Professional Documents
Culture Documents
1.Wat is Ridderroman?
• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmden verhalen die 0ver
de avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de chanson de geste
• de vroegste teksten bestonden in Frankrijk
• veel van deze chansons vertelden over de daden van Karel de Grote en z’n ridders
• Karel ende Elegast is een voorbeeld van een dergelijke tekst in de Nederlandse
literatuur
• andere voorbeelden: Roelandtslied, Roman der Lorreinen
• meestal anoniem (uitzondering!-“De jeeste van Walewein en het shaakbord” door
P.P Vostaert, Alexanders geesten-Jacob van Maerlant
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland
• de stof gaat meestal terug op een historische figuur - Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand-meestal kruistochten
• verheerlijkte strijd-de ridder vecht dapper en gaat soms dood
• ondergeschikte rol van een vrouw, ruw behandelt (in Karel ende Elegast krijgt de
zus van Karel een klap van haar man)
• de trouw aan God en de leenheer-feudale verhoudingen
• vanaf 13de eeuw bekend , bewerkingen van Franse chansons de geste
1)klassieke roman
4.Prologen
• de proloog: een inleiding op een episch of dramatisch werk die een inzicht
geeft over het thema, personages en omstandigheden, soms verkorte inhoud
van eerdere “episodes” of komende gebeurtenissen
• opbouw van de proloog:
☑ motief
☑ doel
☑ stof
☑ vorm
• de auteur maakt zich in het proloog bekend
• andere typische elementen van het proloog:
☑ het zeuren over het zware, slecht betaald werk
☑ prijzen van de opdrachtgevers
☑ prijzen van God en verzoeken om hulp bij het schrijven
☑ direct aanspreken van het publiek
5.De ridderstand
6.hoofse cultuur
• omgangsvormen, etiquette
• beleefdheid, opvoeding, goede manieren
8.Walewein
1.Op een hofdag van konin Arie zweeft een schaakbord door het venster naar binnen en dan
een poosje weer naar buiten
2.Arur roept z’n ridders op het aan hem terug te brengen in ruil voor z’n land
5.Op Het kasteel van koning Wonder vindt Walewein het schaakbord
6.Koning Wonder wil het aan Walewein te geven in ruil voor een toverzwaard met 2 ringen
7.Deze kan hij krijgen als hij de schone Ysabele uit het verre Indië ontvoert
3.Hij weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil
4.Hij denkt aan Elegast, de man dij hij vroeger voor de diefstal verbande
5.Op z’n tocht ontmoet hij in het bos een ridder in het zwart gekleed die een zwart paard
heeft
6.De zwarte ridder besslist de wapenuitrusting van Karel te stelen en vraagt Karel wie hij
eigenlijk is
8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen
9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor dat ze samen de schat van Karel de Grote
gaan stelen
11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel te
gaan stelen
12.Ze nemen een toverkruid in z’n monden om met dieren te kunnnen praten
15..Hij wil het zadel van Eggeric te stelen want ze was kostbaar en mooi
16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen en Eggeric en z’n vrouw worden
wakker
18.Elgast vertelt Karel alles en Karel vertelt z’n geheime raad over het verraad van z’n
zwager
1.Wat is mystiek?
• een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van die ziel met God
• vaste elementen:
☑ ascese
☑ extase
☑ individuele ervaring van de ontmoeting met God
2.Vrouwen en mystiek:
• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams , Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
• “Der naturen bloeme”
• ridder verhalen, bvb over Aleksander de Grote en Koning Artur
• “Historie van den Grale/Merlijns boec -dubbelepos, arturepiek (de inhoud: over de
herkomst van de graal en jonge koning Artur, Merlijn, Excalibur uit de steen halen)
• heiligenlegendes, bvb over Heilige Clara
2.Rijmbijbel
3.Spiegel
• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
• bewerking van de Latijnse tekst
=Van den vos Reynaerde=
• dierenepiek
• 13de eeuw
• behoort tot de canon van Nederlandse literatuur
• meesterwerk
• gebaseerd op een serie verhalen in het Frans
1.de inhoud
2.vele dieren klagen bij koning Nobel over de streken die Reinaert de vos hun heeft geleverd
3.Bruun de beer en Tibet de kater worden als achtereenvolgens van de vos gestuurd
5.Tibeert wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoor gelokt, waar muizen zouden
zitten, Tibet raakt in een strop maar daarna ontsnapt
6.De derde bode wordt Gimbeert de das met hem gaat de vos mee
10.Terwijl 3 weg zijn, spreekt de vos het koningspaar nog een ‘laatste keer’ toe
11.In de 2de biecht make Reynaert gewag van een staatsgreep die zou z’n geramd om
Bruun op de troon te helpen
12.Reynaer doet zich voor als trouwe onderdaan en vertelt dat hij door het stelen van de
schat de staatsgreep heeft verhindert
6.Genre:
☑ Dramatische elementen:
• scénes die goed in een toneelstuk passen (goed bespeelbaar)
• dialogen
• goede structuur van handelingen
• ‘spel in spel’
☑ Proza
• handelingsverloop vaak door prozafragmenten aangestuurd (napedzany,
kontrolowany)
• het verhaal kan makkelijk ‘verteld’ worden
• verbiedende functie
7.Structuur:
• bestaat voornamelijk uit dialogen op rijm (die ingeleid worden door kleine
prozastukjes)
• *waarschijnlijk eerst een roman die geheel in proza geschreven was
• *berijmde dialogen die waren gewoon prettiger te lezen lijken op een toneelstuk
• proloog
• 15 hoofdstukken
• alle hoofdstukken hebben een informatieve titel, die een soort samenvatting geeft van
de hoofdstuk
8.Perspectief:
• alwetende verteller
• objectieve beschrijving
10.Tijd:
11.Titelverklaring:
12.Thematiek:
Religie-geloofscrisis
• Marieken moet van Moenen haar religie loslaten, en een zondig leven leiden
• Toch komt ze wel op terug en ziet ze in dat ze moet boeten voor haar zonden en dat
ze haar religie niet moet afvallen
Coming of Age
13.Personages:
Marieken/Emmeken
• hoofdpersoon
• ‘jonge maagd’
• vatbaar (podatna) voor kritiek
• loopt snel met iemand mee (Moenen)
• leeft een zondig leven maar later wil haar zonden te laten vergeven
• Zij zingt ‘’O Retorika’’
• Marieken wil zwarte kunst leren !!
