1

De middeleeuwse pozie is grotendeels in pozievorm geschreven, omdat ze van buiten geleerd moest worden. De middeleeuwen lopen van ca. 500 tot ca. 1500.

juist/onjuist

juist/onjuist

De Nederlandstalige cultuur verspreidde zich geleidelijk van zuid naar noord.

juist/onjuist

De Nederlandstalige gewesten hoorden in de hoge middeleeuwen grotendeels tot het Duitse Rijk. De positie van de steden was in de middeleeuwen enigszins te vergelijken met die van graafschappen of hertogdommen. De steden zorgden voor handel en industrie in de late middeleeuwen.

juist/onjuist

juist/onjuist

juist/onjuist

De Vlaamse primitieven worden zo genoemd omdat ze nog weinig beschaving hadden.

juist/onjuist

Diets is de middeleeuwse benaming voor ABN.

juist/onjuist

Door de boekdrukkunst veranderde de vorm van de literatuur.

juist/onjuist

10

Een initiaal is een hoofdletter in een handschrift.

juist/onjuist

11

Het grootste deel van de middeleeuwse muziek is eenstemmig.

juist/onjuist

12

13

Het huidige Nederland werd pas na de middeleeuwen belangrijk voor de Nederlandstalige cultuur. In de late middeleeuwen ontstonden de eerste West-Europese steden.

juist/onjuist

juist/onjuist

14

In de vroege middeleeuwen bestond er geen literatuur.

juist/onjuist

15

In de vroege middeleeuwen konden bijna alleen de priesters lezen en schrijven.

juist/onjuist

16

Miniaturen zijn illustraties in middeleeuwse boeken.

juist/onjuist

17

Pas rond 1100 begint men in West-Europa teksten op te schrijven.

juist/onjuist

Bij welke begrippen horen onderstaande definities? 1 Berijmd verhaal over Karel de Grote en zijn vazallen. 2 De middeleeuwse beroepsverenigingen.

De middeleeuwse vorm van landsbestuur.

De gezamenlijke Nederlandse dialecten in de middeleeuwen. Een boek gedrukt voor 1500.

Een gedicht waarin verdriet wordt geuit.

De gerichtheid op godsdienst in de middeleeuwse cultuur. Het materiaal waarop in de middeleeuwen werd geschreven. Illustraties in een middeleeuws handschrift. Kerkbouw met spitse bogen.

10

11

12

Middeleeuwse ZuidNederlandse schilders die tamelijk onrealistisch werkten. Rondtrekkende zangers in de middeleeuwen.

13

Schrijvers/componisten van middeleeuwse literatuur. Verhalend gedicht met veel herhalingen.

14

15

Kunst die het eigendom is van het hele volk. Beginletter van een middeleeuws handschrift. Een tekst waarin bepaalde verschijnselen worden bespot. Een tekst waarin een andere tekst wordt nagebootst.

16

17

18