Professional Documents
Culture Documents
Achtergrond
• Historisch: Begon in Italië in de 14e eeuw. Door handel brachten ze goederen en kennis mee
terug. Toen Constantinopel in 1453 werd bezet door het Ottomaanse leger, vluchtten veel
mensen naar Italië en brachten ze kennis en boeken mee die in het westen al lang vergeten
was. Pas tijdens de heerschappij van Elizabeth I was de Engelse samenleving stabiel genoeg
om de literaire en culturele ontwikkeling die de renaissance kenmerkte te steunen.
• Cultureel: (seculaire) theater werd belangrijker, omdat theater oorspronkelijk uit het oude
Griekenland kwam. Mensen herontdekten kunst, literatuur en filosofie van de van oude
Grieken en Romeinen, wat mensen hun houdingen veranderde en dus de culturele producten.
De focus lag niet meer op god, maar op de mens. Vanaf 1450 maakte de boekdrukkunst het
verspreiden van informatie veel makkelijker. Dit maakte het humanisme (belangstelling van
geleerden voor de antieke literatuur, poëzie en geschiedenis, en het bekijken van het menselijk
lichaam op een realistischere manier) mogelijk. Deze informatie veroorzaakte opstand tegen
de kerk (reformatie, 1517).
• Politiek: De 16e eeuw was een periode van politieke onrust met steeds verschillende
machthebbers; katholieken en protestanten wisselden elkaar af.
Belangrijke jaren
1485 - het aan de macht komen van koning Henry VII (House of Lancaster) en het huwelijk van
hem en Elizabeth (House of York) leidde tot het einde van de War of Roses (tussen House of
Lancaster en York) en dus een stabiele periode
1509 - Henry VII werd opgevolgd door zijn zoon Henry VIII en trouwt met Catharine van
Aragon (zijn broertje’s weduwe)
1533 - Henry wijst zichzelf aan als hoofd van de Engelse kerk (katholiek beleid) (breuk met
Rome) en trouwt met Anne Boleyn
1547 - Henry overlijdt en opgevolgd door zijn zoon Edward VI (protestants beleid)
1553 - Edward overlijdt, Lady Jane Grey kwam aan de macht (protestants beleid) en kort daarna
Mary (katholiek beleid)
1558 - Mary overlijdt en werd opgevolgd door Elizabeth I (protestants, religieuze tolerantie)
(einde turbulente periode)
1559 - Mary Stuart probeert de macht te grijpen (faalde)
1567 - Mary werd verplicht haar Schotse troon op te geven en wordt opgevolgd door haar zoon
James
1570 - ban van Elizabeth door de paus
1586 - Mary werd ter dood veroordeeld voor complot tegen Elizabeth, georganiseerd door
katholieke edelen
1587 - Mary werd geëxecuteerd
1588 - Engelse marine versloeg een grote Spaanse invasie vloot Armada die werd gestuurd door
Filips II (katholiek): Engeland kwam tot bloei
1603 - Elizabeth overleed en werd opgevolgd door koning James I (Mary Stuarts zoon)
Eigenschappen
• Italiaanse/Griekse namen en/of locaties gebruiken
• Liefde als thema
• Terug naar de bronnen (klassieke oudheid)
• Antropocentrisch (de mens als middelpunt)
• Nieuwsgierigheid
• Sonnet
• Humanisme
______________________________________________________________________________
__
Literaire termen
• Enjambment: wanneer een regel wordt afgebroken op een plaats waar geen natuurlijke pauze
in de zin is
• Octaaf: eerste twee kwatrijnen
• Sextet: laatste zes regels van een sonnet, meer persoonlijk
• Volta/turn/break of thought: inhoudelijke wending in een gedicht, meestal in sextet en bij een
Shakespearean meestal de op een na laatste regel.
• Iambic pentameter: regels met hetzelfde ritme (zelfde aantal lettergrepen)
• Alliteration: wanneer in een zin meerdere woorden met dezelfde letter or geluid beginnen
• Personificatie: menselijke eigenschappen geven aan iets wat niet menselijk is
• Metafoor: iets wat symbool voor iets anders staat, vergelijking
• Rhetorical questions: onbeantwoorde vragen, antwoord meestal in de vraag
• Stock character: een personage dat een type vertegenwoordigt en dat herkenbaar en behorend
is tot een bepaald genre
• Frame story: een verhaal dat zich afspeelt in een verhaal, verteld door de hoofdpersoon of een
ondersteunend personage
• Blank verse: zonder rijm, maar met tien lettergrepen
• Tragedie: gaat over het lot, vaak als een spiegel op het leven, heeft een cathartic function
(moment waarop je op inzicht komt), vaak elementen van comic relief (luchtige
gebeurtenissen ertussen)
______________________________________________________________________________
__
Shakespeare
Sonnet 18
Shall I compare thee to a summer’s day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,
And summer’s lease hath all too short a date;
Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm'd;
And every fair from fair sometime declines,
By chance or nature’s changing course untrimm'd;
But thy eternal summer shall not fade,
Nor lose possession of that fair thou ow’st;
Nor shall death brag thou wander’st in his shade,
When in eternal lines to time thou grow’st:
So long as men can breathe or eyes can see,
So long lives this, and this gives life to thee.
• Content: Vergelijkt zijn geliefde met de zomer. De schoonheid van de jonge persoon is hier
perfecter dan een dag in de zomer, wordt niet bedreigd door tijd of dood, aangezien hij/zij
voor altijd in perfectie zal liggen in het gedicht.
• Motivatie erachter: om de schoonheid van zijn geliefde te prijzen en alle manieren te
beschrijven waarop hij haar zou kiezen boven een zomerse dag.
• Renaissance eigenschappen: menselijke dominantie over de natuur. Shakespeare wijst erop
wijst dat de mensheid het centrum is van het levende universum met elk ander object (in dit
geval natuur) daar om de behoeften van de mensheid te dienen. Thema liefde.
Sonnet 130
• Content: de spreker beschrijft zijn minnares tot in detail. Haar ogen lijken in niets op de zon
en haar lippen zijn niet rood. Haar huid is dun en haar haren zijn als draden. Dichters
daarentegen die hun minnaars met de natuur vergelijken, beschrijven ze niet echt zoals ze zijn,
maar idealiseren ze - en daarom kunnen ze niet zoveel van hun geliefde houden als hij van zijn
minnares. Ironisch gedicht over hoe de maatschappij liefde ziet.
• Renaissance eigenschappen: Shakespeare zou hiermee de onrealistische representatie van
vrouwen geconfronteerd kunnen hebben in kunst zoals dat voor de renaissance werd gedaan,
en helemaal in het kader van het humanisme een meer realistische representatie geven van het
menselijk lichaam. Thema liefde.
Vergelijking werken
• Sonnet 18 en 130 hebben beide als thema liefde. Sonnet 18 vertegenwoordigt liefde in een
positief licht door het te idealiseren, terwijl sonnet 130 negatiever is door realistischer te zijn
maar uiteindelijk als specialer wordt beschreven omdat er voor de minnares geen vals
vergelijkingen gemaakt hoeven te worden om speciaal te zijn.
• In Romeo en Juliet vergelijkt Romeo Juliets ogen met de planeten en zegt dat haar ogen
helderder zijn, terwijl Sonnet 130 het beeld van glanzende ogen belachelijk maakt: ’My
mistress’ eyes are nothing like the sun’.
• A Midsummer Night’s Dream en Hamlet hebben beiden een ‘play-within-the-play’.