Ghijsbrecht
• een priester
• woont vlakbij Nijmegen met z’n nichtje Mariken
• stuurt Mariken weg voor boodschappen en maakt zich later zorgen als ze lang
wegblijft
• vergeeft Mariken meteen als ze terugkomt en probeert haar te helpen
Moenen
Moeye
14.Samenvatting:
1.Marieken is een jonge vrouw en woont in de buurt van Nijmegen bij haar oom (priester
Gijsbrecht)
2.Op een dag vraagt haar oom haar om naar Nijmegen te gaan om wat boodschappen te
doen
4.De tante had eerder ruzie gehaad met een paar vrouwen
5.Marieken krijgt alleen maar scheldwoorden naar haar hoofd geslingerd (omdat haar tante
verwikkeld was in een politieke discussie)
6.Marieken wordt boos en besloot om de nacht buiten doorbrengen en zich volledig aan God
of de duivel overgeeft (oddac sie)
8.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen (zo zal hij haar alle talen van de wereld
leren)
9.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken
10.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
11.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten
12.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid
14.Zo reizen ze van stad naar stad (‘s Hertogenbosh, Antwerpen, Nijmegen)
16.Ondertussen is Ghijsbrecht ongerust over z’n nichtje en hij zoekt z’n zus op in Nijmegen
17.Deze lacht hem uit en zegt dat Marieken zondig zal zitten te wezen in allerlei kroegen
18.Later pleegt de tante zlefmoord door zich een mes door haar keel te steken
(vanwege politiek: de hertog ( mat wie ze sympathiseerde is vrijgelaten en ze is het daar niet
mee eens)
21.Emmeken realiseert zich dat ze er zelf ook aan heeft meegedaan en dat ze dus niks
meer kan doen
24.Op staar kijkt ze naar een toneelspel-God en Duivel zijn de personages in de toneel,
Emmeke zegt, nadat ze de toneelstuk zag, dat ze haar tante moet vergeven (przebaczyc)
25.Hier is Emmeken zo door geraakt dat ze niet meer met Moenen meewil
26.Moenen laat nu z’n ware aard zien - Hij sleept Emmeken mee de lucht in en laat
haar nek te breken!:O
27.Emmeken valt en iedereen (inclusief Ghijsbrecht), die ook naar het toneelspel keek)
dromt om haar heen
29.Ghijsbrecht jaagt de duivel van haar weg en brengt haar bij de deken in Nijmegen
30.Niemand durft haar te benaderen
31.De bisschop kan niks voor haar doen daarom gaan ze naar Rome
34.Emmeken heeft ijzere ringen om haar hals en armen. Ze afvallen als een wonder en
haar zonden zijn vergeven (przebaczone)
35.Ghijsbrecht en Mariken komen naar een klooster , daar doet Mariken haar boete
(pokute)
36.Op een nacht vallen haar ijzere ringen als een wonder af door een engel
• berouw-zal za grzechy
• biecht
• boete
• Klooster van bekeerde zondaressen
• houtsnede-drzeworyt
3.Daar huilde ze
4.Ze verlat alle hoop en rekent op de hulp van iemand - God of Duivel
6.Hij belooft haar retoriek, logica, grammatica, alchemie, de kennis van alle talen en andere
leuke vaardigheden
10.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken
11.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
12.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten
13.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid
14.Zij was een jonge en vatbare voor kritiek maagd en het was makkkelijk om haar te
overtuigen
15.De Duivel was een goede oplichter en Emmeke was z’n assistente
=Toets 1=
=Ridderepiek=
1.Ridderroman
• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmde verhalen die over de
avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de Franse chanson de geste
• vaak verhalen over Karel de Grote en z’n ridders
• een voorbeeld is Karel ende Elegast
• meestal (maar niet altijd) anoniem
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland
• meestal is er een historische figuur aanwezig zoals Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand
• kruistochten of andere gevechten tegen mohammedanen
• een ridder vecht dapper en gaat soms dood
• de vrouw speelt ondergeschikte rol en wordt soms ruw behandelt ( in Karel ende
Elegast , krijgt de zus van Karel een klap van haar man
• de trouw aan God en feudale verhoudingen zijn belangrijk
3.Hoofse ridderroman
*Arturepiek
• speelt zich af rondom Artur en z’n ridders
• sprookjesachtige sfeer-magie en magische figuren
• sluwheid, dapperheid en gevechtskracht
• aandacht voor het individu
• de vrouw staat op een voetstuk
4.Karel weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil
5.Hij denkt aan Elegast, een dief die hij vroeger voor het diefstal verbande
6.Op z’n tocht, in de bos ontmoet hij een zwarte ridder, die wil z’n wapenuitrusting stelen
8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen
9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor om de schat van Karel de Grote te gaan
stelen
11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric, de zwager van Karel te gaan stelen
16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen, Eggeric en z’n vrouw worden wakker
20.Elegast wordt uit het bos gehaald en maakt Eggeric dood met zwaard
21.Elegast wordt beloond, hij krijgt een zus van Karel als een prijs
5.Proloog
• Een proloog is een inleiding op een episch of dramatisch werk, vertelt vaak iets over
het thema, personages, omstandigheden, vorige of komende gebeurtenissen of de
auteur
• vaste elementen:
1.motief
2.doel
3.stof
4.vorm
=Hadewijch=
1. Mystiek:
☑ een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van de ziel met God
☑ vaste elementen: ascese, extase, individuele ervaring van de ontmoeting met
God
2. Visioenen:
☑ 14 visies
☑ eigen ervaringen
☑ liefdesvereniging met Christus
☑ zij was een ‘’begijn’’
3.Brieven
☑ 31 brieven
☑ gericht aan levende vrouwen
☑ hoogste lief en leed tegelijk
☑ beschrijving van haar relatie met God
☑ de relatie tussen vrouw en Christus
☑ liefde zonder sexueel verkeer
☑ onderworpenheid
• andere vrouwen, verbonden met mystiek:
☑ Beatris van Nazareth-> 7 stadia van de mystieke opgang
☑ Alijt Bake->moderne Devotie-beweging
=Van den vos Reynarde=
• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams, Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
☑ ‘’Der Naturen Bloemen’’
• over de zaken van de natuur
• het eerste boek is een beschrijving van exotische volkeren
• de verschillende wezens zowel mensen als dieren behoren tot een vaste set van de
middeleeuwse beeldvorming over het onbekende
• morele lessen
☑ Rijmbijbel
• vertaling en bewerking van de ‘’Historia scholastics’’ aangevuld met een historisch
materiaal
☑ Spiegel historiael
• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
☑ Spiegel
• didactisch moraliserende teksten geschreven met de doel om de zelfkennis van mens
te vergroten
=Elkerlijk=
Structuur/opbouw/indeling
Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.
