maar ook beter voor de Israelis zelf. Ze worden zo een spiegel voorgehouden. Denk je eens in, zegt mijn kennis uit het Aida kamp, dat de Muur die hier langs het kamp loopt permanent is en dat al onze jongeren hier helemaal niets zien van Jeruzalem of Tel Aviv terwijl het met de auto een kwestie van minuten is om er te komen. Ze weten dat aan de andere kant van de Muur de Israelis alle rechten hebben, en zijzelf geen. En je hebt geen enkele communicatie met de Israelis. Een heel stabiele situatie, voegde hij er sarcastisch aan toe.

De Muur leidt tot een gevaarlijke stilte, een stilte die niet blijvend is. Muren bouwen lijkt veilig maar is het niet. Je vergeet dan de menselijke factor.

Terugkomend op het dilemma: Rust en woede heb je allebei nodig om in de huidige situatie gezond te blijven, respectievelijk niet gek te worden. En niet te vergeten de humor, vaak galgenhumor, zoals Sam Bahour, een zakenman te Ramallah, me schrijft. 3 Reacties | Reageer direct

Auto
23/01

Gedachte experiment

Mary: Kun je niet eens een auto kopen en een internationaal rijbewijs bemachtigen? Hebben we een vergunning van een maand, en nou kunnen we geen taxichauffeur vinden die ons, met mijn moeder die slecht ter been is, naar Jeruzalem brengt. De taxichauffeurs zijn allemaal bezet, er zijn er maar een paar die vergunningen hebben.

Toine: Weet je wat ik hier in een email lees? Dat mensen die een auto met een geel Isralisch nummerbord hebben geen Palestijnen uit de West Bank meer mee kunnen nemen. Dus als ik een auto met een geel nummerbord in Jeruzalem zou huren, en hier naar toe zou rijden, dan kun jij lekker niet mee in de auto.

Mary: My dear husband, je vergeet dat ook ik een international ben. Ik heb een Chileens paspoort! Denk maar niet dat je me kan weigeren, mister.

Toine: Nee, dat Chileens paspoort geldt niet. Op je paspoort zit geen toeristenvisum. Dus ze weten dat jij of een Palestijnse ID hebt, of een Isralisch paspoort. Weet je nog, dat ze je laatst aan de checkpoint waarschuwden om die truc met het Chileense paspoort niet meer uit te halen?

Mary: Ik ga mijn haar blond verven, dan zie ik er meer uit als een buitenlander. Gewoon snel het paspoort wuiven, smilen en doorlopen. Checkpointje nemen, zei laatst iemand. Daar droom ik van. Of ik trouw met een taxichauffeur uit Oost-Jeruzalem, met een blauwe ID. Die kan overal komen. Vrijheid!

Toine: Je kan trouwen tot je een ons weegt, maar je hebt die West Bank ID. Dacht jij dat wanneer je trouwt met iemand uit Oost-Jeruzalem of een Palestijn met een Isralisch paspoort, je naar OostJeruzalem of naar Isral kan verhuizen? Vergeet het maar. Die Palestijnse taxichauffeur mag naar jou in Betlehem verhuizen, als die dat al kan. Laatst was er het geval van een Palestijnse uit de West Bank en een Palestijn uit Isral die getrouwd waren en elkaar alleen nog op de checkpoint konden ontmoeten. Kortom, jij komt Jeruzalem of Isral niet in, met wie je ook maar trouwt, en met welk paspoort je ook wuift. Je komt er alleen in met een bijzondere vergunning, waar je voorafgaand aan christelijke feestdagen bij je parochie om mag vragen. Ga maar in de rij staan, straks bij de Pasen.

Mary: Chalas [genoeg], ik verlies gewoon mijn Palestijnse ID. Dan ben ik echt een Chileense. Geen Palestijn meer. Ik kom net als jou gewoon als toerist binnen en ga elke drie maanden het land uit. En kan overal komen waar ik wil. Hee, die smaak van vrijheid!

Toine: Ja, dacht jij dat het makkelijk is om als Palestijnse met een buitenlands paspoort het land binnen te komen. De een na de ander wordt de toegang tot de West Bank of Isral geweigerd. Je zus Norma heeft een Frans paspoort en geen Palestijnse ID meer, en ze kon twee jaar geleden na twee dagen cel op het vliegveld in Tel Aviv alleen onder escorte van een auto van de Franse ambassade Betlehem bereiken. Tel uit je winst.

Mary: He wacht eens... Ik laat me gewoon tot het jodendom bekeren. Moet jij ook doen. Alle problemen achter je. Automatisch een Isralisch paspoort. Ja, dat is het!

Toine: Vergeet het maar. Dan mag je wel zoeven over die apartheidssnelwegen in de West Bank, maar je mag je geliefde Betlehem niet meer in. Isralische joden mogen van de Isralische regering de Palestijnse steden niet in. Isralische Palestijnen geloof ik weer wel, er waren laatst nogal wat Palestijnen uit Galilea in Betlehem op bezoek tijdens de Kerst.

Trouwens, ken je die mop over drie Palestijnen die besloten om rabbi te worden om zich zo van alle problemen te ontdoen. Tot hun verbazing werden ze alle drie tot de opleiding toegelaten. De een na de ander worstelde zich door de rabbijnenliteratuur. Wonderwel haalden alle drie de examens. Aan het eind kwam de moeilijkste test. Ze moesten ieder 500 meter zwemmen. Twee van de drie haalden de eindstreep. De derde zat een eind achterop te spartelen. De ene aanstaande rabbijn zei tegen de andere: Zullen we hem redden? Zijn companion aarzelde, maar zei toen: Nee, toch maar niet, hij is tenslotte maar een Arabier!

Albert Aghazarian, de vroegere PR man van de Birzeit University zei dat toen hij die grap aan een Israli vertelde, deze onmiddellijk Palestijnen met joden verwisselde, en rabbijnen met priesters... en toen de tweede keer nog harder moest lachen.

Kortom, je bent wie je bent, of je het wilt of niet.

Mary: Hou jij je grappen maar. Ik ga mijn ID weer vernieuwen. Oh, jee, het Palestijnse Ministerie van Binnenlandse Zaken staakt. Pppfff.... Dan maar bij de buren op bezoek. P.S. Nadat het Isralisch leger de maatregel aankondigde dat chauffeurs van een Isralische auto geen Palestijnen mee mocht nemen, kondigden Isralische vredesbewegers en Palestijnen op hun beurt een aktie aan om dat massaal wel te doen. In de geest van Rosa Sparks die niet opstond. Direkt daarna werd de uitvoering van de maatregel opgeschort - maar de maatregel zelf niet ingetrokken... 2 Reacties | Reageer direct

Terugkeer
08/01

Waarom ben je weggegaan?

Dus we hebben een vergunning van een maand om naar Jeruzalem te gaan. Het zou best wel eens kunnen zijn dat de Israelis die ruime vergunning mede hebben gegeven om verdeeldheid te zaaien tussen moslims en christenen. Een kennis van Mary vertelde dat ze afgelopen week bij de Jordaanbrug door een soldaat werd geplukt uit een lange rij wachtenden. Hij riep haar toe: Kom hier, jij bent een Palestijnse christen, jij bent niet tegen ons, kom maar, dan kan je passeren! Ze zakte bijna door de grond. Het was vreselijk. Voor het oog van de mensen werd je voorgesteld als een collaborateur.

Gewapend met de vergunning gaan Mary, haar familie en enkele collegas naar Ein Karem. Dat is een plaatsje ten zuiden-westen van Jeruzalem, gelegen op de plek waar volgens de traditie Johannes de Doper (de profeet Yahia voor de Moslims) is geboren, en waar Maria, de moeder van Jezus, logeerde bij Elizabet, de moeder van Johannes. Ein Karem - bron van de wijngaard- was voor 1948 bevolkt door Palestijnse moslims en christenen. Ze vluchtten tijdens de oorlog rond de stichting van de staat Israel. Verscheidene families onder hen zijn nu in Betlehem en Beit Jala. Ik ken onder meer de gebroeders Zacharias - vernoemd naar de man van Elizabet - die het ambacht van hun voorvaders uit Ein Karem in Betlehem hebben voortgezet en een olijfhoutwerkplaats beheren. In ons gezelschap is ook een familie met een naam (noem hun naam niet, roept Mary me toe) die eveneens verwijst naar de Bijbelse gebeurtenissen.

We bezoeken een paar schilderachtige kerken. Het is mooi en rustig weer. Tamer en Jara spelen. We gaan naar de kerk van de geboorte van Johannes de Doper. Tamer werpt zich als een dweil onder de kerkbanken. Een Franciscaan gaat naast hem staan. Dit is duidelijk niet de bedoeling. Jara vraagt: Is dit de laatste kerk die we bezoeken?

Ja, het is de laatste kerk. Maar voor de kerk is het huis van de moeder van Marys collega gelegen. Daar blijven we even kijken. Het is raar om het huis te bezichtigen van waaruit je familie vanwege de oorlogomstandigheden is vertrokken en waarnaar ze daarna nooit meer mochten terugkeren. Ik herinner me een aantal romans en anecdotes van Palestijnen wiens familie in 1948 was gevlucht en die na 1967 toen het mogelijk was om vanuit de West Bank naar Israel te gaan - hun familiehuis bezochten. De onderwijskundige Mounir Fasheh beschreef eens hoe de nieuwe bewoners hem vertelden dat voorheen in het huis christenen, geen Arabieren woonden. Hij was een Arabier, dus hij kon het niet zijn. Fasheh stond perplex.

De familie voelt een mengeling van emoties. De familieplek blijkt een confrontatie met de eigen wortels en met de ander; het doet vertrouwd aan en is toch vervreemdend. Je voelt je kwaad maar ook gelaten, want het is toch al zolang geleden. De familie haalt herinneringen op. Ze wijzen naar het balkon waarvan een hoogzwangere vrouw viel die daarna door de familie werd gewikkeld in een warme vacht van een snel geslacht schaap. Een traditionele remedie.

Dan opeens een stem uit het huis. Waarom zijn jullie weggegaan? klinkt het. De bewoners van het huis herkennen kennelijk de familie die hier een paar jaar geleden al eens eerder was gekomen. Een vraag, een beschuldiging, een excuus. Zoiets van Hadden jullie maar moeten blijven, dan had ik nu niet in jullie huis gezeten. Opgestaan, plaatsje vergaan. De familie zegt niets terug. Zij staan ook perplex. We kijken naar het prachtig in de heuvels gelegen familiehuis van de andere familie, Zacharias.

Op de terugreis horen we hoe de families vluchtten; hoe eind april 1948 de doden en gewonden uit het nabijgelegen dorpje Deir Jassin (bijna uitgeroeid door de Irgoen-ondergrondse onder leiding van Menachem Begin) door Ein Karem werden gevoerd en hoe de spanningen later toenamen. Na de vlucht mochten ze niet terug. Tenzij met een tijdelijke vergunning, zoals nu.

Zijn we niet op weg naar onze masir [lot]?, zegt Mary, in navolging van een Arabisch spreekwoord.

1 Reacties | Reageer direct

De Kerstpoort
21/12

Lach van de vrijheid

Hmar [ezels], ze willen allebei op de stoel, zegt Mary doelend op de machtsstrijd tussen Hamas en Fatah van de afgelopen dagen en de belustheid om in de regering te zitten. Veel hebben we in Betlehem niet van de gevechten gemerkt. We volgden het via de TV. Er was bezorgdheid, maar zoals altijd hier hebben mensen teveel zorgen om bij een enkele zorg te blijven steken. De aandacht ligt nu weer bij de Kerst. Mary weet niet hoe ze zich moet voelen. Onverwacht krijgen veel christenen in Betlehem een vergunning van een maand om Jeruzalem en Israel te bezoeken. Niet op een enkele dag van 8 tot 5 uur, zoals gewoonlijk de vergunning zegt; niet een vergunning om een bepaalde plaats of ziekenhuis in Jeruzalem te bezoeken, nee een open vergunning. Tsjee. Marys familieleden wrijven hun ogen uit. Een ticket naar de vrijheid? Het is droevig dat je je gelukkig moet voelen om je eigen land te kunnen zien. Je wordt gelucht, uitgewaaid, als dieren in een dierentuin, of als gevangenen in een gevangenis.

Dat gevoel van in een gevangenis zitten krijg je ook wanneer je ziet hoe een honderd meter lang dubbel gangpad omgeven door hoog prikkeldraad is gebouwd langs de Betlehemse kant van de Muur. Het was een paar maanden geleden aangelegd nadat moslimse pelgrims tijdens de vrijdagen van de Ramadan niet tot Jeruzalem werdem toegelaten en er bij de poort gevechten waren uitgebroken. In de kooi terug, jullie. Hoe zit het eigenlijk met de vergunningen voor de moslimse feesten zoals het Offerfeest aan het eind van het jaar, vraag ik. Niemand weet het precies. Soms mogen moslims boven de 45 door de Poort heen, maar dat geldt alleen voor moslimse Palestijnen uit bepaalde steden, en bovendien op betrekkelijk onvoorspelbare momenten. Plotseling hoort men dat je door de Poort kan. Het gerucht verbreid zich, en dan gaat men het maar eens proberen. En dan worden ineens rijen mensen doorgewoven. Ruuh, ruuh, [loop door]. Jara kan dat goed nadoen, dat gelastend wuiven met de hand.

En de Poort gaat ook breed open voor pelgrims, als we het Israelische Ministerie van Toerisme mogen geloven. Er komt zelfs een shuttle bus. Wanneer de pelgrims door de Poort gaan, krijgen ze volgens de krant Haaretz een vredesgroet op een kaart en ook een gift. Een subtiel gebaar. Ben benieuwd hoe de pelgrims zich voelen om door een 8-9 meter hoge militaire Muur te gaan en dan

onder het toeziend oog van soldaten in hoge wachttorens of op metalen bruggen een gift te ontvangen.

Zelf heb ik ook een Kerstgift van het leger ontvangen. Onder druk van de EU is het Israelisch Ministerie van Binnenlandse Zaken overstag gegaan en laat buitenlanders getrouwd met een lokale Palestijnse partner zoals ik toch toe nadat men eerder in oktober op hun paspoorten last permit had gestempeld. Deze buitenlanders, die vaak hier tientallen jaren wonen, mogen blij zijn met de status van bezoeker en kunnen dan net als eerder elke drie maanden een vergunning verlengen. De Israelis hadden verklaard dat de maatregel ertoe diende om tienduizenden Palestijnen uit het land te zetten die hier illegaal verblijven. Wie is hier illegaal, gromt Mary. Net als Mary weet ik niet of we blij moeten zijn. Je moet afwachten of het beleid op de grond wordt toegepast. Sinds jaren heb ik me het hier motto ingeprent: Bereid je altijd op het slechtste voor. Goed nieuws is tijdelijk. Het past trouwens ook niet om blij te zijn. Tienduizenden anderen leven in angst voor hun visa.

Heb ik het volgende verhaal al eens eerder verteld? Het gaat over een andere Poort. Jaren geleden, op de Freres School in Betlehem, speelde een jongetje de herbergier die de heilige familie de poort tot de herberg moest versperren. Toen Maria toeschreed, gooide de jongen de poort wijd open. Gastvrijheid zit te diep in de Palestijnse ziel geworteld dat je iemand de toegang zou kunnen weigeren. De toeschouwers barsten in lachen uit.

Een bevrijdende lach, een lach van echte vrijheid, dat is wat de mensen hier nodig hebben. 7 Reacties | Reageer direct

Gebaar
12/12

Kerst in Bethlehem

Zo, ben jij er nog niet uitgegooid, grijnst een collega-Nederlander me toe tijdens de Kerstreceptie georganiseerd door de Nederlandse vertegenwoordiging in de Palestijnse gebieden. Hij doelt op de visumproblemen waaronder vrijwel alle hier aanwezige buitenlanders lijden. We praten over het initiatief van de vertegenwoordiging om tijdens de Kerstmarkt in Betlehem een

zondag geleden gratis anjers en roomboterstaven uit te delen. Het publiek was blij verrast. Mary, een half uurtje te laat, kon niets meer meenemen. Voor we trouwden werd haar door een kennis uit de toeristensector eens toegefluisterd dat Hollanders bekend staan om hun gierigheid en dat ze goed moest nadenken over haar Hollandse partnerkeuze.

