You are on page 1of 55

=Ridderepiek=

1.Wat is Ridderroman?

• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmden verhalen die 0ver
de avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de chanson de geste
• de vroegste teksten bestonden in Frankrijk
• veel van deze chansons vertelden over de daden van Karel de Grote en z’n ridders
• Karel ende Elegast is een voorbeeld van een dergelijke tekst in de Nederlandse
literatuur
• andere voorbeelden: Roelandtslied, Roman der Lorreinen
• meestal anoniem (uitzondering!-“De jeeste van Walewein en het shaakbord” door
P.P Vostaert, Alexanders geesten-Jacob van Maerlant
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland

2.Wat is een voorhoofse ridderroman?

• de stof gaat meestal terug op een historische figuur - Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand-meestal kruistochten
• verheerlijkte strijd-de ridder vecht dapper en gaat soms dood
• ondergeschikte rol van een vrouw, ruw behandelt (in Karel ende Elegast krijgt de
zus van Karel een klap van haar man)
• de trouw aan God en de leenheer-feudale verhoudingen
• vanaf 13de eeuw bekend , bewerkingen van Franse chansons de geste

3.Wat is een hoofse ridderroman?

1)klassieke roman

• inhoud geïnspireerd op de gebeurtenissen en heldendaden uit de klassieke oudheid


(bvb: Historie van Troyen van Jacob van Maerlant)

2)de Oosterse roman

• de inhoud ontleend aan de Arabische literatuur of in de Oriënt afspelend (bvb:


Alexanders Geesten- J. van Maerlant)
3) de Brits-Keltische roman
• meestal Arturepiek:
☑ spelen zich af rondom koning Artur en z’n ridders
☑ sprookjesachtige sfeer- vaak magie en magische figuren
☑ sluwheid, dapperheid en gevechtskracht waren belangrijk
☑ de vrouw staat op een voetstuk en de ridder is haar dienstknecht

4.Prologen
• de proloog: een inleiding op een episch of dramatisch werk die een inzicht
geeft over het thema, personages en omstandigheden, soms verkorte inhoud
van eerdere “episodes” of komende gebeurtenissen
• opbouw van de proloog:
☑ motief
☑ doel
☑ stof
☑ vorm
• de auteur maakt zich in het proloog bekend
• andere typische elementen van het proloog:
☑ het zeuren over het zware, slecht betaald werk
☑ prijzen van de opdrachtgevers
☑ prijzen van God en verzoeken om hulp bij het schrijven
☑ direct aanspreken van het publiek

5.De ridderstand

• afhankelijk de onderste laag van de adel

6.hoofse cultuur

• omgangsvormen, etiquette
• beleefdheid, opvoeding, goede manieren

7.Floris ende Blancefloer

• Floris-islamitische pris verliefd op Blancefloer van christelijke adel


• Blancefloer was verkocht aan slavenhandelaars

8.Walewein

1.Op een hofdag van konin Arie zweeft een schaakbord door het venster naar binnen en dan
een poosje weer naar buiten

2.Arur roept z’n ridders op het aan hem terug te brengen in ruil voor z’n land

3.Walewein meldt zich voor deze uitdaging

4.Hij komt steeds nieuwe beproevingen tegen

5.Op Het kasteel van koning Wonder vindt Walewein het schaakbord

6.Koning Wonder wil het aan Walewein te geven in ruil voor een toverzwaard met 2 ringen

7.Deze kan hij krijgen als hij de schone Ysabele uit het verre Indië ontvoert

8.Dat doet hij en wordt op haar verliefd


9.Uiteidelijk keert Walewein met het schaakbord terug naar Arthurs hof

9.Karel ende Elegast samenvatting:

1.Karel de Grote slaapt in z’n kasteel in Ingelheim aan de Rijn

2.In die nacht komt een engel en beveelt hem te stelen

3.Hij weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil

4.Hij denkt aan Elegast, de man dij hij vroeger voor de diefstal verbande

5.Op z’n tocht ontmoet hij in het bos een ridder in het zwart gekleed die een zwart paard
heeft

6.De zwarte ridder besslist de wapenuitrusting van Karel te stelen en vraagt Karel wie hij
eigenlijk is

7.Ze vechten met elkaar en de zwarte ridder verliest

8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen

9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor dat ze samen de schat van Karel de Grote
gaan stelen

10.Elegast weigert vanwege z’n verbanning

11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel te
gaan stelen

12.Ze nemen een toverkruid in z’n monden om met dieren te kunnnen praten

13.Hij heeft geen vertrouw aan “Adelbrecht”

14.Elgast besslist om alleen naar binnen te gaan

15..Hij wil het zadel van Eggeric te stelen want ze was kostbaar en mooi

16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen en Eggeric en z’n vrouw worden
wakker

17.Eggeric spreekt over een poging van moord op Karel

18.Elgast vertelt Karel alles en Karel vertelt z’n geheime raad over het verraad van z’n
zwager

19.Op de hofdag komt de zwager naar Karel en wordt meteen gearresteerd


20.Elegast wordt gehaald uit het bos en doet z’n verhaal voor het hof

21.Elegast pakt z’n zwaard en maakt Eggeric dood

22.Elegast wordt beloond en krijgt Karels zus als een prijs


=Hadewijch=

1.Wat is mystiek?

• een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van die ziel met God
• vaste elementen:
☑ ascese
☑ extase
☑ individuele ervaring van de ontmoeting met God

2.Vrouwen en mystiek:

• Beatrijs van Nazareth


☑ traktaat van 7 manieren van heiliger minnen
☑ 7 stadia van de mystieke opgang
• Alijt Bake
☑ moderne Devotie-beweging
☑ visioenen
☑ De 4 kruiswegen- 4 manieren om Christus te volgen
• Hadewijch
☑ 13de eeuw
☑ oudste prozateksten in het Middelnederlands
☑ omgeving van Antwerpen
☑ visioenen, liederen en brieven
☑ geschreven in Brabantse variant van het Middelnederlands
☑ minnepoëzie - een stroming waar spirituele eenheid en God staan centraal
☑ Zij was een “begijn”
☑ de minne, de natuur der liefde- de mystieke liefde die sterker is dan andere
krachten, liefde tot God
=Jacob van Maerlant=

• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams , Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
• “Der naturen bloeme”
• ridder verhalen, bvb over Aleksander de Grote en Koning Artur
• “Historie van den Grale/Merlijns boec -dubbelepos, arturepiek (de inhoud: over de
herkomst van de graal en jonge koning Artur, Merlijn, Excalibur uit de steen halen)
• heiligenlegendes, bvb over Heilige Clara

1.Der naturen bloeme

• vrije bewerking van Latijnse tekst


• over de zaken van de natuur
• het eerste boek is een beschrijving van de exotische volkeren:
☑ “blemiae” aanweizig- mensen zonder hoofd maar met ogen, neus en mond in hun
bortkast
☑ cynocephali-mensen met hondekoppen
☑ cyclopen, centauren
• het tweede boek:
☑ viervoeters, de zeemonsters, de vissen, de slangen, de insecten, de bomen, de
specerij bomen, de kruiden, de metalen, de vogels
• de verschillende wezens zowel dieren als mensen die worden beschreven behoren
tot een vaste set van de middeleeuwse beeldvorming over het onbekende
• morele lessen

2.Rijmbijbel

• vertaling en bewerking van de Historia scholastics aangevuld met ander historisch


materiaal

3.Spiegel

• didactisch-moraliserende teksten geschreven met de doel om de zelfkennis van


de mens te vergroten
• duidelijke structuur, bestemd voor leken

4.Spiegel historiatel-het magnum opus

• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
• bewerking van de Latijnse tekst
=Van den vos Reynaerde=

• dierenepiek
• 13de eeuw
• behoort tot de canon van Nederlandse literatuur
• meesterwerk
• gebaseerd op een serie verhalen in het Frans

1.de inhoud

1.Hofdag in het dierenrijk

2.vele dieren klagen bij koning Nobel over de streken die Reinaert de vos hun heeft geleverd

3.Bruun de beer en Tibet de kater worden als achtereenvolgens van de vos gestuurd

4.Reynaert lokt de beer in de val, hij belooft hem de honing

5.Tibeert wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoor gelokt, waar muizen zouden
zitten, Tibet raakt in een strop maar daarna ontsnapt

6.De derde bode wordt Gimbeert de das met hem gaat de vos mee

7.Onderweg biecht Reynaert z’n zonden op

8.Aan het hof wordt de vos veroordeeld

9.De beer, de wolf en de kater zullen de galg in orde brengen

10.Terwijl 3 weg zijn, spreekt de vos het koningspaar nog een ‘laatste keer’ toe

11.In de 2de biecht make Reynaert gewag van een staatsgreep die zou z’n geramd om
Bruun op de troon te helpen

12.Reynaer doet zich voor als trouwe onderdaan en vertelt dat hij door het stelen van de
schat de staatsgreep heeft verhindert

13.Hij wil de koning zelf de vindplaats van de schat aanwijzen


=Eklerlijk=
=MARIKEN VAN NIEUMEGHEN=-Auteur onbekend, gedrukt door Willem Vorsterman ca
1500-1515 Antwerpen (mirakelspel)

1.Middeleeuws toneelstuk over de zondeval van een mens

2.Miracelspelen-een zondaar wordt op miraculeuze wijze gered door de tussenkomst van


Maria of een heilige

3.Het vroegste bekende mirakelspel in het Middelnederlands: ’T spel vanden Sacramenten


van der Nieuwervaert (ca 1500) van Jan Smeken

4.Willem Vorsterman-een Antwerpse drukker van religieuze, historische boeken en proza

5.’’Mary of Nemmegen’’-Engelse vertaling, ca. 1518 door Jan van Doesborch

6.Genre:

☑ Dramatische elementen:
• scénes die goed in een toneelstuk passen (goed bespeelbaar)
• dialogen
• goede structuur van handelingen
• ‘spel in spel’
☑ Proza
• handelingsverloop vaak door prozafragmenten aangestuurd (napedzany,
kontrolowany)
• het verhaal kan makkelijk ‘verteld’ worden
• verbiedende functie

7.Structuur:

• bestaat voornamelijk uit dialogen op rijm (die ingeleid worden door kleine
prozastukjes)
• *waarschijnlijk eerst een roman die geheel in proza geschreven was
• *berijmde dialogen die waren gewoon prettiger te lezen lijken op een toneelstuk
• proloog
• 15 hoofdstukken
• alle hoofdstukken hebben een informatieve titel, die een soort samenvatting geeft van
de hoofdstuk

8.Perspectief:

• alwetende verteller
• objectieve beschrijving

9.Waar speelt het verhaal zich af?


