You are on page 1of 10

Inhoud

Inleiding
1: Bezoek aan het Rijksmuseum
2: Bezoek aan een toneelvoorstelling
3: Het Pantheon
Bijlagen:
1. Bronvermelding
2. Plan van aanpak
3. Logboek
Inleiding
Voor het examen KCV heb ik drie activiteiten uitgevoerd. Ten eerste
ben ik naar het Rijksmuseum in Amsterdam geweest om de collectie
betreffende de Gouden Eeuw te bekijken. Verder heb ik twee
toneelstukken uit de klassieke Oudheid bezocht en ten slotte heb ik
een bezoek gebracht aan het Pantheon in Rome. Over mijn
voorbereiding op, ervaring van en reflectie op deze activiteiten vertel
ik in dit verslag.
1: Bezoek aan het Rijksmuseum
Op 19 februari heb ik het Rijksmuseum in Amsterdam bezocht. Ter
voorbereiding heb ik in het boek Forum van uitgeverij Hermaion
gelezen over verschillende kunststromingen en de receptie van de
klassieke Oudheid in verschillende periodes in de geschiedenis. Tijdens
mijn bezoek heb ik aandacht besteed aan de vaste collectie van
kunstwerken uit de Gouden Eeuw. Na mijn bezoek heb ik op de website
van het Rijksmuseum gekeken naar kunstwerken die als thema de
Klassieke Oudheid hebben, waarvan ik er sommige tijdens mijn bezoek
heb gezien en andere niet tentoongesteld waren. Hieronder heb ik drie
van deze kunstwerken op een rij gezet die mij bijzonder aanspraken,
met een korte beschrijving van de klassieke of mythologische verhalen
die de achtergrond erbij vormen en van de werking van de receptie.
1: Latona en de Lycische boeren, Jan Brueghel, ca. 1605
Mythologie
Dit schilderij is gebaseerd op het verhaal van de godin Latona en de
Lycische boeren uit de Metamorfosen van Ovidius. Een vermoeide
Latona is met haar twee babys, Apollo en Diana, aangekomen bij een
meer en wil haar dorst lessen. Dit wordt haar echter verboden door
een aantal onbeschofte boeren uit de omgeving, dat het water
beschouwt als priv-eigendom. Als de boeren zich na een ontroerende
smeekbede van Latona agressief blijven gedragen en zelfs de bodem
van het meertje omwoelen om te voorkomen dat ze eruit drinkt, besluit

de godin hen voor altijd te laten blijven in het water waarvan zij zo
houden: ze verandert de boeren in kikkers. Op dit schilderij springt er
al een aantal kikkers rond; twee mannen zijn pas halverwege de
transformatie en dragen kikkerhoofden op hun schouders.
Werking receptie
Latona en de Lycische boeren past overduidelijk in de periode
van het barok. Zo zijn de bomen, planten en dieren zeer realistisch
afgebeeld. De mensen, die veel minder plek innemen, lijken in
vergelijking erbij insignificant, maar ook zij zien er geloofwaardig uit en
nemen natuurlijke poses in: de ene buigt zich om een armvol riet af te
snijden; de andere zit ontspannen op het gras met een picknickmand
naast zich; een derde met een grijze snor en baard steunt met n
hand op een omgevallen boomstronk terwijl hij met de andere
beschuldigend naar Latona wijst. Verder is er overal beweging, van de
boeren die riet snijden en wegdragen, van de eerste van de twee
boeren met kikkerhoofden die zijn vuist dreigend opheft en van een
vogel die hoog in de lucht vliegt. Deze dynamische, realistische manier
van schilderen is kenmerkend voor de barokkunst. Ten slotte heeft de
schilder ervoor gekozen het dramatisch hoogtepunt van het verhaal te
weergeven, namelijk het moment waarop de transformatie van de
boeren net is begonnen. Ook dit hoort bij het barok, in tegenstelling tot
de sierlijke, statige taferelen van het manirisme en de speelse,
fantastische onderwerpen van het rococo.
2: Venus en Adonis, Ferdinand Bol, 1657-1660
Mythologie
Dit schilderij laat het moment uit de Metamorfosen zien waarop de
godin Venus, die net het verhaal van Atlanta en Hippomenes heeft
verteld, haar minnaar Adonis smeekt zijn leven niet te wagen door te
jagen op wilde dieren. Een kleine Cupido probeert de jager tegen te
houden, maar Adonis zal het advies van Venus negeren en toch op
jacht gaan; binnenkort zal hij gedood worden door een wild zwijn.
Werking receptie
Dit schilderij van Ferdinand Bol (1616-1680) past duidelijk in de
barokstroming. Ten eerste is er sprake van veel dynamiek, doordat de
plaatsing van de mensen en dieren iets weg heeft van een
driehoekscompositie. In het midden staat Adonis. Aan weerszijden van
hem zie je de beide keuzes: de zich aan hem vastklampende Venus
aan zijn linkerzijde, zijn honden die hem weg willen trekken aan zijn
rechterzijde. De diagonale lijnen van de driehoek en de dynamische
uitstraling van de schilderij zijn typische barokelementen. Verder
voelen de personen duidelijk heftige emoties. Venus kijkt angstig door
het vooruitzicht Adonis te zullen verliezen, terwijl de twijfel op het
gezicht van de jager zelf de manier weerspiegelt waarop hij fysiek
verschillende kanten op wordt getrokken. Daarnaast heeft de schilder
geprobeerd de werkelijkheid zo echt mogelijk af te beelden