Onlangs werd Mary bezitster van een Chileens paspoort (haar vader was in Chili geboren - er is daar een grote Palestijnse gemeenschap). Samen met het paspoort werd door een Palestijnse medewerkster van het Chileense consulaat haar een prachtige pot als een soort welkomstgeschenk aangeboden. Eerder had Mary bij de aanvrage zelf haar een kadootje gegeven na goed geholpen te zijn. Wederzijdse kadootjes zonder bijbedoelingen. Het is een trek van het leven hier dat giften bij het leven horen. Je vergeet zulke gebaren niet gauw, of het nu de kapper is die absoluut weigerde betaald te worden toen Tamer voor het eerst in de winkel gekapt werd, of de tandarts die Jara even uit een lange rij wachtenden plukte om snel een melktandje te verwijderen.

Een paar jaar geleden gebeurde het rond de Kerst, bij het geboorteplein, dat ik mijn hand uitstrekte naar Jara om haar wat geld mee te geven voor school. Omdat Jara er ondanks blauwe ogen Arabisch uitziet, en ikzelf een niet te miskennen buitenlander ben, dacht een Palestijnse agent dat Jara bij mij om geld bedelde. Hij snelde naar Jara toe, pakte de twee sjekels die ik haar zojuist had gegeven, gaf me deze terug, en gaf Jara in plaats daarvan zelf twee sjekels uit eigen zak. Had een Nederlandse agent hetzelfde gedaan? Ach, misschien wel, het is zeker tegenwoordig moeilijk om in nationale stereotypen te denken.

Met de Kerst, zo heeft de christelijke Palestijnse minister van toerisme (Marys neef) bedacht, wordt er op het geboorteplein een grote Bedoeienentent geplaatst waar bezoekers gratis Arabische koffie kunnen krijgen. Alleen moet de Palestijnse regering wel eerst over de brug komen met haar belofte om 50.000 dollar aan het Betlehemse Kerstgebeuren uit te geven. Twee maal zoveel als eerdere jaren. Hamas wil kennelijk laten zien dat het de Palestijnse christenen niet vergeet. Een gebaar dat toch wel op prijs wordt gesteld, ook al zegt een andere neef van Mary, geinterviewd in de Israelische krant Haaretz, dat het geld beter aan de armen in Betlehem kan worden gegeven.

Het is rot wanneer je als Palestijnse christen vanwege armoede tijdens de Kerst geen kadootjes aan familieleden en anderen kan geven. Terwijl we zo aan de ontbijttafel zitten te praten herinner ik me plotseling dat Mary eens vertelde dat een Israelische soldaat haar, kort na de oorlog in 1967, een ijsje had gegeven. Zomaar een gebaar. Ja, zegt Mary, toen gaven ze een ijsje en nu geven ze je een schop zodat je naar het buitenland vertrekt. Weet je dat dat scan-apparaat bij de checkpoint juwelen kaapt. Je hoort steeds meer verhalen van mensen die hun ringen en oorbellen moeten afdoen, dat in het plastic bakje plaatsen, waarna een en ander verdwijnt in het apparaat om er nooit meer uit te komen. Rara, waar denk je dat die juwelen blijven. Zelf is ze op die manier een half

jaar geleden een ring verloren die ik haar had gegeven. De soldaten hielpen niet om het verlorene terug te vinden. Je mag een telefoonnummer opschrijven, waarna je natuurlijk nooit iets terughoort. Vorige week had een vriendin van Mary een dure oorbel verloren. Toen laatst soldaten iemand uit een dorp ten oosten van Betlehem meenamen, was plotseling bijna 10.000 dollar uit het huis verdwenen. Ook een verhaal van afgelopen week. Zo maar geruchten?

Mary vertelt dat ze droomt in een auto met Israelische soldaten te zitten. Ze zegt tegen een soldaat dat een langzame moord zoals die nu op de Palestijnen wordt gepleegd moeilijker te verdragen is dan een snelle dood. Meen je dat? vraag ik. Ze lacht mysterieus en haalt haar schouders op. 2 Reacties | Reageer direct

Ritmes
28/11

Zomaar een dag in Betlehem

Afgelopen woensdag om twee uur loop ik met enkele Canadese bezoekers door de Melkgrotstraat die grenst aan het jeugdhuis van het AEI. Stralend weer. Met de stem van een gids vertel ik over de sluiting van de souvenirzaakjes in deze straat als gevolg van de instorting van het toerisme. Ik bedenk dat het centrum van Betlehem eigenlijk drie ritmes kent. Het tijdloze ritme van de rites in een van de oudste kerken ter wereld. Het dagelijkse ritme zoals dat van de wandelende schoolkinderen die nu na het einde van de onderwijsstaking weer allemaal in hun uniforms op straat verschijnen. En het versnelde en heftige politieke ritme van gevechten en onvoorspelbare ontwikkelingen.

We zitten in het politieke ritme, zo bijkt. Mijn Arabische lerares Aida op weg naar het AEI vertelt in haast dat er gevechten op of bij het Geboorteplein zijn. Hoe kan ze straks haar huis bereiken, vraagt ze zich in paniek af. We snuiven lichte traangasgeur. De Israelis zijn kennelijk op klaarlichte dag binnengevallen. Meestal gebeurt het s nachts. Als een dief in de nacht, zegt Mary altijd. Ze arresteren (kidnappen?) Palestijnen die van aanslagen zijn verdacht, of van lidmaatschap in politieke of militaire groepen. Snel naar een zij-ingang van de Geboortekerk. We haasten ons in de kerkgalerij tussen de wapperende pijen van de Franciscaner broeders en de verschrikt kijkende schoolkinderen. Ik denk aan de klooster-thriller De Naam van de Roos van Umberto Eco. We komen uit op de zijkant van het Geboorteplein. Nieuwsgierigen staan op afstand te praten. In de verte zien we een traangaswolk. Jongeren gooien stenen en flessen. Zouden ze weten wat ze doen,

vraagt een van mijn bezoekers. Als je het ze vraagt krijg je soms heel volwassen antwoorden, zeg ik.

Zullen we een falafel nemen?. Eigenlijk raar, om weer het dagelijkse leven in te stappen bij zon heftige situatie. Mijn andere bezoeker, een advocaat, wil niet eten zo dicht in de buurt van het treffen. Niet vanwege de onveiligheid, maar omdat hij fysieke nabijheid ervaart als een soort involvement, een crossing the line. Hij is opgegroeid met religieuze gevoelens voor Israel en heeft nu moeite die te verzoenen met zijn rechtsgevoel en wil kennelijk daarom afstand.

In gesprekken na afloop zijn er verschillende reakties. Aan tafel zegt Mary dat zij Tamer over het gebeurde vertelde om zijn aandacht op te eisen bij het kleren uitdoen. Tamer vroeg waar de Palestijnse soldaten waren. Tsja. De volgende dag roept een faktie een winkelstaking uit waar de goeverneur van Betlehem het niet mee eens is. Laat ze eens regeren, verzucht onze buurman. Israel lacht alleen maar in zijn vuistje. De meisjes op de St Jozef-school vertellen over hun schrik van de dag in hun Engelstalige dagboeken, een project dat de lerares Engels Suzy Atallah daar sinds vijf jaar toepast. Dagboeken luchten op. Bij de kapper hoort Mary verhalen over christenen die vertrekken. Groot gelijk, zegt de kappersvrouw, Het is geen leven hier. Mary voelt de pijn door haar ziel gaan. Op de Internet lezen we een brief van een Palestijnse vrouw die zich verbonden voelt met Palestina, maar nu haar gezin de prioriteit geeft en vertrekt. Het doet nog meer pijn omdat ik zo met haar mee kan voelen, zegt Mary. De volgende dag zien we in het lokale nieuws dat er drie gewonden zijn, getroffen door gewone kogels en rubberen kogels. Het leger blies later op de dag een huis op. Tijdens de preek in de Geboortekerk de volgende zondag zegt de priester dat het in Afrika met de armoede daar nog altijd erger is. En dat wat er nu in Palestina gebeurt tijdelijk is. Mary voelt zich weer wat gesterkt. 3 Reacties | Reageer direct

Perspectief
15/11

Urbicide

Wanneer je in een crisisgebied leeft, komen er wel eens onderzoekers langs. Soms is dat bijzonder interessant, wanneer namelijk die onderzoekers een nieuw licht op de situatie kunnen laten schijnen. Een blik van buitenaf, een stap terug, kan soms patronen tonen die je niet ziet wanneer je in de mess zelf leeft. Een flits van inzicht overviel me laatst in twee gesprekken waarin de

uitdrukking urbicide (het doden van een stad) aan de orde kwam. Ik kende de term niet, maar hij schijnt vooral in de kontekst van ex-Joegoslavie te zijn gebruikt, toen steden zoals Sarajevo en Mostar compleet werden verlamd of systematisch aangevallen.

Het eerste gesprek was met een Belgische docent die op een Britse universiteit sociologie van de architectuur doceert. Zij doet op het moment onder meer onderzoek naar hoe Palestijnen en buitenlandse bezoekers tekeningen of graffiti op de Muur aanbrengen. Tenslotte is de Muur ook een vorm van architectuur, zij het niet om als architect na voltooiing een trotse blik op te werpen. Haar interesse was niet alleen in de Muur als fysiek obstakel, maar vooral als ikoon of symbool. Hoe plant de Muur zich in de geest van de mensen? Toen zijzelf s avonds Betlehem binnenging vanuit de helverlichte checkpoint, knikte een soldaat haar veelbetekend Good luck toe terwijl ze de donkerte van Betlehem betrad. Vlak voor je de poort in de Muur doorgaat is er een enorm spandoek van het Israelisch Ministerie van Toerisme met de verlichte tekst Peace Be Upon You. Alsof je de grens van de beschaving overschrijdt en een gevarenzone betreedt.

Het viel haar ook op hoe Palestijnse kinderen al thuis Muurtje zijn gaan spelen (zover is Jara nog niet, ze houdt het bij checkpointje gelukkig niet te vaak). Terwijl ze een MA programma op de Universiteit van Betlehem doceerde, hoorde ze dat een man in Betlehem na het bouwen van de Muur tussen Jeruzalem en Betlehem plotseling niet meer naar zijn werk in Beit Sahour wilde, ook al hoefde hij helemaal geen Muur te passeren. Hij kwam zijn stoel niet meer uit. Het was een soort geestelijke Muur waar hij tegenaan liep. Haar klas van ongeveer 30 studenten, merendeels goed opgeleide medewerkers van NGO's in het gebied, wonden er geen doekjes om: Wanneer de Muur aan de west- en zuid-westelijke kant van Betlehem wordt gebouwd, zouden ze als het even kon vertrekken. Dan was het niet meer leefbaar. Zelfs voor mij was het een schok dat te horen. Zij zei dat al die verschijnselen erop wezen dat, los van de bedoeling, het effect van de Isralische politiek een vorm van urbicide is.

De andere onderzoeker was een Amerikaanse antropoloog met wie ik gisteren praatte over de redenen van christelijke emigratie uit Palestina. Ik legde hem het begrip urbicide voor. We praatten over Oost-Jeruzalem waar strikte bouwzonegrenzen, diskriminatie in voorzieningen, en huisverwoestingen langzamerhand de Arabische stad ontzielt; hoe het culturele stedelijke leven daar is verzwakt; hoe doods de stad vooral s avond is. Beit Hanoun in de noordelijke Gazastrook is ook een voorbeeld waarvan je na de afgelopen week je afvraagt of met alle aanvallen daar het uberhaupt nog mogelijk is om sociaal leven voort te zetten. Qalqilia in de noordelijke Westoever is na de bouw van de Muur aan drie zijden een doodse stad geworden. Je gaat, als het even kan, daar weg; dat wil je je kinderen niet laten meemaken.

Deze onderzoeker zag in het geval van Betlehem ook een langzaam proces van urbicide. Het patroon was aldus: eerst de grootschalige landonteigening waardoor Betlehem niet kon uitbreiden gedurende de laatste decennia van de vorige eeuw; daarna de inzakking van het toerisme na 2000 door de verscherping van de vergunningen- en checkpointpolitiek - met als gevolg de ekonomische instorting van de belangrijke toeristensector in Betlehem; vervolgens het afsluiten van het woongebied rond het Graf van Rachel - een van de levendigste en rijkste centra van de stad; dan het bouwen van de Muur, en nu de visum-politiek als gevolg waarvan veel, vaak bemiddelde of getalenteerde Palestijnen met buitenlandse paspoorten niet in Palestina kunnen blijven. Ook hij zag een duidelijke lijn in dit alles: het doden van stedelijk leven, sluipenderwijs. 4 Reacties | Reageer direct

Lichte zenuwen
01/11

De stempel

Mary vraagt me terloops alvorens ik naar Nederland vertrek om in Jeruzalem wat spullen te kopen, voor het geval je er straks niet inkomt. We horen dagelijks de berichten over bezoekers die Isral (en dus Palestina) niet meer binnen kunnen komen. Meestal gaat het om mensen met een Palestijnse achtergrond die in de Westoever of de Gazastrook wonen of willen wonen, of gewoon op bezoek komen bij hun familie. Ze hebben geen Palestijnse ID maar een internationaal paspoort. Marys zus, die een Frans paspoort heeft, werd laatst in Tel Aviv bijna de toegang geweigerd. De Franse ambassade in Tel Aviv nam het voor haar op.

Velen van die duizenden Palestijnen met een internationaal paspoort wonen hier en gaan elke drie maanden de duur van hun toeristenvisum het land in en uit.. Onder hen zijn nogal wat zakenlieden en intellectuelen. Ze komen vaak uit de VS en hadden tijdens de optimistische Oslojaren het voornemen om een bijdrage te leveren aan de opbouw van de Palestijnse staat. Een van hen, Sam Bahour, een zakenman die onder meer een winkelcentrum in Ramallah heeft opgezet, kreeg op zijn paspoort LAST ENTRY gestempeld. Hij startte een paar maanden geleden een komitee en campagne met als resultaat dat de belangrijkste Amerikaanse en Europese media berichten of opiniestukken over het onderwerp plaatsten. Zelfs Condaleeza Rice heeft nu min of meer haar steun betuigd voor de rechten van de Amerikaanse Palestijnen die in Palestina wonen. Sam Bahour kreeg ondanks de genoemde stempel een paar weken terug toch weer drie maanden aan de grens. Kennelijk vonden de Isralische autoriteiten het ingewikkeld om nog meer ruzie met hem te krijgen. Maar ondertussen hoor je steeds weer opnieuw dat internationals die in de

bezette gebieden werken, van Palestijnse of niet-Palestijnse afkomst, er niet in mogen, of hun zaken moeten klaren binnen de magere periode van een week.

Ikzelf placht ruim tien jaar geleden ook met een toeristenvisum het land in en uit te gaan. Op een gegeven moment volgde een werkvergunning. Die werd tijdens de hoogtijdagen van de Intifada in 2002 zonder opgave van reden geweigerd, waarna het in- en uit het land gaan weer de enige manier was om hier te blijven. Sinds begin dit jaar heb ik een nieuwe levenslijn. Mensen met een lokale Palestijnse partner kunnen tegenwoordig een driemaandelijkse bezoekersvergunning krijgen. Je gaat dan naar het Palestijnse Ministerie van Binnenlandse Zaken die in feite de stukken gereed maakt voor de civiele afdeling van het Isralische leger op de Westoever, die het weer doorstuurt naar het Isralische Ministerie van Binnenlandse Zaken. Uiteindelijk geeft het Palestijnse Ministerie je je paspoort terug met een Isralische stempel erin. Drie maanden is niet veel en niemand weet of die procedure standhoudt. Anderen moeten een andere levenslijn creren, wellicht via hun werk, maar het aantal organisaties dat erin slaagt om voor hun internationale werknemers of vrijwilligers vergunningen te bemachtigen is zeer beperkt. De Katholieke Kerk in Jeruzalem wordt overstroomd door verzoeken van internationale vrijwilligers die in de bezette gebieden willen werken. Ze kan maar enkele in behandeling nemen. Wat dan te doen? Je hoort van mensen die bij de grens steeds een ander paspoort overhandigen zodat het aantal stempels niet te zien is.