• binnen het Zuiden van de toenmalige Nederlanden
• Nijmegen, ‘s Hertogenbosch
• Antwerpen
• Rome

10.Tijd:

• ‘Toen hertog Arnold door z’n zoon gevangen werd genomen’


• een specifieke situering is er dus niet
• waarschijnlijk ongeveer rond dezelfde tijd als wanneer dit verhaal verscheen du het
begin van de 16de eeuw

11.Titelverklaring:

• letterlijke verwijzing naar de hoofdpersoon

12.Thematiek:

Religie-geloofscrisis

• Marieken moet van Moenen haar religie loslaten, en een zondig leven leiden
• Toch komt ze wel op terug en ziet ze in dat ze moet boeten voor haar zonden en dat
ze haar religie niet moet afvallen

Coming of Age

• Marieken maakt zo’n ontwikkeling door


• Ze leidt een zondig leven, maar komt tot inzicht en besluit toch haar leven te beteren
• Zo’n besluit getuigt van volwassenwording

13.Personages:

Marieken/Emmeken

• hoofdpersoon
• ‘jonge maagd’
• vatbaar (podatna) voor kritiek
• loopt snel met iemand mee (Moenen)
• leeft een zondig leven maar later wil haar zonden te laten vergeven
• Zij zingt ‘’O Retorika’’
• Marieken wil zwarte kunst leren !!

Ghijsbrecht

• een priester
• woont vlakbij Nijmegen met z’n nichtje Mariken
• stuurt Mariken weg voor boodschappen en maakt zich later zorgen als ze lang
wegblijft
• vergeeft Mariken meteen als ze terugkomt en probeert haar te helpen

Moenen

• ‘de Duivel’ in mensenvorm


• verleidt Mariken tot allerlei zonden
• toont later z’n echte ware aard- neemt Mariken mee de lucht (de duivels kunnen
vliegen) en laat haar nek breken

Moeye

• de tante van Mariken, zus van Ghijsbrecht


• politiek geëngageerd (daar draait haar leven om)
• zij is degene die Mariken niet bij haar laat slapen voor een nachtje - waardoor
Mariken zich aan de duivel overgeeft
• pleegt later zelfmoord in verband met politieke reden

14.Samenvatting:

1.Marieken is een jonge vrouw en woont in de buurt van Nijmegen bij haar oom (priester
Gijsbrecht)

2.Op een dag vraagt haar oom haar om naar Nijmegen te gaan om wat boodschappen te
doen

3.Nadat Marieken boodschappen had gedaan, ging ze naar haar tante

4.De tante had eerder ruzie gehaad met een paar vrouwen

5.Marieken krijgt alleen maar scheldwoorden naar haar hoofd geslingerd (omdat haar tante
verwikkeld was in een politieke discussie)

6.Marieken wordt boos en besloot om de nacht buiten doorbrengen en zich volledig aan God
of de duivel overgeeft (oddac sie)

7.De duivel komt bij Marieken. Hij noemt zich ‘Moenen’

8.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen (zo zal hij haar alle talen van de wereld
leren)

9.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken

10.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
11.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten

12.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid

13.Moenen gebruikt Emmeken in z’n oplichterspraktijken

14.Zo reizen ze van stad naar stad (‘s Hertogenbosh, Antwerpen, Nijmegen)

15.Marieken vertelt zogenoemde ‘Refreinen’ in kroegen en Moenen jut (dopinguje) de


toeschouwers (widzowie)

zo op dat ze op dat er doden vallen

16.Ondertussen is Ghijsbrecht ongerust over z’n nichtje en hij zoekt z’n zus op in Nijmegen

17.Deze lacht hem uit en zegt dat Marieken zondig zal zitten te wezen in allerlei kroegen

18.Later pleegt de tante zlefmoord door zich een mes door haar keel te steken
(vanwege politiek: de hertog ( mat wie ze sympathiseerde is vrijgelaten en ze is het daar niet
mee eens)

19.Emmeken (Marieken) ontdekt dat Moenen (duivel) slecht is

20.Moenen wil doorgaan met z’n oplichterspraktijken in Antwerpen

21.Emmeken realiseert zich dat ze er zelf ook aan heeft meegedaan en dat ze dus niks
meer kan doen

22.Daarom blijft zezondig leven leiden tot 7 jaar later

23.Emmeken mist haar familie en wil ze opzoeke in Gelderland

24.Op staar kijkt ze naar een toneelspel-God en Duivel zijn de personages in de toneel,
Emmeke zegt, nadat ze de toneelstuk zag, dat ze haar tante moet vergeven (przebaczyc)

25.Hier is Emmeken zo door geraakt dat ze niet meer met Moenen meewil

26.Moenen laat nu z’n ware aard zien - Hij sleept Emmeken mee de lucht in en laat
haar nek te breken!:O

27.Emmeken valt en iedereen (inclusief Ghijsbrecht), die ook naar het toneelspel keek)
dromt om haar heen

28.Ze is niet overleden door het ingrijpen van God

29.Ghijsbrecht jaagt de duivel van haar weg en brengt haar bij de deken in Nijmegen
30.Niemand durft haar te benaderen

31.De bisschop kan niks voor haar doen daarom gaan ze naar Rome

33.De paus (papiez) kan haar niet helpen

34.Emmeken heeft ijzere ringen om haar hals en armen. Ze afvallen als een wonder en
haar zonden zijn vergeven (przebaczone)

35.Ghijsbrecht en Mariken komen naar een klooster , daar doet Mariken haar boete
(pokute)

36.Op een nacht vallen haar ijzere ringen als een wonder af door een engel

37.Als ze wakker wordt bedankt ze God voor dit wonder

38.Ghijsbrecht komt Mariken elk jaar nog bezoeken

• berouw-zal za grzechy
• biecht
• boete
• Klooster van bekeerde zondaressen
• houtsnede-drzeworyt

=De ontmoeting met de Duivel-beschrijving=

1.De tante heeft Marieken uitgescholden

2.Marieken was vol van verdriet en vluchtte naar het bos

3.Daar huilde ze

4.Ze verlat alle hoop en rekent op de hulp van iemand - God of Duivel

5.De duivel bezoekt Marieken

6.Hij belooft haar retoriek, logica, grammatica, alchemie, de kennis van alle talen en andere
leuke vaardigheden

7.Hij beloofde haar een hoge positie

8.De Duivel verleidt Mariken tot allerlei zonden

9.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen

10.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken
11.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)

12.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten

13.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid

14.Zij was een jonge en vatbare voor kritiek maagd en het was makkkelijk om haar te
overtuigen

15.De Duivel was een goede oplichter en Emmeke was z’n assistente
=Toets 1=

=Ridderepiek=

1.Ridderroman

• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmde verhalen die over de
avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de Franse chanson de geste
• vaak verhalen over Karel de Grote en z’n ridders
• een voorbeeld is Karel ende Elegast
• meestal (maar niet altijd) anoniem
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland

2.Voorhoofse ridderroman, Karelroman

• meestal is er een historische figuur aanwezig zoals Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand
• kruistochten of andere gevechten tegen mohammedanen
• een ridder vecht dapper en gaat soms dood
• de vrouw speelt ondergeschikte rol en wordt soms ruw behandelt ( in Karel ende
Elegast , krijgt de zus van Karel een klap van haar man
• de trouw aan God en feudale verhoudingen zijn belangrijk

3.Hoofse ridderroman

1)de klassieke roman

• de inhoud geïnspireerd door de gebeurtenissen en heldendaden van klassieke


oudheid
• bvb->”Historie van Troyen” van Jacob van Maerlant

2)de Oosterse roman

• de inhoud gedeeltelijk ontleend aan de Arabische literatuur


• soms de actie speelt zich af in de Oriënt
• bvb->”Alexander’s Geesten”-Jacob van Maerlant

3)de Brits-Keltische roman

• meestal concentreert zich op “Arturepiek”


• met Keltische verhaalstof uit Bretagne, Normandië,Engeland en Ierland
• bvb->”Morianen”

*Arturepiek
• speelt zich af rondom Artur en z’n ridders
• sprookjesachtige sfeer-magie en magische figuren
• sluwheid, dapperheid en gevechtskracht
• aandacht voor het individu
• de vrouw staat op een voetstuk

4.Karel ende Elegast

1.Karel de Grote slaapt in z’n kasteel in Ingelheim aan de Rijn

2.In de nacht komt een engel en beveelt hem te stelen

4.Karel weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil

5.Hij denkt aan Elegast, een dief die hij vroeger voor het diefstal verbande

6.Op z’n tocht, in de bos ontmoet hij een zwarte ridder, die wil z’n wapenuitrusting stelen

7.Ze vechten met elkaar en zwarte ridder verliest

8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen

9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor om de schat van Karel de Grote te gaan
stelen

10.Elegast weigert vanwege z’n verbanning

11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric, de zwager van Karel te gaan stelen

12.Ze nemen een toverkruid om met dieren te kunnen praten

13.Elegast geeft geen vertrouw aan “Adelbrecht”

14.Elegast besslist om alleen naar binnen te gaan

15.Hij wil een zadel van Eggeric te stelen

16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen, Eggeric en z’n vrouw worden wakker

17.Eggeric spreekt over een poging van moord op Karel

18.Elegast vertelt Karel alles wat hij gehoord had

19.Op de hofdag komt Eggeric naar Karel en wordt meteen gearresteerd

20.Elegast wordt uit het bos gehaald en maakt Eggeric dood met zwaard

21.Elegast wordt beloond, hij krijgt een zus van Karel als een prijs
5.Proloog

• Een proloog is een inleiding op een episch of dramatisch werk, vertelt vaak iets over
het thema, personages, omstandigheden, vorige of komende gebeurtenissen of de
auteur
• vaste elementen:

1.motief

2.doel

3.stof

4.vorm

• andere typische elementen:


☑ het zeuren over het zware werk, vaak slecht betaald
☑ prijzen van de opdrachtgevers
☑ prijzen van God en verzoeken om hulp bij het schrijven
☑ direct aanspreken van het publiek

=Hadewijch=

1. Mystiek:
☑ een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van de ziel met God
☑ vaste elementen: ascese, extase, individuele ervaring van de ontmoeting met
God
2. Visioenen:
☑ 14 visies
☑ eigen ervaringen
☑ liefdesvereniging met Christus
☑ zij was een ‘’begijn’’

3.Brieven

☑ 31 brieven
☑ gericht aan levende vrouwen
☑ hoogste lief en leed tegelijk
☑ beschrijving van haar relatie met God
☑ de relatie tussen vrouw en Christus
☑ liefde zonder sexueel verkeer
☑ onderworpenheid
• andere vrouwen, verbonden met mystiek:
☑ Beatris van Nazareth-> 7 stadia van de mystieke opgang
☑ Alijt Bake->moderne Devotie-beweging
=Van den vos Reynarde=

• auteur-> Willem die Madocke Maecte


• de dieren zijn een weerspiegeling van bepaalde karakters uit de maatschappij
• een satirisch dierenverhaal
• antropomorfisme->dieren kunnen op menselijke wijze spreken
• geschreven in Vlaanderen
• dierenepos
• allegorische spiegel van de menselijke wereld
• dieren hebben menselijke eigenschappen, bvb->sluwheid, hebzucht, brutaliteit
☑ de vos:
• slim en tactisch
• hij kan z’n tegenstanders in de val lokken door in te spelen op hun hebzucht en
wraakzucht
• demonisch
• wreed
• bedrieglijk
• hebzuchtig
• vals
• genadeloos
☑ de leeuw->Koning Nobel
• absolute maachthebber
• karakterloos
• hebzuchtig
• leeft in z’n eigen wereld
• egoïstisch-> een voorbeeld van slechte leider
☑ de beer->Bruun
• vaak slachtoffer van de vos
• een voorbeeld van kracht maar geen kennis
☑ de kater->Tibert
• gulzigheid
• slim
☑ de ram->Belijn
• een priester en hoofdkapelan van Nobel
• een verwijzing naar clerus in het verhaal
• geestelijkheid
☑ de haas->Cuwaert
• angstig->angsthaas
☑ de das->Gimbeert
• de neef van Reynaert
• familiemotief
☑ de wolf->Isengrijn
• de grootste vijand van Reynaert
• hypocriet
=Jacob van Maerlant=

• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams, Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
☑ ‘’Der Naturen Bloemen’’
• over de zaken van de natuur
• het eerste boek is een beschrijving van exotische volkeren
• de verschillende wezens zowel mensen als dieren behoren tot een vaste set van de
middeleeuwse beeldvorming over het onbekende
• morele lessen
☑ Rijmbijbel
• vertaling en bewerking van de ‘’Historia scholastics’’ aangevuld met een historisch
materiaal
☑ Spiegel historiael
• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
☑ Spiegel
• didactisch moraliserende teksten geschreven met de doel om de zelfkennis van mens
te vergroten

=Elkerlijk=

• een voorbeeld van moraliteit


• didactisch toneelstuk
• de inhoud gebouwd rond een vraagstuk van morele of zedelijke aard
• abstracte begrippen zoals ‘’Hebzucht’’ zijn een allegorie van mensen
• motief->ars moriendi->kunst van het sterven
• anonieme auteur
• Elkerlijk betekent letterlijk ‘’iedere mens’’ ,dat betekent dat hij elke mens voorstelt,
iedereen is gelijk op het momeals de dood op bezoek komt
☑ Vriendenkring->ze beloofden te helpen maar gaan niet mee als ze horen dat ze nooit
meer zouden terugkeren
☑ Neven en nichten->zij bang voor hun rekening
☑ Bezit->helpt niet, zegt dat hij van God geleend is
☑ Hebzucht->geeft geen toegang tot de hemel
☑ Barmhartigheid->is ziek door het gedrag van mensen
☑ Zelfkennis->laat hem biechten
☑ Deugdzaamheid->wil mee maar is te ziek door Elkerlijk en tenslotte kan niet
mee

=Marieken uit Nieumeghen=


• een mirakelspel
• 2 mirakels:
☑ Marieken overleeft de val op de straatstenen
☑ De ijzer ringen komen los met hulp van een engel op een miraculeuze wijze van haar
hals en armen
• Genre:
☑ zowel dramatische als proza elementen
☑ dramatische elementen->dialogen, goed bespeelbaar, goede structuur van
handelingen
☑ proza elementen->het verhaal kan makkelijk verteld worden, handelingsverloop vaak
door prozaelemnten aangestuurd
• Marieken neemt afstand van haar naam voor de Duivel en heet zich later
‘’Emmeken’’
• zij was gehecht aan haar naam want die afkomstig van Maria
• zij beloofte ook nooit meer een kruisteken te maken
• de actie speelt zich af binnen het Zuiden van toenmalige Nederlanden en Rome
• ze wil alle talen van de wereld en de zwarte kunst leren
• ze leeft 7 jaren zondig met de Duivel
• de Duivel heet zich ‘’Moenen’’
• de goddelijke ‘’3’’-> 3 ringen, 3 jaar na de zelfmoord van de tante komt Mariken terug
naar Nijmegen
• hoofdthema->zondeval van een mens
HET JOURNAEL VAN BONTEKOE-(1646)

• eigenlijk: het Iovrnael ofte Gedenckwaerdighebeschrijvingevande Oost-Indische


Reysevan Willem IJsbrandszoon Bontekoe uit Hoor
• in 1646 werd dit journaelutigegeven door de Hoornse uitgever Jan Jansz Deutel
• Bontekoe was geen schrijver, alleen schipper en koopman!
• in Gouden Eeuw speelt actie zich af
• het gaat over de avonturen van de kapitein Bontekoe en zijn bemanning in de
VOC reis
• geschreven in 1646, maar zijn reizen waren in jaren 1618-1625- dat is heel
belangrijk, hij moest het journael nog een keer schrijven na een paar jaren na de reis,
daarom het interessant was, want het is geen omschrijving van elke dag (dus niet
saai), want hij kon natuurlijk niet elke dag zich herrineren!
• fictie en werkelijkheid
• samenvatting:
1. Het journaal van Bontekoe is het verslag van de reis die Bontekoe als
schipper van de 'Nieuw Hoorn' van 1618 tot 1625 in opdracht van de VOC
ondernam
2. In 1618 vertrekt hij vanaf Texel om koers te zetten naar Kaap de Goede Hoop,
om van daaruit door te varen naar Batavia.
3. Vlak voor Straat Sunda ontstaat er brand aan boord en vliegt het schip, dat
360 vaten kruit aan boord heeft, de lucht in.
4. Van de 206 bemanningsleden overleven 72 mannen. Als door een wonder is
Bontekoe een van de overlevenden.
5. Onder zijn leiding zien zij kans om in een sloep land te bereiken.
6. Bontekoe krijgt een nieuw schip en bereikt uiteindelijk Batavia.
7. Van daaruit maakt hij enkele reizen, dan eens handel drijvend, dan weer
oorlog voerend met de inheemse volkeren en hun bezetters.
8. Nadat Bontekoe talloze stormen heeft doorstaan, tientallen bemanningsleden
door ziekte heeft verloren en niet zelden door het oog van de naald is
gekropen, keert hij na zeven lange jaren in 1625 terug naar Nederland.
• reisverhaal
1. de meeste Nederlandse reisverhaal is verbonden met VOC periode
☑ andere reisverhalen: Gerrit de Veer “ Nova Zembla”, “De reis van Sint-
Brandaan” (auteur onbekend)
• dagboek
☑ regelmatig
☑ ik-persoon
☑ historisce achtergronden
☑ concrete data.

Structuur/opbouw/indeling

Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.

Perspectief

Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-verteller.

Historische tijd

Het verhaal speelt zich tussen 1618 en 1625 af en wordt chronologisch verteld.

Plaats van handeling

De gebeurtenissen spelen zich eigenlijk over heel de wereld af, omdat Bontekoe een
schipper is komt hij eigenlijk overal. Hij komt onder andere in: Bantam, Texel, Sumatra,
Batavia, Kaap de Goede Hoop en China. Je kunt dus eigenlijk zeggen dat het verhaal zich
voornamelijk in het oosten afspeeld, met uitzondering van de gebeurtenissen die in
Nederland plaatshebben.

Verklaring titel, ondertitel, motto, opdracht

Titel: Het boek wordt Het journaal van Bontekoe genoemd en dat klopt ook gewoon, want het
is herschreven en hertaald vanuit het oorspronkelijke journaal van de schipper.

Thema

• In alles moet je vertrouwen op God, want hij zal je helpen in goede en slechte tijden.

Genre en plaatsing in de tijd

Het journaal van Bontekoe kunnen we geen roman noemen, maar ook geen gewoon
leesboek. Het beste is om het gewoon te houden bij een journaal, dat is een beschrijving van
een bepaalde gebeurtenis. Schipper Bontekoe kwam in 1625 terug van zijn reizen maar
schreef zijn ervaringen nog niet op. Dit gebeurde pas in 1646, hij schreef het op, omdat hij de
mensen wilde laten zien hoe goed God was voor de zondige mens en om hen kennis te laten
maken met het onbekende.

Literaire stroming

De literaire stroming waar dit boek bij past zijn de lerende verhalen, die horen echt bij de 17e
eeuw. Dit verhaal behoort tot de meest realistische stroming van de renaissance. Kenmerken
van deze stroming zijn dat ze een wijze les bevatten en dat ze de realiteit beschrijven.

Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.
Samenvatting (Lang)

1. In 28 december 1618 vertrok Bontekoe als schipper van het schip Nieuw Hoorn van
Texel naar Bantam op Java
2. Er waren 206 bemanningsleden. De reis ging eerst vrij voorspoedig: het schip voer
langs de punt van Brazilië, en arriveerde eind mei 1619 bij Kaap de Goede Hoop.
3. Hier werd niet aangelegd, wegens het slechte weer en omdat er nog genoeg
voorraden waren
4. . Het schip deed vervolgens 21 dagen Réunion en negen dagen Sancta Maria aan en
vertrok daar op 8 september.
5. In de loop van de reis overleden 17 mensen, zodat er 189 over waren toen het schip
in de buurt van Sumatra was gekomen.
6. Op 19 november 1619 raakte door onvoorzichtigheid van botteliersmaat Keelemeyn
een vat brandewijn in brand en daarna de smidskolen.
7. Een half uur nadat de brand geblust leek laaide deze weer op; de kolen waren blijven
smeulen.
8. Er waren 360 halve vaten buskruit op het schip, deels voor verdediging onderweg,
deels voor transport naar Oost-Indië
9. Tijdens de brand stelde Bontekoe voor dit deel van de lading overboord te zetten,
maar koopman Hein Rol was daar eerst tegen omdat het kruit nog nodig kon zijn als
het schip nog aangevallen zou worden door Spaanse schepen.
10. Nadat de brand zich uitbreidde ging een aantal bemanningsleden zonder
toestemming van boord in een (kleinere) boot en een sloep in plaats van te helpen
blussen.
11. Bontekoe beschouwde dit als drossen, dat wil zeggen deserteren, hoewel Hein Rol,
die boven Bontekoe stond, er ook bij was.
12. De resterende bemanning begon alsnog het kruit overboord te zetten, maar de brand
bereikte het nog aanwezige kruit en het schip explodeerde
13. . Van de 119 personen die nog aan boord waren overleefden maar twee het:
Bontekoe, die zwaar gewond raakte, en de jongeman Hermen van Kniphuysen. Ze
werden door de boot aan boord genomen.
14. Het aantal overlevenden was daarmee 46 in de boot en 26 in de schuit, bij elkaar 72.
Van de hemden van de inzittenden werden zeilen genaaid.
15. Na verloop van tijd stapten de mensen van de schuit over in de boot.
16. Soms was er voedsel: één keer kwamen er meeuwen over de boot heen vliegen, die
gepakt konden worden, en een andere keer waren er vliegende vissen. Er was geen
drinkwater en sommigen dronken uit wanhoop zeewater of hun urine.
17. Het eerste raadde Bontekoe af, het tweede deed hij ook een poosje, tot deze
ondrinkbaar werd.
18. Uiteindelijk ging het regenen en had men weer drinkwater. Aan voedsel was zo'n
gebrek dat de bemanning de scheepsjongens wilde doden om op te eten. Bontekoe
was daar tegen, waarop ze bereid waren nog drie dagen te wachten.
19. Net op tijd, dertien dagen na het vergaan van de Nieuw Hoorn, werd een eilandje in
Straat Soenda bereikt, 15 mijl uit de kust van Sumatra, waar men zich tegoed deed
aan kokosnoten. Daarna ging men door naar het vasteland van Sumatra
20. . Hier troffen de schipbreukelingen autochtonen aan van wie ze eerst voedsel konden
kopen met de munten die ze hadden kunnen meenemen uit het vergane schip.
Daarna werden ze echter door de plaatselijke bevolking aangevallen, waarbij elf
bemanningsleden werden gedood en vier moesten worden achtergelaten.
21. Zo bleven er dus 57 overlevenden over.
22. De boot kwam bij Java 23 Nederlandse schepen tegen onder commando van
Frederik de Houtman, hetgeen ze behoedde naar Bantam te gaan dat Nederland nu
vijandig gezind was.
23. Verdeeld over de schepen gingen de overlevenden mee naar Batavia, waar
Bontekoe en Rol werden ontvangen door Jan Pieterszoon Coen. Bontekoe kreeg hier
een nieuw schip toegewezen en werd naar de Zuid-Chinese Zee gestuurd.
24. Zijn opdracht bestond onder andere uit het aanhalen van handelsbetrekkingen met
China, en de Spanjaarden op de Filipijnen het leven zuur maken.
25. Hieronder vielen ook het overvallen van Spaanse schepen en het ronselen of zelfs
ontvoeren van Chinese arbeiders om op plantages op het pas veroverde Formosa te
werken.
26. Uiteindelijk vertrok hij in november 1625 als schipper van de Hollandia van Batavia
naar Hoorn.
27. Op de terugreis verloor hij in een orkaan bijna weer zijn schip.
28. Op Madagaskar maakten de autochtonen het de Fries Hilke Jopkins en een paar van
zijn kameraden zo naar hun zin, dat ze niet mee terug wilden naar Nederland en zich
verstopten, zodat de schipper zonder hen terugmoest.

*Hij schreef z’n verslag later want z’n schip was ontploft

*niet typisch voor het dagboek-gedichten, dialogen,……

*de beschaving-cywilizacja

*onbeschaafd-niecywilizowany

*beschaafd-cywilizowany

*combinatiewoordenboek.nl

*het vat-beczka

*woordenlijst.org-koniugacja

*proch wybuchl I dlatego ontploffing XD alcohol+proch

PPT- Reisliteratuur
1.VOC- Verenigde Oost-Indische Compagnie

• 17 eeuw
• Azië en Zuid-Afrika

2.WIC- West-Indische Compagnie

• de eerste helft van 17de eeuw


• Amerika en West-Afrika

3.Gerit de Veer

• journaal
• 3 expedities in 16de eeuw
• een noordelijke doortocht naar Azië langs Siberië
• verfilmd ‘’Nova Zembla’’
• eerste Nederlandse 3D-film

4.Reis van Willem IJsbrandtz

• beschrijving van de Oost-Indische reis


• 17de eeuw

5.Journaal van Bontekoe

• jeugdboek
• verfilmd- ‘’Scheepsjongens van Bontekoe’’
• stripverhaal

6.Imaginaire reisverhalen - robinsonade

• populair in de 18de eeuw


• Robinson Crusoe
• Swift Guliver’s travels
• vertalingen
• Terra incognita- nieznany teren
• Utopia
• Krinke Kesmes

7.19de eeuw

• Louis Couperus- “‘Reis-impressies’’


• bundel van 12 reisbrieven
• door het zuiden van Europa
• Marcellus Emants
• Egypte met vrouw en andere reisgenoten
=Spaanse Brabander=

1.Rederijkerskamers

*Leden

• man
• burgers met genoeg geld
• geïnteresseerd in taal en muziek

*Doel

• samen kunst beleven

2.Het succes van Bredo’s kluchten

• sfeertekening
• gevoel voor details
• lachwekkende personages
• uitstekende opbouw
• soepel taalgebruik
• spreektaal->dialect

3.Spaanse Brabander

• geen strakke handelingsstructuur


* combinatie van 3 thema’s
• Meester Jerolimo en knecht Robbeknol
• Amsterdam-> allochtoon en autochtoon
• Amsterdam-> arm en rijk
• sententies-> moraly
• veel situaties en typen personages

4.De sociale les van de Spaanse Brabander

• waarschuwing aan de toeschouwers-> ‘’Zorg dat je niet zo’n egoïst wordt’’

5.Spaanse Brabander

• 17de eeuw
• plaats->Amsterdam
• realistisch toneelstuk
• motief-> ‘’Al ziet men de mensen, men kent daarom hun hart en karakter nog niet’’
• het conflict tussen de Rooms-Katholiken en protestanten
• De Nederlanders wilde een onafhankelijke stad creëren van Spanjaarden
Robbeknol de Knecht

• jong
• knecht

Jerolimo Rodrigo de Jonker

• jonker- giermek
• Bredero probeerde een wijze les aan het publiek over te brengen en een
maatschappelijk probleem op het toneel te bediscussiëren
• De Nederlanders willen hun eigen natie , een eigen land stichten, ze denken dat ze
beter zijn , moesten zich van andere landen verscheiden
• De Spaanse koning wilde het land met het katholicisme stichten

*Amsterdammers vs Brabanders

-Amsterdammers

• vieze volk
• mensen zonder manieren
• simpel en wild

-Brabanders

• mooi gekleed
• beleefd
• mensen van cultuur
• goed opgeleid
• goed gedrag
• eloquent
=Trou-ring=

1.Jacob Cats

• dichter
• komt uit de stad
• de meest gelezen auteur van z’n tijd ->16de en 17de eeuw
• z’n debut was een verzameling van emblemata-> samenvatting van tekst, motto en
afbeelding
• Huwelick-> een soort gids voor huwelijksleven
• geeft advies over het huwelijk tot in de meest, intieme zaken

2.Trou-ring

• 17de eeuw
• door het perpectief van het huwelijk wordt de geschiedenis van de wereld getoond
• elk hoofdstuk beschrijft en huwelijk bekend uit de bijbel, klassieke oudheid
• morele lessen en ontspannende verhalen
• het eerste verhaal gaat over het grond huwelijk , eerste echtpaar van de
geschiedenis van de wereld- Adam & Ewa
• beschrijving van paradijs
13. DE VROUWELIJKE AUTEURS IN DE 17DE EN 18DE EEUW
14. De literatuur is heel lang een mannenzaak geweest.
15. Schrijfsters waren een uitzondering tot en met de 19de eeuw en ze waren niet
serieus genomen
16. Meer bekende vrouwelijke auteurs bleken in de 17de en 18de eeuw

➢ Ze schreven vooral gelegenheidsgedichten (gedichten over dagelijkse leven, gezinsleven


etc.) en correspondentie. Ze schreven bijna nooit over de liefde.

