Professional Documents
Culture Documents
Middelnederlands
Er was in de Middeleeuwen nog geen sprake van
een eenheidstaal zoals het huidige Algemeen
Beschaafd Nederlands. Iedere streek had een
eigen dialect zoals Vlaams, Brabants en Hollands.
In de Middeleeuwen gebruikte men de term
Diets (van ‘diet’= volk) als overkoepelende term
voor de verschillende dialecten die men in de
Nederlanden sprak; de wetenschappelijke
benaming daarvan is Middelnederlands.
I
Van handschrift tot boekdrukkunst
II
Van den vos Reynaerde
Van den vos Reynaerde (letterlijk: over de vos Reinaert) is een van de hoogtepunten uit de
middeleeuwse literatuur. Het komt voort uit een lange traditie van dierenverhalen. In de
Middeleeuwen bestond het begrip ‘plagiaat’ niet en verhalen werden overgeschreven en
bewerkt zonder daarbij een auteur te vermelden. De Franstalige ‘Roman de Renart’ en meer
specifiek het verhaal Li Plaid (wat ‘het pleidooi’ betekent) uit dat werk, inspireerde een
zekere Willem in de late 13e eeuw om er een heel eigen verhaal van te maken: Van den vos
Reynaerde. Het wordt een brutaal volksverhaal, waarin hij de spot drijft met de koning, de
adel en de katholieke kerk, samen in die tijd de absolute machthebbers.
Satire
Van den vos Reynaerde is een satire, een tekst waarin op humoristische wijze
maatschappijkritiek wordt geleverd, over de samenleving in die tijd. Waar het verhaal gaat
over ‘Koning Leeuw’ of over een domme ram die kapelaan is, begrijpen toehoorders
natuurlijk dat het niet gaat over een leeuw of een ram, maar over dieren met menselijke
eigenschappen. Dit wordt antropomorfisme genoemd.
De Reinaert is een van de populairste verhalen uit de middeleeuwen en dat heeft veel te
maken met maatschappelijke veranderingen uit die tijd. Door de opkomst van de handel
ontstond aan het eind van de middeleeuwen een welvarende burgerij. Met de opkomst van
de steden, werd de burgerij een stand. Die burgerij is de enige groep die niet wordt bespot
in Van den vos Reynaerde. De adel wordt belachelijk gemaakt vanwege hebzucht, vraatzucht
en lichtgelovigheid, maar ook andere standen krijgen ervan langs. De kapelaan is een
domoor, de pastoor is getrouwd en de dorpelingen zijn wreed en laf. De welvarende burger,
die een voorstelling kon belonen met wat muntstukken, zal hier hard om hebben moeten
lachen.
Parodie
Naast een satire is het werk ook een ‘parodie’: een tekst waarin een bepaald soort teksten
op spottende wijze wordt nagebootst. Het verhaal is namelijk opgezet als een hoofse
ridderroman. Alle gebeurtenissen houden verband met een hofdag die de koning houdt, de
wijze waarop de dieren elkaar aanspreken is typisch hoofs en in de tekst staan talrijke
citaten uit toen bekende ridderromans.
Rechtspraak
In de vroege Middeleeuwen gold het ‘vete-recht’: als iemand jou iets had aangedaan, mocht
je hem hetzelfde aandoen. In de 12e eeuw wordt het ‘procesrecht’ geïntroduceerd,
waardoor de rechtspraak duidelijkere regels kreeg. Eerst werd vastgesteld of de aanklacht
tegen de verdachte wel gerechtvaardigd was en of het een recent voorval was. Als besloten
werd over te gaan op een rechtszaak, dan kon die alleen plaatsvinden in aanwezigheid van
de verdachte. De verdachte had het recht driemaal gedaagd (opgeroepen) te worden. Kwam
hij na drie keer niet opdagen, dan werd hij automatisch schuldig geacht en vogelvrij
verklaard.
De hofdag had een belangrijke functie in die tijd. Het was niet alleen een feestdag zoals de
huidige Koningsdag, maar de koning presenteerde zich ook als meester van zijn onderdanen,
hij zette het beleid uit en sprak recht. De koning zou in het systeem van het procesrecht een
III
onpartijdige rechter moeten zijn. De vazallen van de koning stonden hem bij de rechtszitting
bij.
De katholieke kerk
In de Middeleeuwen was sprake van een theocentrische samenleving (een samenleving
gericht op het geloof - van het Griekse theos (god) en kentron (middelpunt)). Het is dan ook
niet gek dat de hoogste macht bij het geloof en dus bij de katholieke kerk lag. De paus is het
hoofd van de katholieke kerk en onder hem staan de bisschoppen. De burgers in de
Middeleeuwen hadden in hun directe omgeving vooral te maken met de pastoor, de
machtigste man in ieder dorp. Onder de pastoor staat de kapelaan, een soort hulppriester.