Perspectief
Historische tijd
Het verhaal speelt zich tussen 1618 en 1625 af en wordt chronologisch verteld.
De gebeurtenissen spelen zich eigenlijk over heel de wereld af, omdat Bontekoe een
schipper is komt hij eigenlijk overal. Hij komt onder andere in: Bantam, Texel, Sumatra,
Batavia, Kaap de Goede Hoop en China. Je kunt dus eigenlijk zeggen dat het verhaal zich
voornamelijk in het oosten afspeeld, met uitzondering van de gebeurtenissen die in
Nederland plaatshebben.
Titel: Het boek wordt Het journaal van Bontekoe genoemd en dat klopt ook gewoon, want het
is herschreven en hertaald vanuit het oorspronkelijke journaal van de schipper.
Thema
• In alles moet je vertrouwen op God, want hij zal je helpen in goede en slechte tijden.
Het journaal van Bontekoe kunnen we geen roman noemen, maar ook geen gewoon
leesboek. Het beste is om het gewoon te houden bij een journaal, dat is een beschrijving van
een bepaalde gebeurtenis. Schipper Bontekoe kwam in 1625 terug van zijn reizen maar
schreef zijn ervaringen nog niet op. Dit gebeurde pas in 1646, hij schreef het op, omdat hij de
mensen wilde laten zien hoe goed God was voor de zondige mens en om hen kennis te laten
maken met het onbekende.
Literaire stroming
De literaire stroming waar dit boek bij past zijn de lerende verhalen, die horen echt bij de 17e
eeuw. Dit verhaal behoort tot de meest realistische stroming van de renaissance. Kenmerken
van deze stroming zijn dat ze een wijze les bevatten en dat ze de realiteit beschrijven.
Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.
Samenvatting (Lang)
1. In 28 december 1618 vertrok Bontekoe als schipper van het schip Nieuw Hoorn van
Texel naar Bantam op Java
2. Er waren 206 bemanningsleden. De reis ging eerst vrij voorspoedig: het schip voer
langs de punt van Brazilië, en arriveerde eind mei 1619 bij Kaap de Goede Hoop.
3. Hier werd niet aangelegd, wegens het slechte weer en omdat er nog genoeg
voorraden waren
4. . Het schip deed vervolgens 21 dagen Réunion en negen dagen Sancta Maria aan en
vertrok daar op 8 september.
5. In de loop van de reis overleden 17 mensen, zodat er 189 over waren toen het schip
in de buurt van Sumatra was gekomen.
6. Op 19 november 1619 raakte door onvoorzichtigheid van botteliersmaat Keelemeyn
een vat brandewijn in brand en daarna de smidskolen.
7. Een half uur nadat de brand geblust leek laaide deze weer op; de kolen waren blijven
smeulen.
8. Er waren 360 halve vaten buskruit op het schip, deels voor verdediging onderweg,
deels voor transport naar Oost-Indië
9. Tijdens de brand stelde Bontekoe voor dit deel van de lading overboord te zetten,
maar koopman Hein Rol was daar eerst tegen omdat het kruit nog nodig kon zijn als
het schip nog aangevallen zou worden door Spaanse schepen.
10. Nadat de brand zich uitbreidde ging een aantal bemanningsleden zonder
toestemming van boord in een (kleinere) boot en een sloep in plaats van te helpen
blussen.
11. Bontekoe beschouwde dit als drossen, dat wil zeggen deserteren, hoewel Hein Rol,
die boven Bontekoe stond, er ook bij was.
12. De resterende bemanning begon alsnog het kruit overboord te zetten, maar de brand
bereikte het nog aanwezige kruit en het schip explodeerde
13. . Van de 119 personen die nog aan boord waren overleefden maar twee het:
Bontekoe, die zwaar gewond raakte, en de jongeman Hermen van Kniphuysen. Ze
werden door de boot aan boord genomen.
14. Het aantal overlevenden was daarmee 46 in de boot en 26 in de schuit, bij elkaar 72.
Van de hemden van de inzittenden werden zeilen genaaid.
15. Na verloop van tijd stapten de mensen van de schuit over in de boot.
16. Soms was er voedsel: één keer kwamen er meeuwen over de boot heen vliegen, die
gepakt konden worden, en een andere keer waren er vliegende vissen. Er was geen
drinkwater en sommigen dronken uit wanhoop zeewater of hun urine.
17. Het eerste raadde Bontekoe af, het tweede deed hij ook een poosje, tot deze
ondrinkbaar werd.
18. Uiteindelijk ging het regenen en had men weer drinkwater. Aan voedsel was zo'n
gebrek dat de bemanning de scheepsjongens wilde doden om op te eten. Bontekoe
was daar tegen, waarop ze bereid waren nog drie dagen te wachten.
19. Net op tijd, dertien dagen na het vergaan van de Nieuw Hoorn, werd een eilandje in
Straat Soenda bereikt, 15 mijl uit de kust van Sumatra, waar men zich tegoed deed
aan kokosnoten. Daarna ging men door naar het vasteland van Sumatra
20. . Hier troffen de schipbreukelingen autochtonen aan van wie ze eerst voedsel konden
kopen met de munten die ze hadden kunnen meenemen uit het vergane schip.
Daarna werden ze echter door de plaatselijke bevolking aangevallen, waarbij elf
bemanningsleden werden gedood en vier moesten worden achtergelaten.
21. Zo bleven er dus 57 overlevenden over.
22. De boot kwam bij Java 23 Nederlandse schepen tegen onder commando van
Frederik de Houtman, hetgeen ze behoedde naar Bantam te gaan dat Nederland nu
vijandig gezind was.
23. Verdeeld over de schepen gingen de overlevenden mee naar Batavia, waar
Bontekoe en Rol werden ontvangen door Jan Pieterszoon Coen. Bontekoe kreeg hier
een nieuw schip toegewezen en werd naar de Zuid-Chinese Zee gestuurd.
24. Zijn opdracht bestond onder andere uit het aanhalen van handelsbetrekkingen met
China, en de Spanjaarden op de Filipijnen het leven zuur maken.
25. Hieronder vielen ook het overvallen van Spaanse schepen en het ronselen of zelfs
ontvoeren van Chinese arbeiders om op plantages op het pas veroverde Formosa te
werken.
26. Uiteindelijk vertrok hij in november 1625 als schipper van de Hollandia van Batavia
naar Hoorn.