(illusionisme). De drie menselijke figuren hebben geen stijve houding,


maar zijn juist in realistische, natuurlijke poses weergegeven. Ook de
jachthonden hebben veel levends meegekregen: de ene snuffelt aan
de hoorn van zijn meester, terwijl de andere zijn neus al aan de grond
heeft. Tenslotte komt er een licht-donkercontrast voor. Venus is zo wit
dat ze licht lijkt af te geven en staat zo symbool voor de veilige keuze;
daartegenover staat de dreigende, donkere hemel boven de bossen
waar Adonis honden naartoe willen gaan. Het is duidelijk wat Adonis te
wachten staat als hij op jacht gaat. Dergelijk gebruik van clair-obscur is
kenmerkend voor de barokschilders en draagt bij aan de dynamiek.
3: Het feestmaal van Cleopatra, Gerard de Lairesse, c. 1675-c. 1680
Geschiedenis
Cleopatra wedde eens met Marcus Antonius dat zij een banket kon
geven die meer dan tienduizend talenten (eenheden van geld) kostte.
Hij vond dit onmogelijk, maar ging toch met het weddenschap akkoord.
Op het banket liet Cleopatra een relatief simpele eerste gang serveren.
Als tweede gang liet ze slechts een beker azijn halen. Hierin loste ze
n van haar oorbellen op, een parel van onschatbare waarde. Ten
slotte dronk ze het mengsel, waarmee ze de weddenschap won. Op dit
schilderij zie je dat Cleopatra haar oorbel net wil vastpakken.
Werking receptie
Gerard de Lairesse was een classicistische schilder, wat op deze
schilderij te zien is aan de klassieke kostuums van de mensen en de
inrichting van de achtergrond met klassieke architectuur en meubels.
Zo wordt het dak ondersteund door pilaren in de vorm van vrouwen:
kariatiden. Ook de patronen van vierkanten op het dak, bedoeld om de
last op de pilaren te verlichten, herinneren aan klassieke architectuur.
Deze structuur is bijvoorbeeld ook te zien in het Pantheon in Rome.
Links op de achtergrond staat een soldaat met een Romeinse
wapenuitrusting de wacht.
2: Bezoek aan theatervoorstellingen
Ik heb twee Griekse toneelstukken bezocht, beide komedies van
Aristophanes: De wespen en De wolken. Ter voorbereiding heb ik de
teksten van beide stukken gelezen (De wespen in een Engelse
vertaling uitgegeven door Start Publishing in 2012, De wolken in een
Engelse vertaling uitgegeven door Waxkeep Publishing in 2013) en
informatie opgezocht over Aristophanes. Hieronder geef ik een
beschrijving van de toneelstukken en hun auteur, de opvoering ervan
en de achtergrond van de Griekse komedie en tragedie.
Aristophanes en de Oude Komedie

