You are on page 1of 4

Verklaar de titel. Hoe komt die drie keer terug in het verhaal?

Gitte kan maar liefst twee keer ontsnappen van de dood aan de galg.

Fragmenten: chronologisch

1 Ik glimlachte naar de teleurgestelde schilder. Mijn moeder heette Rosse, en zo moeste ik


haar ook altijd aanspreken. Ze werkte in een herberg naast een korenveld.

2 Het huilen stond meester Adriaan nader dan het lachen. “Maar ik legde u toch uit dat we
elke maand een toelage krijgen van de stad voor het voeden en onderwijzen van deze
weesmeisjes”, kreunde meeste Adriaan, “en elke komen we geld te kort. We moeten bij het
stadhuis om geld smeken om rond te komen.”
3 Elk jaar gingen er meisjes dood. Meestal de kleintjes, maar als de pest kwam, was er
niemand veilig.
4 Begin maart, tijdens de laatste winterregens, waren het spek en stuivers op. Het paard was
die winter gestorven van ouderdom, zodat Peer geld moest lenen om er een nieuw te
kopen.
5 “Het is me niet gelukt,” verontschuldigde Franciscus zich, “het spijt me.” “De wachters aan
de stadspoorten hebben je gisteren zien aankomen in een huifkar samen met de knul die je
vanmorgen zogezegd hebt gered,” zei de baljuw, “waar of niet?”
6 Ik volg de zwarte vrouw naar binnen. De koelte van het interieur brengt me weer bij mijn
positieven. We lopen een houten trap op. Dan komen we in een kamer die ruim en licht is.
7 “Ynès betekent puur en onschuldig”, weet dona Urraca. Ik doe mijn best om niet rood te
worden van schaamte omdat ik een verraadster ben.
8 In de derde week van oktober komt vader Delafaille met zijn zwarte tabbaard terug. Hij staat
op de patio met de documenten onder zijn arm. Hij heeft nieuws uit Vlaanderen. Het zweet
breekt me meteen uit. Mocht de zwarte pater ontdekt hebben dat ik een spionne ben in
dienst van Oranje, dan moet ik vluchten.
9 “Simon Hendrikszoon schreef me een brief waarin hij laat weten ontgoocheld te zijn over de
informatie die we hem bezorgen. Hij schrijft dat jij je opdracht niet ernstig neemt. Dat jij in
Sevilla de jonge hertogin uithangt.”
10 Ik ben een bruidje van juli. Ik trouw op de feestdag van de Heilige Procopius. Ik krijg een
witte jurk aan met gouddraad erin geborduurd. Hij is iets te klein, maar Zabaleta slaagt erin
de jurk uit te leggen
11 Sevilla feest. De prins van Oranje is dood. De Spanjaarden, anders zo zuinig met drank, laven
zich aan de tuiten van hun varkenszakken gevuld met wijn.
12 Mijn verhaal gonst door Antwerpen. Het meisje dat tot de galg veroordeeld werd en in
Spanje geheime documenten stal, en het bovendien nog allemaal kan navertellen.
In 2011 won Galgenmeid de Boekenleeuw, de prijs voor de beste auteur van een kinder- of
jeugdboek. Lees het juryverslag dat je in bijlage vindt, en maak de volgende opdrachten.

A)

In eerste instantie = Op de eerste plaats

Pageturner = een spannend boek waarbij de lezer elke bladzijde nieuwsgierig omdraait

Intrige = een probleem dat om een oplossing vraagt

Geraffineerd = zo slim bedacht dat je het niet direct begrijpt. Je moet tussen de regels lezen.

Schelms = bengelachtig

Hybris = grotere moed dan de situatie rechtvaardigt (overmoed)

Adolescent = fase tussen puberteit en volwassenheid

B + C)

- spannend verhaal vol vaart

Ik vond het verhaal in het begin wat langdradig waardoor het ook wat moeizamer las.
Naargelang het verhaal vorderde, werd het steeds vlotter en kwam er meer vaart in.

- Uitgediepte, levendige personages


De personages waren erg geloofwaardig, Ik kon me goed inleven in elk figuur.

- Intense fysieke en emotionele pijn die wordt aangehaald


Het werd heel gedetailleerd beschreven, waardoor ik me nog beter kon inleven in het
moment

- De eenheid van het boek ondanks de omvang


Het boek telt veel pagina’s maar de verhaallijn bleef altijd samenhangend. Dit zorgde ervoor
dat het duidelijk één geheel vormt.