27. Op de terugreis verloor hij in een orkaan bijna weer zijn schip.
28. Op Madagaskar maakten de autochtonen het de Fries Hilke Jopkins en een paar van
zijn kameraden zo naar hun zin, dat ze niet mee terug wilden naar Nederland en zich
verstopten, zodat de schipper zonder hen terugmoest.
*Hij schreef z’n verslag later want z’n schip was ontploft
*de beschaving-cywilizacja
*onbeschaafd-niecywilizowany
*beschaafd-cywilizowany
*combinatiewoordenboek.nl
*het vat-beczka
*woordenlijst.org-koniugacja
PPT- Reisliteratuur
1.VOC- Verenigde Oost-Indische Compagnie
• 17 eeuw
• Azië en Zuid-Afrika
3.Gerit de Veer
• journaal
• 3 expedities in 16de eeuw
• een noordelijke doortocht naar Azië langs Siberië
• verfilmd ‘’Nova Zembla’’
• eerste Nederlandse 3D-film
• jeugdboek
• verfilmd- ‘’Scheepsjongens van Bontekoe’’
• stripverhaal
7.19de eeuw
1.Rederijkerskamers
*Leden
• man
• burgers met genoeg geld
• geïnteresseerd in taal en muziek
*Doel
• sfeertekening
• gevoel voor details
• lachwekkende personages
• uitstekende opbouw
• soepel taalgebruik
• spreektaal->dialect
3.Spaanse Brabander
5.Spaanse Brabander
• 17de eeuw
• plaats->Amsterdam
• realistisch toneelstuk
• motief-> ‘’Al ziet men de mensen, men kent daarom hun hart en karakter nog niet’’
• het conflict tussen de Rooms-Katholiken en protestanten
• De Nederlanders wilde een onafhankelijke stad creëren van Spanjaarden
Robbeknol de Knecht
• jong
• knecht
• jonker- giermek
• Bredero probeerde een wijze les aan het publiek over te brengen en een
maatschappelijk probleem op het toneel te bediscussiëren
• De Nederlanders willen hun eigen natie , een eigen land stichten, ze denken dat ze
beter zijn , moesten zich van andere landen verscheiden
• De Spaanse koning wilde het land met het katholicisme stichten
*Amsterdammers vs Brabanders
-Amsterdammers
• vieze volk
• mensen zonder manieren
• simpel en wild
-Brabanders
• mooi gekleed
• beleefd
• mensen van cultuur
• goed opgeleid
• goed gedrag
• eloquent
=Trou-ring=
1.Jacob Cats
• dichter
• komt uit de stad
• de meest gelezen auteur van z’n tijd ->16de en 17de eeuw
• z’n debut was een verzameling van emblemata-> samenvatting van tekst, motto en
afbeelding
• Huwelick-> een soort gids voor huwelijksleven
• geeft advies over het huwelijk tot in de meest, intieme zaken
2.Trou-ring
• 17de eeuw
• door het perpectief van het huwelijk wordt de geschiedenis van de wereld getoond
• elk hoofdstuk beschrijft en huwelijk bekend uit de bijbel, klassieke oudheid
• morele lessen en ontspannende verhalen
• het eerste verhaal gaat over het grond huwelijk , eerste echtpaar van de
geschiedenis van de wereld- Adam & Ewa
• beschrijving van paradijs
13. DE VROUWELIJKE AUTEURS IN DE 17DE EN 18DE EEUW
14. De literatuur is heel lang een mannenzaak geweest.
15. Schrijfsters waren een uitzondering tot en met de 19de eeuw en ze waren niet
serieus genomen
16. Meer bekende vrouwelijke auteurs bleken in de 17de en 18de eeuw
De 17de eeuw
➢ 1636: gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld
➢ Utrechtse Minerva – een toespeling op de godin van de wijsheid uit de klassieke oudheid
➢ haar vader was een rijke Amsterdamse koopman; in hun huis vonden artistieke avonden
plaats -> gasten: Gerbrand Bredero, P. C. Hooft, Jacob Cats, Joost van den Vondel
➢ geen boek op haar naam -> haar boeken waren alleen uitgegeven in de bundels van
anderen
➢ Zeevsche Nagtegael
- Verzamelbundel met poëzie van Zeeuwse mannen en vrouwen. Het doel was om te
tonen dat de modernste Nederlandse literatuur ook in Zeeland leefde
- 12 gedichten van Anna Visscher
• Maria Tesselschade Roemers Visscher
➢ Toneel- en mengpoëzy
- 1732
- Eerste zelfstandige uitgave van verzameld werk van een vrouwelijke auteur
De 18de eeuw
• Er veranderde educatieve dimensie van de literatuur -> mensen zagen dat de jonge
meisjses moesten leren kenen hoe het sociale leven eruitzag
- De Verlichting
• Betje Wolff en Aagje Dekken
➢ Sara Burgerhart (het nieuwe genre – vrouwen begonnen iets anders dan
gelegenheidspoëzie schreven!!)
Het hoofdpersonage van het boek is Sara Burgerhart. Aan het begin woonde ze in het huis
van haar schijnheilige tante Suzanne Hofland en ze is met strenge hand opgevoegd. Toen
ze ontsnapte en in het milieu van haar vriendin Letje Brunier begon te leven, beleefde ze
haar eerste erotische ervaringen. Er bestaat veel liefdesverwikkelingen tussen Sara en zowel
de charmante meester R. en Hendrik Edeling. Die laatste werd uiteindelijk haar man.
• op straat gezongen
• geschenken aan vrouwen
• boekhandels
2.Soorten liedjes
• strijdzangen
• godsdienstige liedjes
• liefdesliedjes
• drankliedjes
• feestliedjes
• Egidiuslied
Verlichtingsidealen in de literatuur (bv. Krinke Kesmes,…)
Vóór de Verlichting was men ervan uitgegaan dat de mens tot het kwade neigt en afhankelijk
is van God en de kroon. De verlichte denkers zien de mens daarentegen als van nature
goed, autonoom en onafhankelijk. Nuttigheid, de waardigheid van de mens en zijn streven
naar geluk in dit aardse leven (en niet in het hiernamaals-zaświaty) vormden het
uitgangspunt in de ethiek. De denkers streven naar een rationele en universele moraal,
geldig voor het handelen van alle mensen op aarde en onafhankelijk van een godsdienst, en
opdat iedereen de vruchten van de Verlichting zou plukken, hechten ze waarde aan
populariserende en pedagogische activiteiten. De nieuwe kennis kon het onderwijs
verspreiden, waardoor er sprake zou zijn van morele vooruitgang.