De 17de eeuw

• Anna Maria van Schurman

➢ Eerste studente in Nederland

➢ Ze schreef in het Nederlands, Frans, Duits en Latijn

➢ 1636: gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld

➢ Utrechtse Minerva – een toespeling op de godin van de wijsheid uit de klassieke oudheid

- Vertaald in het Frans en Engels


• Anna Roemers Visscher

➢ haar vader was een rijke Amsterdamse koopman; in hun huis vonden artistieke avonden
plaats -> gasten: Gerbrand Bredero, P. C. Hooft, Jacob Cats, Joost van den Vondel

➢ bevriend met Cats (Zeeuwse dichter)

➢ geen boek op haar naam -> haar boeken waren alleen uitgegeven in de bundels van
anderen

➢ Zeevsche Nagtegael

- Verzamelbundel met poëzie van Zeeuwse mannen en vrouwen. Het doel was om te
tonen dat de modernste Nederlandse literatuur ook in Zeeland leefde
- 12 gedichten van Anna Visscher
• Maria Tesselschade Roemers Visscher

➢ Zus van Anna Roemers Visscher

➢ Bevriend met P. C. Hooft

➢ 32 gedichten bewaard gebleven

➢ Ze was beschouwd als ideale vrouw: kunstzinnig, verstandig, mooi en deugdzaam


• Katharina Lescailje

➢ Een van de bekendste dichteressen van haar tijd

➢ Haar ouders hadden een uitgeverij in Amsterdam – ze is opgegroeid tussen de boeken

➢ Ze vertaalde 7 tragedies uit het Frans

➢ Toneel- en mengpoëzy

- 1732
- Eerste zelfstandige uitgave van verzameld werk van een vrouwelijke auteur

De 18de eeuw

• Er veranderde educatieve dimensie van de literatuur -> mensen zagen dat de jonge
meisjses moesten leren kenen hoe het sociale leven eruitzag
- De Verlichting
• Betje Wolff en Aagje Dekken

➢ Ze schreven samen boeken

➢ Sara Burgerhart (het nieuwe genre – vrouwen begonnen iets anders dan
gelegenheidspoëzie schreven!!)

- Eerste resultaat van de samenwerking van Wolff en Dekken


- Briefroman (het verhaal wordt verteld door middel van brieven di verschillende
personages aan elkaar schrijven – PATRZ: PYTANIE 14)
- 175 brieven, 24 correspondenten
- Samenvatting:

Het hoofdpersonage van het boek is Sara Burgerhart. Aan het begin woonde ze in het huis
van haar schijnheilige tante Suzanne Hofland en ze is met strenge hand opgevoegd. Toen
ze ontsnapte en in het milieu van haar vriendin Letje Brunier begon te leven, beleefde ze
haar eerste erotische ervaringen. Er bestaat veel liefdesverwikkelingen tussen Sara en zowel
de charmante meester R. en Hendrik Edeling. Die laatste werd uiteindelijk haar man.

- Sprekende namen -> ze geven de karakter van de personages weer

Hendrik Edeling – beschaafde en fatsoenlijke man

Sara Burgerhart – heeft het hart van een burger


=Nederlandse Liederen=

1.Hoe kwamen de Nederlandse burgeren aan liederen?

• op straat gezongen
• geschenken aan vrouwen
• boekhandels

2.Soorten liedjes

• strijdzangen
• godsdienstige liedjes
• liefdesliedjes
• drankliedjes
• feestliedjes

3.Voorbeelden van de Nederlandse liedboeken

• Egidiuslied
Verlichtingsidealen in de literatuur (bv. Krinke Kesmes,…)

De Verlichting of Eeuw van de Rede (rozum) was een cultureel-filosofische en intellectuele


stroming in Europa die ruwweg samenviel met de 18e eeuw.

Vóór de Verlichting was men ervan uitgegaan dat de mens tot het kwade neigt en afhankelijk
is van God en de kroon. De verlichte denkers zien de mens daarentegen als van nature
goed, autonoom en onafhankelijk. Nuttigheid, de waardigheid van de mens en zijn streven
naar geluk in dit aardse leven (en niet in het hiernamaals-zaświaty) vormden het
uitgangspunt in de ethiek. De denkers streven naar een rationele en universele moraal,
geldig voor het handelen van alle mensen op aarde en onafhankelijk van een godsdienst, en
opdat iedereen de vruchten van de Verlichting zou plukken, hechten ze waarde aan
populariserende en pedagogische activiteiten. De nieuwe kennis kon het onderwijs
verspreiden, waardoor er sprake zou zijn van morele vooruitgang.

De literatuur concentreerde zich op de actualiteit en het menselijke. De satire (zowel poëzie


als proza) ontwikkelde zich onder invloed van Alexander Pope en Jonathan Swifts Gulliver's
Travels tot een belangrijk genre.

Ook de literatuur speelde een belangrijke rol bij het mondig maken van de burger. Om de
veranderingen in de samenleving bij te kunnen benen vernieuwde die literatuur zich
voortdurend. Met nieuwe genres als satirische en spectatoriale tijdschriften, briefromans,
sentimentele romans, politieke tijdschriften, kinderliteratuur en prozatoneel probeerde men
alle lagen van de bevolking aan te spreken: vrouwen en kinderen inclusief.

Aan de hand van die literatuur is ook zichtbaar dat de Verlichting beslist niet alleen de eeuw
van de rede was. De achttiende-eeuwer vertrouwde weliswaar op de rede en op zijn
intelligentie, maar om kennis over te brengen en te verwerken waren emoties minstens zo
belangrijk. Veel van de achttiende-eeuwse literatuur was erop gericht het hart te raken.
Hoogtepunt zijn wat dat betreft het burgerlijk drama en de sentimentele romans in het laatste
kwart van de eeuw.

Krinke Kesmes

Een heel vroeg imaginair reisverhaal is Beschryvinge van het magtig Koningryk Krinke
Kesmes(1708). Het werd geschreven door de Zwolse arts Hendrik Smeeks. Hij verzon het
land Krinke Kesmes – grotendeels gevormd uit de letters van zijn eigen naam – waar veel
meer vrijheid en gelijkheid heerst dan in het Nederland en Europa van de achttiende eeuw.
Mannen en vrouwen hebben er bijvoorbeeld gelijke rechten en uit verschillende geloven
heeft men één nieuwe, tolerante godsdienst gemaakt waar iedereen zich in kan vinden. In
hemel en hel geloven de bewoners van Krinke Kesmes echt niet.

De maatschappelijke idealen die Smeeks beschreef waren in de achttiende eeuw ver te


zoeken. Een samenleving zonder godsdiensttwisten bestond niet en ook gelijkheid tussen
mannen en vrouwen was iets utopisch. Precies daarom schreef Smeeks zijn boek. Hij
leverde op die manier kritiek op de eigen samenleving en liet tegelijkertijd alternatieven zien.
=ĆWICZENIA=

1. Soorten ridderepiek (met voorbeelden uit de Nederlandse literatuur)

1.Wat is Ridderroman?

• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmden verhalen die over
de avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de chanson de geste
• de vroegste teksten bestonden in Frankrijk
• veel van deze chansons vertelden over de daden van Karel de Grote en z’n ridders
• Karel ende Elegast is een voorbeeld van een dergelijke tekst in de Nederlandse
literatuur
• andere voorbeelden: Roelandtslied, Roman der Lorreinen
• meestal anoniem (uitzondering!-“De jeeste van Walewein en het shaakbord” door
P.P Vostaert, Alexanders geesten-Jacob van Maerlant
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland

2.Wat is een voorhoofse ridderroman?

• de stof gaat meestal terug op een historische figuur - Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand-meestal kruistochten
• verheerlijkte strijd-de ridder vecht dapper en gaat soms dood
• ondergeschikte rol van een vrouw, ruw behandelt (in Karel ende Elegast krijgt de
zus van Karel een klap van haar man)
• de trouw aan God en de leenheer-feudale verhoudingen
• vanaf 13de eeuw bekend , bewerkingen van Franse chansons de geste

3.Wat is een hoofse ridderroman?

1)klassieke roman

• inhoud geïnspireerd op de gebeurtenissen en heldendaden uit de klassieke oudheid


(bvb: Historie van Troyen van Jacob van Maerlant)

2)de Oosterse roman

• de inhoud ontleend aan de Arabische literatuur of in de Oriënt afspelend (bvb:


Alexanders Geesten- J. van Maerlant)
3) de Brits-Keltische roman
• meestal Arturepiek:
☑ spelen zich af rondom koning Artur en z’n ridders
☑ sprookjesachtige sfeer- vaak magie en magische figuren
☑ sluwheid, dapperheid en gevechtskracht waren belangrijk
☑ de vrouw staat op een voetstuk en de ridder is haar dienstknecht
4.Prologen

• de proloog: een inleiding op een episch of dramatisch werk die een inzicht
geeft over het thema, personages en omstandigheden, soms verkorte inhoud
van eerdere “episodes” of komende gebeurtenissen
• opbouw van de proloog:
☑ motief
☑ doel
☑ stof
☑ vorm
• de auteur maakt zich in het proloog bekend
• andere typische elementen van het proloog:
☑ het zeuren over het zware, slecht betaald werk
☑ prijzen van de opdrachtgevers
☑ prijzen van God en verzoeken om hulp bij het schrijven
☑ direct aanspreken van het publiek

5.De ridderstand

• afhankelijk de onderste laag van de adel

6.hoofse cultuur

• omgangsvormen, etiquette
• beleefdheid, opvoeding, goede manieren

7.Floris ende Blancefloer

• Floris-islamitische pris verliefd op Blancefloer van christelijke adel


• Blancefloer was verkocht aan slavenhandelaars

8.Walewein

1.Op een hofdag van konin Arie zweeft een schaakbord door het venster naar binnen en dan
een poosje weer naar buiten

2.Arur roept z’n ridders op het aan hem terug te brengen in ruil voor z’n land

3.Walewein meldt zich voor deze uitdaging

4.Hij komt steeds nieuwe beproevingen tegen

5.Op Het kasteel van koning Wonder vindt Walewein het schaakbord

6.Koning Wonder wil het aan Walewein te geven in ruil voor een toverzwaard met 2 ringen

7.Deze kan hij krijgen als hij de schone Ysabele uit het verre Indië ontvoert
8.Dat doet hij en wordt op haar verliefd

9.Uiteidelijk keert Walewein met het schaakbord terug naar Arthurs hof

9.Karel ende Elegast samenvatting:

1.Karel de Grote slaapt in z’n kasteel in Ingelheim aan de Rijn

2.In die nacht komt een engel en beveelt hem te stelen

3.Hij weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil

4.Hij denkt aan Elegast, de man dij hij vroeger voor de diefstal verbande

5.Op z’n tocht ontmoet hij in het bos een ridder in het zwart gekleed die een zwart paard
heeft

6.De zwarte ridder besslist de wapenuitrusting van Karel te stelen en vraagt Karel wie hij
eigenlijk is

7.Ze vechten met elkaar en de zwarte ridder verliest

8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen

9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor dat ze samen de schat van Karel de Grote
gaan stelen

10.Elegast weigert vanwege z’n verbanning

11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel te
gaan stelen

12.Ze nemen een toverkruid in z’n monden om met dieren te kunnnen praten

13.Hij heeft geen vertrouw aan “Adelbrecht”

14.Elgast besslist om alleen naar binnen te gaan

15..Hij wil het zadel van Eggeric te stelen want ze was kostbaar en mooi

16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen en Eggeric en z’n vrouw worden
wakker

17.Eggeric spreekt over een poging van moord op Karel

18.Elgast vertelt Karel alles en Karel vertelt z’n geheime raad over het verraad van z’n
zwager
19.Op de hofdag komt de zwager naar Karel en wordt meteen gearresteerd

20.Elegast wordt gehaald uit het bos en doet z’n verhaal voor het hof

21.Elegast pakt z’n zwaard en maakt Eggeric dood

22.Elegast wordt beloond en krijgt Karels zus als een prijs

2.Mystieke teksten van Hadewijch - vorm en inhoud

1.Wat is mystiek?