Al deze vertegenwoordigers van de kerk moesten celibatair leven: ze mogen niet trouwen en
ook geen seksuele relaties hebben.
Er waren nog weinig burgerlijke wetten, dus de kerk had veel invloed op dit gebied. Het
hoogste doel van de mens was om in de hemel terecht te komen. Er bestond een heel
systeem van regels en rituelen om ondanks een overtreding toch een plekje te bemachtigen
in het hiernamaals. Een belangrijk middel is de ‘biecht’. Nadat je je zonden had opgebiecht,
volgde ‘penitentie’ (een straf als het opzeggen van gebeden of geslagen worden met een
tak) en uiteindelijk kreeg je ‘absolutie’ (vergeving) voor je zonden. Een ander middel was de
‘aflaat’, waarbij je zonden werden vergeven zonder ze te hoeven opbiechten. Je kon ze
afkopen met geld of door middel van een pelgrimstocht naar een heilige plek.
IV
OPDRACHTEN
Fabel
Niemand zal in de Middeleeuwen gek hebben opgekeken van de pratende dieren in Van den
vos Reynaerde. Ze kenden namelijk het eeuwenoude genre van de fabel. Wij kennen nog
steeds de fabel van de haas en de schildpad die rond 500 voor Christus werd geschreven
door Aesopus. Veel andere beroemde fabels komen van de hand van de Franse schrijver
Jean de la Fontaine. Een fabel is een didactisch verhaaltje over dieren waar altijd een moraal
(=les) in zit.
Opdracht 1
Lees de drie onderstaande fabels.
a. Schrijf van iedere fabel op welke moraal erin zit.
b. Noteer de vier kenmerken van de fabel
1. ________________________________________________
2. ________________________________________________
3. ________________________________________________
4. ________________________________________________
De kikker en de os
Jean de La Fontaine
V
De krekel en de mier
De vos en de kraai
Een oude kraai, die honger had, ontdekte een stuk kaas.
Dat lag op een ontbijtbuffet, maar niet voor lang, helaas.
Zij vloog ermee de hoogte in en landde op een tak.
‘Ziezo,’ dacht zij geamuseerd, ‘dat ging met groot gemak.’
Een vos, bij toeval in de buurt, had ook de kaas gezien.
Hij riep fluweelzacht: ‘Mademoiselle, bent u beroemd misschien?
Bent u die knappe zangeres, bekend van de tv,
Die zingt in het Concertgebouw en ook nog op cd?
Ach, zing toch voor een oude vos een mooie aria.
Ik ben een groot bewonderaar, zo waar als ik hier sta.’
Kraai was een echte ijdeltuit en bloosde van de vos.
Ze zong heel vals ‘Kra-kra-kra-kra’ en liet de kaashomp los.
De vos stond onder aan de boom en opende zijn mond.
Hij riep nog snel: ‘Merci beaucoup!’ voor hij de kaas verslond.
Jean de la Fontaine
VI
Opdracht 2
In de
Middeleeuwen
Nu
Opdracht 3
VII
Opdracht
Lees de tekst hardop. Je zult merken dat je er waarschijnlijk meer van
begrijpt dan je in eerste instantie zou denken.
Isidorus seyt: Die vos is een listighe, lose beest ende heeft een vel
dick van hare ene eenen groten stert.
Ende men seit dat dye vosch nemmermeer voor hem selven gheen
huys noch hol en maect, maer hi besit met valscheyden dat hol ende
huys vanden dasse. Want als die dasse is uut sijn hol, dan comet die
vosch ende schijtet ende leghet sinen dreck in den inganc van den
hole. Ende als die dasse wedercomt ende siet dye onreynicheyt aen
sijn hol, so vliet dye dasse ende loopt van daer ende verlaet sijn hol
Ende woeninghe. Ende dan comet die vosche besitten dat hol van den
dasse.
♦ Werpt…neder: gooit op de
En die jaghers vervolghen den vosch om sijn vel ende niet om sijn grond
vlees. ♦ Comt…bi hear:
heeft…gemeenschap met
Dye vosch werpt sijn wijfken nedere ter aerden ende so comt hi dan haar.