Ook de literatuur speelde een belangrijke rol bij het mondig maken van de burger. Om de
veranderingen in de samenleving bij te kunnen benen vernieuwde die literatuur zich
voortdurend. Met nieuwe genres als satirische en spectatoriale tijdschriften, briefromans,
sentimentele romans, politieke tijdschriften, kinderliteratuur en prozatoneel probeerde men
alle lagen van de bevolking aan te spreken: vrouwen en kinderen inclusief.
Aan de hand van die literatuur is ook zichtbaar dat de Verlichting beslist niet alleen de eeuw
van de rede was. De achttiende-eeuwer vertrouwde weliswaar op de rede en op zijn
intelligentie, maar om kennis over te brengen en te verwerken waren emoties minstens zo
belangrijk. Veel van de achttiende-eeuwse literatuur was erop gericht het hart te raken.
Hoogtepunt zijn wat dat betreft het burgerlijk drama en de sentimentele romans in het laatste
kwart van de eeuw.
Krinke Kesmes
Een heel vroeg imaginair reisverhaal is Beschryvinge van het magtig Koningryk Krinke
Kesmes(1708). Het werd geschreven door de Zwolse arts Hendrik Smeeks. Hij verzon het
land Krinke Kesmes – grotendeels gevormd uit de letters van zijn eigen naam – waar veel
meer vrijheid en gelijkheid heerst dan in het Nederland en Europa van de achttiende eeuw.
Mannen en vrouwen hebben er bijvoorbeeld gelijke rechten en uit verschillende geloven
heeft men één nieuwe, tolerante godsdienst gemaakt waar iedereen zich in kan vinden. In
hemel en hel geloven de bewoners van Krinke Kesmes echt niet.
1.Wat is Ridderroman?
• een overkoepelende naam voor meerdere soorten van berijmden verhalen die over
de avonturen van ridders vertellen
• uitgegroeid uit de chanson de geste
• de vroegste teksten bestonden in Frankrijk
• veel van deze chansons vertelden over de daden van Karel de Grote en z’n ridders
• Karel ende Elegast is een voorbeeld van een dergelijke tekst in de Nederlandse
literatuur
• andere voorbeelden: Roelandtslied, Roman der Lorreinen
• meestal anoniem (uitzondering!-“De jeeste van Walewein en het shaakbord” door
P.P Vostaert, Alexanders geesten-Jacob van Maerlant
• ontstonden in Vlaanderen, Brabant en Holland
• de stof gaat meestal terug op een historische figuur - Karel de Grote en z’n ridders
• strijd tegen de heidense vijand-meestal kruistochten
• verheerlijkte strijd-de ridder vecht dapper en gaat soms dood
• ondergeschikte rol van een vrouw, ruw behandelt (in Karel ende Elegast krijgt de
zus van Karel een klap van haar man)
• de trouw aan God en de leenheer-feudale verhoudingen
• vanaf 13de eeuw bekend , bewerkingen van Franse chansons de geste
1)klassieke roman
• de proloog: een inleiding op een episch of dramatisch werk die een inzicht
geeft over het thema, personages en omstandigheden, soms verkorte inhoud
van eerdere “episodes” of komende gebeurtenissen
• opbouw van de proloog:
☑ motief
☑ doel
☑ stof
☑ vorm
• de auteur maakt zich in het proloog bekend
• andere typische elementen van het proloog:
☑ het zeuren over het zware, slecht betaald werk
☑ prijzen van de opdrachtgevers
☑ prijzen van God en verzoeken om hulp bij het schrijven
☑ direct aanspreken van het publiek
5.De ridderstand
6.hoofse cultuur
• omgangsvormen, etiquette
• beleefdheid, opvoeding, goede manieren
8.Walewein
1.Op een hofdag van konin Arie zweeft een schaakbord door het venster naar binnen en dan
een poosje weer naar buiten
2.Arur roept z’n ridders op het aan hem terug te brengen in ruil voor z’n land
5.Op Het kasteel van koning Wonder vindt Walewein het schaakbord
6.Koning Wonder wil het aan Walewein te geven in ruil voor een toverzwaard met 2 ringen
7.Deze kan hij krijgen als hij de schone Ysabele uit het verre Indië ontvoert
8.Dat doet hij en wordt op haar verliefd
9.Uiteidelijk keert Walewein met het schaakbord terug naar Arthurs hof
3.Hij weigert 2 keer, de derde keer doet hij wat de engel wil
4.Hij denkt aan Elegast, de man dij hij vroeger voor de diefstal verbande
5.Op z’n tocht ontmoet hij in het bos een ridder in het zwart gekleed die een zwart paard
heeft
6.De zwarte ridder besslist de wapenuitrusting van Karel te stelen en vraagt Karel wie hij
eigenlijk is
8.De zwarte ridder blijkt Elegast te zijn, hij steelt van de rijken maar niet van de armen
9.Karel zegt dat hij Adelbrecht heet en stelt voor dat ze samen de schat van Karel de Grote
gaan stelen
11.Ze beslissen om in het kasteel van Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel te
gaan stelen
12.Ze nemen een toverkruid in z’n monden om met dieren te kunnnen praten
15..Hij wil het zadel van Eggeric te stelen want ze was kostbaar en mooi
16.Hij raakt het zadel aan dan maakt het door te bellen en Eggeric en z’n vrouw worden
wakker
18.Elgast vertelt Karel alles en Karel vertelt z’n geheime raad over het verraad van z’n
zwager
19.Op de hofdag komt de zwager naar Karel en wordt meteen gearresteerd
20.Elegast wordt gehaald uit het bos en doet z’n verhaal voor het hof
1.Wat is mystiek?
