You are on page 1of 2

Frans

literatuur

De middeleeuwen

Het leven tijdens de middeleeuwen was erg zwaar door de oorlogen en epidemieën. De macht en
rijkdom waren niet eerlijk verdeeld: de adel en de kerk hebben het voor het zeggen. Ondanks dit
alles heeft men wel een romantisch beeld van deze periode wat komt door de literatuur uit deze
eeuwen.
Karel de Grote zorgt voor het bestuur, een feodaal stelsel. Hier komt een eind aan in eind 15e eeuw
door lodewijk 14e. Er zijn in de middeleeuwen vele oorlogen en de middeleeuwse cultuur is
doordrongen van het christelijke geloof. Men probeert dit geloof te verspreiden en te verdedigen
door kruistochten te organiseren naar het Heilige land.
Verhalen uit de middeleeuwen worden mondelings door verteld. De teksten uit de middeleeuwen
hebben een religieus karakter. Later werden er ook wereldlijke teksten opgeschreven. Bijzonder aan
deze verhalen is dat ze in verschillende talen zijn overgeleverd.
Het oud Frans ligt dicht bij de taal: Latijn. Er zijn dan ook veel regionale verschillen. In het zuiden
spreekt met Occitaans en in het Noorden de langue d’oil. De oc en oil zijn verschillende manieren
waarop men ja zegt.

De Renaissance

De renaissance is de wedergeboorte van de klassieke oudheid. Het begint allemaal in Italië en
verspreidt zich vanuit daar verder over Europa.
Er vindt een nieuwe mentaliteit plaats, het humanisme. In het humanisme draait het om de mens,
die zelf regie over zijn leven in handen neemt. De gedachte als voorbereiding op het hiernamaals
gaat weg (memento mori). Er komt een nieuw motto carpe diem, pluk de dag, leef van dag tot dag.
Een ideale renaissancemens is een homo universalis, die ontplooit op alle gebieden. Een voorbeeld
van een homo universalis is Leonardo da Vinci.
De belangrijkste culturele ontwikkeling is de boekdrukkunst. Steeds meer mensen kunnen lezen door
het onderwijst dat uitbreidt. En mensen gaat in tegenstelling tot de middeleeuwen steeds meer
zelfstandig lezen.
Er is in deze periode veel kritiek op de misstanden in de katholieke kerk. Hervormers vertalen de
Bijbel naar de volkstaal. Hierdoor gewone mensen kennisnemen van de tekst en daar kritisch over
nadenken. Door boekdrukkunst kunnen nieuwe ideeën over het geloof verspreid worden. De
hervormers worden uit de katholieke kerk gezet en daarmee is de Reformatie een feit. De strijd
tussen protestanten en katholieken veroorzaakt godsdienstoorlogen. Tijdens de Bartholomeüsnacht
zijn er honderden protestanten afgeslacht.
In de middeleeuwen viel het onderwijs onder de autoriteit van de kerk, nu in de renaissance is er een
periode waarin veel nieuwe kennis aan het licht kom dankzij ontdekkingsreizen en de ontwikkeling
van de wetenschap. Voor humanisten staat die kennis niet op zichzelf, maar moet het de mens
helpen zijn leven vorm te geven. Voor hen is het doel van het onderwijs daarom het kweken van
wijsheid en een kritische geest.
Frans werd als verplichte bestuurlijke taal in heel het land ingesteld in 1539.

Het classisme

Het classisme is verbonden met Louis XIV. Hij probeert sinds 1661 steeds meer de macht naar zich
toe te trekken en schaft daarbij het parlement af. Hierbij maakt die van Frankrijk een absolute
monarchie met de uitspraak l’était, c’est moi. Hij probeerde zijn macht te vergroten door oorlogen te
voeren. Ondertussen leeft het volk in grote armoede en moet het hoge belastingen betalen of de
grote plannen te financieren.
Louis XIV wordt ook wel de zonnekoning genoemd, omdat die zich graag bemoeide met de literatuur
en zijn favoriete stuk het ballet de la nuit is. Hierbij staat de zonnekoning in het midden wat weer
reflecteert op dat louis XIV zichzelf als middelpunt van de wereld en als gods vertegenwoordiger op
aarde ziet. Het paleis Versailles is een goed voorbeeld voor de invloed van classicistische denken. Het
voldoet aan strenge regel, zoals symmetrie, strikte etiquette en hiërarchie. De kunst is staatskunst,
wat niet bij de koning in de smak valt, wordt gecensureerd.
Het katholicisme werd een staatsgodsdienst en daarmee wordt de godsdienstvrijheid van de
protestanten afgenomen. Iedereen tot 14 jaar moet naar school en krijgt les van een katholieke
docent die in dienst was van de staat. Zo wordt de verspreiding van het protestantse denken
tegengegaan.
Louis XIV richt de academie française op. Dit heeft als doel om de taal te zuivere van alle vuiligheid
waarmee ze is besmeurd. De academie komt met strenge regels voor de spelling en brengt later een
woordenboek uit. Helderheid en logica zijn kenmerken van de Franse taal. Deze taalpolitiek is
bedoeld om de Franse literatuur te laten bloeien tot meerdere glorie van Frankrijk en de koning. Het
is ook een manier om duidelijke taal te kunnen spreken naar zijn onderdanen en dus meer macht uit
te oefenen.
De klassieke oudheid is een grote inspiratiebron in deze periode. In de 17e eeuw raken de klassieke
invloeden verweven met de hedendaagse cultuur. Voorschriften van de griekse filosoof aristoteles
zijn: de vorm van de tekst de inhoud zo duidelijk mogelijk moet maken, en dat die inhoud een
waarheid moet bevatten die voor alle mensen in alle tijden geldt. De literatuur moet dus ook een les
bijbrengen aan de mens. Dit wordt gedaan door plaire instruire, wat betekent dat men de lezer iets
probeert te leren door te vermaken. Een ander concept is loutering/catharis. Dit houdt in dat de
toeschouwer geschokt wordt door wat hij ziet, ervan leert en als een beter mens naar huis gaat.

You might also like