Aristophanes (466-385 v.Chr.) is de enige schrijver van de Oude


Komedie waarvan er nog werken overblijven. In zijn werk maakte hij
elementen van de Griekse cultuur belachelijk: politici, filosofen, andere
toneelschrijvers en zelfs de traditionele goden. In zijn toneelstukken
komen veel absurde situaties voor. Zo is een personage in De wespen
verslaafd aan dienen op een jury en moeten de goden in De vogels
betalen voor de geuren van offers die hen vanuit Athene bereiken.
Dit absurdistisch en politiek gekleurde karakter verdween na
Aristophanes dood uit de komedie. De Oude Komedie maakte plaats
voor de passend genaamde Nieuwe Komedie. Toneelstukken in dit
genre zijn blijspelen waarin het dagelijks leven centraal staat. De
Nieuwe Komedie heeft een zeer grote invloed gehad op latere
toneelschrijvers.
De wespen (422 v.Chr.)
De protagonist van De wespen is de oude Philocleon, die verslaafd is
aan dienen op een jury. Zijn zoon Bdelycleon heeft meerdere malen
vergeefs geprobeerd zijn vader te genezen, maar heeft uiteindelijk hun
huis in een gevangenis moeten ombouwen om te voorkomen dat de
oude man naar de rechtbank kan gaan. Het koor, dat bestaat uit een
jury van oude wespen, probeert Philocleon te helpen ontsnappen.
Uiteindelijk weet Bdelycleon de wespen en zijn vader ervan te
overtuigen dat dienen op een jury geen goede baan is, omdat het
slecht betaalt en de juryleden geen echte macht hebben. Om zijn
vader te troosten richt Bdelycleon een rechtbank op in huis, waar
Philocleon mag beslissen over een meningsverschil tussen zijn twee
honden over de diefstal van een Siciliaanse kaas.
Met De wespen bekritiseert Aristophanes het Atheense rechtssysteem.
Philocleon, die dit systeem symboliseert, spreekt recht puur en alleen
om recht te spreken en laat zijn besluiten niet afhangen van welke
individuele omstandigheden dan ook. Daarmee wil de auteur zeggen
dat het Atheense systeem corrupt is en de juryleden en rechters dom.
De opvoering van De wespen die ik heb gezien was geheel in het OudGrieks gesproken, hoewel er Engelse ondertiteling op een scherm
boven het toneel werd geprojecteerd. De voorstelling vond plaats in
een theater van de Kings College; de acteurs waren studenten in de
klassieke talen daar. Later ben ik erachter gekomen dat er daar
jaarlijks een Grieks toneelstuk wordt opgevoerd. Deze voorstelling was
vrij modern. Het koor droeg zwarte pakken met gele strepen om op
wespen te lijken en danste en zong op een moderne manier. Zo waren
de woorden van de stasima op bekend muziek gezet. De directeurs
hadden ook enkele grappen en verwijzingen naar bijvoorbeeld Miley
Cyrus en de Big Bang Theory in het Grieks vertaald en in het
toneelstuk verwerkt. Deze grappen waren erg subtiel in de
oorspronkelijke tekst verwerkt. Zo bekritiseert Bdelycleon zijn vader in
het origineel omdat hij niet netjes rechtop loopt, waardoor hij minder