• een vorm van spiritualiteit met hartstochtelijk streven naar een persoonlijke
vereniging van die ziel met God
• vaste elementen:
☑ ascese
☑ extase
☑ individuele ervaring van de ontmoeting met God
2.Vrouwen en mystiek:
• 13de eeuw
• komt waarschijnlijk uit Brugge
• goed opgeleid
• kennis van Vlaams , Latijn en Frans
• een van de grootste profane schrijvers in het Middelnederlands
• actief in het noorden van Lage Landen
• “Der naturen bloeme”
• ridder verhalen, bvb over Aleksander de Grote en Koning Artur
• “Historie van den Grale/Merlijns boec -dubbelepos, arturepiek (de inhoud: over de
herkomst van de graal en jonge koning Artur, Merlijn, Excalibur uit de steen halen)
• heiligenlegendes, bvb over Heilige Clara
2.Rijmbijbel
3.Spiegel
• geschiedenis van de hele wereld vanaf de schepping tot het jaar 1250
• bewerking van de Latijnse tekst
5. De personages in Van den vos Reynaarde
6. Elkerlijk als moraliteit
7. Markien van Nieumeghen als mirakel
1.Middeleeuws toneelstuk over de zondeval van een mens
6.Genre:
☑ Dramatische elementen:
• scénes die goed in een toneelstuk passen (goed bespeelbaar)
• dialogen
• goede structuur van handelingen
• ‘spel in spel’
☑ Proza
• handelingsverloop vaak door prozafragmenten aangestuurd (napedzany,
kontrolowany)
• het verhaal kan makkelijk ‘verteld’ worden
• verbiedende functie
7.Structuur:
• bestaat voornamelijk uit dialogen op rijm (die ingeleid worden door kleine
prozastukjes)
• *waarschijnlijk eerst een roman die geheel in proza geschreven was
• *berijmde dialogen die waren gewoon prettiger te lezen lijken op een toneelstuk
• proloog
• 15 hoofdstukken
• alle hoofdstukken hebben een informatieve titel, die een soort samenvatting geeft van
de hoofdstuk
8.Perspectief:
• alwetende verteller
• objectieve beschrijving
10.Tijd:
11.Titelverklaring:
12.Thematiek:
Religie-geloofscrisis
• Marieken moet van Moenen haar religie loslaten, en een zondig leven leiden
• Toch komt ze wel op terug en ziet ze in dat ze moet boeten voor haar zonden en dat
ze haar religie niet moet afvallen
Coming of Age
13.Personages:
Marieken/Emmeken
• hoofdpersoon
• ‘jonge maagd’
• vatbaar (podatna) voor kritiek
• loopt snel met iemand mee (Moenen)
• leeft een zondig leven maar later wil haar zonden te laten vergeven
• Zij zingt ‘’O Retorika’’
• Marieken wil zwarte kunst leren !!
Ghijsbrecht
• een priester
• woont vlakbij Nijmegen met z’n nichtje Mariken
• stuurt Mariken weg voor boodschappen en maakt zich later zorgen als ze lang
wegblijft
• vergeeft Mariken meteen als ze terugkomt en probeert haar te helpen
Moenen
Moeye
14.Samenvatting:
1.Marieken is een jonge vrouw en woont in de buurt van Nijmegen bij haar oom (priester
Gijsbrecht)
2.Op een dag vraagt haar oom haar om naar Nijmegen te gaan om wat boodschappen te
doen
4.De tante had eerder ruzie gehaad met een paar vrouwen
5.Marieken krijgt alleen maar scheldwoorden naar haar hoofd geslingerd (omdat haar tante
verwikkeld was in een politieke discussie)
6.Marieken wordt boos en besloot om de nacht buiten doorbrengen en zich volledig aan God
of de duivel overgeeft (oddac sie)
8.Hij belooft Marieken een goed leven te brengen (zo zal hij haar alle talen van de wereld
leren)
9.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken
10.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
11.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten
12.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid
13.Moenen gebruikt Emmeken in z’n oplichterspraktijken
14.Zo reizen ze van stad naar stad (‘s Hertogenbosh, Antwerpen, Nijmegen)
16.Ondertussen is Ghijsbrecht ongerust over z’n nichtje en hij zoekt z’n zus op in Nijmegen
17.Deze lacht hem uit en zegt dat Marieken zondig zal zitten te wezen in allerlei kroegen
18.Later pleegt de tante zlefmoord door zich een mes door haar keel te steken
(vanwege politiek: de hertog ( mat wie ze sympathiseerde is vrijgelaten en ze is het daar niet
mee eens)
21.Emmeken realiseert zich dat ze er zelf ook aan heeft meegedaan en dat ze dus niks
meer kan doen
24.Op staar kijkt ze naar een toneelspel-God en Duivel zijn de personages in de toneel,
Emmeke zegt, nadat ze de toneelstuk zag, dat ze haar tante moet vergeven (przebaczyc)
25.Hier is Emmeken zo door geraakt dat ze niet meer met Moenen meewil
26.Moenen laat nu z’n ware aard zien - Hij sleept Emmeken mee de lucht in en laat
haar nek te breken!:O
27.Emmeken valt en iedereen (inclusief Ghijsbrecht), die ook naar het toneelspel keek)
dromt om haar heen
29.Ghijsbrecht jaagt de duivel van haar weg en brengt haar bij de deken in Nijmegen
31.De bisschop kan niks voor haar doen daarom gaan ze naar Rome
33.De paus (papiez) kan haar niet helpen
34.Emmeken heeft ijzere ringen om haar hals en armen. Ze afvallen als een wonder en
haar zonden zijn vergeven (przebaczone)
35.Ghijsbrecht en Mariken komen naar een klooster , daar doet Mariken haar boete
(pokute)
36.Op een nacht vallen haar ijzere ringen als een wonder af door een engel
• berouw-zal za grzechy
• biecht
• boete
• Klooster van bekeerde zondaressen
• houtsnede-drzeworyt
3.Daar huilde ze
4.Ze verlat alle hoop en rekent op de hulp van iemand - God of Duivel
6.Hij belooft haar retoriek, logica, grammatica, alchemie, de kennis van alle talen en andere
leuke vaardigheden
10.Het eindige wat ze daarvoor hoeft te doen is haar naam loslaten en nooit meer een
kruisteken te maken
11.Ze is echter erg gehecht aan haar naam (omdat deze afgeleid is van ‘Maria’)
12.Moenen stelt voor dat ze haar eerste letter ‘M’ mag houden - dus dan zal ze
‘Emmeken’ heten
13.In de rest van het verhaal wordt ze dan ook als Emmeken aangeduid
14.Zij was een jonge en vatbare voor kritiek maagd en het was makkkelijk om haar te
overtuigen
15.De Duivel was een goede oplichter en Emmeke was z’n assistente
Structuur/opbouw/indeling
Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.
Perspectief
Historische tijd
Het verhaal speelt zich tussen 1618 en 1625 af en wordt chronologisch verteld.
De gebeurtenissen spelen zich eigenlijk over heel de wereld af, omdat Bontekoe een
schipper is komt hij eigenlijk overal. Hij komt onder andere in: Bantam, Texel, Sumatra,
Batavia, Kaap de Goede Hoop en China. Je kunt dus eigenlijk zeggen dat het verhaal zich
voornamelijk in het oosten afspeeld, met uitzondering van de gebeurtenissen die in
Nederland plaatshebben.