• een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van die ziel met God
• vaste elementen:
☑ ascese
☑ extase
☑ individuele ervaring van de ontmoeting met God

2.Vrouwen en mystiek:

• Beatrijs van Nazareth


☑ traktaat van 7 manieren van heiliger minnen
☑ 7 stadia van de mystieke opgang
• Alijt Bake
☑ moderne Devotie-beweging
☑ visioenen
☑ De 4 kruiswegen- 4 manieren om Christus te volgen
• Hadewijch
☑ 13de eeuw
☑ oudste prozateksten in het Middelnederlands
☑ omgeving van Antwerpen
☑ visioenen, liederen en brieven
☑ geschreven in Brabantse variant van het Middelnederlands
☑ minnepoëzie - een stroming waar spirituele eenheid en God staan centraal
☑ Zij was een “begijn”
☑ de minne, de natuur der liefde- de mystieke liefde die sterker is dan andere
krachten, liefde tot God

3.De ‘minne’ bij Hadewijch

4.Der naturen bloeme van Jacob van Maerlant - encyclopedisch en moralistisch

=Jacob van Maerlant=

• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams , Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
• “Der naturen bloeme”
• ridder verhalen, bvb over Aleksander de Grote en Koning Artur
• “Historie van den Grale/Merlijns boec -dubbelepos, arturepiek (de inhoud: over de
herkomst van de graal en jonge koning Artur, Merlijn, Excalibur uit de steen halen)
• heiligenlegendes, bvb over Heilige Clara

1.Der naturen bloeme

• vrije bewerking van Latijnse tekst


• over de zaken van de natuur
• het eerste boek is een beschrijving van de exotische volkeren:
☑ “blemiae” aanweizig- mensen zonder hoofd maar met ogen, neus en mond in hun
bortkast
☑ cynocephali-mensen met hondekoppen
☑ cyclopen, centauren
• het tweede boek:
☑ viervoeters, de zeemonsters, de vissen, de slangen, de insecten, de bomen, de
specerij bomen, de kruiden, de metalen, de vogels
• de verschillende wezens zowel dieren als mensen die worden beschreven behoren
tot een vaste set van de middeleeuwse beeldvorming over het onbekende
• morele lessen

2.Rijmbijbel

• vertaling en bewerking van de Historia scholastics aangevuld met ander historisch


materiaal

3.Spiegel

• didactisch-moraliserende teksten geschreven met de doel om de zelfkennis van


de mens te vergroten
• duidelijke structuur, bestemd voor leken

4.Spiegel historiatel-het magnum opus

• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
• bewerking van de Latijnse tekst
5. De personages in Van den vos Reynaarde
6. Elkerlijk als moraliteit
7. Markien van Nieumeghen als mirakel
1.Middeleeuws toneelstuk over de zondeval van een mens

2.Miracelspelen-een zondaar wordt op miraculeuze wijze gered door de tussenkomst van


Maria of een heilige

3.Het vroegste bekende mirakelspel in het Middelnederlands: ’T spel vanden Sacramenten


van der Nieuwervaert (ca 1500) van Jan Smeken

4.Willem Vorsterman-een Antwerpse drukker van religieuze, historische boeken en proza

5.’’Mary of Nemmegen’’-Engelse vertaling, ca. 1518 door Jan van Doesborch

6.Genre:

☑ Dramatische elementen:
• scénes die goed in een toneelstuk passen (goed bespeelbaar)
• dialogen
• goede structuur van handelingen
• ‘spel in spel’
☑ Proza
• handelingsverloop vaak door prozafragmenten aangestuurd (napedzany,
kontrolowany)
• het verhaal kan makkelijk ‘verteld’ worden
• verbiedende functie

7.Structuur:

• bestaat voornamelijk uit dialogen op rijm (die ingeleid worden door kleine
prozastukjes)
• *waarschijnlijk eerst een roman die geheel in proza geschreven was
• *berijmde dialogen die waren gewoon prettiger te lezen lijken op een toneelstuk
• proloog
• 15 hoofdstukken
• alle hoofdstukken hebben een informatieve titel, die een soort samenvatting geeft van
de hoofdstuk

8.Perspectief:

• alwetende verteller
• objectieve beschrijving

9.Waar speelt het verhaal zich af?

• binnen het Zuiden van de toenmalige Nederlanden


• Nijmegen, ‘s Hertogenbosch
• Antwerpen
• Rome

10.Tijd:

• ‘Toen hertog Arnold door z’n zoon gevangen werd genomen’


• een specifieke situering is er dus niet
• waarschijnlijk ongeveer rond dezelfde tijd als wanneer dit verhaal verscheen du het
begin van de 16de eeuw

11.Titelverklaring:

• letterlijke verwijzing naar de hoofdpersoon

12.Thematiek:

Religie-geloofscrisis

• Marieken moet van Moenen haar religie loslaten, en een zondig leven leiden
• Toch komt ze wel op terug en ziet ze in dat ze moet boeten voor haar zonden en dat
ze haar religie niet moet afvallen

Coming of Age

• Marieken maakt zo’n ontwikkeling door


• Ze leidt een zondig leven, maar komt tot inzicht en besluit toch haar leven te beteren
• Zo’n besluit getuigt van volwassenwording

13.Personages:

Marieken/Emmeken

• hoofdpersoon
• ‘jonge maagd’
• vatbaar (podatna) voor kritiek
• loopt snel met iemand mee (Moenen)
• leeft een zondig leven maar later wil haar zonden te laten vergeven
• Zij zingt ‘’O Retorika’’
• Marieken wil zwarte kunst leren !!

Ghijsbrecht

• een priester
• woont vlakbij Nijmegen met z’n nichtje Mariken
• stuurt Mariken weg voor boodschappen en maakt zich later zorgen als ze lang
wegblijft
• vergeeft Mariken meteen als ze terugkomt en probeert haar te helpen
Moenen

• ‘de Duivel’ in mensenvorm


• verleidt Mariken tot allerlei zonden
• toont later z’n echte ware aard- neemt Mariken mee de lucht (de duivels kunnen
vliegen) en laat haar nek breken

Moeye

• de tante van Mariken, zus van Ghijsbrecht


• politiek geëngageerd (daar draait haar leven om)
• zij is degene die Mariken niet bij haar laat slapen voor een nachtje - waardoor
Mariken zich aan de duivel overgeeft
• pleegt later zelfmoord in verband met politieke reden

14.Samenvatting:

1.Marieken is een jonge vrouw en woont in de buurt van Nijmegen bij haar oom (priester
Gijsbrecht)

2.Op een dag vraagt haar oom haar om naar Nijmegen te gaan om wat boodschappen te
doen

3.Nadat Marieken boodschappen had gedaan, ging ze naar haar tante

4.De tante had eerder ruzie gehaad met een paar vrouwen

5.Marieken krijgt alleen maar scheldwoorden naar haar hoofd geslingerd (omdat haar tante
verwikkeld was in een politieke discussie)

6.Marieken wordt boos en besloot om de nacht buiten doorbrengen en zich volledig aan God
of de duivel overgeeft (oddac sie)

7.De duivel komt bij Marieken. Hij noemt zich ‘Moenen’

8.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen (zo zal hij haar alle talen van de wereld
leren)

9.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken

10.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)

11.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten

12.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid
13.Moenen gebruikt Emmeken in z’n oplichterspraktijken

14.Zo reizen ze van stad naar stad (‘s Hertogenbosh, Antwerpen, Nijmegen)

15.Marieken vertelt zogenoemde ‘Refreinen’ in kroegen en Moenen jut (dopinguje) de


toeschouwers (widzowie)

zo op dat ze op dat er doden vallen

16.Ondertussen is Ghijsbrecht ongerust over z’n nichtje en hij zoekt z’n zus op in Nijmegen

17.Deze lacht hem uit en zegt dat Marieken zondig zal zitten te wezen in allerlei kroegen

18.Later pleegt de tante zlefmoord door zich een mes door haar keel te steken
(vanwege politiek: de hertog ( mat wie ze sympathiseerde is vrijgelaten en ze is het daar niet
mee eens)

19.Emmeken (Marieken) ontdekt dat Moenen (duivel) slecht is

20.Moenen wil doorgaan met z’n oplichterspraktijken in Antwerpen

21.Emmeken realiseert zich dat ze er zelf ook aan heeft meegedaan en dat ze dus niks
meer kan doen

22.Daarom blijft zezondig leven leiden tot 7 jaar later

23.Emmeken mist haar familie en wil ze opzoeke in Gelderland

24.Op staar kijkt ze naar een toneelspel-God en Duivel zijn de personages in de toneel,
Emmeke zegt, nadat ze de toneelstuk zag, dat ze haar tante moet vergeven (przebaczyc)

25.Hier is Emmeken zo door geraakt dat ze niet meer met Moenen meewil

26.Moenen laat nu z’n ware aard zien - Hij sleept Emmeken mee de lucht in en laat
haar nek te breken!:O