Kan je aan alles wennen? Ikzelf pleeg de zenuwen pas zon tien minuten voor het terughalen van het paspoort bij het Palestijnse Ministerie resp. bij het doorwandelen van de paspoortcontrole toe te laten. De rest van de tijd neem je maar een filosofische houding aan. Na de doorgang slaak je een lichte zucht van verlichting wanneer het weer drie maanden is, daarna het gebruikelijke telefoontje naar Mary die altijd weer verbaasd is dat die stempel wordt gegeven. Alsof het een gunst is. 1 Reacties | Reageer direct

Waardigheid
17/10

Ramadan in Bethlehem

Het dagelijks leven in Betlehem staat deze dagen in het teken van de Ramadan. s Avonds is het letterlijk doodstil en donker op straat wanneer binnenshuis de Iftar-maaltijd (het breken van het

vasten) wordt genuttigd. Palestijnse christenen hebben ook volksgebruiken van de Ramadan-tijd overgenomen, zoals het eten van de overheerlijke katajef, opgevouwen pannekoeken gevuld met walnoten of witte kaas en gedoopt in zoete siroop. Al dagen eet Jara met lange tanden. Mary wijst haar terecht en vertelt hoe kostbaar het voedsel vandaag de dag is en dat kinderen in Gaza nauwelijks te eten hebben.

In Betlehem lopen s middags de straten vol met publiek om inkopen te doen voor het Suikerfeest na de Ramadan, vanaf a.s. zondag. Maar hoeveel moslims kunnen de gebruiken van het feest in stand houden? Wie heeft er genoeg geld voor het kopen van nieuwe kleren voor de kinderen, en voor alle suiker, de gebruikelijke giften voor tijdens het feest?.Bij mij om de hoek, waar het ministerie van onderwijs een distriktskantoor heeft, kwamen gisteren weer enkele honderden docenten samen om te protesteren tegen de niet-uitbetaling van de salarissen. Het geeft een bittere smaak wanneer je een gemeenschapsfeest niet echt kan vieren. En het wordt nog zuurder wanneer men niet naar Al-Aqsa Moskee in Jeruzalem mag om op de vrijdag te bidden. Afgelopen vrijdag werden meer dan honderd moslims bij de Betlehemse checkpoint met traangas weggejaagd. Er zijn talloze mensen die straks tijdens het feest hun familieleden elders niet kunnen opzoeken vanwege de checkpoints. Religieuze gebruiken en feesten hebben iets te maken met waardigheid en solidariteit. Je wordt in je ziel gekrenkt wanneer die niet beleefd kunnen worden.

Het is de solidariteit binnen uitgebreide families die er voor zorgt dat de mensen in ieder geval niet verhongeren. Moslimse instellingen organiseren soms grootschalige Iftars voor de duizenden die het zelf niet kunnen betalen. En bijna alle NGOs houden Iftars voor hun moslimse, en hier in Betlehem ook christelijke leden en families.

Consulaten doen ook mee. Het Amerikaanse consulaat in Jeruzalem houdt een grote en ongetwijfeld rijke Iftar voor wie van de Palestijnse elite wil komen. Vorige week kondigde de Amerikaanse regering aan dat ze 43 miljoen dollar ter beschikking stelde ter ondersteuning van Palestijnse politieke partijen en groepen die, kort samengevat, zich tegen Hamas opstellen. Binnen dat bedrag werd volgens de Israelische krant Haaretz 5 miljoen dollar vrijgemaakt voor privescholen als een alternatief voor het publieke onderwijssysteem, lees: scholen die rechtstreeks onder het gezag van de Hamas-regering vallen. Tamers prive-school heeft het financieel moeilijk omdat ouders het lesgeld vaak niet kunnen betalen. Ik ben benieuwd hoe de prive-scholen zich nu gaan opstellen jegens deze politiek getinte steun van de VS. Als sommigen toehappen, kan hun publieke imago gevaar lopen.

Over een paar dagen is er de olijfoogst. De boeren zijn blij met de eerste regen van de afgelopen dagen. Keurig op tijd. Ik snuif de regenlucht op, heerlijk. Hier houden we van regen, want het is goed voor het land. Tamer wil in de plassen springen. Het belooft een goede oogst te worden. Als

de boeren maar de gelegenheid hebben om de oogst binnen te halen. In de voorafgaande jaren waren er nogal wat kolonisten die met geweld Palestijnse boeren van hun olijfbomen weghielden. De Rabbis for Human Rights, die Palestijnse boeren helpen met de olijfoogst, denken dat er dit jaar minder problemen zijn. Laten we het hopen. Een goede oogst is nu belangrijker dan ooit. 0 Reacties | Reageer direct

Trots
03/10

Kaars in los zand

De kruidenier om de hoek zegt dat dit nog maar het begin is. Hij doelt op de strijd tussen Hamas en Fatah. Onze buurman doet de deur van de buitenpoort wat vroeger dicht dan normaal. Je weet maar nooit. Net als Jara en Tamer had hij gisteren een dag vrij vanwege een staking uit protest tegen het geweld tussen beide groepen. Hij signaleerde een slang in de tuin en liet wat vuurtjes branden in het gras om het ongedierte de schuilplaats te ontnemen. Tamer en Jara keken ademloos toe.

Staan ons andere branden te wachten? Of zitten we er al midden in? Meestal zegt men hier dat militanten de spanning hoog opvoeren maar het punt van een burgeroorlog weten te vermijden. Dan zijn er immers aan Palestijnse kant alleen verliezers. Mary zucht diep, begrijpt niet waarom geen eenheidsregering wordt gevormd. Wanneer er onderling wordt gevochten is het moeilijk je verbonden te voelen met je land. In de loop van de jaren is ze net als andere Palestijnen cynischer geworden. Laatst werd ze getroffen door de beschrijving van een pelgrim die de Geboortekerk bezocht en daar een brandende kaars, een beeld van hoop, probeerde te planten in het losse zand, een symbool van vergankelijkheid en wanhoop. Ze heeft zojuist een Chileens paspoort gekregen. (Haar vader was in Chili geboren, als emigrant). Ze wordt van alle kanten gefeliciteerd, opgebeld, behalve, zo stelt ze half lachend vast, door mij. Het is toch alleen maar een manier om geen visum voor de EU te hoeven aan te vragen, verder maakt het toch niets uit? zeg ik verbaasd. Maar kleine succesjes zijn al heel wat en we besluiten een etentje te organiseren. Jara vraagt of we met het nieuwe paspoort nu met zijn allen naar Eilat kunnen; daar is het immers mooi. Maar Betlehem is toch ook mooi?, zegt Mary. Niet echt, nee, ook Holland is mooier. Kom, wees eens een beetje trots op Palestina, zegt Mary tegen Jara tijdens het doornemen thuis van de les nationale vorming. Ze brengt een kaart uit de bibliotheek van de Universiteit van Bethlehem die ze beheert, en waarop de Palestijnse plaatsen staan, oud en nieuw. Waar ligt Israel? vraagt Jara. En: Ligt Jeruzalem in Israel? Als je er niet kan komen, hoe kan het dan van jou zijn, zal ze wel bij zichzelf denken.

Ten behoeve van een computeruitwisselingsprojekt tussen Nederlandse en Palestijnse scholen een projekt tussen mijn organisatie, het Arab Educational Institute, en het IKV - ga ik naar scholen in Ramallah en Birzeit. Dit jaar is het thema helden. Ja, waar is dat verloren gegane ras nog te vinden, helden waar je trots op kunt zijn? Ik denk aan een artikel van een Palestijnse danstrainer die zegt dat Palestijnen zich noch als slachtoffers, noch als helden moeten gedragen, maar hun eigen vormen en identiteit moeten ontwikkelen en zich laten inspireren door het dagelijkse leven. Een meisje uit Ramallah zegt op de vraag wat een held is dat helden je inspireren en hoop geven in wanhopige tijden. Inderdaad, een kaars in los zand. Sexy zangeressen op videoclips zijn geen helden roepen de meisjes tegen de jongens in de klas. Ik vertel dat de Nederlandse jongeren waarschijnlijk niet zo vreselijk trots zijn op hun Nederlandse identiteit of hun nationale helden. Dat vinden de leerlingen een beetje vreemd. Ze vragen over klompen, klederdrachten, en windmolens.

Laatst vertelden studenten uit Betlehem, op bezoek in een Palestijnse vluchtelingenkamp in Syrie, dat de Palestijnen daar letterlijk de hand van de bezoekers wilden kussen omdat Palestijnen in Palestina in ieder geval nog in hun eigen land konden wonen. Onze groep kwam terug met toegenomen eigenwaarde en trots. Ondanks alles. Ik moest onwillekeurig denken aan die bitterironische opmerkingen van terugkerende reizigers hier: Kijk daar heb je onze vertrouwde checkpoint, we zijn gelukkig weer thuis. 0 Reacties | Reageer direct

Dromen
20/09

I've got the power

Jara droomt dat ze in een huis van geitjes woont vlakbij het Graf van Rachel. De wolf klopt aan de deur en vraagt of hij met de zes geitjes en het meisje in het huis, Jara, kan spelen. De geitjes doen open en worden opgegeten, maar Jara heeft zich in de klok verstopt en kan ontsnappen. De wolf moet de Israelische soldaat zijn, fluistert Mary tegen mij, want de omgeving van het Graf van Rachel is volledig gemilitariseerd en bemuurd. Jara vertelt dat ze de wolf dwingt om de geitjes uit te spuwen. Ze roept de politie, die de wolf in de gevangenis zet, waarop Jara hem ijsjes en snoepgoed brengt. Waarom, zo vermaant ze de wolf, zeg je dat je met de kinderen wilt spelen, om ze daarna op te eten? Maar na een tijdje is de wolf vrij en spelen de wolf en Jara in goede harmonie met elkaar.

De wolf dwingt? Ik herinner me nog dat Jara een paar jaar geleden tijdens uitgaansverboden sprookjes met wolven speelde om zo haar angst en misschien haar gevoel van hulpeloosheid te boven te komen. Mary en ik brachten dan als het even kon een element van wat tegenwoordig empowerment heet in de spelletjes. Aan het eind van het sprookje was daar dan plotseling een journalist die de wereld over de misstanden verwittigde. Maar een heldenrol die de wolf op de knieen dwingt is onder de huidige omstandigheden voor weinigen weggelegd.

De Israelische bezetting is uniek niet door de intensiteit van het geweld ook al is die ook sterk toegenomen maar door de extreme afhankelijkheidsrelaties en machtsongelijkheden, en de vernedering en manipulatie als gevolg daarvan. Je ziet dat kinderen, jongeren en volwassenen vaak reageren door zich over te geven aan fantasieen. Fantasieverhalen die de wereld voor het moment glans geven of de ongelijke relaties op hun kop zetten. Zo zijn daar de verhalen van Spiderman (of zijn talloze collegas), die hier een extra betekenis krijgen omdat Spiderman goed muren kan beklimmen; of het visioen van de Arabische legers die uiteindelijk de strijd met Israel winnen, of de aanstaande komst van een explosie die de machtsverhoudingen doet stukspringen. Vlak bij het Geboorteplein werd afgelopen week een jongetje doodgeschoten dat stenen naar een militaire jeep gooide. Droomde hij ervan een held te zijn?

Claires huis bij het Graf van Rachel is aan drie kanten omgeven door een 8 meter hoge Muur. We zijn met een UCP delegatie van christelijke journalisten op bezoek. Zij heeft haar hoop gesteld op een big power die ingrijpt maar voert haar strijd goeddeels alleen. Waar kan die Big Power vandaan komen?

Een van de groepen die deze dagen probeert wat tegenmacht te ontwikkelen is een komitee van buitenlanders en Palestijnen met een buitenlands paspoort. Zij protesteren tegen de Israelische visumpolitiek die ervoor verantwoordelijk is dat tienduizenden Palestijnen of buitenlanders die hier werken of familie hebben niet in het land kunnen blijven. Sam Bahour, een van de woordvoerders en een suksesvol zakenman in Ramallah die ervan droomt bij te dragen aan de opbouw van een Palestijnse staat, vertelt dat wanneer de Israelis een toekomstig Somalie naast de deur willen hebben, ze vooral mensen die een brug kunnen vormen moeten wegjagen. Op zijn paspoort staat geschreven Last Entry (in Israel). Er verschijnen inmiddels artikelen in de buitenlandse media over het initiatief. Wie weet of deze machtvorming van onderop effect heeft.

P.S. Een grapje uit deze contreien naar aanleiding van de pauselijke uitspraken over de gewelddadigheid van de islam: Een priester en een sheikh worden gevraagd om een aapje uit de boom te halen dat maar niet naar beneden wil komen. Wie heeft meer autoriteit, de

vertegenwoordiger van de islam of van het christendom? De sheikh doet zijn best met alle mogelijke gebaren, maar het lukt hem niet. De priester slaat een kruis en de aap komt gelijk naar beneden. De aap dacht dat het vertikale teken naar beneden komen betekende, en het horizontale, als je het niet doet snijd ik je de keel af.

Trouwens, ook hier in Bethlehem is (gisternacht) een brandbom naar een kerk gegooid, die van de Carmelieten. 2 Reacties | Reageer direct

Geen school vandaag


05/09

Palestijns onderwijs gegijzeld

Vanochtend vroeg doen Jara en Tamer hun mooie uniformpjes aan om naar school te gaan, maar de telefoon rinkelt. Geen school vandaag. Alle scholen, ook de prive-scholen van Jara en Tamer, staken een dag vanwege tadaamoen (solidariteit) met de staking op de overheidsscholen. Docenten op de overheidsscholen waar de meerderheid van de 1 miljoen leerlingen in de Palestijnse bezette gebieden naartoe gaan zijn afgelopen zaterdag bij het begin van het schooljaar in staking gegaan omdat zij sinds zes maanden geen salaris hebben ontvangen, alleen twee voorschotten van ongeveer 300 dollar. De staking is een stevige, maar niet geheel onverwachte bron van frustratie voor leerlingen en ouders. Na de hier lange zomervakantie wilde iedereen dat de leerlingen er weer fris tegenaan konden gaan. September is niet te warm, en oktober is de Ramadanmaand, wanneer de leerlingen in het algemeen wat minder geconcentreerd zijn vanwege het vasten. Hoe lang gaat de onderwijsstaking duren: een paar weken, een paar maanden? Niemand weet of er op korte termijn een nieuwe Palestijnse regering komt en of dat ertoe zal leiden dat de salarissen weer op gang komen.

Mary en ik denken terug aan de door Israel opgelegde uitgaansverboden van een jaar of twee geleden als gevolg waarvan je niet wist, soms zelfs niet op de ochtend zelf, of en wanneer de kinderen naar school konden. Jara zat dan klaar in haar uniform op de schoolbus te wachten totdat de gehate militaire jeep langs kwam om aan te kondigen dat iedereen binnen moest blijven. In die tijd was Jara eerst gefrustreerd Is er school vandaag? vroeg ze elke dag hoopvol, wat ons hart deed breken - maar om zich vervolgens bij de nieuwe situatie neer te leggen en na een tijdje heimelijk plezier te hebben in de uitgebreide vakantie. Ik herinner me nog dat ze de officiele lijn

aanhing met terechte uitspraken zoals Sjaron is er voor verantwoordelijk dat we niet leren, maar het verder wel best vond. In die dagen gingen we het leren thuis organiseren.

Zon verlammende ontwikkeling dreigt nu ook. Om me heen hoor ik dat de leerlingen nogal ouderlijke uitspraken (enerzijds.... anderzijds....) over de staking doen die laten zien hoe goed ze de politieke situatie doorhebben, maar de docenten en ouders zijn bang dat straks de discipline verloren gaat. Hoe langer the wachttijd, des te moeilijker het op gang komen.

Kan je het de docenten kwalijk nemen dat ze staken? Er zijn verschillende inzichten over de wijsheid van de staking, maar je kan de docenten natuurlijk nergens de schuld van geven. Wanneer er een half jaar geen salarissen worden uitbetaald, is de sommatie van de huidige regering dat de docenten maar aan het werk moeten niet geloofwaardig. Aan de andere kant kan de staking maar een enkel praktisch doel hebben: het onder druk zetten van de huidige regering zichzelf op te heffen en plaats te maken voor een regering die wel aanvaardbaar is voor de internationale (westerse) gemeenschap.

