You are on page 1of 2

De klucht van de koe

Door: Demi Mulder, klas V5D


G.A.Bredero.
G. A. Bredero, ofwel Gerbrand Adriaensz Bredero is een van de grootste 17
e
eeuwse auteurs. Hij was
een Nederlandse dichter, toneelschrijver en rederijker (amateur-dichters en voordrachtkunstenaars
uit de late middeleeuwen) geboren in Amsterdam in 1585. Hij is ook in de leer geweest bij een
Franse schilder, maar helaas zijn er geen door Bredero gesigneerde werken gevonden. Zijn werken
behoorden tot de renaissance en de humanistische stroming. Oftewel het Renaissance-humanisme.
De humanistische stroming richtte zich vooral op waarden, het was een filosofish-etnische richting.
Echter was de Renaissance meer een stroming in de kunst en wetenschap. De stroming bestond uit
veel bestaande elementen en was nog sterk gebaseerd op de Middeleeuwen, met zelfs een
terugkeer naar de Klassieke oudheid. Maar juist in de Renaissance is het kenmerkend dat al deze
dingen bijeenkwamen. Hij schreef vooral veel toneelwerken, gedichten en verzamelwerken, ook wel
gewoon verhalen genoemd
De klucht van de koe.
Het boek is geschreven op 6 augustus in 1612, het genre van het verhaal is een klucht. Een klucht is
een kort toneelstuk gekenmerkt door overdreven grappige alledaagse situaties. In dit geval is het dus
een geschreven toneelstuk.
Belangrijkste personages:
- De Gaeuw-Dief, zijn eigen naam is Gijsje, dit is de dief waar het hele verhaal eigenlijk
omdraait. In de klucht volgen wij hem met zijn diefstal van de koe.
- De Boer, Dirck Tijssen, heeft een herberg in Ouwerkerk en bezit ook een koe waar hij de
Gaeuw-Dief over verteld.
- De Boerin, Friese Giertje, een vrouw op leeftijd, zij is de waardin van de herberg t Swarte
Paert aan de rand van Amsterdam.
- DOptrecker,
Belangrijkste gebeurtenissen:
- De Gaeuw-Dief komt aan bij de herberg van de boer, en drinkt wat bier met hem. De boer
verteld hem dat hij een mooie vette koe heeft, en biedt een slaapplaats aan aan de dief.
- DOptrecker komt aan in t Swarte Paert in de hoop te vrijen met de waardin. Maar zij voert
hem dronken en zorgt alleen dat hij haar veel moet betalen.
- De Gaeuw-Dief steelt de koe, en bind haar een stuk verderop vast aan een hooiberg, bij de
Kostverloren. Hij hoopt slim en snel te handelen en haar daarna te kunnen verkopen.
- De Boer wekt de Gaeuw-Dief en ze gaan samen wandelen richting de Kostverloren. Tijdens
deze wandeling praten ze met elkaar. Als ze daar aankomen verteld de Gaeuw-Dief dat hij
nog geld van iemand zou krijgen daar en dat de boer alvast vooruit moest lopen. En zo
gebeurt dat dan ook, maar natuurlijk was het een smoes.
- De Gaeuw-Dief komt terug met de koe en een verhaal over hoe hij deze gekregen heeft in
plaats van het geld. De boer vermoedt dat het zijn koe is maar de Gaeuw-Dief weet het goed
te verbergen en anders te vertellen dan het is. Ze spreken af dat de boer de koe verkoopt
omdat de Gaeuw-Dief daar zogenaamd van adel is en daar niet met zon koe kan lopen. De
koe stemt er mee in, en ze zullen elkaar treffen in t Swarte Paert.
- DOptrecker doet nogmaals een poging om te vrijen met Giertje. Maar zij zal in geen
mogelijkheid toestemmen. Het volgende ogenblik komt de Gaeuw-Dief binnen gelopen. Hij
probeert eveneens met de waardin te mogen vrijen. Maar ook hij heeft geen succes en
wordt slechts volgegooid met drank door de waardin.
- De boer keert na enige ogenblikken ook terug met het geld voor de koe. Het is flink veel. De
Gaeuw-Dief biedt hem wat drinken aan, en ze hebben honger. De Gaeuw-Dief krijgt een
schotel om eten mee te halen, hij heeft zijn geldbuidel en krijgt de mantel van dOptrecker
en gaat zo de stad in. De Gaeuw-Dief komt echter niet terug, maar gaat ervandoor.
- In t Swarte Paert probeert ook de boer de waardin zo ver te krijgen voor vrijerij. Maar ook
hij heeft geen succes. De boer verteld vervolgens van zijn tijden bij de rederijkers en begint in
het Frans te praten.
- Daarna komt Keesje, de zoon van de boer huilend de herberg binnen met het bericht dat de
koe gestolen is. Ze komen er allen achter dat ze hun spullen kwijt zijn, maar ze zijn eigenijk
niet bestolen, ze hebben het hem gegeven.
Bedorven zeden:
- De kaartspelen, en gokspellen op de markt. Waarbij de mensen van de markt vaak
valsspelen, door bijvoorbeeld hoekjes in de kaarten te vouwen.
- De bankiers, die geld van iedereen afhandig maken, en zelfs de kleinste som niet
kwijtschelden.
- Kaartspelers, die valsspelen. Zij plaatsen bijvoorbeeld een spiegel achter hun tegenstander
en gluren daarnaar onder de rand van hun hoed.
- Kooplui, die hun specerijen een tijd in hun vochtige kelder laten zodat het gewicht hoger is
en de klanten dus meer moeten betalen.
- Valse wisselaars, die zich net kleden en zich anders voordoen dan wie zij zijn. Bijvoorbeeld
een Fransman en zijn tolk.
- Boekhouders, die verkeerd geldtellen, geld achterhouden, en valse notities maken.
De overeenkomst tussen de Gaeuw-Dief en d'Optrecker is dat ze beiden zouden willen vrijen met
Giertje, de waardin. Maar hen wordt slechts drank aangesmeerd door haar, en ze krijgen verder niets
van haar.
De tegenstelling tussen hen: DOptrecker wordt belazerd door de Gaeuw-Dief en trapt ook in zijn
sluwe praatjes. De Gaeuw-Dief heeft echter geen enkele kosten bij de waardin, en komt overal
makkelijk van af. Terwijl dOptrecker zijn geld dus kwijt is. Een ander verschil is dat de Gaeuw-Dief
eenmalig Giertje probeert te verleiden, terwijl d'Optrecker vol blijft houden.
De hoofdhandeling in het verhaal is de diefstal van de koe op een hele sluwe en slimme manier. De
dief laat de boer de koe zelf verkopen, zonder dat hij het door heeft.
De secundaire handeling in het verhaal is het gesprek tussen dOptrecker en Giertje. Hij probeert
haar te versieren, maar het lukt hem niet. Dit speelt zich het hele verhaal af in t Swarte Paert, wat
later in het verhaal weer een rol speelt in de Hoofdhandeling.

You might also like