- Verassende wendingen
Fragmenten van het begin krijgen op het einde een onverwachte wending. Dat maakt het
verhaal spannend tot de laatste pagina.
D)
3 Galgenmeid - Pat van Beirs en Jean-Claude van Rijckeghem
'Spionne voor Willem van Oranje'
’Galgenmeid’ bereikte me pas in de laatste week van 2010 en kwam daardoor niet voor op
het lijstje met beste boeken van het jaar. Daar hoort het eigenlijk wel thuis. Deze vuistdikke,
goed gedocumenteerde schelmenroman beschrijft het avontuurlijke leven van de Antwerpse
dievegge Gitte, die eind zestiende eeuw voor galg en rad opgroeit, maar het tegen wil en
dank schopt tot spion van Oranje bij de Spaanse adel in Sevilla.

Dat maakt dit boek meteen boeiend. Gitte doorkruist, voortgejaagd door het noodlot, alle
denkbare lagen van de bevolking in de Nederlanden en Spanje, die op dat moment
verwikkeld zijn in wat later de Tachtigjarige Oorlog genoemd zou worden. De lezer krijgt
daardoor de kans met al die verschillende werelden van binnenuit kennis te maken. Dat haar
wonderlijke reis nergens ongeloofwaardig wordt, komt door Gittes slim gekozen afkomst: ze
is door de Spaanse hertog van Almendraje verwekt bij een Vlaams soldatenliefje.

Als ze vijf is, laat haar moeder Gitte achter voor de deur van een calvinistisch weeshuis, met
een camee van het wapen van Almendraje. Alle weesmeisjes krijgen als ze oud genoeg zijn
een betrekking als dienstmeisje, maar Gitte wordt meegegeven aan een reizende kwakzalver
die met zijn gevolg van geboefte marktbezoekers oplicht. Gitte leert de kunst van het
beurzensnijden en inbreken. Ze raakt er bedreven in, maar wordt toch gesnapt en
veroordeeld tot ophanging.

De camee betekent haar voorwaardelijke redding. Willem van Oranje ziet in Gitte de ideale
spion: zij kan als verloren dochter infiltreren in de familie van de Spaanse hertog en de
kringen rond de koning. Gitte wordt omgeschoold tot katholiek en betreedt het adellijke en
beduidend minder spannende leven in Sevilla.

Daar vertraagt het verhaal enigszins, maar het is wel het begin van de innerlijke strijd die het
boek diepte geeft en uiteindelijk naar een heftige ontknoping stuwt. Gitte heeft eindelijk de
vader die ze altijd wilde, maar moet hem verraden. Doet ze dat niet, dan zullen de mannen
van Oranje haar ontmaskeren en eindigt ze alsnog aan de galg.

Die tegenstrijdige belangen roepen interessante vragen op over identiteit, oprechtheid,


loyaliteit, eigenbelang en de grens tussen haat en liefde. Het begaafde schrijversduo, dat
eerder groot succes had met ’Jonkvrouw’, schept in zintuiglijke taal en met vele historische
details een schitterend decor, waarin je helemaal kunt opgaan. De kleurrijke personages en
filmische scènes weten de aandacht bovendien vijfhonderd bladzijden lang moeiteloos vast
te houden. Een rijke, veelkleurige jongerenroman, die ook veel volwassenen zal aanspreken.

Bron: Maliepaard B., ‘Galgenmeid’, internet, 2011-01-15,


(www.basmaliepaard.nl/publicaties/trou
Keuzeopdracht
Kies een van de onderstaande personages en maak een profiel aan de hand van de volgende
vragen:
Gitte – Zwart Peerken – Karel de Kerkpisser – Johannes Vuylsteke – don Domingo – dona
Urraca – Hertog de Almendraje – Meester Adriaan –

Wat drijft hem/haar?


Gitte haar droom is om naar Spanje te gaan en haar vader te ontmoeten. Ze heeft geen geld
om die reis te betalen, dus ziet ze geen andere uitweg om als spion voor de Nederlanden
mee naar Spanje te reizen. Als ze in Spanje ontdekken Dat ze een spion is, moet ze vluchten.
Ze steelt de landkaarten van de hertog en keert terug naar Antwerpen.

Wat zijn zijn/haar kwaliteiten of tekortkomingen?


Ze is heel sluw en ze huilt nooit. Ze is heel handig met messen en zwaarden waardoor ze zich
goed kan verdedigen als dat nodig is. Ze spreekt Nederlands en later ook Spaans.

Welke angst en/of hoop kent je personage?


Gitte heeft bang dat haar brandmerk ontdekt wordt of dat ze door de mand zal vallen als
spionne. De hertog en zijn vrouw nemen haar in huis en dat geeft haar hoop. Ze haalt ook
kracht uit de romance met Don Domingo.

Welke andere uitgesproken gevoelens zijn eigen aan je personage?


Ze heeft geen zelfmedelijden en is vastberaden. Ze laat nooit merken als ze verdriet heeft of
als ze bang is. Ze bedriegt de koning en zijn vrouw zodat ze zelf kan overleven, maar wilt toch
het beste voor iedereen. Ze heeft geen kwade bedoelingen maar moet toch haar dierbaren
kwetsen.

You might also like