Daarmee wordt het onderwijs zwaar gepolitiseerd, het wordt een middel in een politieke strijd met een onzeker einde. Je zou kunnen zeggen dat niet alleen de Minister van Onderwijs is gegijzeld (want opgepakt door Israel), maar het Palestijnse onderwijs nu ook. Wanneer de EU het vredesproces wil tegengaan, dan hebben ze een uitstekend middel gevonden: het Palestijnse onderwijs met de geldkraan gaan manipuleren. Zonder betrouwbaar onderwijs krijg je immers geen vrede, maar eerder die atmosfeer van incitement waar men in het westen vaak zo bezorgd om is. Dat Israel de VAT belastingen inhoudt die bijna de helft van de Palestijnse salarissen zou kunnen financieren is keiharde kontraktbreuk (en toont de Palestijnse afhankelijkheid van Israel), maar geen verrassing. Dat de EU zon beperkte horizon heeft dat ze het Palestijnse onderwijs tot speelbal van politieke belangen laat maken, is echter onbegrijpelijk. 3 Reacties | Reageer direct

Nasrallah
22/08

Beeldvorming

Eind jaren tachtig deed ik onderzoek naar de beeldvorming van Israelis en Arabieren in Westerse populaire fictie. Wie herinnert zich niet de mythe van het slagvaardige Isralische leger? Het vocht als een slimme, moedige en doortastende David tegen een logge, domme en paniekerige Goliath. De Israelische geheime dienst spoorde terroristen op, ontzag burgers en wanneer dat niet lukte werd aan moreel zelfonderzoek gedaan. De klassieke Mossad-held was meedogenloos maar had zijn hart op de goede plaats. Harde bolster, blanke pit. Steven Spielberg poetste dat beeld nog eens op met zijn recente film over het Olympische gijzeldrama in Mnchen.

Hoewel de glans van dat beeld in de loop van de jaren wel is verminderd, is de mythe rond het Isralische leger nog niet helemaal weg. Met de oorlog in Libanon deze zomer heeft het echter weer flinke averij opgelopen. We horen het van de best mogelijke bron: de Isralische soldaten zelf. Zo ongeveer alles ging mis: de command-and-control, de planning, de logistiek, het materiaal, het gebrek aan voorbereiding van de soldaten.

Isralische vredesbewegingen hebben er vaak op gewezen dat wanneer een leger als voornaamste taak heeft om kinderen achterna te zitten in de Arabische kasbah, het moreel en de discipline worden aangetast. Mary en ik hebben de afgelopen jaren tijdens de tweede Intifada kunnen zien hoe het Isralische leger zijn macht niet op de laatste plaats handhaaft met het pesten van de bevolking. Op terugreis vanuit het buitenland naar Betlehem moesten Mary en de kinderen een week geleden weer eens bij een checkpoint schijnbaar nodeloos 2,5 uur in de hitte wachten. En naast al het geweld en de arrestaties van Hamas- en Jihad-leden en burgerbevolking, had het Israelisch leger afgelopen weekend nog tijd om op de weg tussen Jenin en Nabloes de mobiels van chauffeurs te controleren op de beeltenis van Hizbollah-leider Hassan Nasrallah. Een lange rij wachtende autos ontstond; de betreffende mobiels werden in beslag genomen, en een aantal chauffeurs werden volgens het Palestijnse News Network een opdonder gegeven. Als je soldaten opdracht geeft dat soort dingen te doen, of ze het toestaat dat te doen, dan ondermijn je op termijn het moreel en de discipline van het leger als geheel.

Ja, Nasrallah is nu de meest populaire persoonlijkheid onder Palestijnen en onder vele Arabieren, waaronder trouwens ook veel christenen. Iets heeft ermee te maken dat Hizbollah met hem als leider haaks staat op dat oude mythische beeld van het ongedisciplineerde Arabische leger met brallerig sprekende woordvoerders. Nasralla op het Arabische TV station Al-Jazeera betekent geen grote woorden en retoriek, maar een schijnbaar verlegen glimlach en preciese analyses van wat Hizbollah wel en niet kan, waar ze wel en geen uitspraken over doet, en het doen van beloften die gelijk worden nagekomen, zoals hulp bij de wederopbouw in Zuid-Libanon. Ik herinner me dat de Palestijnse intellektueel Edward Said eens schreef dat van de Arabische leiders die hij had ontmoet Nasrallah de enige was die stipt op tijd voor een afspraak verscheen. De afgelopen weken hebben laten zien dat Hizbollahs strijders niet bepaald voldoen aan het beeld van laffe terroristen. Mijn omgeving wijst er fijntjes op dat Hizbollah deze zomer veel meer Isralische militairen dan burgers heeft gedood. Het omgekeerde gold voor het Isralische leger.

Tamer rent met zijn plastic watergeweer de kamer rond. Hij is tanig en ziet er met zijn vier jaar gespierd uit. Een dapper commando. Een tijdje geleden zei hij na een bezoek aan Jeruzalem en de checkpoint op teleurgestelde toon dat de soldaten niet schoten. Hij had er zin in. Wat hem straks allemaal uit te leggen? Dat elke dode en gewonde er een teveel is? 5 Reacties | Reageer direct

Vraagtekens
27/07

TV kijken

Tamer zit achter de computer met Spiderman te vechten tegen een glazen huisje waarbinnen een groot vraagteken langzaam om zijn as draait. Hij en ik zijn er nog niet achter hoe het spelletje moet worden gespeeld en wat dat vraagteken betekent.

Wanneer Mary en ik deze dagen naar de TV kijken zitten we ook tegen vraagtekens te vechten.

1. Het recht op verdediging van Isral. Jazeker, maar hebben Libanezen en Palestijnen geen recht op verdediging? Als grote delen van je land in puin worden gebombardeerd (Libanon, maar ook Gaza), hoe voelt het dan om met je armen over elkaar te zitten? Of wanneer zoals hier rond Jeruzalem je dagelijks te maken hebt met uitbouw van nederzettingen, en met de bouw van een Muur, beide volgens de internationale gemeenschap illegaal? Gaat het recht op verdediging alleen op wanneer je in staat bent om dat recht zelf toe te passen?

2. Hizbollah als terroristische organisatie. Zeker, het zonder onderscheid des persoons afschieten van raketten op burgerdoelen is terroristisch. Wanneer echter in Libanon 90% van de vele honderden slachtoffers van de Israelische bombardementen burgers zijn, is het moeilijk om vol te houden dat Israel de burgerbevolking niet wil treffen. Volgens de politieke literatuur is terrorisme het proberen bereiken van politieke doelen met (de dreiging van) geweld tegen de burgerbevolking. Wat volgens de Isralische en internationale pers Isral onder meer probeert te bereiken met zijn bombardementen op burgerdoelen, zoals de infrastruktuur van Zuid-Libanon, is

het opvoeren van druk op de Libanese regering om Hizbolla onder de duim te krijgen. Een strategie van staatsterrorisme dus.

3. Wie kidnapt wie? Een tijdje geleden pakte Isral het halve Palestijnse kabinet op met in het achterhoofd om deze in te ruilen tegen de Isralische korporaal die in Gaza gevangen was genomen. Duizenden andere Palestijnse zgn. administratief gedetineerden worden in Isral zonder vorm van proces en voor onbepaalde tijd vastgezet. Het is in Isral een publiek geheim dat nu en in het verleden verscheidene gevangenen uit Libanon zijn vastgehouden met als enig doel om uitgeruild te worden tegen Isralische gevangenen.

4. Wie is er laf? Af en toe hoor je zeggen dat Hizbolla laf is omdat ze zich verschuilt onder de burgerbevolking en hen als een menselijk schild gebruikt. Dat soort woordjes komen terecht in je emotionele onderbewuste. Ik ben persoonlijk bepaald geen fan van Hizbolla, maar wat ze doen in Zuid-Libanon is de klassieke guerrilla-strategie: je bewegen als een vis in het water. Als guerilla verschuil je je onder de bevolking. Omgekeerd zul je niet gauw horen dat Isral laf is. Dat klinkt zelfs een beetje raar, want het strijdt met het onbewuste beeld dat van Isral bestaat. Het droppen van vele tonnen aan bommen op een land is echter precies dat: lafheid. En wanneer we het hebben over menselijke schilden, is het goed te weten dat in Galilea in het noorden van Isral een flink aantal militaire opslagplaatsen en fabrieken gebouwd zijn dichtbij Arabische dorpen. Een kennis van me daar schrijft dat ze in het Arabische dorp waar ze woont, op 500 meter van haar huis een wapenfabriek is. Ze hoopt maar dat Nasralla dat niet te weten komt. Ze vermoedt dat de veronderstelling van Isralische beleidsmakers is dat Arabische legers wel niet snel zon wapenopslagplaats of fabriek zullen bombarderen omdat dan veel Arabische slachtoffers zullen vallen.

5. Ik zit niet als een media deskundige naar de TV berichtgeving te kijken, maar op de internationale zenders krijg je toch de indruk dat het Isralische perspektief behoorlijk overheersend aanwezig is. De media adviseur van Olmert vertelde de Jerusalem Post dat de internationale media Isralische woordvoerders vier maal zo veel interviewden als Libanese of Palestijnse. Wanneer je vanuit Libanon woordvoerders hoort, dan zijn het vooral mensen van internationale hulpverleningsorganisaties, en minder deskundigen of politici. Een Isralische regeringsadviseur bekommentarieerde een paar weken geleden: We hadden het nog nooit zo goed. De hasbara (informatie resp. propaganda) is een goed-geoliede machine. Dus: waar is de verantwoordelijkheid van de journalistiek?

Vragen, met weinig echte antwoorden. 3 Reacties | Reageer direct

Manipulatie
13/07

Een hoge prijs

Wat het meest in je ziel raakt is de dood van hele gezinnen, in Gaza en Libanon. Zomaar, collateral damage. Mary is kwaad. Ze steunt Hamas meer dan me lief is. Dit is het doden van het Palestijnse volk. Met bommen zoals in Gaza. Of op een sluipende manier zoals in de West Bank. Ze doden ook mij. Killing me softly, ken je nog dat liedje? Ze begrijpt de wraakgevoelens onder Palestijnen en luistert geinteresseerd naar Zinadine Zidane op de Franse TV die zegt dat hij zich excuseert voor de kopstoot tijdens de world cup finale maar er geen spijt van heeft. Ik denk wat haar steekt en verbittert een kombinatie is van machteloosheid en het worden gemanipuleerd. Je bent overgeleverd aan de Israelis, ze kunnen met je doen en laten wat ze willen. Dat is het eigenlijke van bezetting, dat je tot een object bent teruggebracht.

Neem de kwestie van de energietoevoer. Een tijdje geleden, na de Israelische terugtrekking uit Gaza, lazen we tot onze verbazing quotes van Israelische legerleiders en rechtse politici die zeiden dat wanneer er toch niet te praten viel met de Palestijnen, je bij wijze van drukmiddel heel goed de voorziening van brandstof en elektriciteit, of het telefoonverkeer kon stoppen. Een paar maanden geleden was er in Betlehem en andere Palestijnse steden ineens een benzinetekort. Niemand begreep wat er aan de hand was. Was de rekening door de PNA niet betaald? Het bleek een drukmiddel. Dan wordt tijdens de laatste militaire operatie ineens de enige elektriciteitscentrale in Gaza volledig verwoest, met als gevolg een maandenlange crisis in de energievoorziening, met dramatische gevolgen voor de ekonomie, de gezondheidszorg en het dagelijks leven van vele tienduizenden mensen. Israelische woordvoerders zeiden dat het niet om een collectieve strafmaatregel ging, maar dat de bevolking moest begrijpen dat ze een hoge prijs (steeds weer die versluierende term, alsof het een soort ekonomische ruil is) betaalt voor, ja, voor wat precies? Voor de gijzeling of gevangenneming van een soldaat? Langzaam wordt de publieke opinie rijp gemaakt dat er een nieuwe fase optreedt in het manipuleren, zeg maar gijzelen, van het dagelijks leven van een volk.

Een ander voorbeeld: het reisprobleem. Steeds een nieuwe kategorie mensen krijgt met reisbeperkingen te maken die niets te maken hebben met het voorkomen van geweld. Zo brengen kritische Israelische journalisten in het nieuws dat Palestijnen met een Jeruzalems identiteitsbewijs niet meer door de Bethlehem terminal worden toegelaten. Palestijnse studenten uit Oost-Jeruzalem die aan bv. de Universiteit van Bethlehem studeren, kunnen kennelijk nu niet meer via deze

terminal reizen, maar moeten een enorm lange omweg maken, bijna via Ramallah. Vorige week was er dan het onrustbarende nieuws dat het voor buitenlanders, vooral Amerikaanse Palestijnen, steeds moeilijker wordt om uberhaupt naar de West Bank te reizen. Ook buitenlanders die met een Palestijn uit de West Bank zijn getrouwd, zoals ik, of buitenlanders die voor humanitaire organisaties werken, worden steeds vaker bij de grens de toegang tot Israel geweigerd, zo blijkt uit een aantal persberichten. De zondebok is de International Solidarity Movement (ISM), een groep buitenlanders die aan geweldloze akties tegen vooral de Muur meewerken, en die Israel niet binnen haar grenzen wil toelaten. Waar het volgens velen eigenlijk om gaat is dat het leger zo weinig mogelijk pottenkijkers om zich heen wil zien.

Gelukkig heb ik een bezoek-vergunning op grond van getrouwd-zijn met een lokale Palestijnse paspoorthouder. Maar ook die moet elke drie maanden verlengd. Zouden we deze zomer nog wel naar het buitenland gaan, zegt Mary, met al dat gedoe. Ze wilde via een Israelische parlementarier kijken of we een vergunning naar de luchthaven van Tel Aviv konden bemachtigen, maar na de uitroeiing van het gezin in Gaza heeft ze geen trek meer om met bidden en smeken proberen een vergunning te bemachtigen. Jara, acht jaar, mengt zich in de diskussie en zegt zoiets als dat we het beste maar gewoon moeten doen wat we willen en ons niet van onze wijs moeten laten brengen door wat anderen zeggen. Waarvan akte. 2 Reacties | Reageer direct

De hanoun
28/06

Een land ver hier vandaan

Waar is nachtmerrieland? zegt Tamer na afloop van een cartoonfilm over de dromen van een jongetje die soms naar dromenland en soms naar nachtmerrieland leiden. In Gaza, denk ik. Wanneer je lelijke dingen ziet of meemaakt in je dromen, dan heb je een nachtmerrie, zeg ik. Ik ben geen lelijk eendje, dus hoef ik niet naar nachtmerrieland, zegt hij in zijn eigen logica. Kom, laten we dan maar naar dromenland gaan, zeg ik. Een land ver hier vandaan.

Met een aantal Palestijnen en een team van Duitse programmeurs zijn we een nieuwe website aan het opzetten, Palestine-Family.net. Het is bedoeld een virtual homeland te worden, een soort cultureel archief waarin je van alles over cultuur en geschiedenis van Palestina kan vinden, van mythen en sprookjes tot recepten en traditionale medicijnen, van oral histories tot oude

landschaps- en familiefotos, van kaartwerk tot aan artikelen over Palestijnse religieuze gemeenschappen. En natuurlijk familiemateriaal. Een paar verbeten vrijwilligers zitten regelmatig items op te laden. Mary en haar familie en ik hebben een oude schoenendoos van Marys vader doorgeploegd en zon 30 documenten verzameld uit de Jordaanse, Britse en Turkse tijd die kunnen worden gescand en geplaatst op de site. Het gaat om stukken zoals een aanmaning van een bank, registratiepapieren, belastingformulieren, een geboortecertificaat, een bewijs van eerste communie.

Hoe, zo is de vraag van de webmaster, moet Palestina nu op de home page worden gesymboliseerd? Op het moment is Palestina een wat fletsblauw dorpje veraf gelegen in de bergen. De webmaster stuurt als alternatief een aktuele foto van een meisje dat hoopvol en spontaan kijkt met achter haar de torenhoge Muur. Is de Muur een symbool van Palestina?, diskussieren we. Moet je een website over het bijzondere en mooie van de Palestijnse identiteit introduceren met de Muur? Is de Muur nu al zo dominerend dat je Palestina niet meer zonder kan zien?