respectabel lijkt. In deze voorstelling lieten de directeurs Philocleon


daarop voorover buigen en achterwaarts over het toneel springen. Als
Bdelycleon hem hierop boos en verbaasd aanspreekt, verdedigt
Philocleon zichzelf door erop te wijzen dat beroemde mensen ook zo
lopen: kijk maar naar Miley Cyrus.
Al met al heb ik erg genoten van deze opvoering van De wespen.
De wolken (423 v.Chr.)
Strepsiades, de hoofdpersoon van De wolken, is in de schulden dankzij
zijn met paarden geobsedeerde zoon, Pheidippides. Hij gaat naar de
Denkschool van Socrates om te leren hoe hij aan zijn schuldeisers kan
ontsnappen. Daar ontmoet hij het koor van wolken, de goden van de
leerwijze van Socrates. Helaas blijkt Strepsiades geen goede leerling te
zijn en moet Pheidippides in zijn plaats naar de Denkschool. Met zijn
nieuwe kennis legt deze uit dat hij het recht heeft om zijn vader in
elkaar te slaan en doet dit ook. De wolken vertellen de oude man dat
dit zijn eigen schuld is omdat hij de traditionele goden heeft
verloochend. In woede brandt Strepsiades de Denkschool af.
In De wolken drijft Aristophanes de spot met de filosoof Socrates: hij
beschuldigt hem ervan de zwakke leer aan te hangen en beschildert
hem als een oplichter en bedrieger. Aristophanes weergave van de
filosoof is zo negatief dat Socrates leerling Plato na diens dood
speculeerde dat het deels de schuld van dit stuk was dat Socrates ter
dood was veroordeeld. Dit lijkt echter onwaarschijnlijk, omdat De
wolken tijdens het leven van de schrijver weinig commerciel succes
had: op de Grote Dionysia, een belangrijke Atheense toneelwedstrijd,
werd het bekroond met laatste prijs.
Dit toneelstuk was in het Engels en heel modern opgevoerd door
studenten van de University College London in de Bloomsbury Theatre.
De kostuums waren wel traditioneel, maar de directeurs hadden zelf
veel veranderingen aangebracht. Zo werd er op gegeven moment een
willekeurige jongen uit het publiek het toneel op gebracht over wie er
vervolgens grappen werden gemaakt. Een ander voorbeeld is de miseen-scne tijdens een gevecht tussen Strepsiades en de wolken.
Strepsiades liet de toorts vallen die hij vasthield; vervolgens bevroren
tien seconden lang de andere personages totdat hij hem weer had
opgeraapt, waarna het geweld weer losbarstte. Zelf had ik liever een
opvoering van het toneelstuk gezien die minder afweek van het
origineel, maar toch kon ik ook deze invulling van Aristophanes tekst
waarderen, vooral omdat sommige acteurs erg overtuigend waren.
Griekse tragedie
Ontstaan
Omstreeks 600 v.Chr. begonnen de Atheners zang- en danswedstrijden
te organiseren ter ere van Dionysus, waar koren van jongens en
mannen dithyramben (verhalende liederen) zongen. Na verloop van

tijd kwam er een solist bij die uitleg gaf bij de dithyrambe. Later
kwamen er nog twee acteurs bij. De rol van het koor veranderde ook:
de koorleden moesten nu mensen voorstellen die betrokken waren bij
de handeling, zoals de juryleden in De wespen. Daarmee kregen ze
een dubbele functie als acteurs en commentatoren. De tragedie zoals
wij hem kennen was ontstaan.
De voorstelling behield het oorspronkelijke religieus karakter: tragedies
werden opgevoerd op festivals ter ere van de goden. De Grote
Dionysia, die jaarlijks in Athene werden gehouden, waren hier de
belangrijkste van. Op dit festival, dat vijf dagen duurde, werden van
drie schrijvers ieder drie tragedies opgevoerd. Nadat het festival was
afgesloten met een satyrspel en een komedie werd bekendgemaakt
welke van de drie tragedieschrijvers had gewonnen.
Theaters
Vanaf de vijfde eeuw v.Chr. bouwden de Grieken theaters waarin
toneelstukken werden opgevoerd. Deze hadden de vorm van iets meer
dan een halve amfitheater. Toeschouwers zaten op stenen traptreden
die naar boven liepen. Onderaan de trappen was een orchestra, waar
het koor zong en danste, met in het midden een altaar. Musici zaten op
een klein podium hiernaast. Erachter stond het eigenlijke toneel, de
proskene, waar de handeling plaatsvond. Daarachter stond de skene.
Dit gebouw, oorspronkelijk een verkleedruimte, kreeg in de loop van de
tijd meerdere functies. Ten eerste vormde het het decor. Daarnaast kon
door n van de drie deuren aan de kant van de toeschouwers een
plankier op wielen, de ekklukema, naar buiten worden gerold. Daarop
kon de afloop van schokkende scnes die zogenaamd binnen de skene
hadden plaatsgevonden, tentoongesteld worden. Aan beide kanten van
de skene stonden de paraskenia, zijgebouwen waar goden soms van
afdaalden om een stuk af te sluiten. Langs de paraskenia kwamen
acteurs en koor op via de parodoi ofwel toegangen. Hierbij werd
onderscheid gemaakt tussen personages die uit de stad kwamen en
die die zogenaamd van buiten de stad kwamen: de eerste moesten
van rechts opkomen, de tweede van links.
Vorm en inhoud
Het onderwerp van tragedies was vaak een mythe of sage.
Verschillende schrijvers konden deze verhalen heel verschillend
inkleuren, zodat er spanning ontstond bij de toeschouwers ondanks de
bekendheid van deze verhalen. Voor de opbouw van tragedies golden
vaste regels. Een stuk begon met een proloog waarin het onderwerp
bekend werd gemaakt. Daarna kwam het koor op terwijl het een lied,
de parodos, zong. Verder was het stuk verdeeld in een aantal episoden;
tussen de episoden zong het koor steeds een stasimon, een koorlied.
De laatste episode heette de exodus.
De filosoof Aristoteles stelde de regels van de drie eenheden op,
waaraan goede tragedies moesten voldoen. De eerste, eenheid van
handeling, betekent dat scnes elkaar logisch moeten opvolgen.