bi haer. ♦ Vloyt: stroomt
♦ Teten: te eten
Als die vosch siek is, dan doet hi dat sap dat van den pijnboom ♦ Veyst: doet alsof
vloyt in sijn spijse ende soe gheneest hi hem selven ende verlenghet ♦ Azem: adem
sijn leven. Ende als hi groten hongher heeft ende niet teten ♦ Hise: hij ze
ghecrighen en can, so veyst hi hem doot te sijn ende gaet ligghen op ♦ Operacien: geneeskrachtige
werking
dye aerde ende hout sinen azem binnen ende leghet metten openen
♦ Cullen: testikels
monde ende steeket uut sijn tonghe. Dan comen die voghelen daer bi
♦ Vocht in den eersten graet:
ende menen dattet een doot lichaem is ende willen daeraf eeten. Dan heel vochtig
grijpt hise ende eetse. ♦ Tetano: tetanus
♦ Dat men van achter
Die operacien ghecrijcht uuter gicht: jeuk
Dye cullen van den vosch sijn warm ende vocht in den eersten graet aan het achterste,
ende daer in is veel vochticheden. Ende dat is goet teghen den cramp veroorzaakt door jicht.
ende tetano ende dat men van achter ghecrijcht uuter gicht. Ende si ♦ Si maken appetijt tot Venus:
maken appetijt tot Venus. ze zijn lustopwekkend.
♦ Ghesoden met olie van
olijven: in olijfolie gedrenkt.
Haly seyt: Die vosch ghesoden met olie van olijven, dye olie es goet
♦ Herdicheden: verharding van
teghen die herdicheden die comen van die artijcke. het lichaam
♦ Artijcke: ziekte aan de voet
Avicenna seyt: Die vosch ghesoden in water met embrocata verdrijft ♦ Embrocata: brokaat (weefsel
haestelic dye weedommen der junctueren. van zijde)
♦ Weedommen der junctueren:
pijn in de gewrichten.
VIII
Vragen
a) Wat wordt er in Der dieren palleys gezegd over het uiterlijk van de vos?
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
IX
Opdracht 4
Van den vos Reynaerde begint met een soort proloog waarin de schrijver zichzelf eerst
voorstelt. Hieronder staat die proloog op rijm, zodat je een indruk krijgt hoe dat geklonken
moet hebben. De rest van de tekst zul je in proza-vertaling lezen.
* vita = heiligenleven
a. Wat weten we over Willem? (regel 1-2)
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
c. Wat zegt hij over mensen die de tekst zouden willen veranderen? (r. 14-24)
___________________________________________________________________________
d. Van wie heeft Willem opdracht gekregen dit te schrijven? (r. 25-49)
___________________________________________________________________________
e. Waarom zou hij zoveel aandacht besteden aan het noemen van de opdrachtgever?
Wat zou hij daarmee willen bereiken?
___________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________
X
Opdracht 5 – sprekende namen
Veel namen in Van den Vos Reynaerde hebben een betekenis die typerend is voor het
uiterlijk of het karakter van een personage. Dit fenomeen heet ‘sprekende namen’. Kun je
raden wat de betekenis is van de volgende personages?
Opdracht 6 – spreekwoorden
a. Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.
Betekenis
Verband
Betekenis
Verband
XI
c. Het haasje zijn.
Betekenis
Verband
Betekenis
Verband
Opdracht 7 – theorie
Noteer van onderstaande stellingen of ze juist of onjuist zijn. Gebruik blz. 92-107 uit Nieuw
Nederlands literatuur en blz. 1 en 4 van dit boekje.
XII
Opdracht 8 – theorie
Noteer het juiste begrip bij onderstaande definities. Gebruik blz. 92-107 uit Nieuw
Nederlands literatuur en blz. 1-5 uit dit boekje.
Opdracht 9
Vat voor ieder deel dat je hebt gelezen uit Van den vos Reynaerde samen welke kritiek er
wordt gegeven op iedere stand. Geef er voorbeelden bij.
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
XIII
b. Deel 2 (blz. 24-40)
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
XIV
Opdracht 10
Vat samen welke kritiek er op de volgende groepen wordt geleverd in Van den vos
Reynaerde.
1. De geestelijkheid
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
2. De adel
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
3. De dorpelingen
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
XV
BEGRIPPENLIJST
• Antropomorfisme • Middelnederlands
• Arthurroman • Mirakelspel
• Didactiek • Moraal
• Diets • Parodie
• Fabel • Perkament
• Feodale stelsel • Procesrecht
• Handschrift • Satire
• Heiligenleven • Standenmaatschappij
• Hoofse roman • Theocentrisch
• Karelroman • Vazal
• Leenheer • Voorhoofse roman
• Leenman • Wagenspel
VERPLICHTE FILMPJES
• Schooltv De Boekdrukkunst
https://schooltv.nl/video/de-boekdrukkunst-het-begin-van-de-emancipatie-van-het-boek/
• Vlogboek 62 Ridderroman
https://www.youtube.com/watch?v=l6ZwsOV_otk
Extra
Literatuurgeschiedenis en middeleeuwen: vechtersbazen en hoofse liefde.
Schooltv: Literatuurgeschiedenis de middeleeuwen - Van vechtersbazen en hoofse liefde
XVI