27.Emmeken valt en iedereen (inclusief Ghijsbrecht), die ook naar het toneelspel keek)
dromt om haar heen

28.Ze is niet overleden door het ingrijpen van God

29.Ghijsbrecht jaagt de duivel van haar weg en brengt haar bij de deken in Nijmegen

30.Niemand durft haar te benaderen

31.De bisschop kan niks voor haar doen daarom gaan ze naar Rome
33.De paus (papiez) kan haar niet helpen

34.Emmeken heeft ijzere ringen om haar hals en armen. Ze afvallen als een wonder en
haar zonden zijn vergeven (przebaczone)

35.Ghijsbrecht en Mariken komen naar een klooster , daar doet Mariken haar boete
(pokute)

36.Op een nacht vallen haar ijzere ringen als een wonder af door een engel

37.Als ze wakker wordt bedankt ze God voor dit wonder

38.Ghijsbrecht komt Mariken elk jaar nog bezoeken

• berouw-zal za grzechy
• biecht
• boete
• Klooster van bekeerde zondaressen
• houtsnede-drzeworyt

=De ontmoeting met de Duivel-beschrijving =

1.De tante heeft Marieken uitgescholden

2.Marieken was vol van verdriet en vluchtte naar het bos

3.Daar huilde ze

4.Ze verlat alle hoop en rekent op de hulp van iemand - God of Duivel

5.De duivel bezoekt Marieken

6.Hij belooft haar retoriek, logica, grammatica, alchemie, de kennis van alle talen en andere
leuke vaardigheden

7.Hij beloofde haar een hoge positie

8.De Duivel verleidt Mariken tot allerlei zonden

9.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen

10.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken

11.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
12.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten

13.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid

14.Zij was een jonge en vatbare voor kritiek maagd en het was makkkelijk om haar te
overtuigen

15.De Duivel was een goede oplichter en Emmeke was z’n assistente

8.Het Journaal van Botekoe

HET JOURNAEL VAN BONTEKOE-(1646)

• eigenlijk: het Iovrnael ofte Gedenckwaerdighebeschrijvingevande Oost-Indische


Reysevan Willem IJsbrandszoon Bontekoe uit Hoor
• in 1646 werd dit journaelutigegeven door de Hoornse uitgever Jan Jansz Deutel
• Bontekoe was geen schrijver, alleen schipper en koopman!
• in Gouden Eeuw speelt actie zich af
• het gaat over de avonturen van de kapitein Bontekoe en zijn bemanning in de
VOC reis
• geschreven in 1646, maar zijn reizen waren in jaren 1618-1625- dat is heel
belangrijk, hij moest het journael nog een keer schrijven na een paar jaren na de reis,
daarom het interessant was, want het is geen omschrijving van elke dag (dus niet
saai), want hij kon natuurlijk niet elke dag zich herrineren!
• fictie en werkelijkheid
• samenvatting:
1. Het journaal van Bontekoe is het verslag van de reis die Bontekoe als
schipper van de 'Nieuw Hoorn' van 1618 tot 1625 in opdracht van de VOC
ondernam
2. In 1618 vertrekt hij vanaf Texel om koers te zetten naar Kaap de Goede Hoop,
om van daaruit door te varen naar Batavia.
3. Vlak voor Straat Sunda ontstaat er brand aan boord en vliegt het schip, dat
360 vaten kruit aan boord heeft, de lucht in.
4. Van de 206 bemanningsleden overleven 72 mannen. Als door een wonder is
Bontekoe een van de overlevenden.
5. Onder zijn leiding zien zij kans om in een sloep land te bereiken.
6. Bontekoe krijgt een nieuw schip en bereikt uiteindelijk Batavia.
7. Van daaruit maakt hij enkele reizen, dan eens handel drijvend, dan weer
oorlog voerend met de inheemse volkeren en hun bezetters.
8. Nadat Bontekoe talloze stormen heeft doorstaan, tientallen bemanningsleden
door ziekte heeft verloren en niet zelden door het oog van de naald is
gekropen, keert hij na zeven lange jaren in 1625 terug naar Nederland.
• reisverhaal
☑ de meeste Nederlandse reisverhaal is verbonden met VOC periode
☑ andere reisverhalen: Gerrit de Veer “ Nova Zembla”, “De reis van Sint-
Brandaan” (auteur onbekend)
• dagboek
☑ regelmatig
☑ ik-persoon
☑ historisce achtergronden
☑ concrete data.

Structuur/opbouw/indeling

Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.

Perspectief

Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-verteller.

Historische tijd

Het verhaal speelt zich tussen 1618 en 1625 af en wordt chronologisch verteld.

Plaats van handeling

De gebeurtenissen spelen zich eigenlijk over heel de wereld af, omdat Bontekoe een
schipper is komt hij eigenlijk overal. Hij komt onder andere in: Bantam, Texel, Sumatra,
Batavia, Kaap de Goede Hoop en China. Je kunt dus eigenlijk zeggen dat het verhaal zich
voornamelijk in het oosten afspeeld, met uitzondering van de gebeurtenissen die in
Nederland plaatshebben.

Verklaring titel, ondertitel, motto, opdracht

Titel: Het boek wordt Het journaal van Bontekoe genoemd en dat klopt ook gewoon, want het
is herschreven en hertaald vanuit het oorspronkelijke journaal van de schipper.

Thema

• In alles moet je vertrouwen op God, want hij zal je helpen in goede en slechte tijden.

Genre en plaatsing in de tijd

Het journaal van Bontekoe kunnen we geen roman noemen, maar ook geen gewoon
leesboek. Het beste is om het gewoon te houden bij een journaal, dat is een beschrijving van
een bepaalde gebeurtenis. Schipper Bontekoe kwam in 1625 terug van zijn reizen maar
schreef zijn ervaringen nog niet op. Dit gebeurde pas in 1646, hij schreef het op, omdat hij de
mensen wilde laten zien hoe goed God was voor de zondige mens en om hen kennis te laten
maken met het onbekende.

Literaire stroming

De literaire stroming waar dit boek bij past zijn de lerende verhalen, die horen echt bij de 17e
eeuw. Dit verhaal behoort tot de meest realistische stroming van de renaissance. Kenmerken
van deze stroming zijn dat ze een wijze les bevatten en dat ze de realiteit beschrijven.

Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.

Samenvatting (Lang)

1. In 28 december 1618 vertrok Bontekoe als schipper van het schip Nieuw Hoorn van
Texel naar Bantam op Java
2. Er waren 206 bemanningsleden. De reis ging eerst vrij voorspoedig: het schip voer
langs de punt van Brazilië, en arriveerde eind mei 1619 bij Kaap de Goede Hoop.
3. Hier werd niet aangelegd, wegens het slechte weer en omdat er nog genoeg
voorraden waren
4. . Het schip deed vervolgens 21 dagen Réunion en negen dagen Sancta Maria aan en
vertrok daar op 8 september.
5. In de loop van de reis overleden 17 mensen, zodat er 189 over waren toen het schip
in de buurt van Sumatra was gekomen.
6. Op 19 november 1619 raakte door onvoorzichtigheid van botteliersmaat Keelemeyn
een vat brandewijn in brand en daarna de smidskolen.
7. Een half uur nadat de brand geblust leek laaide deze weer op; de kolen waren blijven
smeulen.
8. Er waren 360 halve vaten buskruit op het schip, deels voor verdediging onderweg,
deels voor transport naar Oost-Indië
9. Tijdens de brand stelde Bontekoe voor dit deel van de lading overboord te zetten,
maar koopman Hein Rol was daar eerst tegen omdat het kruit nog nodig kon zijn als
het schip nog aangevallen zou worden door Spaanse schepen.
10. Nadat de brand zich uitbreidde ging een aantal bemanningsleden zonder
toestemming van boord in een (kleinere) boot en een sloep in plaats van te helpen
blussen.
11. Bontekoe beschouwde dit als drossen, dat wil zeggen deserteren, hoewel Hein Rol,
die boven Bontekoe stond, er ook bij was.
12. De resterende bemanning begon alsnog het kruit overboord te zetten, maar de brand
bereikte het nog aanwezige kruit en het schip explodeerde
13. . Van de 119 personen die nog aan boord waren overleefden maar twee het:
Bontekoe, die zwaar gewond raakte, en de jongeman Hermen van Kniphuysen. Ze
werden door de boot aan boord genomen.
14. Het aantal overlevenden was daarmee 46 in de boot en 26 in de schuit, bij elkaar 72.
Van de hemden van de inzittenden werden zeilen genaaid.
15. Na verloop van tijd stapten de mensen van de schuit over in de boot.
16. Soms was er voedsel: één keer kwamen er meeuwen over de boot heen vliegen, die
gepakt konden worden, en een andere keer waren er vliegende vissen. Er was geen
drinkwater en sommigen dronken uit wanhoop zeewater of hun urine.
17. Het eerste raadde Bontekoe af, het tweede deed hij ook een poosje, tot deze
ondrinkbaar werd.
18. Uiteindelijk ging het regenen en had men weer drinkwater. Aan voedsel was zo'n
gebrek dat de bemanning de scheepsjongens wilde doden om op te eten. Bontekoe
was daar tegen, waarop ze bereid waren nog drie dagen te wachten.
19. Net op tijd, dertien dagen na het vergaan van de Nieuw Hoorn, werd een eilandje in
Straat Soenda bereikt, 15 mijl uit de kust van Sumatra, waar men zich tegoed deed
aan kokosnoten. Daarna ging men door naar het vasteland van Sumatra
20. . Hier troffen de schipbreukelingen autochtonen aan van wie ze eerst voedsel konden
kopen met de munten die ze hadden kunnen meenemen uit het vergane schip.
Daarna werden ze echter door de plaatselijke bevolking aangevallen, waarbij elf
bemanningsleden werden gedood en vier moesten worden achtergelaten.
21. Zo bleven er dus 57 overlevenden over.
22. De boot kwam bij Java 23 Nederlandse schepen tegen onder commando van
Frederik de Houtman, hetgeen ze behoedde naar Bantam te gaan dat Nederland nu
vijandig gezind was.
23. Verdeeld over de schepen gingen de overlevenden mee naar Batavia, waar
Bontekoe en Rol werden ontvangen door Jan Pieterszoon Coen. Bontekoe kreeg hier
een nieuw schip toegewezen en werd naar de Zuid-Chinese Zee gestuurd.
24. Zijn opdracht bestond onder andere uit het aanhalen van handelsbetrekkingen met
China, en de Spanjaarden op de Filipijnen het leven zuur maken.
25. Hieronder vielen ook het overvallen van Spaanse schepen en het ronselen of zelfs
ontvoeren van Chinese arbeiders om op plantages op het pas veroverde Formosa te
werken.
26. Uiteindelijk vertrok hij in november 1625 als schipper van de Hollandia van Batavia
naar Hoorn.
27. Op de terugreis verloor hij in een orkaan bijna weer zijn schip.
28. Op Madagaskar maakten de autochtonen het de Fries Hilke Jopkins en een paar van
zijn kameraden zo naar hun zin, dat ze niet mee terug wilden naar Nederland en zich
verstopten, zodat de schipper zonder hen terugmoest.