Eenheid van tijd houdt in de handeling bij voorkeur binnen n dag


plaatsvindt. Eenheid van plaats wil zeggen dat het verhaal zich op
n plaats afspeelt. Gebeurde er iets op een andere plaats, dan kon
dat op het toneel worden bericht door een bode. Het bodeverhaal werd
overigens ook ingezet om scnes te beschrijven die onmogelijk uit te
voeren waren of te gruwelijk waren om te laten zien.
3: Het Pantheon
Tijdens een reis naar Rome in juli 2012 heb ik onder andere het
Pantheon, het forum en de Colosseum bezocht. In dit verslag beperk ik
me tot het eerste van deze archeologische vindplaatsen. Ik zal eerst
wat informatie geven over het Pantheon en vervolgens over mijn eigen
bezoek.
Sinds 27 v.Chr. staat er een heilig gebouw op de plaats van het
Pantheon. De oorspronkelijke tempel werd gebouwd door consul
Marcus Agrippa; op de voorgevel staat Marcus Agrippa, zoon van
Lucius, voor de derde maal consul, heeft dit gebouwd. 45 jaar nadat
de tempel in het jaar 80 was afgebrand liet keizer Hadrianus een
nieuwe bouwen, waarbij het gebouw zijn bekende koepel kreeg. In de
zevende eeuw werd de tempel aan de paus geschonken, die het tot
kerk maakte. Deze functie vervult het vandaag nog steeds.
Het Pantheon heeft de grootste koepel van ongewapend beton ter
wereld. Om deze te ondersteunen, hebben de Romeinen een oculus
(letterlijk oog) aangebracht aan de top. Deze ronde opening zorgt
voor enige flexibiliteit en beschermt het bouwwerk tegen
aardbevingen. Verder is er een patroon van vierkantvormige
uitsparingen aan de binnenkant van de koepel, die het gewicht
verminderen. Ten slotte nemen de muren van de bol met de hoogte in
dikte af; ook dit verkleint de last op de muren van het gebouw.
Ter voorbereiding op mijn bezoek heb ik gelezen over het geschiedenis
van het Pantheon. Vervolgens heb ik een middag rondgekeken in het
gebouw zelf. Het viel mij op dat het Pantheon door de eeuwen heen is
gebruikt voor veel verschillende doeleinden. Zo was het oorspronkelijk
een Romeinse tempel. Het bewijs hiervan was nog te zien aan de
Latijnse inscriptie op de voorgevel. Daarna is het een katholieke kerk
geworden. Dit bleek uit de religieuze schilderijen aan de wanden en
het altaar dat tegen een muur stond. Verder worden er sinds de
Renaissance bekende Italianen in het gebouw begraven, waaronder
Victor Emmanuel II, de eerste koning van Itali. Ten slotte is het n
van de meest bekende toeristenattracties van Rome, wat duidelijk
werd aan de grote groepen buitenlanders die door het gebouw liepen.
Ik vond het interessant om te zien hoe in de Pantheon verschillende
periodes uit de geschiedenis van Rome worden verenigd.