Andere symbolen van Palestina passeren de revue: de onverwoestbare cactus, de gelaagde stenen terrassen die zo karakteristiek zijn voor de Palestijnse heuvels en geworteldheid uitdrukken. Of toch een oude familiefoto? Maar is dat niet teveel verleden terug in de mist van de tijd? Een droomland dat je vasthoudt in je hart, dat je beschermt tegen de aktuele beelden van de verwoesting van Gaza en tegen de lelijkheid van de Muur en de checkpoints?

Een Palestijnse uit Berlijn schrijft dat ze het liefst iets op de homepage wil zien dat een onmiddellijk gevoel van aanwezigheid geeft, alsof je het land kan aanraken. Geen veraf-symboliek. Ze denkt aan de hanoun, de wilde klaprozen die je aan het begin van de lente overal ziet groeien. Toen ze jong was ging ze het land op, plukte die bloemen en rook eraan. Omdat ze geen geur hadden, dacht ze dat de bloempjes er alleen maar waren om de lente aan te kondigen. Het was vroeger gebruikelijk om in Palestina tijdens de lente met groepen mensen de velden op te gaan, over de terrassen te springen, bloemen te plukken. Toen Mary en ik ons verloofden, stuurden we een kaart met een foto van ons beiden tussen de hanoun.

Tijdens een zomerworkshop op het Instituut diskussieren we wat voor Kerstpakket uit Betlehem Palestijnse jongeren zouden samenstellen. In ieder geval moeten er kruiden in, zeggen de jongeren, zoals de verfrissende mint Mirimiya. De legende zegt dat Maria of Miriam met haar familie op de vlucht naar Egypte schaduw zocht onder een boom en de geur van deze plant opsnoof. Ik denk aan al die Palestijnse familieleden die hier van de zomer op bezoek letterlijk koffers vol met kruiden naar hun nieuwe land terugnemen.

Dus: we gaan op zoek naar mooie fotos van Palestijnse planten, zoals de hanoun.

De website www.palestine-family.net/ maakt het een ieder mogelijk zich te registreren en zelf materiaal, zoals een foto of tekst, op te laden en in een van de kategorieen te plaatsen. Er is ook een gastboek. 0 Reacties | Reageer direct

Spelletjes
14/06

Het nieuwe voetbalstadion

Een huisje aan zee, zucht Mary, daar heb ik zin in. Gisteren gooide de Israelische luchtmacht per ongeluk een bom op een picknickende familie op het strand van Gaza, antwoord ik.

Hoe een vakantiegevoel op te roepen?

We doen een spelletje. Mary helpt met mijn Arabisch. Dezelfde letters in ietsje andere volgorde. Barqus is ik dans, baqrus is ik bijt. Ik dans met je, ik bijt je, zegt ze uitdagend.

Jara speelt checkpointje in huis. Ze strekt haar been in de nauwe gang zodat Tamer en ik er niet doorheen kunnen. Ze houdt mijn dierentuinkaart tussen haar uitgestrekte middel- en wijsvingers, zoals soldaten dat soms doen wanneer ze achteloosheid veinzen. Ze bekijkt mijn kaart langdurig terwijl ze me ondertussen zit te begluren om te zien of de foto wel gelijkt. Tamer neemt het spelletje over en laat me alleen door wanneer ik voor hem op en neer dans. De kinders vinden het leuk om pappa eens bevelen te geven. Ik probeer via snelle sprints en andere deuren de checkpoints te omzeilen. Voor het naar bed gaan even een favoriet verhaaltje aan Tamer vertellen, uit het jeugdboek Vampier in de school, van Paul van Loon. Niet door iedere ouder gewaardeerd, vertelde me laatst een collega uit Nederland. Eigenlijk is Tamer er te jong voor, maar hij wil het zo graag. Ik pas het verhaal aan. De TV zender Jetix toont hem vanochtend het programma Jacob Dubbel en de martelkamer der docenten. Gelukkig gaat hij tekenen.

En dan natuurlijk voetbal. Vorige week donderdag werd bij het begin van het WK op de Muur bij Abu Dis een film getoond over hoe het Palestijnse elftal zich voor een kwalificatiewedstrijd met Uzbekistan voorbereidde. Bij ons thuis spelen we s avonds voetbal in de tuin, Jara zegt dat ze Palestina is en ik ben Nederland. De bal komt een paar keer onder de auto van de buren waaruit vies spul lekt. Nog steeds is er geen regelmatige benzine-aanvoer naar de Palestijnse gebieden. Ik herinner me de tijdloosheid van het voetballen van vroeger en hoe je steeds weer languit liggend die eeuwige ballen met het topje van je vinger van onder de autos moest opvissen.

Met enkele buitenlandse gasten waren we vorige week op bezoek in het dorpje al-Khader bij Betlehem, vlakbij Road 60 gelegen waar de autos vanuit Jeruzalem naar de nederzettingen in het zuidelijk deel van de Westoever gaan. Riqbaal, docent geschiedenis in het dorp, laat ons een groot voetbalstadion zien, gefinancierd met Portugees geld, dat over twee maanden open gaat. De project manager is in vakantiestemming en rookt in zijn luie stoel een nargila [waterpijp]. Riqbaal roept luid: Kijk, daar is de project manager. De man laat ons licht beschaamd een computersimulatie zien van hoe straks het voetbal eruit zal zien. Virtuele spelletjes, die kennen we hier. Riqbaal daagt ook mij uit, en loopt over de trappen snel naar boven om me daarna schijnbaar verbaasd te vragen hoe het kan dat ik uithijg.

Naast het stadion is zijn school. Op het moment zijn er van de 350 leerlingen 60 leerlingen in de gevangenis, waarvan 14 het eindexamen niet konden doen, hoewel ze in de gevangenis hard zitten te leren, zegt Riqbaal. Zestig van de 350 leerlingen in de gevangenis? Hoe kan dat? De kinderen spelen Tom en Jerry, kat en muis, met de soldaten, legt Riqbaal uit. Ze hebben niets te doen en gooien dan stenen. Het is een ritueel. De soldaten jagen achter de kinderen aan, die dan hard weglopen en soms gepakt worden. De docenten proberen te bemiddelen. Laatst werd Riqbaal kwaad en moest hij zelf een paar dagen gevangen zitten.

We bekijken de schoollokalen. Overdag tijdens de lessen moeten de rolluiken van de ramen waardoorheen je naar buiten de school kijkt meestal dicht. Je hebt kans dat de jongeren oogcontact hebben met de soldaten en dan worden de situatie en de les onvoorspelbaar. Alleen de ramen van waaruit je naar het binnengelegen schoolplein kijkt kunnen altijd open blijven. Riqbaal laat ons een paar gebroken vensters zien. Soldaten schieten soms op de ramen, zegt hij achteloos alsof het een gegeven is waar je je hebt bij neer te leggen. Nog nauwelijks bekomen van onze verbazing ontmoeten we enkele Israelische veiligheidsmensen die door de bosjes in de velden van het dorp lopen. Ze zijn geen soldaten, maar worden door het leger als een soort specialisten ingehuurd, vertelt een van onze gasten. Ben benieuwd hoe veilig het voetballen straks is in dat nieuwe stadion. 2 Reacties | Reageer direct

Demonstratie
30/05

Brood op de plank

Jara rent naar binnen. Ze roept me mee naar buiten te komen. Er is vanochtend een grote demonstratie gaande aan het eind van de straat, tegenover de Tarbiye, het districtskantoor van het Ministerie van Onderwijs, en vlakbij het gebouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Docenten en ambtenaren verlangen aan het eind van deze maand hun salaris dat ze inmiddels drie of vier maanden niet hebben ontvangen. Er moet brood op de plank. Jara vraagt wat er aan de hand is en ik probeer zo goed en zo kwaad als het kan de internationale politiek uit te leggen. Wat is een demonstratie, zegt ze? Oh ja, ze begrijpt het al. Laatst zag ze een foto van mij met lange haren en baard in een demonstratie in Amsterdam eind jaren zeventig, een spandoek meevoerend met leuzes voor een onafhankelijke Palestijnse staat en tegen de bezetting. Ze herkende me totaal niet en na de onthulling lachte ze zich een kriek. Nu wil ze liever veilig uit de buurt blijven en ik begeleid haar een meter of honderd op weg naar het huis van oma. Daarna ga ik weer terug.

Niet heel veel baarden te zien, dus niet veel Hamas-aanhangers. Een deelnemer houdt het portret van Arafat omhoog. Is dat nu handig? Natuurlijk zegt Hamas dan dat dit soort demos politiek zijn en georganiseerd worden door Fatah. Ik maak even een praatje met Riqbaal, die namens de organisatie druk gesticulerend het verkeer aan het regelen is. Hij geeft in het dorpje Al-Khader ten zuid-westen van Betlehem geschiedenisles. Al-Khader is een interessante plaats voor interreligieus onderwijs omdat Al-Khader voor moslims een mystieke adviseur van Musa (Mozes) is, beschreven in de Koran, terwijl dezelfde persoon voor christenen St George of St Joris is - die van de draak. Er is een Grieks-Orthodox kerkje dat op de feestdag van Al-Khader door christenen en moslims bezocht wordt. Zelf heeft Riqbaal ook een interessante geschiedenis: zijn moeder is een joodse Oostenrijkse en zijn vader een moslimse Palestijn. Hij ziet er christelijk uit met zijn mooie blauwe Kruisvaarder-ogen, zo zeggen zijn mede-bewoners van het stadje Beit Jala dat aan Bethlehem grenst.

Maar voor hem is de limit nu wel bereikt. Hij weet niet meer waar hij voedsel vandaan moet halen. Bovendien lijkt het wel alsof de levensmiddelen duurder worden. Hij vertelde laatst tijdens een anti-Muur demonstratie in Al-Khader te zijn opgepakt en twee dagen in een Israelische gevangenis te hebben vastgezeten. Vandaar dat we hem niet konden bereiken om mee te doen met de eerste ronde van een fotoserie: Al-Khader voor de Muur en straks (vanaf dezelfde lokaties) Al-Khader na de Muur. Ik herinner me nog hoe eind 2000 of begin 2001 hij vertelde hoe hij zag dat er een

bom op zijn huis in Beit Jala afzeilde schijnbaar zo traag dat het als een slow motion film aanvoelde, zo zei hij toen - , en hoe die bom net zijn huis niet bereikte maar op een telefoonmast in een x-aantal stukken uit elkaar spatte. Sinds dat moment, zo vertelde hij, kan ik niet geloven dat iemand niet in een God gelooft. Een inter-religieuze God, wel te verstaan.

Jara eet met lange tanden. Mary vertelt haar vermanend dat ze hoorde van een buurvrouw dat iets verderop een mevrouw met twaalf kinderen alleen nog geld had om vier eieren te kopen. Armoede wordt hier veel binnenshuis gehouden, je fluistert erover, het is een bron van schaamte. Vanochtend hoorden we van de bakker dat meer en meer mensen hem vragen om brood op krediet. Brood op krediet? Die paar sjekel? Ja, ze zeggen dat ze later terugbetalen. Arme bakker, zegt Mary, geloof maar niet dat hij die bedragjes ooit nog eens terugkrijgt. Later hebben de mensen weer andere prioriteiten.

Op de Arabische les vertelt mijn lerares over de storm van sollicitaties van docenten van regeringsscholen richting VN-scholen en prive-scholen, waar er nog een salaris te beuren is. Maar ze vertelt ook dat op prive-scholen de salarissen omlaag gaan, omdat de ouders de schoolgelden niet meer kunnen betalen, en in sommige gevallen: niet willen betalen want, zo redeneert men, waarom zou ik wel betalen als anderen dat niet doen? Mijn docente zelf, werkzaam op een priveschool, ontvangt geen salaris gedurende de zomermaanden dat ze vrij is, laat staan vakantiegeld. Op de school van Tamer, zo vertelde ze, was er een kleine Intifada uitgebroken onder senior docenten en een enkele had luid roepend zijn baan opgezegd nadat hij meer uren moest werken voor minder salaris. 0 Reacties | Reageer direct

Frivool?
15/05

Ouders van Spiderman Kids, verenigt U!

Een van Tamers hobbies is klimmen. Eens per dag gaat hij voor me staan en roept klimmen, ik ben Spiderman. Spiderman is een hedendaagse jeugdheld die als een spin over muren en huizen kan klimmen. Ik pak dan Tamers handen beet en hij loopt over mijn lijf naar boven tot hij op mijn schouders staat. Inmiddels heeft de familie zich in dit tafereel berust. Wanneer Mary niet kijkt, gaat Tamer op een muurtje in onze tuin staan en springt of vliegt dan net als die andere helden,

Superman of Batman, horizontaal naar me toe. Hij gebaart me altijd zover mogelijk van hem af te staan.

Behalve in films en cartoons komen menselijke vluchten ook veel in dromen voor - hier om voor de hand liggende redenen misschien meer dan elders. Een paar jaar geleden beschreef een meisje uit een vluchtelingenkamp bij Hebron in een dagboekverhaal hoe ze droomde als een vogel uit de West Bank weg te vliegen naar Jordanie, daar een studie als atoom-deskundige te volgen om vervolgens weer terug te vliegen naar Hebron om haar volk te helpen. Laatst vertelde een onderwijsdeskundige dat wegvlieg-dromen overal ter wereld veel voorkomen onder kinderen uit vluchtelingenkampen.

Terug naar het klimmen. Een week geleden kregen we bericht van een naderende Spiderman-aktie op 9 juli a.s. Dan is het precies twee jaar geleden dat het Hooggerechtshof in Den Haag zijn advies uitbracht waarin de Muur illegaal werd verklaard. De aktie riep op om je op die dag je als spiderman te verkleden en de Muur te beklimmen - of om op andere plaatsen ter wereld je eigen advies over de Muur tot uitbeelding te brengen. Ouders van spiderman kids, verenigt U! Een kennis uit Berlijn, waar ooit die andere Muur stond, vroeg zich af of de aktie misschien niet een beetje frivool was. Frivool of niet, we gaan ervoor, verklaarde ik in een drieste bui met de volmondige steun van Tamer.

Tijdens de onderwijsconferentie in Betlehem een paar weken geleden speelden leerlingen van een school bij Bethlehem een scene waarin de vernederingen van de checkpoint werden getoond. Aan het eind, wat plotseling, zongen de Palestijnen een lied voor de soldaten, die de wapens neergooiden en de Palestijnen om de hals vielen. De zaal, merendeels docenten, kon het niet waarderen. Niet realistisch genoeg. Iets wat lelijk is, wordt mooi gemaakt, werd opgemerkt. Welke Palestijn gaat voor soldaten zingen? De kinderen moeten juist leren om voor hun rechten op te komen. Het toneelstuk was eigenlijk te frivool.

Toen stond Abdalla Aboe Rahme op, een docent uit Biilin, het dorpje dat nu al meer dan een jaar lang elke vrijdag plaatselijke demonstraties tegen de Muur organiseert. Op zijn school in het dorpje Birzeit is Abdalla onder meer betrokken bij een interreligieus leerprojekt over islam, christendom en jodendom. In Biilin is hij de belangrijkste organisator van de protesten. Zijn bijnaam: de Palestijnse Gandhi.

Wij hebben voor soldaten gezongen, riep hij uit.

We veranderden het conferentieprogramma om hem de gelegenheid te geven een door de aktievoerders zelfgemaakte DVD te tonen van de verschillende kreatieve vormen van geweldloos verzet in Biilin. In de film sloten de demonstranten zich op in een grote kooi midden op de weg van de geplande route van de Muur. Soldaten konden de enorme kooi pas na veel moeite openmaken en wegzetten. Of de demonstranten verborgen zich in een grote ijzeren koker of bonden zich ergens aan vast. Zelfs brachten ze een glijbaan naar het terrein, en lieten kinderen heel snel naar beneden glijden totdat de soldaten vonden dat het genoeg was jullie hebben je publiciteit gehad, nou oprotten.