*Hij schreef z’n verslag later want z’n schip was ontploft

*niet typisch voor het dagboek-gedichten, dialogen,……

*de beschaving-cywilizacja

*onbeschaafd-niecywilizowany
*beschaafd-cywilizowany

*combinatiewoordenboek.nl

*het vat-beczka

*woordenlijst.org-koniugacja

*proch wybuchl I dlatego ontploffing XD alcohol+proch

PPT- Reisliteratuur

1.VOC- Verenigde Oost-Indische Compagnie

• 17 eeuw
• Azië en Zuid-Afrika

2.WIC- West-Indische Compagnie

• de eerste helft van 17de eeuw


• Amerika en West-Afrika

3.Gerit de Veer

• journaal
• 3 expedities in 16de eeuw
• een noordelijke doortocht naar Azië langs Siberië
• verfilmd ‘’Nova Zembla’’
• eerste Nederlandse 3D-film

4.Reis van Willem IJsbrandtz

• beschrijving van de Oost-Indische reis


• 17de eeuw

5.Journaal van Bontekoe

• jeugdboek
• verfilmd- ‘’Scheepsjongens van Bontekoe’’
• stripverhaal

6.Imaginaire reisverhalen - robinsonade

• populair in de 18de eeuw


• Robinson Crusoe
• Swift Guliver’s travels
• vertalingen
• Terra incognita- nieznany teren
• Utopia
• Krinke Kesmes

7.19de eeuw

• Louis Couperus- “‘Reis-impressies’’


• bundel van 12 reisbrieven
• door het zuiden van Europa
• Marcellus Emants
• Egypte met vrouw en andere reisgenoten
9. De Antwerpenaars vs Amsterdammers in De Spaanse Brabander van Bredero

1.Rederijkerskamers

*Leden

• man
• burgers met genoeg geld
• geïnteresseerd in taal en muziek

*Doel

• samen kunst beleven

2.Het succes van Bredo’s kluchten

• sfeertekening
• gevoel voor details
• lachwekkende personages
• uitstekende opbouw
• soepel taalgebruik
• spreektaal->dialect

3.Spaanse Brabander

• geen strakke handelingsstructuur


* combinatie van 3 thema’s
• Meester Jerolimo en knecht Robbeknol
• Amsterdam-> allochtoon en autochtoon
• Amsterdam-> arm en rijk
• sententies-> moraly
• veel situaties en typen personages

4.De sociale les van de Spaanse Brabander


• waarschuwing aan de toeschouwers-> ‘’Zorg dat je niet zo’n egoïst wordt’’

5.Spaanse Brabander

• 17de eeuw
• plaats->Amsterdam
• realistisch toneelstuk
• motief-> ‘’Al ziet men de mensen, men kent daarom hun hart en karakter nog niet’’
• het conflict tussen de Rooms-Katholiken en protestanten
• De Nederlanders wilde een onafhankelijke stad creëren van Spanjaarden

Robbeknol de Knecht

• jong
• knecht

Jerolimo Rodrigo de Jonker

• jonker- giermek
• Bredero probeerde een wijze les aan het publiek over te brengen en een
maatschappelijk probleem op het toneel te bediscussiëren
• De Nederlanders willen hun eigen natie , een eigen land stichten, ze denken dat ze
beter zijn , moesten zich van andere landen verscheiden
• De Spaanse koning wilde het land met het katholicisme stichten

*Amsterdammers vs Brabanders

-Amsterdammers

• vieze volk
• mensen zonder manieren
• simpel en wild

-Brabanders

• mooi gekleed
• beleefd
• mensen van cultuur
• goed opgeleid
• goed gedrag
• eloquent
10. De rollen van man en vrouw in het huwelijk volgens Jacob Cats
11. De dichtgereden uit de 17de eeuw - kenmerken van hun poëzie, voorbeelden
• Anna Maria van Schurman

➢ Eerste studente in Nederland


➢ Ze schreef in het Nederlands, Frans, Duits en Latijn

➢ 1636: gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld

➢ Utrechtse Minerva – een toespeling op de godin van de wijsheid uit de klassieke oudheid

- Vertaald in het Frans en Engels


• Anna Roemers Visscher

➢ haar vader was een rijke Amsterdamse koopman; in hun huis vonden artistieke avonden
plaats -> gasten: Gerbrand Bredero, P. C. Hooft, Jacob Cats, Joost van den Vondel

➢ bevriend met Cats (Zeeuwse dichter)

➢ geen boek op haar naam -> haar boeken waren alleen uitgegeven in de bundels van
anderen

➢ Zeevsche Nagtegael

- Verzamelbundel met poëzie van Zeeuwse mannen en vrouwen. Het doel was om te
tonen dat de modernste Nederlandse literatuur ook in Zeeland leefde
- 12 gedichten van Anna Visscher
• Maria Tesselschade Roemers Visscher

➢ Zus van Anna Roemers Visscher

➢ Bevriend met P. C. Hooft

➢ 32 gedichten bewaard gebleven

➢ Ze was beschouwd als ideale vrouw: kunstzinnig, verstandig, mooi en deugdzaam

• Katharina Lescailje

➢ Een van de bekendste dichteressen van haar tijd

➢ Haar ouders hadden een uitgeverij in Amsterdam – ze is opgegroeid tussen de boeken

➢ Ze vertaalde 7 tragedies uit het Frans

➢ Toneel- en mengpoëzy

- 1732
- Eerste zelfstandige uitgave van verzameld werk van een vrouwelijke auteur
12. Anna Maria van Schuurman - dichters en academica
Anna Maria Schurman

• Ze mocht aan de Utrechtse universiteit colleges volgens, maar ze moest wel apart
zitten van de mannelijke studenten, achter een gordijn.
• Ze was uit calvinistische Antwerpse familie.
• In een discussie met de theoloog Rivet stelde Van Schurman dat ook vrouwen aanleg
voor wetenschap en literatuur hadden
• In 1638 schreef ze er een Latijnse verhandeling en de theoloog Voetius aanleiding
om haar onder zijn gehoor aan de Utrechtse universiteit toe te laten
• Van Schurmans belangrijkste doel was een beter begrip van de Bijbel en de
theologische discussies
• Ze wilde geconcentreerd op haar studie daarom trouwde ze niet.
• Eerste studente in Nederland (hoewel in Keulen geboren)
• Samen met broers thuis onderwezen
• 1636 gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld
• Amica Dissertatio […] de capacitate ingenii muliebris ad scientias
• actief literair en academisch
• proza en lyriek
• befriend met Cats
• correspondentie
• gedichten (Nederlands, Frans, Latijn)
• schilderijen en tekeningen
13. Nederlandse liederen 1400-1700 - genres, voorbeelden, verzamelingen

1.Hoe kwamen de Nederlandse burgeren aan liederen?

• op straat gezongen
• geschenken aan vrouwen
• boekhandels

2.Soorten liedjes

• strijdzangen
• godsdienstige liedjes
• liefdesliedjes
• drankliedjes
• feestliedjes

3.Voorbeelden van de Nederlandse liedboeken

• Egidiuslied
14. De eilanden Wonvure en Nemnan in Krinke Kesmes - filosofische utopia

Nemnan
• Er bestaat geen ledige ruimte
• Alle beweging geschiedt door persing
• Men beoefent gewoon de Euclidische wiskunde, bestaande in figuren en getallen op
papier
• Alleen de menselijke ziel denkt en voelt : het lichaam van mens of dier is gevoelloos
als steen
• Zuur is de oorzaak van alle ziekten

Wonvure

• Er bestaat wel een ledige ruimte


• Beweging kan behalve door persing ook geschieden door zuiging, trekking,
voorstoting of nasleping
• Wiskunde bestaat in het demonstreren van lichamen door mechanica
• De ziel denkt, het lichaam voelt pijn zolang beide vereend zijn
• Het bloed van de mens bevat geen zuur (zodat dit ook niet alle ziekten kan
veroorzaken)

Krinke Kesmes

• Een heel vroeg imaginair reisverhaal is Beschryvinge van het magtig Koningryk
Krinke Kesmes(1708)
• Het werd geschreven door de Zwolse arts Hendrik Smeeks.
• Hij verzon het land Krinke Kesmes – grotendeels gevormd uit de letters van zijn eigen
naam – waar veel meer vrijheid en gelijkheid heerst dan in het Nederland en Europa
van de achttiende eeuw.
• Mannen en vrouwen hebben er bijvoorbeeld gelijke rechten en uit verschillende
geloven heeft men één nieuwe, tolerante godsdienst gemaakt waar iedereen zich in
kan vinden.
• In hemel en hel geloven de bewoners van Krinke Kesmes echt niet.
• De maatschappelijke idealen die Smeeks beschreef waren in de achttiende eeuw ver
te zoeken.
• Een samenleving zonder godsdiensttwisten bestond niet en ook gelijkheid tussen
mannen en vrouwen was iets utopisch.
• Precies daarom schreef Smeeks zijn boek.
• Hij leverde op die manier kritiek op de eigen samenleving en liet tegelijkertijd
alternatieven zien.
15. Typische kenmerken van briefroman in Sara Burgerhart

You might also like