Titel: Het boek wordt Het journaal van Bontekoe genoemd en dat klopt ook gewoon, want het
is herschreven en hertaald vanuit het oorspronkelijke journaal van de schipper.
Thema
• In alles moet je vertrouwen op God, want hij zal je helpen in goede en slechte tijden.
Het journaal van Bontekoe kunnen we geen roman noemen, maar ook geen gewoon
leesboek. Het beste is om het gewoon te houden bij een journaal, dat is een beschrijving van
een bepaalde gebeurtenis. Schipper Bontekoe kwam in 1625 terug van zijn reizen maar
schreef zijn ervaringen nog niet op. Dit gebeurde pas in 1646, hij schreef het op, omdat hij de
mensen wilde laten zien hoe goed God was voor de zondige mens en om hen kennis te laten
maken met het onbekende.
Literaire stroming
De literaire stroming waar dit boek bij past zijn de lerende verhalen, die horen echt bij de 17e
eeuw. Dit verhaal behoort tot de meest realistische stroming van de renaissance. Kenmerken
van deze stroming zijn dat ze een wijze les bevatten en dat ze de realiteit beschrijven.
Het verhaal is heel simpel van opbouw, het kent geen hoofdstukindeling en loopt in één keer
door. Je merkt heel erg dat Bontekoe vertrouwde op God, want dit komt overal in het boek
weer naar voren hoe God overal voor zorgt. Je merkt soms ook dat hij letterlijke citaten van
scheepslieden gebruikt, dat is mooi, want dat geeft een extra waarde aan zijn verhaal.
Samenvatting (Lang)
1. In 28 december 1618 vertrok Bontekoe als schipper van het schip Nieuw Hoorn van
Texel naar Bantam op Java
2. Er waren 206 bemanningsleden. De reis ging eerst vrij voorspoedig: het schip voer
langs de punt van Brazilië, en arriveerde eind mei 1619 bij Kaap de Goede Hoop.
3. Hier werd niet aangelegd, wegens het slechte weer en omdat er nog genoeg
voorraden waren
4. . Het schip deed vervolgens 21 dagen Réunion en negen dagen Sancta Maria aan en
vertrok daar op 8 september.
5. In de loop van de reis overleden 17 mensen, zodat er 189 over waren toen het schip
in de buurt van Sumatra was gekomen.
6. Op 19 november 1619 raakte door onvoorzichtigheid van botteliersmaat Keelemeyn
een vat brandewijn in brand en daarna de smidskolen.
7. Een half uur nadat de brand geblust leek laaide deze weer op; de kolen waren blijven
smeulen.
8. Er waren 360 halve vaten buskruit op het schip, deels voor verdediging onderweg,
deels voor transport naar Oost-Indië
9. Tijdens de brand stelde Bontekoe voor dit deel van de lading overboord te zetten,
maar koopman Hein Rol was daar eerst tegen omdat het kruit nog nodig kon zijn als
het schip nog aangevallen zou worden door Spaanse schepen.
10. Nadat de brand zich uitbreidde ging een aantal bemanningsleden zonder
toestemming van boord in een (kleinere) boot en een sloep in plaats van te helpen
blussen.
11. Bontekoe beschouwde dit als drossen, dat wil zeggen deserteren, hoewel Hein Rol,
die boven Bontekoe stond, er ook bij was.
12. De resterende bemanning begon alsnog het kruit overboord te zetten, maar de brand
bereikte het nog aanwezige kruit en het schip explodeerde
13. . Van de 119 personen die nog aan boord waren overleefden maar twee het:
Bontekoe, die zwaar gewond raakte, en de jongeman Hermen van Kniphuysen. Ze
werden door de boot aan boord genomen.
14. Het aantal overlevenden was daarmee 46 in de boot en 26 in de schuit, bij elkaar 72.
Van de hemden van de inzittenden werden zeilen genaaid.
15. Na verloop van tijd stapten de mensen van de schuit over in de boot.
16. Soms was er voedsel: één keer kwamen er meeuwen over de boot heen vliegen, die
gepakt konden worden, en een andere keer waren er vliegende vissen. Er was geen
drinkwater en sommigen dronken uit wanhoop zeewater of hun urine.
17. Het eerste raadde Bontekoe af, het tweede deed hij ook een poosje, tot deze
ondrinkbaar werd.
18. Uiteindelijk ging het regenen en had men weer drinkwater. Aan voedsel was zo'n
gebrek dat de bemanning de scheepsjongens wilde doden om op te eten. Bontekoe
was daar tegen, waarop ze bereid waren nog drie dagen te wachten.
19. Net op tijd, dertien dagen na het vergaan van de Nieuw Hoorn, werd een eilandje in
Straat Soenda bereikt, 15 mijl uit de kust van Sumatra, waar men zich tegoed deed
aan kokosnoten. Daarna ging men door naar het vasteland van Sumatra
20. . Hier troffen de schipbreukelingen autochtonen aan van wie ze eerst voedsel konden
kopen met de munten die ze hadden kunnen meenemen uit het vergane schip.
Daarna werden ze echter door de plaatselijke bevolking aangevallen, waarbij elf
bemanningsleden werden gedood en vier moesten worden achtergelaten.
21. Zo bleven er dus 57 overlevenden over.
22. De boot kwam bij Java 23 Nederlandse schepen tegen onder commando van
Frederik de Houtman, hetgeen ze behoedde naar Bantam te gaan dat Nederland nu
vijandig gezind was.
23. Verdeeld over de schepen gingen de overlevenden mee naar Batavia, waar
Bontekoe en Rol werden ontvangen door Jan Pieterszoon Coen. Bontekoe kreeg hier
een nieuw schip toegewezen en werd naar de Zuid-Chinese Zee gestuurd.
24. Zijn opdracht bestond onder andere uit het aanhalen van handelsbetrekkingen met
China, en de Spanjaarden op de Filipijnen het leven zuur maken.
25. Hieronder vielen ook het overvallen van Spaanse schepen en het ronselen of zelfs
ontvoeren van Chinese arbeiders om op plantages op het pas veroverde Formosa te
werken.
26. Uiteindelijk vertrok hij in november 1625 als schipper van de Hollandia van Batavia
naar Hoorn.
27. Op de terugreis verloor hij in een orkaan bijna weer zijn schip.
28. Op Madagaskar maakten de autochtonen het de Fries Hilke Jopkins en een paar van
zijn kameraden zo naar hun zin, dat ze niet mee terug wilden naar Nederland en zich
verstopten, zodat de schipper zonder hen terugmoest.