Afgelopen vrijdag werden tijdens de laatste demonstratie volgens een persbericht Abdalla Abu Rahme en enkele andere demonstranten door soldaten in elkaar geslagen. Dat overkomt hem en anderen wel vaker. Zeven andere Palestijnse demonstranten werden getroffen door rubberen kogels. Twee internationals kregen een rubberen kogel in hun hoofd.

Hoe frivool kunnen Palestijnse geweldloze akties eigenlijk zijn?

P.S. Ondanks een bericht in de internationale pers dat de toevoer van benzine in de West Bank weer op gang zou zijn gekomen, is de situatie onduidelijk. De ene dag is er (onvoldoende) aanvoer, de andere dag niet. Het voorwendsel van Israel is dat het Palestijns Gezag de benzinerekening aan Israel niet heeft betaald. Ondertussen houdt Israel wel maandelijks 50 miljoen dollar VAT-gelden vast die rechtmatig eigendom zijn van het Palestijns Gezag. Ook winkeliers klagen dat de aanvoer van levensmiddelen niet normaal is. 3 Reacties | Reageer direct

Dubbele identiteit
02/05

De schaamte van een Nederlander

Het was zondag Jaras eerste communie. Alle kinderen waren gekleed in engelenwit en de meisjes droegen een krans in hun haar. Bij de preek vroeg vader Amjad de kinderen wat ze zouden doen

wanneer een dief iets van hen wegpakte. WE VERGEVEN HEM! riepen de kinderen min of meer spontaan. Mary lachte naar me en we hadden zo onze bijgedachten. Met iemand als Marcel van Dam zou het morele dilemma ongetwijfeld scherper worden getrokken, dacht ik: Wat te doen wanneer iemand de hele tijd steeds iets meer van je afpakt terwijl de wereld toekijkt en hem zijn gang laat gaan?

(Jara, midden, kijkt recht in de lens)

Eerste communie is zon moment dat je over de toekomst van je kinderen nadenkt. Toen Jara nog geboren moest worden schreef ik haar een brief die ik door een denkbeeldige opening in de buik van Mary naar beneden liet glijden. Ik wenste de baby de nuchterheid van de Nederlanders en de gastvrijheid van de Palestijnen toe.

Kan je de Nederlandse en Palestijnse of Arabische identiteit goed combineren? De laatste aflevering van het TV programma Woestijnruiters (we krijgen hier Nederlandse TV) concludeerde dat dat niet het geval is. Er was een Turks-Nederlandse cabaratiere die zei na 25 jaar Nederland toch nog steeds als Turkse en niet als Nederlandse te worden gezien. Een buitenlandse journalist vertelde dat je in Nederland of een Nederlander bent, of iets anders, maar het is ongebruikelijk dat je in je dubbele identiteit wordt aanvaard. Dit in tegenstelling tot Londen waar mensen van buitenlandse komaf wel degelijk ook als Brit of als Londenaar kunnen worden gezien.

Jara weet nog niet precies wat haar identiteit is. Maar ze is in ieder geval ook en vooral Palestijn. Zij en haar schoolvriendinnen waren een week geleden gedeprimeerd omdat haar favoriete

(Libanese) zangeres Nancy vertelde dat ze in ieder geval niet met een Palestijn wilde trouwen. Hoe haalt die Nancy het in haar hoofd dat publiekelijk te zeggen, riep Mary kwaad. Ik vertelde Jara dat Nancy niet is geinteresseerd in mensen maar in het grote geld; ze kreeg een miljoen dollar om in Arabische reclame spots voor Coca Cola te figureren. Trek je niets aan van hoe mensen tegen je aankijken was de boodschap. Vaak hebben mensen ideeen in hun hoofd die niet kloppen, vertelden we Jara.

Eens gebeurde het dat ik Jara op straat wat sjekels voor school gaf. Een Palestijnse politieagent dacht dat Jara een buitenlandse toerist lastig viel om wat geld. In een gebaar van goedheid trok de agent zijn portemonnee, gaf Jara zelf wat sjekels en maande haar het geld dat ik haar had gegeven, weer terug te geven. Jara en ik waren te verbouwereerd om hem zijn eigen geld weer terug te geven.

Een neef van Mary die in Parijs woont en hier op bezoek is, vertelde eens dat hij, als zoon van Arabisch-Franse ouders, door een mevrouw die kennelijk een nieuwe woning zocht werd aangesproken of er in de flat soms Arabieren zaten. Foutje. Op het moment studeert die neef Arabisch in Kairo en is diep geinteresseerd in zijn Palestijnse afkomst.

Een aantal Nederlandse paspoorthouders in Palestina hebben het initiatief genomen om een Nederlands-Palestijnse Associatie op te richten. Ik vertelde de aanwezigen dat mijn persoonlijke motivatie om deel te nemen is dat zon Vereniging, klein als deze zal zijn, een steentje kan bijdragen om mijn en andersmans kinderen een gevoel te geven dat hun Palestijnse en Nederlandse identiteit onderling even belangrijk en waardevol zijn.

Ik ontmoet de nieuwe (christelijke) Palestijnse Minister van Toerisme, en schaam me als Nederlander dood wanneer hij vertelt dat zijn zoon niet begrijpt waarom deze anders wordt behandeld dan andere kinderen in de wereld. 4 Reacties | Reageer direct

Soemoed
18/04

Tijm, olijfolie en zout

Weer een verschrikkelijke aanslag in Tel Aviv. Het konflikt eet zijn mensen, zijn kinderen op. Mensen in mijn direkte omgeving worden overvallen door een gevoel van fatalisme. Zolang de bezetting duurt, zolang de Palestijnen met de rug tegen de muur staan, gaan de zelfmoordaanslagen door. Ze zijn absoluut niet te rechtvaardigen (daarin verschillen ik en mijn Palestijnse familie van Hamas en andere groepen), maar ze zijn wel een reaktie op een onaanvaardbare situatie. En wat te denken van de naamloze slachtoffers die dagelijks in Gaza en de West Bank vallen, en nauwelijks een regel in de berichtgeving waard lijken te zijn.

Met de rug tegen de muur, dat geldt zeker ook voor de werknemers in de Palestijnse overheidssector. De Palestijnse premier Haniyeh noemde tijm, olijfolie en zout de ingredienten van de maaltijd die de Palestijnen zullen gebruiken wanneer de financiele boycot van Palestina zich gaat doen gevoelen. Ik geloof dat dit menu in geen van de media goed is vertaald. Het gaat om zaater, tijm vermengd met andere kruiden. Je kan dat wild plukken in het Palestijnse landschap of krijgen in de winkel om de hoek. Bij het eten doop je je pitta brood eerst in de olijfolie en daarna in de tijm. Mary schoot in de lach, toen ze Haniyeh hoorde. We eten zaater toch al dagelijks. Tijdens de eerste Intifada, eind jaren tachtig, maakten Palestijnse schilders stillevens van dit ontbijt in combinatie met zwarte olijven en rode tomaten. Ze schilderden de kleuren van de Palestijnse vlag, die toen door het leger nog niet vertoond mocht worden. Met dit voedsel is overigens niets mis, het is echt een boerenmaaltijd.

Haniyeh wilde met zijn referentie naar de tijm eigenlijk twee dingen zeggen. Enerzijds dat de Palestijnen van weinig kunnen leven wanneer ze met de rug tegen de muur worden gezet. Anderzijds, en dat is een boodschap die minder is opgepikt, dat Palestijnen hun eigen cultuur en identiteit hebben. Zijn uitspraak deed me denken aan een cultureel begrip dat al decennia lang wordt gebruikt om aan te geven dat Palestijnen zich niet laten kisten (not being cowed werd in de nieuwsmedia treffend geschreven). Soemoed betekent standvastigheid, een wat ouderwets aandoende term die eigenlijk ook die dubbele betekenis heeft van enerzijds je spirit hooghouden, en anderzijds benadrukken dat je culturele wortels hebt. De olijfboom en cactus zijn typische symbolen van soemoed. Het gaat om planten die diep geworteld zijn in het land, net zoals het Palestijnse volk verbonden is met Palestina. De olijfboom is een gewild onderdeel van logos van tal van Palestijnse instellingen, waaronder Birzeit University.

Een week geleden organiseerde de instelling waarvoor ik werk (AEI-Open Windows) een conferentie in Betlehem. Onderwerp: Palestina en Onderwijs: Strategieen van empowerment onder omstandigheden van extreme tegenspoed.

Verscheidene inleidingen maakten melding van soemoed of ook wel resilience (zoiets als veerkracht) als grondeigenschappen van Palestijnse docenten en het Palestijns onderwijs. Voor veel Palestijnen is onderwijs de trots en hoop van het bestaan. Je hebt een groot deel van je land verloren, maar niet je geest en hart. Leren kan je altijd, ook al gaat de Palestijnse levenstocht van crisis naar crisis. Sommige docenten zeiden dat ze net als tijdens de eerste Intifada bereid waren om op het moment dat de scholen niet meer konden functioneren ondergronds onderwijs te gaan geven - in huizen, moskeeen en kerken. Er werd gezegd dat je soemoed, je veerkracht en creativiteit, in feite kunnen toenemen wanneer je onder druk staat.

Na de conferentie bezochten we het Ministerie van Onderwijs-district Betlehem. Tijdens ons gesprek ontving het hoofd een telefoontje van het centrale Ministerie in Ramallah. Bezuinigen op alles waarop maar kan worden bezuinigd, was de instruktie. Waarom moet het onderwijs worden gepolitiseerd, waarom moeten de leerlingen worden gestraft voor politieke beslissingen van buitenaf? zei het hoofd, een professional - geen politicus. Na afloop maakten we een verklaring onder het motto dat het boycotten van onderwijs het boycotten van hoop is.

Jeff Halper, de man van het Israelische Comite tegen Huisverwoestingen, schreef voruge week dat het Israelisch-Palestijnse conflict nu draait om de tegenstelling tussen Palestijnse soemoed en Israelische apartheid. Hij gokt op soemoed als uiteindelijk sterker. Ik hoop het met hem mee en vooral ook dat niet de chaos en het bloedverlies het sterkste zullen blijken.

Voor meer informatie over de genoemde onderwijsconferentie, gesteund door Oxfam Novib en Edukans, contacteer tvant@p-ol.com 0 Reacties | Reageer direct

Emoties
03/04

Kun je lachen in de hel?

Een Amerikaan, Engelsman en Palestijn zaten al enige tijd in de Hel. Ze wilden weten hoe het met het thuisfront stond en vroegen de duivel of ze konden telefoneren. Ja, dat mocht. De Amerikaan belde 1 minuut naar de VS en was niet gerustgesteld. Hij moest bovendien van de duivel 1 miljoen dollar betalen. Het was tenslotte een enorme afstand van de Hel naar de Aarde. De Engelsman, die

niet verwacht had in de Hel te komen, belde 2 minuten, en keek na al het nieuws nog kwader dan hij al was. Hij moest 1,5 miljoen dollar betalen. Daarna kwam de Palestijn. Deze was sowieso al niet vreselijk zuur want hij had toch wel verwacht in de Hel terecht te komen. Hij belde 2 uur met Palestina en sprak monter met wie hij maar thuis aantrof. De duivel zei pesterig tegen de Amerikaan en de Engelsman dat de Palestijn maar twee dollar hoefde te betalen. Wat!? zeiden de Amerikaan en de Engelsman nog bozer. Ja, zei de duivel, hij voert een lokaal gesprek, het gaat van Hel naar Hel!

Kan je lachen wanneer de situatie hopeloos lijkt? Ja natuurlijk, we kennen tenslotte de joodse moppen. De beeldvorming van Palestijnen is vaak rechtlijnig en eendimensionaal. Lachen hoort daar niet bij. Je ziet in fotos en op TV alleen gezichten vertrokken van verdriet of woede. Beelden van slechte omstandigheden en spanningen die oplopen en emoties die uit de hand lopen en leiden tot geweld.

Woede en verdriet zijn er in Palestina natuurlijk alom. Het leven is voor veel mensen zwaar, eigenlijk niet uit te houden. Vooral door de onzekere ekonomie, het gebrek aan reismogelijkheden en de vele slachtoffers. Het pessimisme overheerst alles. Vandaag is het slechter dan gisteren, morgen is het slechter dan vandaag, zegt men. Ik zie steeds meer mensen met hoge bloeddruk. Mary heeft het ook. Ze eet ineens veel knoflook tegenwoordig. Goed tegen de hoge bloeddruk en slecht voor de relatie met je echtgenoot, zegt haar dokter.

Maar toch, als je een restaurant op de universiteitscampus om de hoek binnengaat zie je ook veel vrolijke gezichten. Eigenlijk meer dan in een cafeteria in Nederland. Een beetje Mediterrane sfeer. Ik hoor wel eens van bezoekers dat ze daar vreemd van opkijken. Also het lachen emotioneel of politiek niet helemaal korrekt is.

Maar lachen, emotioneel je uiten, helpt natuurlijk, zeker onder slechte omstandigheden. Het voordeel van de Palestijnse cultuur is dat je je kan uiten, ook al schuilt er veel verdriet onder het lachen, zoals Mary zegt.

Je ziet in mijn omgeving dat de behoefte groeit om er even uit te zijn, desnoods maar binnen de Muren van Bethlehem. Deze maanden zijn er nieuwe cafs en restaurants geopend, met de plezierige namen Bonjour en La Terrace. En er is een gevaarlijk lekkere koekjeswinkel om de hoek, caf Sima. Valentijns- en moedersdag zijn bijna nationale feesten geworden. Alle vrouwen krijgen een bloem, zo lijkt het wel. Mary stond op de vooravond van moederdag een week geleden

anderhalf uur in de rij niet overdreven! alleen om enkele bossen bloemen voor moeders en alleenstaande vriendinnen te kopen.

Jara speelt checkpointje voor het huis van mijn schoonfamilie. Het is mooi weer. Ze heeft een stoel als een soort lessenaar voor de deur opgesteld, betast me met een denkbeeldig X ray apparaat, en schrijft mijn naam op. Ze giert het uit wanneer ik allerlei rare namen doorgeef.

A.s. weekend is er een grote onderwijsconferentie in Bethlehem, met schoolpresentaties van plaatselijke scholen. Een school, uit een dorpje ten oosten van Bethlehem, laat zien hoe ze met creatieve expressie leerlingen proberen om te laten gaan met geweld. Anderhalve week geleden viel het leger daar nog het schoolterrein binnen en moest de expressie les worden opgeschort om de leerlingen te verdedigen zoals de betrokken docent zei. Die docent zei ook dat de leerlingen bijna vergeten zijn wat geluk is, en dat die momentjes van knutselen en schilderen ook al zijn we vaak in reaktie op datzelfde geweld in ieder geval wat plezier brengen. In mijn eigen onderwijsprojekten ben ik inmiddels overtuigd van de balans 50% fun en 50% aktief leren. Niet te zwaar aanzetten, is het parool. Misschien wel een beetje tegen mijn eigen serieuze polderaard in. 5 Reacties | Reageer direct

Koffie met zout


14/03

10 Kenmerken van het checkpoint nieuwe stijl

Inmiddels heb ik de nodige ervaring opgedaan met de Isralische checkpoints nieuwe stijl, in het bijzonder de terminals Bethlehem en Qalandia. De volgende opsomming van kenmerken is uit mijn notitieboekje:

1. Eerste indruk: Lelijkheid, vooral in Qalandia. Je loopt honderden meters over

zandheuveltjes, langs betonnen wegversperringen, stukken negen meter hoge Muur, wachttorens die boven de Muur uit rijzen, staal en draadconstructies, militaire barakken, draaihekjes, uitzicht op desolate parkeervlakten, geimproviseerde vuilinisstortplaatsen, en eeuwig durende werkzaamheden. Nergens een menselijke maat. Nauwelijks normale voetgangerspaden. Gevoel dat je het einde der wereld nadert. In Betlehem is het ordelijker

en schoner - vanwege de toeristen, denk je dan - maar ook daar is de terminal qua ontwerp koud en lelijk.

2. Hoog-laageffekt. Je kijkt omhoog en ziet soldaten over ijzeren steigers lopen. Ze kijken op

je neer. Je voelt je gesuperviseerd en klein, ook al door alle grootschaligheid. Je moet steeds naar boven kijken om de groene lichtjes te ontwaren die aangeven dat je ergens langs kan. Zitten er in die wachttorens die boven de Muur uitrijzen soldaten? Je weet het niet. Het glas is donker.