Bijlage 1: Bronvermelding
Voor dit verslag heb ik gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
Fisser, C. en T. Jansen, Forum: Basisboek Klassieke Culturele Vorming,
Lunteren 1998
(internet) www.rijksmuseum.nl/nl/ontdek-de-collectie
(internet) www.rome.info/pantheon/
Bijlage 2: Plan van aanpak
Voordat ik met het schrijven van dit verslag ben begonnen, heb ik het
volgende plan van aanpak opgesteld.
activiteit
ja fe maa apri bijzonderheden
n
b
rt
l
maken plan van aanpak
x
bezoeken Rijksmuseum
x
het datum van
mijn bezoek had ik
vooraf bepaald
met mijn docente
Latijn
bezoeken eerste
x
ik had al een
theateruitvoering
toneelstuk
gekozen en
kaartjes gekocht
bezoeken tweede
x
ik had al een
theateruitvoering
toneelstuk
gekozen en
kaartjes gekocht
eerste versie verslag
x
schrijven
verslag laten
x
x
becommentariren en
verbeteren
definitieve versie verslag
x
schrijven en opsturen
Bijlage 3: Logboek
Zie hieronder het logboek dat ik tijdens het uitvoeren van de drie
activiteiten en het schrijven van mijn verslag heb bijgehouden.
25 januari 45 minuten
Ik heb mijn plan van aanpak opgesteld en naar mijn docente Latijn
opgestuurd.

11 februari 120 minuten


Ik heb het toneelstuk De Wolken bezocht met mijn zus.
12 februari 150 minuten
Ik heb het toneelstuk De Wespen bezocht met mijn zus. Bij aankomst
zag ik tot mijn grote schrik in de programma dat het geheel in het
Grieks zou worden opgevoerd. Gelukkig bleek er ondertiteling te zijn.
Na afloop, terwijl wij naar huis liepen, hoorde ik twee actrices praten
over hoeveel zinnen zijn gewoon hadden verzonnen omdat ze hun
tekst waren vergeten. Ik was dus niet de enige die moeite had met de
taal.
13 februari 30 minuten
Ik heb mijn ervaring van de twee toneelstukken kort genoteerd voor als
ik mijn verslag ga schrijven.
19 februari 150 minuten
Ik ben met mijn docente naar het Rijksmuseum gegaan, waar we
vooral kunstwerken uit de Gouden Eeuw maar ook enkele uit andere
periodes hebben bekeken. Ik heb met haar We hebben over
verschillende kunststromingen gepraat en stof uit mijn tekstboek KCV
toegepast op de kunstwerken die we zagen. Na afloop heb ik op de site
van het Rijksmuseum gekeken en drie schilderijen uitgezocht voor als
ik mijn verslag ga schrijven.
5 maart 60 minuten
Vandaag heb ik onderzoek gedaan naar Griekse komedie en tragedie.
Ik heb dat deel van mijn verslag in het net geschreven.
12 maart 60 minuten
Ik heb onderzoek gedaan naar het Pantheon en dat deel van mijn
verslag in het net geschreven. Ook heb ik gekeken naar de fotos van
mijn bezoek anderhalf jaar geleden.
19 maart 60 minuten
Ik ben begonnen met onderzoek doen naar de schilderijen die ik heb
uitgekozen. Op de site van het Rijksmuseum staat veel informatie
erover. Verder heb ik het boek Forum gebruikt om ze in te delen in een
stroming.
20 maart 120 minuten
Het schrijven van het deel van mijn verslag over het Rijksmuseum
blijkt langer te duren dan ik had verwacht. Daarom heb ik vandaag
langer wat langer eraan besteed en dit deel afgerond.
26 maart 30 minuten

Ik heb de verschillende delen van mijn verslag gecombineerd en


vormgegeven. Daarna heb ik het geheel opgestuurd naar mijn
docente.

You might also like