*Hij schreef z’n verslag later want z’n schip was ontploft
*de beschaving-cywilizacja
*onbeschaafd-niecywilizowany
*beschaafd-cywilizowany
*combinatiewoordenboek.nl
*het vat-beczka
*woordenlijst.org-koniugacja
PPT- Reisliteratuur
• 17 eeuw
• Azië en Zuid-Afrika
3.Gerit de Veer
• journaal
• 3 expedities in 16de eeuw
• een noordelijke doortocht naar Azië langs Siberië
• verfilmd ‘’Nova Zembla’’
• eerste Nederlandse 3D-film
• jeugdboek
• verfilmd- ‘’Scheepsjongens van Bontekoe’’
• stripverhaal
7.19de eeuw
1.Rederijkerskamers
*Leden
• man
• burgers met genoeg geld
• geïnteresseerd in taal en muziek
*Doel
• sfeertekening
• gevoel voor details
• lachwekkende personages
• uitstekende opbouw
• soepel taalgebruik
• spreektaal->dialect
3.Spaanse Brabander
5.Spaanse Brabander
• 17de eeuw
• plaats->Amsterdam
• realistisch toneelstuk
• motief-> ‘’Al ziet men de mensen, men kent daarom hun hart en karakter nog niet’’
• het conflict tussen de Rooms-Katholiken en protestanten
• De Nederlanders wilde een onafhankelijke stad creëren van Spanjaarden
Robbeknol de Knecht
• jong
• knecht
• jonker- giermek
• Bredero probeerde een wijze les aan het publiek over te brengen en een
maatschappelijk probleem op het toneel te bediscussiëren
• De Nederlanders willen hun eigen natie , een eigen land stichten, ze denken dat ze
beter zijn , moesten zich van andere landen verscheiden
• De Spaanse koning wilde het land met het katholicisme stichten
*Amsterdammers vs Brabanders
-Amsterdammers
• vieze volk
• mensen zonder manieren
• simpel en wild
-Brabanders
• mooi gekleed
• beleefd
• mensen van cultuur
• goed opgeleid
• goed gedrag
• eloquent
10. De rollen van man en vrouw in het huwelijk volgens Jacob Cats
11. De dichtgereden uit de 17de eeuw - kenmerken van hun poëzie, voorbeelden
• Anna Maria van Schurman
➢ 1636: gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld
➢ Utrechtse Minerva – een toespeling op de godin van de wijsheid uit de klassieke oudheid
➢ haar vader was een rijke Amsterdamse koopman; in hun huis vonden artistieke avonden
plaats -> gasten: Gerbrand Bredero, P. C. Hooft, Jacob Cats, Joost van den Vondel
➢ geen boek op haar naam -> haar boeken waren alleen uitgegeven in de bundels van
anderen
➢ Zeevsche Nagtegael
- Verzamelbundel met poëzie van Zeeuwse mannen en vrouwen. Het doel was om te
tonen dat de modernste Nederlandse literatuur ook in Zeeland leefde
- 12 gedichten van Anna Visscher
• Maria Tesselschade Roemers Visscher
• Katharina Lescailje
➢ Toneel- en mengpoëzy
- 1732
- Eerste zelfstandige uitgave van verzameld werk van een vrouwelijke auteur
12. Anna Maria van Schuurman - dichters en academica
Anna Maria Schurman
• Ze mocht aan de Utrechtse universiteit colleges volgens, maar ze moest wel apart
zitten van de mannelijke studenten, achter een gordijn.
• Ze was uit calvinistische Antwerpse familie.
• In een discussie met de theoloog Rivet stelde Van Schurman dat ook vrouwen aanleg
voor wetenschap en literatuur hadden
• In 1638 schreef ze er een Latijnse verhandeling en de theoloog Voetius aanleiding
om haar onder zijn gehoor aan de Utrechtse universiteit toe te laten
• Van Schurmans belangrijkste doel was een beter begrip van de Bijbel en de
theologische discussies
• Ze wilde geconcentreerd op haar studie daarom trouwde ze niet.
• Eerste studente in Nederland (hoewel in Keulen geboren)
• Samen met broers thuis onderwezen
• 1636 gedicht voor de opening van de Universiteit Utrecht: positie van vrouwen in de
academische wereld
• Amica Dissertatio […] de capacitate ingenii muliebris ad scientias
• actief literair en academisch
• proza en lyriek
• befriend met Cats
• correspondentie
• gedichten (Nederlands, Frans, Latijn)
• schilderijen en tekeningen
13. Nederlandse liederen 1400-1700 - genres, voorbeelden, verzamelingen
• op straat gezongen
• geschenken aan vrouwen
• boekhandels
2.Soorten liedjes
• strijdzangen
• godsdienstige liedjes
• liefdesliedjes
• drankliedjes
• feestliedjes
• Egidiuslied
14. De eilanden Wonvure en Nemnan in Krinke Kesmes - filosofische utopia
Nemnan
• Er bestaat geen ledige ruimte
• Alle beweging geschiedt door persing
• Men beoefent gewoon de Euclidische wiskunde, bestaande in figuren en getallen op
papier
• Alleen de menselijke ziel denkt en voelt : het lichaam van mens of dier is gevoelloos
als steen
• Zuur is de oorzaak van alle ziekten
Wonvure
Krinke Kesmes
• Een heel vroeg imaginair reisverhaal is Beschryvinge van het magtig Koningryk
Krinke Kesmes(1708)
• Het werd geschreven door de Zwolse arts Hendrik Smeeks.
• Hij verzon het land Krinke Kesmes – grotendeels gevormd uit de letters van zijn eigen
naam – waar veel meer vrijheid en gelijkheid heerst dan in het Nederland en Europa
van de achttiende eeuw.
• Mannen en vrouwen hebben er bijvoorbeeld gelijke rechten en uit verschillende
geloven heeft men één nieuwe, tolerante godsdienst gemaakt waar iedereen zich in
kan vinden.
• In hemel en hel geloven de bewoners van Krinke Kesmes echt niet.
• De maatschappelijke idealen die Smeeks beschreef waren in de achttiende eeuw ver
te zoeken.
• Een samenleving zonder godsdiensttwisten bestond niet en ook gelijkheid tussen
mannen en vrouwen was iets utopisch.
• Precies daarom schreef Smeeks zijn boek.
• Hij leverde op die manier kritiek op de eigen samenleving en liet tegelijkertijd
alternatieven zien.
15. Typische kenmerken van briefroman in Sara Burgerhart