3. Doolhof. Als er geen stroom mensen is die je kan volgen, weet je vaak niet waar je precies

naar toe moet. Voor welke rij moet je staan, als er nergens een groen lichtje brandt? Gisterochtend vroeg stond ik bij de Betlehem terminal met een groepje mensen te wachten en alsmaar te roepen: Hallo! Is there somebody?! Iemand van de Ecumenical Accompaniment Program van de Wereldraad van Kerken die bij de terminal geposteerd stond belde met zijn mobieltje een wachtpost. YES THEY ARE WAITING HERE FOR 15 MINUTES, NO, NOT SO LONG YET. THEY DONT KNOW WHERE TO GO. Het groepje en ik probeerden een andere toegangspoort achter het betton en we ontdekten dat daar een soldaat zat, die alles moest hebben gehoord maar op haar stoel zat vastgeplakt.

4. Als vee. Zowel in Betlehem als Qalandia loop je door zoveel hekken en hokken en

betraliede gangen dat je onwillekeurig een gevoel bekruipt als vee te worden behandeld. Of als een onaanraakbaar persoon.

5. Onvoorspelbaarheid. Een kenmerk dat checkpoints nieuwe en oude stijl gemeen hebben:

Je weet niet hoe lang je moet wachten. Zelfs wanneer je maar met enkelen staat, kan je onvoorspelbaar lang wachten. Tot nog toe geluk gehad.

6. Geen oogcontact. In de Betlehem-terminal ga je door zon drie-vier controleposten. Bij de

eerste post zit de soldaat bijna altijd over zijn tafel heen te slapen. Je kan hem door het raam niet gelijk zien. Wanneer je door het poortje gaat en je biept wordt hij wakker en haalt je terug. Bij de echte X-ray kontrole, kan je de soldaat nauwelijks zien, hij/zij zit diep verscholen achter donker glas. Bij de paspoortkontrole zitten de soldaten vaak met elkaar te praten of te telefoneren en laten je wachten zonder je aan te kijken. Een collega vertelde dat ze bij de Eretz checkpoint in Gaza altijd soldaten meemaakt die hetzij vriendelijk hetzij

agressief oogkontakt maken. In Betlehem (en Qalandia) gebeurt simpelweg negeren ook vaak. Je bestaat niet.

7. Technologie. Compleet met piepjes en drukknopjes en lichtjes boven je. Natuurlijk doet de

technologie het regelmatig niet, of doet het te goed, zodat de X ray maar blijft piepen, ook al denk je alles neer te hebben gelegd wat metaal in zich heeft.

8. Taal. Soldaten spreken veelal Hebreeuws tegen Palestijnen en toeristen of bezoekers, zelfs

wanneer je Engels terugspreekt. Krijgen ze geen Engels op school? Dat krijgen ze wel, dus er zit meer achter. Een directrice van een vrouwenorganisatie zei me eens dat het voor Palestijnen een subtiele vorm van geweldloos verzet is om bij checkpoints Arabisch te spreken.

9. Grenseffect. De terminals zijn enorm groot. Ze geven de indruk dat het om permanente

grensposten gaat. Maar natuurlijk staan ze wel op bezet gebied.

10. Hypocrisie. Wanneer je door de grenspost richting Betlehem gaat zie je onder een militaire

wachttoren een enorm, metershoog spandoek over de Muur gedrapeerd met de slogan Peace Be Upon You getekend: Isralisch Ministerie van Toerisme.

Kortom, als je s ochtends vroeg door zon terminal gaat, en die ervaring op je laat inwerken, begint de dag als met een bak koffie vol zout. 3 Reacties | Reageer direct

Bungelen
28/02

De uitkomst van woede

Na de verkiezingsoverwinning van Hamas bepleitte de Israelische regeringsadviseur Dov Weisglas dat de Palestijnen bij wijze van straf weliswaar niet hoefden te worden uitgehongerd, maar wel op dieet moesten. Knesset-parlementarier Lieberman zei het iets radikaler: telefoon, water en electriciteit moesten worden afgesloten. Kort daarna volgden in Israelische kranten analyses om zulke voorzieningen richting Gaza inderdaad maar te blokkeren als de maatregelen tegen de raketbeschietingen niet werkten.

Een kwalificatie als dieet toont een klinische, calculerende bereidheid om het dagelijks leven van een volk te gijzelen. Misschien is dat wel het diepste kenmerk van een bezetting: dat mensen als objecten of zelfs als dieren worden behandeld. In de rij voor de checkpoints in Kalandia en Bethlehem, ben je net vee, zegt Mary, met al dat hekwerk om je heen.

In zon situatie ben je voortdurend onderworpen aan onzekerheid, dat tergende gevoel dat je niet weet wat er met je gaat gebeuren, dat er met je gespeeld wordt. Het is een faktor die niet spektakulair is en daarom in de verslaggeving over de bezetting niet erg uit de verf komt. Maar het is wel bepalend in het dagelijks leven. In dagboeken van Palestijnse scholieren - zoals in het dagboekprojekt van St Joseph, de school van Jara zie je dat het geen grip hebben op je eigen leven een rode draad is in de verhalen. Eind 2002-begin 2003 schreven de scholieren hoe gezinnen wekenlang s ochtends niet wisten of er die dag een uitgaansverbod was of niet, en of ze wel naar school konden.

Zelf maakte ik die machtsongelijkheid een paar dagen geleden mee op een manier die niet te vergelijken is met die waarop Palestijnen ermee te maken krijgen, maar zelfs bij een kalm iemand als ik sporen nalaat. Ik probeer gebruik te maken van een regeling die het mogelijk maakt voor buitenlanders die getrouwd zijn met lokale Palestijnen om een driemaandelijkse verblijfsvergunning te krijgen. Zou het lukken? Een kennis bij een reisbureau hoort dat sommige buitenlanders een vergunning krijgen, en anderen niet. Met een cynische blik in haar ogen zegt ze dat je nooit de reden van weigering te weten komt, maar dat een ding zeker is: Het gaat niet om veiligheid. Mary reageert ook lacoliek: Ja, het is net als wanneer we tijdens de Kerst om vergunningen vragen naar Jeruzalem te gaan, het kan vriezen of dooien. Je bungelt.

In 2002 was een leerlinge van St Joseph een dagboek aan het schrijven tijdens het beleg van de Geboortekerk. Zij bungelde ook. Haar huis was door het Israelische leger overgenomen en haar familie moest in een enkele kamer bivakkeren. Zelfs om naar het toilet te gaan, hadden ze toestemming nodig. Tijdens het dagboek projekt had het meisje ter voorbereiding dagboeken uit andere onderdrukkende situaties gelezen, waaronder ook het dagboek van Anne Frank, iemand van haar eigen leeftijd (ik had voor de klas een aantal dagboeken meegebracht omdat ik als enige naar

Jeruzalem kon). Ze zei tegen de soldaat bij de deur of die het dagboek van Anne Frank kende. Ja, natuurlijk, zei deze, wil je het lezen? Nee, ik wil dat jij het leest, zei ze woedend.

Los van of je beide situaties kan vergelijken: de woede van het meisje was authentiek. Er zijn veel theorieen over waarom Hamas de recente Palestijnse verkiezingen won. Natuurlijk zijn de proteststem tegen de corruptie en de slechte organisatie van Fatah belangrijke verklaringen. Maar ik denk dat veel mensen ook bereid waren om op ze te stemmen (en even hun problemen met Hamas te vergeten) omdat juist die partij de woede tegen dat bungelen en dat verlangen naar menselijke waardigheid het duidelijkst tot uitdrukking bracht. 3 Reacties | Reageer direct

Verbinding Verbroken
14/02

Nostalgie

Een week geleden bezocht ik de bestuursverkiezing van de Palestijnse jongeren- en mediaorganisatie Pyalara. Zon veertig mensen samen in een zaaltje in het hart van Ramallah. Pyalara-Gaza was aanwezig via een videoscherm. Pyalara-Nabloes via de telefoon. De laatsten hadden s ochtends de checkpoint niet kunnen passeren en waren weer terug gegaan. Wie had er nou stemrecht? De leden in Gaza wel, die konden hun stembiljet voor de lens laten zien. Maar de leden in Nabloes? Een advokaat gebeld. Nee, de leden in Nabloes konden alleen meestemmen in aanwezigheid van een ambtenaar van Binnenlandse Zaken. Nabloes protesteerde. Het bestuur werd uiteindelijk gekozen in de sfeer van een Eurovisiesongfestival: En dan nu de stemmen van Gaza... van Nabloes... van Ramallah...

Terug op weg naar Jeruzalem en Betlehem werd ik overvallen door een gevoel van weemoed. Op weg naar Jeruzalem rijd je een paar kilometer langs de Muur die daar vol is met afgebladderde affiches van parlementskandidaten. Zon lelijk gezicht dat het in je netvlies gebrand blijft. Een soort omgeving zoals met preciese getoond in Paradise Now, de film van Hany Abu Assad.

Geen wonder dat wanneer je in Oost-Jeruzalem een boekwinkel binnenstapt je nieuwe Palestijnse titels ziet met een nostalgische klank, zoals My Jerusalem. Laatst hoorde ik iemand zeggen: Mijn Betlehem bestaat niet meer. Wat overblijft is het koesteren van de beelden uit het verleden.

Wat ook overblijft is je terugtrekken in je eigen gemeenschap. Voor een dependence van de school van Jara werd er de afgelopen week iemand doodgeschoten. Het betrof een vete tussen twee families uit enkele dorpen ten oosten van Betlehem. De vete was begonnen met een ruzie om een geit, tien jaar geleden. De ene familie had bij enkele dorpen checkpoints opgezet bemand door gemaskerde en bewapende jongeren. Iedereen vanuit de richting Hebron (waar de andere familie mee was gelieerd) moest rechtsomkeerd. Inderdaad, hoe een bezetting doorwerkt. Een docente aan de Universiteit van Betlehem vertelde me dat ze het als een gevaar ziet, dat terugtrekken in je eigen gemeenschap. Ze zei dat de Muur langzamerhand ook in de hoofden van mensen gaat zitten.

Ook de christelijke gemeenschap trekt zich wat op zichzelf terug. Jara is deze dagen bijzonder godsvruchtig, in voorbereiding op haar eerste communie. Terwijl ik mijn eigen nostalgie bedrijf, meezingend met de Byrds en Bob Dylan, zie ik haar plotseling geknield voor het bed aan het bidden, met de handen gestrekt gevouwen. Ze wil s zondags per se naar de kerk. (Later kom ik erachter dat de non die haar godsdienstles geeft, haar en andere scholieren maandag altijd met Sitt [mevrouw] Jara aanspreekt, met de intimiderende vraag of ze wel naar de kerk is geweest - ook al een herinnering aan vervlogen tijden). In de toch grote St Catherina kerk is het in de 11 uur-mis zo vol dat er zelfs nauwelijks staanplaatsen zijn. Ik dring me in de nis van een pilaar. Een collega vertelde afgelopen week dat Hamas bereid is om de kerken in Gaza met hun raketten te beschermen wanneer de volkswoede vanwege de cartoonkwestie zich op de kerken in Gaza zou ontladen. Wat je zegt, een veilig gevoel.

Een teken van hoop toch: Afgelopen week gingen moslimse en christelijke leiders in Betlehem demonstratief hand in hand om de cartoons te veroordelen en te pleiten voor inter-religieuze tolerantie. 0 Reacties | Reageer direct

Straatdiscussie
30/01

Na de verkiezingen: de pessimist en de optimist

Optimist: Zo, eindelijk een andere PNA. Weg met de baantjesjagers en vriendjespolitiek.

Pessimist: Je zegt altijd dat je je voorbereidt op het slechtste. Nou heb je wat om over na te denken. Gisteren zag ik een nieuwe Hamas parlementarier op TV die zei dat hij nooit naar lokale TV zenders kijkt omdat hij geen muziekvideos wil zien met zangeressen als Nancy en Haifa. Hij mocht eens verleid worden. Welkom in de 21e eeuw.

O: Het is hier niet Afghanistan. De Hamas is niet de Taliban. We hebben hier de meest ontwikkelde civil society in de Arabische wereld. Er is een sterke oppositie, niet alleen in het parlement maar ook op straat. Op de nationale lijst kreeg Hamas 45% en Fatah 42%. Fatah is nog niet weg.

P: We zullen zien hoe Fatah zijn wonden likt, met al die groepen op straat. Straks klapt Fatah uit elkaar wanneer al zijn leiders het veld moeten ruimen en dan heeft Hamas vrij spel. Een islamitische heerschappij in Palestina: Mabroek [gefeliciteerd]!

O. Hamas is niet stom. Ze zijn de meest pragmatische Islamitische beweging in de Arabische wereld. Hebben enorm veel politieke ervaring. Ze gaan nu hun lijn matigen, je zal het zien. Laten zien dat ze kunnen besturen. Vergeet niet dat veel christenen in Betlehem stiekem juichen. Wat zal het hun schelen om een glaasje minder alcohol te drinken, wanneer ze eindelijk law and order op straat hebben. Het zal je verbazen hoeveel christenen op Hamas hebben gestemd.

P. Oh ja? Kijk eens om je heen. Er zijn heel wat christenen hier die vreselijk bang zijn en zeggen dat ze weggaan. Denk eens na. Bij een internationale boycot van Hamas en van de PNA is het afgelopen met de salarissen van die 150.000 ambtenaren. Al de komende maand. Ekonomisch krijg je geen krisis maar een ineenstorting. Er is al een enorme werkloosheid. Politiek komt de zaak muurvast te liggen - sorry voor het beeld - en Israel gaat eenzijdig zijn gang met het kreeren van ghettos in de West Bank. Hamas kan daar alleen speeches tegenover stellen. Om de aandacht af te leiden, hebben ze straks zondebokken nodig.

O. Schei toch uit, de hele wereld zit erbovenop. Hamas heeft 1001 redenen om op goede voet met de Palestijnse christenen te blijven. Alleen al om hun beeld naar het westen op te poetsen. De

christenen hebben allerwege leiderschapsposities in de Palestijnse samenleving. Ze kunnen voor Hamas een brug naar het westen vormen. Denk aan de traditionele Islamitische tolerantie naar andere religies. Ik denk trouwens dat liberale moslims meer last zullen hebben van Hamas dan het handjevol christenen dat we hier hebben. Wat Hamas wil laten zien is dat je voor de verandering ook normaal kan besturen, onpartijdig, en met een beetje nederigheid naar de burgers toe. En als je het over de Muur hebt, wat heeft Fatah laten zien? Heeft Abu Mazen ook maar een graadje invloed op de Muur en alle repressie en de nederzettingen gehad, met zijn zogenaamde diplomatie? Heeft hij wat voor de gevangenen kunnen doen, voor de werklozen? Zijn we ook maar ietsje verder met onze nationale strijd? Laat het Westen maar eens schrikken, dan gebeurt er tenminste wat.

[Deze fictieve discussie is gekreeerd aan de hand van wat ik de afgelopen dagen zoal hoorde]

P. S. De grappen over Sharon en Arafat zijn ingeruild voor die over Hamas. Bijvoorbeeld: Een politieagent stopt een taxichauffeur en vraagt hem om zijn papieren, rijbewijs, verzekeringen. Dat gebeurt tegenwoordig vaak in Palestijnse steden. Alles blijkt in orde. Dan de vraag: Heb je je gereinigd [voor het gebed]? Nee, zegt de chauffeur. O.K., dan krijg je 100 dollar boete... 1 Reacties | Reageer direct

Trommels, doedelzakken en dromen


17/01

Vredeswensen in Betlehem

We zijn door de feestdagen heen. Niet alleen de westerse Kerst op 25 december en het nieuwjaar op 1 januari, maar ook de orthodoxe Kerst op 7 januari en aansluitend orthodox nieuwjaar, het grote Moslimse Offerfeest en ook nog de Armeense Kerst. De Kerstboom kan nu echt weg.

Meest bijzondere herinnering aan al die feestelijkheden: Jara trots in grijs uniform met das en pet marcherend temidden van de St Joseph scouts tijdens de aankomst van de rooms-katholieke patriarch in Betlehem op 25 december. De bands komen van alle christelijke gemeenschappen in de West Bank. Leuk dat je weer eens andere Palestijnen ziet, zegt onze buurvrouw laconiek. In

de drukte moest en zou Tamer een plastic geweer kopen. De verkoopster legt uit hoe het werkt. Look, how nice. Retetet, alleen harder dan normaal. Vanaf mijn schouder blijft Tamer het geweer op de menigte richten. En nou weg dat rotding, roep ik kwaad. Onze eigen Zarqawi, zeg ik tegen Mary, want de tweede man van Al-Qaida had naar horen zeggen een aanslag willen plegen tegen de scouts in Betlehem. Iedereen had het erover. Bleek onzin, zomaar een gerucht door kwaadwillenden verspreid.

We genieten van de trommels en doedelzakken en kleurrijke uniformen van de bands en het frisse maar heldere weer. Wat slaan ze ontzettend hard tegen die trommels, zeg ik. Ja, zegt de buurvrouw, daar kunnen ze hun woede in kwijt. Moslimse taxichauffeurs vertellen dat ze blij zijn dat de stad een beetje opfleurt met alle lichtjes en tam-tam. Mary: Ze zijn blij, maar ze huilen in hun hart. Ze krijgen in ieder geval meer ritten vanwege de stroom van toeristen en pelgrims, die dit jaar voor het eerst sinds lange tijd weer aanzwelt.

De laatste maanden, zo valt me op, zijn er op zondag veel meer mensen in de Geboortekerk, katholieke vleugel. Achterin staan soms zelfs meer dan honderd mensen. Nood leert bidden? Onze buurvrouw en Mary denken van niet. Iedereen wil een verzetje. Jongeren hebben weinig om naar toe te gaan. Ze komen in hun beste kleren en de meisjes en jongens kijken vanuit hun ooghoeken naar elkaar. Kort nadat de nieuwe socialistische burgemeester vorig jaar was gekozen, signaleerde de pastoor hem in de mis. Het is de eerste keer dat we u hier zien, maar u bent van harte welkom!

Enkele instellingen in het Betlehem-gebied, waaronder de mijne, ontvangen tijdens de Kerst per email vele honderden wensen en gebeden afkomstig van landen over de hele wereld, en ook veel uit Nederland. Ze worden verspreid en voorgelezen op scholen en in gebedsplaatsen. Het is een suksesvolle jaarlijkse aktie, elk jaar zijn het er meer. Hier wordt soms verbaasd, maar meestal betrokken gereageerd op de wensen. Je moet kunnen blijven dromen. Mary: Ik droom om te kunnen overleven. Vrienden uit Nederland sturen me een nieuwjaarswens met een Turks spreekwoord: Een uur van werkelijke gerechtigheid is meer waard dan 70 jaar bidden.

Gewapend met een vergunning, bezoekt Mary met Jara de Heilig Grafkerk in Jeruzalem om kaarsjes te branden voor de familie. Tamer wil dit keer niet mee. Israel is djeesh [leger]. Mary noch haar collegas op de universiteit hebben veel mededogen voor Sjaron. De grappen zijn niet van de lucht, vooral over Sjaron en Arafat die elkaar in de hemel of hel ontmoeten. Op de weg terug naar Betlehem kijkt Mary omhoog naar een enorm spandoek van het Israelische Ministerie van Toerisme dat juist onder de Middeleeuws aandoende wachttoren die boven de Muur uitsteekt, is uitgevouwen. Een vredeswens... aan de toeristen.

Voor een bloemlezing van Kerstwensen en -gebeden voor Betlehem: www.paxchristi.nl 4 Reacties | Reageer direct

Geweldloosheid
04/01

Tussen inspiratie en nuchterheid

In de schaduw van de grote politiek rond de Palestijnse verkiezingen en de opkomst van Hamas, werd er in de laatste dagen van 2005 in Betlehem een suksesvolle conferentie gehouden over geweldloosheid. Een knap staaltje organisatievermogen van vooral Holy Land Trust en Nonviolence International. Vele honderden Palestijnen en buitenlandse gasten kwamen bijeen in een soms behoorlijk koud schoolgebouw. Bijzonder was de aanwezigheid van non-violence groepen uit de hele wereld: leiders van de zwarte burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten (Als Martin Luther King nog leefde, dan was hij hier), gematigde en meer radikale Palestijnse groepen, aktivistische vredesgroepen uit Israel, milieuaktivisten, dierenrechten aktivisten, religieuze en sekuliere bewegingen, vrouwenbewegingen.

De diskussies waren hartverwarmend. De geweldloosheids-pionier Gene Sharp, nog immer scherp, paste zijn oude theorie over geweldloosheid toe op de Palestijnse situatie. Zijn advies: study, study, study - de situatie, je tegenstanders, de context van de geweldloze strijd, je strategisch plan. Jeff Halper van het Israeli Committee Against House Demolitions sprak zich uit voor een grounded strategy waarbij strategie en aktie elkaar in evenwicht houden. Elke aktie moet op de een of andere manier bijdragen aan het einde van de bezetting. En Ghassan Andoni van Rapprochement hield een vlammende toespraak waarin hij sommige vredesorganisaties aanklaagde. Het was beter geweest wanneer veel van die geweldloze trainingssessies aan direkte aktie zouden zijn besteed. De Palestijnse minister voor Jeruzalem Hind Khoury pleitte voor een effektievere media strategie, terwijl Moestafa Bargoeti de onafhankelijke kandidaat die het een jaar geleden tegen Mahmoud Abbas opnam in de presidentsverkiezingen de nadruk legde op demokratie en basisparticipatie als voorwaarden voor effektieve geweldloze strijd.

Maar de meeste handen kwamen op elkaar voor hen die betrokken waren bij het harde en risikovolle werk aan de frontlinie en daarbij soms grote offers hadden gebracht: de vertegenwoordigers van de dorpen langs de Muur-in-aanbouw die week in, week uit demonstreren; de individuele familie die in Hebron zich niet liet wegpesten door naburige kolonisten; de ouders

van Rachel Corrie, de Amerikaanse aktiviste die bij het verdedigen van een huis in de Gazastrook het leven liet toen ze door een bulldozer werd geschept; de zwarte Amerikaanse advokate die zei dat ze tot haar laatste ademtocht zou strijden voor de Palestijnse zaak. En niet te vergeten de milieu aktiviste die zich een droom voorstelde van in Jeruzalem spelende moslimse, joodse en christelijke kinderen.

Met alle inspiratie was er de nuchterheid. Jeff Halper zei dat de Israelische vredesbeweging op het moment niet in staat was de Israelische publieke opinie te beinvloeden. We are blocked. Ook konstateerde sprekers dat er nog geen echt suksesvol model was van een geweldloze aktie in Palestina, en dat voor veel Palestijnen geweldloze aktie nog steeds gelijk staat aan overgave.

Ikzelf raakte na afloop in een rebelse bui. Waarom niet al die reisvergunningen, die de mensen zo verschrikkelijk afhankelijk maken van het Israelisch leger, publiekelijk verbranden? Mazbout [precies], zei Mary. Je weet niet hoeveel mensen ervoor in de rij staan, zei Marys oom, die het niet met me eens was.

Het is inderdaad gemakkelijk praten voor een buitenlands-paspoort houder zoals ik. Terwijl Mary met de kinderen in Jeruzalem aan het winkelen was ook zij kreeg een vergunning voor de Kerstperiode om naar Jeruzalem te gaan voerde Tamer zijn geheel eigen geweldloze aktie. Bij het zien van meloenen voor een groentezaak, begon hij luid het Arabische versje te roepen: Battiech, Sjamaam, Sjaron zachlak fi hamaam. [Water meloen, gele meloen, Sjaron glijdt uit in de WC.] Voorbijgangers keken verbaasd op. Jara haastte zich naar Tamer om haar hand op zijn mond te doen, om erger te voorkomen.

Voor meer informatie over de conferentie: www.celebratingnv.org/ 0 Reacties | Reageer direct

Ahlan Wasahlan
13/12

Geen herbergier maar een soldaat aan de poort

Net als bij andere Arabieren staat gastvrijheid onder Palestijnen hoog in het vaandel geschreven. Ik herinner me nog hoe jaren geleden op de Freres School in Bethlehem, waar ik woon, een toneelstukje werd opgevoerd over de geboorte van Jezus. Een jongen speelde de herbergier die Maria en Jozef de toegang moest weigeren. Zijn script kon hij echter niet over zijn lippen krijgen. Ahlan Wasahlan [Welkom], zei hij enthousiast tegen de bezoekers en deed de poort van de herberg wagenwijd open. De zaal lag in een deuk. De eerste keer dat ik in Palestina was alweer 25 jaar geleden - wist ik op een avond bij een bezoek aan verschillende families nauwelijks hoe drie achtereenvolgende maaltijden af te slaan. Kull [eet] was het eerste Arabische woordje dat ik leerde.

Natuurlijk willen de inwoners van Bethlehem en Palestina nu rond de Kerst ook graag hun gastvrijheid tonen. De toeristenindustrie in Betlehem en elders in de Palestijnse gebieden bevindt zich deze Intifada jaren op een laag pitje. Het laatste halve jaar kwamen er met de mindering van het geweld wat meer toeristenbussen. Een beginnetje. Maar bijna alle bussen komen alleen voor een bezoek aan de Geboortekerk. Daarna snel naar een souvenirshop, eventueel een maaltijd, en dan weer terug naar Jeruzalem. De mensen hier merken er verder niet veel van.

Sinds ongeveer een maand is de oude checkpoint naar Jeruzalem vervangen door een enorme, bestaalde terminal. Geen herbergier, maar een soldaat staat aan de poort. Voor de enkele Palestijnen die nog naar Jeruzalem heen en weer gaan, maakt dat het leven een stuk moeilijker. Voor toeristen is het een zware, onverwachte barriere. Al dat staalwerk en loudspeakers en soldaten die boven je uit torenen zijn behoorlijk intimiderend. Je voelt je niet echt op vakantie, of op een pelgrimage. En vooral: je moet soms een flinke tijd wachten. Mijn travel agent om de hoek vertelde onlangs dat hij reisgroepen nog niet wilde verwittigen van de wachttijden bij de terminal. Wie weet verandert het nog. Ik heb zo mijn twijfels.

De inwoners van Betlehem zitten desondanks niet stil. Er is een nieuw initiatief, Ahlan Wasahlan Bethlehem geheten, vertaald als: Open Betlehem. Er werken veel maatschappelijke organisaties mee samen. Het kantoor is op de Universiteit van Betlehem. Doel is om toeristen en investeerders naar Betlehem te krijgen, de toegangspoort tot Palestina. Een maniertje om mensen aan te trekken is de verstrekking van een speciaal Betlehems paspoort aan diegenen die de stad bezoeken of die zich voor de stad inspannen. Paus Benedictus VI kreeg een eerste exemplaar.

Op de site worden mensen uitgenodigd om een droom voor Betlehem te bedenken. Mijn vrouw Mary, een Palestijnse uit Betlehem, zegt dat zij droomt om te kunnen blijven... overleven. He, zeg ik, niet zo negatief. Nee, zegt ze, het is juist positief, dat is het beste wat je hier kan doen. Anyway, zeg ik, een van mijn dromen is een Nederlands-Palestijnse culturele week in Betlehem van de grond te zien komen. Eind 2006, over een jaar, zodat het goed kan worden voorbereid. Met enkele

hier woonachtige Nederlanders loop ik al over het idee te brainstormen. Afgelopen zomer waren er tijdens een Koreaanse week in Betlehem 3.000 Zuid-Koreanen op bezoek, gesubsideerd door hun overheid. Dat hoeft nu ook weer niet; enkele honderden ongesubsidieerde bezoekers uit Nederland zou al heel mooi zijn. En ze mogen van me allemaal een fraai paspoort krijgen. 0 Reacties | Reageer direct

Medaniyyeh
13/12

Het verhaal in de geschiedenis

Af en toe kijk ik over de schouders van onze dochter Jara (net 8) mee wanneer ze samen met Mary haar huiswerk doet. Niet alleen om mijn beperkte Arabisch te praktiseren, maar ook om te zien wat ze zoal te leren krijgt. Het vak medaniyyeh [civics of met een ouderwets woord burgerschapskunde] is interessant. Een jaar of zowat geleden was Jara de namen van allerlei vluchtelingenkampen uit het hoofd aan het leren. Ein al-Hilwa is in Libanon, riep ze enthousiast, Wahdaat in Jordanie, Dheisja is in de West Bank, Djabalja in Gaza. Op een pagina ernaast stond een definitie van vluchtelingen. Als ik me het goed herinner was het zoiets als: Vluchtelingen zijn mensen die gedwongen waren om ergens weg te gaan en die daarnaar willen terugkeren. Op de paginas ervoor en erna stond niets over wat Palestijnse vluchtelingen waren, over hun verdrijving, de oorlog in 1948 en het ontstaan van Israel. Alsof de vluchtelingen uit een zwart gat kwamen. Niet bepaald een manier om een duidelijk beeld van je verleden en identiteit als volk te krijgen. Wanneer het zo gaat, leer je je geschiedenis als een reeks geisoleerde namen en feitjes, niet als een verhaal.

Het nieuwe Palestijnse leerplan (geleidelijk ingevoerd over de laatste zes jaar) is niet zonder controverse. Bijna altijd gaat die controverse over passages in de Palestijnse leerboeken die antiIsrael zijn, of als zodanig zouden kunnen worden uitgelegd. Onder kenners heeft het debat al een naam: de schoolboekjeskwestie. Ook in Nederland worden hier soms kamervragen over gesteld. Het Palestijnse Centrum voor Leerplanontwikkeling heeft op zijn website allerlei studies gepubliceerd die een genuanceerd antwoord op de vragen proberen te geven. Ook staan er studies vermeld die stevige vragen stellen bij een ander, minder belichte schoolboekjeskwestie: het antiPalestijnse karakter van sommige Israelische leerboeken.

Maar mijn eigen vraag is een andere. Hoe is de aandacht voor Palestina in het Palestijnse leerplan?

Eind november 2005 organiseerden de YMCA-Oost-Jeruzalem (Advocacy desk) en de organisatie waarvoor ik werk, het Arab Educational Institute-Open Windows in Betlehem, een seminar over de vraag hoe de Palestijnse identiteit en realiteit wordt behandeld in het Palestijnse leerplan. Er kwamen drie hoofdkonklusies uit.

1. Het leerplan is te vol. Iets waarover ik kan meepraten wanneer ik Jara met een volle tas op haar rug op de schoolbus zet. Docenten hebben te weinig tijd om wat diepte aan de stof te geven, met name ook de stof over Palestina.

2. Het leerplan in het vak mediniyyeh beschrijft een nogal ideale wereld. Vol met aanwijzingen hoe het zou moeten, maar vaak zonder een verbinding met de dagelijkse realiteit waarin kinderen leven: enorme werkloosheid, gebrek aan reismogelijkheden en politiek geweld.

3. Het leerplan is vaag over wat internationaal gezien wordt als controversiele gebeurtenissen, zoals de oorlog van 1948. Het bloedbad van Sabra en Shatila in 1982 wordt nauwelijks behandeld in het leerplan, vertelde een docent medaniyyah op de school van Jara me. Hij voegde eraan toe dat hij binnen het Palestijnse leerplan eigenlijk niet eens mag zeggen dat Jaffa een Palestijnse stad is, ook niet wanneer hij de Palestijnse geschiedenis van voor 1948 behandelt.

Je mag niet generaliseren. Het Palestijns onderwijs is ondanks dit alles behoorlijk op de internationale kwaliteitsladder gestegen, een flink aantal plaatsen omhoog, zo vertelde het districtshoofd van het Palestijnse Ministerie van Onderwijs in Betlehem me onlangs.

Maar als bewuste ouder neem ik Jara mee naar het vluchtelingenkamp Azza of Beit Djibrin waartegenover we wonen. Ik vertel haar waar de vluchtelingen vandaan komen, van het dorp Beit Djibrin. Dat is een dorp dat na 1948 is verwoest en waar nu het Israelische Beit Goevrin op is gebouwd. Ik vertel haar dat de oude moskee van Beit Djibrin nog steeds in Beit Goevrin te zien is. Kinderen begrijpen snel. Jara ook.

You might also like